BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2e versie)
Inleiding: De gemeente Zederik wil haar burgers betrekken bij het beleid met als motto:
“ De burger centraal.” Deze nota gaat over de rol van de gemeente in relatie tot initiatieven van burgers en over het betrekken van burgers bij het uit te voeren, vastgestelde beleid. De gemeente hanteert als uitgangspunt: “Eigen verantwoordelijkheid waar het kan en de gemeente aan zet waar het moet.” We doen hierbij een beroep op het eigen initiatief, de verantwoordelijkheid en de kracht van burgers. BEGRIPSBEPALING ******************** Met burgerparticipatie doelen we op het door de gemeente in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van burgers bij het beleid om in open wisselwerking met hen tot de voorbereiding/bepaling/uitvoering/evaluatie van beleid te komen. Burgers krijgen voldoende ruimte voor een eigen inbreng. Burgerparticipatie is hiermee een interactieve manier van het tot stand laten komen van beleid. Naast deze vorm kennen we ook het eigen initiatief van burgers, waarbij de afweging gemaakt moet worden of dit past zowel binnen het te voeren beleid als ook binnen de financiën van de gemeente. Het uitgangspunt is dat de gemeente positief staat tegenover de betrokkenheid van burgers Allereerst het begrip burger. Hiermee wordt in dit kader niet alleen gedoeld op de individuele burger, maar ook op georganiseerde burgers in verenigingen, maatschappelijke organisaties of non-profit instellingen. We specificeren dit begrip nog iets verder. Een ‘bij het beleid betrokken’ burger is een deelnemer, bijvoorbeeld een burger die een informatieavond bezoekt. Een deelnemer kan bij het beleid zijn betrokken op persoonlijke titel, of namens een groep van belanghebbenden. Een belanghebbende is een burger voor wie het (voorgenomen) beleid directe impact heeft. Bijvoorbeeld een bewoner van een straat die wordt opgebroken. Niet alle belanghebbenden zijn per definitie deelnemers. De bewoner van de op te breken straat kan bijvoorbeeld geen interesse hebben in het leveren van een bijdrage aan de burgerparticipatie . Een belangstellende is een burger voor wie het(voorgenomen) beleid geen directe impact heeft, maar die geïnteresseerd is, op de hoogte gehouden wil worden of een bijdrage wil leveren aan de publieke zaak.
Gezien de ervaringen, opgedaan tijdens de werkbezoeken aan de verschillende kernen, zien wij de burgerparticipatie vooral gestalte krijgen per onderwerp en niet per kern. M.a.w. we zien niet het nut en de noodzaak van dorpsraden o.i.d.
In de participatieladder, zijn zeven verschillende bestuursstijlen opgenomen.
Een bestuursstijl is een combinatie van de ruimte die de gemeente burgers geeft om invloed uit te oefenen op het beleid en de daarbij behorende rol van de burgers. De zeven bestuursstijlen in de participatieladder variëren hoofdzakelijk in de ruimte die de gemeente aan burgers geeft om invloed uit te oefenen op het beleid. In de ‘gesloten autoritaire bestuursstijl’ wil de gemeente het heft volledig in eigen hand houden en burgers op geen enkele manier bij het beleid betrekken. In de ‘faciliterende stijl’ krijgen burgers vrijwel onbeperkte inbreng in het beleid. Welke keuze de gemeente maakt hangt af van de situatie. Een meer open bestuursstijl (een stijl waarin meer ruimte is voor inbreng van burgers) is niet ‘beter’. Het gaat om een bij de situatie passende bestuursstijl. Deze bestuursstijlen hebben een directe relatie met de ambitieniveaus van de gemeente. Vier bestuursstijlen uit de participatieladder voldoen aan de kenmerken van burgerparticipatie. In deze stijlen betrekt de gemeente burgers ‘in een vroegtijdig stadium’ bij het beleid om ‘ in een open wisselwerking’ met hen te besluiten. Dit zijn de faciliterende stijl, de samenwerkende stijl, de delegerende stijl en de participatieve stijl.
In de participatieladder komt ook het bekende begrip inspraak voor. Dit begrip is toegevoegd om het begrip burgerparticipatie beter te illustreren. Inspraak is een verzamelterm voor alle vormen van advies aan de gemeente in de voorbereiding, bepaling, uitvoering en/of evaluatie van beleid (zowel het wettelijke verplichte advies als het niet verplichte advies). Burgerparticipatie gaat dus verder dan inspraak. Bij burgerparticipatie gaat het om samenwerken en samen beslissen. De gemeenteraad stelt de kaders en geeft de financiële ruimte aan, waarbinnen gewerkt dient te worden. Het college bepaalt en organiseert de burgerparticipatie, waarbij het afwegingskader- zoals door de raad is vastgesteld- wordt gehanteerd.
FASE IN BELEID Het brede beleidsproces bestaat uit vier fasen: voorbereiding, bepaling, uitvoering en evaluatie. Burgerparticipatie, dus het in een vroeg stadium betrekken van burgers, kan in alle vier de fasen plaatsvinden. De opmerking ‘vroeg stadium’ heeft betrekking op het betrekken van burgers op een zodanig moment dat nog niet alles vastligt. Bij de voorbereiding van het beleid kunnen burgers ideeën aanleveren die de gemeente gebruikt om beleid te formuleren. Tijdens het bepalen van het beleid kan de bijdrage van burgers bestaan uit het afwegen van belangen en het nemen van een besluit. Bij de uitvoering kunnen burgers bijvoorbeeld uitvoeringsmogelijkheden bedenken. Bij de evaluatie kan de gemeente burgers vragen wat zij van het beleid of de uitvoering vonden. Het eerste uitgangspunt is steeds dat de gemeente duidelijk en zo vroeg mogelijk aangeeft welke vorm van burgerparticipatie zij voorstaat. Het tweede uitgangspunt is dat de burgerparticipatie zo ruim mogelijk moet zijn. HET RICHTEN VAN DE DISCUSSIE MET BURGERS Het afbakenen en richten van de inbreng van burgers zorgt voor heldere verwachtingen en voorkomt teleurstellingen. Dit speelt zowel aan de kant van de gemeente als aan de kant van de deelnemende burgers. Het richten van de discussie gebeurt door middel van de activiteiten waaruit het gesprek met burgers kan bestaan en de inzet van het gesprek met de burgers. Activiteiten waaruit het gesprek met burgers kan bestaan: – Inventariseren van wensen en belangen van burgers. – Reacties vanuit de samenleving op voornemens en plannen horen. – Reageren van raadsleden op standpunten, visies en argumenten van burgers. – Inventariseren van politieke keuzevraagstukken. – Reacties op vooraf gedefinieerde politieke keuzevraagstukken:
argumenten, consequenties van keuzen en (alternatieve) visie horen. – Inventariseren van mogelijkheden van eigen inbreng vanuit partijen in de samenleving en van samenwerking met hen (wat doet u zelf?). – Verantwoorden, uitleggen en toelichten van gemaakte of overwogen keuzes. Vaak bevatten projecten waarbij burgers worden betrokken meer dan één activiteit. Een informatieavond kan bijvoorbeeld bestaan uit het inventariseren van wensen en gelijktijdig uit het presenteren van een bepaald voornemen waarop reactie gewenst is. Een ander voorbeeld is de presentatie van een conceptplan voor het aanpassen van een weg.. De gemeente wil dan een reactie op een plan, maar tegelijkertijd ook de gemaakte keuzes in dat plan uitleggen of toelichten. AFWEGINGSKADER Het afwegingskader is een methodiek of voorgeschreven werkwijze die door iedereen in de organisatie gebruikt kan worden voor het inrichten van burgerparticipatieprojecten. Dit afwegingskader is een hulpmiddel voor de te nemen besluiten, zoals het bepalen van het moment waarop burgers bij het beleid worden betrokken, het bepalen van de rol van de gemeente, het bepalen van de ruimte waar burgers wel en niet iets over mogen zeggen. Ook kan dit afwegingskader aanwijzingen geven voor het inrichten van projecten, zoals over de voorbereiding, het plan van aanpak of de communicatie. Met behulp van dit afwegingskader kunnen ambtenaren bepalen of een beleidsproces geschikt is om voor burgerparticipatie te worden ingericht.
Burgerparticipat
Tot Tot tte