BSO)

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Relatie ander beleid: • Zorgkinderen • Protocol seksueel misbruik door mdw • Route bij grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen • Sociale kaart • Signalenlijst (0-4jr; 4-12 jr) • A.i.Omgaan met privacy • A.i.Aandachtspunten m.b.t. gesprek kind, ouder, allochtoon gezin • A.i.Informatie m.b.t. AMK • Meldingsformulier AMK • LIRIK • Formulier inventarisatie signalen • Vormen van kindermishandeling • Literatuurlijst Volgens het pedagogisch beleid onderzoekt de p.m. het welbevinden van kinderen. Hierbij wordt onderzocht of kinderen zich prettig en op hun gemak voelen, of ze tot hun recht komen en of zij zich goed ontwikkelen. Bestemd voor: pedagogisch medewerker, pedagogische coach, locatieleider, manager kdv-bso, manager operations. Doel: eenduidige en zorgvuldige handelingswijze bij vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling op het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang Definitie van huiselijk geweld (dreigen met) geweld, op enigerlei locatie, door iemand uit de huiselijke kring, waarbij onder geweld wordt verstaan; de fysieke, seksuele of psychische aantasting van de persoonlijke integriteit van het slachtoffer Definitie van kindermishandeling Kindermishandeling is elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. (Wet op de jeugdzorg, 2005) Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs), emotionele mishandeling en/of verwaarlozing en seksueel misbruik. Reikwijdte Pedagogisch medewerkers zijn in staat signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling te herkennen. Pedagogisch medewerkers zijn verplicht hun vermoeden te bespreken met de pedagogische coach. De pedagogische coach is verplicht het vermoeden te melden bij de locatieleider. De locatieleider is vervolgens verplicht volgens de procedure te gaan handelen. Wanneer er sprake is van een acute noodsituatie is de medewerker verplicht de locatieleider meteen te informeren. De locatieleider dient dan direct actie te ondernemen; bijv. AMK of 112 bellen. Indien het vermoeden bestaat dat een medewerker de dader is treedt het protocol seksueel misbruik door medewerkers in werking. Versie: gemaakt op 12-09-2008 Gewijzigd op: 23-8-2012 Proceseigenaar: beleidsmedewerker pedagogiek 23 augustus 2012 © De Klimboom Pagina 1 van 9

Schepersweg 6d • 3621 JK •Breukelen • www.deklimboom.nl • telefoonnummer 0346-262887

vermoeden

overleg

plan van aanpak

beslissen

handelen

evaluatie

nazorg

23 augustus 2012 © De Klimboom Pagina 2 van 9


STAP 1: VERMOEDEN wie •PM en locatieleider

wat •breng signalen in kaart •Overleg alleen met directe collega`s en locatieleider •Observeren ouder en kind. Beschrijf de signalen objectief alleen wat je ziet en hoort •Vermelden indien je iets van derden hebt gehoord en niet zelf hebt gesignaleerd •Wijzen de signalen op een acuut onveilige situatie neem dan direct contact op met de politie

wanneer •doorlooptijd: stap 1 en 2 max 3 weken

informatie •vormen van kindermishandeling •lijst signalen 0-4jr •lijst signalen 4-12 jr •hoe om te gaan met privacy •formulier inventarisatie signalen



STAP 2: OVERLEG wie •PM, pedagogisch coach, locatieleider

wat •vraag advies •signalen worden besproken met ll en pc •verslag maken van overleg en toevoegen van (ev.) extra gegevens •plan van aanpak met tijdsplanning maken (door ped coach) •eventueel consulteren pedagogische stuurgroep, ped. stafmdw, buurtnetwerk (pc-ll), overleg CJG •eventueel consulteren AMK zonder naam kind en ouder te noemen •zorg delen met CJG (ll), bij voorkeur met toestemming, maar minimaal melden aan ouders •CJG benoemt procescoordinator •terugkoppeling vragen van CJG

wanneer •doorlooptijd: stap 1 en 2 max 3 weken

informatie •literatuurlijst •CJG Stichtse Vecht •CJG Wijde Meren •CJG de Ronde Venen •CJG Utrecht/Vleuten •CJG Amstelveen



STAP 3: PLAN VAN AANPAK wie •pedagogisch coach, locatieleider

wat •praten met ouders en/of kind •praten met ouder(s), waarnemingen voorleggen en zorgen delen •(eventueel) praten met kind •bespreken van resultaten •verslag maken

wanneer •doorlooptijd: stap 3 en 4 binnen 1 maand

informatie •sociale kaart •informatie AMK (advies en meldpunt kindermishandeling) •aandachtsopunten voor een gesprek met ouders •aandachtspunten voor een gesprek met een kind •aandachtspunten voor een gesprek met een allochtoon gezin



STAP 4: BESLISSEN wie •pedagogisch coach, locatieleider

wat •wegen van aard en ernst •weeg op basis van: signalen, ingewonnen advies en gesprek m.b.v. LIRIK

wanneer •doorlooptijd: stap 3 en 4 binnen 1 maand

informatie •risicotaxatie instrument (lirik)



STAP 5: HANDELEN wie •locatieleider

wat •beslissen en handelen •Wanneer de vermoedens na overleg met alle betrokkenen niet zijn bevestigd: vernietig de aantekeningen en sluit de zaak af. •Wanneer na gesprekken met de ouder(s) duidelijk is dat de ouders ook bezorgd zijn, verwijs de ouders door. •Wanneer het vermoeden gegrond blijkt, wordt een melding bij AMK gedaan. Leg aan ouders uit dat je van plan bent een melding te doen. Indien ouders bezwaren hebben weeg dan de bezwaren af tegen de noodzaak het kind te beschermen. •Wanneer de veiligheid van het kind in gevaar is, of als je verwacht dat de ouders het kind van de opvang halen, kun je afzien van het inlichten van ouders en meteen een melding doen. •Doe tevens een registratie bij de verwijsindex risico`s jeugdigen •Wanneer een crisissituatie ontstaat, wordt er gemeld bij: politie of crisisdienst bureau jeugdzorg/ meldpunt huiselijk geweld •Wanneer na overleg met de ouder(s) ernstige twijfel blijft bestaan spreek en extra observatieperiode af en beslis opnieuw •Geven van richtlijnen aan p.m'ers hoe om te gaan met ouder en kind. •Benadruk geheimhouding en vertrouwelijkheid

wanneer •doorlooptijd: besluit: uiterlijk in de 8e week •kind 6 maanden extra in de gaten houden

informatie •standaard meldingsformulier AMK •www.verwijsindexmiddennederland.nl



STAP 6: EVALUATIE wie •locatieleider, stafmedewerker Pedagogiek, manager KDV/BSO

wat •evalueer het proces en de procedure in groepsoverleg en in werkbegeleiding •registreer het gebruik van de procedure in de kwartaalrapportage •gebruik van procedure melden in jaarlijks verslag over welbevinden •stafmedewerker trekt conclusies voor gehele organisatie •manager operations wordt geinformeerd door manager na melding

wanneer •uiterlijk in de 9e week



STAP 7:NAZORG wie •pedagogisch medewerker, pedagogisch coach, locatieleider

wat •blijf alert op het welbevinden van het kind na melding •blijf alert op welbevinden bij zorg •blijf signalen en zorgen melden bij het AMK •behoefte aan nazorg bij pm'ers vaststellen

wanneer •tijdens kindbesprekingen/ overleg welbevinden •binnen 1 maand na melding behoefte aan nazorg peilen



BSO)

Recommend Documents