Business. De Student van de Toekomst
Uitkomsten Smart Debat ‘De student van de toekomst’ Whitepaper
2
3
Tijd, ruimte en plaats worden steeds minder belangrijk voor de student ‘De wereld ligt met een klik of swipe binnen handbereik. Ook afstand doet er niet of nauwelijks meer toe. De student van de toekomst studeert in een multimediaomgeving, waarin online college, e-learning en social media niet meer weg te denken zijn.’
Hoofdstuk 1: Digitale revolutie Hoofdstuk 2: Trends in leren Hoofdstuk 3: Decentralisatie van onderwijs Hoofdstuk 4: Huisvesting van de toekomst Hoofdstuk 5: Living apart together Hoofdstuk 6: Conclusie
- Wouter van Rhoon, Commercieel Directeur UPC Business 4
5
Digitale revolutie
‘Niet alleen de computers worden smart, onze hele omgeving wordt smart. Van vloerbedekking tot tafelpoot. we komen in een bad van data te liggen waarin alles met elkaar communiceert, in de hoop dat wij dat ook allemaal leuk blijven vinden.’
De student van de toekomst wordt vandaag geboren. Hij groeit de komende jaren op in het tijdperk van de digitale revolutie. Online colleges, e-learning en social media zijn niet meer weg te denken uit de multimediale wereld waarin hij studeert. Wat dit allemaal betekent voor zijn leer- en leefomgeving, stond centraal tijdens het debat ‘De student van de toekomst’, georganiseerd door UPC Business, Ziggo voor de zakelijke markt, Kences en Flevum op 23 januari in het Amsterdamse Hotel Arena.
- Paul Ostendorf, futuroloog
hoe we de toekomstige student moeten bedienen. Dat betekent het loslaten van traditionele definities van grenzen tussen online en offline, tussen studie, werk en privé. De student van vroeger ging op kamers, dook de universiteitsbibliotheek in en kwam er vijf jaar later weer uit. Dat is en wordt heel anders. De minister van Onderwijs heeft al aangekondigd dat er studiepunten te verdienen gaan zijn met het volgen van online colleges. We kunnen niet wachten tot deze ontwikkelingen tot ons komen, maar moeten nu de eerste steen leggen voor de infrastructuur van de toekomst.
Welke eisen stelt de student straks aan de stad waarin hij gaat studeren? Hoe moet de huisvesting eruit gaan zien? Hoe verandert technologie de manier waarop wij kennis tot ons nemen? Om ons voor te bereiden op de toekomst, moeten we ons nu afvragen
6
7
Trends in leren Bedrijven zien werknemers steeds meer als kennismachines die gebruikt kunnen worden zolang ze van toegevoegde waarde zijn. Leren en het leerproces worden daarmee steeds belangrijker. Dat leren doen we al lang niet meer alleen op school. We nemen de meeste kennis inmiddels tot ons via onze smartphones en computers.
Er zijn meerdere trends in ons leerproces waar we direct op zullen moeten inspelen. Met micro learning, het leren in kleine eenheden, wordt de fysieke locatie voor de student steeds minder belangrijk. Waarom zou hij nog vier jaar bij een universiteit blijven plakken, als hij ook modules van enkele maanden, weken of zelfs dagen op verschillende plekken kan volgen? De traditionele kennisoverdracht is achterhaald. Het gaat voortaan om het aanbieden van de juiste kennis aan de juiste mensen op het juiste moment. Onderwijsinstellingen, huisvesters en leveranciers van hardware en software zullen zich allen moeten voegen naar dit nieuwe systeem van personalized learning.
Na een uur googelen denken we al dat we het beter weten dan de huisarts. Met wearables houden we straks zelf onze bloeddruk en hartslag in de gaten. In de woorden van futuroloog Paul Ostendorf: we studeren straks van onze geboorte tot onze dood. Ostendorf voorziet een wereld waarin het leerproces wordt uitgesmeerd over het hele arbeidzame leven, dat ook nog eens steeds langer duurt. ‘Universiteiten en hogescholen kunnen nog beter samenwerken met het bedrijfsleven. Hoe beter wij die match maken, hoe aantrekkelijker we worden voor internationale studenten.’ - Camiel Notermans, oprichter Crowdale 8
9
‘De trek naar de steden blijft maar aanhouden. De Universiteitsbibliotheek Utrecht moet op zondag de deuren sluiten omdat het te druk is. Terwijl iedereen op zijn kamer alle informatie heeft om prima te studeren.’ - Ton Jochems, Directeur-bestuurder SSH, Voorzitter Kences
Decentralisatie van onderwijs Betekent de opmars van online studeren dat er in de toekomst geen collegezalen meer zijn? Waarschijnlijk niet. Maar de interactie tussen docenten en studenten en tussen studenten onderling zal zeker van vorm en locatie veranderen.
Toch zal ook de student van de toekomst behoefte hebben aan de fysieke ontmoeting. Het biertje, de discussie en de omgeving met gelijkgestemden zal studenten waarschijnlijk naar de stad blijven trekken. Nederlandse steden behoren qua onderwijs en arbeidsperspectief nog bij de beste ter wereld, maar dit kan snel veranderen.
Het integreren van studeren en ontmoeten gebeurt steeds meer online en in allerlei tussenruimtes. In 2020 is de voornaamste interactie misschien verplaatst van de collegezaal naar de keukentafel. Er ligt een grote uitdaging in het faciliteren van deze decentralisatie van het onderwijs. We zullen actief met de studenten in discussie moeten gaan om erachter te komen wat hun wensen zijn. De student bepaalt: het onderwijs gaat van one size fits all naar one size fits nobody.
10
Groeiende mobiliteit en het feit dat kennis overal ter wereld in te kopen is, zorgt voor extra concurrentie en de noodzaak om actief in de behoeften van studenten te voorzien. De stad van de toekomst past bij de student van de toekomst als zij beschikt over de benodigde voorzieningen, ontmoetingsplaatsen, infrastructuur en huisvesting.
11
‘We zien een beweging van bezit naar gebruik. Studenten willen tijdelijk een plek om te wonen en studeren. Dat kan ook een paar maanden in Amsterdam en een paar maanden in New York. We moeten samenwerken met partners om studenten te kunnen bieden waar zij echt behoefte aan hebben.’ - Menno de Jonge, Directeur Sustainable Business Innovation Ballast Nedam
Huisvesting van de toekomst Maar hoe moet die huisvesting voor de student van de toekomst er dan uitzien? Als hij zijn kennis inkoopt in uiteenlopende tijdseenheden op verschillende plekken, zal hij van zijn woonsituatie eenzelfde flexibiliteit verwachten. Als de student van de toekomst niet vier jaar bij een universiteit blijft plakken, waarom zou hij dan vier jaar in dezelfde woning blijven?
Er moet dan geen regelgeving zijn die dat beperkt of duur maakt. Studenten moeten zelf hun keuzes kunnen maken op het gebied van woningen en voorzieningen. De huisvesting van de toekomst moet het de student mogelijk en zelfs makkelijk maken om het ene semester in Amsterdam te studeren, en het volgende in Valencia. Een dergelijk systeem zou Nederland bovendien aantrekkelijker maken voor buitenlandse studenten. Zij kunnen dan van dezelfde flexibele wooncontracten gebruikmaken. Ze integreren dan vanzelf met Nederlandse studenten en zijn makkelijk vindbaar voor Nederlandse bedrijven die op zoek zijn naar internationaal talent.
Om ons voor te bereiden op deze ontwikkeling, moeten we gaan nadenken over de flexibilisering van wooncontracten. Woonruimte kan dan voor een bepaalde periode gereserveerd worden, net als een huurauto.
12
13
Living apart together
‘Het level playing field is veranderd, de markt van bachelor- en masteropleidingen is de facto Europees geworden. Slimme universiteiten en huisvesters werken samen om met een live & learn experience de student te verleiden.’
Maakt dat de studentencampus achterhaald, of juist relevanter dan ooit? Als de student van de toekomst zijn woning deelt, wat deelt hij dan nog meer? Het delen van voorzieningen begint al steeds meer gemeengoed te worden. Verdienmodellen verschuiven steeds meer van verkoop naar (micro) verhuur, naar betalen per minuut. Op elke straathoek staat wel een auto van Greenwheels of Car2Go.
- Frank Uffen, oprichter The Class of 2020, The Student Hotel
privacy, maar de rest wordt gedeeld. Omdat ook de grens tussen student en starter aan het vervagen is, zullen we wellicht meer van een starterscomplex dan van een studentencampus gaan spreken. Aantrekkelijk voor jongeren tijdens de start van hun werkende leven, tot het moment dat ze behoefte krijgen aan een vast en zelfstandig bestaan. Het epicentrum van de student van de toekomst, waarin alle faciliteiten en voorzieningen met elkaar worden gedeeld. Het is aan de huisvesters om te onderzoeken hoe dit zo aantrekkelijk en betaalbaar mogelijk gerealiseerd kan worden.
De studentencampus kan op dezelfde manier worden ingericht. Alles wordt om de student heen gebouwd. De kamers zijn geluid en winddicht, want we blijven behoefte hebben aan
14
15
‘ Er kwamen prachtige ideeën uit de dag zoals het idee voor studie-airmiles die het makkelijk maken om on-line en off-line en binnen en buiten de grenzen te studeren.’ - Erik Peekel, dagvoorzitter Aaaaha! the Actor Factory
‘We moeten ook nadenken over de romantiek, de momenten die echt indruk op je hebben gemaakt. Studeren gaat om dingen beleven, en het is onze taak om ervoor te zorgen dat niet alles alleen maar digitaal is.’ - Frenk Storm, Manager Named Accounts Ziggo zakelijke markt 16
17
Conclusie Tijd, ruimte en plaats worden steeds minder belangrijk voor de student van de toekomst. De digitale revolutie dwingt ons om anders na te denken over onderwijs, huisvesting en voorzieningen. Wie betaalt, bepaalt, dus er zal goed geluisterd moeten worden naar de veranderende behoeften van studenten. Groeiende internationale concurrentie en vrij beschikbare kennis maken stilzitten geen optie. Universiteiten, huisvesters, gemeenten, bouwers en leveranciers van hardware en software moeten de handen ineen slaan om de student van de toekomst een all inclusive formule op maat te kunnen bieden.
18
19
PFO.0414