Inspectierapport 't Kienderbenkske (BSO) Kendelweg EL SIEBENGEWALD Registratienummer

Inspectierapport

't Kienderbenkske (BSO) Kendelweg 1 5853EL SIEBENGEWALD Registratienummer 119800524

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Limburg-Noord Bergen (L) 19-05-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 27-07-2015

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10

2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 19-05-2015 't Kienderbenkske te SIEBENGEWALD

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD’en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risico gestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risico gestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden helder in het rapport per onderdeel uitgewerkt. Feiten over BSO 't Kienderbenkske: Buitenschoolse opvang 't Kienderbenkske is gehuisvest op Kendelweg 1 in Siebengewald. De BSO bestaat uit één groepsruimte waar maximaal 25 kinderen kunnen worden opgevangen. Daarnaast zitten er op dezelfde locatie nog een KDV groep van 0-4 jaar i.c.m. een OKI (peuter)groep. De houder van 't Kienderbenkske heeft diverse kindercentra in de gemeente Bergen en werkt met 2 teams. Het ene team bestaat uit medewerkers welke werkzaam zijn op de locaties in Well/Wellerlooi/Afferden (afgekort WWA) en de andere medewerkers op de locaties in Siebengewald, Afferden en Bergen (afgekort SAB). Inspectiegeschiedenis:  16-12-2013: jaarlijks onderzoek. Tekortkoming vastgesteld op het volgende onderdeel: instellen oudercommissie;  19-08-2014: jaarlijks onderzoek. Tekortkoming vastgesteld op het volgende onderdeel: risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid;  11-11-2014: nader onderzoek. De tekortkoming uit het voorgaande rapport is inmiddels verholpen. Bevindingen op hoofdlijnen: N.a.v. het onderzoek, dat is uitgevoerd door de GGD Limburg-Noord, blijkt dat BSO 't Kienderbenkske voldoet aan de getoetste eisen uit de Wet kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De aanwezige beroepskrachten stellen zich tijdens de inspectie en het verdere verloop van het onderzoek zeer vriendelijk en coöperatief op. Hierdoor heeft de inspecteur een goed beeld van de locatie kunnen krijgen. Opvallend is het enthousiasme en de betrokkenheid van de aanwezige beroepskracht. Voor een nadere inhoudelijke uitleg zie de toelichting bij het betreffende item in dit rapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de inspectie beoordeelt de inspecteur de uitvoering van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Het oordeel van de inspecteur ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2015). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk:  emotionele veiligheid;  persoonlijke competentie;  sociale competentie;  overdracht van normen en waarden. De observatie vindt plaats op een maandagmiddag gedurende het gezamenlijk eet/drinkmoment en vrij spel op de BSO-groep. Omdat de OKI-groep op andere tijdens draait dan de BSO, heeft de observatie op de BSO op een later moment (14-07-2015) plaatsgevonden. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Dit blijkt uit de pedagogische observaties die hebben plaatsgevonden op de groep. De beroepskracht handelt conform de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. Citaat uit het veldinstrument: 'Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep.' De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. Citaat uit het veldinstrument: 'De kinderen zijn deel van de groep.' Tijdens de observatie zitten de kinderen samen met de beroepskracht aan tafel en wordt er fruit gegeten en limonade gedronken. Er wordt onderling met elkaar gekletst en de beroepskracht speelt in op de verhalen die ze hoort. Ze stelt zich zeer enthousiast op en daagt de kinderen uit met vragen als "Wat zullen we zo meteen gaan doen?" en "Het is niet zo'n mooi weer, zullen we vanmiddag binnen blijven?". De sfeer in de groep is uitbundig en gezellig. Volgens de beroepskracht draagt het feit dat het bijna zomervakantie is daar nog eens extra aan bij. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Citaat uit het veldinstrument: 'Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting'. De BSO kinderen worden opgevangen in de groepsruimte die in de ochtenden door de OKI-groep wordt gebruikt. Een paar jongens spelen boven op de vide met bijvoorbeeld het tafelvoetbalspel terwijl de meisjes in de gang dansen op muziek en een fantasiespel spelen. Een van de kinderen zoekt bewust de rust op en zit rustig achter de laptop waar hij een spelletje op speelt. Met de beroepskracht zijn duidelijke afspraken gemaakt over wie op welk moment aan de beurt is om te computeren en voor hoe lang.


De houder zorgt voor overdracht van normen en waarden aan de kinderen. Citaat uit het veldinstrument: 'Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.' De beroepskracht zorgt voor een prettige sfeer op de groep door haar enthousiaste houding. Wanneer kinderen over een grens heen gaan laat ze dat ook weten. Zo spreekt ze een kindje aan dat op de rand van de bank zit en er bijna af valt. Ook wil één van de kinderen een ei van de vide naar onderen laten vallen. De beroepskracht zegt stellig dat ze dat echt geen goed idee vindt, waarna het kind weer rustig verder speelt.

Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskracht)  Observaties (op de groep)  Pedagogisch beleidsplan


Personeel en groepen Binnen dit domein zijn pedagogisch medewerkers gecontroleerd op het in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de basisgroep zijn gecontroleerd om te bepalen of er aan weten regelgeving wordt voldaan.

Verklaring omtrent het gedrag De inspecteur heeft de VOG's van alle vaste beroepskrachten, die binnen de BSO actief zijn, beoordeeld (4 beroepskrachten). Uit de toetsing blijkt dat deze personen beschikken over een binnen de kinderopvang geldig VOG, afgegeven op de juiste functie aspecten en vallend binnen de continue screening in de kinderopvang. Passende beroepskwalificatie De inspecteur heeft de diploma's van alle vaste pedagogisch medewerkers, die binnen de BSO actief zijn beoordeeld (4 beroepskrachten). Uit deze toetsing blijkt dat deze pedagogisch medewerkers beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen BSO 't Kienderbenkske bestaat uit een voorschoolse opvanggroep (VSO) en twee naschoolse basisgroepen (NSO). Beroepskracht-kindratio Er zijn geen overtredingen geconstateerd op de beroepskracht-kindratio. Op de BSO groep zijn tijdens de inspectie 10 kinderen aanwezig met één beroepskracht. Uit de op 18-06-2015 door de houder opgestuurde aanwezigheidslijsten en personeelsroosters van week 16, blijkt dat er geen overtredingen op de beroepskracht-kindratio zijn geweest. Het betreft een steekproefsgewijze controle. Opmerking: Er kan niet worden beoordeeld of er conform weten regelgeving op bepaalde momenten wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio, aangezien er op de aanwezigheidslijsten geen brengen haaltijden van de kinderen worden genoteerd. De beroepskrachten dienen dit voortaan dagelijks en voor elk kind te noteren op de lijsten. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (beroepskracht)  Observaties (op de groep)  Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskrachten)  Diploma's beroepskrachten  Plaatsingslijsten (week 16)  Presentielijsten (week 16)  Personeelsrooster (week 16)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.


OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.



Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: 't Kienderbenkske : http://www.kienderbenkske.nl : 25

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer

: : : : :

't Kienderbènkske Kasteellaan 14 5855AE WELL LB www.kienderbenkske.nl 12067219

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 JP Brizzi

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: Bergen (L) : Postbus 140 : 5854ZJ BERGEN LB

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : : :

19-05-2015 14-07-2015 Niet van toepassing 27-07-2015 27-07-2015 27-07-2015

: 03-08-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.


Inspectierapport 't Kienderbenkske (BSO) Kendelweg EL SIEBENGEWALD Registratienummer

Recommend Documents