Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren? Buitenlandse activiteiten: hoe fiscaal te structureren?
08 February 2011
Buitenlandse activiteiten Factoren en vragen, o.a.: – 100% dochter, joint venture of minderheidsdeelneming – Operationele dochter? Vastgoed, belegging, anderszins? – Verliezen in dochter (verwacht)? – Verliezen in moeder? – Hoe te financieren: eigen vermogen, vreemd vermogen intern / extern – Verdragstoepassing? – Soort geldstroom: dividend, rente, royalty, capital gains
2
Buitenlandse activiteiten Attentiepunten, o.a.: – Horizon / exit – Fiscale wetgeving lokaal – Transfer pricing – Vergoedingen voor diensten binnen groep – BTW – Bestuurdersbeloningen – Niet-fiscale aspecten, o.a. bestuurdersrol, aansprakelijkheden, praktische uitvoerbaarheid, externe standing
3
Buitenlandse activiteiten Structuren: – Dochter / entiteit: GmbH, Ltd., S.A., S.à.r.l., etc. – Vaste inrichting: onderdeel van NL moeder – Partnership: LP, CV, GmbH & Co KG, etc. – Hybride lichaam: bijv. Franse SNC
4
Buitenlandse activiteiten – Activiteiten zijn lokaal belast met vennootschapsbelasting – Lokale entiteit of vaste inrichting maakt lokaal meestal niet uit; wel verschil in NL – Een entiteit is praktisch iets eenvoudiger dan een vaste inrichting – Bovendien kan een exit met een entiteit makkelijker en gunstiger uitpakken; capital gains op aandelen zijn meestal niet belast – Hybride structuren kunnen een voordeel opleveren – Debt push down: target te verwerven via lokale tussenholding; rente aftrekken van lokale winst via fiscale eenheid of fusie – Financieren met vreemd vermogen vanuit Nederland kan voordelig zijn vanwege lager vpb tarief: 25% in NL versus hogere tarieven in bijv. Frankrijk (34%), België (34%), Duitsland (30-33%), VK (28%)
5
Nederlandse aspecten bij buitenlandse vaste inrichting – Allocatie vraagstuk: welke winsten cq verliezen zijn waar belastbaar – Indien buitenland verlieslatend en Nederland winstgevend is, dan opzetten via buitenlandse vaste inrichting – Verliezen v.i. komen direct in mindering op NL winst – Later wel recapture; met name timing voordeel – Anti-misbruik in de deelnemingsvrijstelling tegen het omzetten van een verlieslijdende vaste inrichting in dochtervennootschap – Let op: inhaalverliezen in beginsel onbeperkt, terwijl carry forward max. 9 jaar is – Rente aftrek: geen art. 10a beperkingen indien lening gebruikt wordt voor activiteiten in vaste inrichting 6
Nederlandse aspecten bij buitenlandse vaste inrichting – Vaste inrichting in Euro-zone: geen vertaalresultaten – Vaste inrichting buiten euro-zone: vertaalresultaten; zijn te voorkomen middels functionele valuta
7
Nederlandse aspecten bij buitenlandse dochter – Normaal gesproken geen fiscale gevolgen in Nederland o.g.v. deelnemingsvrijstelling: dividenden en capital gains onbelast – Deelnemingsvrijstelling: verliezen niet aftrekbaar, behoudens liquidatie verlies onder voorwaarden – Mogelijke rente aftrek beperking bij lening van groepsmaatschappij ter financiering van dochtervennootschap – Fiscale eenheid met buitenlandse dochter is niet mogelijk o.g.v. jurisprudentie EU Hof van Justitie en Hoge Raad – Verlieslijdende dochter omzetten in vaste inrichting: verliezen afzetten tegen NL winst (later recapture)
8
Algemene aspecten bij buitenlandse dochter – Dividenden binnen de EU: in de regel geen dividendbelasting o.g.v. EU Moeder-Dochter Richtlijn – Dividenden van buiten de EU: vaak onderworpen aan lokale dividendbelasting, doch veelal beperkt o.g.v. verdrag – Capital gains bij vervreemding van aandelen zijn in de meeste gevallen in Nederland belastbaar (doch niet belast), en leiden lokaal niet tot heffing – Uitzonderingen bijv. Brazilië, Mexico – Vervreemding van aandelen vaak makkelijker dan vervreemding van activa van een vaste inrichting
9
Duitsland – Duitse vennootschap of vaste inrichting maakt in beginsel niet uit – Vpb tarief 30-33%, nationaal en lokaal, tarieven verschillen per stad – Organschaft; vergelijkbaar met fiscale eenheid – Zowel Duitse vennootschap als Duitse vaste inrichting van NL vennootschap kunnen hoofd zijn van een Organschaft – Veel gebruikte partnership: GmbH & Co KG, fiscaal transparant – Anti-misbruikwetgeving: substance test voor structuren, relevant voor situaties met niet-NL ingezetenen als uiteindelijk gerechtigden
10
Duitsland – Financieren met vreemd vermogen: beperkingen middels zgn. interest barrier rules (Zinsschranke) – Renteaftrekbeperkingen gelden voor alle vormen van vreemd vermogen verstrekt door banken en groep – Onbeperkte aftrek voor rente tot EUR 3 mio per jaar – Max. 30% van EBITDA rente in aftrek; ziet op netto rentebetalingen – Uitzondering als Duitse entiteit niet tot een groep behoort – Uitzondering als debt-to-equity ratio beter is dan groepsratio – Geen bronheffing op rente ter zake van reguliere leningen
11
Verenigd Koninkrijk – UK vennootschap of vaste inrichting maakt in beginsel niet uit – Vpb tarief 28%, gaat naar 24% in komende 4 jaar – Group relief; vergelijkbaar met fiscale eenheid; niet over de jaren heen – Vaak meerdere acquisitievehikels boven elkaar, met interne en externe financiering; achtergrond bank eisen – Middels group relief rente aftrek van winst Target – Omhooghalen van de business vanuit de Target naar UK HoldCo, om te voorkomen dat verlies van jaar 1 van UK HoldCo niet met winst van jaar 2 van Target verrekend kan worden
12
Verenigd Koninkrijk – Thin cap regels – Algemene beperkingen aan double dip – Financieren met vreemd vermogen vanuit tax havens mogelijk; wel 20% bronheffing op rente – Geen bronheffing op rente naar Nederland
13
België – Belgische NV, BVBA of vaste inrichting maakt in beginsel niet uit – Vaste inrichting: voordeel dat stukken niet gepubliceerd worden; kan nuttig zijn in situatie dat Belgische operatie één grote cliënt heeft – Vpb tarief 34%, met een uitzondering voor kleine vennootschappen – Fiscale eenheid is niet mogelijk – Acquisitievehikel met schuldfinanciering: rente aftrek, doch door ontbreken fiscale eenheid mogelijkheid is dit weinig effectief – Wel mogelijk om acquisitievehikel met target te fuseren; echter een aantal jaren (3) wachten; na fusie zijn verliezen tegen winsten af te zetten (met beperkingen)
14
België – Financieren met vreemd vermogen vanuit niet Europese tax havens is problematisch; grens ligt bij 15% heffing – Financieren vanuit Europa alsmede Belgische entiteit is goed mogelijk; notionele rente aftrek in België is aantrekkelijk! – Mogelijkheden met een Belgische CV: transparant vanuit NL optiek, niet transparant vanuit Belgische optiek
15
Frankrijk – Vennootschap of vaste inrichting: maakt in beginsel niet uit – Vpb tarief circa 34% – Fiscale eenheid: ook een v.i. kan hoofd van een fiscale eenheid zijn – Acquisitie middels interne of externe financiering (via fiscale eenheid): rente aftrek van winst Target; geen art. 10a beperkingen – Thin cap 3:1 of hogere groepsratio – Hybride structuren met bijv. SNC: double dip – Financieren met vreemd vermogen vanuit tax havens mogelijk, maar met beperkingen – 15% bronheffing op rente: makkelijk te voorkomen
16
Joint venture – Voor niet-EU partner kan het aantrekkelijk zijn om via een Nederlands joint venture vehikel te participeren, ivm internationale fiscale optimalisatie – Een Nederlandse Coöperatie kan als JV vehikel fungeren: geen dividendbelasting, en geen andere fiscale gevolgen – Als gebruik wordt gemaakt van een transparant vehikel: verliezen komen pro rata ten laste van JV partners – Transparant JV vehikel kan bijv. een NL CV zijn; voordeel dat NL recht van toepassing is
17
Overige aspecten – Fusie tussen NL en buitenlandse vennootschap sinds kort juridisch mogelijk; kan fiscaal zonder afrekening, onder voorwaarden – Verplaatsen van activiteiten naar buitenland: afrekenen (of toch niet?) – Winstdelende lening: aftrek in buitenland en onder omstandigheden onbelast in Nederland – Herinvesteringsreserve (HIR) te gebruiken in vaste inrichting? – Vergoeding in rekening brengen aan dochtervennootschappen terzake van management services: accounting, finance, treasury, legal, sales, marketing, HR, IT – Strengere documentatieverplichtingen bij transacties met dochter versus vaste inrichting; artikel 8b Wet Vpb niet van toepassing bij v.i. 18