Pedagogisch werkplan
BSO het Tuinhuis 2014
Cluster Tuindorp Professor van Bemmelenlaan 51 C 3571 EL Utrecht 030 – 272 40 24 Email:
[email protected] 1
Inhoudsopgave
Inleiding
3
De organisatie
3
1. Pedagogische doelen en uitgangspunten
4
2. Pedagogisch handelen 2.1 Met elkaar
4 5
‘Samen kun je meer’ ‘Zo kan het ook!’ ‘Wij lossen het samen wel op!’ ‘Wat vinden jullie ervan?’
2.2 Communicatie ‘Fijn dat je vertelt wat er is.’ ‘Goed gedaan!’ ‘Je vliegt!’ ‘Mmm, lekker appeltje!’
2.3 Het spelende kind ‘Bij ons mag je vies worden’ ‘Spring maar, ik vang je op!’ ‘Wat heb je gevonden?’ ‘Probeer het maar!’
5 8 9 10
11 11 11 11 11
13 13 13 14 14
3. Samenwerking met ouders 3.1 Contacten met de ouders 3.2 Oudercommissie 3.3 Centrale Oudercommissie 3.4 Klanttevredenheidsonderzoek en exit-formulier.
15 15 15 15 15
Bijlage 1: Dagindeling BSO het Tuinhuis
16
Bijlage 2: Rituelen en feesten
17
Bijlage 3: Omgaan met bijzondere gebeurtenissen
18
Bijlage 4 : Ondersteuning beroepskrachten
19
Bijlage 5: Seksuele ontwikkeling van kinderen.
20
Bijlage 6: Omgaan met het samengaan van groepen en het gebruik van
21
kinderopvang gedurende extra dagdelen
21
2
Inleiding Voor u ligt het pedagogisch werkplan van BSO het Tuinhuis. Dit plan is gebaseerd op het algemeen pedagogisch beleidsplan van Ludens en de bijbehorende Groeimeter. Met dit pedagogisch beleidsplan willen wij ouders en nieuwe medewerkers inzicht geven in onze werkwijze. Aan de hand van de thema’s op de Groeimeter wordt beschreven hoe wij hier invulling aan geven. Daarnaast biedt dit plan de pedagogisch medewerkers (hier verder genoemd PM-ers) houvast en ondersteuning en dient als uitgangspunt in het omgaan met de kinderen. De BSO is altijd in beweging. Het pedagogisch werkplan zal daarom jaarlijks worden geëvalueerd met het team en de Oudercommissie en waar nodig worden bijgesteld. Samen met ouders delen wij de verantwoordelijkheid voor de opvoeding. Wij doen dit met wederzijds respect, aandacht, humor en creativiteit.
De organisatie BSO het Tuinhuis vormt samen met KDV de Tuinkabouter het cluster Tuindorp. De BSO is ondergebracht in forumlocatie “Hof van Bemmelen”. In het gebouw zijn behalve de buitenschoolse opvang ook het kinderdagverblijf de Tuinkabouter van Ludens en peuterspeelzaal Kiekeboe van Spelenderwijs gevestigd. In een ander gedeelte van het gebouw is basisschool De Paulusschool ondergebracht en een grote gymzaal van de dienst Sport en Recreatie. Cluster Tuindorp is onderdeel van stichting Ludens. Deze organisatie voor kinderopvang beschikt over locaties verspreid over bijna alle Utrechtse wijken en heeft al meer dan 30 jaar ervaring in de kinderopvang voor zowel kinderdagverblijven als voor buitenschoolse opvang. Ludens is geworteld in de wijk en betrokken bij de leefomgeving van de kinderen. Hiervoor werken we samen met o.a. basisscholen, sportclubs en welzijnswerk. Op deze manier kan er ingespeeld worden op de ontwikkelingen in de buurt. Bij BSO Het Tuinhuis kunnen kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar spelen. De kinderen komen van verschillende schoollocaties naar het Tuinhuis. Dit zijn: openbare basisschool (OBS) Tuindorp De Regenboog locatie Regentesselaan Paulusschool + Paulusschool locatie Wevelaan.
3
1. Pedagogische doelen en uitgangspunten Ludens biedt verantwoorde opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving. Wij stellen ons ten doel om kinderen emotionele veiligheid te bieden, ze mogelijkheden te geven tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competenties en de kans om zich de waarden en normen van onze samenleving eigen te maken. Op de achterkant van de Groeimeter verwoorden we wat onze pedagogische uitgangspunten zijn: Bij Ludens kijken we naar de kinderen die voor ons staan Ludens ziet kinderen als uniek, competent, krachtig en creatief: kinderen hebben van oorsprong al heel veel in huis! Onze pedagogiek gaat uit van wat een kind allemaal al is en kan, rijk aan mogelijkheden om zichzelf uit te drukken. Wij bieden de kinderen een veilige omgeving waarin zij zelf, in hun eigen tempo, de wereld kunnen ontdekken. Een plek om te kijken naar die wereld, hierover na te denken en zelf te komen tot oplossingen voor problemen die zich in hun wereld voordoen. Wij denken dat het heerlijk is voor een kind om te experimenteren, te ervaren, te spelen, te onderzoeken en vooral ook om te doen. Om te merken dat je als kind gezien wordt en dat er echt naar je geluisterd wordt. Dat er veel positieve aandacht voor je is en dat er ook duidelijke grenzen worden gesteld. En dat we steeds zoeken naar win-win-oplossingen. Wij bieden een plek waarin kinderen met elkaar zijn, waarin ze leren om samen besluiten te nemen en respect te hebben voor iedereen die anders is. Waarin ze verantwoordelijkheid leren nemen en zich verbonden voelen met elkaar. Een omgeving waarin kinderen begeleid worden door pedagogisch medewerkers die vertrouwen in hen hebben en een voorbeeld zijn waar ze van kunnen leren en die hun werk doen met hart en ziel. En die de kinderen iedere dag weer stimuleren: ‘Probeer het maar, jullie kunnen het best!
2. Pedagogisch handelen Op de voorkant van de Groeimeter hebben we in 12 items samengevat hoe wij willen werken aan onze pedagogische doelen en uitgangspunten: 1. Samen kun je meer: Je doet het samen, verbondenheid,“the village” 2. Je vliegt!: Met plezier 3. Bij ons mag je vies worden: Ruimte geven, kinderen zelf laten ontdekken 4. Goed gedaan!: Positieve aandacht 5. Probeer het maar!: Vertrouwen hebben in kinderen 6. Zo kan het ook!: Aandacht voor ieders eigen wijze, diversiteit 7. Fijn dat je vertelt wat er is: Respectvolle communicatie 8. Wij lossen het samen wel op!: Zoeken naar win- win oplossingen 9. Mmm, lekker appeltje!: Het goede voorbeeld geven 10. Spring maar, ik vang je op!: Uitdaging bieden 11. Wat heb je gevonden?: Goed kijken en luisteren naar wat kinderen bezig houdt 12. Wat vinden jullie ervan?: Kinderen een stem geven, ze serieus nemen. Deze punten worden hieronder beschreven met concreet waarneembaar gedrag en/of voorbeelden. Deze zijn onderverdeeld in drie subhoofdstukken: Met elkaar, Communicatie en Het spelende kind.
4
2.1 Met elkaar Kinderopvang bij Ludens doen we met elkaar. Wij vinden het belangrijk om een sfeer van verbondenheid te creëren: kinderen die samen spelen, betrokkenheid van ouders, pm-ers die samenwerken in een team en met ouders, contacten in de wijk en samenwerking met de scholen.
‘Samen kun je meer’ St am gr o e pe n BSO het Tuinhuis is een locatie met plek voor maximaal 80 kindplaatsen per dag. De kindplaatsen zijn verdeeld over 4 stamgroepen, ingedeeld naar leeftijd: Zeester (4-5 jaar), Regenboog (6-7 jaar) Jetix (7-8 jaar), Duckstad ( 8 - 9 jaar en ouder). Elke stamgroep heeft plek voor 20 kinderen. Er wordt gewerkt volgens het leidster-kindratio; dit betekent dat er per 10 kinderen 1 pm-er aanwezig is. Op dit moment worden op woensdag en deels op vrijdag de groepen samengevoegd omdat er minder kinderen gebruik maken van de BSO. Wij beschouwen de tijd na school als vrije tijd van het kind. Dit betekent dat kinderen niet verplicht maar op vrijwillige basis meedoen aan activiteiten. Ontspanning, eigen keuze, gezellig met elkaar bezig zijn en rekening houden met elkaar staan voorop. In bijlage 1 staat uitgebreid beschreven hoe de dag ingedeeld is. De Zeester : De ruimte van de Zeester wordt gedeeld met peuterspeelzaal Kiekeboe van de organisatie Spelenderwijs. De inrichting van de groep is dan ook grotendeels gericht op kinderen vanaf 2 jaar tot ongeveer 5 jaar. De ruimte is multifunctioneel ingericht zodat BSO en PSZ alles samen kunnen gebruiken. De jongste kleuters worden opgevangen in de Zeester. De meeste kinderen stromen via deze groep de BSO binnen. Wij vinden het in deze groep belangrijk om naast het vrij spelen een vaste structuur te bieden. Dit geeft de kleuters houvast om te wennen aan de nieuwe omgeving. Daarom staat in deze groep de veilige sfeer centraal. We laten de kinderen bewust op een aantal momenten op de groep spelen zodat zij elkaar, de ruimte en de spelmogelijkheden leren kennen. Tijdens het ophalen van de kleuters is er regelmatig een contactmoment met de leerkracht, zodat eventuele bijzonderheden van de dag overgedragen kunnen worden. Dit is vooral belangrijk voor de kinderen die net gestart zijn op school, zodat we beter kunnen inspelen op de behoefte van het kind. Tijdens het eten en drinken wordt er gepraat over wat de kinderen hebben beleefd op school of thuis. Hierna wordt het dagprogramma bekend gemaakt en hebben de kinderen de keuze om deel te nemen aan een activiteit of om vrij te spelen. Aan het einde van de dag sluiten we gezamenlijk af door eerst samen op te ruimen en daarna voor te lezen. De kinderen krijgen tijdens het voorleesmoment wat fruit. Tegen deze tijd worden de kinderen opgehaald en is er tijd voor overdracht. De kinderen die nog niet opgehaald worden, kunnen nog aan tafel of in de groep spelen. De Regenboog: In de Regenboog spelen kinderen van 6 en 7 jaar. Hier vindt men ook een gevarieerd aanbod van bouwmateriaal, treinrails, spelletjes en knutselmateriaal. Aan tafel wordt het dagprogramma bekend gemaakt en gevraagd wat de kinderen willen gaan doen. Ze worden vervolgens op weg geholpen met hun keuze. Het aansluiten bij de behoefte van de groep en het kind staat in deze groep centraal. Zo worden er regelmatig actieve spellen gedaan buiten en in de gymzaal als de kinderen met veel energie uit school komen. Ook is er veel ruimte voor fantasiespel zoals verkleden en hutten bouwen. Ook worden er creatieve activiteiten aangeboden, zoals knutselen en kleuren. 5
Jetix In de groep Jetix spelen kinderen van 7 en 8 jaar. De ruimte is kleurrijk en huiselijk ingericht met een zithoek, een boekenrek en een grote tafel waaraan geknutseld wordt. De kinderen op deze groep hebben een grotere behoefte aan zelfstandigheid en inspraak. Eigen ideeën/inbreng van kinderen voor activiteiten worden aangemoedigd en indien mogelijk uitgevoerd. In deze groep staat het zelf invulling geven aan behoefte (van zichzelf en de groep) en het stimuleren van fantasie en creatieve expressie centraal. Dit betekent dat kinderen veel ruimte krijgen om te bedenken wat ze willen gaan doen, rekening houdend met de omgeving. Op de groep wordt gestreefd naar een rustige, ontspannen sfeer. Door het aanbieden van creatieve en kunstzinnige activiteiten worden kinderen geprikkeld om hun eigen fantasie in te zetten. Afhankelijk van hun ontwikkeling en verantwoordelijkheidsgevoel, kunnen de kinderen de mogelijkheid krijgen om zelfstandig buiten te spelen. Ouders, kind en PM-er moeten ervan overtuigd zijn dat het kind deze verantwoordelijkheid kan dragen en tekenen hiervoor een 8- contract. Het zelfstandig buiten spelen beperkt zich tot het schoolplein en totdat het donker wordt. Blijkt het kind de afspraken niet na te kunnen komen , dan wordt het contract (tijdelijk) ingetrokken. Duckstad In deze stamgroep verblijven de oudste kinderen van het Tuinhuis. Leeftijd loopt van 8 tot en met 12 jaar. Hier zitten, praten en eten de kinderen gezamenlijk in de zithoek of aan de grote ronde tafel. Verder zijn er een tafel om spelletjes aan te doen en een grote kleurrijke spelletjeskast. In deze groep staat inbreng en inspraak centraal. Kinderen uit deze groep worden gestimuleerd en uitgedaagd om eigen ideeën in te brengen. Het dagprogramma wordt samen bedacht en uitgevoerd. Regelmatig resulteert de inbreng tot het uitvoeren van een project, zoals het maken en onderhouden van een moestuin, het bouwen en onderhouden van een winkel en zeepkist, het opknappen van de eigen groep, enz. Ook worden de kinderen uit deze groep gestimuleerd om hun kennis en vaardigheden in te zetten bij de jongere kinderen op het Tuinhuis. Dit uit zich door het bedenken en uitvoeren van activiteiten voor de jongste groepen, zoals knutselactiviteiten of een speurtocht. Ook helpen de oudsten af en toe bij het eet- en drinkmoment om 15.30 uur. Kinderen met een 8+ contract (ondertekend door ouders, kind en PMer) mogen zelfstandig buiten spelen, soms ook in de wijk. Afspraak is dat zij melden wat zij gaan doen en om 17.00 uur weer op het Tuinhuis zijn. Als een kind zich niet aan afspraken houdt kunnen wij dit contract weer innemen.
Do ors t r om en Afhankelijk van de instroom van kinderen wordt gekeken naar eventuele doorstroming van kinderen naar de volgende stamgroep. Hierbij wordt gekeken naar de groepsgrootte van iedere stamgroep en in hoeverre het kind eraan toe is om naar een nieuwe groep te gaan. We begeleiden het kind bij de overstap naar de nieuwe groep. Als het kind het nog wat spannend vindt , besteden we extra aandacht aan het wenmoment. Als het lukt stromen vriendjes/vriendinnetjes gezamenlijk door. Wanneer een kind doorstroomt naar een andere groep, ontvangen ouders hier een week van te voren bericht over.
P ed a go g is c h m ed e wer k er s Iedere stamgroep wordt begeleid door een twee vaste pedagogisch medewerkers. Naast de vaste medewerkers werken er soms stagiaires van de MBO - opleiding Pedagogisch Werk. Als een medewerker een vrije dag heeft of ziek is, komt er een invalkracht werken. Ludens heeft een vaste invalpoule. We proberen zoveel mogelijk dezelfde invalkrachten in te zetten. Alle medewerkers van Ludens en Invalwerk beschikken over een kwalificatie volgens de CAO. Ze zijn tevens in het bezit van een "Verklaring Omtrent Gedrag" voor het werken met kinderen. Binnen Ludens krijgen alle pedagogisch medewerkers de training ”effectief omgaan met kinderen” van de Amerikaans psycholoog Thomas Gordon. De Gordon methode leert ons om nog beter naar kinderen te luisteren, als startpunt op weg naar een echte vertrouwensrelatie. Daardoor kunnen wij 6
kinderen beter begrijpen en conflicten kunnen voorkomen worden. Het uitgangspunt van de Gordon methode is gelijkwaardigheid. Hierbij is het belangrijk op te komen voor je eigen wensen, in te spelen op de behoeften van de kinderen en rekening te houden met elkaar.
O p en d e ur en b e l ei d Op BSO Het Tuinhuis gaan we uit van het opendeuren beleid. Dat houdt in dat kinderen op bepaalde momenten in andere groepsruimtes mogen spelen. De kinderen van de Zeester en Regenboog doen veel gezamenlijke activiteiten en komen dus vaak bij elkaar over de vloer. Maar je kunt ook wel eens een Regenboogkind een spelletje zien spelen met oudere kinderen in de Jetix. Voor de Duckstad is een uitzondering gemaakt: omdat de oudere kinderen meer behoefte hebben aan een eigen plek, mogen daar alleen de kinderen van de eigen groep komen. Duckstadters mogen ook niet in de Zeester komen tenzij zij komen helpen. De kinderen eten en drinken op de stamgroep en kunnen daarna meedoen met een aangeboden activiteit op de groep, in het atelier of spelen in de hal/ buiten.
In tak e e n we n n en Voor nieuwe kinderen geldt dat we de ouders/verzorgers ongeveer drie weken van te voren (tenzij later aangemeld) bellen voor een kennismakingsgesprek. In dit gesprek kunnen ouders vertellen over hun kind en de pm-er geeft informatie over de dagelijkse gang van zaken op de BSO. Tijdens de eerste wendag mag de ouder meekomen naar de BSO. Na 6 weken wordt ouders gevraagd een wen-evaluatieformulier in te vullen.
Ri t ue l en en f e es t e n Rituelen kunnen bijdragen aan een vertrouwde omgeving, Kinderen weten wat er gaat gebeuren en hier houvast in. In bijlage 2 staan de rituelen en feesten uitgebreider beschreven.
G ro eps ac t i v i te i te n Het aanbieden van activiteiten verschilt per groep. Dit hangt samen met de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsniveau van de kinderen. We stimuleren de kinderen wel om iets nieuws te proberen, maar er is geen verplichting. In overleg met de andere groepen wordt er buiten gespeeld of in de speelzaal van de school. Dit gebeurt altijd onder toezicht en begeleiding van een of meerdere pm-ers. Zo wordt er bij de kleuters meer structuur geboden, speelt het kind vaker op de groep en wordt het meer betrokken bij activiteiten. Het aantrekkelijk maken van de activiteit kan op verschillende manieren; voorbeeldjes laten zien, enthousiast vertellen, kinderen laten bedenken/meedenken enzovoort. Bij de oudste groepen kan de behoefte verschillen. Het beste werkt dan ook om per dag te bekijken waar de behoefte en interesse ligt. Er wordt dan in overleg besloten wat voor activiteit er gedaan gaat worden. Ook de samenstelling van de groep kan uitmaken voor het aanbod; veel jongens/weinig meisjes of juist andersom. Activiteiten bieden een kind de mogelijkheid om te ontdekken, te ervaren en zich te uiten. Er is een afwisselend aanbod in activiteiten. Voorbeelden van activiteiten zijn: knutselen, sport, koken, schilderen maar ook voorlezen en buiten voetballen, verstoppertje spelen ,tikkertje, balspelen, poppenkast. Of samen werken aan een project zoals het bouwen van een stad of een hek versieren met wol. We stimuleren kinderen om op een positieve manier samen te spelen en samen te overleggen. Hiermee willen we verantwoordelijkheidsgevoel en zelfstandigheid bevorderen. Dit doen wij door bijvoorbeeld een kind de spelregels te laten uitleggen aan andere kinderen.
7
Me d i a We zien de BSO vooral als een plek om samen te Ontmoeten, Ontspannen en Ontdekken. Daarom geven we kinderen vooral de gelegenheid om met elkaar te spelen. Media speelt een bescheiden rol in deze drie O’s. Op de Duckstad kunnen de kinderen gebruik van een Wii. Mobiele apparaten, zoals een telefoon en DS zijn beperkt toegestaan en hier maken de pm-ers afspraken op maat over. Af en toe wordt er onder begeleiding informatie opgezocht op internet. De dvd speler zetten we slechts een enkele keer aan, zoals in vakanties of op sommige regenachtige of drukke dagen aan het einde van de dag ter ontspanning van een actieve dag.
Vr ij s p el Na school hebben kinderen vaak grote behoefte aan vrij spel; even niks moeten en je eigen weg vinden is voor veel kinderen een manier om te ontspannen. Kinderen krijgen hierin de ruimte. Er is veel keuze in materiaal en er zijn natuurlijk veel kinderen om mee te spelen. Wij stimuleren de kinderen zelf dingen uit te zoeken, zelf antwoorden te zoeken en zelf na te denken zodat zij leren zich ook zelf te vermaken. Soms heeft een kind het nodig om op gang geholpen te worden maar ook mag een kind even ‘hangen’’ en zich ogenschijnlijk vervelen. Ook bij vrij spel is er een PM-er aanwezig die de kinderen en de situatie observeert.
Vr i en ds c ha p pe n Tijdens de opvang komt een kind met veel andere kinderen in aanraking. Kinderen leren dingen samen te doen, anderen te helpen en op hun beurt te wachten op de BSO.. Tijdens het eetmoment is er gelegenheid om met elkaar te praten en plannen te maken voor de middag. Wij stimuleren het kind om samen te spelen of nodigen hen uit om mee te doen met een activiteit Kinderen mogen zelf kiezen met wie ze willen spelen, we gaan uit van het eigen initiatief van het kind. Zij kunnen spelenderwijs oefenen in hun sociale contacten en positieve ervaringen opdoen. Er kunnen zodoende ook vriendschappen ontstaan. Sommige kinderen willen graag uit gaan spelen bij een vriendje of vriendinnetje op een BSOmiddag. Dit is mogelijk ; wij overleggen dan met de ouders. Ook zijn vriendjes en vriendinnetjes van kinderen op onze BSO welkom. Hierbij is het wel een voorwaarde dat er plek is op de stamgroep van het kind.
S am en wer k en Als BSO vinden wij het belangrijk om contact met ouders te hebben over het welzijn van uw kind. Daarom zorgen wij voor een warme overdracht bij het ophalen van uw kind. Met de Oudercommissie bespreken we de lopende zaken op de BSO om zodoende een goede opvang te realiseren. Met de Paulusschool en Tussenschoolse opvang LOS en peuterspeelzaal Kiekeboe vormen we een forumlocatie. Samen hebben we overleg over lopende zaken maar ook op inhoudelijk gebied gaan wij steeds meer samenwerken.
B e wus t wo r d i ng v an de wer e l d Op de BSO zijn we bezig om kinderen bewust te laten worden van de wereld om zich heen. Dit kan door aandacht te besteden aan actualiteiten die spelen, en het hier met de kinderen over te hebben, zoals b.v. de seizoenen. Jaarlijks kiest Ludens een goed doel. Onder begeleiding bedenken de kinderen zelf acties om geld op te halen voor dit doel.
‘Zo kan het ook!’ 8
E ig e n he i d , b e no em en en wa ar der e n v a n v ers c h il l e n. Ieder kind is uniek en mag zichzelf zijn. Dit laten we zien door in te spelen op hun behoeften en vaardigheden, te vragen naar hun ideeën ,wensen en interesses en door ons aan te passen aan hun tempo. Op de groep ervaren de kinderen dat er verschillen zijn b.v. in eten ( een kind mag iets niet vanwege een allergie, is vegetarisch of mag geen varkensvlees), in gezinssamenstelling, in uiterlijk, in gedrag, in emoties, waarden en normen, jongen/meisje. Door met elkaar hierover te praten leren kinderen van elkaar en leren elkaar te respecteren in hun keuzes. Ieder heeft zijn eigen vaardigheden en kwaliteiten. Hier maken wij gebruik van door kinderen te stimuleren deze in te zetten en om elkaar te helpen.
Zi nd e l ij k he i d Wij gaan er vanuit dat kinderen zindelijk zijn wanneer ze op de BSO komen. Indien dit niet het geval is dan vernemen wij dat graag bij de intake zodat wij hiermee rekening kunnen houden. Mocht een kind een ongelukje hebben dan is dat geen probleem. We helpen het kind met verschonen. Er is reservekleding op de BSO.
L ic h a am s bes ef e n v er s c h il j o n ge n /m eis j e . Lichaamsbesef is een onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen zijn nieuwsgierig naar hun eigen lichaam en de verschillen tussen jongens en meisjes. Ze zijn bezig hun omgeving te ontdekken en grenzen te verkennen, ook op het gebied van seksualiteit. Op alle leeftijden zijn kinderen over het algemeen open en vragen van alles. Op school en thuis krijgen kinderen seksuele voorlichting, dit is geen taak van de BSO. Toch kunnen kinderen ons ook vragen stellen. Wanneer een kind een vraag stelt, vragen we eerst wat het al weet, zodat we kunnen aansluiten bij hun eigen kennis. We proberen vragen van kinderen zo eenvoudig mogelijk te beantwoorden. Daarin geven we de kinderen mee dat zij de baas zijn over hun eigen lijf. Sommige delen zijn privé, wat betekent dat je deze niet deelt met anderen op de BSO. We brengen ouders altijd op de hoogte van wat er besproken is. Ook proberen we de kinderen duidelijk te maken welk gedrag op de groep aanvaardbaar is en welk gedrag niet. (zie bijlage 6).
‘Wij lossen het samen wel op!’ O m gaa n m et c o nf l ic te n Zoals in iedere setting komen ook op de BSO conflicten voor. We leren de kinderen zoveel mogelijk om zelf de conflicten op te lossen. Dit doen we volgens de Gordon-methode. De kinderen worden op een constructieve, positieve manier geleerd om win-win situaties te bedenken met elkaar. We leren de kinderen duidelijk te zijn in wat ze willen, wat hun behoeften zijn en dit te verwoorden. We houden het proces uiteraard goed in de gaten en grijpen in als dat nodig is, bijvoorbeeld wanneer een kind steeds het onderspit delft. Bij het ingrijpen blijven we luisteren naar de kinderen en helpen mee met het zoeken naar een oplossing.
9
‘Wat vinden jullie ervan?’ De beste voorbereiding op leven in een democratie, is het daadwerkelijk ervaren van democratie in de groep. In onze groepen leren jonge kinderen waarden als: samen meedoen, samen verantwoordelijk zijn voor de groep en voor elkaar, samen conflicten oplossen en samen omgaan met verschillen. K in d er ins pr a ak We nemen de inbreng van kinderen serieus; we stimuleren de kinderen voor hun mening uit te komen en op te komen voor hun eigen belang. Tevens worden de kinderen bij de invulling van de opvang betrokken. Zo hebben de kinderen inspraak in het activiteitenaanbod en worden zij betrokken bij de inrichting van de groep. Dit kan zowel tijdens individuele- of groepsgesprekken of tijdens spel. De inspraak van de kinderen kan diverse positieve effecten hebben. Het bevordert de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen neemt toe doordat kinderen zich gehoord voelen. Kinderen leren met elkaar en volwassenen omgaan door in gesprek te gaan, naar elkaar te luisteren, meningen uit te wisselen en beslissingen te nemen. Kinderen worden op deze manier steeds meer betrokken bij de invulling van de opvang, waardoor zij zich meer verantwoordelijk gaan voelen.
10
2.2 Communicatie In onze benadering van de kinderen is de manier waarop wij communiceren essentieel. Wij hebben een voorbeeldfunctie. Met een actieve en positieve houding zorgen wij ervoor dat kinderen zich veilig en vertrouwd voelen bij ons en met elkaar.
‘Fijn dat je vertelt wat er is’ Op BSO het Tuinhuis communiceren we respectvol met de kinderen volgens de Gordon-methode. We luisteren naar de behoeften van de kinderen en vertellen ook duidelijk wat onze behoeften en grenzen zijn. We spreken zoveel mogelijk in de ik-vorm en luisteren actief naar de kinderen door hun emoties te bevestigen en te respecteren. Als een kind verdrietig is bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je verdrietig bent, wat vervelend. Wil je me vertellen waarom je verdrietig bent? Dan kan ik je helpen.’ Ook benadrukken we positief gedrag van kinderen.
‘Goed gedaan!’ We vinden het belangrijk dat kinderen de ruimte en het vertrouwen krijgen om te ontdekken wat zij zelf kunnen en wat hun talenten zijn binnen de groep. We stimuleren de initiatieven die zij nemen om zelf een activiteit uit te voeren. We geven het kind een compliment, verwoorden wat het kind doet en goed kan. Dit draagt bij aan een positief zelfbeeld. Een positieve benadering en oprechte aandacht vanuit de PMer draagt bij tot een goede sfeer op de groep. Als we gedrag niet goedkeuren leggen we uit waarom we dat gedrag niet fijn vinden maar wijzen niet het kind als persoon af. (bv ik zie dat je Piet aan zijn haar trekt, daar schrik ik van, want hij gaat huilen. Ipv je bent stout) We letten erop dat kinderen geen negatieve opmerkingen over elkaar maken. We zijn alert op signalen van pestgedrag. We vinden het belangrijk dat het kind dat pestgedrag vertoont, leert wat dat gedrag voor de ander betekent.
‘Je vliegt!’ Enthousiasme van de PMer en meedoen met de activiteiten heeft een positieve en stimulerende uitwerking op zowel het individuele kind als de groep. Werken met passie werkt aanstekelijk waardoor plezier en genieten overgedragen wordt op het kind, ouders en collega’s. Als een kind echt geen zin heeft om iets te doen, dan dringen we niet aan. De Pmer heeft een actieve rol en doet mee met de kinderen door aan tafel met de kinderen mee te knutselen, samen te koken, buiten met hen een spel mee te spelen of te sporten in de gymzaal. We laten ons daarbij inspireren door elkaar.
‘Mmm, lekker appeltje!’ Wij zijn ons ervan bewust dat wij een voorbeeldfunctie hebben voor de kinderen. We houden daarmee rekening in ons gedrag en ons taalgebruik. We spreken kinderen en ouders aan zoals we zelf ook graag aangesproken willen worden: met respect. Het overbrengen van normen en waarden speelt in de opvoeding (en dus ook tijdens de opvang op de BSO) een grote rol. Op de opvang gelden bepaalde waarden en normen. Om deze waarden en normen vorm te geven hanteren wij een aantal afspraken: We zijn aardig voor elkaar We helpen elkaar als het nodig is Elk kind mag zichzelf zijn We gaan netjes om met spullen van de BSO en van iemand anders We luisteren naar elkaar Iedereen helpt mee met opruimen 11
Probeer ruzie of problemen eerst zelf op te lossen Nee betekent ook echt nee
Het kan zijn dat de afspraken op de BSO verschillen van de afspraken thuis. Als dit het geval is leggen wij het kind uit dat het samen zijn in een groep andere afspraken met zich mee kan brengen. Het kan zijn dat een pm-er afspraken toevoegt of aanpast per groep of per kind. Een pm-er houdt goed in de gaten waar het kind aan toe is en wat het kan. Dit vraagt van een pm-er inlevingsvermogen voor zowel een 4- als een 12-jarige en heeft aandacht voor de stemming in de groep en het individu.
Et e n e n dr ink e n Ludens heeft een voedingsbeleid gebaseerd op de richtlijnen van het voedingscentrum. Dit voedingsbeleid (beschreven in ons kwaliteitsbeleid 4.5.3) is het kader voor de werkwijze op het Tuinhuis. Op woensdag en vrijdag lunchen de kinderen tegen 12.30 op de BSO. De PMer eet dan mee. Tijdens de broodmaaltijd hanteren wij een maximum van vijf sneetjes volkorenbrood per kind (4 voor jonge kinderen). Bij de broodmaaltijd mogen kinderen kiezen wat ze op de boterham willen. Wij zorgen voor een gevarieerd aanbod van diverse soorten beleg zoals magere vleeswaren, kaas, pindakaas, zoet beleg en rauwkost. De kinderen drinken bij de maaltijd halfvolle melk of water. Tijdens het eetmoment om 15.30 uur eten de kinderen crackers met beleg zoals magere smeerkaas, appelstroop of pindakaas of (ontbijt)koek. Hierbij wordt thee, siroop of water gedronken. Het eetmoment is een gezellig samenzijn dat in een goede sfeer verloopt. Kinderen kunnen hun verhaal vertellen en luisteren naar elkaar. Kinderen kunnen helpen bij het tafel dekken en opruimen. Voor kinderen die vanuit hun geloofs (of andere) overtuiging geen varkensvlees eten leggen wij halal vleeswaren op een apart bordje. Bij kinderen met een dieet of voedselallergie overleggen wij met de ouders wie welke producten aanschaft. Deze kinderen hebben ieder hun eigen voorraaddoos met duidelijke instructies. Deze doos staat op de groep van het betreffende kind.
H yg i ën e Ludensbreed wordt er gewerkt volgens het protocol ‘hygiënisch werken’. Handen worden gewassen na het toiletbezoek, voor en na het eten en na het buiten spelen of een activiteit. Het gebouw wordt dagelijks gereinigd door een schoonmaakdienst. De PMers houden zelf de schoonmaak van speelgoed en de kasten bij.
12
2.3 Het spelende kind Zoals eerder beschreven onder paragraaf 2.1 Stamgroepen, beschikt BSO het Tuinhuis over 4 ruimtes met op de leeftijd afgestemde speel- /zithoeken. Hier kunnen kinderen spelletjes doen, knutselen, tekenen , een boekje lezen , met lego bouwen enz. Daarnaast is er een atelier waar kinderen kunnen knutselen, timmeren en schilderen. In de keuken wordt met de kinderen regelmatig een kookactiviteit gedaan. De huiskamers zijn gelegen rond een centrale hal. Hier staat een voetbaltafel en kunnen kinderen elkaar ontmoeten.
‘Bij ons mag je vies worden’ We willen de kinderen de gelegenheid geven om Buiten Schooltijd te Ontmoeten, Ontspannen en te Ontdekken. Daarin bieden we de ruimte en mogelijkheden voor kinderen om zich vrij te bewegen en daarvan te genieten. Door eigen ontdekkingen en ervaringen te stimuleren, kan het soms zijn dat het niet helemaal gaat zoals ‘het hoort’. Zo kan tijdens het zelf inschenken een beker overstromen, of kleren kunnen modderig worden tijdens het spelen met zand en water. Dit vinden wij geen probleem, zolang het niet schadelijk is voor anderen en zolang het eenvoudig hersteld kan worden.
B e weg e n Na een dag stilzitten op school vinden wij het belangrijk dat kinderen op de BSO de mogelijkheid krijgen om te bewegen. Kinderen krijgen letterlijk de ruimte om te ontdekken binnen en buiten.Wij hebben gekozen voor een open deurenbeleid zodat de kinderen voldoende bewegingsruimte hebben. (zie ook open deurenbeleid pag.7) Dagelijks hebben wij de speelzaal van de Paulusschool en het schoolplein rondom school ter beschikking. Voor de oudste groep kinderen wordt op verzoek de grote gymzaal gehuurd. Zowel in de gymzaal als buiten kunnen kinderen hun energie kwijt. Er zijn verschillende sport- en spelmaterialen beschikbaar om eigen spel en fantasie te gebruiken. Jongens hebben over het algemeen een sterke behoefte om te sporten, voetballen, rennen, enz. Bij de oudste groep wordt dit volop gedaan. Afhankelijk van de leeftijd worden er verschillende beweegspellen gedaan. De jongere kinderen kunnen gebruik maken van de materialen in de speelzaal. Er zijn o.a. matten, hoepels, ballen, klimrek en een muziekinstallatie die gebruikt wordt bij dansen. Op het schoolplein staan schommels, een klimrek, glijbaan,tafeltennistafel, voetbalkooi, evenwichtsbalk en kunnen de kinderen rijden met de skelter.
‘Spring maar, ik vang je op!’ Voor ons is het belangrijk dat kinderen zich op hun gemak voelen. Dan zijn ze ontspannen en nieuwsgierig, tevreden en vol zelfvertrouwen. Het is voor kinderen belangrijk dat zij weten waar zij aan toe zijn en kunnen overzien wat er gaat gebeuren en wat er van hen verwacht wordt. Door structuur te bieden, duidelijk te zijn in wat we willen, grenzen te stellen op een respectvolle manier geven we de kinderen een gevoel van veiligheid.(zie dagindeling bijlage 1) Aan het eind van de middag is er opnieuw een moment waarop kinderen fruit eten en drinken. Zo worden actieve momenten afgewisseld met rustmomenten.
13
‘Wat heb je gevonden?’ Wij kijken en luisteren goed naar wat kinderen bezighoudt. We letten op de initiatieven van de kinderen en laten merken dat we het kind gezien hebben. Daarbij waken we ervoor om niet al zelf in te vullen wat het kind denkt of voelt. De Gordon methode leert ons zo luisteren, dat de kinderen zich begrepen en geholpen voelen. Op deze manier komen we erachter wat kinderen echt bedoelen en nodig hebben. Door aandachtig te luisteren naar de belevingswereld van de kinderen voelen kinderen zich serieus genomen en kunnen wij het kind helpen bij het oplossen van een evt. probleem. Door deze positieve aandacht voelt een kind zich gesteund en zal de vertrouwensrelatie groeien. Jaarlijks wordt ieder kind geobserveerd door de pedagogisch medewerkers van de stamgroep. We kijken dan naar het welbevinden van het kind op de groep. Dit bespreken we desgewenst met de ouder tijdens een tienminutengesprek.
‘Probeer het maar!’ Wij vinden het belangrijk dat het kind de grenzen van zijn mogelijkheden leert kennen en om hulp durft en kan vragen. Een voorwaarde bij de groei naar zelfstandigheid is een sfeer waarin het kind fouten durft te maken, zijn gevoelens kan uiten en met vragen bij iemand terecht kan. We moedigen de zelfredzaamheid van kinderen aan door hun taakjes/opdrachten te geven die bij hun ontwikkelingsniveau passen. We maken stimulerende opmerkingen en reageren positief op initiatieven van kinderen. Daarbij is het belangrijk dat het kind zichzelf en zijn omgeving niet in gevaar brengt tijdens de getoonde initiatieven. Het fietsen van een 4-jarige is bijvoorbeeld anders dan het fietsen van een 10-jarige. Een ouder kind mag en wil verder weg en voert deze activiteit zelfstandig uit. De 4-jarige zal nog wat meer begeleiding nodig hebben. Wanneer kinderen een conflict hebben met een ander kind grijpen we niet direct in, maar kijken eerst of de kinderen het zelf kunnen oplossen. Lukt dit niet dan bieden wij hulp aan om te bemiddelen. We begeleiden de kinderen in het gesprek om zelf een geschikte oplossing te vinden.
Ze lf s ta n d ig h e ids c o ntr a c t 8 + k i nd er e n Tijdens de opvang is het mogelijk dat een kind, met toestemming van de ouders bij een vriendje of vriendinnetje speelt. En andersom is het soms ook mogelijk dat een vriendje of vriendinnetje meekomt naar de BSO van Ludens. Er zijn ook enkele kinderen die vanuit de BSO een club of vereniging bezoeken. Ludens maakt gebruik van een toestemmingsformulier. Bij jongere kinderen gaat het vooral om de vraag of zij uit spelen mogen bij een vriendje of vriendinnetje, terwijl het bij de oudere kinderen om steeds meer zelfstandigheid gaat. Bij de oudere kinderen maken we gebruik van een 8+ contract (zie: protocollenmap). De afspraken en regels worden vastgelegd en ondertekend door de pm-er, de ouders en het kind zelf.
14
3. Samenwerking met ouders Zie ook de Ludens brochure “Onze Spelregels” onder “Ouderbetrokkenheid en communicatie”
3.1 Contacten met de ouders Het belangrijkste en meest voorkomende contact dat ouders hebben, is met de pedagogisch medewerkers van de groep. Wij vinden het belangrijk om een goede band op te bouwen met ouders en kinderen. Als ouders zich goed voelen bij ons, zal dit een positieve invloed hebben op hun kinderen. Wij staan open voor vragen en opmerkingen van ouders. De meeste contactmomenten vinden plaats tijdens de dagelijkse ophaal-momenten. Bij behoefte aan een uitgebreider gesprek kan er een afspraak gemaakt worden om op een ander tijdstip te praten. Nadat de definitieve plaatsing van een kind is geregeld, neemt één van de pedagogisch medewerkers van de stamgroep, contact op met de ouders. Er worden afspraken gemaakt over de wenperiode. In het plaatsingsgesprek worden alle praktische zaken besproken. Wij observeren een kind jaarlijks bespreken dit, indien gewenst,met de ouder(s). Als er zaken zijn waar ouders opmerkingen over hebben of ontevreden over zijn, kunnen zij terecht bij de pedagogisch medewerker of bij de leidinggevende. Hiervoor hebben wij ook klachten- en opmerkingen formulier. Op deze manier kunnen wij onze kwaliteit blijven verbeteren. Uiteraard horen wij ook graag waar ouders tevreden over zijn.
3.2 Oudercommissie De ouders zijn vertegenwoordigd in een oudercommissie (OC). Deze oudercommissie behartigt de belangen van de kinderen en de ouders, fungeert als aanspreekpunt voor ouders en heeft adviesrecht. De oudercommissie vergadert enkele keren per jaar en de leidinggevende is hierbij aanwezig. In de vergaderingen worden de lopende zaken besproken en komen onderwerpen en thema’s aan bod die op dat moment spelen op de BSO. Ook heeft de oudercommissie een adviserende rol bij veranderingen, pedagogisch beleid en onder andere dit pedagogisch werkplan.
3.3 Centrale Oudercommissie Ouders, als belangenbehartigers van hun kind, hebben ook organisatiebreed een plaats bij Ludens. Hiertoe is er de Centrale Oudercommissie. Het doel van de Centrale OC is gemeenschappelijke belangenbehartiging op centraal niveau. Daarnaast is de centrale OC klankbord, stimulans en aanspreekpunt.
3.4 Klanttevredenheidsonderzoek en exit-formulier. We streven ernaar de kwaliteit van de diensten en activiteiten te verbeteren daarom worden er regelmatig een klanttevredenheidsonderzoek gehouden. De uitkomsten van dit onderzoek en verbetermaatregelen worden besproken met de Oudercommissie en aan de ouders via de nieuwsbrief medegedeeld. Als kinderen de opvang op de BSO verlaten, krijgen de ouders een kaart toegestuurd waarin wij vragen naar de ervaringen bij onze organisatie. Ouders zijn dan in de gelegenheid evt. op- en/of aanmerkingen te plaatsen. Ook positieve kritiek is welkom. Wij krijgen zo feedback over ons eigen functioneren en kunnen daar vervolgens iets mee doen. Ouders krijgen de gelegenheid om in een gesprek op de locatie de punten te verduidelijken.
15
Bijlage 1: Dagindeling BSO het Tuinhuis Tijdens schoolweken Vanaf 12.00 uur
Vanaf 12.15 uur
Vanaf 13.00 uur Vanaf 15.00 uur Vanaf 15.15 uur Rond 16.00 uur 17.00 uur
18.00 uur 18.30 uur
Op woensdag en vrijdag (t/m groep 4) zijn de scholen vroeg uit en worden de kinderen opgehaald van school. De kinderen worden opgehaald op school. Zij lopen of fietsen met de groepsleiding naar de opvang. Er zijn kinderen die toestemming hebben van hun ouders om zelf naar de opvang toe te komen. Ouders dienen hiervoor een contract te ondertekenen. Het gaat dan om het 8+ contract De kinderen dekken samen met de PM-ers de tafel voor de lunch. Daarna wordt er in iedere groep gezamenlijk gegeten. Als er kleine groepen zijn, worden deze tijdens het eten wel eens samengevoegd. Na afloop ruimt ieder kind zijn eigen bord en beker op. De kinderen kunnen kiezen of ze meedoen aan een activiteit of vrij gaan spelen. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag (vanaf groep 5) start de opvang vanaf deze tijd. . De kinderen komen aan op de locatie . Als iedereen van de groep aanwezig is gaan de kinderen aan tafel. De kinderen drinken limonade en eten crackers en/of een stukje ontbijtkoek. De kinderen doen mee aan een activiteit binnen of buitenen/of gaan vrij spelen. De kinderen eten met de eigen groep fruit. De kinderen worden vanaf deze tijd opgehaald. De reguliere opvang sluit, de verlengde opvang gaat in. De opvang sluit.
Dagindeling tijdens vakanties 08.00 – 10.00 10.00 uur 10.30 uur Vanaf 12.00 uur 13.00 uur 15.30 uur 16.00 uur 17.00 uur 18.00 uur 18.30 uur
De kinderen worden naar de BSO gebracht. Alle kinderen zijn nu op de opvang. Er wordt limonade gedronken met een koekje Er wordt een activiteit gedaan die is voorbereid waaraan de kinderen mee mogen doen of er wordt een uitstapje gemaakt. We lunchen met de kinderen op de eigen groep. De kinderen krijgen een broodmaaltijd op de opvang zodat iedereen hetzelfde eet en drinkt. We gaan verder met de activiteit van de ochtend of we bieden een andere activiteit aan of we maken een uitstapje. Er is ook de mogelijkheid tot vrij spel. Er wordt limonade of thee gedronken en crackers, fruit of iets anders naar keuze gegeten. De kinderen kunnen vrij spelen. Er wordt gezamenlijk opgeruimd. De kinderen worden vanaf deze tijd opgehaald. De reguliere opvang sluit, de verlengde opvang gaat in. De opvang sluit.
16
Bijlage 2: Rituelen en feesten In verband met emotionele veiligheid is het belangrijk dat er herkenningspunten zitten voor een kind in de structuur van een dag, een maand, een jaar en rituelen bij o.a. eten, verjaardag, afscheid etc. Op BSO het Tuinhuis hanteren wij de volgende rituelen: Jarig Wij vieren de verjaardagen van de kinderen die aangeven het te willen vieren op de BSO. We maken er een feestelijk moment van. Er wordt gezongen en de jarige mag een klein cadeautje uit de cadeautjesmand uitzoeken. Eventuele meegenomen, gezonde traktaties kunnen worden uitgedeeld. Sinterklaas Aangezien kinderen op school, thuis en soms ook nog in de wijk Sinterklaas vieren, houden we het op de BSO rustig. We maken er wel een feestelijke middag van in het teken van Sinterklaas. Per groep worden er cadeautjes voor de groep gekocht. Er wordt gezongen met de kinderen, gegeten en gedronken , een gedicht voorgelezen en daarna mogen de kinderen de cadeautjes zoeken , uitpakken op de eigen groep en ermee spelen. Kerstmis en Pasen We brengen de groep gezellig in kerst- of paassfeer met een kerstboom of een paastak of andere versieringen. In de aanloop naar het kerst en paasfeest organiseren we activiteiten op de BSO waar kinderen aan mee kunnen doen. Afscheid van de BSO Als het kind vertrekt van de BSO, nemen we graag even de tijd voor een afscheid. Als het kind wil, mag het trakteren. Moederdag/Vaderdag Hier besteden we in de jongste groepen aandacht aan. De kinderen mogen als ze willen iets maken.
17
Bijlage 3: Omgaan met bijzondere gebeurtenissen Ieder kind kan in aanraking komen met gebeurtenissen die van invloed zijn op het functioneren of op de ontwikkeling van het kind. Wij vinden het belangrijk hier aandacht aan te geven. Dit kunnen leuke, vrolijke gebeurtenissen zijn zoals de geboorte van een broertje of zusje, een verjaardag van oma, een trouwerij etc. Maar een kind kan helaas ook ernstig ziek worden, er kunnen problemen in de gezinssituatie zijn, er kan sprake zijn van een stoornis of achterstand in de ontwikkeling of lastig gedrag. Deze gebeurtenissen kunnen klein van aard zijn en met wat extra zorg en aandacht of wat kleine aanpassingen kan het kind geholpen worden. Echter, er komen ook situaties voor die de pedagogisch medewerkers en/of ouders niet eenvoudig opmerken of die ernstiger van aard zijn zodat professionele hulp en zorg van buiten de BSO noodzakelijk is. Dit geschiedt altijd in overleg met de ouders van het kind. Vastlegging van beleid Ludens heeft beleid vastgelegd conform de wet BIG, het signaleren en begeleiden van problemen t.a.v. kinderen met opvallend gedrag of kinderen die extra zorg nodig hebben, hoe te handelen bij vermoeden van kindermishandeling, hoe om te gaan met pestgedrag in een groep, hoe te handelen in geval van overlijden en hoe te handelen bij ziekte en ongevallen. Dit beleid is terug te vinden in het kwaliteitshandboek. Protocollen beschrijven welke stappen wij kunnen zetten als er iets bijzonders is met een kind. We kunnen onze eigen Ludens pedagoog inschakelen om de pm-ers te ondersteunen en te adviseren bij hun omgang met kinderen met gedrags- of ontwikkelingsproblematiek. De pedagoog kan gevraagd worden daartoe een kind op de groep te observeren. Dit wordt alleen gedaan na toestemming van de ouders. Contact met ouders Wanneer wij ons zorgen maken over het functioneren of de ontwikkeling van een kind, dan delen wij onze bezorgdheid met ouders. Ouders kunnen ook met vragen ten aanzien van de ontwikkeling van hun kind bij de pm-er of de leidinggevende terecht. Samen met ouders en eventueel in samenwerking met andere instanties kan het kindercentrum meewerken aan een oplossing van het probleem.
18
Bijlage 4 : Ondersteuning beroepskrachten Bij Ludens werken we met gediplomeerde pedagogisch medewerkers (pm’ers). We houden ons aan de regels die voorgeschreven zijn door de wet en de GG&GD. De omvang van de groepen ligt vast in de CAO en Ludens hanteert deze norm. Bij het uitvoeren van hun werkzaamheden worden de pm’ers ondersteund door: Leidinggevende en assistent-leidinggevende voor aansturing, begeleiding en coördinatie in verband met het uit te voeren beleid en de dagelijkse gang van zaken Afdeling Informatie en Plaatsing (I&P): regelt de aanmelding en plaatsing van kinderen Afdeling Personeel en Organisatie (P&O): regelt de aanstelling van medewerkers Afdeling Facilitaire zaken: zorgt voor reparaties en onderhoud van gebouwen en buitenterreinen. Externe schoonmaakbedrijven: zorgen voor reinigingswerkzaamheden. Regiomanager voor aansturing en begeleiding op managementniveau Pedagoog voor advies en ondersteuning van pm’ers indien dit noodzakelijk is (in overleg met de ouders) Oudercommissie voor advies GG&GD voor toezicht houden en controleren op uitvoering van wettelijk vastgesteld beleid Ludens is HKZ gecertificeerd en werkt volgens het HKZ kwaliteitssysteem. Dit wordt gecontroleerd door een extern auditbureau Daarnaast kunnen leerlingen van de MBO- opleiding Pedagogisch Werk – 3 bij ons stage lopen. De stagiaires worden begeleidt door de pm-er op de groep en draaien boventallig mee. De begeleider en stagiaire krijgen daarnaast ondersteuning van een praktijkopleider.
19
Bijlage 5: Seksuele ontwikkeling van kinderen Seksualiteit is een wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling van een kind naar volwassenheid. In een teamoverleg of kindbespreking bespreken wij hoe wij hiermee omgaan op de BSO. Op deze manier dragen we bij aan de ontwikkeling van kinderen, maar ook aan het voorkómen van grensoverschrijdende seksuele incidenten. Wij bieden de kinderen op de BSO een plek waar ze fysiek veilig zijn en zich ook zo voelen, ook op het gebied van seksualiteit. Daarnaast ondersteunen wij kinderen, afhankelijk van hun leeftijd en situatie, bij hun ontwikkeling op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Kinderen hebben seksuele gevoelens. Ieder kind maakt in zijn algemene ontwikkeling een seksuele ontwikkeling door. In zijn eigen tempo, wanneer hij daar aan toe is, verkent hij zijn eigen lichaam en dat van anderen. Kinderen zijn nieuwsgierig en stellen vragen over seks. Wij accepteren seksueel gedrag binnen bepaalde grenzen. Kinderen mogen bv wel doktertje spelen maar we spreken af dat zij hun kleren aanhouden. Wij signaleren grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Wij baseren ons daarbij op drie criteria: toestemming, vrijwilligheid en gelijkwaardigheid. Wanneer er signalen zijn dat een kind of meerdere kinderen seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben vertoond en dat een ander kind hier mee geconfronteerd is of slachtoffer van is geworden, is het belangrijk dat deze signalen in kaart worden gebracht en goed geïnterpreteerd worden. Wij hanteren hierbij het stappenplan “Grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling” uit onze Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
20
Bijlage 6: Omgaan met het samengaan van groepen en het gebruik van kinderopvang gedurende extra dagdelen (Regeling Kwaliteit Kinderopvang en Peuterspeelzalen art. 5, lid 13: Een kind kan tijdelijk worden opgevangen in één andere stamgroep dan de stamgroep bedoeld in het eerste en tweede lid, dat wil zeggen de stamgroep waarin het kind is opgenomen. (De ouder van het kindmoet hiervoor vooraf schriftelijke toestemming geven.) Nieuwe kindplaats of uitbreiding van het contract In principe wordt een kind in één groep geplaatst, maar wanneer het niet anders kan, wordt hier tijdelijk van afgeweken, na overleg met de ouders door I&P. Kinderen die in 2 groepen zijn geplaatst, hebben de hoogste prioriteit bij de overplaatsing in één van beide groepen. Ouders ondertekenen hiervoor bij de plaatsing het formulier ‘opvang in twee stamgroepen vooreen bepaalde periode’ waarop vermeld staat dat het kind in 2 groepen is geplaatst. Er wordteen toevoeging / aanpassing gedaan op de stamkaart. I&P stemt met de ouders de tijdelijke plaatsing in 2 groepen af. De leidinggevende zorgt ervoor dat de ouders het formulier ‘opvang in twee stamgroepen voor een bepaalde periode’ ondertekenen. Extra dag of ruilen Als voor een extra dag of een ruildag het kind niet in de eigen stamgroep kan worden opgevangen, moet hiervoor vooraf getekend worden door de ouder. Dit kan op het ‘formulier toestemming incidentele opvang in andere stamgroep’. Dit is een formulier dat in de groep wordt bewaard. De locatie zorgt ervoor dat de ouder vooraf ondertekent. NB voor de facturering moet bij een extra dag ook het formulier ‘aanvullende facturen’ worden ingevuld en ondertekend! Structurele mutatie samenstelling groepen Wanneer door het herschikken van de groepen een kind in 2 stamgroepen wordt geplaatst, zal de leidinggevende schriftelijk met de ouders overeenkomen dat het kind in 2 groepen is geplaatst. Hiervoor wordt het ‘formulier opvang in twee stamgroepen voor een bepaalde periode’ ondertekend door ouder en leidinggevende. Samenvoegen/ samenwerken van groepen Wanneer de groep in zijn geheel wordt samengevoegd met een andere groep hoeft er niets geregeld te worden op voorwaarde dat van iedere groep een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. De leidinggevende zorgt voor informatie aan ouders en aanpassing van het pedagogisch werkplan.
21