Schoolgids 2015-2016
Burgemeester
Harmsma School een gewone school toch anders dan andere ! H. Ringenoldusstraat 3, 8401 PV Gorredijk, Postbus 32, 8400 AA Gorredijk, Telefoon (0513) 46 34 55, Fax (0513) 46 51 29, e-mail
[email protected]
Schoolgids 2015-2016 De schoolgids doet verslag van de jaarlijkse activiteiten die in scholen zijn en worden ondernomen. De schoolgids van de BHS is altijd erg dik, omdat er veel gebeurt.
Burgemeester
Harmsma School een gewone school toch anders dan andere !
1
Inhoudsopgave van de schoolgids 2015-2016
Colofon Schoolgids 2015-2016 Een uitgave van de Burgemeester Harmsma School H. Ringenoldusstraat 3 8401 PV Gorredijk Postbus 32, 8400 AA Gorredijk Telefoon (0513) 463455 Fax (0513) 465129 Email
[email protected] Internet www.burgharmsmaschool.nl Postbank gironummer NL36 INGB 0000342364 Rabobank Heerenveen-Zuidoost Friesland. rekeningnummer NL10 RABO 032 29 07 055 Redactie : Johannes de Boer, Aalt van der Heide, Jouke Kramer, Esther Brouwer, Petra Smid-Kluitenberg Grafische vormgeving: Heine Dolstra Design, Gorredijk Copyright © 2015 Burgemeester Harmsma School Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende.
Schoolgids BHS 2015-2016
2
Een woord vooraf
4
Hoofdstuk 1 - De school 1.1 Naam en richting 1.2 Bevoegd gezag 1.3 Directie 1.4 Situering van de school 1.5 Schoolgrootte
6 6 6 6 6 6
Hoofdstuk 2 - Doelstellingen van de school 2.1 Het historisch perspectief 2.2 De algemene doelen van de school
8 8 8
Hoofdstuk 3 - D e inrichting van het o nderwijs in de school 10 3.1 De structuur van het onderwijs 10 3.2 Onderbouw 10 3.3.0 Toelichting op de bovenbouw vanaf augustus 2016 12 3.3.1 Theoretische Bovenbouw (voor de huidige klassen 3 en 4) 13 3.3.2 Beroepsgerichte Bovenbouw (voor de huidige klassen 3 en 4) 13 3.4 De lessentabel 16 3.5 Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) en examen 16 3.6 Geprofileerde examens 17 3.7 Arbeidsoriënterende stages 17 3.8 Maatschappelijke stage 17 3.9 Nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen 17 Hoofdstuk 4 - De dagelijkse onderwijspraktijk 4.1. De organisatie van het onderwijs 4.2 De werkwijze in de klas 4.3 De rapportage 4.4 Lesplanning, lesuitval en onderwijstijd 4.5 ICT en ELO 4.6 Buitenschoolse activiteiten 4.7 Mediatheek 4.8 Rookbeleid 4.9 Zaalsportschoenen verplicht
18 18 18 20 20 20 21 21 21 22
Hoofdstuk 5 - Leerlingenbegeleiding 5.1 Algemene beschrijving 5.2 Burgerschapsvorming 5.3 De leerlingbegeleidingsstructuur 5.4 De leerlingenzorg en aansluiting bij Passend Onderwijs 5.5 Leerlingenvolgsysteem (LVS) 5.6 De rugzak op de BHS gaat over in het Ontwikkelingsperspectief (OPP) 5.7 Meldcode kindermishandeling
24 24 24 26 27 29
Hoofdstuk 6 - Kwaliteitszorg 6.1. Leerresultaten van leerlingen 6.2 Toezichtkader inspectie 6.3 Schoolinterne kwaliteitszorg 6.4 Ontwikkelingagenda Passend Onderwijs
32 32 35 35 37
Hoofdstuk 7 - Betrokkenen bij het onderwijs 7.1 Betrokkenen vanuit de school 7.2 Scholieren 7.3 Ouders
40 40 40 41
Hoofdstuk 8 - R egeling school- en vakantietijden 8.1 Schooltijden 8.2 Vakantierooster 8.3 Aanvragen extra verlof 8.4 Zorgvuldige samenstelling
44 44 44 45 45
Hoofdstuk 9 - Namen
46
29 30
Bijlagen 48
3
Hartelijk welkom op de Burgemeester Harmsma School ‘Een gewone school, toch anders dan andere’.
In de schoolgids van de Burgemeester Harmsma School kunt u lezen waar de school mee bezig is en waarom zij ‘Een gewone school, toch anders dan andere’ is. Het is een school die open staat voor ontwikkeling, dat betekent vanuit haar eigen visie op onderwijs steeds weer verbeteren en vernieuwen. Dit om er voor te zorgen alle capaciteiten en talenten van de leerlingen/ het kind zoveel mogelijk naar boven te halen. Daar waar mogelijk wordt nauw samengewerkt met bedrijven en instellingen in de omgeving. Immers leren doe je niet alleen op, maar ook buiten de school. Ontwikkelen en vernieuwen houdt meer in dan het organiseren van een andere les opzet. Alles in de leeromgeving van de leerlingen moet mee veranderen, anders is het niet duurzaam en zo weer vervlogen. De school kijkt daarom steeds naar factoren die mee moeten veranderen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om gebouwaanpassingen en contacten met de ouder(s)/verzorger(s), bedrijven/instellingen, andere scholen, overheid, enz. Goed onderwijs geven op onze school doe je niet alleen! Als personeel proberen wij samen de school tot een dynamische leeromgeving te maken, waar iedere leerling zich thuis voelt en kan ontwikkelen. Dat samenwerken en elkaar helpen blijkt uit onze lijfspreuk: ‘Met elkaar, voor elkaar’.
Schoolgids BHS 2015-2016
Op een goede school wordt voortdurend door iedereen (leerlingen, personeel en ook de ouder(s)/verzorger(s)) geleerd en dat betekent dan ook altijd beweging. Het gaat wel geleidelijk en in kleine doelgerichte stappen. Het fundament en de basis van alle ontwikkelingen wordt gevormd door de visie van de school. De visie van de Burgemeester Harmsma School wordt in de volgende uitgangspunten omschreven: - Iedere leerling kan zich bij ons zowel indi- vidueel als sociaal optimaal ontplooien. - Wij stellen de studie- en beroepskeuze van leerlingen zo lang mogelijk uit. - Wij bieden alle leerlingen gelijke kansen. - Wij bieden een breed vormingsaanbod aan. - Alle mensen zijn gelijkwaardig. - Wij staan open voor veranderingen. - De school is een ontwikkelingsplaats voor iedereen.
zou namelijk de door professor Luc Stevens gehanteerde uitspraak ‘Eerst het kind, dan de leerling’, ook prima het motto kunnen zijn. Het welbevinden van het kind vormt uiteindelijk wel de basis voor een warme en succesvolle schooltijd. Ik wens ons allen een hele fijne schooltijd toe met als uiteindelijke resultaat natuurlijk een prachtig diploma, waarmee door de leerling weer een volgende stap in de toekomst kan worden gezet. J. de Boer Directeur/Bestuurder
Om als school goed te kunnen werken volgens bovenstaande visie is een nauwe samenwerking met de ouder(s)/verzorger(s) zeer belangrijk. Een samenwerking waarin de mentor in de contacten een centrale rol speelt. De driehoek ouder-leerling-school vormt uiteindelijk de basis voor een goede samenwerking en een prettige en succesvolle schooltijd voor de leerling. Eigenlijk zou in voorgaande zin niet moeten staan ‘de leerling’ maar ‘het kind’. Op onze school
4
5
Hoofdstuk 1 - De school Ons motto “Een gewone school en toch anders dan andere”
1.1 Naam en richting De naam van de school, Burgemeester Harmsma School, komt van de Burgemeester van Opsterland uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Deze burgemeester ontwikkelde een onderwijsvisie, die de school op het spoor zette van vernieuwend onderwijs. Uiteindelijk heeft dat geleid tot het aanvragen van het experiment Middenschool. Burgemeester Harmsma had een stevige hand in de totstandkoming van de fusie tussen MAVO, LTO en LHNO in 1968. De gefuseerde school kreeg daarom de naam Burgemeester Harmsma School. 1.2 Bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de Burgemeester Harmsma School is in handen van directeur/bestuurder dhr. drs. J. de Boer. De school werkt verder met een Raad van Toezicht. 1.3 Directie
Op 1 oktober 2014 stonden er 753 leerlingen bij de school ingeschreven. Na het behalen van een diploma gaan de meeste leerlingen hun opleiding vervolgen in het MBO (middelbaar beroepsonderwijs); een kleiner deel gaat alsnog naar HAVO-4. Richting Akkrum
1.4 Situering van de school Door haar ligging in een plattelandsgebied heeft de Burgemeester Harmsma School het karakter van een streekschool. De meeste leerlingen komen uit de gemeente Opsterland; een ander groot deel komt uit de gemeenten Heerenveen en Smallingerland. Vanwege haar specifieke onderwijskundige kenmerken krijgt de school echter leerlingen uit een veel grotere regio.
Richting Heerenveen
Afslag Marktplein
Industrieterrein Overtoom Richting Lippenhuizen Stationstraat
Nijewei
Opsterlandse Compagnonsvaart
De directie van de school bestaat uit drie personen met als directeur/bestuurder dhr. drs. J. de Boer, adjunct-directeur onderbouw en leerlingenzorg dhr. mr. drs. A. van der Heide en adjunct-directeur bovenbouw dhr. J. Kramer. De dagelijkse gang van zaken valt onder verantwoordelijkheid van de adjunct-directeuren.
ling naar Middenschool een onderwijssysteem ontwikkeld waarbij het mogelijk is om alle leerlingen uit de regio adequaat en optimaal onderwijs te bieden. De eerste drie leerjaren zijn zo opgezet, dat bijna alle schoolverlaters van het basisonderwijs zich breed en optimaal kunnen ontwikkelen. De leerlingen kunnen zich drempelloos ontplooien in onze unieke heterogene onderbouw waarin alle niveaus al jarenlang goed gedijen. Een deel van de in klas 1 ingestroomde leerlingen stroomt na leerjaar 3 uit naar HAVO-4 in Heerenveen, Drachten of Oosterwolde. Met deze scholen zijn afspraken gemaakt over het instromen in HAVO-4.
Skâns
P
Burgemeester Harmsma School H. Ringenoldusstraat 3
P
Hoofdstraat
P
1.5 Schoolgrootte De Burgemeester Harmsma School heeft tijdens haar ontwikke-
Schoolgids BHS 2015-2016
Richting Jubbega
6
7
Hoofdstuk 2 - Doelstellingen van de school De BHS is een school met een lange en stabiele historie en heeft als centrale doelstelling, zo veelzijdig mogelijk te werken aan talentontwikkeling en de individuele en sociale ontplooiing van alle leerlingen. 2.1 Het historisch perspectief
2.2 De algemene doelen van de school
Het startpunt van de vernieuwing van het onderwijs binnen de Burgemeester Harmsma School ligt bij de fusie van de drie bestaande scholen (u.l.o., l.t.s., l.h.n.o.) in Gorredijk in 1968. Sindsdien is er hard gewerkt aan vele onderwijskundige veranderingen. Eén uitgangspunt stond bij deze veranderingen centraal: De school wilde alle leerlingen in deze regio gelijke, maar vooral ook optimale kansen geven. Dat komt tot uitdrukking in de volgende kenmerken van het onderwijs aan onze school: • Een heterogene onderbouw, waarin leerlingen van alle niveaus bij elkaar in de groep zitten • Een zeer intensief zorgsysteem voor begeleiding van de leerlingen • Een juniorklas voor leerlingen, die extra hulp nodig hebben bij de overgang naar het VMBO • Talentontwikkeling van alle leerlingen door middel van lespleinen in de bovenbouw. De huidige schoolvisie is het resultaat van een duurzaam innovatieproces; een proces dat nog steeds niet is voltooid. Eén van de uitgangspunten van het onderwijs aan de school is verandering: Streven naar bij de huidige tijd passend onderwijs vraagt om voortdurende verandering en vernieuwing.
De Burgemeester Harmsma School stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan een zo veelzijdig mogelijke individuele en sociale ontwikkeling van de leerling. Deze doelstelling geeft aan dat de school een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het kind naast bijvoorbeeld het gezin en de directe leefomgeving (vrienden/vriendinnen/vereniging). Die ontwikkeling moet tegelijkertijd zo veelzijdig mogelijk kunnen zijn: het leeraanbod bestaat dus niet alleen uit “hoofdvakken” (theorie), er is ook ruime aandacht voor “hart” en “handen”, respectievelijk expressie- en praktijkvakken.
Schoolgids BHS 2015-2016
De individuele leerling moet in de gelegenheid zijn zich optimaal en veelzijdig te ontwikkelen. Dit betekent leren, actief en zelfstandig te werken, ervaren waar de eigen ambities en interesses liggen en leren keuzes te maken.
Prof.dr. J.A. van Kemenade, de toenmalige Minister van Onderwijs, en deze uitgangspunten sluiten nog steeds perfect aan bij hoe het onderwijs in de visie van de school georganiseerd zou moeten zijn om te zorgen voor een doorlopende leerlijn: • Uitstel van studie- en beroepskeuze. • Gelijke kansen voor alle leerlingen. • Optimale individuele en sociale ontplooiing. • Aanbieden van een breed vormingsaanbod. Aan deze vier heeft de school de volgende uitgangspunten toegevoegd: • Alle mensen zijn gelijkwaardig. • Het onderwijs aan de school draagt verandering als kenmerk. • De school is een plaats voor ontwikkeling van allen; jongeren en volwassenen. Een uitgebreide toelichting op deze uitgangspunten kunt u vinden op de website van de school: www.burgharmsmaschool.nl
De school gaat er eveneens van uit een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de sociale ontwikkeling van leerlingen. Het samen leren en werken biedt mogelijkheden tot het ontwikkelen en uitbreiden van sociale en communicatieve vaardigheden. Het onderwijs aan de school is gebaseerd op een zevental uitgangspunten. Deze uitgangspunten vinden onder meer hun basis in de kenmerken van de onderbouw. De eerste vier uitgangspunten zijn afkomstig uit de Contourennota uit 1975 van
8
9
Hoofdstuk 3 - De inrichting van het onderwijs in de school In dit hoofdstuk wordt onze heterogene onderbouw nader uitgewerkt en een verdere beschrijving gegeven van de inrichting van ons onderwijs. 3.1 De structuur van het onderwijs 4
3
HAVO 4 in de regio
VMBO
Theoretische Leerweg (voorheen MAVO)
VMBO
Gemengde Leerweg (voorheen MAVO/VBO)
Theoretische Bovenbouw (Doorstroom HAVO/Theoretische/Gemengde Leerweg)
2
HETEROGENE ONDERBOUW
1
HETEROGENE ONDERBOUW
Voor alle leerlingen duurt de geïntegreerde onderbouw twee jaar; in de leerjaren 1 en 2 blijven de leerlingen als groep bijeen. Aan het einde van leerjaar 1 en 2 blijven er geen leerlingen zitten. In de loop van leerjaar 2 worden de leerlingen voorbereid op het kiezen van een vervolgrichting. Voor de leerlingen die nu in klas 2 zitten wordt de keuzestructuur gewijzigd in verband met de invoering van de nieuwe beroepsgerichte programma’s (zie 3.3.0). Dit geldt niet voor de leerlingen die nu in de bovenbouw zitten. De huidige klas 3 leerlingen hebben gekozen uit 4 leerwegen en binnen de leerwegen voor één van de sectoren: Techniek (Techniek-breed, met de mogelijkheid te kiezen voor de ICT-route) of Economie (Handel & Administratie, met de mogelijkheid te kiezen voor Dienstverlening en Commercie) of Zorg & Welzijn (Zorg/Welzijn –breed, met de mogelijkheid te kiezen voor Sport Dienstverlening en Veiligheid). In leerjaar 1 en 2 zitten alle leerlingen, vanaf VMBO t/m HAVO/ (VWO)-niveau, bij elkaar in de klas. Het tweede leerjaar is ook in die zin belangrijk, dat de leerling zicht moet krijgen op zijn/haar leercapaciteiten en op de keuze voor een leerweg en een sector. In klas 3 is in alle leerwegen sprake van verplichte vakken met daarnaast een groter (of kleiner) aantal keuze-uren. Tevens vindt hier een splitsing in twee hoofdstromen plaats: De Theoretische Bovenbouw (doorstroom HAVO/Theoretische/Gemengde Leerweg)
Schoolgids BHS 2015-2016
10
VMBO Kader Beroepsgerichte Leerweg (voorheen VBO-C)
VMBO Basis Beroepsgerichte Leerweg (voorheen VBO-B)
Beroepsgerichte Bovenbouw (Kader/Basis Beroepsgerichte leerweg)
en de Beroepsgerichte Bovenbouw (Kader/Basis Beroepsgerichte Leerweg). Aan het einde van klas 3 vindt de definitieve keuze plaats in welke leerweg de leerling het diploma wil halen en welke vakken hij/zij in deze leerweg gaat kiezen. De doorstroom HAVO-leerlingen stromen aan het einde van leerjaar 3 of na het behalen van het diploma VMBO-TL (voorheen MAVO) uit naar klas 4 van de HAVO in Heerenveen, Drachten of Oosterwolde. De overige leerlingen gaan na hun eindexamen VMBO vrijwel allemaal naar verschillende MBO-opleidingen. 3.2 Onderbouw Het onderwijs in de onderbouw bevindt zich tussen het basisonderwijs enerzijds en de bovenbouw van de verschillende schoolsoorten in het voortgezet onderwijs anderzijds. In de ontwikkelingsfase van leerlingen krijgt dit onderwijs een plaats tussen het 12e en het 14e levensjaar. Vanuit het perspectief van de leerling is dit de fase van het ontdekken van de talenten en de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. De leerlingen verbreden hun blik, worden zelfstandiger, kiezen steeds meer hun eigen sociale verbanden en ontwikkelen daarin hun eigen opvattingen, waarden, interesses en voorkeuren. Geleidelijk komen ze, ook figuurlijk, meer los van thuis; vertrouwde opvattingen, waarden, normen en gewoonten stellen ze ter discussie. Er is
sprake van groei: lichamelijk, maar zeker ook in mentaal en sociaal opzicht. De onderbouw heeft als eerste fase van het voortgezet onderwijs een oriënterend karakter. Het gaat in de eerste plaats om het leren van kennis en vaardigheden die de samenleving voor alle leerlingen van belang vindt voor een goed maatschappelijk functioneren. Daarnaast is in de visie van de school de onderbouw een periode van leren te kiezen: een periode waarin leerlingen moeten bepalen naar welk schooltype of leerweg hun voorkeur uit gaat zonder daarbij belemmeringen te ondervinden van vroegtijdige selectie of determinatie. In de onderbouw wordt het fundament gelegd voor de verdere schoolloopbaan van de leerlingen. Hen wordt de mogelijkheid geboden hun wereld uit te breiden en te begrijpen, te leren omgaan met verschillen tussen individuen en groepen mensen en in toenemende mate zelf sturing te geven aan hun leren en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Het leeraanbod in de onderbouw (klas 1 en 2) wordt gekenmerkt door het brede karakter, waarbij de vakken voor hoofd (theorie), hart (expressie) en handen (praktijk) niet alleen evenwichtig aan de orde komen, maar vooral ook gelijkwaardig gevonden worden voor de ontwikkeling van leerlingen. De klassen in leerjaar 1 en 2 kenmerken zich door hun heterogene (gemengde) samenstelling. Leerlingen van alle niveaus (VMBO HAVO (-VWO)) kunnen in deze klassen adequaat onderwijs volgen. Zij blijven twee schooljaren als klas bijeen en kunnen niet blijven zitten in leerjaar 1 en 2. Tijdens leerjaar 2 worden de leerlingen voorbereid op het kiezen van een vervolgrichting in leerjaar 3. In eerste instantie moet een keuze worden gemaakt tussen een Bovenbouw Beroepsgericht of Bovenbouw Theoretisch. De gekozen richting is mede afhankelijk van de capaciteiten en interesse van de leerling. Bij sommige vakken (b.v. handvaardigheid, tekenen, muziek en drama) is het gebruikelijk om periodeonderwijs te geven om versnippering van vakken te voorkomen. Gedurende het eerste halve schooljaar komt het ene vak aan bod en het tweede halve schooljaar komt het andere vak op het rooster. Bij het kiezen van de Theoretische Bovenbouw, aan het einde van klas 2 moeten de theorievakken aan van tevoren vastgestelde niveaueisen voldoen. Ook aan het volgen van de Beroepsgerichte Bovenbouw worden eisen gesteld. Uiteraard zijn deze eisen zodanig opgesteld dat ze de leerlingen helpen bij het kiezen van de juiste leerweg en sector.
In de onderbouw wordt het volgende vakkenpakket aangeboden: Vakken Klas 1 Klas 2 Nederlands 2 3 Fries 1 2k Engels 3 2 Frans 1 2k Duits - 2 Wiskunde (incl. rek.) 3 3* Mens & Maatschappij 2 2 Mens & Natuur 2 2 Economie en Handel&Administratie - 1 Techniek 1 1 Verzorging 1 1 Praktische sectororiëntatie (PSO) 2k Handvaardigheid/textiel 1 0,5 Tekenen 1 0,5 Muziek 1 0,5 Dramatische expressie 1 0,5 Lichamelijke oefening 3 2 Mentoraat 2 2 Project 2 2 Vakondersteuning (Nederlands, huiswerk) • • Totaal 27 25 (+2k) k = keuzevak (1x kiezen) * = inclusief hulples • = niet verplicht Projectonderwijs Naast de mentorprojecten en de vakgerichte projecten staat er in de onderbouw projectonderwijs op het rooster: brede projecten waar de inhoud uit meerdere vakken wordt gehaald en het leerproces belangrijker is dan de leerstof. In een cyclus van vier weken krijgen de leerlingen acht projecten per leerjaar, die in willekeurige volgorde gekoppeld zijn aan de volgende vakgebieden: Sport en bewegen, Expressie, Mens en Natuur, Mens en Maatschappij, Moderne Vreemde Talen, Moedertaal, Praktische Sector Oriëntatie. Het achtste project is een mix van vakken en is een voorbereiding op de zomervakantie. In klas 1 is er per klas één thema, differentiatie vindt plaats door tempo en planning; in klas 2 is er één thema per tafelgroep en in deze tafelgroep vindt differentiatie plaats. In klas 3 is het projectonderwijs gekoppeld aan het mentoraat; de verdeling over het jaarrooster is te vergelijken met de onderbouw, alleen per keuzegroep (1 tot 5 leerlingen) is er één thema op basis
11
van interesse. Voor alle projecten geldt, dat ze een bijdrage moeten leveren aan vijf ontwikkelingslijnen, waarin leerlingen gedurende hun schoolloopbaan vorderingen moeten laten zien: onderzoeken, communiceren en samenwerken, omgaan met …(normen en waarden), plannen en organiseren, reflecteren. De teams zorgen voor de inhoud van de projecten en bewaken de projectkalender. Juniorklas De juniorklas is gestart in 2005 en is uitgegroeid tot een gezamenlijk initiatief van het basisonderwijs in de regio en de Burgemeester Harmsma School. Deze voorschoolse groep is bedoeld voor die leerlingen voor wie de overstap van groep 8 van de basisschool naar het reguliere VMBO te groot is om deze zonder aanvullende ondersteuning te kunnen maken. Toch zijn dit leerlingen die de mogelijkheid hebben om een VMBO-diploma te kunnen behalen, maar die er om bepaalde redenen nog niet aan toe zijn. Vaak ontbreken bij deze leerlingen niet de capaciteiten, maar door diverse oorzaken zijn er leerachterstanden opgelopen, waardoor directe aansluiting in de reguliere setting niet haalbaar is. Voor deze leerlingen is een speciaal programma ontwikkeld. De leerlingen in de juniorklas krijgen via een programma van intensieve begeleiding de gelegenheid om te werken aan de mogelijke achterstanden en maken daarnaast stapsgewijs kennis met het reguliere VMBO. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zal per leerling worden bekeken of er tussentijds geschakeld kan worden naar de reguliere eerste klas, afhankelijk van de ontwikkeling op leerachterstanden en/of sociaal-emotioneel gebied. De groepsgrootte is maximaal 16 leerlingen. De aanmelding voor de juniorklas vindt plaats via de basisschool, maar informatie kan ook rechtstreeks bij de school worden aangevraagd. De samenstelling van de groep geschiedt aan de hand van een door de school afgenomen toelatingsonderzoek. TURBO-traject Samen met een beperkt aantal VO-scholen en samen met de Friese Poort in Drachten doet de BHS mee aan het TURBO-traject. TURBO in klas 3: Het doel van het extra keuzevak TURBO is om 3e klas leerlingen uit onze gemengde en theoretische leerweg te interesseren en te motiveren voor techniek en specifiek voor het Turbotraject in leerjaar 4 en het MBO. De BHS heeft dit keuzevak zelf ontwikkeld. TURBO in klas 4: TURBO in klas 4 is bedoeld om bepaalde leerlingen een beter alternatief te bieden voor de VMBOGL/TL → HAVO →HBO-route. Beter, omdat via een meer beroepsgerichte leerweg, een betere beroepsvoorbereiding en beroepskeuze
Schoolgids BHS 2015-2016
12
kan plaatsvinden. Doelstelling van TURBO is om leerlingen binnen tien jaar het VMBO, MBO én HBO te laten doorlopen. Dit traject is ontwikkeld door een aantal VMBO- scholen, MBO (Friese Poort Drachten) en NHL. Zij verwachten ook dat het aantal keuzes voor een technische opleiding zal toenemen. Leerlingen die in aanmerking kunnen komen voor dit traject zijn 4e klasleerlingen die kiezen voor de gemengde of theoretische leerweg in het VMBO én boven een afgesproken norm scoren wat betreft wiskunde en natuurkunde. Het traject is tot nu toe alleen mogelijk binnen de MBO- opleiding Middenkader Engineering. Mogelijk wordt het in de nabije toekomst uitgebreid naar andere (technische) richtingen. 3.3.0 Toelichting op de Bovenbouw vanaf augustus 2016. Vooraf: De cursieve tekst geldt voor de huidige klassen 1 en 2 en natuurlijk de jaren er na. Aan het eind van klas 2 kiezen leerlingen voor een meer theoretische leerweg (gemengd/theoretisch/ doorstroom HAVO 4) of een beroepsgerichte leerweg (basis/kader). Voor de beroepsgerichte en de gemengde leerweg volgt ook direct de keuze voor een technische of een dienstverlenende richting. Aan het eind van klas 3 volgt een definitieve keuze voor de leerweg, het beroepsgerichte profiel en de eindexamenvakken. De theoretische leerwegen: • Theoretische leerweg (TL) / Doorstroom HAVO 4. Deze leerweg kent bijna alleen theoretische vakken. Na klas 3 is met extra begeleiding doorstroom mogelijk naar HAVO 4 in de regio. Uiteraard is het ook mogelijk eerst een diploma te halen in klas 4 en daarna door te stromen naar HAVO 4. Verder opent een diploma TL tal van mogelijkheden op het MBO. • Gemengde leerweg (GL). Deze leerweg is een combinatie van de theoretische en de beroepsge- richte leerweg. Naast theorievakken volgen de leerlingen iedere week een aantal lessen van een beroepsgericht vak. De gemengde leerweg is een prima voorbereiding op een overstap naar MBO niveau 4. Zelfs een overstap vanuit VMBO-GL naar HAVO 4 blijft mogelijk. Bij een keuze voor zes theoretische vakken is het, bij een succesvol examen, ook nog mogelijk om een diploma TL te behalen.
De beroepsgerichte leerwegen: Voor het beroepsgerichte vak kiezen leerlingen uit één van de nieuwe beroepsgerichte profielen.
afgesloten om voor het examen te kunnen slagen. Het diploma van de VMBO-TL geeft toegang tot HAVO-4 of tot niveau 3 of 4 van een MBO-opleiding. (HAVO-opleidingen stellen aanvullende eisen).
• Basisberoepsgericht en kaderberoepsgericht. De kadervariant bereidt een leerling voor op doorstroom naar niveau 3 en 4 van het MBO, terwijl de basisvariant voorbereidt op niveau 2 van het MBO. De leerling kiest aan het eind van klas 2 een technische richting óf een dienstverlenende richting. Binnen de gekozen richting worden in klas 3 verschillende profielmodules en keuzevakken en aangeboden. Binnen de technische richting kiest een leerling lesstof uit onder andere de (woning)bouw, interieurbouw, ICT, grafische vormgeving, transport, mobiliteit, installatietechniek, duurzame energie en metaaltechniek. Binnen de dienstverlenende richting kiest een leerling lesstof uit economie, zorg en welzijn, ondernemen, secretariaat, logistiek, administratie, gastheerschap, horeca, mode en design, webshop, verzorging, welzijn, sport en beweging, beveiliging en veiligheid, uiterlijke verzorging, haarverzorging, recreatie, de keuken, ouderenzorg en werken in de kinderopvang. De BHS wil hiermee een zo breed mogelijk pakket aanbieden, zodat een leerling in klas 3 zijn/haar interesses en kwaliteiten goed kan onderzoeken. Op deze manier groeit een leerling naar een profiel* toe dat op zijn/ haar lijf is geschreven. Aan het eind van klas 3 kiest de leerling uit de gekozen richting zijn/haar definitieve uitstroomprofiel, waarin examen wordt gedaan.
Gemengde leerweg (GL) Evenals de leerlingen uit de theoretische leerweg krijgen de leerlingen uit de gemengde leerweg in klas 3 veel theorievakken aangeboden. In het te kiezen deel zit in de gemengde leerweg een op de praktijk gericht vak uit één van de sectoren Techniek, Zorg & Welzijn of Economie. Inmiddels kiest ruim 60% van de theoretische leerlingen voor de gemengde leerweg in klas 3. Aan het einde van klas 3 wordt in de gemengde leerweg het definitieve eindexamenpakket gekozen. Dit kan bestaan uit, alsnog alleen maar theorievakken voor het examen VMBO-TL, maar ook het op de praktijk gerichte vak uit de sector kan meegenomen worden als examenvak voor het examen VMBOGL. Het vakkenpakket kan worden aangevuld tot een maximum van zeven vakken. Mocht een leerling, in dat geval, na het examen alsnog willen kiezen voor een diploma VMBO-TL met zes vakken, dan is dat mogelijk. Ook in de gemengde leerweg moet een sectorwerkstuk worden gemaakt. Het diploma VMBO-GL geeft toegang tot niveau 3 of 4 van een MBO-opleiding. Het diploma VMBO-GL met 6 theorievakken geeft doorstroom naar HAVO-4. (Er gelden wel aanvullende eisen).
3.3.1 Theoretische Bovenbouw (voor de huidige klassen 3 en 4)
3.3.2 Beroepsgerichte Bovenbouw (voor de huidige klassen 3 en 4)
Theoretische leerweg (TL)/Doorstroom HAVO In de theoretische leerweg in klas 3 krijgen de leerlingen bijna alleen theorievakken aangeboden. Naast een verplicht deel vullen de leerlingen het vakkenpakket aan met een keuzedeel van vier lesuren (zie lessentabel). De potentiële HAVO-leerlingen volgen de theorievakken via Theoretische Bovenbouw, net als de TL- leerlingen. Voor twee à drie lesuren per week afhankelijk van het daarop volgende jaar te kiezen profiel in HAVO 4, krijgen deze leerlingen ondersteuning in een aantal vakken (met name voor Wiskunde en Engels), om de overstap te kunnen bewerkstelligen. Aan het einde van klas 3 bepalen de leerlingen in de theoretische leerweg hun eindexamenpakket. Afhankelijk van de te kiezen sector (Techniek, Zorg&Welzijn, Economie, Landbouw) zijn dit de bij de sector horende vakken, aangevuld met een vrij te kiezen deel tot een maximum van zeven vakken. Bij de gekozen sector hoort het maken van een sectorwerkstuk, dat op een voldoende niveau moet worden
Beroepsgerichte leerwegen (KBL en BBL) Voor de huidige leerjaren 3 en 4 zijn de oude programma’s die hieronder worden beschreven nog van toepassing. In de beroepsgerichte leerweg in klas 3 behoren de theorievakken tot het verplichte pakket van alle leerlingen. Behalve bij Wiskunde en het tot de sector Techniek behorende vak NASK1 (Natuurkunde) • Techniek: • Economie • Zorg & welzijn
13
- Techniek – breed, met de mogelijkheid te kiezen voor de ICT- route (Informatie- en Communicatie Technologie) - Intra-sectoraal programma Handel & Administratie, met de mogelijkheid te kiezen voor DC (Dienstverlening & Commercie) - Intra-sectoraal programma Zorg & Welzijn – breed, met de mogelijkheid te kiezen voor SDV (Sport, Dienstverlening en Veiligheid)
Theoretisch + gemengde leerweg Onderbouw Techniek Handel & Adm. Zorg & Welzijn Klas 1 2 3G/T T4 G4 T4 G4 T4 G4 Nederlands 2 3 2 3 3 3 3 3 3 Fries 1 2 k 2 kv 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Engels 3 2 2 3 3 3 3 3 3 Mijleer 1 1 Kunstv./CKV 2 Lich. Oefening 3 2 2 1 1 1 1 1 1 Duits (2e mvt) 2 3 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k Frans (3e mvt) 1 2 k 2 kv 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k Mens/Mij 2 2 Geschiedenis 1 kv+ 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Aardrijkskunde 1 kv+ 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Mijleer II 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Wiskunde/rekenen 3 3 3 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k Mens/Natuur 2 2 Nask I 3 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Nask II 2 kv* 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Biologie 2 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Economie 1 2 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k 4 k Verzorging 1 1 Techniek 1 1 Prakt. Sector Or. 2 k Handvaardigheid 1 0,5 Tekenen 1 0,5 Drama 1 0,5 Muziek 1 0,5 LO2 2 kv 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Kunstv.II (tek) 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k 3 k Ber.ger.vak 3 kg 3 ke 3 3 ke 3 3 ke 3 HAVO beg. 2 kd Project 2 2 1 Mentoraat 2 2 1
k = keuzevak (in klas 2: 1x kiezen en in klas 4: minimaal 4x kiezen, maximaal 5x kiezen) kg = keuzevak om gemengd af te kunnen sluiten kv = minimaal 2x kiezen (zie kv+) ke = als extra vak kd = keuze doorstroom HAVO 4 kv* = extra vak in gemengde leerweg kv+ = aardrijkskunde en geschiedenis vormen samen een pakket van 2 uren
Schoolgids BHS 2015-2016
14
zitten de leerlingen van kader- en basisberoepsgerichte leerweg bij elkaar in de klas. Naast het verplichte pakket maakt elke leerling een sectorkeuze en volgt de bij die sector behorende vakken. In klas 3 kunnen de leerlingen een keuze maken uit de volgende sectoren: Techniek, Economie, Zorg & Welzijn. In de sector Techniek wordt gedurende het 3e en 4e leerjaar een combinatie van leerstofonderdelen aangeboden uit de afdelingsprogramma’s van bouw, metaal en voertuigen, aangevuld met modules uit elektrotechniek, installatietechniek en ICT. Het aanbieden van Techniek-breed geeft leerlingen het idee dat ze niet direct gedwongen worden een keuze voor een beroep te maken, maar juist in staat gesteld worden alle aspecten van techniek te verkennen en te ontdekken. Leerlingen die in klas 3 kiezen voor de leerroute ICT krijgen speciale modules over alles wat met computers en het gebruik van computers te maken heeft. Leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg kunnen zich, door meerdere modules uit één afdelingsprogramma te doen, gaan specialiseren voor het examen bouw-, metaal- of voertuigentechniek. Binnen de sectoren Economie en Zorg & Welzijn wordt gewerkt met een intrasectoraal programma. Dit houdt in dat het programma zowel in het 3e als in het 4e leerjaar meerdere vakken omvat, zodat de leerlingen een goede aansluiting op het vervolgonderwijs geboden wordt. Ook deze leerlingen kunnen hun definitieve keuze voor een beroep uitstellen tot de overstap naar het MBO. Leerlingen die in klas 3 kiezen voor de leerroute DC (Dienstverlening & Commercie) combineren een commerciële opleiding met dienstverlening en beroepen uit de recreatie, de cultuur, het toerisme, de horeca en de zorginstellingen. Leerlingen die in klas 3
15
Kaderberoepsgerichte leerweg Techniek
Handel & Adm Zorg & Welzijn
Basisberoepsgerichte leerweg Techniek
Handel & Adm. Zorg & Welzijn
en ICT en DC. en SDV en ICT en DC en SDV Klas 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 Nederlands 2 3 2 3 2 3 2 2 2 2 2 2 Fries Engels 2 3 2 3 2 3 2 2 2 2 2 2 Mijleer 1 2 2 2 2 2 2 Kunstv./CKV 1 1 1 1 1 1 Lich. Opvoeding 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 Duits (2e mvt) 2 3 kv 2 3 kv Frans (3e mvt) Mens/Mij Geschiednis Aardrijkskunde Mijleer II 3 kv 3 kv 3 kv 3 kv Wiskunde/Rekenen 3 3 3 3 kv 3 3 kv 2 2 2 2 kv 2 2 kv Mens/Nat Nask I 2 3 2 2 Nask II Biologie 2 3 2 3 Economie 1 3 1 3 Kunst II (tek) Informatica Verzorging Techniek Handv.heid Tekenen Drama Muziek Ber.ger.v. 10 12 10 11 11 11 11 14 10 13 11 13 Project 1 1 1 1 1 1 Mentoraat 1 1 1 1 1 1
kv = verplicht 1x kiezen, maximaal 2x kiezen kiezen voor de leerroute SDV (Sport, Dienstverlening en Veiligheid) oriënteren zich op beroepen op het gebied van sport, toerisme en veiligheid (uniformberoepen). Aan het einde van klas 3 kiezen de leerlingen in de beroepsgerichte leerweg hun definitieve pakket. Afhankelijk van de prestaties op de theorievakken alsmede het op het beroep gerichte vak wordt dit kaderberoeps
Schoolgids BHS 2015-2016
gericht (KBL) of basisberoepsgericht (BBL). Maximaal kunnen er zeven vakken tot het examenpakket behoren; in ieder geval moeten de tot de sector behorende vakken verplicht worden gekozen. Hierbij telt het beroepsgerichte vak dubbel. Leerwerktraject (LWT) Leerlingen in de basisberoepsgerichte
16
leerweg die om wat voor reden niet in staat zijn het normale programma te volbrengen, kunnen gebruik maken van de mogelijkheid het leerwerktraject (LWT) te volgen. In die setting gaan ze twee dagen per week naar school om Nederlands, Maatschappelijke oriëntatie en het op het beroep gerichte vak te leren, terwijl de rest van de week de leertijd wordt besteed aan het volgen van een stage op het leerwerkbedrijf. Het diploma VMBO-BBL leerwerktraject geeft toelating tot niveau 2 van het MBO.
examencijfer voor de examenlijst in klas 4; Kunstvakken1/ CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming) – het door de leerling te maken kunstdossier moet met voldoende/ goed worden beoordeeld; Lich.oefening – een aantal vaardigheden moet met voldoende/goed worden beoordeeld. Een onafgerond PTA kan uitsluiting van het examen tot gevolg hebben. In het PTA staat aangegeven welke onderdelen van de vakken meetellen voor het examen in klas 4.
3.4 De lessentabel
Daarnaast krijgen de VMBO leerlingen in klas 3 te maken met: 1. Sectorwerkstuk Alle leerlingen in TL/GL moeten zich verdiepen in een maatschappelijk relevant onderwerp, waarbij vaardigheden gecombineerd moeten worden met kennis en inzicht. Het sectorwerkstuk is gekoppeld aan de oriënterende stage in klas 3; de leerling moet tijdens de stage een logboek bijhouden. Na de stageperiode werkt de leerling minimaal 20 uur aan het sectorwerkstuk; de presentatie vindt plaats door middel van een werkstuk, een videopresentatie, een Power Point presentatie, enz. 2. GPO (Grote Praktische Opdracht) Alle leerlingen maken één GPO van minstens 10 uur. In klas 3 maakt deze GPO deel uit van Maatschappijleer 1. 3. Handelingsopdracht Handelingsopdrachten zijn praktische opdrachten, waarvan per kandidaat moet worden vastgesteld of ze naar behoren zijn uitgevoerd. De opdracht is gericht op oriëntatie op leren en werken en is onderdeel van de stage in klas 3; tijdens de stageperiode maken de leerlingen een verslag en er moeten een aantal opdrachten uitgevoerd worden.
In klas 3 beroepsgericht zitten de leerlingen van kader en basis bij Nederlands, Engels, Maatschappijleer 1, Kunstvakken/CKV en Gym bij elkaar in de groep; bij Wiskunde en NASK I zijn de groepen gesplitst naar niveau. Alle leerlingen in klas 3 hebben twee uren mentoraat/project om het schakelen van onder- naar bovenbouw soepel te laten verlopen. De school werkt met lesuren van 60 minuten; de leerling komt dan in de onderbouw gemiddeld op 27 lesuren. Het aantal lesuren in de bovenbouw is afhankelijk van het te kiezen vakkenpakket: In klas 3 is het 26 –28 uren per week en in klas 4 varieert het van 23 - 28 lesuren per week. 3.5 Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) en examen Leerlingen van de theoretisch/gemengde leerweg of de kader-/basisberoepsgerichte leerweg hebben in klas 3 te maken met een PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting), hetgeen betekent dat de examenperiode voor alle VMBO-leerlingen in het derde leerjaar begint. De volgende vakken worden aan het einde van de 3e klas afgesloten: Maatschappijleer 1 – cijfer telt mee als
3.6 Geprofileerde examens Sinds het schooljaar 2008-2009 is het wettelijk mogelijk om één of meer vakken op een hoger niveau af te sluiten: Leerlingen KBL kunnen b.v. één of meerdere vakken doen op GL/TL niveau en daar ook examen in afleggen. Op het diploma worden de vakken van het hogere niveau vermeld en die kunnen dienen als aanbeveling voor het vervolgonderwijs. Uiteraard geldt deze regeling voor alle leerwegen en er wordt door een redelijk aantal leerlingen dankbaar gebruik van gemaakt. 3.7 Arbeidsoriënterende stages In klas 3 gaan alle leerlingen twee weken op stage. De leerlingen uit de basis/kaderberoepsgerichte leerweg gaan rond de voorjaarsvakantie twee weken op stage. De leerlingen uit de gemengd/theoretische leerweg gaan aan het eind van het schooljaar ook twee weken op stage. In klas 4 gaan alleen de leerlingen uit de basis/kaderberoepsgerichte leerweg twee weken op stage. (2 periodes van 2 weken) De helft van de leerlingen is dan op stage, de andere helft is op school. Dit vindt plaats rond de herfstvakantie. Er wordt gewerkt met een stageboek. Hierin staan algemene onderwerpen zoals: kennismakingsgesprek, solliciteren, dagverslagen, etc., daarnaast is er een sectorgebonden opdracht. 3.8 Maatschappelijke stage Een maatschappelijke stage kunnen we omschrijven als een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij leerlingen door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maken met allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving. Zo leren zij langzamerhand verantwoordelijkheid dragen voor maatschappelijke belangen. Een dergelijke
17
vrijwillige activiteit kan leerlingen voorbereiden op een volwaardige deelname aan de maatschappij en inhoud geven aan het begrip burgerschap. Mede op grond van de gewijzigde wetgeving passen we de uitvoering aan, maar in klas 1 en 2 zal de maatschappelijke stage in grote lijnen op de gebruikelijke wijze plaats vinden. In klas 3 is de maatschappelijke stage omgevormd naar een vrijwillige activiteit. 3.9 Nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen Nieuwe koers We willen in de jaren 2015-2019 aan de slag met een aantal zaken. Voor een uitgebreide beschrijving verwijzen we naar het schoolplan 2015-2019: I. Toekomstbestendig onderwijs A. Onderbouwontwikkeling: B. 21ste eeuwvaardigheden; C. Netwerksamenleving; D. Leerling volgsysteem (begeleiding, toetsing en voortgang); E. Vernieuwing beroepsgerichte vakken; F. Ontwikkeling lespleinen en leerroutes op maat; G. Buitenschools leren H. ICT en onderwijs: II. Professionele scholen I. Teamontwikkeling als motor voor schoolontwikkeling J. Personeelsbeleid koppelen aan school ontwikkeling; K. Rol onderzoek in BHS en in teams. III. Rekenschap en verantwoording L. Zelfevaluatie
Hoofdstuk 4 - De dagelijkse onderwijspraktijk Het echte werk! Dit hoofdstuk vertelt hoe ons onderwijs is georganiseerd, hoe we denken het beste voor onze leerlingen te kunnen zorgen én hoe we denken dat onze leerlingen het beste leren. 4.1 De organisatie van het onderwijs De organisatie is gericht op het realiseren van pedagogische doelen en leerdoelen, uitgaande van het Team Stamgroepen Model (T.S.M.), waarbij een beperkte groep leerkrachten verantwoordelijk is voor het leer- en vormingsaanbod van een beperkte groep leerlingen. De essentie van dit model is terug te vinden in de teams in klas 1 en 2. In de onderbouw wordt gedurende twee jaar gewerkt met vaste teams in de leerjaren 1 en 2. Dit betekent dat de beide mentoren en de leerlingbegeleiders twee jaar in een vast team bij hun klas blijven. De mentoren geven zoveel mogelijk lessen aan hun eigen klas en daarnaast zijn ze vakdocent in een aantal parallelklassen. Daardoor is het mogelijk de begeleiding van de individuele leerling en de tafelgroep zo optimaal mogelijk te doen plaatsvinden. De onderbouwteams zitten elk in een aparte vleugel van het gebouw. De mentor heeft daar met de stamgroep een eigen lokaal. De coördinatie vindt plaats vanuit een teamruimte in de nabijheid van de lokalen, zodat mentoren en coördinatoren en leerlingbegeleiding makkelijk te vinden zijn voor de leerlingen. Elke heterogene stamgroep (dat wil zeggen, met alle niveaus nog in één klas) in klas 1 en 2 is onderverdeeld in vier tot zes, stabiele tafelgroepen. Na de introductieperiode in klas 1 worden vaste tafelgroepen gevormd, die qua niveau en verdeling jongens/meisjes gevarieerd zijn. In de visie van de school kan het leren samenwerken het meest effectief plaatsvinden in vaste tafelgroepen. Leerlingen in steeds wisselende groepen steken teveel energie in het elkaar leren kennen, waardoor leerkrachten in het team nauwelijks in staat zijn onderling ervaringen uit te wisselen omtrent de mate van samenwerken in de tafelgroepen. Om de doorstroom in de mentorenteams te bevorderen en de kwaliteit van de leerlingbegeleiding te vergroten wordt getracht in de onderbouw het systeem te hanteren, waarbij òf de mentor van klas
Schoolgids BHS 2015-2016
18
1 meegaat naar klas 2, òf een vakdocent uit het 1e leerjaar mentor te laten worden van de betreffende klas in het 2e leerjaar. Deze organisatie opzet heeft een aantal voordelen: • een soepele overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs • herkenbaarheid voor zowel leerlingen als leerkrachten • leerkrachten geven les aan elkaars klassen, waardoor ze in staat zijn op een meer éénduidige wijze op klassen en leerlingen te reageren • leerkrachten hebben de mogelijkheid gezamenlijke afspraken over pedagogische doelen te maken • de onderlinge samenwerking van leerkrachten dient tot voorbeeld voor de leerlingen In de bovenbouw is de organisatie van het onderwijs meer toegespitst op het werken in sectoren: Techniek (Techniek breed en leerroute ICT), Zorg&Welzijn (Zorg/Welzijn breed en leerroute SDV) en Economie (Handel/Administratie en leerroute DC). Daarnaast is er een aanzienlijke groep leerlingen die deelneemt aan het programma binnen de Theoretische Bovenbouw /Doorstroom HAVO/VMBO TL/GL, waarbij een aantal van deze potentiële HAVO leerlingen in leerjaar 3 zich richten op doorstroom naar HAVO-4 in de regio. 4.2 De werkwijze in de klas Doordat de leerlingen in de onderbouw met alle niveau’s nog in één klas zitten heeft dat directe gevolgen voor de manier van werken in de klas. De school heeft gekozen voor een bijpassende wijze van lesgeven. Leerkrachten vragen een actieve betrokkenheid van de leerlingen in de les; van leerlingen wordt een bepaalde mate van zelfstandigheid vereist en docenten zorgen voor een afwisseling in werkvormen om tegemoet te komen aan de verschillende leerstijlen van de leerlingen. Daarnaast wordt, met name bij de theorievakken, volgens een basisstof/extra stof model gewerkt. Alle leerlingen werken samen in tafelgroepen aan de basisstof, de leerstof die alle leerlingen moeten
19
beheersen. Individueel of in kleine groepjes wordt de extra stof doorlopen. Bij de extra stof opdrachten werken leerlingen aan opdrachten die meer op hun eigen niveau of interesse zijn toegespitst. In de loop der jaren is er een veelheid aan differentiatievormen ontwikkeld, die tijdens de lessen worden gebruikt. 4.3 De rapportage Door de grote verschillen in kennen en kunnen is de school genoodzaakt de leerlingen in de onderbouw op een andere manier te beoordelen. In het beoordelingssysteem staat niet de onderlinge vergelijking van de leerlingen centraal, maar is het belangrijk de individuele mogelijkheden van de leerling aan te geven. Het rapportagesysteem is gebaseerd op een niveau-aanduiding met behulp van rondjes; het eerste van de vijf rondjes duidt op een laag VMBO-niveau, een vijfde rondje op een hoog Theoretisch niveau (TL en hoger, wellicht potentieel HAVO). Per jaar ontvangen de leerlingen twee (1e klas) of drie keer (2e klas) een rapport over hun vorderingen. In het rapport staan per vak de resultaten van de vak onderdelen, de eindbeoordeling en de beoordeling voor de werkhouding aangegeven. Eens per jaar voegt de mentor een mentorverslag toe aan het rapport. Hierin beschrijft de mentor de ontwikkeling van de betreffende leerling in dat schooljaar en wordt de reactie van de leerling aan het verslag toegevoegd. In een rapportenvergadering worden de resultaten van de leerling met alle vakdocenten besproken. De rapportage levert tevens belangrijke informatie op voor de advisering aan het eind van het tweede leerjaar. Dit keuzemoment wordt door de mentor voorbereid in de mentoruren en de keuze wordt uiteindelijk bepaald na het derde rapport in overleg met leerling en ouders/verzorgers. Door de gelijke samenstelling van de groepen in klas 3 verandert het rapport weer naar een cijfersysteem van 1 t/m 10. Uiteraard worden in klas 4 de repetities, schoolexamens en eindexamens ook in het cijfersysteem beoordeeld. 4.4 Lesplanning, lesuitval en onderwijstijd Voor alle klassen zijn er meer dan het vereiste aantal lessen gepland, zodat in een deel van de lesuitval reeds van tevoren is voorzien. Uitval van lessen kan plaatsvinden door ziekte, conferenties, vergaderingen, enz. Deze lesuitval wordt voor alle klassen geregistreerd, waardoor bijsturing in bijzondere situaties mogelijk is. Bij langdurige uitval van een docent wordt zo spoedig mogelijk een vervanger aangesteld.
Schoolgids BHS 2015-2016
20
Het streven is erop gericht om lesuitval zoveel mogelijk te vermijden. In geval van ziekte van docenten wordt het lesuur overgenomen door een collega. Soms is het mogelijk in het dagrooster van de leerlingen te schuiven, zodat de vrijkomende tussenuren ingeroosterd worden en de begin- en/of einduren vrij komen. Begin- en einduren worden bij afwezigheid van een docent niet vervangen. De onderstaande tabel toont de gerealiseerde onderwijstijd voor schooljaar 2014-2015. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de BHS ruimschoots voldoet aan de inspectienorm* betreffende de onderwijstijd. *(minimaal 3700 klokuren in de gehele schoolloopbaan). gemiddeld aantal klokuren klas 1 t/m 3 Geplande lestijd 1080 Geplande uitval 27 Extra activiteiten 33 Lesuitval 41 Gerealiseerde lestijd 1045 Norm onderwijstijd van het ministerie 1000
gemiddeld aantal klokuren klas 4 775 25 21 23 748 700
4.5 ICT en ELO Alle leerlingen zullen in hun vervolgopleiding en in de maatschappij te maken krijgen met Informatie en Communicatie Technologie (ICT). De school beschikt over ongeveer 400 computers en laptops en er wordt nog steeds flink geïnvesteerd in ICT. De computers staan op de lespleinen, in de drie computerlokalen, in de mediatheek en in vijf verrijdbare laptopkarren. In de mediatheek staan computers waarop de leerlingen in een pauze of tijdens een reguliere les iets kunnen opzoeken op internet, kunnen tekstverwerken, boeken kunnen opzoeken, etc. Op de lespleinen staan de computers in eilanden opgesteld. De vakken op de lespleinen hebben het gebruik van de computer volledig geïntegreerd in het lesprogramma. Verder staan er nog een groot aantal computers in de ruimte voor dyslexiebegeleiding en hulplessen. Om er voor te zorgen dat alle leerlingen voldoende computervaardigheden bezitten, heeft de BHS alle ICT- vaardigheden, die van belang zijn voor de maatschappij en de vervolgopleidingen ondergebracht bij de verschillende vakken en projecten. Zo leren leerlingen
bijvoorbeeld bij het vak Nederlands werken met het programma Word en bij het vak wiskunde met het programma Excel. Andere vaardigheden, zoals handig opzoeken op internet en veilig omgaan met social media, zijn ondergebracht bij de projecten in klas 1, 2 en 3. De BHS kent haar eigen Elektronische Leeromgeving (ELO). Met het programma BHStoday zijn leerlingen en docenten niet langer afhankelijk van de tijd en de plaats waar ze elkaar ontmoeten, maar kunnen via internet altijd op eigen initiatief bij hun onderwijsinformatie. Leerlingen en hun ouders hebben ook thuis toegang tot hun vakken. Als de leerling thuis niet de beschikking heeft over een computer met internetverbinding, dan zijn er op school in de mediatheek computers beschikbaar die de leerling tijdens de pauzes of na schooltijd kan gebruiken. Opdrachten, werkstukken en verslagen moeten veelal via BHStoday worden ingeleverd. Die worden dan automatisch gecontroleerd op plagiaat. Via BHStoday hebben de leerlingen de vrijheid om zelfstandig actief bezig te zijn met hun onderwijs op een zelf gekozen tijdstip en zelf gekozen plek. Ouders hebben ook toegang tot BHStoday, zodat zij ook op de hoogte blijven van de cijfers, de opgegeven toeten en het huiswerk van hun kinderen. 4.6 Buitenschoolse activiteiten Per schooljaar krijgen de leerlingen een aanbod van activiteiten op het gebied van sport en cultuur. De meeste sportactiviteiten vinden plaats in de vorm van een toernooi. Verder zijn er incidenteel andere sportactiviteiten (schaatsen, schaken en dammen, survival etc.). Deelname hieraan vindt plaats door inschrijving en is vaak op basis van interesse. Daarnaast is er voor elke jaargroep een culturele activiteit in de vorm van een toneelproductie. Vaak is dit gekoppeld aan een thema als pesten (project in de onderbouw), veilig verkeer, of een cabaretachtige voorstelling. In klas 3 staat jaarlijks een dag gepland die in het teken staat van kunst en cultuur. Op deze dag, genaamd C-Day, worden allerlei workshops georganiseerd. De sectie expressie is bezig met het maken van een cultuurbeleidsplan, zodat er gestructureerd meer aandacht komt voor cultuur in de school. Eén van onze succesvolle ontwikkelingen is het vak “Vak C”. In dit kunstvak wordt de verdieping aangeboden in de creatieve vakken uit de leerjaren één en twee (tekenen, handvaardigheid, drama en muziek) en wordt daarbij uitgebreid met o.a. mode, fotografie,
styling en design. Vak C sluit elke periode af met een presentatie. Daarnaast is er elk jaar een theaterproductie die door een aantal docenten samen met de leerlingen wordt voorbereid. Ook vinden er meerdere excursies plaats. Meestal zijn deze excursies gekoppeld aan een vakgebied. (zoals Mens & Natuur of Techniek) 4.7 Mediatheek De mediatheek is een bibliotheek en documentatiecentrum. De mediatheek is, zo mogelijk, de hele schooldag open. De mediatheek beschikt eveneens over kopieerfaciliteiten voor zowel docenten als leerlingen. Leerlingen kunnen in de mediatheek leesboeken Nederlands, Duits, Frans, Fries en Engels gedurende drie weken lenen. Naslagwerken kunnen slechts onder strikte voorwaarden mee naar huis worden genomen. Voor het lenen van boeken gelden uiteraard een aantal spelregels. Daarnaast biedt de mediatheek voor de docent mogelijkheden om audiovisuele middelen in de les te gebruiken, zoals video, cd, dvd, beamers, etc. De mediatheek is letterlijk en figuurlijk het centrum van de school. Voor de leerlingen zijn er in de BHS-shop op het Handel & Administratie plein, gerund door leerlingen van de sector Economie, tevens een aantal schoolbenodigdheden te koop, zoals hoekmeters, rekenmachines en proefwerkblokken. 4.8 Rookbeleid Met ingang van schooljaar 2014-2015 is het rookbeleid op de BHS aangepast aan de landelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat we de leerlingen actief oproepen om te stoppen met roken. Dit schooljaar betekent dat voor klas 1, 2 en 3 een absoluut rookverbod op school. Voor klas 4 maken we in schooljaar 2015-16 nog een
21
uitzondering zoals in de tekst op pagina 21 is beschreven. We rekenen natuurlijk ook op de steun van thuis bij deze maatregel. Bijgaande tekst is ook dit jaar weer aan alle leerlingen bekend gemaakt. 4.9 Zaalsportschoenen verplicht tijdens gymnastieklessen In het kader van hygiëne en veiligheid is het dragen van sportschoenen verplicht tijdens de gymlessen. Alleen echte zaalschoenen zijn toegestaan.
Schoolgids BHS 2015-2016
22
23
Hoofdstuk 5 - Leerlingenbegeleiding Op het gebied van leerlingenbegeleiding is het mentoraat het krachtigste instrument in de school. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe dit op een moderne wijze wordt uitgevoerd. 5.1 Algemene beschrijving De leerlingenbegeleiding is één van de belangrijkste pijlers van de school, waarbij de relatie van de mentor met zijn stamgroep een belangrijke plaats inneemt. In de onderbouw heeft de mentor twee ingeroosterde begeleidingsuren beschikbaar voor de klas. Een deel van die uren wordt gebruikt voor een kringgesprek, waarbij het uitwisselen van ervaringen tussen de leerlingen onderling centraal staat; de overige tijd wordt besteed aan niet-vakgebonden projecten. In het derde leerjaar wordt een deel van een lesuur besteed aan leerlingenbegeleiding; de overige tijd gaat naar de uitvoering van de projecten. De volgende doelstellingen en uitgangspunten worden bij het begeleiden van leerlingen gehanteerd: a. Het mentoraat levert de belangrijkste bijdrage aan de begeleiding van de leerling. Deze begeleiding kan worden onderverdeeld in de volgende drie aspecten: 1. corrigerende begeleiding 2. ondersteunende begeleiding 3. ontwikkelende begeleiding b. Het mentoraat stelt zich ten doel een zodanig pedagogisch klimaat te scheppen dat de leerling zich optimaal kan ontplooien en met plezier naar school gaat.
Schoolgids BHS 2015-2016
c. Het mentoraat gaat uit van en bereidt de leerling voor op een dynamisch maatschappijbeeld: Het brengt de leerlingen de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en de samenleving. d. Het mentoraat bereidt de leerlingen voor op een pluriforme samenleving: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. e. Het mentoraat onderhoudt een nauwe relatie met instellingen die ondersteunend kunnen werken ten aanzien van de psycho-sociale begeleiding van leerlingen (schoolarts/schoolverpleegkundige, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar, enz.). f. Het mentoraat bevordert de contacten met de toeleverende basisscholen door middel van gesprekken over het onderwijskundig rapport van instromende leerlingen en het verstrekken van informatie over de schoolloopbaan van de leerlingen in de onderbouw.
24
g. Het mentoraat (de mentor) is het eerste aanspreekpunt voor ouders in de school. h. Het mentoraat (de mentor) verzorgt de noodzakelijke informatie aan ouders over de vorderingen van de leerling, geeft informatie over school- en beroepskeuze en adviseert over de te volgen leerroute. i. In het kader van de klachtenregeling is iedere mentor op school ook contactpersoon voor vertrouwenssituaties. Bij signaleren en oplossen van pestsituaties is de mentor cruciaal. Naast de vertrouwenspersonen kunnen de jaarcoördinatoren tevens de taken van pestcoördinator vervullen. 5.2 Burgerschapsvorming Onder burgerschap wordt verstaan het tonen van de bereidheid en het ontwikkelen van het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Burgerschap kent rechten (bijv. actief en passief kiesrecht), maar schept daarnaast ook verplichtingen. Eén van de doelen van burgerschap is om leerlingen te leren hoe ze in verschillende sociale geledingen met de soms botsende waarden van rechten en plichten om kunnen gaan. Daarbij worden drie kernbegrippen onderscheiden: democratie, actieve participatie en identiteit.
25
Democratie heeft niet alleen te maken met formele politieke rechten en plichten, maar is een houding, een levenswijze. Het regelt de wijze waarop mensen met elkaar omgaan: het erkennen dat iedere burger een bijdrage kan leveren aan het “besturen” van de samenleving, het proberen vreedzaam conflicten op te lossen en het respecteren van elkaar en elkaars mening overeenkomstig artikel 1 van de grondwet. Participatie is een kenmerk van de democratische grondhouding en betreft het actief verbeteren van de omgeving. Meedoen aan de samenleving kan zich afspelen op verschillende niveaus (klas, school, buurt, vereniging, stad, regio, land, wereld, etc.). Participatie vereist inzicht en vertrouwen in het eigen kunnen. Voor de meeste kinderen (en volwassenen) geldt, dat zij graag willen meedoen: meedoen in sociale verbanden, meedenken over oplossingen en meebeslissen over zaken die hen aangaan. Betrokkenheid, verantwoordelijkheid en participatie hangen cyclisch met elkaar samen: ze versterken elkaar en zijn voorwaardelijk voor elkaar. Identiteitsontwikkeling heeft een relatie met levensbeschouwelijke ontwikkeling, maar is breder. Identiteit heeft te maken met je zelfbeeld in relatie tot je sociale omgeving. Daarbij is het nodig om sociaal-communicatief vaardig te zijn om opvattingen bespreekbaar te maken en deel te kunnen nemen aan gesprekken, discussie en debat. De leerling zal een balans moeten vinden tussen enerzijds zelfrealisatie en het leven volgens eigen waarden en normen, en anderzijds de grenzen en beïnvloeding van de omgeving. Een democratische samenleving doet een sterk beroep op de eigen verantwoordelijkheid, op regie nemen over het ontwikkelen van de eigen identiteit.
Schoolgids BHS 2015-2016
De school is voor de leerling de meest directe vorm waarin de samenleving zich manifesteert. Meningsverschillen, ruzies, pestgedrag, geweld, maar ook groepsvorming, sympathie, samenwerking, inspraak: Het zijn allemaal processen, gedragingen en gebeurtenissen die in de “echte” samenleving ook voorkomen. De thema’s van de projecten tijdens de begeleidingsuren in klas 1, 2 en 3 staan in het teken van burgerschapsvorming en sociale integratie. In de lessen wordt de leerling gestimuleerd voor zijn mening uit te komen en die te onderbouwen met argumenten, respect te hebben voor mensen die anders zijn of anders denken en mee te denken of mee te beslissen over afspraken die zijn eigen leerproces beïnvloeden. Het betekent dat de leerling tijdens deze begeleidingsuren werkt aan: • het verzamelen en beoordelen van informatie • het vormen van een eigen mening en het openstaan voor andere opvattingen • het zich gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen • omgaan met kritiek en conflict oplossend handelen • inzicht krijgen in eigen mogelijkheden en wensen en die van anderen • plannen, organiseren en mobiliseren • het kunnen plaatsen van verschijnselen in een breder perspectief • het reflecteren op eigen standpunt en gedrag • het omgaan met groepsdruk en diversiteit. Ook het omgaan met pesten en het hanteren van pestproblematiek wordt volledig opgenomen in het begeleidingscurriculum. • het omgaan met vrijheden en keuzes maken vanuit eigen ethisch kader
26
• het leveren van een bijdrage aan de omgeving vanuit eigen identiteit
Keuze begeleiding
Onderwijs
Burgerschapsvorming leert leerlingen de kennis, houding en vaardigheden verwerven die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in het politieke, economische en sociaal-culturele leven. Burgerschapsvorming vraagt om andere inhouden en een andere manier van leren met meer handelingsgerichte activiteiten in school en buiten school. Zo kan de maatschappelijke stage dienen om leerlingen zinvol en actief deel te laten nemen aan buitenschoolse activiteiten ten dienste van de gemeenschap. Aan haar middenschoolperiode dankt de school de opdracht om haar leerlingen meer te bieden dan alleen het overdragen van kennis; de school streeft voor de leerling naar maatwerk in “volwaardig burgerschap”.
DECAAN
5.3 De leerlingbegeleidingsstructuur
c. De decanen zijn belast met het keuzebegeleidingsproces: zij begeleiden de mentoren. Voor specialistische begeleiding functioneren decanen ook op leerlingniveau: het adviseren en begeleiden van leerlingen in hun keuzeproces. Dit speelt vooral bij vakkenpakketkeuze en keuze voor de vervolgopleiding (beroepskeuze).
a. De mentoren vormen de spil van het begeleidingssysteem. Zij zijn verantwoordelijk voor alle vormen van begeleiding op leerling-niveau. Zij nemen de uitvoerende taken bij het begeleiden van leer- en keuzeprocessen grotendeels voor hun rekening en zorgen voor de sociaal-emotionele begeleiding van “hun” leerlingen. De mentoren in de onderbouw zijn eveneens georganiseerd in de zogenaamde kleurenteams. Per kleurenteam zijn er telkens vier mentoren gespecialiseerd in het verzorgen van de interne begeleiding van hun leerlingen. Dit houdt in dat ieder kleurenteam ook de noodzakelijke eerstelijns zorgbegeleiding voor zijn rekening neemt via deze werkwijze. Mentoren kunnen u hierover uitgebreid informeren. b. De mentoren worden in de eerste plaats ondersteund door hun leerjaarmentorteam en hun coördinator. De teams van
Leren leren
MENTOR Leerlingbegeleiding
de jaargroepen vergaderen wekelijks; op dat tijdstip vinden ook de leerlingenbesprekingen en de kernteambesprekingen plaats.
d. De coördinatoren vormen samen met de afdelingsleiders de KGM, K(C)oördinatie Groep Mentoraat. e. In het mentorteam en op docentniveau wordt er wekelijks overlegd over de leerlingenzorg en andere aandachtpunten die van belang zijn voor een goede begeleiding van de leerling. De leden van de KGM vormen vervolgens het overkoepelend zorgteam van de school. Op vaste vergadertijdstippen is er specifiek overleg over zorgleerlingen.
DOCENT
mentorenteams aanvullende leerlingenzorg individuele begeleiding Zorg Advies Team(ZAT) Coördinatie Groep Mentoraat (KGM) zorgcoördinatie. Daarnaast is er vijf keer per jaar een breed zorgoverleg met het Zorg Advies Team, onder leiding van de zorgcoördinatoren. Het Zorg Advies Team bestaat uit: • de orthopedagoog/psycholoog (tevens contactpersoon met ondersteuningsver banden Passend Onderwijs) • coördinator van het Gemeentelijke Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), nu gebiedsteams • de interne begeleiders • de sociaal verpleegkundige • de leerplichtambtenaar • de schoolmaatschappelijk werker • de contactpersoon van de politie • de zorgcoördinatoren van de school Waar nodig kan dit team worden aangevuld met de schoolarts, de contactpersoon Jeugdzorg of één van de adviseurs van organisaties voor speciaal onderwijs en consulenten van Passend Onderwijs Samenwerkingsverband (SWV) 21-02. Bespreking van een leerling in dit (interne) zorgteam geschiedt als regel zonder voorafgaande toestemming van ouder(s)/verzorger(s). Er is in dat kader op dat moment nog sprake van consultatie. Voor de casus waar sprake is
27
van inschakeling van externe hulpverlening, wordt uiteraard wel met ouder(s)/ verzorger(s) contact gelegd en aan de wettelijke eisen van toestemming voldaan. De school heeft in alle gevallen de mogelijkheid om een leerling aan te melden in de zogenaamde Verwijsindex (VIF). De procedure hierbij wordt beschreven op de website van het CJG en op de eigen website. Daar waar het nodig is kan als vervolg op een ZAT-bespreking een vervolgactie worden ingezet zoals beoogd in de regelgeving rond Passend Onderwijs. Daar waar het gaat om een leerlingbespreking in het MDO (Multidisciplinair Overleg) worden ouders betrokken. (zie ook 5.6). f. De school beschikt over een door haar bestuur vastgestelde Klachtenregeling, waarvan de door de school aangestelde vertrouwenspersonen een onderdeel vormen. In eerste instantie probeert de mentor de aanwezige klachten af te handelen. Aan de hand van een door het mentorteam vastgestelde taakomschrijving houdt de mentor zich bezig met: een goede klassesfeer (inclusief buitenschoolse activiteiten), het gedrag van de leerlingen in allerlei situaties, het onderkennen van leerlingen met problemen (zorgadvisering), schoolloopbaanbegeleiding en contacten met ouders. 5.4 De leerlingenzorg en aansluiting bij wetgeving Passend Onderwijs De Burgemeester Harmsma School laat in principe alle basisschoolverlaters toe die voldoen aan de criteria, benodigd voor het op doelmatige wijze volgen van onderwijs (gericht op het doen van examen), vanaf
“beheersingsniveau” VMBO en hoger. Er is geen afdeling voor Praktijkonderwijs. Deze criteria zijn respectievelijk: • voldoende cognitieve capaciteiten • de gemeten leerachterstand • sociaal-emotioneel functioneren Bij de toelating hanteert de school de regelgeving rondom Passend Onderwijs en is aangesloten bij samenwerkingsverband Passend Onderwijs Zuidoost Friesland 21-02. In de regelgeving geldt, dat leerlingen moeten kunnen voldoen aan het inrichtingsbesluit en dat er plaatsruimte is op de school. Sinds 2015 hanteert de BHS het criterium dat voor aanmeldingen boven basiszorg niet boven de algemene klassengrootte van 24 leerlingen per klas wordt gegaan. Ten aanzien van de grondslag geldt dat de school de signatuur Openbaar Onderwijs heeft. Via dit samenwerkingsverband heeft de school een schoolondersteuningsprofiel ontwikkeld. De toelaatbaarheid van de leerlingen wordt conform de regelgeving rondom Passend Onderwijs getoetst aan het schoolondersteuningsprofiel. Met de invoering van Passend Onderwijs hebben alle scholen, dus ook onze school, zorgplicht. Dit betekent dat scholen een passende onderwijsplek moeten zoeken voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften, op de eigen school of op een andere school. Ouders hoeven dus niet meer alleen op zoek naar een passende onderwijsplek voor hun kind. Als een leerling een extra ondersteuningsbehoefte heeft zal onze school samen met de ouders in kaart brengen wat de ondersteuningsbehoefte precies is en of het mogelijk is binnen onze school deze extra ondersteuning te bieden. Onze school heeft hiervoor een schoolondersteuningsprofiel opgesteld waarin de ondersteuningsmogelijkheden zijn
Schoolgids BHS 2015-2016
beschreven. Dit ondersteuningsprofiel kunt u opvragen en voor specifieke vragen hierover kunt u contact opnemen met de zorgcoördinator van onze school. Ondanks de ondersteuningsmogelijkheden op school kunnen we niet voor elke leerling een passend onderwijsaanbod bieden. Daarom werken we samen met andere scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in de regio in het samenwerkingsverband Zuidoost Friesland, zodat er voor elke leerling een passend onderwijsaanbod kan worden geboden. Wanneer blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, die alleen kan worden geboden op een school voor voortgezet speciaal onderwijs (cluster 3 of 4) dan kan de school de leerling aanmelden bij de Toewijzingscommissie. Deze onafhankelijke commissie binnen het samenwerkingsverband Zuidoost Friesland bepaalt op grond van de aangeleverde informatie of de leerling toelaatbaar is tot het voortgezet speciaal onderwijs. Als dat het geval is, dan zal deze commissie een toelaatbaarheidsverklaring afgeven waarmee ouders hun kind kunnen aanmelden bij het voortgezet speciaal onderwijs.
Leerlingen die voldoen aan de criteria voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) worden op de gebruikelijke wijze aangemeld via de basisschool en worden toegelaten binnen de criteria van het schoolondersteuningsprofiel van de school. De zorg voor de individuele leerling binnen een kindvriendelijk pedagogisch klimaat blijft een belangrijk uitgangspunt van de
28
school. Deze aandacht voor zorg is één van de belangrijkste voorwaarden voor een optimale ontwikkeling van de leerling. Deze zorg komt op verschillende manieren tot uitdrukking: 1. Leerlingbegeleiding door de mentoren binnen en buiten de les 2. De extra hulp binnen de vaklessen De school biedt de volgende mogelijkheden voor extra hulp binnen of buiten de lessen: 3. Hulplessen Nederlands 4. Dyslexiebegeleiding 5. Remedial Teaching voor alle LWOO- leerlingen en leerlingen met dyslexie 6. Rekenen 7. Begeleiding wiskunde leerjaar 2 8. Extra begeleiding gericht op door stroom naar de HAVO bovenbouw in de regio 9. Huiswerkbegeleiding 10. Aanvullende leerlingenzorg en Interne Individuele Begeleiding 11. Faalangstreductietraining 12. Examenvreestraining Voor informatie over elk van deze onderwerpen verwijzen wij u naar de website www.burgharmsmaschool.nl. Daarnaast kan de school een beroep doen op vertrouwenspersonen, een sociaal verpleegkundige en een school maatschappelijk werker. In overleg met het mentorenteam, jaarcoördinator en zorgteam kan de mentor de medewerking inroepen van een tweedelijns hulpverlener. Tevens is er voor leerlingen structureel de mogelijkheid op vastgestelde tijden gebruik te maken van de inloopmogelijkheid van deze functionarissen.
5.5 Leerlingenvolgsysteem (LVS) Het is voor alle ouders mogelijk de schoolresultaten van hun kind(eren) in te zien via de website van de school. Alle docenten houden de resultaten van proefwerken en toetsen bij in het administratiepakket van de school, zodat de voortgang in het leerproces thuis gevolgd kan worden. via het portaal Ouders BHS, het portaal Leerlingen BHS en onze ELO BHStoday. Om de privacy te waarborgen zijn de resultaten van de andere leerlingen door een inlogcode afgeschermd. De mentor controleert de studievoortgang van zijn/ haar leerlingen en trekt, waar nodig, aan de bel. Eén keer per periode komt van elke klas het kernteam (5 tot 7 docenten die aan de klas lesgeven) bij elkaar onder leiding van de mentor. Hier worden de tussentijdse vorderingen van de groep besproken en waar nodig, treedt de mentor regulerend op. Aan het einde van elke periode (voor klas 1 is dat twee keer per jaar) krijgt de leerling een rapport uitgereikt. Naar aanleiding van dit rapport organiseert de school een oudercontactavond, waar ouders kunnen inschrijven voor een 10-minutengesprek met de mentor en/of een vakdocent. Voorafgaande aan de uitreiking van de rapporten vindt er voor alle klassen een docentenvergadering plaats over de ingeleverde rapportcijfers. Voor klas 4 geldt een andere route. Na de herfstvakantie wordt een tussenrapport uitgereikt, gebaseerd op de toetsen die de leerlingen voor de verschillende vakken hebben gemaakt. Na Schoolexamen I en II krijgt de leerling een cijferlijst uitgereikt met de behaalde resultaten voor de examenvakken. Na SE I wordt voor de ouders van klas 4 een contactavond georganiseerd. De mentor houdt van elke leerling het leerlingendossier bij. Dit dossier doorloopt de hele school, waarbij de mentor van de vorige
klas zorg draagt voor de overdracht naar de mentor van de volgende klas. 5.6 De rugzak op de BHS gaat over in het Ontwikkelingsperspectief (OPP) Met het oog op de regelgeving rond Passend Onderwijs zal dit één van de laatste jaren zijn, dat dit item op deze wijze in onze schoolgids staat vermeld. Er gaat immers veel veranderen op grond van de genoemde wetgeving. Op de BHS zitten een aantal leerlingen met zogenaamde leerlinggebonden financiering (LGF), verspreid over alle leerjaren en in diverse leerwegen en sectoren. Het zijn allemaal leerlingen die voor 1 augustus 2014 een door de ouders aangevraagde indicatie hebben gekregen. Tot 1 augustus 2014 ontvangt de school voor elke leerling met een rugzakje een budget voor extra ondersteuning binnen de school. Dit is een vast bedrag per leerling met een rugzakje. Daarnaast krijgt de school voor elke leerling met een rugzakje een aantal uren ambulante begeleiding vanuit het voortgezet speciaal onderwijs. (cluster 2, 3 of 4). Per 1 augustus 2014 treedt de wet Passend Onderwijs in werking en daarmee vervalt de rugzakregeling. Er zijn nieuwe regels rondom extra ondersteuning. Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband Zuidoost Friesland 21-02, waarin alle scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in de regio samenwerken voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Binnen dit samenwerkingsverband wordt getracht, elke leerling die extra ondersteuning nodig heeft, dit ook zoveel mogelijk binnen de eigen school te laten plaatsvinden. Daarom krijgt onze school vanuit het
29
samenwerkingsverband Zuidoost Friesland een budget extra ondersteuning om dit te kunnen realiseren. Dit budget komt in de plaats van het geld dat de school tot 1 augustus 2014 ontving voor de rugzakjes. De school gaat met de ouders in gesprek, via het OPP, welke extra ondersteuning de leerling nodig heeft. In het schooljaar 2015-2016 is er nog steeds ambulante begeleiding beschikbaar. Hiervoor geldt dat onze school vanuit het samenwerkingsverband Zuidoost Friesland een aantal uren ambulante begeleiding krijgt. De manier waarop deze ambulante begeleiding wordt gegeven kan wel veranderen, evenals degene die de ambulante begeleiding komt verzorgen. De school zal met u in goed overleg bekijken wat dit voor uw kind gaat betekenen. De genoemde Ambulante Begeleiding gaat nog steeds vanuit het voortgezet speciaal onderwijs, bijvoorbeeld van school Lyndensteyn voor cluster 3, van cluster 2 (in het geval van spraaktaal-problematiek) of sociaal-emotionele hulpvraag (zogenaamde cluster 4-problematiek). De werkwijze bij deze begeleiding blijft ook onder de nieuwe wetgeving op dezelfde wijze ingevuld, zij het dat de rol van externe begeleiding steeds meer verschuift in de richting van de school. Ook de naamgeving van de diverse begeleidingsbegrippen gaat veranderen, tezamen met de inhoud. Zo veranderen bijvoorbeeld handelingsplannen globaal in ontwikkelingsperspectieven en groeidocumenten. De belangrijkste schakel bij de uitvoering van het handelingsplan, straks dus ontwikkelingsperspectief en groeidocument genaamd, is altijd de mentor van de leerling. Het is dan ook om die reden dat de mentor
in een vroeg stadium op de hoogte is van het hele proces. Het is dan de taak van de mentor om het docententeam waar nodig te informeren en alle contacten te verzorgen. Van de activiteiten moet verslag worden gemaakt in het zorgdossier van de leerling. Het overleg met ouders en betrokken deskundigen gaat in de nieuwe regelgeving via het Multidisciplinair Overleg (MDO). Voor nieuwe aanmeldingen die aan deze ondersteuning voldoen, zullen bij toelating de criteria van het ondersteuningsprofiel van de school worden toegepast. Dit betekent in praktische zin dat lichte problematiek op dit gebied op dezelfde wijze kan worden begeleid zoals men voorheen van de school gewend was. Bij nieuwe aanmeldingen zal door de school een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld of opgevraagd. Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek in het kader van Passend Onderwijs. De begeleiding, ondersteuning en financiering van de aanvullende ondersteuning zal worden geregeld aan de hand van de richtlijnen van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs, inclusief eventuele toeleiding en verwijzing naar de eerder vermelde Toewijzingscommissie (zie 5.4). De zorgcoördinatoren, Orthopedagoog van de school en de Interne Begeleider Passend Onderwijs (zie hoofdstuk 9), kunnen in deze situaties per individuele aanmelding “op maat” adviseren. 5.7 Meldcode kindermishandeling: De school maakt gebruik van de meldcode kindermishandeling. (zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/hulp-bieden/ meldcode). De werkwijze van de meldcode beschrijft in 5 stappen wat de school moet doen bij vermoedens van geweld. We sluiten bij deze stappen zo nauw mogelijk aan bij de bestaande zorgstructuur van de school.
Schoolgids BHS 2015-2016
Stap 1: In kaart brengen van signalen. Dit kan geschieden door alle medewerkers van de school die vermoedens van kindermishandeling hebben en dit met de mentor van de leerling kunnen opnemen. Stap 2: Overleggen met een collega wordt in het algemeen voorgesteld, hetgeen in de praktijk van de BHS betekent dat de mentor wordt ingeschakeld en via hem of haar waar nodig het gehele zorgteam. Het eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). In de nieuwe benaming heet dit Veilig Thuis. Hiervoor verwijzen wij u naar www.regiecentrumbv.nl. De advisering geschiedt als regel via de deskundigen van het zorgteam zoals de schoolarts, de schoolverpleegkundige of de schoolmaatschappelijk werkende. Hier kan ook een deskundige op het gebied van letselduiding worden ingeschakeld. Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n). Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Ook hierbij sluiten deskundigen van het schoolzorgteam met elkaar kort en kan bij twijfel altijd het SHG of AMK (nu Veilig Thuis) worden geraadpleegd. Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.
lijk voor de beslissing over het wel of niet melden. Zo kan de school afspreken dat de docent/medewerker de signalen bespreekt met de zorgcoördinator. Verder bestaat de mogelijkheid dat het schoolzorgteam via de schoolarts en de Jeugdgezondheidszorg aandacht besteedt aan vormen van geweld die extra kennis en vaardigheden vragen. Volgens de overheidsrichtlijnen kan dat in die gevallen gaan om bijvoorbeeld vrouwelijke genitale verminking en eer gerelateerd geweld. Voor het opstellen van instructies voor het uitvoeren van een kind check dient de school nog aanvullende bepalingen op te stellen. Bij een kind check controleren professionals of er kinderen in een gezin zijn en of ze veilig zijn. Bijvoorbeeld als een ouder een psychische stoornis heeft of verslaafd is. De (vermoedelijk) vertrouwelijke gegevens worden op voorgeschreven wijze verwerkt in het leerlingvolgsysteem. Verder wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid ook een melding te doen in de Verwijsindex Friesland (ViF). Zie in dit verband ook http://www.verwijsindexfryslan.nl, waar ook informatiefolders te vinden zijn voor ouders en leerlingen. Verder is er bij de uitvoering en toepassing van de meldcode inhoudelijk en procedureel overleg via het schoolzorgteam met het CJG-Opsterland (Centrum voor Jeugd en Gezin).
Overige acties in dit kader: Bij de uitvoering van de meldcode beslist de KGM/Zorgteam (ZT), onder leiding van de adjunct-directeur leerlingenzorg, wie de stappen moet doorlopen. De zorgcoördinatoren maken deel uit van dit zorgteam. De KGM/ZT is tevens eindverantwoorde-
30
31
Hoofdstuk 6 - Kwaliteitszorg Hoe zie je dat de BHS haar werk goed doet? Hoe laten we zien dat we de juiste keuzes maken in het onderwijs en vertellen we dat aan de buitenwereld? 6.1. Leerresultaten van leerlingen Instroomgegevens In klas 1 worden alle leerlingen toegelaten; er wordt vanuit gegaan dat de leerlingen op doelmatige wijze het onderwijs op de Burgemeester Harmsma School kunnen volgen. De leerlingen worden in de eerste klas ingedeeld in heterogene groepen van ongeveer 21 tot 24 leerlingen per klas. Bij deze indeling wordt gekeken naar de verdeling jongens – meisjes, naar een verdeling per basisschool of woonplaats en naar een evenwichtige spreiding van niveaus over de diverse klassen. Van alle kinderen wordt direct in het begin van klas 1 een instaptoets afgenomen. Aan de hand van de resultaten wordt mede bepaald of een leerling extra zorg nodig heeft.
Doorstroomgegevens Door de selectievrije werkwijze in klas 1 en 2 zijn er geen zittenblijvers: alle leerlingen stromen op hun eigen niveau door van klas 1 naar klas 2 en van klas 2 naar klas 3. Leerlingen uit de juniorklas stromen meestal na een jaar door naar de reguliere 1e klassen of zijn gedurende het jaar al doorgestroomd naar klas 1, als dat mogelijk is. Aan het eind van klas 2 kiest elke leerling een bij zijn/haar interesse en niveau passende richting. In grafiek I staat het percentage leerlingen, dat na klas 3 doorstroomt naar klas 4 zonder zittenblijven. Vanaf 2001 t/m 2015 geeft dat het volgende beeld:
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
100 98 96 94 92 90 88 86 84 82 80 78
VMBO (KBL/BBL)
Schoolgids BHS 2015-2016
VMBO (TL/GL)
32
Grafiek I : Percentage leerlingen in klas 3 VMBO KBL/BBL en TL/GL dat doorstroomt zonder zittenblijven. In klas 3 VMBO KBL/BBL stroomde in 2015 98,2% van de leerlingen door naar klas 4 zonder zitten te blijven en in 3 VMBO TL/GL was dat 98,8%. Aan het eind van klas 3 stroomde vanuit klas 3 van de BHS één leerling door naar HAVO 4.
33
100 99
Grafiek II: Percentage geslaagden in klas 4 van 2001 t/m 2015.
98 97 96 95 94 93 92
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Uitstroomgegevens In 4 VMBO KBL/BBL (inclusief Leerwerktraject) waren 105 examenkandidaten, waarvan er één niet slaagde (99,0% geslaagden). Vier leerlingen haalden het diploma via het VMBO BBL Leerwerktraject. Drie klas 4 KBL/BBL leerlingen deden niet mee aan het centraal examen vanwege persoonlijke omstandigheden. In 4 VMBO TL/GL waren 89 examenkandidaten, waarvan er zes niet slaagden (93,3% geslaagden). Hier deed één leerling vanwege ziekte niet mee aan het centraal examen, een andere leerling deed vanwege ziekte een gepreid examen. Het slagingspercentage over de gehele school bedraagt daarmee 96,4%. Rekening houdend met de aanscherping van de exameneisen is dit weer een mooi resultaat en in vergelijking met de landelijke slagingspercentages weer een goed resultaat. Van de leerlingen met een diploma 4 VMBO GL/TL gingen er 16 van de 83 geslaagde leerlingen verder naar HAVO 4 (19,3%). Van de 187 geslaagde examenkandidaten waren er maar liefst 123 die examen deden in een extra vak (65,8%). Hieronder waren 26 kaderleerlingen (die wiskunde op kaderniveau niet in hun vakkenpakket hadden), die wiskunde op basisniveau volgden om de rekenvaardigheden te onderhouden. Uit grafiek II blijkt dat het percentage geslaagde examenkandidaten op de BHS varieert van 94% - 100% en daarmee zit de school boven het landelijk gemiddelde. Nadere gegevens zijn te vinden op de site van de onderwijsinspectie www.onderwijsinspectie.nl.
Schoolgids BHS 2015-2016
34
In 2012 landelijk aangescherpte exameneisen, voor de Burgemeester Harmsma School: Mooie resultaten in vergelijking met de lande2010 2011 2012 2013 2014 2015 lijke cijfers!
Vergelijking instroomadvies met uitstroomgegevens Het is interessant om te kijken naar de schoolloopbaan van de leerlingen, als ze op de BHS hun diploma hebben behaald. De heterogene onderbouw biedt leerlingen de mogelijkheid zich te ontwikkelen in de door hen zelf gekozen richting, waarbij het mogelijk is dat de leerling een leerweg kiest die past bij zijn/haar ambities. Dat deze ambities soms niet kloppen met de adviezen van de basisschool blijkt uit onderstaande tabel: Opstroom/afstroom examenjaar 2015 Geslaagden 2014-2015 Examenniveau Instroomniveau basis kader gem/th. Eindtotaal A basisberoepsgericht 16 11 2 29 B basisberoeps-/kaderberoepsgericht 14 19 11 44 C kader/gemengd/theoretisch 6 12 12 30 D gemengd/theoretisch 8 10 37 55 E gemengd/theoretisch/Havo 2 6 15 23 F havo 6 6 Eindtotaal 46 58 83 187
Van deze examengroep zijn in klas 3 van de BHS twee leerlingen doorgestroomd naar HAVO 4 in de regio.
Deze twee leerlingen hadden van de basisschool de volgende adviezen meegekregen: GT/HAVO 1 HAVO 1 Uit de tabel en de daaronder vermelde rechtstreekse doorstroom van 3 VMBO naar 4 HAVO blijkt dat 24 van de 189 leerlingen, dus 13% van de leerlingen hoger uitkomt dan het advies van de basisschool. Het gebeurt ook dat leerlingen lager uitkomen dan het advies van de basisschool; bij deze examengroep is dat 20%. Voor het eerst sinds 10 jaar is er een jaar meer afstroom dan opstroom. We hopen dat dit éénmalig is. Kijken we naar de cijfers van de laatste tien jaar, dan blijkt 19% van de leerlingen hoger uitgekomen te zijn en 12% lager. Dit is een aanzienlijk beter resultaat dan de landelijke cijfers!
legt de inspectie het vierjaarlijkse bezoek af. Daarbij worden in ieder geval de opbrengsten, de kwaliteitszorg, de leerlingenzorg en de daarbij horende begeleiding onderzocht. In april 2013 heeft de Inspectie bij het reguliere vierjaarlijkse bezoek wederom het predicaat “voldoende” afgegeven, hetgeen betekent dat de inspectie vertrouwen heeft in de kwaliteit van de school. Verder is in november 2014 wederom basistoezicht vastgesteld voor alle leerwegen. Toezichtskaarten en beoordelingen zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl; via “zoek en vergelijk” en daarna invullen van bijvoorbeeld school, plaats en/of postcode komt u op de pagina met de kwaliteitsgegevens van de scholen. 6.3 Schoolinterne kwaliteitszorg
Op de BHS kunnen leerlingen één of meer vakken op een hoger niveau doen. Daar is ook dit jaar weer gebruik van gemaakt. In de basisberoepsgerichte leerweg werd bij het examen 16 keer een vak op een hoger niveau (kader) gedaan en in de kaderberoepsgerichte leerweg werd vier keer examen gedaan op het hogere niveau (theoretisch). Bij beide groepen leerlingen werden alleen maar voldoendes behaald! 6.2 Toezichtkader inspectie Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun onderwijs. De overheid geeft, door middel van regelgeving en bekostiging, de kaders waarbinnen scholen zich dienen te bewegen. De inspectie houdt toezicht op de onderwijskwaliteit om een zekere basiskwaliteit in de Nederlandse scholen te kunnen waarborgen. Zij doet dit onder andere door het uitvoeren van een jaarlijkse risicoanalyse. Bij de risicoanalyse onderzoekt de inspectie de opbrengsten (de resultaten van de leerlingen en hun voortgang), de jaarstukken (personeel en financiën) en signalen (klachten over de school). Als de analyse geen risico’s laat zien, dan heeft de inspectie vertrouwen in de kwaliteit van het onderwijs en kent ze een zogenoemd basistoezicht toe. Bij tekortkomingen kan de school aangepast toezicht krijgen voor zwakke of zeer zwakke kwaliteit. Naast het risicogerichte toezicht krijgen scholen te maken met het themaonderzoek (aangegeven in het jaarwerkplan van de inspectie), het onderzoek ten behoeve van het jaarlijkse Onderwijsverslag en het vierjaarlijks bezoek. Aan elke school, die noch bij een themaonderzoek is betrokken, noch voor het Onderwijsverslag is bezocht,
35
Al enige jaren is op de school een groep bezig met de schoolinterne kwaliteitszorg. De werkwijze en uitgangspunten zijn vastgelegd in het kwaliteitszorgplan, dat eveneens in april 2013 door de Inspectie is goedgekeurd. Ruggengraat van het kwaliteitszorgplan is de werkwijze volgens het INK-model, aan de hand waarvan alle processen en output van de school zijn beschreven. Het gehele plan vindt u op onze website. We zijn er tevens trots op u de poster te kunnen tonen waarmee we de kwaliteit van de BHS aan de buitenwacht presenteren. Tot slot vermelden we in dit kader ook het schoolplan 20112015 waarin onze lange termijn aanpak wordt beschreven. Verder doet de BHS mee aan het landelijke systeem Vensters voor Verantwoording. Op www.scholenopdekaart.nl vindt u hierover meer informatie. Vensters voor Verantwoording is een initiatief van de VO-raad waar de BHS sinds de oprichting ook aan deelneemt. Met dit project Vensters voor Verantwoording legt de VO-raad de regie van het maatschappelijke debat over de kwaliteit van het onderwijs bij de scholen. Scholen kunnen laten zien hoe ze presteren op twintig indicatoren en het instrument wordt gezien als hulpmiddel bij horizontale dialoog. Ter illustratie hierbij de tevredenheid van leerlingen en de tevredenheid ouders zoals die met behulp van Vensters voor Verantwoording vanaf 2012 wordt gemeten. De actuele gegevens van 2015 staan ook in de grafiek aangegeven.
Hoe tevreden zijn leerlingen over de school in 2014-2015?
Hoe tevreden zijn ouders over de school in 2014-2015?
In het algemeen constateert de Kwaliteitszorggroep, dat de resultaten van de BHS zeer gunstig afsteken t.o.v. de landelijke benchmarks van vergelijkbare VMBO scholen. Om de kwaliteit van het lesgeven te verhogen, kunnen de docenten zich inschrijven voor de Video Interactie Begeleiding om inzicht te krijgen in het eigen leraargedrag. Het is de bedoeling, dat de uitvoering van het kwaliteitszorgplan geen extra bureaucratische last met zich meebrengt, dat de kwaliteitszorgprocessen zoveel mogelijk worden geïntegreerd in de bestaande procedures en dat de nadruk ligt op verbetering van de bestaande activiteiten. In 2012-13 is het nieuwe kwaliteitszorgplan verder ontwikkeld. De school geeft hiermee aan hoe zij verantwoording wil afleggen aan haar omgeving. Bij deze omgeving kan het gaan om de Raad van Toezicht, de ouders, de toeleverende basisscholen, het bedrijfsleven, etc. Doel is om duidelijk te maken, welke kwaliteit de BHS levert en wat zij doet om die kwaliteit te borgen en te verbeteren. Het aangaan van de dialoog met de omgeving over de kwaliteit van de school wordt omschreven als het afleggen van horizontale verantwoording. Ook het instrument Vensters voor Verantwoording draagt hieraan bij. Veiligheidsbeleid en veiligheidsmonitor In het huidige veiligheidsplan worden alle zaken rondom veiligheid in en om de school beschreven. Daarnaast wordt beschreven hoe te
Schoolgids BHS 2015-2016
36
handelen bij diverse calamiteiten, zoals bij ongelukken, vermissing, overlijden, agressie, geweld, discriminatie, seksueel geweld, pesten en kindermishandeling. Ook staan de afspraken t.a.v. grensoverschrijdend gedrag beschreven. Naast dit veiligheidsplan is er een veiligheidsmonitor die om de twee jaar wordt afgenomen. In april 2014 hebben we als BHS opnieuw meegedaan aan de ITS veiligheidsmonitor van de universiteit van Nijmegen. De monitor is een instrument waarbij deelnemende scholen de mogelijkheid wordt geboden zicht te krijgen op de veiligheid van leerlingen, docenten en onderwijs ondersteunend personeel in en rond de school. Met behulp van internetvragenlijsten is aan leerlingen, personeel en leidinggevenden gevraagd een beeld te schetsen van de veiligheid op onder andere de volgende aspecten: • Zich veilig voelen in en rond school • Eigen ervaringen als slachtoffer, dader, of getuige van vormen van geweld op plaatsen in of rond school • Melding van ervaringen met geweld en effecten van deze melding • Vergroting van veiligheid in en rond school • Ongewenst gedrag zoals drugsgebruik, alcoholgebruik en spijbelen; • Diverse aspecten van het veiligheidsbeleid. In schooljaar 2014-2015 zijn de gegevens teruggekoppeld. De resultaten van de BHS zijn vergeleken met het landelijke beeld. Omdat wij al drie keer eerder hebben deelgenomen aan deze ITS monitor, zijn ook de resultaten van die metingen getoond en kunnen we de ontwikkelingen in de tijd volgen. Dit helpt bij het evalueren van de effecten van het eigen veiligheidsbeleid. Uit deze laatste veiligheidsmonitor kunnen we concluderen dat het beeld weer positief is. Toch zal veiligheid in al zijn aspecten een blijvend aandachtspunt moeten zijn. Elke leerling die zich niet veilig voelt is er één te veel. Ditzelfde geldt voor het personeel. Er is ook gekeken naar het verloop van de veiligheidsbeleving van leerlingen gedurende de laatste negen jaar. Omdat bleek dat het veiligheidsgevoel van leerlingen de laatste twee jaar iets was teruggelopen, is besloten om het wachtlopen door docenten te intensiveren en daar weer een regulier rooster voor op te stellen. Daarnaast geven leerlingen aan dat er wel gedragsregels zijn, echter t.o.v. eerdere metingen lijken die minder zichtbaar te zijn voor leerlingen. We moeten eraan werken om deze gedragsregels nadrukkelijker met de leerlingen in de klassen te bespreken en ook zichtbaarder
in de klaslokalen/gangen/op internet te hebben. 6.4 Ontwikkelagenda en schoolondersteuningsprofiel Passend Onderwijs. De ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs gaan gestaag verder. Binnen de regio begint het nieuwe samenwerkingsverband 21-02 verder vorm te krijgen. Onze school heeft een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van Passend Onderwijs. Een schoolondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De schoolondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van het aantonen van de dekkendheid van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: • Een korte typering van onze school. • De kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen. • De deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school) • De voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Een korte typering van onze school leest u in hoofdstuk 2 bij de uitgangspunten van de school. De kwaliteit van onze basisondersteuning: De basisondersteuning is nog eens kort samengevat in de bijlage van deze schoolgids. Het ondersteuningsprofiel van de BHS sluit aan bij datgene wat de omgeving in het verleden al van ons mocht verwachten. Onze basisondersteuning in de klas en in de school is toegespitst op onze kwaliteiten in leerlingbegeleiding en onderwijsvernieuwing. Beleid Wij zijn tevreden over het domein ‘beleid’. Onze procedures zijn vastgelegd en wij beschikken over een heldere visie op leerlingenzorg. Jaarlijks evalueren wij onze ondersteuning aan de kinderen en stellen indien nodig verbeterpunten op.
37
Organisatie Ook over het domein ‘organisatie’ van onze ondersteuning zijn wij tevreden. Wij zijn een overzichtelijke school en daardoor zijn de lijnen kort. Dit voorkomt veel bureaucratie. Wij beschikken over een goed functionerend zorgteam, waarbij de communicatie met de ouders via de mentoren centraal staat. De samenstelling en werkwijze van het zorgteam is in voorgaande reeds geschreven. Begeleiding Het domein ‘begeleiding’ vraagt de komende tijd de meeste aandacht. En dan met name de overgang van de oude werkwijze naar de nieuwe situatie rond Passend Onderwijs. Onze school werkt met een kleine groep leerlingen met een ontwikkelingsperspectief. Het verbeteren van het ontwikkelingsperspectief is voor volgend jaar een aandachtspunt. De overdracht binnen onze school tussen de leerjaren is goed op orde, net als de overdracht naar de vervolgschool. Hierover zijn duidelijke procedures vastgelegd. Inhoud geven aan de begeleiding van leerlingen met een ontwikkelingsperspectief is onze werkopdracht voor de komende periode.
inbrengen zelf eigen te maken door middel van een eigen Passend Onderwijs IB-er. Ondersteuningsvoorzieningen en samenvatting Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten. Voor het verbeteren van onze kwaliteit van de basisondersteuning gaan wij ons verder bekwamen in het werken met groepsplannen en het werken met het ontwikkelingsperspectief. Onze school heeft geen ondersteuningsvoorzieningen voor groepen leerlingen met een gespecialiseerde onderwijsvraag op het niveau van cluster 2, 3 of 4, en is ook niet voornemens een voorziening in te richten de komende jaren. De BHS blijft in die zin “een gewone school, toch anders dan andere”, waarbij de mogelijkheden van de ondersteuning vooral gelegen zijn in de heterogene onderbouw en de werkwijze op de lespleinen in de bovenbouw.
Beschikbare deskundigheid Voor leerlingen die in lichte mate extra ondersteuning nodig hebben, voorheen gelegen op het gebied van de Leerlinggebonden Financiering (LGF), beschikt onze school over interne begeleiders. Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen van buiten (externe deskundigheid). Wij hebben specifieke deskundigheid in huis (interne) op het gebied van lichte gedragsproblematiek en sociaal emotionele problematiek en kunnen lichtere vormen van cluster 4 problematiek op individueel leerlingenniveau binnen Interne Begeleiding (IB) en mentoraat begeleiden. Extern maken wij zo mogelijk gebruik van de expertise en eventueel verwijzing naar het speciaal onderwijs. In 5.4 is weergegeven hoe het zorgteam van de school is samengesteld. De specialisten die daarin zijn genoemd hebben echter niet de formatieve ruimte voor structurele inhoudelijke begeleiding en zijn hoofdzakelijk inzetbaar voor signalering en toeleiding naar hulpverlening. Er zijn geen structurele, aan de school verbonden specialisten voor langdurige en intensieve aanvullende ondersteuning. Ambulante begeleiders vanuit het samenwerkingsverband worden ingezet bij leerlingen met een rugzak, zij het dat ook hun capaciteit binnen Passend Onderwijs in de komende jaren wordt afgebouwd. Wij maken gebruik van de ambulant begeleiders van cluster 2, 3 en 4 en proberen op hanteerbare schaal de expertise die zij de school
Schoolgids BHS 2015-2016
38
39
Hoofdstuk 7 - Betrokkenen bij het onderwijs 7.1 Betrokkenen vanuit de school Bevoegd gezag De Burgemeester Harmsma School heeft één directeur/bestuurder, dhr. drs. J. de Boer en werkt verder met een Raad van Toezicht. De Burgemeester Harmsma School is een openbare scholengemeenschap. Benoeming van de leden van de Raad van Toezicht vindt plaats door de gemeenteraad van Opsterland. De Raad van Toezicht bestaat uit maximaal zes personen. De Raad van Toezicht komt ca. zes keer per schooljaar bijeen. Daarnaast vergadert de Raad van Toezicht één keer per jaar met de Medezeggenschapsraad. Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) telt 10/12 leden, gekozen door en vanuit de docenten, onderwijsondersteunend personeel, ouders/ verzorgers en leerlingen. De MR adviseert en beslist mee over het onderwijs en de organisatie van de school. Directie en Managementteam De Burgemeester Harmsma School heeft een driehoofdige directie, te weten een directeur/bestuurder en twee adjunctdirecteuren. De directie is onderdeel van het Managementteam, dat regelmatig vergadert over zowel de organisatorische zaken in de school als de beleidsafstemming tussen de
Schoolgids BHS 2015-2016
verschillende coördinatiegroepen. Het Managementteam bestaat naast de directieleden uit de vier leerjaarcoördinatoren en de pedagogisch didactisch medewerker. Docenten en onderwijsassistenten In het schooljaar 2015-2016 zijn er in totaal 69 docenten en 14 onderwijsassistenten werkzaam op de BHS. Hiervan zijn 55 docenten naast hun taak als vakdocent en examenopleider ook actief als mentor en leerlingbegeleider. Bij de onderwijsassistentie zijn 6 personen werkzaam als lespleinassistent en 8 personen ondersteunen en begeleiden leerlingen aanvullend voor dyslexie, remedial teaching, leesbegeleiding en huiswerkbegeleiding. Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Naast de docenten zijn de mensen van de facilitaire dienst van veel waarde in de school. Zij zorgen voor administratieve en dienstverlenende ondersteuning, waardoor de school zich zo goed mogelijk kan presenteren. Het onderwijsondersteunend personeel is o.a. werkzaam op de administratie, in de kantine, mediatheek, kopieerafdeling, ICT, schoonmaak, in het onderhoud en het houden van toezicht in de school.
40
7.2 Scholieren Schoolregelboekje De school heeft een schoolregelboekje uitgebracht om aan een ieder de gedragsregels van de school uit te leggen. Die gedragsregels zijn indertijd samen met de leerlingen opgesteld, worden regelmatig geëvalueerd en elk jaar opnieuw in de klassen besproken. Schoolverzuim Per lesuur wordt de absentie bijgehouden door de vakdocenten en doorgegeven aan de mentor van de groep en ingevoerd in het administratieve systeem van de school. In geval een leerling ziek is of met toestemming afwezig, dan houdt de mentor hiervan de administratie bij. Is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim, dan wordt het verzuim overeenkomstig de regelgeving doorgegeven via het digitaal verzuimloket. Vanuit het oogpunt van snel en preventief handelen dienen alle verzuimgevallen waar een wettelijke meldplicht bestaat, direct gemeld te worden. De school acht het tot haar kerntaak zich in te spannen om verzuim effectief tegen te gaan. Eveneens wordt bij deze aanpak de hulp van de leerplichtambtenaar ingeroepen. In het schooljaar 2014-2015 had de BHS geen echte voortijdig schoolverlaters. Leerlingenstatuut In overleg met de leerlingen (via de mentoren) is een leerlingenstatuut opge-
steld, waarin de rechten en plichten van de leerlingen zijn beschreven. Van tijd tot tijd worden de artikelen in het leerlingenstatuut geactualiseerd. Het leerlingenstatuut is te vinden op de website van de school. Leerlingenraad Via de mentoruren en de mentor kunnen de leerlingen meepraten over allerlei schoolzaken. Op voorspraak van een mentorjaargroep kan de coördinator voorstellen inbrengen om bepaalde zaken te wijzigen of bij te stellen. Elk schooljaar wordt er door en vanuit de leerlingen een leerlingenraad geïnstalleerd: 2 leerlingen komen uit klas 1, 2 leerlingen uit klas 2, 3 leerlingen uit klas 3 en 4 leerlingen uit klas 4. Als er uit een bepaald leerjaar meer belangstelling is, dan dat er plaatsen beschikbaar zijn, worden er verkiezingen georganiseerd. Werkzaamheden van de leerlingenraad: • aanpassen/bijwerken van het leerlingen- statuut • het doornemen van de post uit de ideeënbus • de aanpak van algemene problemen bespreken. De leerlingenraad komt regelmatig bij elkaar en wordt bijgestaan door mevrouw G. van der Heide. Vertrouwenspersonen Uit hetgeen bij de leerlingbegeleiding vermeld is, mag duidelijk zijn, dat in de meeste gevallen de mentor de eerst aanspreekbare persoon is voor allerlei zaken. Soms kan de mentor de leerling doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon en uiteraard kan een leerling ook zelf besluiten een klacht bij de vertrouwenspersoon neer te leggen.
De vertrouwenspersonen in de school zijn: mevrouw G. van der Heide en mevrouw J. Oosterwijk. Beeldmateriaal ten behoeve van studiedoeleinden of promotiemateriaal Ten behoeve van de privacy van leerlingen vraagt de school de ouders op voorhand toestemming om beeldmateriaal en/of foto’s te mogen gebruiken, die bestemd zijn voor studiedoeleinden van docenten of voor promotiemateriaal voor de school. De opnames voor studiedoeleinden worden gebruikt om de professionaliteit van docenten en/of onderwijsassistenten te verhogen. Deze beelden worden alleen intern gebruikt en na afloop van de scholing vernietigd. Mochten de ouders en/of leerlingen bij publicatie van foto’s bezwaar maken tegen het gebruik, dan zal de school het beeldmateriaal niet meer gebruiken c.q. verwijderen. Foto’s en beeldmateriaal van evenementen zoals schoolfuiven of andere leerlingenactiviteiten, worden op het afgeschermde deel van de leerlingenwebsite gepubliceerd. De foto’s van de Open Dagen kunnen ook op het open gedeelte van de website worden afgebeeld. 7.3 Ouders Betrokkenheid van de ouders In principe gaat de school ervan uit, dat zij tijdens de schooluren de zorg voor het kind overneemt van de ouders en poogt een verlengstuk van de ouderlijke opvoeding te zijn. Een goede communicatie tussen school en thuis is daarbij onontbeerlijk. Op school zorgt de mentor voor de begeleiding van de leerling en probeert daarmee het vertrouwen te winnen van de ouders voor de school. Thuis wordt van de ouders verwacht dat zij belangstelling tonen voor de school-
41
activiteiten van hun kind en, indien nodig, contact zoeken met de mentor. Informatievoorziening Voor de ouders is de mentor de belangrijkste informant: Via oudercontactavonden en thema-avonden wordt informatie verstrekt over de voortgang van het kind en de ontwikkeling op school. Indien nodig wordt door de mentor een huisbezoek afgelegd. Verder wordt voor elke vakantie een digitaal ‘infobulletin ouders’ uitgebracht. Voor actuele informatie kan de website geraadpleegd worden. Voor algemene vragen over onderwijs en contact met de Inspectie van het Onderwijs kunnen ouders terecht op www.rijksoverheid.nl./contact. Ouderraad Via de ouderraad hebben de ouders directe invloed op het schoolgebeuren. De ouderraad wordt jaarlijks samengesteld uit minimaal één ouder per klas. Deze omvangrijke groep vergadert vijf keer per jaar om te praten over de meest uiteenlopende schoolzaken. Deze vergaderingen worden voorbereid door een dagelijks bestuur in samenwerking met een directielid van de school. Verder zijn de ouders afgevaardigd in de medezeggenschapsraad van de school op voordracht van de ouderraad. Klachten en Klachtenregeling Bij een klacht of een vraag is de mentor, of diens leidinggevende, in de regel de meest voor de hand liggende persoon. Een gesprek met de persoon die direct bij de klacht is betrokken, kan vaak al veel oplossen. De directie van de school kan hierbij bemiddelen. Gaat de klacht over de directie, dan kunt u zich wenden tot het bevoegd gezag van de school (de Bestuurder).
Mocht dit geen oplossing bieden, dan bestaat de mogelijkheid om een officiële klacht in te dienen bij de klachtencommissie. De school is aangesloten bij de landelijke klachtenregeling, aangeduid met LKC (Landelijke Klachtencommissie Onderwijs) van het VOS/ABB (Vereniging voor Openbaar Onderwijs en Algemene Besturen Bond). Klachten die naar de mening van de ouders/ verzorgers niet naar behoren zijn opgelost, kunnen aan het objectieve onderzoek van de klachtencommissie worden onderworpen. De directie van de school beschikt over een afschrift van deze regeling, die voor iedereen opvraagbaar is. De regeling betekent voor ouders dat er een klacht kan worden ingediend bij de contactpersoon van de school. De school heeft alle mentoren tot contactpersonen gemaakt, omdat juist bij hen de vragen en opmerkingen binnenkomen. De mentor of contactpersoon probeert de klacht uiteraard in eerste instantie af te handelen of (in geval van een ernstige klacht) door te geven aan één van de vertrouwenspersonen van de school. In ernstige gevallen kunnen de ouders/verzorgers met ondersteuning van de vertrouwenspersoon de klacht aanmelden bij de landelijke klachtencommissie. Uiteraard is het ook mogelijk via de directie een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. Via de website van www.onderwijsgeschillen.nl is alle informatie van de aangesloten klachtencommissie te vinden inclusief het reglement van de commissie. Ouders kunnen ook informatie inwinnen via de website van de Onderwijsinspectie; www.onderwijsinspectie.nl. Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs tel. 0900-1113111 (lokaal tarief).
Schoolgids BHS 2015-2016
Ouderbijdrage Elk jaar organiseert de school activiteiten waarvoor geen bekostiging wordt ontvangen. Hierbij moet u denken aan excursies, schoolreisjes, extra leerlingenmateriaal, culturele activiteiten enz. De ouders beslissen zelf of ze de leerlingen hieraan mee willen laten doen. Ouders kunnen besluiten hun zoon/dochter niet mee te laten gaan met een excursie of een schoolreisje. Als ouders besloten hebben mee te doen aan het schoolfonds, wordt voor iedere jaar- en keuzegroep een rekening gepresenteerd met daarop een specificatie van het te betalen bedrag. Op grond van de nieuwe regelgeving rondom dit onderwerp dient de school expliciet aan te geven dat de ouderbijdrage vrijwillig is. De overeenkomst om deel te nemen aan het schoolfonds is voorafgaand voorgelegd aan de oudergeleding van de MR. Tevens dient er een reductie- en kwijtscheldingsregeling in te worden opgenomen. De werkwijze voor dit schooljaar, is als bijlage in deze schoolgids opgenomen en staat ook op de website van de school. Sinds 2009/2010 zijn ouders geen bijdrage meer verschuldigd voor het boekenfonds; de schoolboeken worden gratis door de school verstrekt.
ouders van leerlingen jonger dan 18 jaar in het regulier voortgezet onderwijs. Sinds 2010-2011 bestaat deze regeling niet meer. Studenten vanaf 18 jaar kunnen alleen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming (zie www.duo.nl). Het kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Informatie hierover is te verkrijgen via www.belastingdienst.nl.
Schoolverzekering De school heeft een collectieve ongevallenverzekering voor de leerlingen. Deze verzekering is een aanvulling op de verzekeringen, die thuis voor de kinderen zijn afgesloten. Voor stages en reizen worden eveneens collectieve verzekeringen afgesloten. Tegemoetkoming studiekosten In het verleden bestond een regeling met betrekking tot een tegemoetkoming voor
42
43
Hoofdstuk 8 - Regeling school- en vakantietijden 8.1 Schooltijden
8.2 Vakantierooster
Het aanvangstijdstip van de lessen is 8.30 uur. De lessen eindigen bijna nooit later dan 15.15 uur. In een enkel geval wordt voor een klas les 7 ingeroosterd. Voor de leerlingen van klas 1, 2 en 3 wordt een lesrooster gemaakt zonder tussenuren; bij ziekte van een docent wordt een tussenuur door een collega vervangen. In klas 4 kunnen incidenteel tussenuren ontstaan indien een leerling geen extra vak kiest. Leerlingen met zes vakken (praktijkvak telt dubbel in BBL en KBL) hebben uiteraard geen les als het zevende vak voor de andere leerlingen is ingeroosterd. De lestijden sluiten zo goed mogelijk aan op de dienstregeling van het openbaar vervoer.
Schoolvakantie 2015-2016
Gedurende les 4 heeft de onderbouw pauze van 11.45 –12.15 uur, op dat moment hebben de leerlingen van klas 3 en 4 gewoon les; tijdens de pauze van 12.45 –13.15 uur hebben klas 1 en 2 les. Tijdens de meeste rapportenvergaderingen wordt gewerkt volgens een aangepast rooster. De dagindeling is als volgt:
Zaterdag 17 oktober t/m zondag 25 oktober 2015
Kerstvakantie
Zaterdag 19 december 2015 t/m zondag 3 januari 2016
Voorjaarsvakantie Zaterdag 27 februari t/m zondag 6 maart 2016 Paasvakantie
Vrijdag 25 maart t/m maandag 28 maart 2016
Meivakantie
Zaterdag 23 april t/m zondag 8 mei 2016
Pinkstervakantie
Zaterdag 14 mei t/m maandag 16 mei 2016
Zomervakantie
Zaterdag 16 juli t/m dinsdag 30 augustus 2016 (leerlingen starten 3 september)
Reservedag
Als er geen Elfstedentocht wordt gehouden op een lesdag, is donderdag 24 maart 2016 een vrije dag.
(*) toelichting: In verband met de wettelijke veranderingen van de officiële zomervakantieduur eindigt de zomervakantie formeel op zondag 28 augustus 2016. De week daarna valt onder de vakantieregeling van 2016-2017. Voor de leerlingen betekent dit dat ze van maandag 29 t/m donderdag 2 september nog gewoon vrij zijn. De leerlingen worden op vrijdag 3 september op school verwacht. Het programma voor die dag wordt ruimschoots van tevoren bekend gemaakt.
8.30 - 9.30 uur les 1 9.30 - 10.30 uur les 2 10.30 - 10.45 uur kleine pauze 10.45 - 11.45 uur les 3 11.45 - 12.15 uur pauze onderbouw 11.45 - 12.45 uur of 12.15 - 13.15 les 4 12.45 - 13.15 uur pauze bovenbouw 13.15 - 14.15 uur les 5 14.15 - 15.15 uur les 6 15.15 - 16.15 uur les 7 (komt zelden voor)
Schoolgids BHS 2015-2016
Herfstvakantie
44
8.3 Aanvragen extra verlof Kinderen kunnen om verschillende redenen in aanmerking komen voor verlof buiten de schoolvakanties. Ouders kunnen hiertoe een verzoek indienen bij de directie van de school. Bij de beoordeling van de aanvraag houdt de directie rekening met de volgende door de wet bepaalde richtlijnen: Het komt regelmatig voor dat ouder(s)/verzorger(s) worden verrast door de veel strenger geworden regelgeving op dit gebied. Het is daarom aan te bevelen om ook de richtlijnen te bestuderen die zijn weergegeven op publicatie Staatscourant nr 14773 van 16 juli 2012. Voor verlof komt o.a. in aanmerking: 1. Het voldoen aan een wettelijke verplichting; één en ander voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden. 2. Verhuizing maximaal 1 schooldag. 3. Huwelijk, ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad. 4. Bevalling moeder / verzorgster / voogdes. 5. 12 ½-, 25-, 40-, 50- of 60- jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad maximaal 1 schooldag. 6. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen tot maximaal één dag. 7. Als de vakantieregeling bij het bedrijf / de instelling, waar één van de ouders / verzorgers werkt, het niet mogelijk maakt een vakantie binnen de schoolvakantieperioden op te nemen (werkgevers verklaring dient te worden overlegd). Toelichting: Op grond van de leerplichtwet is, om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan vanwege het specifieke beroep van één van de ouders, éénmaal vrijstelling van geregeld schoolbezoek mogelijk voor ten hoogste tien dagen per schooljaar. Dit verlof kan geen betrekking hebben op de eerste twee lesweken van het jaar. Hierbij dient voornamelijk te worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, resp. werkzaamheden in bedrijfstakken die een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende.
In de volgende gevallen wordt in ieder geval geen extra verlof gegeven: • Familiebezoek in het buitenland; • goedkope tickets in het laagseizoen; • omdat tickets al gekocht zijn of omdat er geen tickets meer zijn in de vakantieperiode; • vakantiespreiding; (bijvoorbeeld wintersportvakanties, carnaval, etc. ) • verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn; • eerder vertrek of latere terugkomst in verband met verkeersdrukte; • samen reizen/in konvooi rijden door bijvoorbeeld de Balkan; • kroonjaren; • sabbatical; • wereldreis/verre reis. Er geldt het volgende: Verlofaanvragen dienen schriftelijk en binnen een redelijke termijn bij de directie van de school/instelling te worden ingediend. Verlof moet altijd zo kort mogelijk worden gehouden. Alle aanvragen dienen, voor zover in redelijkerwijze mogelijk, te worden vergezeld van bewijsmiddelen. Indien men aanspraak wil maken op bovengenoemde omstandigheden zijn de volgende regels van toepassing: • •
Bij punt 7 dient zo mogelijk te worden aangesloten bij bestaande vakanties met uitzondering van de zomervakantie. Extra verlof dient, waar mogelijk, ruim op tijd te worden aangevraagd en als bedoeld onder 7 minimaal twee maanden van te voren.
8.4 Zorgvuldige samenstelling Hoewel er bij de samenstelling van deze schoolgids de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, behoudt de school zich het recht voor om aanvullingen of wijzigingen aan te brengen waar dit nodig is. Deze zullen in dat geval op de website van de school worden gepubliceerd.
45
Hoofdstuk 9 - Namen Directie: dhr. drs. J. de Boer (directeur/bestuurder) dhr. mr. drs. A. van der Heide (adjunct- directeur onderbouw en leerlingenzorg) dhr. J. Kramer (adjunct-directeur bovenbouw) Onderwijskundige:
mevr. drs. E.A. Brouwer
Coördinatoren:
mevr. A.F. Neij (coördinator klas 1) dhr. C. Postma (coördinator klas 2) dhr. J.J. Lindeboom (coördinator klas 3) dhr. M.B. van Waveren (coördinator klas 4)
Decanaat:
mevr. F. Kerkhof-Watzema (KB) dhr. J. van der Velde (GT)
dhr. L.W. Riemersma (voorzitter) dhr. A.J. Jansen mevr. C. Novak mevr. I. Rinzema dhr. C. Veldman mevr. A. Woltjer-Veenstra
dhr. M. van Croonenburg (namens ouder geleding) mevr. J. de Leeuw (namens oudergeleding) dhr. drs. J. de Boer (als “niet lid” van de MR, als directeur /adviseur beschikbaar) Vanuit de leerlingenraad zitten de volgende leerlingen 2x per jaar bij de MR vergaderingen: Sil Bruinsma Birgit de Jong Sophie Tolman Sverre van der Weg
Zorgcoördinatie:
dhr. V.S. Velda (onderbouw) mevr. A. Woltjer-Veenstra (onderbouw) dhr. F.H.G. de Boer (bovenbouw) Administratie: dhr. H. Lettinga
Vertrouwenspersonen: mevr. G. van der Heide mevr. J.C.M. Oosterwijk
Facilitair: dhr. S.H. Lanting Raad van Toezicht: dhr. J. Teunissen, voorzitter dhr. B. Boersma mevr. M. de Jong dhr. mr. R.A. Rispens dhr. E. Vriesen mevr. H. Willemse-Lanjouw Dagelijks bestuur mevr. B. Visser (voorzitter) ouderraad: mevr J. de Leeuw (secretaris) mevr. J. ter Schuur (secretaris) mevr. E. Brander (lid) mevr. A. van der Drift (lid) dhr. M. van Croonenburg (lid) mevr. W. Wester (lid) Schoolgids BHS 2015-2016
Medezeggenschaps- raad:
Schoolarts:
mevr. J. Dijkstra
Schoolmaatschappelijk mevr. J. Nijholt werk: Schoolverpleegkundige: mevr. M. van de Merwe Interne begeleider mevr. H.M. Wortel Passend Onderwijs: Orthopedagoog/ mevr. drs. J. Velders Psycholoog:
46
Interne begeleiders: dhr. F.H.G. de Boer dhr. F. Boode dhr. E. van den Bosch mevr. A. B. Procee-van Houten dhr. J.W. Rienstra mevr. B. Rinsma dhr. V.S. Velda mevr. A. Woltjer-Veenstra dhr. A.J. Visser Daarnaast vervullen nog 17 mentoren uit klas 1 en 2 IB-taken in het kleurenteam waar zij deel van uit maken. Personeelslijst C. Agricola N.T. Annema D.D. Azu S.C. Bakker A.F. Bijker-Brouwer C. Bergsma-Homans F.H.G. de Boer Drs. J. de Boer K. de Boer C. Boeringa F. Boode H. Boomstra E. van den Bosch B.W. Bosma N. Bosma G.J. Boswinkel H. Bron Drs. E.A. Brouwer C.E. Dijkstra A.M. Drenth P.J. Eppinga B. Faas P.M. Feijen R. Geerts P.H.L.J. Geux D.M. van Gog M. del Grosso S.H. Habing Mr. Drs. A. van der Heide G. van der Heide
H. Heikamp S. Heringa F. Hoekstra S.A. Hoekstra A. Hofkamp J. Houwer A.J. Jansen B.J. de Jong J. de Jong J.A. de Jong-de Jong J.S. de Jong-Feenstra F. Kerkhof-Watzema B. Keuning S. Koopmans M. Koppert-de Jong D. Koster M. Koster-de Vries J. Kramer M.A.W. Krips K. de Kroon M. Kuipers S.H. Lanting R.A. Last H. de Leeuw J.C.M. van Leeuwen F. Lem-Nijenhuis H. Lettinga J.J. Lindeboom A. van der Mannen A.M. Meinders
M.A. van der Meulen N. Meijer L. Miedema J. van der Molen A.F. Neij C.L. Novak S.N. Nowels T.J. Oord J.C.M. Oosterwijk A.N. Post C. Postma A.D.V.S. Postma-Braaksma E. Prins-Bakker P. Prins A.B. Procee-van Houten F. Reitsma B. Remerie S. Renes L.W. Riemersma J.W. Rienstra B.I. Rinsma I. Rinzema E.P. Schokker H. van Seijen A. van Seijen-de Vos R. Siekman A. Sikkema A.T. Sinnema P.M. Smid-Kluitenberg J.P. Smit
47
U.T. Struiksma-Stoker A. Stuivenwold M. Tellinga-Klijnstra L. Terpstra J.G. Tjoelker-Bijleveld C. van der Veen F. Veenstra V.S. Velda J. van der Velde C.A. Veldman H. Venema-Panders A. Visser B. Visser A. de Vos H. de Vos S.D. de Vries-van der Lei E. van der Wal G.J. Watzema M.B. van Waveren W. Weenink R.G. van Weerden J. Welling C.H.J. van Weperen T. van der Werk E.J.C. Werkman A.A.H. Westphal A. Woltjer-Veenstra H.M. Wortel F. Yigitdöl P.S. Zwart-Brouwer
Bijlagen Aan de ouders/verzorgers van:
Kenmerk: Betreft:
JdB/HL/PSK
LD
………… ……………. …………………………. …………………………………………….
vrijwillige ouderbijdrage klas 1 2015/2016
EE
Gorredijk, …………………. Geachte ouders/verzorgers,
Hierbij ontvangt u informatie over de vrijwillige ouderbijdrage. Scholen zijn verplicht hiervoor een overeenkomst te sluiten met de ouders/verzorgers. Deze overeenkomst is hierbij ingesloten.
RB
Wij verzoeken u vriendelijk de betreffende keuzevakjes aan te kruisen, de overeenkomst te ondertekenen en uiterlijk …. (datum) …… in bijgevoegde antwoordenvelop aan ons te retourneren. De overeenkomst wordt aangegaan voor de gehele periode dat uw zoon/dochter op de Burgemeester Harmsma School staat ingeschreven (gebruikelijk 4 jaar).
O O
Op grond van de huidige wet- en regelgeving zijn wij verplicht u erop te wijzen dat het hier om een vrijwillige bijdrage gaat. Ouders kunnen niet worden verplicht de ouderbijdrage te betalen. De school mag geen bijdrage vragen voor onderdelen die de overheid bekostigt, zoals alle verplichte boeken en leermiddelen. Toch zijn er zaken, die hier niet onder vallen en wel van het grootste belang zijn voor het welzijn en de ontwikkeling van uw kind.
Wanneer u ervoor kiest geen gebruik te maken van één of meer onderdelen, dan zal dat betekenen dat uw zoon/dochter niet zal mogen deelnemen aan de betreffende activiteiten of gebruik zal kunnen maken van genoemde diensten (met inachtneming van de reductie- en kwijtscheldingsregeling). Bij niet kiezen van aanvullende onderdelen of materialen (bijv. gymkleding), die meerdere jaren meegaan of een sterk persoonlijk karakter hebben, zullen deze zelf moeten worden aangeschaft door de ouders/verzorgers.
V
Voorheen waren scholen verplicht een reductie- en kwijtscheldingsregeling te hebben waarmee de school rekening kan houden met de hoogte van het inkomen van de ouders (zie pagina 2). Deze regelgeving is inmiddels weer gewijzigd, voor het komende schooljaar 2015/2016 is echter besloten deze regeling nog te handhaven. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met de heer H. Lettinga, Hoofd Administratie en Financiën, via telefoonnummer 0513-463455 of via email:
[email protected]. Met vriendelijke groet, J. de Boer Directeur/bestuurder
Schoolgids BHS 2015-2016
48
49
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage schooljaar 2015/2016
Kenmerk: ……….
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage schooljaar 2015/2016 Reductie- en kwijtscheldingsregeling:
De school kan op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger, op onderdelen gehele dan wel gedeeltelijke kwijtschelding verlenen, als de onderstaande punten van toepassing zijn:
Het bestuur van de Burgemeester Harmsma School te Gorredijk, vertegenwoordigd door de heer H. Lettinga, Hoofd Administratie en Financiën, verder te noemen “de School” en ondergetekende, zijnde de wettelijke vertegenwoordiger van:
leerling van klas 1, wonende te …………………………. verder te noemen “de wettelijke vertegenwoordiger” verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
EE
3. Kwijtschelding wordt eventueel verleend voor het kluisje, de klassenactiviteit en de afsluitingsweek. 4. Op de introductieweek klas 1 en de ééndaagse schoolreizen in klas 1, 2 en 4 kan 20% reductie worden verleend.
RB
5. Op culturele activiteiten en vrijwillig te kiezen excursies geldt een reductiemogelijkheid van 50%. 6. De vrijwillige keuze voor ouderraad en schoolclub en de schoolreis in klas 3 zijn van reductie- en kwijtscheldingsmogelijkheid uitgesloten.
-
8. Voor ernstige situaties buiten genoemde criteria blijft de mogelijkheid bestaan om dit aan de directeur voor te leggen. 9. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen een beroep doen op de regeling door voor aanvang van het schooljaar een verzoek te doen bij de directeur.
Het niet afnemen van een onderdeel of het niet tijdig betalen van de daaraan verbonden kosten betekent, dat de leerling van de desbetreffende diensten of activiteiten wordt uitgesloten.
O O
O O
7. Goederen waarbij de mogelijkheid bestaat om hiervoor een vervangend artikel aan te schaffen zijn eveneens van kwijtschelding uitgesloten.
de school maakt zich naast het verzorgen van regulier onderwijs sterk voor een verdieping van het onderwijs door middel van diverse extra activiteiten, welke primair ten doel hebben een bijdrage te leveren aan een prettig schoolklimaat en mede ten doel hebben de maatschappelijke en persoonlijke ontwikkeling van de leerling te bevorderen; voor het deelnemen aan genoemde activiteiten kan een overeenkomst voor een ouderbijdrage worden afgesloten; deze ouderbijdrage is vrijwillig, zodat deze overeenkomst niet behoeft te worden aangegaan; er bestaat na ondertekening van deze overeenkomst wel een verplichting tot betaling van de overeengekomen bijdrage door de wettelijk vertegenwoordiger; het staat de wettelijk vertegenwoordiger vrij de overeenkomst slechts voor een gedeelte van de door de school aangeboden activiteiten/diensten aan te gaan; de wettelijk vertegenwoordiger is door het ondertekenen van deze overeenkomst gehouden de daarin opgenomen bijdrage aan de school volledig en tijdig te voldoen.
EE
-
RB
LD
2. Ook als er sprake is van (vormen van) schuldsanering waardoor de gewenste voorzieningen niet betaald kunnen worden, kan een beroep worden gedaan op de regeling.
LD
……………………. 1. Ouder(s)/verzorger(s) in de bijstand, komen voor de regeling in aanmerking als ze van de gemeente een toelage krijgen, die al voor een ander doel is gebruikt.
De school kan op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger, gehele dan wel gedeeltelijke kwijtschelding verlenen. U dient dan te voldoen aan de criteria van de reductie- en kwijtscheldingsregeling (zie bijlage; pagina 2).
V
V
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de gehele periode dat uw zoon/dochter op de Burgemeester Harmsma School staat ingeschreven. Mocht u in de loop van deze periode iets willen wijzigen dan kunt u contact opnemen met de administratie van de school. Burgemeester Harmsma School
Datum: __________________ Handtekening ouder/verzorger
H. Lettinga Hoofd Administratie en Financiële zaken
_________________________
s.v.p. beide zijden volledig invullen en terugsturen voor ……………..
Schoolgids BHS 2015-2016
50
51
Ouders/verzorgers van: ……………………………… ……………………………… ………………………………
LD
Uw keuze hier aankruisen Ja, wij doen mee met alle activiteiten die uit de ouderbijdrage worden bekostigd.
Een specificatie van alle bedragen voor klas 1 t/m klas 4 voor 2015/2016 vindt u op pagina 5.
10,10,5,15,-
Totaal klas 1:
205,00
O O
Wanneer u één of meer van de onderdelen van de overeenkomst niet wilt afnemen dan kunt u dit aangeven op deze overeenkomst of u kunt contact opnemen met de administratie van de school.
Na ontvangst van de factuur (elk jaar in de maand juli) betalen wij de rekening als volgt: ineens, de betaling wordt voor ……(datum)……… overgemaakt op bankrekening NL RABO 032.29.07.055 t.n.v. de Burgemeester Harmsma School te Gorredijk
O
Voor ……(datum)………… een eerste betaling van in twee maandelijkse termijnen.
100,- en het restant verder
O
Voor ……(datum)………… een eerste betaling van in vier maandelijkse termijnen.
100,- en het restant verder
O
contant op de administratie van de school voor ……….(datum)…………. (eventueel in termijnen, af te spreken na uw eerste betaling op de administratie)
V
O
Indien u gebruik maakt van de bijgevoegde machtiging zal de leerling bijdrage elk jaar automatisch van uw rekeningnummer worden afgeschreven volgens bovenstaande aangegeven keuze. Handtekening ouder/verzorger:
10,10,5,15,-
Klas 2; schooljaar 2015-2016:
schoolreizen - de schoolreis 3e klas (1e deel) k2 activiteiten - culturele activiteiten - de afsluitingsweek (o.a. Walibi) overige - bijdrage oudercommissie/schoolclub - huur garderobekastjes
Klas 3; schooljaar 2015/2016:
25,30,-
25,30,-
schoolreizen - de schoolreis 3e klas (2e deel) k3 Activiteiten/overige - culturele activiteiten - bijdrage oudercommissie/schoolclub - huur garderobekastjes Techniek - bijdrage gereedschap - schuifmaat - veiligheidsbril & hoesje - werkschoenen
52
205,00
25,35,-
10,10,-
Excursies/schoolreizen - laatste schooldag klas 4 - excursies (incl. sportactiviteiten) Activiteiten/overige - culturele activiteiten - bijdrage oudercommissie/schoolclub - huur garderobekastjes Techniek - extra excursies k4 afdeling Techniek - bijdrage gereedschap
Totaal klas 2:
230,00
150,30,10,10,20,25,12,50 20,-
Klas 4; schooljaar 2015/2016:
of
Totaal klas 3: 200,00 277,50 voor de afdeling techniek
of
Totaal klas 4: 125,00 175,00 voor de afdeling techniek
30,50,25,10,10,30,20,-
Voor de duidelijkheid wordt hierbij nogmaals gemeld dat u elk jaar een rekening ontvangt voor de kosten van het leerjaar waarin uw zoon of dochter zich bevindt.
……………………………………………..
Schoolgids BHS 2015-2016
Totaal klas 1:
150,-
RB
RB
15,95,-
15,95,-
O O
introductie - de introductiedag (eerste schooldag) - de introductieweek (schoolreis Ameland) activiteiten - culturele activiteiten - de afsluitingsweek (o.a. Slagharen) overige - bijdrage oudercommissie/schoolclub - huur garderobekastjes - sleutelgeld kluisjes - sportkleding (klassenshirt)
introductie - de introductiedag (eerste schooldag) - de introductieweek (schoolreis Ameland) activiteiten - culturele activiteiten - de afsluitingsweek (o.a. Slagharen) overige - bijdrage oudercommissie/schoolclub - huur garderobekastjes - sleutelgeld kluisjes - sportkleding (klasseshirt)
V
Klas 1; schooljaar 2015-2016
EE
Voor klas 1 is de ouderbijdrage als volgt opgebouwd:
Klas 1; schooljaar 2015-2016
LD
Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage schooljaar 2015/2016 (blad 2)
Bedragen ouderbijdrage schooljaar 2015-2016
EE
kenmerk: …………
53
bijlage ondersteuningsprofiel BHS
Weerbaarheidstraining (WIVO) Geen gespecialiseerde aanvullende leerlingenzorg in de reguliere lessen
O O
V
Dieptezorg: (Externen en specialisten buiten de school)
De school maakt in de klas geen gebruik van voorzieningen buiten de school in dit verband
Interne begeleiding voor LWOO en lichte begeleiding voor ambulante zorg (cluster 2, 3 en 4) Schoolmaatschappelijk werk Schoolverpleegkundige Ambulante Begeleiding Diverse interne en externe zorgteams Advies van de psycholoog/orthopedagoog indien hiervoor aanleiding is.
De school maakt buiten de klas niet rechtstreeks gebruik van voorzieningen buiten de school. Wel zijn er vruchtbare contacten het de leerplichtambtenaar en met het Centrum voor Jeugd en Gezin
44
Schoolgids BHS 2015-2016
Buiten de school LeerWerkTrajecten
LD
Buiten de klas/in de school Interne Begeleiding voor LWOO en (heterogene onderbouw) Remedial.Teaching. Dyslexiebegeleiding Leesbegeleiding (klas 1) Sleeplezen Faalangsttraining (onderbouw) Examenvreestraining Huiswerkbegeleiding Vertrouwenspersonen Decanen Zorgcoördinatie LeerWerkTrajecten
EE
Aanvullende ondersteuning (Externen/specialisten in de school)
In de klas Heterogene brugperiode (jaar 1 en 2) Kleine onderbouwklassen (max. tussen 20 en 25 leerlingen) Geïntegreerde zorg LWOO en (lichte) "VoorheenLGF"problematiek (mentoraat) 2 Mentoren op een groep Dyslexiezorg (vakgroepen) Juniorklas Vakdocent (uitvoering groepshandelingsplannen) Ondersteuning van Onderwijsassistenten Lespleinen (pleinleren en geïntegreerde R.T.) Leerstof differentiatie in de les Videointeractiebegeleiding Compenserende maatregelen (laptop, digitaal toetsen, extra tijd)
RB
Basisondersteuning: Wat bieden wij aan?
54
Rebound (via SWV) Onderwijs aan zieken (via Cedin)
Buitenschools leren Rebound
Schoolgids 2015-2016
Burgemeester
Harmsma School een gewone school toch anders dan andere ! H. Ringenoldusstraat 3, 8401 PV Gorredijk, Postbus 32, 8400 AA Gorredijk, Telefoon (0513) 46 34 55, Fax (0513) 46 51 29, e-mail
[email protected]