Bureau FaunaX Faunistisch Onderzoek & Advies Alde Dyk 31 8407 AD Terwispel E
[email protected] T 06-53609123
Aan
It Fryske Gea T.a.v dhr. G. van der Burg De Stripe 2 9264 TW Earnewâld
Datum
29 juni 2010
Kenmerk
290610
Betreft
Samenvatting resultaten Quickscan Ff-wet Plaatsing uitkijktoren Jan Durkspolder Geachte heer van der Burg, In verband met de voorgenomen plannen voor de plaatsing van een uitkijktoren in de Jan Durkspolder te Eernewoude, heeft u opdracht verleend aan Bureau FaunaX voor het uitvoeren van een Ff-wet Quickscan. Op 28 juni 2010 is een veldonderzoek uitgevoerd door ons bureau, waarbij de geplande werkzaamheden zijn getoetst aan de Flora- en Faunawet. Hierbij is, op basis van ecologische expertise beoordeeld of de werklocatie geschikte habitats voor (en/of verblijfplaatsen van) beschermde soorten krachtens de Flora- en faunawet kan herbergen. Deze Quickscan heeft uitsluitend betrekking op een toetsing in het kader van de Flora- en faunawet. Deze brief bevat een samenvatting van de resultaten, conclusies en adviezen ten aanzien van zorgvuldig handelen. Ik hoop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben kunt u contact opnemen met E. P. de Boer Met vriendelijke groet,
Bureau FaunaX, Eduard Peter de Boer
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Voorgenomen plannen en werkzaamheden De voorgenomen werkzaamheden omvatten het plaatsen van een houten uitkijktoren (zie Bijlage) op een bestaande, betonnen fundering, het knotten en deels verwijderen van enkele oude wilgenbomen, het deels verwijderen van jonge boomopslag en het uitbaggeren van een grotendeels verlande ringsloot rondom de werklocatie. Locatie en bouwtekening Zie voor exacte locatie en bouwtekening toren in de Bijlage. Doel en achtergrond De plaatsing van de uitkijktoren op deze locatie is bedoeld om de belevingswaarde van bezoekers van dit deel de Alde Feanen te vergroten. Er is gekozen voor deze locatie omdat hier een drietal recreatiestromen vrijwel bij elkaar komen (wandelpad, kanoroute en fietspad) en omdat hier een bestaande oude fundering van een vroegere woonstee aanwezig is. Vanaf de wandel, fiets- en kanoroute is het uitzicht beperkt; vanaf de uitkijktoeren verkrijgen de bezoekers een ruim uitzicht over de Jan Durkspolder en het achterliggende landschap
Methodiek en periode De quickscan is uitgevoerd d.m.v. een veldbezoek ter plaatse op 28 juni 2010, bij droog weer en temperaturen rond de 25 C˚. De werklocatie is nauwkeurig onderzocht op de potentiële aanwezigheid van (verblijfplaatsen van) beschermde soorten en de voor hen geschikte habitats. Naast het uitvoeren van een veldbezoek is een bureaustudie verricht, d.m.v. het raadplegen van diverse bronnen (zie literatuurlijst), naar bestaande gegevens wat betreft flora en fauna. Deze gegevens zijn mede betrokken bij de ecologische beoordeling.
Resultaten en beoordeling Broedvogels De locatie en de directe omgeving vormen geschikte broedbiotopen voor diverse moeras- en zangvogels. Tijdens het veldbezoek werden de volgende vogelsoorten aangetroffen: Waterral, Rietzanger, Kleine karekiet, Blauwborst, Bosrietzanger, Koolmees, Pimpelmees, Grote bonte specht en Vink. In de directe omgeving (rietland) werden Snor en Roerdomp vastgesteld (mond. med. G. van der Burg). Er werden geen jaarrond beschermde nesten, zoals horsten van roofvogels of geschikte holten voor uilen aangetroffen. Wel werd een oud kraaiennest aangetroffen in een Els; deze was tijdens het veldbezoek niet bezet.
Vaatplanten Er werden geen beschermde vaatplanten aangetroffen. Naast een 15-tal oude en hoge wilgen, bestaat de vegetatie grotendeels uit moerasbos en rietland, met daarin veel ruigtesoorten en jonge boomopslag.
Zoogdieren Vleermuizen Uit de omgeving zijn Meer- en Watervleermuis bekend (DNA-Fryslân); deze gebruiken de open waterdelen van de Alde Feanen (en mogelijk de Jan Durkspolder) voornamelijk om te foerageren. Daarnaast zijn Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis en Laatvlieger uit de omgeving bekend (DNA-Fryslân). Ook zijn er onbevestigde waarnemingen van de Tweekleurige vleermuis gedaan (mond. med. M. Courbois).
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Er bevinden zich geen geschikte verblijfplaatsen (boomholten, gebouwen, bunkers etc) op de werklocatie. De oude fundering is ongeschikt als overwinteringsverblijf (te vochtig en niettemperatuurconstant) Vos Op de werklocatie bevindt zich een oude vossenburcht. Deze is op dit moment niet meer in gebruik. Boom- en Steenmarter In de Alde Feanen komen genoemde soorten beide verspreid voor. Er werden echter geen sporen op de werklocatie aangetroffen die duiden op de aanwezigheid van deze marters. Noordse woelmuis De Jan Durkspolder staat bekend als leefgebied van de Noordse woelmuis (IFG-archief en DNA-Fryslân). Op de werklocatie is echter, door de moerasbosontwikkeling, geen geschikt habitat (open, ijle en vochtige rietlanden) voor deze soort aanwezig. Waterspitsmuis Deze soort komt verspreid binnen de Alde Feanen voor (eigen observaties, DNA-Fryslân en IFG-archief). Op de werklocatie vormt de verlande randsloot in de huidige staat echter geen geschikt leefgebied. In de omgevende rietlanden en langs de naastgelegen vaart (kanoroute) is echter wel zeer geschikt habitat aanwezig. Overige zoogdieren Voor een aantal, licht beschermde, kleinere zoogdieren (muizen en kleine marterachtigen) vormt de werklocatie een geschikt leefgebied. Zie beoordeling en adviezen ten aanzien van de zorgplicht Ff-wet.
Amfibieën De Heikikker komt binnen de Alde Feanen voor (FaunaX-archief, DNA-Fryslan en IFGarchief). Op de werklocatie bevinden zich geen geschikte voortplantingshabitats. De locatie is echter wel geschikt als overwinteringplaats (hibernacula). Voor een aantal licht beschermde amfibieën, zoals bruine kikker, meerkikker, bastaardkikker, kleine watersalamander en gewone pad, vormt de werklocatie ook een geschikt overwinteringbiotoop (hibernacula).
Reptielen In de Alde Feanen komen geen voortplantende reptielenpopulaties voor (RAVON, WARFF, DNA-Fryslân en IFG-archief). Recent zijn er wel meldingen van de Ringslang gedaan. Het is onduidelijk of deze op eigen kracht in de Alde Feanen terecht zijn gekomen of dat dit door mensen uitgezette dieren betreft. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de Ringslang niet permanent voorkomt in de Alde Feanen.
Vissen In de Alde Feanen wordt de Grote modderkruiper tegenwoordig zeldzaam aangetroffen (FaunaX-archief en IFG-archief). In de huidige staat (verregaande verlanding) vormt de ringsloot rondom de werklocatie geen geschikt habitat voor de Grote modderkruiper. Er zijn geen geschikte habitats (wateren) aanwezig voor andere beschermde vissoorten.
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Ongewervelden In de Jan Durkspolder is de Gevlekte witsnuitlibel recent (2007) waargenomen (FaunaX-archief en IFG-archief). Op de werklocatie is echter geen geschikt habitat voor deze soort aanwezig. Voor overige beschermde ongewervelden zijn ook geen geschikte habitats aanwezig. Hun aanwezigheid kan daarom worden uitgesloten.
Overzicht beschermde soorten* Soort Broedvogels Heikikker Ruige dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis Rosse vleermuis Laatvlieger
Voorkomen werklocatie ja mogelijk mogelijk mogelijk
Status Ffwet Tabel 3 Tabel 3 Tabel 3
Gebruik/habitat werklocatie broedbiotoop hibernacula foerageergebied foerageergebied
Effecten ingreep? ja ja nee nee
Mitigatie mogelijk ja ja n.v.t. n.v.t.
mogelijk mogelijk
Tabel 3 Tabel 3
foerageergebied foerageergebied
nee nee
n.v.t. n.v.t.
Tabel 1. Overzicht (potentieel) voorkomende middelzwaar- en zwaar beschermde soorten werklocatie
* Voor licht beschermde planten, amfibieën en zoogdieren geldt een vrijstelling. De zorgplicht is hier echter wel van toepassing (zie conclusies)
Wettelijk kader Verbodsbepalingen Op grond van de artikelen 9, 10, 11 en 13, lid 1, van de Flora- en faunawet is het onder meer verboden om beschermde inheemse diersoorten te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen; opzettelijk te verontrusten; nesten, holen of andere voortplanting- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren; te vervoeren en onder zich te hebben. Vaste rust en verblijfplaats Tot vaste rust- en verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Flora- en faunawet worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Belangrijke migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een vaste rust- of verblijfplaats van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen (bijvoorbeeld nesten, holen, burchten) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau of per exemplaar hieronder.
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Werken conform Ff-wet In het kader van de voorgenomen plannen worden werkzaamheden voorzien, waarbij tijdens de uitvoering negatieve effecten kunnen ontstaan voor broedvogels, amfibieën en een aantal kleinere zoogdieren. Broedvogels Voor de broedvogels geldt dat, indien de werkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen (half maart tot half juli), er geen schade te verwachten valt (mitigatie). Indien aangetoond kan worden dat in of nabij het werkgebied door de werkzaamheden geen vogels tot broeden zijn gekomen, kan worden doorgewerkt in het broedseizoen. Middelzwaar- en zwaar beschermde soorten Amfibieën Voor de zwaar beschermde Heikikker en een aantal licht beschermde amfibieën bevinden zich geschikte overwinteringplaatsen op de werklocatie. Door de werkzaamheden in de meest gunstige periodes uit te voeren (mitigatie), wordt voorkomen dat er dieren tijdens de rust en overwintering worden gedood en/of verstoord. Mochten er tijdens de werkzaamheden amfibieën aangetroffen worden op de werkplek, dan is het raadzaam deze te verplaatsen naar een geschikte plaats buiten de werkplek. Met betrekking tot het bouwverkeer is het vooral van belang de amfibieën tijdens de gepiekte voorjaarstrek van overwinteringsplekken naar voortplantingswater te ontzien. De trek andersom vindt veel meer gespreid over de tijd plaats, zodat het niet nodig is tijdens de najaarsperiode beperkingen te stellen aan het bouwverkeer. U heeft voor het vangen en verplaatsen van de soort echter geen ontheffing nodig, omdat het niet de bedoeling is deze dieren (definitief) aan de natuur te onttrekken. De soort mag over kleine afstanden en binnen korte tijd verplaatst worden om ze te beschermen tegen nadelige gevolgen van uw project.
Mitigeren door:
uitvoering werkzaamheden in meest gunstige periodes (buiten broedperiode vogels en overwinteringperiode amfibieën) Meest gunstige uitvoeringsperioden: september/oktober 2010 en/of 1- 15 maart 2011
Vleermuizen Voor enkele zwaar beschermde vleermuissoorten vormen de moerasbosjes en grote wilgen mogelijk een klein onderdeel van hun foerageergebied en/of vliegroute. Aangezien het grootste deel van dit bosje en de wilgen (knotten) zal blijven bestaan zijn er geen negatieve effecten op deze foerageerplek voor vleermuizen te verwachten. Er worden geen lijnvormige landschapselementen doorbroken, waardoor de ingreep geen effect zal hebben op eventueel aanwezige vliegroutes; de toren zal zo naast de bestaande hoge bomen geplaatst worden dat deze er niet bovenuit zal steken (mond. med. G. van der Burg).
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Conclusies Ontheffing Door het uitvoeren in bovengenoemde periodes wordt voorkomen dat er verbodsbepalingen genoemd in de Flora- en faunawet overtreden worden. De functionaliteit van de vaste rust- en verblijfplaats van beschermde soorten komt niet in het geding. Het leefgebied van Waterspitsmuis (FF3)en Grote modderkruiper (FF3) zal , door het uitbaggeren van de randsloot, op termijn juist geschikter worden. Een ontheffing is dan ook niet nodig. Zorgplicht Voor schade aan licht beschermde soorten geldt een vrijstelling. De zorgplicht uit artikel 2 van de Flora- en faunawet is wel van toepassing. Het is in dat kader van belang dat de (periode van) uitvoering in de meest gunstige periode plaatsvindt en het terrein aan het eind van de zomer 2010 al bouwklaar gemaakt wordt. Om eventuele schade zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen wordt geadviseerd de werkzaamheden ook buiten de overwinteringperiode (november tot en met februari) van amfibieën uit te voeren. Meest geschikte periodes hiervoor zijn augustus, september en oktober.
Literatuur en bronnen Boer, E.P. de. FaunaX-archief en database. Digitale Natuuratlas (DNA) Fryslan. Provinsje Fryslân. It Fryske Gea. Data-archief BIG. Broedvogelkarteringen Jan-Durkspolder Mondelinge informatie G. van der Burg (IFG), S. Rintjema (IFG), N. Minnema (Successie Natuurzaken) M. Courbois en R. Kleefstra (SOVON) www.minlnv.nl. Aanwijzingsbesluit Natura 2000 Alde Feanen www.ravon.nl Warff Werkgroep Amfibieën, Reptielen en Vissen Friesland www.warff.nl
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
BIJLAGE I
Werklocatie en bouwtekeningen uitkijktoren
Figuur 1. Jan Durkspolder. Met zwarte pijl is de werklocatie aangegeven
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus
Bureau FaunaX is aangesloten bij Netwerk Groene Bureaus