Bulletin Een uitgave van de Hersteld Hervormde Gemeente te Apeldoorn Jaargang 4 – nummer 43
Vrijdag 26 juni 2009 Meditatie
De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wie zou ik vervaard zijn? (Psalm 27: 1)
hoogverheven God tot ons af als de stralen van de zon, die ons koesteren en verwarmen. Hij verlicht ons verduisterde verstand zodat we klaar en onderscheiden de dingen gaan zien die ons van God geschonken worden. Hij maakt dat we psalmen kunnen zingen, zelfs in het duister van de nacht. En wat kan er al niet op ons afkomen? In het persoonlijke leven, op het kerkelijke vlak. Maar wanneer God ons Licht is, dan moet de duisternis wel van ons wijken. Zelfs de vorst der duisternis kan geen vat op ons krijgen. Wanneer God ons Licht is, wandelen we voort als een kind des lichts. Voor wie zouden we dan vervaard kunnen zijn? David weet zich door allerlei gevaren omringd. Onheil is er is er te over. Hij spreekt van bozen, zijn tegenpartijen, die tot hem naderen om zijn vlees te eten. Zijn vijanden zijn rondom hem. Zijn vader en zijn moeder hebben hem verlaten. Er zijn verspieders, tegenpartijders en valse getuigen die tegen hem zijn opgestaan. Maar tegen dat alles heeft hij een machtig schild dat hem beschermt. Het is de Heere zijn God, de Almachtige zonder wiens wil geen haar van ons hoofd vallen kan. De Heere is zijn heil, voor wie zou hij dan vervaard zijn? Wanneer wij maar aan zijn Vaderhart mogen rusten! Als Hij onze Heere en Heiland maar is, dan moeten alle dingen medewerken ten goede. Alle dingen, werkelijk alle dingen. De Heere is, zo belijdt David, ook mijn levenskracht. In het oorspronkelijke staat er dat de Heere ‘de burcht’ van zijn leven is. Wat een heerlijk beeld. Als we door de vijanden vervolgd worden en we vluchten naar een burcht op de top van een berg, dan staat er een borstwering van steen tussen ons en onze belagers. (vervolg op pagina 3)
In psalm 27 doet David belijdenis van zijn geloof in de almacht en de trouw van de Heere zijn God. Dikwijls is het duister in zijn leven. Het onheil blijft hem niet bespaard. En hij ervaart de zwakheid van zich zelf. Maar in die duisternis kent hij een licht, tegen het onheil een heil en voor zijn zwakheid vindt hij in zijn God de kracht. ‘De Heere is mijn licht en mijn heil voor wie zou ik vrezen. De Heere is mijns levens kracht voor wie zou ik vervaard zijn.’ Denk daar eens over na. Laat dat eens op je inwerken wat dat betekent als je deze woorden kunt overnemen en je daar in mag delen. We hebben de Bijbel en we weten het wel, het is het Woord van God. Maar beseffen we wie God de Heere wel is? Wat het betekent als we David na kunnen zeggen ‘de Heere is mijn licht.’ Als we dat mee kunnen zingen dan kunnen we wandelen, onbevreesd, langs de donkerste paden en door de diepste valleien vol schaduwen des doods. Immers, God is een licht in Wie gans geen duisternis is. Zo heilig en volmaakt is Hij. En stel daar nu je zelf eens tegenover. Wie zijn wij voor die heilige God? Wordt het niet verwoord in het aloude lied: ‘God enkel licht, voor wiens gezicht, niets zuiver wordt bevonden. Ziet ons bevlekt, met schuld bedekt, misvormd door duizend zonden.’ Als we alleen maar zouden kunnen belijden dat de Heere een Licht is en we het David na kunnen zeggen in de persoonlijke toeeigening van het geloof: ’De Heere is mijn licht’ dan mag er hoop en verwachting zijn. Door dat kleine woordje ‘mijn’ daalt al het licht van die
1
Kerkdiensten:
Collectes:
Kinderoppas:
B.H.V.
Bandnr:
Mw. A. Mandemaker
Dhr. H.T. Mandemaker
599
Dhr. H.T. Mandemaker
600
Mw. M.E. van Vlastuin
601
Mw. M.E. van Vlastuin
602
Mw. E. vd Ruitenbeek
603
Mw. E. vd Ruitenbeek
604
Mw. B. Harskamp
605
Mw. B. Harskamp
606
Zondag 28 juni 09:30 uur
Ds. A.A.F. van de Weg
1.
Eredienst
(Soest)
2.
Fonds Noodl. Gemeenten Jonathan Mandemaker
3.
Aflossing kerkgebouw
1.
Eredienst
2.
Fonds Noodl. Gemeenten Rosanna Bijkerk
3.
Aflossing kerkgebouw
1.
Eredienst
Mw. A. Bijkerk
2.
Diaconie
3.
Kerkvoogdij
Elise Bijkerk Reserve: Christine Koster
Vz. Ps. 137 : 1 16:30 uur
Ds. R. van Kooten
Mevr. G. Kapenga
Vz. Ps. 138 : 2
Zondag 5 juli 09:30 uur
Ds. R. van Kooten
Vz. Ps. 139 : 8 (Bediening Heilige Doop) 16:30 uur
Ds. P.C. Hoek
1.
Eredienst
Mw. Koster
(Hoevelaken)
2.
Diaconie
3.
Kerkgebouw
Eduard de Boer Reserve: Regina van de Starre
Vz. Ps. 140 : 13
Zondag 12 juli 09:30 uur
Ds. H. van der Ziel
1.
Eredienst
Mw. I. Slingerland
(Veenendaal)
2.
St. In de Rechte Straat
3.
Kerkvoogdij
Anouk Slingerland Reserve: Aad van de Starre
1.
Eredienst
Mw. E. de Boer
2.
St. In de Rechte Straat
3.
Kerkvoogdij
Guido Bayense Reserve: Heleen Balkenende
Kand. R. C. Boogaard
1.
Eredienst
Mw. H. Heemskerk
(Vaassen)
2.
Diaconie
3.
Kerkvoogdij
Amber van de Berge Reserve: Laura Balkenende
1.
Eredienst
Mw. M.E. van Vlastuin
2.
Diaconie
3.
Kerkvoogdij
Sharon Brouwer Reserve: Jonathan Mandemaker
Vz. Ps. 141 : 2 16:30 uur
Ds. R. van Kooten
Vz. Ps. 142 : 5
Zondag 19 juli 09:30 uur
Vz. Ps. 143 : 10 16:30 uur
Ds. R. van Kooten
Vz. Ps. 144 : 7
(5 minuten voor aanvang van elke dienst vinden de afkondigingen en voorzang plaats)
2
(vervolg van pagina 1) Ze kunnen ons niet van het leven beroven of ze zullen eerst die burcht moeten veroveren. En zo is de Heere nu een burcht en de kracht voor al de zijnen. En dan heb je niets te vrezen. Dan hoef je ook niet vervaard te wezen. Nee die levenskracht ligt niet in ons zelf. Wat zijn we zwak van moed en klein van krachten. Wat zouden wij met onze twee handen tegen de rampen van het leven uit kunnen richten? Hoe zouden we daarmee het onheil af kunnen wenden? Hoe zouden wij ooit kunnen bestaan in de dag van het gericht wanneer we aangewezen waren op ons zelf? Maar in Christus kunnen we voor God bestaan. En in Hem mogen we kracht vinden voor het leven van elke dag met zijn moeiten, zijn zorgen en zijn strijd. Om onze taak en roeping te verstaan, in ons persoonlijke leven, in ons gezin, in de wereld waarin we gaan en staan. Laten we niet rusten totdat deze belijdenis van David de onze is. En we zeggen het ter bemoediging tegen elkaar: ’Wacht op de Heere, zijt sterk en Hij zal uw hart versterken, ja wacht op de Heere.’ Ds. J.C. den Toom
geplaatst die br. Kloosterman gemaakt heeft, toen hij in 2003 samen met zijn vrouw de ruines van deze stad bezocht. Wat ik zo heb doorgegeven bleek gelukkig exact te kloppen met wat door hem op de gevoelige plaat werd vastgelegd. Zondagmiddag gaan we met de brief zelf beginnen. Voor de vakantie nog tweemaal, maar dan hebben we in ieder geval het begin neergezet om na de vakantie mee verder te gaan. De Heere geve dat we er met elkaar veel van mogen leren. Zondagmorgen hoopt mijn opvolger in Soest voor te gaan. We wensen u met hem een rijk gezegende dienst. Wonder Het was een voorrecht dat ik zondag tweemaal kon voorgaan. Van tevoren was ik al blij dat ik op maandag geopereerd werd, zodat de afstand tot de zondag zo lang mogelijk was. Maar de Heere heeft gegeven boven bidden en boven denken. We werden gedragen op de gebeden van velen. Zonder spanning mochten we naar de OK. Geparkeerd in de vrij grote zaal waar de laatste dingen nog worden verzorgd, voelde ik mij zo rijk in de trouwe hoede van de hemelse Vader in Jezus Christus. En wat was het een wonder weer bij te komen zonder misselijkheid, zonder pijn. Met verwondering heb ik hardop Psalm 31:17 liggen zingen. En verder? Geen paracetamol hoeven nemen. De KNO-arts vertelde dat hij de cyste niet weg kon nemen, omdat hij niet zou weten waar op te houden, omdat de cyste met veel vergroeid is. Hij heeft wel 14cc vocht afgetapt dat op kweek is gezet. Wat de uitslag is? Dat laten we in de handen van de Heere. Anderen vertel ik altijd dat je een wiskundesom met twee onbekenden niet zo kunt oplossen. Zie je op je waardigheid, dan heb je geen enkel recht dat het goed is. Redenerend komt je niet bij de uitslag. Het gaat om biddend wachten. Volgende week maandag hebben we een afspraak.
Van de kerkenraad D.V. Voor alle data geldt ‘Zo de Heere wil en wij leven’. Koffiedrinken Zondag is het al weer de laatste zondag van de maand. Er is dan na afloop van de morgendienst gelegenheid elkaar te ontmoeten in de gemeentezaal. Koffie, thee en frisdrank staat klaar. Gemeenteleden en gasten, hartelijk welkom! Om over na te denken Satan geeft Adam een vrucht en ontneemt hem een paradijs. Laten we in alle verleidingen daarom niet letten op wat hij aanbiedt, maar op wat we zullen verliezen. Richard Sibbes
Zieken Daniël mocht zondag j.l. weer tweemaal met ons opgaan. Naar hij mij vertelde mag de pijn hem erg meevallen. De fam. Blankestijn heeft hem gereden. Heerlijk die zorg voor elkaar. Br. Stam mocht het weekend thuis zijn. De oorsprong van de uitzaaiingen is nog niet helder geïdentificeerd, al beginnen er wel vermoedens te komen. Het onderzoek zal deze week worden voortgezet. Onze broeder zelf mag het goed hebben, omdat de Heere het goed met hem maakt. Dagelijks mag het Woord spreken met kracht en dat maakt klein en verwonderd. Tot je verwondering hoef je niet sterk te zijn, als de Heere maar met Zijn kracht komt in onze
Tenslotte Een gezegende zondag toegewenst. T.O. Bijkerk ~~~~~~~~~~~~~~ Dienst van het woord Het was goed om de afgelopen zondag tweemaal in Korinthe te verkeren en daar te zien hoe de Heere in die wereldstad begint met Zijn gemeente. In dit bulletin zijn enkele foto’s
3
schare die de wet niet kende. Anderen komen uit andere kerken en hebben nooit geweten wat echt Hervormd zijn was. Zo ervaar ik dat er alleen maar verliezers zijn.
zwakheid. Zojuist belde zijn vrouw dat hij dinsdag naar huis mag. Ordelijke gang Zondagmorgen heb ik voor het eerst sinds vele jaren op de preekstoel iets gezegd over de pijnlijke scheur van 1 mei 2004. Ik ben ervan overtuigd dat we onszelf niet hoeven te profileren en dat we niet mogen steken via preekstoel of kerkbode. Zondagmorgen wees ik op de ordelijke gang die Paulus steeds weer gaat door eerst naar de synagoge te gaan. Waarom? In Romeinen 1:16,17 schrijft Paulus dat het evangelie een kracht van God tot zaligheid is, eerst voor de Jood en dan ook voor de Griek. Paulus wendt zich altijd eerst tot de synagoge, de gevestigde kerk van de Heere. Dat is Gods volk. Dat is de officiële kerk. Als de leden samen de prediking van Jezus als de Messias verwerpen, dan maken zij zichzelf tot dwalenden en zijn zij geen wettige gemeente meer. Dan pas scheidt Paulus zich af en zet hij het werk voort te midden van hen die Jezus wel erkennen als Messias. Vooral voor de jeugd vind ik het een belangrijke les om ordelijk te leren denken. Je gaat niet zomaar ergens beginnen. Je gaat ook niet zomaar waar jij je lekker voelt. Nee, je vraagt wat Gods lijn is. Daarom zijn wij altijd Hervormd gebleven, wat er ook in die kerk loos was, zolang de gereformeerde religie maar de wettige grondslag was, zij het soms (zoals onder het Algemeen Reglement) als onder een stolp. Ik kon vijf jaar geleden niet anders en ik zou nu niet anders kunnen, maar ik ben niet ‘hersteld’ van de scheur. Integendeel, de wond trekt en doet pijn. Dat overkomt mij als ik door de Alblasserwaard rijd, over Goeree-Overflakkee en noem maar op. En dat wordt aan beide zijden van de breuklijn ervaren. Ook ds. A.A.Floor sprak daar sympathiek over in zijn interview met het RD. Ik weet nog hoe moedig hij sprak in de decembervergadering van 2003.
Een voorbeeld Hieronder een voorbeeld hoe dingen zomaar kunnen veranderen. Een student die vanuit een heel andere kerk overkwam en onlangs bevestigd werd in een van onze gemeenten, schreef een artikel in zijn kerkbode waarom hij geen toga draagt. Dat kan ik mij voorstellen. Hij zal geregeld vragen krijgen van mensen die het ervaren als een verandering ten aanzien van wat zij gewend waren. En dat te meer omdat hij voor zijn bevestiging en intrede wel een toga geleend had van een collega. Ja, dat roept vragen op: met toga binnentreden en eenmaal binnen, zonder toga verder. Vandaar dat hij in zijn kerkbode aandacht besteedt aan de vraag waarom hij geen toga draagt, waar de toga vandaan komt, et cetera. Ds.Vlietstra nam dit weer over in het landelijke blad. Het speerpunt was dat de toga de geleerdheid zou etaleren. Uiteraard werd door ds.Vlietstra niet vermeld in welke kerk deze jonge dominee is opgegroeid. Dat zou een en ander wellicht begrijpelijker maken. Zelf weet ik als gewoon hervormde jongen niet anders dan dat een dominee in toga voorgaat. Hooguit als er een eerwaarde heer kwam preken, zag je een voorganger in een zwart pak. Van mijn tiende tot mijn vijftiende woonde ik in Huizen. Daar preekten ds.J. den Besten, ds. G.Boer, ds.J. Cirkel, ds. Jac. Vermaas en ook mijn vader in toga. In Delft was het daarna niet anders. Ds. L.Vroegindeweij, ds. J.C.Stelwagen, ds.Anth.Gooijer en mijn vader preekten in toga. Dat gold eigenlijk ook van alle gastpredikanten. En zelf? Toen de proefpreek naderde, was het niet eens een vraag. Natuurlijk bestelde je een toga. Het was slechts uitzondering dat iemand apart wilde zijn en doen. Maar waarom wilde ik een toga? Om mijn geleerdheid uit te stralen? Nooit aan gedacht! Nooit zo ervaren! Wat dan wel? Net als bij rechters. Ze zitten daar niet als privé personen die moeten juist schuilgaan achter het ambt. Zo hebben anderen en ik het altijd beleefd.
Verliezers Waar het recht beleefd wordt, zijn er alleen maar verliezers. Wie er beter van geworden is, zit niet goed. Op de ene plaats worden ze gemist, die om des gewetens wil niet mee konden. Het evenwicht is weg. Soms wordt er niet meer op de rem getrapt. De gemeente verschiet van kleur. Op de andere plaats wordt dat evenwicht net zo goed gemist. We zeiden Hervormd te willen blijven, maar de breedte wordt soms gemist. Ook hier verschiet de kleur of verdwijnt zelfs… Hoe komt dat? Sommigen waren nooit echt Hervormd, maar meer Labadistisch. Het ging alleen om de echte bekeerden en niet om de
Illustratie uit het leven Om het bovenstaande aan mijn studenten nog wat duidelijker te maken, vertel ik het volgende verhaal. Toen wij in Huizen woonden, gingen wij in Hilversum op school op het Christelijk Lyceum. Dagelijks moesten we de voorganger van de A1 oversteken. Dat was heel wat anders dan tegenwoordig. Op de route Blaricum, Laren, Hilversum stonden er stoplichten bij de huidige A1. Als er een groot gat tussen de auto´s was,
4
uitdrukkelijk uit dat het niet ging om een kerkelijk ambtsgewaad. Nee, de toga moest gezien worden als het keurige kleed van de professoren, rechters en advocaten en nu ook van de dominees. Zo is de toga dus gedurende meer dan honderdenvijftig jaren binnen de Nederlandse Hervormde Kerk een zo goed als algemeen aanvaard verschijnsel. (Slechts een enkeling week hiervan af. Voor sommigen werd het zelfs een teken van echt orthodox zijn.) Om die kerk gaat het mij. Niet om de andere kerken met elk hun eigen traditie, waarvan er geen één tot bijbels uitgangspunt is te verheffen. Daar gaat het hier ook niet om. Nee, maar wel om het feit dat de Hervormden die zeiden dat zij om des gewetens wil niet mee konden de PKN in, zo goed als allemaal zeiden, gewoon Hervormd te willen blijven. Dat gold wat mij betreft ook de toga. Net als voor 2004 een enkeling in zijn zwarte pak en de meesten gewoon in de toga als symbool van de objectiviteit van het gepredikte woord als Woord van en in Naam van de Koning.
stak je snel over. Dat deed ik als twaalfjarige ook. Ik ha de pech dat er verderop een politieauto (een Volkswagen Kever) stond te wachten. De agenten zagen mij en mijn medescholieren gaan. We werden snel ingehaald. Dat wil zeggen , we ontkwamen in het bos, maar waar wij er uitkwamen werden we keurig opgewacht. Wat stond je te trillen! Naam en adres werden genoteerd, “je hoort er meer van”. En dat deed ik. Een brief thuis dat ik dan en dan om zo laat voor de kinderrechter in Hilversum moest verschijnen. Ja, zo werd dat vroeger aangepakt. Indrukwekkend! Ik zie nog haarscherp de wachtkamer voor mij. Een hoog plafond, grote deuren. Daar zat ik. Nee, geen moeder of vader die was meegegaan. Ik moest maar op mijn eigen blaren zitten. Rillingen over mijn rug, spanningen in mijn buik. Tegelijk onderuitgezakt nieuwsgierig rondkijkend en bedenkend waar de anderen voor opgeroepen waren. Fantaserend. Mijn overtreding was vast de minst erge. Ja, en toen ineens mijn naam. Mee naar de rechtszaal. Nu ging het gebeuren. En toen? Nooit zal ik de kater vergeten die ik opliep. Daar zat een meneer, die niet eens de moeite genomen had om zijn toga dicht te knopen. Ik zag heel duidelijk zijn spijkerbroek. Wat dat met mij deed? Heel veel, die man was geen rechter voor mij die in de naam van de koningin recht sprak (al hing haar foto boven zijn hoofd), maar een gewone meneer die hier zijn geld verdiende. Die ondeugende kinderen had net als ik. Weg, het ontzag voor het onkreukbare gezag en dat door een kreukelige spijkerbroek. Kijk, dat is het symbool van de toga voor mij: er staat niet zomaar een mannetje zijn eigen mening te verkondigen, maar een ambtsdrager in dienst van de Koning. Helaas weet ik ook dat de toga zelf dat niet garandeert. De man in de toga zal biddend moeten studeren.
Verkeerd argument Als je iets niet gewend bent of liever niet wilt, zoek je daar meestal ook nog wat argumenten bij. Dat is ons allen eigen. Zo ook de jonge predikant die liever geen toga aan wil, naar mijn inschatting omdat hij het in zijn kerk ook nooit gewend was. Ik neem even een deel van zijn redenering over: “De ouderlingen en de diakenen dragen – hoewel ook hun ambten onderscheiden zijn! – in de eredienst dezelfde kleding: een zwart pak. Het lijkt mij daarom terecht, dat een predikant de eenheid van de ambten laat zien door dezelfde kleding te dragen. De prediking is immers niet alleen zijn zaak! Natuurlijk, er kan er maar één de preekstoel op gaan, er heeft er maar één de preek voorbereid. Maar de verantwoordelijkheid voor de prediking wordt gedragen door de gehele kerkenraad. Dit maken we zichtbaar, wanneer we allen dezelfde kleding dragen.” Dit klopt niet. Als hij nadenkt weet hij dit ook. De verantwoordelijkheid voor de prediking wordt niet zichtbaar gemaakt door het zwarte pak. Zo heeft hij dat in zijn jeugd misschien wel ervaren, maar de werkelijkheid is, dat dit gebeurt door het geven van de hand (namens de gehele kerkenraad) door de dienstdoende ouderling onder aan de kansel. Ik geloof vast dat ds. Hoek het zo ook uitgelegd heeft.
Historisch Op de voorhand wil ik aangeven nooit een diepgaande studie naar de toga verricht te hebben. Daar was ook geen noodzaak voor. Net zo min als naar de ontstaansgeschiedenis van de toga van de rechter, de advocaat, de hoogleraar, et cetera. In 1853 verbood de overheid dat roomse en protestantse geestelijken hun ambtsgewaad buiten het kerkgebouw zouden dragen. De hervormde synode werd toen bang dat predikanten doordeweeks en 's zondags op de kansel zich naar de laatste mode zouden gaan kleden. Dat was de reden waarom deze synode in een schrijven van 1854 predikanten aanraadde om een toga te gaan dragen. Daarbij sprak men
Proefpreek In mijn tijd volgde de proefpreek op het kerkelijk examen. Zo goed als iedere student had dan
5
Leerling Het bovenstaande doet mij aan nog iets denken. In de Hervormde kerk mocht een kandidaat echt nog kandidaat zijn. Kwam er een nieuwe kandidaat dan werd hij welwillend beluisterd. En zo kon er gezegd worden: “Hij moet nog wel wat aanleren, maar zijn grond is goed”. Er werd geluisterd of de sola’s van de reformatie verstaan werden en doorklonken. Een jonge man van 21 hoefde niet te spreken als een oudere van 48 of 63. Gelukkig, want een jonge man die studeert op de Schrift kan en zal nog veel leren, net als zijn oudere collega die nog steeds leerling is van het Woord. Hij die echter als een opa begint, zal niet verder komen, omdat het beginstation tegelijk eindstation is: opa. Hooguit kan er een stok of een rollator bijkomen. In je eerste gemeente mocht je ook veel leren van kerkenraadsleden met ervaring. Gelukkig zijn er nog steeds van zulke gemeenten. We wensen onze jonge collega’s daar veel zegenrijke en leerzame jaren.
een toga aan. Op dat punt was er sprake van grote eenduidigheid en kon je vanuit de toga nog niet opmaken of een student rechts of links was. Ik haast mij tegelijk er aan toe te voegen dat het enige jaren voor 1 mei 2004 bij de studenten al minder eenduidig werd. Maar nog steeds niet als teken van rechtzinnigheid of lichtzinnigheid. Het is waarschijnlijk allemaal gekomen, toen het officiële traject verlaten werd. (Let wel, dat was gewoon nog in de Hervormde kerk). In mijn tijd maakte je eerst je studie af. Je deed je kerkelijk examen en daarna volgde onder voorzitterschap van een van de kerkelijke hoogleraren je officiële proefpreek in één van de Utrechtse kerken. Je werd vergezeld door twee paranimfen die met de kerkelijke hoogleraar na afloop kritiek op de preek leverden. Zelf deed ik mijn voorstel (zoals het ook genoemd werd) in de Pieterskerk in Utrecht. Vanuit de kerkelijke gemeente waartoe je behoorde werd meestal een bus georganiseerd en ook studenten, familie en vrienden kwamen om de echte, eerste, officiële preek bij te wonen. Na de proefpreek kwam de tijd van vicariaat bij een ervaren predikant en deelname aan het seminarie Hydepark te Driebergen en ondertussen ging je zondags voor in de gemeenten. Na mijn tijd (ik weet niet eens hoeveel later) werd de officiële proefpreek losgelaten. Ik vermoed dat dit te maken had met de studiebeurs en het feit dat de stage binnen de afronding van de studie moest vallen. Dus omwille van de studiecenten eerst je vicariaat en Hydepark en pas helemaal aan het einde het kerkelijk examen. Je koos nu zelf het moment uit om te gaan preken. Je kreeg eerst van de kerkelijke hoogleraar een proefconsent voor drie of vijf keer (exact weet ik het allemaal niet) en als dit positief werd beoordeeld een meer definitief consent voor een jaar. Omdat het officiële moment van de proefpreek vervallen was, verschoof het aantrekken van de toga naar de officiële datum van bevestiging en intrede. Er kwamen dus nu vele studenten die preekten in hun zwarte pak. Daar is niets mis mee, als het maar geen teken wordt van orthodoxie. Dan krijgen we studenten die aan het begin van de studie al in een zwart pak verschijnen. Wel een roeping, maar nog geen ambt. Om het helder te krijgen moet u maar denken aan een jonge man of een meisje die een roeping gevoelt om dokter te worden. Wat roept het op bij, als de ze persoon al aan het begin van de studie in een witte jas naar college gaat en uit het borstzakje een stethoscoop laat hangen? Het zou zorgen voor grote hilariteit.
Zegen Van harte wens ik namens onze gemeente br. R.C. Boogaard en zijn vrouw van harte Gods zegen, nu er weer een nieuwe fase in hun leven is aangebroken, nu onze vicaris kandidaat tot de heilige dienst is geworden. De kerk heeft hem toegelaten en beroepbaar gesteld. We hopen van harte dat de Heere hen aan Zijn hand naar een plaats in Zijn wijngaard zal leiden, waar hij een plek mag krijgen zoals hierboven omschreven. We geloven van harte dat de gemeente die hem krijgt goed af is en van zondag tot zondag een bestudeerde preek mag verwachten en tegelijk een hartelijk echtpaar zal krijgen dat er is voor de gemeente. Tegelijk krijgen ze een schitterend viertal kinderen erbij. Ik hoop niet dat die in een korset van ‘domineeskinderen’ geperst worden, maar heerlijk mogen opgroeien. Ja, dat ze het als een zegen mogen ervaren dat hun vader dominee is en niet als een straf. Zo samen Gode bevolen. Groet Vanmiddag moest ik nog even iets halen bij grote bouwmarkt. Toen ik mijn karretje gepakt had, kwamen er twee oudere vrouwen die het juiste geld niet hadden. Toen ik hen geholpen had, zei een van hen: “meneer, u komt vast in hemel”. Ik keerde mij om en ging naar hen terug: “Mevrouw, door Gods genade mocht ik daar al zeker van zijn. Niet omdat ik anderen geholpen heb, maar omdat de Ander mij hielp! Ja, en dat zonder ook maar 50 eurocent van mij! Mevrouw, Jezus Christus is de enige Weg ten hemel voor u en voor mij.” De dames waren helemaal uit het veld geslagen. Biddend voor
6
hen ging ik met mijn karretje de bouwmarkt in. Er is geen Andere Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid. Zonder die Naam zou het een heel Karwei zijn in een vermoeiend Doeland. Gelukkig is de Praxis van het Koninkrijk der hemelen anders. Christus is niet slechts de eerste drie letters van het Griekse alfabet, de alfa tot en met de Gamma, maar alle letters van de Alfa tot en met de Omega. Het Begin en het Einde. Hij is Alles. Ja, zo krijg je soms een doelkans voor open doel. Oudere dames die nog van een hemel weten en ook wel de gedachte hebben dat het daar goed moet zijn, maar niet de weg en de ware betekenis kennen. De Heere geve ons vele gelegenheden om onverwachts te getuigen en de weg te wijzen. Maar bovenal Hij zegene onze woorden. Tot zondag!
Van de kerkvoogdij
Opbrengsten collecten: Zondag 14 juni: 1. Eredienst 2. St. Friedenstimme 3. Kerkvoogdij Totaal
€ € € €
278,00 321,50 296,35 895,85
Zondag 21 juni: 1. Eredienst 2. Diaconie 3. Kerkvoogdij Totaal
€ € € €
296,00 278,28 292,34 866,62
Uw fam.ds.R.van Kooten
Activiteiten kalender Wijzigingen graag
[email protected]
Kerkauto:
Zondag 14 juni Zondag 21 juni Zondag 28 juni Zondag 5 juli
Dhr. L. Schouten Mej. G.M. Schouten Dhr. E. Bongiovanni Dhr. H.T. Mandemaker
doorgeven
aan
Kerkenraadsvergadering (19:00 uur) dinsdag 7 juli Bediening Heilig Avondmaal zondag 6 september
Colofon Predikant:
Kerkgebouw:
Kinderoppasdienst:
Bandrecorderdienst:
Ds. R. van Kooten
Smaragdstraat 10
Mevr. E. vd Ruitenbeek
Dhr. C. van Mourik
Houttuinen Zuid 1A 7325 RJ Apeldoorn tel. 055 – 3014207
7314 HG Apeldoorn
tel. 055- 533 15 16
tel. 055-521 74 77
Bestellen collectebonnen: 1054.39.452 t.n.v. "Collectebonnen HHG Apeld"
Bestellen cassettebandjes: Rabobank 1104.63.420
tel. 055- 355 51 49 e-mail:
[email protected]
Koster:
Scriba: T.O. Bijkerk
Dhr. W. van Hartskamp Ampèrestraat 8 7316 KS Apeldoorn
o.v.v. aantal en waardebedrag: bijv 2 x € 25 Verkrijgbaar in vellen met de volgende waarden:
t.n.v. Kerkvoogdij HHG Apeldoorn Vooraf te betalen: € 3,50 o.v.v. het bandnr. of d.m.v. een machtigingskaart
Terwoldseweg 99a
tel. 055- 521 42 09
25 bonnen à € 0,60 per stuk: € 15,- per vel
Bankrekeningnummers gemeente:
25 bonnen à € 1,00 per stuk: € 25,- per vel
Kerkvoogdij:
7323 RA Apeldoorn tel. 055- 366 56 34
Website:
Rabobank 1104.63.420
e- mail:
[email protected]
www. baybay.nl/kerk
t.n.v. Kerkvoogdij HHG Apeldoorn
Eindredactie:
Kerkauto en BHV:
Distributie collectebonnen:
Diaconie:
T.O. Bijkerk
[email protected]
Dhr. L. Schouten tel. 055- 522 19 54
Dhr. L. Schouten tel. 055- 522 1954
Rabobank 1054.39.444 t.n.v. Diaconie HHG Apeldoorn
7
De ruïnes van Korinthe zijn voor een deel opgegraven. Hieronder is daar een pentekening en plattegrond van te zien.
De ‘agora’ is de markt. Aan de markt grensde de Bema (platform). Waarschijnlijk werd Paulus op die of een soortgelijke plaats beschuldigd door de Joden. (Handelingen 18 : 12 – 17)
8
Een overzichtfoto van de ruïnes.
Korinthe beschikte over waterbronnen. Dit zijn de resten van een badhuis met een nog steeds (!) watergevende bron. Een nabijgelegen dorp krijgt ook nu nog water uit de bron Peirene.
De tempel lag hooggelegen en was/is daardoor de centrale blikvanger.
De enige poort die nog in tact is.
9
10
Dit zijn de werkplaatsen/huizen van ongeveer 4 bij 4 meter. In een dergelijke ‘werkplaats’ rondom de markt (zie plattegrond) heeft Paulus waarschijnlijk zijn ambacht als tentenmaker uitgeoefend.
Korinthe
11