Huurdersmagazine Stadgenoot Zevende jaargang | oktober 2014 nummer 3
Buitengewoon Buitenveldert De buurt die een 7,8 scoort
Een woensdag in Het Getij Een bakkie en een spelletje
De zomer van 2014 Fotoverslag uit onze buurten
Stuur je ’stadste‘ zomerfoto in en
WIN zie pagina 16
Buiten in de stad Groene vingers brengen kleur in de buurt
inhoud
mijn Geuzenveld
‘Ik geniet van het contact met de mensen’
6
Buurt in Beeld Buitenveldert: saai of fraai?
10
Grieks avondje uit Eten, dansen, muziek bij Plato
11
How are you? Aafs do’s en don’ts van klantgerichtheid
12
Olga Mohan woont sinds 2001 in Geuzenveld Zuid. Ze is altijd bijzonder actief in haar eigen buurtje. Daar voelt ze zich thuis. ‘Het is een prachtig stukje Amsterdam. Ik voel me er vrij.’Tekst Yvonne Polman | Fotografie Wout Jan Balhuizen
Gezellige boel Buren ontmoeten elkaar in Het Getij
1
16
De zomer in beeld Vrolijke foto’s uit de buurt
20
De portieken in Vaklieden nemen werk van huismeesters over
23
Groene vingers Huurders tonen hun tuin en geven tips
Komkommertijd was het alleen voor wie groenten kon verbouwen, in de eigen tuin bijvoorbeeld. In de grote stad is zo'n stukje groen maar voor
2 Sloterpark ‘Een heerlijke plek om te zijn, vind ik. Er is van alles te doen en te zien. Zoals het Ruige Riet, vroeger ook wel Vogeleiland genoemd. Dit is een gebied vlakbij het Geuzeneiland dat zich sinds de jaren vijftig heeft ontwikkeld tot natuurterrein. Ook is er een aantal kunstwerken, zoals het Groot Landschap. Maar gewoon lekker op een bankje zitten en om me heen kijken naar de mooie natuur, vind ik ook heerlijk. Soms kom ik bekenden tegen.’
Mevrouw Zwart ‘Een beetje klassiek en antiek’
2
woord vooraf
Een hete zomer De zomer ligt weer achter ons. Hij was lang en heet en dan heb ik het niet alleen over het weer. De wereld stond in brand. Van de Balkan tot het Midden-Oosten, van Rusland tot de Verenigde Staten. Overal werd ruzie gemaakt en gevochten en dat is nog niet voorbij. Nederland werd ook geraakt. Een vliegtuig naar Maleisië vloog op het verkeerde moment over de verkeerde plek. Er kwamen 298 mensen om, onder wie 196 Nederlanders. Aan boord twee huurders van Stadgenoot. Een jong stel dat net verhuisd was naar Argentinië, ons nieuwbouwcomplex aan het IJ. Het wereldleed kwam plotseling wel heel dichtbij.
28
weinigen weggelegd. Wie een tuintje heeft, maakt daar gek genoeg vaak geen gebruik van. Het is dan een smoezelige plek waar oude rommel wordt gedumpt. Dat mag, zo lang je buren er maar geen last van hebben, maar leuk is anders. Een tuintje brengt zo veel kleur en sfeer in de buurt. Je zou willen dat iedereen er wat van maakte. In deze Stadleven zetten we ze in het zonnetje, onze huurders die hun eigen oase hebben gebouwd. De buren genieten mee. Ik heb de zomer gebruikt om te verhuizen. Van oost naar west ging de reis, van Wittenburg naar de Hoofdweg, vlakbij het Surinameplein. Wat een heerlijke buurt. En wat spannend om de stad van een heel andere kant te leren kennen. De parken van Vondel en Rembrandt
1 Binnentuinen Teixeira de Mattosstraat ‘Ik heb een fijne benedenwoning, met een voortuin en achtertuin. Heerlijk in het groen dus. Geuzenveld bevalt me prima. Het is er ruimtelijk, rustig en er rijden een stuk minder auto’s dan binnen de ring. Ik ben graag buiten en daarom vind ik het zo leuk dat Stadgenoot onze binnentuin aan het opknappen is. Ze plaatsen er nieuwe planten en struiken, een picknicktafel en plantenbakken zodat bewoners kunnen tuinieren.’
op loopafstand. Winkels en terrasjes all over the place. Zoon Willem in de draagdoek, de barbecue binnen handbereik. We hebben genoten. Eigenlijk was de hele stad een fijne plek om te zijn. De thuisblijvers hadden gelijk dit jaar. In dit nummer van Stadleven een fotoreportage die dat bewijst. Kinderen die zwemmen in de Amstel. Feestvierders die juichen om het Nederlands elftal. Mensen in de Diamantbuurt die samen een hapje eten op de stoep. Er lag een grauwe sluier over de stad, maar voor de meeste Amsterdammers was het gelukkig summertime en the living was easy.
3 Lambertus Zijlpleinmarkt ‘Op maandag ga ik wel eens naar de Lambertus Zijlpleinmarkt. Ik vind het leuk om te snuffelen bij de kraampjes. Maar ik ga alleen als ik veel tijd heb, want ik wil ook gezellig kunnen kletsen met de marktkooplui. Ik ben altijd nieuwsgierig naar hoe het met hen gaat.’
4 De Nijkamptuin ‘Tijdens de open schooltuindagen in de Nijkamptuin help ik met koffie en thee schenken. Ik geniet van het contact met de mensen daar, die ik meestal alleen zie tijdens de open dag. Ik vind de Nijkamptuin een erg leuk initiatief, het is belangrijk dat kinderen uit de stad iets leren over de natuur.’
3
5 Het Pluspunt ‘Hier kom ik eens per maand op zaterdag en dan assisteer ik bij de rommelmarkt in het Pluspunt. We hadden eerst alleen de bovenverdieping van het pand tot onze beschikking, dat was erg lastig voor mensen in een rolstoel of met een rollator. Samen met de initiatiefnemer van de rommelmarkt, heb ik me ingezet om ook de benedenverdieping erbij te krijgen. Dat is gelukt! De rommelmarkt is nu toegankelijk voor iedereen.’ Wilt u ook graag vertellen hoe leuk uw buurt is? Mail naar
[email protected]
1
5 3
4
Pim de Ruiter Manager Communicatie Stadgenoot
2
©Google
Reageren? Mail naar
[email protected]
4
5
Fotografie Jan Freriks
2
Stadleven 3 | 2014
Stadgenoot
3
kort nieuws
kort nieuws Jaarboekje 2013
Prikactie
Vóór 1 juli publiceert Stadgenoot altijd zijn jaarverslag over het voorgaande jaar. Een heel boekwerk is dat. Je moet er echt even voor gaan zitten. Voor wie geïnteresseerd is: alle jaarverslagen staan op www.stadgenoot.nl. Er wordt ook een handzaam en leesbaar boekje van gemaakt, rijk geïllustreerd en boordevol overzichtelijke graphics. Onze zakelijke relaties ontvangen dat automatisch. Wilt u dit boekje ook ontvangen? Stuur dan een mailtje aan
[email protected]
Elke dinsdag trekt huismeester Rutger Zaal, vaak vergezeld door buurtbewoonster Ans Uiterwijk en een groep van zo’n tien cliënten van dagcentrum De Elzen, ten strijde tegen lokaal zwerfafval. De prikactie in Zuidwest Kwadrant (Osdorp) wordt georganiseerd door Recycle Valley. ‘De buurt was behoorlijk vervuild toen de groep een half jaar geleden begon met schoonmaken’, vertelt Rutger. De mensen gaan positiever denken over hun leefomgeving, merkt hij. Buurtbewoners knikken regelmatig goedkeurend als ze de groep bezig zien. ‘Ze zien dat huismeesters niet alleen maar aan het regelen zijn, maar zich ook actief inzetten, en dat de cliënten van De Elzen iets terugdoen voor de buurt.’
Parlementaire enquête
Volg ons ook op Twitter: @stadgenoot Facebookpagina: www.facebook.com/stadgenoot
Laatste fase Argentinië We gaan het laatste gat aan de Zuidelijke IJ-oever dichten. Op 1 oktober slaan we de eerste paal. Samen met Altera Vastgoed gaat Stadgenoot hier 159 huurwoningen bouwen. Er komt een gebouw te staan met 66 vrijesectorwoningen (ontwikkeld door Altera) en
Twee huurders omgekomen bij rampvlucht
93 sociale huurwoningen (door Stadgenoot). Op de begane grond komt 400 m2 broedplaats voor kunstenaars. Het is het laatste blok van het project Argentinië, schuin tegenover club Panama aan de Oostelijke Handelskade. De eerste twee blokken – in opvallende
neo-klassieke stijl – werden twee jaar geleden opgeleverd. Het sluitstuk van het project krijgt een veel soberder aanzien. Het ontwerp van Studio NineDots sluit naadloos aan bij de stoere vormen van de andere nieuwbouw in de buurt.
Wie het nieuws een beetje volgt, is het niet ontgaan. Een parlementaire enquêtecommissie doet onderzoek naar het functioneren van woningcorporaties. De openbare verhoren hebben we gehad, op 30 oktober wordt het rapport gepresenteerd. Aanleiding was een hele reeks incidenten met corporaties. Fraude bij Rochdale. Een miljoenendebacle met het schip de SS Rotterdam. Financiële misstanden bij Vestia. De meeste corporaties hebben zich gelukkig keurig gedragen, maar de vraag blijft hoe er zo veel mis heeft kunnen gaan. Het is spannend wat het onderzoek zal opleveren.
Laurens van der Graaff en zijn vriendin Karlijn Keijzer huurden een woning van Stadgenoot in het nieuwbouwcomplex Argentinië aan de Oostelijke Handelskade. In juni vorig jaar werd Laurens nog geportretteerd in Stadleven. Hij vertelde enthousiast over de nieuwe woning en de toekomstplannen die hij met Karlijn had. Hun vlucht met de MH17 van Malaysian Airlines maakte op 17 juli een wreed einde aan alle dromen. Onze aandacht gaat uit naar hun familie en vrienden.
Dierenbescherming blij met Stadgenoot
Artist Impression
4
Stadleven 3 | 2014
Konijnen zijn lief. Nauwelijks voor te stellen dat die aaibare beestjes voor overlast kunnen zorgen. Maar dat doen ze wel. Ze graven lange gangen waardoor grasveldjes, stoepen en straten verzakken. Dat levert gevaarlijke situaties op.
opgelost, zonder gif te gebruiken of de diertjes op een andere manier dood te maken. Om te voorkomen dat ze terugkomen, is er een hek om de tuinen geplaatst en zijn de tuinen opnieuw aangelegd. Het resultaat: de tuinen zijn konijnvrij en zien er weer mooi uit.
In de Borrendammerbuurt in Osdorp lagen de tuinen er op een gegeven moment treurig bij. Zodra een roos haar blaadjes had geopend, knaagde een konijn de bloem eraf. Stadgenoot wilde de konijnen op een diervriendelijke manier weg krijgen en won advies in bij Duurzaam Fauna Advies. Samen met hoveniersbedrijf Van Ginkel en de GGD is het probleem nu
En de konijnen? Die zijn verhuisd naar onder andere het Botteskerkpark. Daar huppelen ze nu vrolijk rond. De Dierenbescherming is blij met de manier waarop Stadgenoot de konijnen uit de tuinen heeft geweerd. Stadgenoot
5
buurt in beeld
buurt in beeld
Buitengewoon Buitenveldert De naam zegt het al: Buiten-veldert. In de jaren 50 hield de stad hier op. Hier was je buiten. Hier fietste je langs de Amstel richting Ouderkerk, hier was het niemandsland tussen Amsterdam-Zuid en Amstelveen. Anno 2014 heeft Buitenveldert een wat saai imago. Toch scoort de wijk bij bewoners een 7,8. Wat is er zo buitengewoon aan Buitenveldert? Tekst Gijs Coffeng | Fotografie Hans van der Vliet Grotere woning, met een douche Wie de snelweg afrijdt – afslag Rai – draait de Europaboulevard op. Kantoren, flats en hotels bepalen hier het straatbeeld. Naar rechts de Boelelaan op is het al niet anders. Aan het einde doemen de torens van de Zuidas op. Daar tegenover liggen de karakteristieke galerijflats waar Buitenveldert vol mee staat. Het is makkelijk om deze buurt te bekijken als een eentonig stukje Amsterdam. Tekstschrijver Michel van der Plas schreef eind jaren 60 het nummer ‘Zondagmiddag Buitenveldert’ voor zanger/cabaretier Frans Halsema. Hij dichtte onder andere: ‘Zondagmiddag, eindeloos, in blokkendoos na blokkendoos.’ Maar toch is de buurt altijd populair geweest
als woonbuurt. Dezelfde Van der Plas schreef in hetzelfde nummer: ‘Het weer is net wat opgehelderd, ’t is zondagmiddag Buitenveldert, de flats zijn hoog en goed gebouwd.’ En dat is het precies. Ga maar eens praten met een bewoonster van het eerste uur. Joke Moviat weet nog dat het zand lag opgespoten waar je met een slee vanaf kon glijden. In 1963 kwam ze hier wonen. De eerste woningen werden opgeleverd. Buitenveldert was een stadsuitbreidingsgebied. Joke betrok er met haar broers en ouders een vierkamerappartement. ‘Mijn moeder kwam uit Brabant, mijn tweede vader uit Friesland’, vertelt ze. ‘Het waren geen stadsmensen. Toen ze de kans kregen om naar de rand van de stad te
verhuizen, zijn ze meteen gegaan. Bovendien kregen we hier een grotere woning, met een douche. Dat hadden we niet in de Majubastraat in Oost.’
Je zit zo in het bos Ze woont er nog steeds in Loevestein, met een korte onderbreking, meer dan vijftig jaar. ‘Ik vind het hier enig. Je zit zo in het bos, zo in het park. En je hebt alles bij de hand. Het is een heerlijke buurt om te wonen.’ Dat vindt ook Ron Heering. De oud-brandweerman woont ook al dertig jaar in Buitenveldert. ‘Ja, voor vertier moet je naar de stad. Maar met de sneltram ben daar zo. Verder hebben we hier een rustige, nette buurt. Het >
Het Gelderlandplein Dit overdekte winkelcentrum aan de A.J. Ernststraat is echt de plek om te shoppen. Alle ketens zitten er, maar ook een paar bijzondere winkels, zoals de Japans-Koreaanse speciaalzaak, die de vele Aziaten in de buurt bedient.
‘De hele buurt ligt ingesloten tussen groen’
Stadgenoot
7
buurt in beeld
De Riekermolen Dateert uit 1686 en stond oorspronkelijk in de Riekerpolder bij Sloten. In 1961 is de molen herbouwd langs de Kalfjeslaan aan de rand van Buitenveldert. Voor de molen staat een standbeeld van Rembrandt die langs de Amstel veel schilderijen maakte.
buurt in beeld
Het Amstelpark Werd in 1972 aangelegd voor de Floriade, een tuinbouwtentoonstelling. Het park heeft een prachtige rozentuin, een Rodondendronvallei, een grote speeltuin en een smalspoortreintje.
Amsterdamsche Football Club (AFC) Samen met SC Buitenveldert (foto) is AFC de enige overgebleven sportvereniging aan de Zuidas. In 1962 streek de oudste voetbalclub van Amsterdam hier neer. Een middagje AFC levert je leuk voetbal, een enkele bekende voetballer op de tribune en een prachtig carillon op.
Het Amsterdamse Bos Werd in de jaren 30 en tijdens de oorlog aangelegd door werkloze Amsterdammers als recreatievoorziening. Het bos was in 1964 gereed en is bekend vanwege de Bosbaan (de roeibaan), het openluchttheater, de museumtram en de geitenboerderij.
Amstelpark is vlakbij, het Amsterdamse Bos ligt aan de andere kant. En we hebben het Gijsbrecht van Aemstelpark. De hele buurt ligt ingesloten tussen groen. Wat ik jammer vind, is dat alle sportvelden zijn verdwenen door de komst van de Zuidas. Je had hier van alles. Nu heb je alleen nog voetbalclub AFC en Buitenveldert. Er is veel groen weg.’
Blij dat je naar me luistert
‘Langzaam druppelt er een nieuwe generatie de wijk binnen’ Ron Heering en Joke Moviat
8
Stadleven 3 | 2014
Huismeester Patrick Zeelen is twee dagen in de week in Buitenveldert. De andere dagen werkt hij in de Westerpark-buurt. ‘Daar vlieg ik van hot naar her. Maar hier is het rustig, hoor. Ik zie mijn rol hier vooral als de sociale huismeester. Ik loop over de galerij, dan gaat er altijd wel ergens een deur open, mensen willen een praatje maken, ik vervang eens een lampje. Ik geef zelfs adviezen over verzekeringen. Laatst kreeg ik nog een compliment
van meneer Kramer. Die meneer woont hier alleen, zoals veel oudere bewoners hier alleen wonen. Hij zei: ik ben blij dat jij naar me luistert. Dat is toch mooi?’
De jonge generatie Buitenveldert is vergrijsd. Als we even voor de deur van Oldengaarde staan, loopt de ene na de andere senior naar buiten. ‘Het leven gaat hier zijn gangetje’, zegt Patrick. ‘Er zijn geen problemen. Misschien komt dat wel doordat de mensen hier al zo lang wonen. Kijk om je heen, alles is hier keurig. De portieken, de galerijen.’ Stadgenoot heeft in Buitenveldert niet heel veel bezit. Alle corporaties doken indertijd op het stadsuitbreidingsgebied, de buit is verdeeld. Die buit bestaat vooral uit driekamer- en vierkamerappartementen, veelal ondergebracht in VvE’s. ‘Komt er een woning vrij, dan wordt die verkocht’, zegt Pa-
trick. Langzaam druppelt er dus een nieuwe, jonge generatie de wijk binnen. ‘Leuk toch’, zegt Ron Heering. ‘Zo is het leven. De oude generatie gaat dood, of verhuist naar een bejaardenwoning. En de jonge generatie brengt weer nieuw leven in de buurt. Er komen steeds meer studenten en starters. Ach, ik snap wel dat ze geen tijd hebben voor allerlei activiteiten, zoals onze bewonerscommissie. Die jonge mensen moeten veel te lang werken. Dus dat doet de grijze massa. Onze bewonerscommissie houdt bijvoorbeeld één keer in de maand een spreekuur.’ Hij lacht. Joke is er inmiddels vandoor. Zij moet nog een hond uitlaten van een van de buren. ‘Ik heb een hele rits sleutels’, zegt ze voor ze wegrent. ‘Ik heb mijn hele leven in de verpleging gewerkt. En dat gaat gewoon door. Ik kom bij heel veel oude mensen thuis die hulp nodig hebben. Zo gaat dat hier.’ Stadgenoot
9
de ondernemer
column
Aaf Brandt Corstius
Wie Makis Konstadopulos (51) Wat eigenaar Grieks restaurant Plato Waar Nieuw-West Sinds wanneer ‘In 1988 was het al een Grieks specialiteitenrestaurant, in 1998 werd ik eigenaar’ ‘De kwaliteit van ons eten en de gastvrijheid die we bieden zijn allebei even belangrijk. Al serveer je nog zo’n lekkere maaltijd, wanneer je een chagrijnig gezicht op zet, komt er natuurlijk niemand meer. Ook mensen van buiten Amsterdam komen speciaal naar Plato om er een van onze specialiteiten te proeven. Zoals Kleftiko, een ovengerecht met lamsvlees, spinazie en feta. Het zijn specialiteiten uit de regio waar ik vandaan kom, dat is Centraal Griekenland, ofwel Sterea Ellada zoals wij Grieken dat noemen. Zelf sta ik regelmatig in de keuken, maar ook in de bediening. Eigenlijk vind je me overal in het restaurant, ook als gastheer. Het leukst vind ik het om net dat beetje extra te doen voor onze gasten. Bijvoorbeeld wanneer iemand jarig is. Dan zorgen wij voor vuurwerk, zingen we ‘Lang Zal Ze Leven’ en maken we een leuke foto, die we meteen op onze Facebook-pagina zetten. Elke eerste zaterdag van de maand treedt er een dansgroep op, met traditionele Griekse kostuums. Dat is feest! We nodigen gasten uit om mee te doen, maar ze mogen natuurlijk ook gewoon kijken. Elke derde zaterdag van de maand is er live muziek. Op deze manier is eten bij ons echt een avondje uit. Als alles zo goed blijft gaan als nu, blijven we hier de komende tien jaar nog wel zitten. Het bevalt me prima.’
(1975) is columniste en schrijfster. In haar vaste column in Stadleven schrijft ze over haar leven in de stad.
Gia mas!*
Stadgenoot geeft ondernemers de ruimte. Kijk op www.stadgenoot.nl of bel: 020 - 511 80 00 (optie 2). Tekst Wendy Dekker | Fotografie Wout Jan Balhuizen
GRATIS DESSERT Kom gezellig proeven van de Griekse sfeer in restaurant Plato! Lever deze bon in en geniet van een gratis heerlijk dessert: Griekse yoghurt met honing en walnoten. Deze speciale Stadgenoot-actie is geldig van 1 oktober tot 1 november 2014.
*Proost! 10
Stadleven 3 | 2014
Klantgerichtheid is, vermoed ik, niet een fenomeen dat in Nederland is uitgevonden. Wel in Amerika. Daar staat bij de deur van de winkel al een persoon op vrolijke toon ‘How ARE you?’ te roepen, daar pakken speciale supermarktmedewerkers je boodschapjes in in bruine papieren zakken en loopt er desnoods iemand mee naar je auto om de boel in te laden, daar hebben flatgebouwen een doorman die niet alleen de post aanneemt en de lift voor je vasthoudt, maar die ook je stomerijspulletjes in ontvangst neemt, een taxi voor je aanhoudt en een grote paraplu voor je heeft klaarstaan als het regent. Althans, dat van die doorman is voor de rijken weggelegd. Maar dat van ‘How are you?’ en de bruine papieren zakken kan iedereen verwachten die in Amerika zijn inkopen doet. Heerlijk is die klantvriendelijkheid, al heb ik er bij een uitgebreide winkelronde in New York ook weleens schoon genoeg van gekregen om de ‘how are you’-vraag bij elke entree weer te beantwoorden met een al even zonnig ‘Fine!!! THANKS!’ En zelf maak ik stiekem ook het verschil tussen echte klantvriendelijkheid en klantvriendelijkheid met een duister randje eraan. Echt klantvriendelijk waren bijvoorbeeld de twee mensen die vroeger de Bruna bij mij om de hoek bestierden, en die altijd zeiden: ‘Komt later wel,’ als mijn pinpas het niet deed. Of de vrouw van de delicatessenzaak ook om de hoek, die aanbood om die moeilijk te verkrijgen quinoavlokken even voor me te bestellen bij de groothandel. De barista bij de Coffee Company die mijn vaste bestelling (kleine latte) heeft onthouden – ook klantvriendelijk. Of de fietsenmaker die, naast het plakken van mijn band, ook mijn remmen en lichten checkt. Maar, terug naar Amerika, daar heeft al die overdreven klantvriendelijkheid ook een keerzijde. In Miami is mijn vader, die, moet ik toegeven, een zeer slechte fooiengever was, een keer tot buiten achtervolgd door een schreeuwende serveerster die precies wilde weten wat ze verkeerd had gedaan om zijn in haar ogen te kleine fooi te verdienen. En mijn zus, die al jaren in Boston woont, en zich daar bij winkelpersoneel populair maakt door haar grote liefde voor kleren kopen, postte onlangs een foto op Facebook. De dame van haar favoriete Juicy Couture-winkel, waar zij een spijkerbroek en een sjaal had gekocht, had haar op haar huisadres een handgeschreven ansichtkaart gestuurd met bedankjes voor haar aankopen en de belofte dat ze die ene spijkerbroek die ze niet in haar maat hadden, wel even bij een ander filiaal zou opsporen. ‘It was a pleasure meeting you the other day,’ begon het kaartje van deze Katie. Dan weet je dat je ergens teveel geld uitgegeven hebt, concludeerde mijn zus. Stadgenoot
11
reportage
reportage
‘Eerst nog een keer sjoelen met Cor. Revanche nemen voor laatst.’
Buren maken het zelf gezellig Een gezellige boel is het, woensdagochtend en woensdagavond in Het Getij. In het appartementencomplex aan de Savornin Lohmanstraat in Geuzenveld-Slotermeer komt dan een groepje bewoners bij elkaar voor een bakkie en een spelletje. Stadgenoot regelde de ruimte, twee kunstenaressen maakten er samen met de bewoners iets moois van. Tekst Erwin Rooyakkers | Fotografie WJ Balhuizen
Foto boven Vaste bezoekers op de woensdag. Achter de tafel: Marrie en Nel. Voor de tafel: Cynthia, Anny, Frie en Cor Foto links Anny, Frie en Toon 12
Stadleven 3 | 2014
‘Nog wat koffie, buurman?’ ‘Lekker, meis. Heb je er nog zo’n lekker koekje bij. Die krijg ik thuis niet.’ (...) ‘Wij gaan een potje kaarten. Doen jullie mee?’ ‘Eerst nog een keer sjoelen met Cor. Ik moet revanche nemen voor laatst.’ ‘Zei je dat vorige week ook al niet?’ Er klinkt gelach in de ontmoetingsruimte van Het Getij. Acht bewoners weten elkaar hier sinds mei iedere woensdag te vinden. De ruimte bestaat al een paar jaar, dus waarom gebeurde dat niet al eerder?
Wachten op elkaar In het gebouw uit 2010 heeft Stadgenoot op de begane grond een ontmoetingsruimte gemaakt voor bewoners. De eerste jaren stond die leeg. Anny Postma, een van de bewoners, vertelt waarom: ‘Wij zaten te wachten tot Stadgenoot ons zou vertellen wat we daar konden gaan doen. En volgens mij zat Stadgenoot juist te wachten op een initiatief vanuit de bewoners.’ Maar begin dit jaar gebeurt er wat. Kunstenaars Wil van Blokland en Mirjam Bakker gaan in de ontmoetingsruimte met bewoners aan de slag om de twee entrees van Het Getij op te vrolijken.
Kleurenpalet De kunstenaars hingen eerst een palet met 105 verschillende kleuren op. Daaruit kozen de bewoners hun lievelingskleur. Vervolgens gingen ze met die kleur als uitgangspunt aan de slag om met verschillende materialen een eigen kunstwerk te maken. Ook maakten Wil en Mirjam van alle gekozen kleuren twee levensgrote ‘streepjescodes’; één voor elke entree. Hoe vaker de kleur gekozen was, hoe breder de strook. Misschien nog wel het allerleukste, vindt kunstenares Wil, is dat bewoners elkaar door het kunstproject hebben ontmoet en leren kennen. ‘Ze hebben een officiële opening van de ruimte georganiseerd en ze komen er sindsdien regelmatig samen. Een onverwacht cadeau!’
Doorzetten Woensdagochtend en woensdagavond zijn de vaste momenten waarop de ontmoetingsruimte gevuld is met gesprekken, gelach, de geur van koffie en de sfeer van gezellig onder elkaar zijn. Cynthia Alebregtse is net als Anny een van de vaste bezoekers: ‘Ik leerde deze ruimte kennen tijdens het kunstproject. Toen we hier zo aan het werk waren, had ik iets van: nu moeten we doorzetten, nu moeten we ervoor zorgen dat dit ook > Stadgenoot
13
reportage
Klantenservice
Coby en Frie
‘Heb je hulp nodig, dan kunnen we altijd bij elkaar aankloppen’
Niks aan de hand? Activeer Mijn Stadgenoot
Cynthia Alebregtse (rechts) met vaste bezoekster Gerda
Cor
echt een ontmoetingsruimte wordt.’ Zo gezegd, zo gedaan. Er werd een avond geprikt, in de gang verschenen uitnodigingen en sindsdien komt er een groepje bewoners twee keer per week bij elkaar. ‘Er is ook nog heel even een handwerkclubje geweest, maar dat is niet goed van de grond gekomen. Best jammer, eigenlijk.’
Afval
Aankloppen De koffieochtenden en spelletjesavonden zorgen niet alleen op de woensdag voor een betere sfeer in Het Getij. Het werkt ook verder door. Coby Postma: ‘Ik kende hier eerst alleen mijn zus Anny. Maar door de koffieochtenden en spelletjesavonden heb ik veel meer buren leren kennen. Voorheen zei je wel hallo als je elkaar tegenkwam, maar daar bleef het bij. Nu maken we even een praatje en weet je ook wat je wel en niet tegen elkaar kan zeggen.’ ‘En als er wat is’, valt haar zus bij, ‘kunnen we op elkaar rekenen. We komen verder niet bij elkaar over de vloer. Maar heb je hulp nodig, dan kunnen we altijd bij iemand aankloppen. Dat is echt een heel prettig gevoel.’ Cynthia is het daarmee eens. ‘Er is nu meer sociale controle.’
14
Stadleven 3 | 2014
De man van Anny gaat daar nog een stapje verder in. Elke ochtend loopt hij een rondje rond het gebouw om alle rommel op straat op te ruimen. Anny: ‘Af en toe werkt hij nog. Maar zelfs dan, als ie om zes uur ’s ochtends de deur uitgaat, maakt hij zijn rondje. Er liggen vaak lege frisdrankblikjes en ander afval. De laatste tijd lijkt het trouwens alsof er minder afval zomaar op de grond gegooid wordt. Misschien dat de kinderen uit de buurt en hun ouders eindelijk doorhebben dat het niet normaal is om je afval gewoon te laten vallen.’ De buren praten, sjoelen, kaarten en lachen nog een tijdje door. ‘En heb je inmiddels je revanche, buurman?’ ‘Volgende week, dan win ik zeker.’
Wordt uw initiatief gesteund? Heeft u een leuk idee om samen met uw buren iets gezelligs te organiseren. Laat het ons weten en misschien kunnen we uw idee ondersteunen. Mail naar:
[email protected]
De zomer ligt achter ons. Tijd om ons voor te bereiden op de herfst en de winter. Tijd om kennis te maken met Mijn Stadgenoot. Via Mijn Stadgenoot kunt u altijd bij ons terecht. 24 uur per dag, 7 dagen per week. Voor vragen, klachten, reparatieverzoeken, noem maar op. Uw kwestie wordt direct in behandeling genomen. Wel zo’n fijn idee, als u ooit een lekkage hebt of ander ongemak wilt melden.
Nog niet ingelogd? Doe het vandaag nog. Handig voor als er écht iets aan de hand is. Ga naar www.stadgenoot.nl en klik op het blokje rechtsboven in het scherm.
Inloggegevens kwijt? Geen probleem. Ga naar www.stadgenoot.nl/mijn. U ontvangt uw gegevens zo snel mogelijk opnieuw.
Stadgenoot
15
reportage
reportage
’t Is weer voorbij Hoe beleefden huurders van Stadgenoot de afgelopen zomer? Fotograaf Hans van der Vliet reed rond op zijn fiets en maakte een reportage. Fotografie Hans van der Vliet 1 Osdorp
Tijdens de pauze even naar buiten. Verpleger Abdel Boazza en collega’s Suenny en Zippora Coutinho wandelen door stadspark Osdorp.
4 Buitenveldert
Joy Mulumba woont samen met haar kinderen al jaren in Doddendaal in Buitenveldert, populaire woonbuurt in Amsterdam-Zuid (zie p6).
7 Diamantbuurt
De aanlegsteiger van Roeicentrum Berlagebrug is in de zomer een zandloos stadsstrand waar mensen uit de hele buurt komen zonnen en zwemmen.
2 Oud-West
Liam speelt met zijn kat Charlie in een zandbak bij de 2e Constantijn Huygensstraat. Tania en Eddie Westbroek komen hier graag met hun zoontje. 3 Nieuwendam
Op het WK hebben we Spanje verpletterend verslagen. Nieuwendam juicht. Als Nederland speelt, vind je hier de mooist versierde straten van Amsterdam.
5 Noord
Zina Kisch en Karlijn Hamer bij hun mobiele café de Lucky Star Spot. Ze staan deze zomer bij de Noorderparkkamer in Amsterdam-Noord.
8 Centrum
Wie niet bang was voor een spatje regen juichte de jongens en meisjes van de Canal Parade toe.
6 Diamantbuurt
Peter van Maren (rechts op de foto) is al jaren het stralende middelpunt van de Diamantbuurt. Hij organiseert van alles voor de jeugd en regelt soms een buurtbarbecue.
WIN
Buitenveldert In het Amstelpark wordt deze zomer door het bedrijf Stadshout een nieuw muziekpaviljoen gebouwd met timmerhout dat is gemaakt van
Mail je ’stadste‘ zomerfoto en win een bioscoopbon
2
[email protected]
1
16
Stadleven 3 | 2014
3
Stadgenoot
17
>
reportage
reportage
4
18
Stadleven 3 | 2014
5
7
6
8
Stadgenoot
19
interview
interview
’De portieken in, de verhalen horen‘ Een drangertje afstellen, een naamplaatje bevestigen, een lampje vervangen. Als het aan Richard Kröber en Linda Schalkwijk van Stadgenoot ligt, hoort dat in de toekomst tot de taken van de vaklieden, en niet meer bij de klusjes die de huismeester verricht. Een proef in Nieuw-West moet uitwijzen of huismeesters en vaklieden efficiënter kunnen worden ingezet. In het belang van de huurder. Tekst Gijs Coffeng | Fotografie Jan Freriks
‘Onze huismeesters moeten meer sociaal beheer gaan uitvoeren’, zegt Richard Kröber (manager Dagelijks Onderhoud). ‘We zien nu een beweging dat corporaties terug gaan naar de kerntaak, sociale verhuur. Maar dat gaat verder dan het verhuren van stenen. De sociale leefbaarheid zien wij ook als een belangrijke taak van de corporatie, een taak die vooral ligt bij onze huismeesters. Zij zijn de ogen en de oren van de wijk. Het weghalen van de kleine klusjes moet de huismeesters meer tijd opleveren om de straat op te gaan.’ ‘We moeten kritischer kijken naar waar we onze capaciteit inzetten’, zegt Linda Schalkwijk (manager Gebiedsbeheer). ‘We hebben verschillende gebieden benoemd. Gebieden waar het goed gaat en waar wij alleen een goede huisbaas hoeven te zijn, gebieden waar we actief moeten inzetten op leefbaarheid. Schoon, heel en veilig zijn voor ons drie uitgangspunten van de Basiskwaliteit, zeg maar de minimumeisen waaraan leefbaarheid moet voldoen.’
Meer van het sociale ‘Het idee spreekt me zeker aan’, zegt huismeester Dariusz Zurek, die aan de pilot deelneemt. ‘Ik ben zelf meer van het sociale, techniek is niet zo mijn ding. Ik zou heel graag weer meer tijd willen hebben om de buurt in te kunnen en met mensen te praten, mensen helpen. Vroeger had ik 800 woningen, dat was goed te behappen. Maar sinds we er meer wijken bij hebben gekregen, kom ik er gewoon niet meer aan toe. Maar ik mis het wel. Wij moeten de portieken in, de verhalen horen. Als er achter een voordeur huiselijk geweld plaatsvindt, komen mensen dat echt niet hier op kantoor vertellen. Maar als je langsloopt en je komt de buurman tegen in de portiek, dan wil hij je zo’n verhaal nog wel eens toefluisteren. Nu gebeurt het wel eens dat ik een gesprek moet afkappen omdat ik te weinig tijd heb.’
Efficiënter
‘We moeten geld inleveren en toch willen we er zijn’
Elke dag rond 12.00 uur komen de huismeesters en de vaklieden in Nieuw-West bijeen. In een kort onderonsje worden de extra klussen doorgenomen. Wie doet wat? ‘Ik kom daar toch in de buurt’, zegt onderhoudsmonteur Edson Nielo. ‘Ik pak dat meteen wel even mee.’ ‘Prima’, zegt huismeester Jerry Duim. ‘Dan zet ik jouw naam daarbij.’ Een uur extra hebben ze in de planning gekregen voor het uitvoeren van deze kleine klusjes. Zijn de deelnemers enthousiast? ‘We zijn net begonnen’, zegt Dariusz. ‘De proef loopt tot het eind van het jaar. We ervaren nu dat we best veel handelingen moeten doen. Mail sturen, bonnummer krijgen, bespreken, terugkoppelen. Het kan allemaal nog wel efficiënter.’ Efficiency en klanttevredenheid zijn ook belangrijke doelen van deze pilot. Richard Kröber zegt: ‘In een testfase moet je veel vastleggen. We moeten inzichtelijk krijgen of wat we willen haalbaar is. Dus dan moet je registreren.’ ‘Zoals ik al zei: deze pilot gaat ook over bewustwording van waar we onze middelen het beste kunnen inzetten’, zegt Linda. ‘Wij moeten geld inleveren, hebben dus minder capaciteit en toch willen we er zijn voor onze huurders. Dan moet je de zaken slimmer aanpakken.’ ‘Als we de dit straks over heel Amsterdam gaan uitrollen, zal het minder een papierwinkel zijn’, zegt Richard. ‘Dan zullen de jongens in de praktijk merken dat ze meer tijd gaan overhouden. En zullen onze huurders merken dat er sneller wordt gereageerd op hun reparatieverzoek. Soms binnen een dag.’
Edson Nielo: ‘Ik pak dat meteen wel even mee’
Eigen verantwoordelijkheid
Linda Schalkwijk en Richard Kröber
20
Stadleven 3 | 2014
De pilot vraagt van huismeesters en vaklieden andere vaardigheden. Edson Nielo: ‘Wij krijgen er meer werkzaamheden bij en moeten breder inzetbaar zijn. Alle monteurs moeten allround servicemonteur worden.’ Maar behalve dat wordt van hen ook een signalerende rol verwacht. > Stadgenoot
21
interview
portretserie
Dariusz Zurek: ‘Ik ben zelf meer van het sociale’
Groene vingers brengen
kleur ‘Het moet een wisselwerking zijn’, zegt Richard Kröber. ‘De huismeesters gaan de straat op, onze vaklieden komen bij de mensen thuis. Zij zijn dagelijks aanwezig op de plekken waar onze huurders wonen. Zij zien vervuiling, dichtgeplakte ramen, eenzaamheid.’ ‘Zij melden nu ook al dit soort zaken’, vult Linda aan. ‘Maar het zou mooi zijn als het meer wordt.’ Richard: ‘Dat vraagt ook meer eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. We gaan kijken of dat werkt. Of monteurs inderdaad op een andere manier naar de wijk kunnen kijken. Of ze een aanspreekpunt kunnen zijn. Daarom monitoren we veel. We willen echt luisteren naar de jongens. Zij maken de pilot mogelijk, hun ervaringen zijn belangrijk om het systeem steeds beter te maken.’ ‘Een heel praktisch ding waren de werkbonnen’, zegt Edson Nielo. ‘Die moeten een bonnummer hebben. Normaal worden die pas ’s middags aangemaakt. Maar voor de proef hebben we voor 12.00 uur een bonnummer nodig. De opdrachten krijgen nu een aparte code mee, zodat ze voorrang krijgen.’
we van huurders om zelf hun weg te zoeken als er iets kapot is. Lost hij dat drangertje zelf op, prima. Zo’n betrokken bewoner, die zelf verantwoordelijkheid neemt, gaat ook beter om met de buurt.’ Richard: ‘Dat nieuwe gedrag gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. De huismeester in zijn nieuwe rol kan daar bij helpen. Reparatieverzoeken kunnen via de Klantenservice en via Mijn Stadgenoot worden doorgegeven of door het huismeesterkantoor binnen te lopen. Maar in alle gevallen zal de aanvraag bij één van de vaklieden terecht komen en zal het niet meer de huismeester zijn die de lampen vervangt.’ De proef loopt tot eind van dit jaar. Tussendoor wordt de balans opgemaakt. Volgens Richard Kröber is dit de voorloper van een beweging die heel Stadgenoot gaat maken. ‘Efficiënter, klantgerichter, socialer.’
Ook zo genoten van al dat groen en die kleurige bloemen in de stad? Aan bruggen, in bermen, plantsoentjes, rondom bomen; de natuur is overal. En natuurlijk ook in tuintjes, op balkons en op dakterrassen. Leuk voor de bewoners zelf én voor de buren. Want die genieten er ook van. Wilt u ook meer groen in de buurt? Laat u inspireren door drie van onze huurders, die elk op hun eigen manier kleur in de stad brengen. Tekst Erwin Rooyakkers | Fotografie Jan Freriks
Betrokken bewoners Er is nog een aspect dat meespeelt in deze pilot en wat in de hele maatschappij op dit moment speelt. Mensen moeten zelfredzaam zijn. ‘Dat geldt ook voor onze bewoners’, zegt Linda. ‘Corporaties hebben jarenlang alles uit handen genomen. Het netjes houden van het portiek en klein herstel uitvoeren is de verantwoordelijkheid van onze huurders. Maar de afgelopen tientallen jaren is dat meestal uitbesteed aan professionele schoonmaakbedrijven of huismeesters. Nu vragen 22
Stadleven 3 | 2014
De proef in het kort Vaklieden nemen klusjes van de huismeesters over De huismeester krijgt meer tijd voor sociaal beheer Zo kan Stadgenoot klantgerichter en efficiënter werken
>> Stadgenoot
23
portretserie
portretserie
‘Mooie tuinen geven de straat een prettige uitstraling’
‘Zomers gebruik ik de kas om tomaten en paprika’s te kweken’
24
Stadleven 3 | 2014
Marise Clason (net met pensioen) toverde een totaal verwilderde en overwoekerde buitenplaats om tot een oogstrelende tuin.
Zaden en stekjes uit de tuin van Huik Moes (66) vinden regelmatig hun weg naar andere tuinen in de buurt. ‘Met de bewonerscommissie zijn
‘Vreselijk was de tuin, toen ik hier in 2004 kwam wonen. Echt heel erg. Een zee van zevenblad, longkruid en ander gewoeker. En zes dennenbomen namen al het licht in huis weg. Mijn hemel, dacht ik nog, waar begin ik aan? Maar ik wilde dolgraag een tuin. En voor deze woning stond ik plots op nummer 1, dus ik heb mijn kans toch gegrepen. Gelukkig maar. Het heeft me wel behoorlijk wat gekost om van die puinzooi een toonbare tuin te maken. Eerst hebben drie mannen zes dagen lang de basis op orde gemaakt; alle woekerplanten en struiken eruit en daarna worteldoek en grind erin.’ >> pagina 27
we een buurtkrant aan het opzetten. Ik ga daarin een rubriek verzorgen over tuinieren. Dat is een mooie manier om tips te geven. Over onkruidverdelging, bijvoorbeeld. Twee jaar geleden had Stadgenoot een tuinenproject hier in de buurt, in Gein. Mensen die niet van tuinieren houden, konden er toen voor kiezen een zeil in de tuin te laten leggen, met daarop witte kiezelstenen. Maar het onkruid groeit door het zeil heen. Hoe voorkom je dat? Mijn schoonzus vertelde me dat lavendelschoonmaakazijn een goede remedie is. Goed sproeien, en je hebt er een halfjaar geen last van. Voor dat tuinenproject heeft Stadgenoot een boekje gepubliceerd. Daarin staat wat je allemaal wel en niet mag met je tuin.’ >> pagina 27
Stadgenoot
25
portretserie
portretserie
‘De daktuin is van ons allemaal’
>> Marise ‘Ik begon mijn tuin mooi te maken met planten in potten. Toen ben ik gaan nadenken over wat ik zou willen. Liefst een zwembad natuurlijk, haha. Maar dat kon natuurlijk niet. Er stond trouwens ook een idioot hoge esdoorn. Zo’n boom van drie verdiepingen hoog, met takken van zeven meter. Die liet zoveel blad vallen, dat wil je niet weten. Heerlijk, dat ik die nu kwijt ben. Zoals je kunt zien, is mijn tuin enorm. 22 meter diep,
‘Voordat ik hier in 1993 kwam wonen, was dit een woongroep waarbij ieder een eigen kamer had en onder andere keuken en huiskamer deelde. Na de verbouwing begin jaren negentig had ieder zijn eigen appartement. Als woongroep delen we een dakterras van zo’n 200 m2. En wat voor één! Ik ben hier komen wonen vanwege de mensen. Dat enorme terras was een prettige bijkomstigheid. Met alle bewoners samen hebben we er een daktuin van gemaakt. In het begin gebruikten we vooral van die grote, zwarte speciekuipen - je kent ze wel. Dat werkte prima, alleen vonden we die op een gegeven moment niet zo mooi meer. Er staan er nu nog een paar, maar de meeste zijn vervangen door houten bakken >> volgende pagina
26
Stadleven 3 | 2014
‘Vaste planten zijn veel makkelijker’
>> Huik ‘Waar
te gebruiken om met onze buren in gesprek
regelmatig blijven mensen die langslopen even
het op neer komt:
te raken over hun voortuin. We zijn van deur
staan. Ze vragen dan hoe een plant heet, of
je tuin moet een
tot deur gegaan, om ze uit te delen. Tijdens
of ze wat zaadjes of een stekje mogen meene-
verzorgde indruk
een praatje vroegen we onze buurtgenoten of
men. Prachtig, vind ik dat.’
maken, zodat
ze hulp of ideeën nodig hadden om wat leuks
ook de straat als
van hun tuin te maken. Ook vertelden we dat
geheel ervan pro-
ze bij de huismeester tuingereedschap kunnen
fiteert. Daar ben
lenen. Het was erg leuk dat je, niet zoveel
ik het helemaal
later, inderdaad mensen met kruiwagen, hark
Jenny Korthoff, de overbuurvrouw
en snoeischaar over straat zag lopen.
‘Zo jammer dat niet iedereen zijn tuin
Ikzelf woon op een hoek en heb daarom een
goed onderhoudt. Als je in een straat
flinke voortuin. Tot twee jaar geleden stonden
komt met mooie tuinen, doet je dat
er bomen en hoge struiken in. Met de hulp van
toch plezier. Veel beter dan een tuin
huismeester Marcel Berlijn zijn die allemaal
met akelige rotzooi. Dat is armoe troef,
weggehaald. Ik mocht dus helemaal opnieuw
om te zien. Gelukkig valt dat hier wel
beginnen met mijn tuin. Veel kleur, wilde ik.
mee. In de straat zijn aardig wat mooie
mee eens. Mooie tuinen geven de straat een
Bloemen dus. Ik heb gezaaid, bollen geplant,
tuinen, waaronder die van Huik.’
prettige uitstraling. Met een paar bewoners
planten gekocht, van buren gekregen. Een
kwamen we toen op het idee om die boekjes
tuin geeft zoveel plezier. En het is heel sociaal:
>> Jeanette ‘Die bakken hebben we zelf gemaakt. Er staan ook overal wat kleinere potten tussen, maar grote bakken hebben we het liefst. Dat is het meest praktisch; die houden nou eenmaal meer water vast. De daktuin is van ons allemaal; het pand bestaat uit dertig woningen en ateliers. In de praktijk maken vooral de bewoners van de acht woningen die aan het terras grenzen er gebruik van. Die doen ook het onderhoud. In het begin
hadden we daar geen afspraken over gemaakt. Nu trouwens nog steeds niet, alleen maak ik wel elk jaar een schema voor het watergeven. Elke buurman of -vrouw is daar steeds een week lang verantwoordelijk voor. Zo voorkomen we dat de planten te weinig water krijgen. We hebben twee regentonnen, maar ik zou er graag nog een paar extra hebben. In het vooren najaar zijn die twee tonnen wel voldoende, maar in de zomer bij lange na niet. Gelukkig hebben we een kraan op het terras. Zo’n daktuin is een uitstekend sociaal bindmiddel. Buren ontmoeten elkaar hier. Wie gezellig wil kletsen, zoekt elkaar op. En als je liever even op jezelf bent, is daar ook genoeg ruimte voor. Dan ga je in een hoekje zitten met een
‘Azijn is een goede remedie tegen onkruid’ Zodra het maar een beetje mooi weer is, zijn bewoners uit de woongroep van Jeannette Decades (51) op hun gezamenlijke dakterras te vinden.
Je moet weten dat mijn vorige huis 60 vierkante meter was. Hier heb ik er maar 38. Ik mis nog steeds die doorloop naar een derde kamer. Maar goed, een paar maanden per jaar is het goed toeven in mijn tuinhuis. Het liefst had ik het tegen mijn woning aan laten zetten, als
een uitbouw, maar dat mocht niet. Eens in de zoveel tijd moeten ze de boel hier schilderen. En dan zou dat huisje in de weg staan voor de steigers. Ja, jammer. Een paar jaar geleden heb ik ook een kas laten bouwen. Daar kweek ik een en ander op, dat ik later in mijn moestuin zet. Achter in de tuin staan drie bakken waar ik boontjes, bieten, uien, worteltjes en dat soort spul kweek. Zomers gebruik ik de kas om tomaten en paprika te laten groeien. Mijn tuintip? Beperk het aantal plantensoorten. Ik begon ook met eenjarigen. Maar daar ben ik helemaal vanaf gestapt. Vaste planten zijn veel makkelijker. En daarin is ook genoeg keus. Je hebt heel veel mooie vaste bloeiers.’
en omdat ik op een hoek woon, is ie breder dan mijn huis. Wat doe ik met al die ruimte, dacht ik in het begin even. Een jaar of wat later heb ik een tuinhuisje laten neerzetten.
boek. Geregeld ontstaan er spontane ideeën voor een feestje. Als het groepje bewoners dat een moestuin heeft in de Beemster met hun oogst thuiskomt, bijvoorbeeld. Dan roept al
‘Al snel roept iemand: we gaan barbecueën’ snel iemand: we gaan barbecueën! Een tip voor wie ook groen op het terras, balkon of in de tuin wil: experimenteer met zaadjes en wilde plantjes. Een stuk goedkoper dan de planten van het tuincentrum.’ Stadgenoot
27
zo woon ik
zo woon ik
‘Je kunt hier de polonaise lopen’ Mevrouw Zwart is een echte Amsterdamse en woont al 35 jaar in de Kinkerbuurt. Na 30 jaar Kinkerstraat verhuisde ze vijf jaar geleden naar een seniorenwoning aan de Da Costakade. ‘Het voelde meteen goed.’ Mevrouw Zwart • Da Costakade, Oud West • Drie kamers • Seniorenflat • Vanaf 2009
Mevrouw Zwart: ‘Ik kom van de Wittenkade, waar ik ben geboren. Het was een mooie tijd daar in de Staatsliedenbuurt. Jaren later verhuisde ik naar de Kinkerstraat, waar ik dertig jaar heb gewoond. Vijf jaar geleden gingen ze de buurt renoveren en moest ik mijn woning uit. Gelukkig kreeg ik van Stadgenoot een woning in dezelfde buurt, want dat wilde ik graag. Ik kan nu gelukkig de boodschappen doen bij mijn oude
groenteboer, visboer en supermarkt. Mijn nieuwe woning voelde meteen goed. Het is een seniorenwoning op de Da Costakade, met een groot balkon en prachtig uitzicht op het water. Er is ook een fijne binnentuin, waar ik af en toe kom. De woning heeft mooie details, zoals een ronding met raampjes in de keuken en de hal staat in verbinding met de woonkamer en keuken. Je kunt hier de polonaise lopen als je wil, mijn kleinkinderen vinden het altijd geweldig om hier rond te huppelen. Een paar jaar geleden ben ik op mijn heup gevallen, waardoor ik nu slecht ter been ben. Maar in huis heb ik daar geen last van omdat de thuiszorg mijn woning heeft aangepast met onder andere een loopplank in de gang en een beugel in de badkamer. De fijnste plek thuis vind ik de slaapkamer. Die is heel ruim zodat mijn grote bed, waar ik erg aan ben gehecht, erin past. Ik vind dat bed erg mooi en heb het al 35 jaar. Ooit gekocht van Blonde Sien, de eigenaresse van Café Rooie Nelis in de Jordaan. Als het niet in mijn slaapkamer had gepast, was ik op zoek gegaan naar een andere woning. Ik heb ook tv in de slaapkamer. Het liefst ga ik ’s avonds vroeg naar bed, zodat ik lekker relaxed televisie kan kijken. In de woonkamer ben ik ook graag. Er staan spullen waar ik erg aan ben gehecht, zoals de houten kast die van mijn moeder is geweest. Mijn moeder en ik hadden dezelfde smaak; een beetje klassiek en antiek. Ik hou van dat soort meubels, het geeft mijn huis veel sfeer. Net zoals de schilderijen aan de muren. In de gang hangen een paar ingelijste borduurwerken, die heeft mijn moeder gemaakt. Maar het liefst kijk ik naar de twee ingelijste foto’s van mijn ouders. Die hangen in de woonkamer boven de bank, en zijn onbetaalbaar.’ Wilt u ook vertellen over uw woning? Mail naar
[email protected]
28
Stadleven 3 | 2014
Tekst Yvonne Polman | Fotografie Hans van der Vliet
Stadgenoot
29
mijn werk ‘Wij hebben een serieus vak,’ vindt Mirjam Langedijk (links). ‘Maar humor op de werkvloer is wel heel belangrijk’, reageert Marianne Bouwman. De goedgeluimde dames zijn de twee supervisors Klantenservice.
Stadgenoot verkoopt
‘Het is een sport om iedereen zo snel mogelijk te helpen’
Marianne: ‘Ons werk is zo leuk, omdat geen dag hetzelfde is. Wij hebben zelf geen contact met onze klanten, maar zorgen ervoor dat onze medewerkers Klantenservice hun werk goed doen en goed kunnen doen. Daar hebben we ook onze collega’s van andere afdelingen voor nodig. Zij voorzien ons van de broodnodige informatie. Over de jaarlijkse huurverhoging, de afrekening van de servicekosten, onderhoudsprojecten, noem maar op.’ Mirjam: ‘Als de telefoon hier roodgloeiend staat na een flinke stortbui, is het een sport om ervoor te zorgen dat onze medewerkers iedereen zo snel en zo goed mogelijk kunnen helpen. Dat is wat mij zo trekt in dit werk: puur het werken mét mensen, vóór mensen.’
Mercatorplein: the place to be De kenmerkende bouwstijl van de beroemde Amsterdamse School zie je door heel Amsterdam terug: veel baksteen met accenten van natuursteen en versieringen in de sprekende gevels. In deze bouwstijl werden tussen 1910 en 1930 prachtige panden gebouwd in de Mercatorpleinbuurt. Stadgenoot heeft hier indertijd aan meegebouwd. Nu, vele jaren later, verkopen we regelmatig aantrekkelijke en betaalbare appartementen in deze buurt.
Mercatorpleinbuurt
©Google
Spin in het web Mirjam: ‘Als supervisor Klantenservice hebben we een omvangrijk takenpakket. We sturen onder andere de dames en heren aan die telefonisch, schriftelijk en aan de balie contact hebben met onze klanten en relaties.’ Marianne: ‘We wonen ook veel overleggen bij. We zijn verantwoordelijk voor personele zaken, zoals het rooster en de planning. En daarnaast voor nog duizend-eneen dingen.’ Mirjam: ‘We zien het echt als een uitdaging om zo’n spilfunctie te hebben binnen ons team. Wij moeten het met elkaar fiksen; de supervisors kunnen het niet alleen. Wij zijn bijzonder trots op ons team. De sfeer is open, prettig en ongedwongen.’
Mirjam over Marianne: ‘Marianne heeft een zonnig en open karakter. En ze is erg goed met cijfers.’
Hoofd koel houden Marianne: ‘Om ons werk goed te kunnen doen, moet je vooral jezelf zijn. En het hoofd koel houden bij calamiteiten. Als supervisor moet je flexibel, alert en creatief zijn.’ Mirjam: ‘Bij Stadgenoot loopt nu een project “De klant centraal”. Maar de klant stond en staat altijd centraal bij de Klantenservice. Dit is voor ons niet nieuw.’ Marianne: ‘Natuurlijk is het wel heel prettig dat klanten nu ook ’s avonds of in het weekend hun zaken kunnen regelen op internet, via Mijn Stadgenoot. Dat is een extra stukje service.’
Tekst Erwin Rooyakkers | Fotografie Jan Freriks
30
Stadleven 3 | 2014
Marianne over Mirjam: ‘Mirjam is erg scherp en to-the-point. Ontzettend knap, vind ik dat. Het grootste misverstand is ... dat medewerkers Klantenservice alleen maar doorverbinden. Integendeel, ze beantwoorden zelf tachtig procent van alle vragen (telefonisch en schriftelijk).
Sfeervol plein De Mercatorpleinbuurt is een sfeervolle plek geworden waar mensen uit de hele stad naar toe trekken. Dat er het een en ander veranderd is, weet ook Bianca de Ridder, medewerker binnendienst bij de afdeling Verkoop. ‘Nu ons verkoopkantoor hier aan het Mercatorplein zit, met uitzicht op het drukke café Zürich, ervaar ik zelf elke dag hoe divers de buurt is geworden. Jong, oud, hip, alternatief, student of stellen. Deze buurt is in trek, dat merken we aan de verkoop.’
Alles in de buurt Arno heeft vorig jaar bij Stadgenoot een huis gekocht aan de Hoofdweg. ‘Ik zit hier perfect’, vertelt hij met een brede glimlach. ‘In de zomer ontspan ik na het werk met een koud biertje in het Rembrandtpark of het Erasmuspark. Ik
spreek hier ook vaak af met mijn vrienden. We drinken of eten wat bij café Cook of Radijs. Of we doen mee aan de pubquiz in de Baars, dan worden we heel fanatiek! Ik fiets bijna altijd, maar kan wanneer nodig voor de deur op de tram stappen. Je bent zo in de Jordaan of op de Dam.’
De Jan Eef Naast alle cafés en restaurants biedt de buurt ook genoeg winkelmogelijkheden. De ‘Jan Eef’ (Jan Evertsenstraat) is een begrip in de buurt. Naast een goede visboer, bakker en de reguliere drogisten en supermarkten, vind je hier ook speciale winkeltjes, zoals White Label Coffee, waar de scherpe geur van versgebrande koffie je tegemoet komt. Of Knotsknetter, waar je wordt verwelkomd met kleurige baby- en kinderspulletjes. Lekkere en goed betaalbare wijnen haal je bij The Wine Spot.
Betaalbaar koopaanbod ‘We verkopen regelmatig tweekamerappartementen van circa 55 m², vertelt Bianca de Ridder tenslotte. ‘Ze kosten rond de € 150.000,-. De Starters Renteregeling is vaak mogelijk, hierdoor wordt het kopen van een woning voor staters bereikbaar. En soms bieden we de woning ook ‘WoonKlaar’ aan: we hebben er een vloer in gelegd en de wanden zijn gewit.’
Kijk voor ons actuele aanbod: www.stadgenoot.nl/kopen Informatie over de Starters Renteregeling: www.stadgenoot.nl/startersrenteregeling
Tekst Mirella Bhagwandin | Fotografie Jan Freriks
Stadgenoot
31
fotostrip
Win win Nina & Ype
colofon
contactgegevens
Hoofdredactie Pim de Ruiter
Klantenservice 020 - 511 80 00
Eindredactie Gijs Coffeng - Linea Recta Vormgeving Milja Oortwijn
E-mail
[email protected]
Website
www.stadgenoot.nl
Coverbeeld Jan Freriks Medewerkers Wout Jan Balhuizen, Aaf Brandt Corstius, Wendy Dekker, Ype Driessen, Jan Freriks, Yvonne Polman, Erwin Rooyakkers, Hans van der Vliet Drukker Lecturis
Bezoekadres Sarphatistraat 370, 1018 GW Amsterdam
Stadleven is een uitgave van Stadgenoot. Het huurdersmagazine verschijnt
Postadres
vier keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van Stadgenoot worden gekopieerd en/of gebruikt. Aan de inhoud van dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend.
Postbus 700, 1000 AS Amsterdam