Schiedam, 18 juni 2012 BRZO-rapport BRZO-inspectie 6 en 7 maart 2012 bij tankopslagbedrijf Odfjell Afgelopen vrijdag 15 juni is in de media gesproken over het BRZO-rapport dat is opgesteld door de Inspectie SZW, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de DCMR Milieudienst Rijnmond naar aanleiding van de BRZO-inspectie bij Odfjell op 6 en 7 maart 2012. Het BRZO-rapport is sinds vandaag openbaar. Het rapport is vastgesteld op 4 mei. Conform de vaste procedure voor het openbaar maken van deze rapporten heeft het bedrijf de gelegenheid gekregen om een zienswijze in te dienen en zo nodig een voorlopige voorziening te vragen bij de rechtbank om openbaarmaking te voorkomen. Deze termijn is nu verstreken en daarmee is het rapport openbaar. Gelijktijdig met het vaststellen van het rapport is de DCMR Milieudienst Rijnmond namens de provincie Zuid-Holland handhaving gestart om de overtredingen ongedaan te maken. Op 22 mei is hierover een nieuwsbericht met een overzicht van maatregelen verschenen, ingesloten bij het rapport.
Odfjell moet onderhoud van tanks aantonen 22.05.2012 13:00 DCMR communicatie en informatie, telefoon 010 246 8453 De gezamenlijke inspectiediensten nemen nieuwe maatregelen tegen het tank- en overslagbedrijf Odfjell in het Rotterdamse Botlekgebied. In maart werd een uitgebreide controle gehouden door de DCMR Milieudienst Rijnmond, de Inspectie SZW en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Die controle leidde al tot directe stillegging van enkele gevaarlijke situaties door inspectie SZW. Op grond van zijn bevoegdheid heeft de DCMR inmiddels een bestuursrechtelijke procedure in gang gezet. De consequentie daarvan kan zijn dat bedrijfsactiviteiten stil worden gelegd. Eerder zijn dwangsommen opgelegd. De conclusie van de inspectiediensten is dat Odfjell onvoldoende verantwoordelijkheid toont voor de veiligheid op zijn terrein. Zwaarwegend is dat het bedrijf van diverse tanks niet kan aantonen wanneer ze voor het laatst zijn geïnspecteerd. BRZO De inspectie was in het kader van het toezicht op BRZO-bedrijven (Besluit Risico’s Zware Ongevallen): bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. De controle was breed opgezet, met als onderwerpen onderhoud van opslagtanks, laad- en losactiviteiten, explosieveiligheid, brandblusvoorzieningen en veilige en gezonde inrichting van de arbeidsplaats. Bij alle onderwerpen schiet Odfjell tekort en leggen de inspecties maatregelen op. Leegmaken “Odfjell heeft een grote achterstand en moet verbeteren”, zegt Jan van den Heuvel, directeur van de DCMR. “We hebben gezamenlijk strikt geïnspecteerd; het gaat immers om de veiligheid. Odfjell moet in korte tijd onderbouwen dat een groep grote tanks naar behoren is onderhouden. Doet het bedrijf dat niet, dan volgt bestuursdwang.” Als er een acuut risico is, wordt direct opgetreden. Naar aanleiding van de inspectie heeft Odfjell inmiddels een paar tanks uit bedrijf genomen. Provincie Voor het uitoefenen van bestuursdwang is de provincie Zuid-Holland eindverantwoordelijk. De provincie is het bevoegd gezag voor de milieuvergunning van Odfjell en heeft de DCMR mandaat gegeven voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Handhaving De VRR heeft verschillende tekortkomingen op blus- en koelvoorzieningen geconstateerd en daarop handhaving ingezet. De VRR legt Odfjell voor deze tekortkomingen een dwangsom op. Bij de inspectie in maart greep de Inspectie SZW al in vanwege het gebruik van niet-explosieveilige pompen en het werken op een steiger met gevaar voor medewerkers om te vallen. De activiteiten zijn stilgelegd en er is proces-verbaal opgemaakt. Aansluitend legt de Inspectie SZW nu eisen op aan het bedrijf om onder meer blootstelling van medewerkers aan gevaarlijke stoffen te voorkomen en (explosie-)veilige apparatuur te gebruiken in risicovolle omgevingen. Eindrapport Het eindrapport is opgemaakt nadat onder meer de administratie die tijdens de inspectie was opgevraagd, was verwerkt. Over enkele constateringen heeft Odfjell later meer informatie aangeleverd, maar die heeft de inspecties niet overtuigd van een goede risicobeheersing. Uit voorzorg bereiden de inspecties daarom nieuwe maatregelen voor. Voor het overzicht van de maatregelen, zie document Maatregelen.
Maatregelen naar aanleiding van de BRZO-inspectie van maart 2012 Uit gebruik genomen • Na de inspectie is een aantal tanks leeggemaakt door Odfjell. Last onder bestuursdwang (DCMR) • Odfjell moet de integriteit van alle opslagtanks aantonen en borgen 1 • Reparatie en onderhoud van vacuüm- en drukventielen. • Vervangen van de verouderde drijvende daken van opslagtanks.Deze daken houden dampen onvoldoende tegen. Totdat de verouderde daken vervangen zijn mag het bedrijf in die tanks 2 alleen stoffen opslaan, die niet uitdampen. • Aanpassen van verschillende brandschermen. 3
Acute stillegging, boeterapport en proces-verbaal (Inspectie SZW) • Steiger zo inrichten dat valgevaar voor werknemers bij verladingsactiviteiten word voorkomen • Gebruik van explosieveilige pompen op de terminal. • Zorgen voor explosieveilige apparatuur, juiste inertisering, weghalen van ontstekingsbronnen en dit procedureel goed afgedekt hebben. • Voorkomen van blootstelling werknemers aan gevaarlijke stoffen bij verladingsactiviteiten. • Het juist toepassen van het veiligwerkvergunningensysteem zodat eigen werknemers en aannemerpersoneel de werkzaamheden veilig kunnen uitvoeren. • Toepassen van juiste maatregelen en beschikbaar hebben van juiste informatie voor beheersen van de integriteit van opslagtanks en zorgen voor een veilige werkomgeving. Last onder dwangsom (VRR) • Odfjell moet tekortkomingen aan verschillende blus- en koelvoorzieningen verhelpen. • Bij geconstateerde onveilige situaties of veranderingen in operationele activiteiten zal de VRR de hulpverleningsdiensten actief in het havengebied hier direct over informeren. Verscherpt toezicht (VRR) • De brandweer stelt verscherpt toezicht in bij CIN-meldingen van Odfjell. • De Gezamenlijke Brandweer handelt actief op basis van signaleringen. Eerdere maatregelen naar aanleiding van overtredingen Strafrechtelijk onderzoek (OM) • Niet-gemelde ontsnapping van 200 ton butaangas. • Benzeenemissies, veel hoger dan bij onderzochte buurbedrijven en strijdig met de minimalisatieplicht voor benzeen. Last onder dwangsom (een boete als niet aan voorwaarde wordt voldaan) - (DCMR) • Odfjell moet alle incidenten en onvoorziene omstandigheden op het terrein melden bij de DCMR en/of hulpdiensten. De dwangsom is een keer geïnd. • Odfjell moet het butaniseren van benzine (butaan toevoegen) staken, tot DCMR toestemming geeft tot hervatting. • Odfjell moet de uitstoot van vluchtige organische stoffen, waaronder benzeen, verminderen. • Odfjell dient het bedrijfsterrein op orde te hebben (onderhoud op orde hebben en systemen voor onderhoud en inspectie ontwikkelen en in gebruik nemen). Stilleggen (Inspectie SZW) • Een dampverwerkingsinstallatie is na dreiging van een exploitaitieverbod uit bedrijf genomen. Handhaving met eisen (Inspectie SZW)
1
Voor deze overtreding was eerder een last onder dwangsom opgesteld. Voor deze overtreding was eerder een last onder dwangsom opgesteld. 3 Stillegging tijdens de inspecties van maart is opgeheven nadat de gebreken zijn verholpen. 2
• • •
Eisen op het uitvoeren van veiligheidstudies en het treffen van aanvullende veiligheidsmaatregelen op de dampverwerkingsinstallatie. Eisen op het doorvoeren van wijzigingen in de aansluitingen op de dampverwerkingsinstallatie. Eisen op beheersmaatregelen ter voorkoming ontstaan ontstekingsbronnen statische oplading.
Zie ook: http://www.dcmr.nl/nl/other/onderwerpen/toezichthandhavingodfjell.html
INSPECTIERAPPORT
Odfjell Terminals Rotterdam bv
Botlek Rotterdam
Inspectiedag(en) 6 en 7 maart 2012
Datum definitief rapport: 14 mei 2012 DMS 21374889
Samenvatting Op 6 en 7 maart 2012 is door toezichthouders van Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's. Inspectie SZW en Inspectie Verkeer & Waterstaat bij Odfjell Terminals Rotterdam bv te Botlek Rotterdam een onaangekondigde inspectie uitgevoerd. De betrokken toezichthouders inspecteren tijdens deze gezamenlijke inspectie op basis van de toegekende bevoegdheden. Tijdens de inspectie is steekproefsgewijs gecontroleerd of datgene wat in de inrichting aangetroffen is, in overeenstemming is met de eisen die gesteld worden in de algemene regelgeving en de aan het bedrijf verleende vergunningen. Op 28 maart 2012 heeft er op het bedrijf een terugkoppeling van bevindingen plaatsgevonden, de close out. Informatie welke verkregen is tijdens de inspectie of in de periode tussen de inspectie en close out, welke afhankelijk is van acties van derden, zoals het analyseren van monsters, is nog niet of slechts deels verwerkt in deze rapportage. Acties worden hierop nog ondernomen door de toezichthouders in wiens opdracht deze steekproeven zijn uitgevoerd. De resultaten hiervan zullen separaat met Odfjell worden gecommuniceerd door die betreffende toezichthouders. De bevindingen, conclusies en overtredingen voortgekomen uit de inspectie en documentstudie in de periode vanaf de inspectiedata tot en met de close out, zijn opgenomen in deze rapportage. Op basis hiervan wordt van Odfjell Terminals Rotterdam bv verwacht dat acties worden ondernomen om overtredingen ongedaan te maken en bevindingen op te volgen. De inspectie- en onderhoudsstatus van opslagtanks Door de systematische aanpak welke door Odfjell gevolgd wordt in verband met het in te voeren risk based inspection regime, wordt alle informatie zoals deze in de betreffende tankdossiers aanwezig is inzichtelijk gemaakt. Hierbij worden vele omissies geconstateerd door Odfjell. Odfjell is gestart met het treffen van maatregelen om deze omissies weg te nemen en de technische en operationele integriteit van de opslagtanks alsnog te waarborgen. Odfjell heeft overzichten aangeleverd waarop de tanks zijn vermeld waarvan, op basis van de gekozen systematiek en de vigerende formele verplichtingen, is geconstateerd dat de inspectietermijnen voor wat betreft de periodiek inwendige inspectie en de on stream inspecties reeds zijn verstreken. Inmiddels zijn 9 opslagtanks op of onder een afkeurgrens gekomen. Deze tanks worden ln maart en april 2012 versneld geinspecteerd, 2 tanks uit tankput 9A (T546 en T548) zijn uit bedrijf genomen medio maart 2012. Odfjell heeft met betrekking tot de achterstanden op inwendige inspecties aangegeven dat deze tanks in 2012 en 2013 alsnog zullen worden geïnspecteerd. Met betrekking tot de on stream inspecties, waarbij niet gewacht hoeft te worden tot het moment dat de tanks betreedbaar zijn, is door Odfjell verklaard dat deze direct of zo spoedig mogelijk zullen worden uitgevoerd. Op basis van na de inspectie aangeleverde documentatie bestaan twijfels over de juiste toekenning van de prioriteiten. Totdat de "overdue"-inspecties zijn uitgevoerd is sprake van een verhoogd risico. Odfjell heeft in het kader hiervan in haar schrijven van 28 maart 2012 met kenmerk 12-005/RZA/asz, een formele uitspraak gedaan over het voldoende borgen dat de tanks voor de bepaalde periode in bedrijf kunnen blijven. Opmerkelijk is echter dat Odfjell geen uitspraak doet over de aanvaardbaarheid van de risico's van het in bedrijf blijven van de opslagtanks. Risk based inspection is een goed alternatief voor time based inspection en uitermate geschikt om voorspellingen te doen over voorspelbare degradatiemechanismen. Als de degradatiemechanismen die aanwezig zijn bij de bij Odfjell aanwezige opslagtanks zich gedurende jaren keurig gedragen en overeenkomen met de afnamen die zijn vastgesteld in de EEMUA 159 richtlijn, zal er tot eerstvolgende inspectiedatum geen lekkages te verwachten zijn. Volgens de milieuvergunning van Odfjell zijn bij toepassing van Risk based inspection maximum inspectietermijnen toegestaan van 20 jaar. Sommige bij Odfjell opgestelde opslagtanks zijn op kritische onderdelen tot 31 jaar niet geïnspecteerd. Betwijfeld kan worden of het aanvaardbaar is de inspectieresultaten over een periode van meer dan 20 jaar te extrapoleren. Odflell Terminals Rotterdam bv 2012
2 van 62
Deze vraag is zeker van belang voor niet voorspelbare degradatiemechanismen. Slecht laswerk, corrosie onder isolatie of de gevolgen van zettingen laten zich nu eenmaal moeilijk voorspellen. Een extra reden om termijnen niet te overschrijden. Odfjell heeft, door ontbreken van inspectie- en onderhoudsgegevens van opslagtanks en het onvoldoende waarborgen van de integriteit van de opslagtanks, de grenzen van een veilige bedrijfsvoering opgezocht. Een goed functionerend veiligheidsmanagementsysteem, met voldoende beheersing van de uitvoering, had dit moeten voorkomen. Beheersing Onderhoud; In het kader van Risk Centered Maintenance (RCM) is een tweetal functionele onderdelen van diverse opslagtanks geïnspecteerd, te weten de vacuüm-/drukventielen en de inwendig drijvend daken. Hieruit blijkt dat de systematische borging van de effectiviteit en betrouwbaarheid onvoldoende in het veiligheidsbeheersysteem aanwezig is. Veilig Werkvergunningen en Taak Risico Anaiyses; Odfjell beheerst het proces van veilig-werkvergunningen en taak-risico-analyse onvoldoende, hierdoor zijn op de arbeidsplaats niet alle maatregelen genomen om zware ongevallen te voorkomen. Expiosieveiiigheid (Atex); Op de terminal is geen sprake is van een systematische benadering van explosieveiligheid. Maatregelen zijn fysiek niet aanwezig of worden zodanig onderhouden dat de kans op goede werking klein is. Er zijn veel aanpassingen nodig. Op de PID is wel sprake van een systematische benadering van explosieveiligheid. De uitvoering van gevarenzone O problematiek en E&l inspecties moet echter worden verbeterd. De resultaten uit de inspectie geven aanleiding tot het inzetten van handhavingstrajecten. Deze worden door de respectievelijke diensten ingezet
Odfiell Tenninals Rotterdam bv 2012
3 van 62
Inhoudsopgave 1.
Algemene gegevens 1.1. Algemene gegevens van de inrichting 1.2. Algemene gegevens van de inspectie 2. Omvang en uitvoering van de inspectie 3. Resultaten 3.1. Conclusies 3.2. Overtredingen 3.3. Beoordeling 3.4. Bevindingen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Reviewdocumenten
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2012
5 5 5 6 7 7 14 22 23 60 61
4 van 62
1.
Algemene gegevens
1.1.
Algemene gegevens van de inrichting
Naam inrichting Bezoekadres Verplichting
Odfjell Terminals Rotterdam bv Oude Maasweg 6 3197KJ Botlek Rotterdam VR-plichtig
Naam drijver Postadres
Odfjell Terminals (Rotterdam) B.V. Postbus 5010 3197XC BOTLEK ROTTERDAM
Medezeggenschapsorgaan
Ja
1.2.
Algemene gegevens van de inspectie
Inspectieteam Naarn
Namens instantie: Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's Inspectie SZW Inspectie SZW Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's Inspectie SZW Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's Inspectie SZW Inspectie SZW Inspectie SZW Inspectie Leefomgeving en Transport Inspectie Leefomgeving en Transport Inspectie SZW
Overige betrokkenen Naarifi:; Inspectie SZW Digitale Recherche IL&T Douane IL&T Scheepvaart IL&T Wegtransport en Rail
Tbelichtihg:. Digitale rechercheurs tbv kopiëren van de digitale administratie Monstername in opdracht van BG Wabo Inspectie Zeevaart en Binnenvaart Inspectie verlading wegtransport en rail
Inspectiegegevens Dossiernummer Soort inspectie Inspectiedag(en) Close Out
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
ID02011 BRZO en Overige wetgeving 6 en 7 maart 2012 28 maart 2012
5 van 62
2.
Omvang en uitvoering van de inspectie
De inspectie was een onaangekondigde inspectie in het kader van het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 en is derhalve niet vooraf gecommuniceerd met Odfjell Terminals Rotterdam bv . De werkafspraken voor het uitvoeren van inspecties zijn vastgelegd in het kader van het programma Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing Bedrijven (Latrb). Meer informatie over dit programma vindt u op de website www.iatrb.nl. Tijdens de inspectie zijn de hieronder aangegeven thema's en onderwerpen aan de orde geweest. Het thema geeft in algemene termen de aanpak van de genoemde inspectie onderwerpen weer. Er wordt per inspectie onderwerp gerapporteerd. Thema VBS element d
Inspectie onderwerp(en) •
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Explosieveiligheid PID
•
ATEX
Explosieveiligheid Terminal
•
ATEX
Arbo-aspecten
•
Arbeidsomstandighedenwetgeving
VBS element f
•
Noodplan
Bedrijfsbrandweer
•
Brandveiligheid - Blusvoorzieningen
De volgende functionarissen zijn geïnterviewd: Functie Terminal Manager (interim) Senior project Engineer OR-lid Manager Technical Department Manager SHEQ Afdelingshoofd onderhoud en engineering Milieufunctionaris Consultant RBI Beheerder RBI-systeem Procesengineer Fieldengineer Consultant Vacuum Druk ventielen Werkvoorbereider Interim Manager Onderhoud Plant manager P.I.D. Production Coördinator P.I.D. Hoofd onderhoud P.I.D Tijdens de inspectie zijn diverse documenten ingezien. Deze zijn opgenomen in bijlage 2.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
6 van 62
3.
Resultaten
3.1.
Conclusies
De conclusies die in dit hoofdstuk worden vermeld betreffen die inspectie onderwerpen, welke zijn aangegeven in hoofdstuk 2, waar naar mening van het inspectieteam een conclusie gerechtvaardigd is. Per conclusie is aangegeven op welke bevindingen (genoemd in paragraaf 3.4) deze mede gebaseerd is. De conclusies zijn door de gezamenlijke overheden getrokken, tenzij anders vermeld. Inspectieonderwerp VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Omschrijving Odfjell maakt gebruik van non-contact inwendig drijvend daken bestaande uit een framework met drijvers en aluminium platen erop bevestigd, en aan de buitenrand een foam seal. Gezien de overschrijding van de levensduur en de geconstateerde problemen is een frequente monitoring van de prestaties, alsook inspectie en onderhoud essentieel. Voorgaande is in onvoldoende mate geschikt, gedocumenteerd en geïmplementeerd in het veiligheidsmanagementsysteem. Slecht functionerende daken en/of seals kunnen leiden tot een verhoogde emissie van koolwaterstoffen en tot vorming van toxische eniof explosieve dampen in de directe omgeving van de tanks. De betrouwbaarheid van de werking is hiermee niet geborgd. Voorts wordt niet voldaan aan de in de omgevingsvergunning voorgeschreven voorkeursvolgorde 3, waarin een rendement van > 95 % wordt geëist. In de briefvan 17 dec. 2009, QHSE/2009.009/JLU, heeft Odfjell aangegeven in 2010 een inspectieprogramma voor de inwendig drijvend daken te implementeren. Dit is nog niet gebeurd. De vacuüm- / drukventielen zijn een line of defence met betrekking tot het beheersen van over- en onderdruk in de opslagtanks met vluchtige organische stoffen. Gezien het feit dat er onvoldoende systematisch wordt omgegaan met de certificaten en meetgegevens, maar er wel procedures zijn, is element d in dit geval matig geschikt en matig gedocumenteerd. De implementatie is slecht in verband met de achterstand in de kalibraties en het niet adequaat reageren op reparatieadviezen vanuit visuele inspecties. Voorts is de PDCA-cyclus niet gesloten. Op 31 oktober 2008 (kenmerk: 20763056 ) is Odfjell reeds eerder aangeschreven in verband met het niet inspecteren van de vacuüm- / drukventielen.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
Nr.(s) B-27, B-28, B-29, B-31, B-32, B-33, B-34 en B-35
B-37, B-38, B-39, B-40 en B-41
7 van 62
Inspectieonderwerp VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Omschrijving De bij Odfjell aanwezige tankdossiers zijn onvolledig. Relevante inspectie- en onderhoudsgegevens zijn in veel gevallen niet aanwezig of niet te duiden. Mogelijk zijn wel inspecties uitgevoerd maar de bijbehorende documentatie is in een groot aantal gevallen niet terugvindbaar. Met enige moeite zijn door Odfjell de data uit de tankdossiers om te vormen tot informatie (RB-IT) waarop gefundeerde beslissingen te nemen zijn. Het RB-IT pakket was op inspectiedatum (7 maart) nog niet voor alle tanks gevuld met de relevante data.
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Verklaring Odfjell over de integriteit van de opslagtanks:
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Resultaten Risk based inspection (RB-IT)
Nr.(s) B-01, B-02, B-03, B-04, B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11, B-12, B-13, B-14, B-15, B-16, B-17, B-18, B-19, B-20, B-21, B-22, B-23, B-24, B-25, B-26, B-27, B-28, B-29, B-30, B-31, B-32, B-33, B-34, B-35, B-36, B-37, B-38, B-39, B-40 en B-41 B-03
Als gevolg van de door Odfjell geconstateerde zorgwekkende achterstanden in inspectie en onderhoud van een gedeelte van het tankenpark is Odfjell gevraagd een uitspraak te doen over de aanvaardbaarheid van de risico's van het in bedrijf blijven van deze tanks. Na herhaalde verzoeken heeft Odfjell, bij briefvan 28 maart 2012 met kenmerk 12-005/RZA/asz, verklaard: "Op basis van de RBI-methodiek en de onderbouwing zoals gesteld in de bijlage is Odfjell overtuigd dat de uitgevoerde studie en de daarvoor toegepaste uitgangspunten voldoende borgen dat de tanks voor de bepaalde periode in bedrijf blijven." Opvallend is dat Odfjell, ondanks herhaalde verzoeken, in deze belangrijke kwestie nog immer geen uitspraak formuleert waaruit blijkt dat tanks in de bepaalde periode VEILIG in gebruik kunnen blijven. B-05 en B-16
De belangrijkste resultaten van de door Odfjell uitgevoerde beoordeling volgens de RB-IT systematiek: In totaal 9 tanks, gerangschikt in prioriteit 1, worden in maart en april 2012 versneld geïnspecteerd. Uit de beoordeling met de RB-IT methodiek blijkt dat de functionele integriteit van deze tanks onduidelijk is als gevolg van achterstallige metingen, inwatering van terp of isolatie, onduidelijke status van reparaties en waargenomen afname van wanddikten. Twee tanks uit tankput 9A zijn in de week na de inspectie van 6/7 maart 2012 uit bedrijf genomen vanwege de wanddikteafname van de tankbodem. Tanks die nog niet beschouwd zijn met de RB-IT methodiek hebben een inspectietermijn die na 2013 ligt. Het totale RB-IT systeem met de beoordelingen zal eind mei 2012 gereed zijn.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
8 van 62
Inspectieonderwerp VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Omschrijving Ontbreken van inspectiedata en reparatie rapporten Van circa 136 tanks is de integriteit van de tank bepaald met behulp van de RB-IT methodiek. Bij sommige tanks zijn "turnaround" en "inspection" jaren genoemd die in het verleden liggen. De betreffende tanks hadden dus al geïnspecteerd moeten zijn. Dit wordt mede veroorzaakt door het ontbreken van inspectiedata en reparatierapporten. Uit de overzichten blijkt dat van een aantal tanks, kritische tankonderdelen meer dan 20 jaar niet zijn geïnspecteerd of dat informatie ontbreekt over deze periode. Bijvoorbeeld: Gerapporteerd wordt bij Tank 774 dat volstrekt onduidelijk is wat de dikte van de boclem is en de toestand van wand en dak, de bodem van Tank 785 is in 1982 voor het laatst gemeten, dit is 30 jaar geleden! Twijfels over de juiste toekenning van prioriteiten De risicoklasse lijkt niet altijd te kloppen met de prioriteit waarmee de inspectie wordt uitgevoerd. Tanks met de grootste faalkans worden niet als eerste geïnspecteerd. Niet gebleken is dat bij de risicobepaling de effecten ingeval van falen worden betrokken.
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Ter illustratie. Tank 785 valt in prioriteitsklasse 2 en heeft geen vastgestelde turn around datum. Het drijvend dak van Tank 906 verkeert waarschijnlijk in slechte staat en wordt desondanks pas in 2019 geïnspecteerd. Sommige tanks verkrijgen prioriteitsklasse 4 (lage prioriteit) en waren tijdens de inspectie al wel in turnaround (Tank 901 en Tank 903). Zettingsinformatie ontbreekt Uit de RB-IT studie van de tanks blijkt dat zettings-informatie niet altijd beschikbaar is. Voor circa 30 tanks dienen zettingsmetingen uitgevoerd te worden. De standaard opmerking die hierbij gemaakt wordt luidt: "this could indicate potential dangerous problems with the settlement, action required". De risico's die voort komen uit zetting van de tanks worden kennelijk niet beheerst, gelet op het ontbreken van informatie. Zorgwekkende "Corrosie onder isolatie" verkrijgt lage prioriteit Odfjell verstrekt een lage prioriteit aan tussentijdse inspecties die niet overeenstemt met de mogelijke ernst van de aantasting door corrosie onder isolatie. Bij diverse tanks wordt een slechte staat van de isolatie gerapporteerd en de mogelijkheid van corrosie onder isolatie. Ondanks deze zorgelijke status is niet altijd een realistische nieuwe inspectie datum vastgesteld. Dit terwijl corrosie onder isolatie redelijk onvoorspelbaar kan zijn, zowel qua locatie als corrosiesnelheid.
Nr.(s) B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11 en B-16
B-04, B-05, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11, B-15 en B-16
B-04, B-06 en B-12
B-04, B-06, B-13 en B-14
Ter illustratie Tank 508: Zorgelijk is de situatie van wand en wandisolatie. De wand is 28 jaar voor het laatst gemeten. De isolatie is gerapporteerd als "inwaterend". Uit de informatie door Odfjell aangereikt per email op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat Tank 508 in prioriteitsklasse 3 op basis van onstream inspectie en in prioriteitsklasse 4 valt vanwege de off stream inspectie. Next inspection (on stream) en next turnaround zijn beide vastgesteld op 2023.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
9 van 62
Inspectieonderwerp VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Omschrijving Tankdaken De daken van sommige tanks verkeren in slechte staat. Hierdoor kunnen diverse gevaren ontstaan. Drijvend-dak tanks kunnen zinken, werknemers kunnen door het tankdak heen zakken en in de gevaarlijke vloeistof verdrinken. De slechte staat van drijvende daken leidt niet tot on stream inspecties die op korte termijn worden uitgevoerd. Voor Tank 920 zijn maatregelen vastgesteld bij betreden van het dak, dit zegt iets over de door Odfjell ingeschatte integriteit van dit tankdak. Onduidelijke afkeurcriteria Tankput 9A Ingeval van tanks geplaatst in Tankput 9A is er sprake van onduidelijke afkeurcriteria. Tijdens de inspectie van 6/7 maart 2012 is gebleken dat diverse tanks van tankput 9A buiten bedrijf zijn gesteld vanwege slechte lassen. Dit kennelijke afkeurcriterium komt niet voor bij de formele criteria zoals deze zijn gehanteerd bij de toekenning van de prioriteitsklasse. De managementloop voor wat betreft controle en verbeteractiviteiten is niet sluitend. Inspectie en onderhoud van tanks is volstrekt onvoldoende. Hierdoor is de kans op ongewenste gebeurtenissen, zoals tanklekkages en LoC's onacceptabel groot.
Nr.(s) B-06 en B-15
B-02, B-05 en B-16
B-01 , B-02, B-03 , B-04, B-05 , B-06, B-07 , B-08, B-09 , B-10, B-11 , B-12, B-13 , B-14, B-15 , B-16, B-17 , B-18, B-19 , B-20, B-21 , B-22, B-23 , B-24, B-25 , B-26, B-27 , B-28, B-29 , B-30, B-31 , B-32, B-33 , B-34, B-35 , B-36, B-37 , B-38, B-39 , B-40 en B-41
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
De bevindingen voortkomend uit documentenreviews van de activitylijsten 2012 en 2013, alsmede de opgevraagde RBIrapporten duiden erop dat het in de omgevingsvergunning goedgekeurde en voorgeschreven RBI-handboek van 2002 niet is nageleefd op diverse punten. Zo is bijvoorbeeld bij het openen van de opslagtanks verzuimd om bepaalde noodzakelijke metingen uit te voeren, waardoor de inspectietermijn zijn overschreden. Het toepassen van RBI is uitsluitend mogelijk als er een systematische opbouw en archivering van meetgegevens plaatsvindt. Odfjell is bezig met een nieuw RBI-systeem, echter dit is nog niet geïmplementeerd en opgenomen in de omgevingsvergunning. Tot die tijd is het huidige regime van toepassing. De DCMR onderzoekt de implementatie van het huidige handboek.
B-20, B-21, B-22, B-23 en B-24
VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Vanuit opslagtanks en transportmiddelen zijn er door IL&T in opdracht van DCMR monsters genomen. De analyse van deze monsters was ten tijde van het genereren van deze rapportage nog niet beschikbaar. DCMR zal de informatie hierover separaat aan het bedrijf en de partnertoezichthouders verstrekken
B-42
Odflell Tenninals Rotterdam bv 2012
10 van 62
Inspectieonderwerp Veilige uitvoering van de onderhoudswerkzaam heden
ATEX
Omschrijving Veilig-werkvergunningen en taak-risico-analyses Veilig-werkvergunningen worden niet besproken met de degene die het werk gaat uitvoeren. De maatregelen nodig om de risico's van werkzaamheden aanvaardbaar te maken zijn onvoldoende. Odfjell oefent onvoldoende toezicht uit om zodoende vast te stellen dat de in veilig-werkvergunningen en taak-risico-analyse voorgeschreven maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Op de Terminal is geen sprake is van een systematische benadering van explosieveiligheid. Maatregelen zijn fysiek niet aanwezig of worden zodanig onderhouden dat de kans op goede werking klein is. Er zijn veel aanpassingen nodig. Gevarenzone indeling: Niet alle in het actuele zoneringrapport beschreven zones zijn ingetekend op de zoneringstekeningen: - Diverse riool, olie- en chemicaliënvangers zijn niet op de zoneringstekening ingetekend - Van relevante installatieonderdelen ontbreekt de detail en doorsnede zoneringstekening -De zoneringstekeningen moeten geactualiseerd worden aan de hand van het meest recente zoneringsrapport.
Nr.(s) B-45
B-53, B-54, B-55, B-56, B-57, B-58, B-59, B-60, B-61 en B-62
Beoordeling niet-elektrische ontstekingsbronnen: -OTR heeft niet aangetoond dat een specifieke Ignition Hazard Assement is uitgevoerd. -In zone O gebieden zijn potentiële ontstekingsbronnen aangetroffen.
ATEX
ATEX
Elektrische ontstekingsbronnen: -Tijdens de visuele inspectie zijn in Atex gezoneerde gebieden diverse tekortkomingen met betrekking tot E&l apparatuur vastgesteld. Op de PID is wel sprake van een systematische benadering van explosieveiligheid. De uitvoering van gevarenzone O problematiek en E&l inspecties moet echter worden verbeterd. Explosieveiligheid Terminal, digitaal onderzoek: Uit de gevorderde digitale informatie blijkt dat Odfjell gedurende de periode 2006-2011 in het kader van ATEX E&l inspecties heeft laten uitvoeren en in 2009 pompinspecties heeft laten uitvoeren.
B-46, B-47, B-48, B-49, B-50, B-51 en B-52 B-59, B-60, B-63, B-64, B-65, B-66, B-67, B-68, B-69 en B-70
Tijdens de visuele inspectie op 7 maart 2012 zijn bij pompen en motoren gebreken en situaties waargenomen die ook als tekortkoming/actiepunt op de pomp inspectierapporten uit 2009 voorkomen. Tevens zijn op de Terminal bij E&l apparatuur tekortkomingen op gebied van explosieveiligheid waargenomen die ook E&l inspectierapporten aan Odfjell waren gerapporteerd. Kennelijk heeft Odfjell de tijdens E&l- en pompinspecties vastgestelde tekortkomingen in verband met de beheersing van ontstekingsbronnen in ATEX gezoneerde gebieden niet of in zeer beperkte mate aangepakt en opgelost. Odfjell heeft onvoldoende geborgd dat maatregelen die nodig zijn om ontstekingsbronnen in ATEX gezoneerde gebieden te voorkomen tijdig worden genomen. Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
11 van 62
Inspectieonderwerp Arbeidsomstandighed enwetgeving
Omschrijving De housekeeping op de steigers was niet in orde. Op deze niet goed ingerichte arbeidsplaatsen was tevens valgevaar aanwezig. De constatering van beide feiten heeft geleid tot een stillegging van de werkzaamheden.
Nr.(s) B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77, B-78, B-79, B-80, B-81 en B-82
Arbeidsomstandighed enwetgeving
Onbekend was welke risico's bij het betreden van pompputten geïdentificeerd hadden moeten worden. De pompputten dienen als besloten ruimten te worden beschouwd maar waren vrijelijk betreedbaar.
B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77, B-78, B-79, B-80, B-81 en B-82
Arbeidsomstandighed enwetgeving
Op de weegbruggen waren onvoldoende maatregelen getroffen de om de kans op blootstelling aan gevaarlijke stoffen door werknemers naar een acceptabel niveau te reduceren.
B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77, B-78, B-79, B-80, B-81 en B-82
Hierdoor zijn werknemers zonder twijfel aan gevaarlijke stoffen blootgesteld. Arbeidsomstandighed enwetgeving
De gevaren en risico's van de werkzaamheden eniof de werkplek worden niet met de betrokkenen besproken. Er is daarbij geen toezicht op het veilig uitvoeren van de werkzaamheden.
B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77, B-78, B-79, B-80, B-81 en B-82
Arbeidsomstandighed enwetgeving
De procedure voor het opstellen van een werkvergunning wordt slecht gevolgd. De achterzijde van de vergunning (met onder andere de Taak Risico Analyse) wordt niet door de verantwoordelijke werknemers opgesteld, maar alleen door de aannemer. Men is niet bekend met de juiste wijze van opstellen van een werkvergunning.
B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77, B-78, B-79, B-80, B-81 en B-82
Noodplan
Het noodplan van Odfjell beschrijft in voldoende mate de wijze waarop organisatie handelt bij calamiteiten. Het plan is up-to-date, is verstrekt aan allen die dit nodig hebben en heeft de TBV's voldoende vastgelegd. Opleidingen, trainingen en oefeningen zijn goed georganiseerd en zorgen ervoor dat personeel voldoende voorbereid is op de eerste aanpak van calamiteiten. Odfjell meldt tijdelijke wijzigingen van de bedrijfsbrandweervoorzieningen aan het Bevoegd Gezag en aan de overige betrokken partijen (o.a. de afdeling industriële veiligheid van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond). Hierbij wordt echter onvoldoende aandacht besteed aan de gelijkwaardigheid van de tijdelijke voorzieningen ten opzichte van de buiten gebruik gestelde installatiedelen.
B-83, B-84, B-85, B-86, B-87 en B-88
Brandveiligheid Blusvoorzieningen
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2012
B-89, B-90 en B-91
12 van 62
Inspectieonderwerp Brandveiligheid Blusvoorzieningen
Brandveiligheid Blusvoorzieningen
Brandveiligheid Blusvoorzieningen
Brandveiligheid Blusvoorzieningen Brandveiligheid Blusvoorzieningen
Brandveiligheid Blusvoorzieningen
Omschrijving Koel- en (schuim)blussystemen zijn één van de laatste lines of defence die een tankbrand bestrijden en een tankputbrand beheersen. Deze voorzieningen moeten volledig betrouwbaar en direct inzetbaar zijn om het incident te beheersen en rampscenario's te voorkomen. De integriteit van de koel- en (schuim)blussystemen is volledig afhankelijk van de juiste constructie, het juiste onderhoud en de borging dat bepaalde voorzieningen aanwezig zijn die het aftappen mogelijk maken. Odfjell kan niet aantonen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan deze punten, waardoor het kan voorkomen dat leidingondersteuningen verzakken, leidingen niet voldoende worden ondersteund of leidingen bij vorst kunnen bevriezen. De koelwatersystemen moeten jaarlijks worden getest op hun juiste werking. Odfjell heeft het bevoegd gezag verzocht om jaarlijks indirect te mogen testen, maar het ingediende protocol is door de VRR afgewezen omdat deze voorgestelde wijze van testen niet representatief was voor een live test. Door deze afwijzing blijft de verplichting om jaarlijks live te testen onverkort van kracht. Doordat er niet jaarlijks wordt getest kan Odfjell niet aantonen dat de koelwatersystemen bij een calamiteit goed functioneren. Door de verschillende manieren van testen, waarbij geen duidelijke goed- en afkeurcriteria zijn vastgesteld, en het ontbreken van vergelijkbare testinformatie kan niet worden aangetoond dat de brandwaterpompen voldoende betrouwbaar zijn om in geval van een calamiteit goed te functioneren. Odfjell heeft zich niet gehouden aan het wederzijds goedgekeurde Plan van aanpak om de schuimleidingen en brandschermen aan te passen. De (schuim)blussystemen moeten jaarlijks worden getest op hun juiste werking. Odfjell heeft het bevoegd gezag verzocht om jaarlijks indirect te mogen testen, maar het ingediende protocol is door de VRR afgewezen omdat deze voorgestelde wijze van testen niet representatief was voor een live test. Door deze afwijzing blijft de verplichting om jaarlijks live te testen onverkort van kracht. Doordat er niet jaarlijks wordt getest kan Odfjell niet aantonen dat de (schuim)blussystemen bij een calamiteit goed functioneren. Doordat de koelwaterafsluiter van tankput 03 tijdens een live test niet door één persoon en zonder gebruik te maken van hulpmiddelen te openen was, is dit koelwatersysteem niet voor onmiddellijk gebruik gereed.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
Nr.(s) B-92, B-93, B-94, B-95 en B-96
B-98
B-100 en B101
B-102 B-99
B-97
13 van 62
3.2.
Overtredingen
Op grond van de resultaten van de inspectie wordt in deze paragraaf aangegeven welke overtredingen geconstateerd zijn, en aan welke wet- of regelgeving de betreffende overtreding is gerelateerd. De handhaving is gericht op het opheffen van de overtreding om zodoende zorg te dragen dat de inrichting aan de wettelijke verplichtingen voldoet, en wordt door iedere overheid afzonderlijk uitgevoerd. Daarbij kan er sprake zijn van een afwijking die door meer dan één overheidsinstantie als overtreding wordt gekenmerkt. De overheden spreken in dat geval af wie de handhaving op zich zal nemen. In uitzonderlijke situaties kunnen meer partijen zelfstandig overgaan tot handhaving. Nr. O-01
Omschrijving Beheersing van de uitvoering (VBS-d) In verband met het onvoldoende borgen van een juiste werking van de inwendig drijvend daken en daarmee het niet adequeaat voorkomen van een verhoogde dampvorming uit de tanks wordt in strijd gehandeld met artikel 5, lid 1 juncto lid 3, bijlage 11, element d van het BRZO'99. Tevens wordt in strijd gehandeld met voorschriften 4.3 en 4.5 van de omgevingsvergunning van de terminal in verband met een te laag verwijderingsrendement en niet effectieve seals.
Handhaving
Nr.(s)
Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
B-27, B-28, B-29, B-31, B-32, B-33, B-34 en B-35
Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
B-37, B-38, B-39, B-40 en B-41
Dit is een overtreding van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht O-02
Door het niet op tijd kalibreren van de vacuüm-/ drukventielen , geen opvolging te geven aan onderhoudsacties, voortkomend uit uitgevoerde inspecties en het niet sluiten van de PDCA-cyclus heeft Odfjell in strijd gehandeld met artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage II, lid d, van het Besluit risico's zware ongevallen 1999. Dit betreft een recidive. Op 31 oktober 2008 (kenmerk: 20763056 ) is Odfjell reeds eerder aangeschreven in verband met het niet inspecteren van de vacuüm-/ drukventielen. Dit is een overtreding van artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage II, lid d Regeling risico's zware ongevallen 1999
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
14 van 62
Nr. O-03
Omschrijving ATEX - Explosieveiligheid Atex; draintanks op de PID De zoneringstekening van de PID geven niet aan dat de drainputten zone 1 gebieden zijn. Voorts is niet onderzocht of alle draintanks van de PID zodanig betrouwbaar geïnertiseerd zijn dat de inertiseringswijze in overeenstemming is met hoofdstuk 7 en 8 van: NPR-CEN/TR 1528; Guidance on Inerting for the Prevention of Explosions, hoofdstuk juni 2006.
Handhaving
Nr.(s)
Inspectie SZW
B-47, B-48 en B-52
Inspectie SZW
B-48 en B-52
Inspectie SZW
B-49 en B-50
Dit is een overtreding van 5 lid 1 Besluit risico's zware ongevallen 1999 O-04
Atex; mobiele aparatuur op de PID Odfjell heeft geen Ignition Hazard Assessment uitgevoerd van de 10 voorpompbakken en de drie mobiele pompjes. Een dergelijke Ignition Hazard Assessment moet voldoen aan de eisen verwoord in paragraaf 5.2 van: NEN-EN 13463-1 (en) Niet-elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Deel 1: Basismethodologie en eisen. Dit is een overtreding van 5 lid 1 Besluit risico's zware ongevallen 1999
O-05
Atex; Procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro0812 van de PID. De procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro-0812 maakt niet duidelijk hoe en waar hoofdstuk 4 van: NEN-EN-IEC 60079-17 (nl) Explosieve atmosferen Deel 17: Inspectie en onderhoud van elektrisch installatiesNEN-EN-IEC 60079-17, bij de PID wordt geïmplementeerd. Dit is een overtreding van 5 lid 1 Besluit risico's zware ongevallen 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
15 van 62
Nr. O-06
Omschrijving ATEX- Explosieveiligheid Zone 0 Uit het zoneringsrapport, document 3187001 revisie G van 17 mei 2010 blijkt dat het riool en alle olie- of chemicaliënvangers als zone O worden geclassificeerd. Boven het rioolputje bevindt zich een bolvormige zone 2 van 1 meter, (hoofdstuk 8.11). Op de zoneringstekening van de terminal, document 002021 revisie H van september 2009 en de detail zoneringstekeningen van onderdelen van de Terminal zijn niet alle zone O gebieden van olie- en chemicaliënputjes ingetekend. Tijdens de inspectie is vastgesteld dat de volgende drainputinstallaties niet juist op de zoneringstekening zijn ingetekend: •Drainput T-001 in pompplaats 10B •Drainbak T-001 van steiger 6 •Drainput T-001 op Walhijsinstallatie-F •Slangenlekbak T-001 op steiger 9 •Opvangbak D-01 in Manifold 51 •Vuilwatervat V-001 op steiger 10 De ligging, de afmetingen en de zonesoort van genoemde gebieden zijn niet in het explosieveiligheidsdocument op tekeningen vastgelegd zoals bedoeld in hoofdstuk 14 van NPR7910-1.
Handhaving
Nr.(s)
Inspectie SZW
B-54 en B-55
Inspectie SZW
B-56, B-57, B-58, B-59, B-63, B-64, B-65, B-66, B-67, B-68 en B-69
Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en artikel 5 lid 3 bijlage Ilc Besluit risico's zware ongevallen 1999
O-09
In onderstaande zone O geclassificeerde gebieden zijn ontstekingsbronnen aangetroffen die niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor de desbetreffende zone. - Drainbak T-001 van steiger 6: dompelpomp en staartpomp - Drainput T-001 op Walhijsinstallatie-F: staartpomp - Slangenlekbak T-001 op steiger 9: staartpomp - Opvangbak D-01 in Manifold 51: staartpomp - Vuilwatervat V-001 op steiger 10: staartpomp - Drainput T-001 in pompplaats 10B: staartpomp - Olievanger OV-715 in olievangerpomphuis 1: staartpomp In het onderstaande zone 1 geclassificeerde gebied is een ontstekingsbron aangetroffen waarvan niet is aangetoond dat die voldoet aan de wettelijke vereisten voor de desbetreffende zone. - Olievangerpomphuis 1: verlichting Van de genoemde apparaten (ontstekingsbronnen) is geen IHA uitgevoerd en voldoen derhalve niet aan de wettelijke vereisten voor de desbetreffende zone. De Inspectie SZW heeft OTR op 7 maart 2012 bevolen deze arbeidsmiddelen stil te leggen, ref. brief 81100311/01. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 Besluit risico's zware ongevallen 1999
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
16 van 62
Nr. O-07
Omschrijving ATEX - Explosieveiligheid Besloten Ruimten Het olievangerpomphuis 1 en pomplaats 1 zijn een besloten ruimten en gezoneerd gebied. Deze ruimten zijn vrij toegankelijk en zijn niet geïdentificeerd als besloten ruimte en niet als Ex-ruimte. Bij de toegangen is geen V&G signalering aanwezig met betrekking tot de gevaren van deze arbeidsplaats.
Handhaving
Nr.(s)
Inspectie SZW
B-61 en B-62
Inspectie SZW
B-60, B-63 en B-70
Pomplaats 10 ligt verdiept in het veld. Deze put is dieper dan 1,50 m. en vrij toegankelijk op meerdere plaatsen. Bij de toegangen is geen V&G signalering aanwezig met betrekking tot de gevaren van deze arbeidsplaats. Uit interviews blijkt dat OTR de pompplaats niet beschouwt als een besloten ruimte (ruimte met gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand en explosie). Tevens blijkt uit interviews dat per wacht een pompplaats gemiddeld 1 maal betreden wordt door meerdere personen. Deze personen dragen dan geen middelen bij zich om vast te stellen of de pompplaats veilig betreden kan worden. Uit interviews blijkt dat de overige pompplaatsen gelijk zijn aan wat geconstateerd is bij pompplaats 10. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en artikel 5 lid 3, bijlage II c&d Besluit risico's zware ongevallen 1999 O-08
Tijdens de visuele inspectie zijn in ATEX gezoneerde gebieden de volgende tekortkomingen met betrekking tot E&l apparatuur vastgesteld, waardoor die niet geschikt zijn: - Steiger 6: Kabeldoorvoer van schipperskastje binnenzijde steiger defect - Steiger 6: wachthok steigeroperator: kap van TL armatuur defect - Steiger 6: B-002946 Wartel van junctionbox defect - Steiger 6: Junctionbox B-002945 hangt los - Steiger 6: ST06-LZ-001A invoer steker defect - Pompplaats 10B: Regenkap van motor PP10B-EM701 doorgeroest. - Pompplaats olievanger A-Chemical: Wartel SE 2006 kapot, elektrische kabel van dompelpomp beschadigd en verweerd. -WHI-C: Lasdoos aan loopbrug defect - Steiger 9: motor ST09-EM-701 behoorlijk gecorrodeerd en regenkap niet goed. - MF51 waterkant: regenkap drainpomp doorgeroest, afgeknipte elektriciteitskabels onder roostervloer - Vuilwaterkelder 6: wartel van analoge levelmeting defect - Speelplaats: regenkap van drainpomp ontbreekt, rooster verrot - Junction boxen bij pompplaats 1 defect Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en artikel 5 lid 3 bijlage Ild Besluit risico's zware ongevallen 1999
OdQell Tenninals Rotterdam bv 2012
17 van 62
Nr.
0-10
Omschrijving Arbeidsomstandigheden Op steiger 7 ontbreekt over circa 20 meter leuningwerk.
Handhaving
Nr.(s)
Inspectie SZW
B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77 en B-78
Inspectie SZW
B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77 en B-78
De Odfjell operator is ter plaatse aan het werk. Er is sprake van de aanwezigheid van struikel en valgevaar (op het steiger en tussen het steiger en schip). Op steiger 7, onder andere aan de buitenzijde, bestond ernstig gevaar voor personen om te vallen. Dit gevaar was onder andere aanwezig nabij de aansluitpunten voor de slangen om onder andere chemicaliën en aardolieproducten, van of naar (zee)schepen te verpompen. De valhoogte richting het remmingwerk tot het water bedroeg meer dan 2,5 meter (geschat circa 7 meter). Er waren geen doelmatige hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen aangebracht om dit gevaar tegen te gaan. Ook was hier sprake van risicoverhogende omstandigheden doordat er boven open water werd gewerkt en laadslangen over de steiger lagen. De locatie is door de arbo-inspecteur stilgelegd (briefnummer - A1075/163/04). Ter zake is een boeterapport opgemaakt (briefnummer-Al 075/163/01). Dit is een overtreding van art. 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit
0-11
Aan de achterzijde van de monsterkamer waren gasflessen op een verkeerde wijze opgeslagen. Bij de brandbare gassen, waaronder propaan, bevond zich ook zuurstof. Gasflessen met conflicterende gevaareigenschappen waren niet doelmatig gescheiden van elkaar opgeslagen. Hierdoor was er een verhoogd risico op brand en explosie aanwezig. Terzake is een waarschuwing gegeven. Briefnummer Arbo: A l 075/163/09 Dit is een overtreding van 4.6 lid 2 Arbeidsomstandighedenbesluit
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
18 van 62
Nr. 0-12
Omschrijving Het gevaar van blootstelling van werknemers aan dampen en of spatten van gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen was ter plaatse van de tankautolaadplaats, weegbrug 3, niet zoveel mogelijk voorkomen of geminimaliseerd terwijl dit technisch wel mogelijk is.
Handhaving Inspectie SZW
Nr.(s) B-71, B-72, B-73, B-74, B-75, B-76, B-77 en B-78
Inspectie SZW
B-45
Inspectie SZW
B-04, B-06, B-07, B-08, B-09, B-10, B-11, B-15 en B-16
Inspectie SZW
B-04, B-06 en B-12
Inspectie SZW
B-04, B-06, B-13 en B-14
Inspectie SZW
B-06 en B-15
Handhaving Arbo: kennisgeving eis met briefnummer A l 075/163/07 Dit is een overtreding van 4.18 lid 1 Arbeidsomstandighedenbesluit 0-13
veilig-werkvergunningen en taak-risico-analyse Gevaren, risico's en bijbehorende maatregelen van de arbeidsplaats zijn onvoldoende vastgesteld met behulp van veilig-werkvergunningen en eventueel gekoppelde taak-risico-analyses. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en 3 bijlage 11 onder d Besluit risico's zware ongevallen 1999
0-14
Beheersing van de uitvoering - Tankonderhoud Geen op prioriteit gebaseerde planning beschikbaar Odfjell heeft geen gedetailleerde planning opgesteld waaruit blijkt dat de opslagtanks zijn gecategoriseerd naar termijnen waarbinnen de inspectie achterstand moet zijn weggenomen, ingedeeld in prioriteit 1 tot en met 4. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en 3 bijlage II onder d Besluit risico's zware ongevallen 1999
0-15
Zettingsinformatie ontbreekt Odfjell heeft van diverse tanks geen zettings-informatie beschikbaar Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en 3 bijlage II onder d Besluit risico's zware ongevallen 1999
0-16
Corrosie onder isolatie Odfjell verstrekt een lage prioriteit aan tussentijdse inspecties die niet overeenstemt met de mogelijke ernst van de aantasting door corrosie onder isolatie. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en 3 bijlage 11 onder d Bésluit risico's zware ongevallen 1999
0-17
Tankdaken De slechte staat van tankdaken leidt niet tot inspecties die op korte termijn worden uitgevoerd. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en 3 bijlage 11 onder d Besluit risico's zware opgevallen 1999
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
19 van 62
Nr. 0-18
Omschrijving Tankdaken
Handhaving Inspectie SZW
Nr.(s) B-06 en B-15
Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
B-06, B-20, B-21, B-22 en B-23
Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
B-98
Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
B-100, B101, B-102, B-89, B-90, B-91, B-92, B-93, B-94, B-95, B-96, B-97, B-98 en B-99
Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
B-100
Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
B-100
Odfjell heeft niet voor alle tanks met een in slechte staat verkerend tankdak maatregelen vastgesteld voor het veilig betreden van het tankdak. Dit is een overtreding van artikel 5 lid 1 en 3 bijlage II onder d Besluit risico's zware ongevallen 1999 0-19
Beheersing van de uitvoering - RBI Odfjell heeft het RBI-handboek, dat in vergunningsvoorschrift 19.13 van de omgevingsvergunning (265600/ 20224209) is voorgeschreven op diverse punten niet nageleefd. Dit betekent dat genoemd vergunningsvoorschrift wordt overtreden. De DCMR onderzoekt nog in welke mate het handboek niet is/ wordt nageleefd. Dit is een overtreding van Vergunningsvoorschrift 19.11 van de omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
O-20
Brandveiligheid -Blusvoorzieningen Door het niet jaarlijks testen van de koelsystemen op de tanks kan niet worden aangetoond dat deze koelsystemen voor onmiddellijk gebruik gereed en bedrijfszeker zijn. Dit is een overtreding van Algemene bepaling 2.2 inzake de bedrijfsbrandweer Wet veiligheidsregio's
0-21
De op 28 februari 2012 door Odfjell getroffen tijdelijke maatregelen tijdens de buitenbedrijfstelling van de drie bluswaterpompen zijn onvoldoende om als gelijkwaardige voorziening te dienen. Dit is een overtreding van Algemene bepaling 2.2 inzake de bedrijfsbrandweer Wet veiligheidsregio's
0-22
Door de wijze van testen na het jaarlijks onderhoud van de brandwaterpompen en de registratie hiervan is niet duidelijk aantoonbaar dat de blusmiddelen voor onmiddellijk gebruik gereed en bedrijfszeker zijn. Dit is een overtreding van Algemene bepaling 2.2 inzake de bedrijfsbrandweer Wet veiligheidsregio's
0-23
Door de wijze van meten en registreren van de testen van de brandwaterpompen die door het eigen personeel worden uitgevoerd kan niet worden aangetoond dat Odfjell beschikt over een bluswatervoorziening zoals omschreven in de voor de inrichting geldende vergunning Wet Milieubeheer. Dit is een overtreding van Algemene bepaling 2.7 inzake de bedrijfsbrandweren Wet veiligheidsregio's
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
20 van 62
Nr. 0-24
Omschrijving De stationaire blusinstallaties worden door Odfjell niet jaarlijks live getest op de goede werking. Dit is een overtreding van Algemene bepaling 2.9 inzake de bedrijfsbrandweren Wet veiligheidsregio's
0-25
Doordat de grondafsluiter, waarmee het koelsysteem van tankput 03 mee geactiveerd moet worden, tijdens een live test niet door één persoon en zonder hulpmiddelen te openen was, was dit koelsysteem niet bedrijfszeker en voor onmiddellijk gebruik gereed.
Handhaving Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
Nr.(s)
Bevoegd gezag Wet veiligheidsregio's
B-97
Bevoegd gezag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
B-102
B-99
Dit is een overtreding van Algemene bepaling 2.2 inzake de bedrijfsbrandweren Wet veiligheidsregio's 0-26
In 2007 is tijdens een BRZO-inspectie geconstateerd dat de brandschermen en aansluitpunten voor de brandweer zich binnen de 3 kW-contouren bevinden. Hierop is door het Bevoegd Gezag een handhavingstraject ingezet dat heeft geleid tot het Plan van aanpak "Aanpassingen schuimleidingen en brandschermen". Dit plan is door het bedrijf ingediend en op 26 november 2009 door het Bevoegd Gezag goedgekeurd. Odfjell heeft de zeven afgesproken aanpassingen, die inmiddels volgens het Plan van aanpak vóór eind 2011 gerealiseerd zouden moeten zijn, nog niet uitgevoerd. Dit is een overtreding van Voorschrift 6.19/ art 8.1 WM/ art 5 lid 3 BRZO Wet milieubeheer
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
21 van 62
3.3.
Beoordeling
Voor inspecties zoals bedoeld in artikel 24 van het Brzo 1999 wordt daar waar mogelijk een beoordeling gegeven. Deze beoordeling is gebaseerd op de bevindingen van deze inspectie. De beoordeling vindt plaats op een beoordeiingsgrondslag^ met behulp van een 4-punts waarderingschaal (goed, redelijk, matig of slecht). Inspectieonderwerp VBS element d (Beheersing van de uitvoering)
Veilige uitvoering van de werkzaamheden
Veilige uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden ATEX Arbeidsomstandigheden Noodplan
Brandveiligheid - Blusvoorzieningen
Beoordelingsgrondslag Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd Gedocumenteerd Geschikt Geïmplementeerd
Beoordeling slecht slecht slecht niet beoordeeld slecht slecht niet beoordeeld slecht slecht redelijk matig slecht Niet beoordeeld slecht slecht redelijk redelijk redelijk matig slecht slecht
Gedocumenteerd: Er is sprake van een deugdelijke en volledige beschrijving Geschikt: Technische onderdelen voldoen aan de stand van de techniek, voor zover die redelijkenwijze te verlangen is, en zijn passend voor de aangetroffen situatie. Organisatorische en procedurele onderdelen voldoen aan de stand van de wetenschap en zijn eveneens passend. Geïmplementeerd: Er wordt gewerkt zoals beschreven is en er is sprake van een goed functionerende managementloop. Odgell Tenninals Rotterdam bv 2012
22 van 62
3.4.
Bevindingen
Op grond van algemene regelgeving en verleende vergunningen dient Odfjell Terminals Rotterdam bv daar waar nodig actie te ondernemen op de geconstateerde bevindingen. Nr.
Omschrijving
Onderwerp B-01
VBS element d (Beheersing van de uitvoering) Risk Based Inspection Odfjell is bezig om samen met een extern bedrijf het inspectiebeheersingssysteem voor de opslagtanks te herzien en wil zich conformeren aan de EEMUA 159. Het inspecteren van de tanks wordt opgesplitst in twee inspectie-methodieken, te weten Risk Based Inspection (RBI) en Reliatiiliy Centered Maintenance (RCM). RBI borgt de tankintegriteit (staalsterkte) en RCM de functionaliteit van de tankonderdelen. Het nieuwe systeem is nog niet geïmplementeerd. Odfjell laat het nieuwe RBI-handboek toetsen, waarna het bij de DCMR ingediend wordt. Met het besluit van 19 september 2006, kenmerk 265600/ 20224309 zijn de volgende vergunningsvoorschriften van kracht geworden. Voorschrift 19.11 Binnen drie maanden na het van kracht worden van deze vergunning dient vergunninghouder een inspectieplan aan het bevoegd gezag ter goedkeuring te overleggen, waarin vermeld de inspectietermijnen en de wijze waarop inspecties plaats vinden met betrekking tot alle tanks in het gedeelte van de inrichting, waarvoor vergunning is aangevraagd. De inspectietermijn van een tank mag niet meer bedragen dan vijfjaar. Voor roestvrijstalen tanks en tanks in de A-status geldt conform de Richtlijn Bodembescherming atmosferische bovengrondse opslagtanks (Infomil, 2000) een inspectietermijn van tien jaar. Inspecties van tanks dienen volgens het goedgekeurde inspectieplan plaats te vinden. Voorschrift 19.13 Indien vergunninghouder invulling wil geven aan voorschrift 19.11 door middel van inspectie op basis van risico (risk based inspection (RBI)), dan dient vergunninghouder te handelen volgens het handboek RBI dat op 10 januari 2002 door het bevoegd gezag is goedgekeurd. De inspectietermijn van een tank mag, indien RBI wordt toegepast, meer bedragen dan 5 jaar, doch niet meer dan 20 jaar. Het handboek RBI van 10 januari 2002 is nog steeds van kracht. BRZO Vanuit het BRZ099 geldt ook de verplichting om de installaties en beheersmaatregelen in een goede staat van onderhoud te laten verkeren.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
23 van 62
Nr.
Omschrijving
B-02
Project Risk Based Inspection (RBI) Hieronder is de stand van zaken weergegeven zoals deze is vastgesteld tijdens de onaangekondigde Brzo'99 inspectie van 6 en 7 maart 2012. Na deze inspectie is door Odfjell per email aanvullende informatie toegezonden op 23 en 28 maart 2012. Indien bevindingen gebaseerd zijn op informatie die is toegezonden op 23 en 28 maart 2012 is dit aangegeven. Overige bevindingen zijn gebaseerd op informatie verkregen op 6 en 7 maart 2012. Vanaf 2011 tot heden is door Odfjell de historie vanuit de tankdossiers verwerkt met behulp van een RBI software-applicatie (RB-IT). Odfjell gebruikt de EEMUA-159 richtlijn als basis bij de beoordeling van de integriteit van de opslagtanks. Met de RB-IT software is op basis van de EEMUA-159 richtlijn de restievensduur en inspectietermijn van tankonderdelen (bodem, wand, dak en nozzles) vast te stellen. Op basis van de ingevoerde informatie worden per tank RBI-rapporten gegenereerd, de zogenaamde activity rapporten. Tijdens deze inspectie is door Odfjell toegelicht dat 25 % tot 10 % van de tanks nog niet volgens de RBI methodiek is beoordeeld. Odfjell past daarbij prioritering toe: de tanks waarvan de herkeuringstermijn nog niet verstreken is worden als laatste beoordeeld. Doel van het RBI project is de integriteit van de tanks in stand te houden. Odfjell geeft aan voor 75 % tot 90 % (iri concept) in beeld te hebben op welke wijze een flexibel RBI inspectieprogramma voor opslagtanks ten uitvoer moet worden gebracht. De RBI studie met betrekking tot de opslagtanks heeft nog de "conceptstatus". De RBI studie van vrijwel elke tank heeft nog de status "unreviewed" en is daarmee nog niet formeel vastgesteld. Alle tanks zijn eind mei 2012 beoordeeld volgens de RB-IT methodiek.
B-03
Odfjell neemt na ingebruikname van het RB-IT inspectieprogramma afscheid van het "time based" inspectieprogramma. In het "time based" inspectieprogramma werd elke 5 jaar een uitwendige inspectie, elke 10 jaar een uitwendige- én inwendige inspectie van de tanks uitgevoerd. Verklaring Odfjell over integriteit tanks Odfjell heeft overzichten aangeleverd waarop de tanks zijn vermeld waarvan, op basis van de gekozen systematiek en de formele verplichtingen, is geconstateerd dat de inspectietermijnen voor wat betreft de periodiek inwendige inspectie en de on stream (uitwendige) inspecties reeds zijn verstreken. Uit de overzichten blijkt dat van een aantal tanks, kritische tankonderdelen tot zelfs 31 jaar niet zijn geïnspecteerd of dat informatie ontbreekt over deze periode.
B-04
Odfjell heeft op 28 maart 2012 (brief met kenmerk 12-005/RZA/asc) verklaard dat opslagtanks voor de bepaalde periode in bedrijf kunnen blijven. Ondanks herhaalde verzoeken daartoe heeft Odfjell in deze brief niet expliciet verklaard dat de risico's van het in bedrijf zijn van de opslagtanks aanvaardbaar is. Odfjell heeft de inspectie- en onderhoudsstatus ingedeeld in 4 prioriteiten. Prioriteit Prioriteit Prioriteit Prioriteit
1: Restievensduur van meest kritische component op of onder afkeurgrens. 2: Restievensduur van meest kritische component boven afkeurgrens. 3: Restievensduur van meest kritische component buiten gevarenzone. 4: Tank komt ditjaar niet in onderhoud.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
24 van 62
Nr.
Omschrijving
B-05
9 tanks versneld inspecteren Uit de informatie zoals door Odfjell op 23 en 28 maart 2012, per e-mail aangereikt, blijkt dat een aantal tanks prioriteit 1 heeft gekregen. Het betreft de tanks T532, T510, T520, T537, T594, T622, T772, T920 en T934.
B-06
Uit de beoordeling met de RB-IT methodiek blijkt dat de mechanische integriteit van deze tanks onduidelijk is als gevolg van achterstallige metingen, geconstateerde inwatering van terp of isolatie, onduidelijke status van reparaties en waargenomen afnamen van wanddikte. Uit de aangereikte informatie blijkt tevens dat al deze tanks uiterlijk in week 14 van 2012 zullen worden geïnspecteerd en dat een deel van de tanks buiten bedrijf wordt gesteld of reeds uit bedrijf is genomen. Tank 934 ontbreekt in de activity reports. Activity reports 2012 en 2013, versie 6 maart 2012 Voor circa 136 tanks is voor elke tank een samenvatting gemaakt van de risicoanalyse met betrekking tot de mechanische (structurele) integriteit. De risicoanalyse is uitgevoerd op basis van de historische inspectiegegevens zoals deze blijken uit de in het archief eniof de tankdossiers aanwezige inspectie- en onderhoudsrapporten.
B-07
Bij elke in het activity report opgenomen tank is volgens het RB-IT programma een "next turnaround" en een "next inspection year" vastgesteld. Bij sommige tanks zijn "turnaround" en "inspection" jaren genoemd die in het verleden liggen. Deze tanks hadden dus, op basis van de gekozen RB-IT methodiek, al geïnspecteerd moeten zijn. Dit wordt in veel gevallen veroorzaakt door het onvolledig zijn van de historische inspectiegegevens en reparatierapporten, in combinatie met de te verwachten wanddikte afnamen. Een voorbeeld van een tank waarvan de integriteit onduidelijk is: Tank 774. Odfjell heeft de volgende conclusie in haar activity report (versie 6 maart 2012) opgenomen: citaat: 'Tank 774 heeft een zeer onduidelijk trackrecord. Vermoedelijk is in 1981 de gehele binnenoppervlak (bodem, wand en dak) gecoat met een Amercoat 66. Deze is al sinds 1990 in slechte toestand geconstateerd en in de jaren daarna steeds slechter gerapporteerd. In 1990 is ook ernstige aantasting aan de onderzijde van de bodem geconstateerd tot restwanddiktes van 3.6 mm (met coatingcorrectie 2.9 mm). Er zijn geen records dat de bodem vervangen is echter een ultrasoon survey in 1996 geeft een minimale waarde van 8.4 mm (met coatingcorrectie 7.7mm). Het lijkt alsof de bodem toch is vervangen maar er wordt ook gerapporteerd dat de originele coating nu wel in erg slechte toestand is. Men kan enkel concluderen dat deze ernstige aantasting over het hoofd is gezien in 1996. De coating kan niet meer gerepareerd worden (is niet meer verkrijgbaar). Uiteindelijk is de coating niet vervangen en de tank voortijdig weer in bedrijf genomen. Er wordt expliciet vermeld dat enkele werkzaamheden og niet zijn afgerond (vervangen productdrain). In 2001 duiken de interne leidingen weer op met de vermelding dat ze van RVS zijn gemaakt. Er moet dus nog een tussentijdse onderhoudsbeurt zijn geweest tussen 1996 en 2001. In 2001 is de tank gevijzeld en volgens de basisfile (er is verder geen documentatie van) is de terp gerenoveerd, een folie met lekdetectie aangebracht en de onder- en bovenzijnde van de bodem gecoat met resp. Rustlock en Phenguard. Ook met betrekking tot de tank is sinds 1990 gerapporteerd dat deze steeds verder in zijn terp is gezakt. Deze zou in 2001 zijn gerenoveerd." einde citaat
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
25 van 62
Nr.
Omschrijving
B-08
Een voorbeeld van een tank waarvan de integriteit onduidelijk is: Tank 774 (deel 2). Odfjell heeft de volgende conclusie in haar activity report (versie 6 maart 2012) opgenomen: citaat Al met al is volstrekt onduidelijk wat de dikte van de bodem is. Daar staat tegenover dat als de bodem inderdaad aan beide zijdes is gecoat er mag worden aangenomen dat de bodem niet verder zal degraderen. De toestand van de wand en dak-zijn verder onduidelijk. Waarschijnlijk degradaties/roestvorming. Wel is er een vermelding dat de tank inwendig in de stellingen staat en dat er een lekkage is ontdekt op een lasnaad op ca. 12 meter hoogte. Er zijn geen reparatierapporten beschikbaar. Het advies is om de tank volgens planning in 2012 te openen en volledig te inspecteren. einde citaat
B-09
Uit deze rapportage blijkt, naast het totale gebrek aan beheersing van de uitvoering van het proces van de keuringen en inspecties en de bewaking van de integriteit van de tanks in het verleden, dat de toestand waarin tank T774 zich bevindt volledig onduidelijk is. Tank 774 (deel 3) Uit de informatie zoals door Odfjell met betrekking tot de status en de onderbouwing van de RBI-methodiek per e-mail op 23 en 28 maart 2012 is aangereikt is vermeld dat tank T774 met betrekking tot het uitwendige ("on stream") onderzoek in prioriteitsklasse 2 valt: "Restievensduur van meest kritische component boven afkeurgrens". Op basis van de berekende wanddiktes is de remaining life time (RLT) vastgesteld op 2026. Odfjell zal de on stream inspectie op korte termijn uitvoeren. Voor wat betreft de inwendige ("off stream") inspectie heeft de tank de prioriteitsklasse 3 gekregen: "Restievensduur van meest kritische component buiten gevarenzone". De eerstvolgende inwendige inspectie is gepland in 2012. De RLT is gesteld op 2046. Geconcludeerd moet worden dat Odfjell zich bij de beoordeling van de aanvaardbaarheid van het in bedrijf blijven van tank T774, bij gebrek aan "harde" gegevens, gebaseerd heeft op veronderstellingen. Dit gegeven laat zich niet rijmen met de Brzo-status van het bedrijf noch met de aanwezige gevaren. Een tank waarvan de structurele integriteit onvoldoende duidelijk is zou op zo kort mogelijke termijn buiten bedrijf dienen te worden genomen en aan een volledige inspectie te worden onderworpen.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
26 van 62
Nr.
Omschrijving
B-10
Voorbeeld twee van een tank waarvan de integriteit onduidelijk is: Tank 785. Odfjell heeft de volgende conclusie in haar activity report (versie 6 maart 2012) opgenomen: citaat: Conclusion: Het inspectie-interval voor de tankbodem van tank 785 is berekend op 20 jaren. De membraanplaten zijn echter in 1982 voor het laatst gemeten, waardoor de membraanplaten uiterlijk in 2002 gemeten hadden moeten worden. De tank is sinds 1982 weliswaar een aantal malen geopend voor onderhoud en inspecties, echter gedurende die inspecties zijn de membraanplaten niet gemeten. De tank is op, de dakplaten na,in 1989 voorzien van een inwendige coating en in 1994 is de tank gevijzeld, is de tankterp gereviseerd en is de bodem voorzien van een uitwendige teerepoxy coating. Gezien het uitgebreide onderhoud aan de tankbodem en de tankterp is het aanbevolen de tank te openen voor groot onderhoud en inspecties in 2021. Wel is het noodzakelijk de tank in 2012 (BoBo-termijn) te openen voor een snelle inspectie, waarbij de dikte van de membraanplaten wordt gemeten door middel van UT (5 punten per plaat). Tevens is het aanbevolen in 2012 een floorscan tankbodemonderzoek uit te voeren. Omdat tankterp reeds in 1994 voor het laatst gerenoveerd is in 2021 het herstellen van de tankterphouder in de maintenanceplanning opgenomen." einde citaat Uit de informatie door Odfjell per e-mail op 23 en 28 maart 2012 aangereikt blijkt dat Tank 785 voor wat betreft het inwendig onderzoek in prioriteitsklasse 2 valt en dat de inspectiehistorie incompleet is. De remaining life time is vastgesteld op 2032 en de next turnaround op het jaartal 2002. De bodemplaten hadden dus reeds 10 jaar geleden gemeten dienen te worden, er is 30 jaar geleden voor het laatst gemeten.
B-11
Ondanks de prioriteitsklasse 2 was op 28 maart 2012 nog geen realistische nieuwe turnaround datum vastgesteld. Tanks 901 en 903 Tank 901 heeft achterstallig NDO (Niet Destructief Onderzoek) en inspectlewerk, de laatste metingen van dak en wand zijn uit 1988, dit is 24 jaar geleden. Uit de informatie zoals door Odfjell per e-mail op 23 en 28 maart 2012 is aangereikt blijkt dat Tank 901 prioriteit 4 heeft en nu een turn around ondergaat. De remaining life time is niet vermeld in de e-mail bijlagen, wel het jaar van de next turnaround, (2013), op basis van on stream inspectie frequentie. Tank 903: De laatste inspectie van de annular bodemplaten is uitgevoerd in 1995. In 2006 had de tank geopend moeten worden voor inspecties, dit is niet uitgevoerd. In 2002 is de tank geopend, in verband met vervuiling van de bodem zijn geen metingen uitgevoerd voor wat betreft de bodemplaten. Uit de informatie door Odfjell zoals aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat Tank 903 in prioriteitsklasse 4 valt en nu een turn around ondergaat. Next inspection (on stream) en next turnaround zijn beide vastgesteld op 2011. De remaining life time is niet vermeld. Opvallend is dat beide tanks zijn ingedeeld in prioriteitsklasse 4: "Tank komt ditjaar niet in onderhoud" en desondanks in de fase turn around zijn.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
27 van 62
Nr.
Omschrijving
B-12
Uit de individuele beschrijving van sommige tanks blijkt dat voor beoordeling van de "zakking" (settlement) van de tanks de volgende metingen uitgevoerd dienen te worden: Tank-pad-hoogtemeting, Planar tilt-meting. Differential settiement-meting, Randzakkingsmeting en een Bodemzettingingsmetingen. In de samenvatting is opgenomen dat 30 maal een zettingsmeting uitgevoerd dient te worden, waaronder met betrekking tot tank 502, 503, 568, 588, 614, 616, 920. Uit de RB-IT study van onder andere de tanks met nummers 546, 548, 603, 623, 739 en 902 blijkt dat geen zettings-informatie beschikbaar is. Met betrekking tot deze tanks wordt telkens op opmerking geplaatst: "this could indicate potential dangerous problems with the settlement, action required".
B-13
Odfjell dient deze omissies wegnemen en daarbij de juiste prioriteiten te stellen. Status tankisolatie (deel 1) De isolatie van sommige tanks is niet in goede staat. Als de isolatie "inwaterend" is, is er kans op "corrosie onder isolatie", met name bij verwarmde tanks. Bij onder andere de volgende tanks wordt een slechte staat van de isolatie gerapporteerd en de mogelijkheid van corrosie onder isolatie: Tank 508: Zorgelijk is de situatie van wand en wandisolatie. De wand is al sinds 1984 niet meer gemeten, dit is 28 jaar geleden. De isolatie is gerapporteerd als "inwaterend". Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat Tank 508 in prioriteitsklasse 3 op basis van on stream inspectie en in prioriteitsklasse 4 valt vanwege de off stream inspectie. De remaining life time is niet vastgesteld. Next inspection (on stream) en next turnaround zijn beide vastgesteld op 2023. Tank 509: De isolatie geeft aanleiding tot zorg. Deze is oud en eerder in slechte, inwaterende staat gerapporteerd. Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat Tank 509 in prioriteitsklasse 2 valt voor wat betreft on stream inspectie en in prioriteitsklasse 4 voor wat betreft de off stream inspectie. De remaining life time is vastgesteld op het jaartal 2041. Next off stream inspection is vastgesteld op het reeds gepasseerde jaartal 2004. Ondanks de zorgelijke status is geen realistische nieuwe inspectie datum vastgesteld. Tank 588: Het grootste probleem van Tank 588 is de staat van de isolatie en de tankwanddikten ter plaatse. Deze is al lange tijd niet meer beoordeeld. De laatste en enige meting dateert uit 1984, dit is 28 jaar geleden. Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat Tank 588 leeg is, op 6 maart bleek Tank 588 nog gevuld met 5667 kg heavy fuel oil. Tank 588 had in 2001 al een on stream inspection moeten ondergaan en is ingedeeld in prioriteitsklasse 2 op basis van on stream inspectie data. Er is geen realistische nieuwe inspectie datum vastgesteld.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
28 van 62
Nr.
Omschrijving
B-14
Status tankisolatie (deel 2) Tank 591: Zorgelijk is het gebrek aan informatie met betrekking tot de isolatie en wand ter plaatse. Sinds 1981 zijn er geen metingen meer verricht, dit is een periode van 31 jaar. Uit de informatie door Odfjell per e-mail op 23 en 28 maart 2012 is aangereikt blijkt dat Tank 591 in prioriteitsklasse 2 is ingedeeld, op basis van on stream inspectie en in prioriteitsklasse 4 valt vanwege de off stream inspectie. De remaining life time is niet vastgesteld. Next on stream inspection is vastgesteld op 2013. Tank 820: Gezien de slechte staat van de isolatie is het aanbevolen de tank in 2011 visueel te laten beoordelen door een gecertificeerd tankinspecteur. Hierbij is belangrijk dat de gebieden rond de horizontale en verticale lassen onderzocht worden. Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat Tank 820 in prioriteitsklasse 2 op basis van on stream inspectie en in prioriteitsklasse 4 valt vanwege de off stream inspectie. De remaining life time is vastgesteld op het jaartal 2038. Next on stream inspection is vastgesteld op het gepasseerde jaartal 2008. Next off stream inspection is vastgesteld op 2024, met de kanttekening: voldoet geen bijzonderheden. Ondanks de zorgelijke status is geen realistische nieuwe inspectiedatum vastgesteld.
B-15
De lage prioriteit die Odfjell hecht aan tussentijdse "on stream" inspecties, waarmee inzicht kan worden verkregen in de integriteit van de tank, stemt niet overeen met de mogelijke ernst van de aantasting door corrosie onder isolatie. Status tankdaken De daken van sommige tanks verkeren in slechte staat. Dit geeft diverse gevaren. Drijvende daken kunnen zinken, werknemers kunnen door het tankdak heen zakken en in de gevaarlijke vloeistof verdrinken. Voorbeelden van tanks met slechte daken of daken waarvan relevante informatie ontbreekt: Tank 742: Het tankdak had uiterlijk in 2007/2008 opnieuw onderzocht moeten worden. Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat in 2012 on stream metingen van het dak zijn gepland. Tank 756: het tankdak had al in 2008 onderzocht moeten worden. Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt dat in 2012 on stream metingen van het dak zijn gepland. Tanks uit de 900 serie: De drijvende daken uit deze serie verkeren in algehele slechte staat. Uit de informatie door Odfjell aangereikt per e-mail op 23 en 28 maart 2012 blijkt niet dat de slechte staat van drijvende daken leidt tot on stream inspecties die op korte termijn worden uitgevoerd. Het dak van Tank 902 zal in 2014 worden geïnspecteerd, het dak van Tank 906 pas in 2019. Een groot aantal van de tanks uit de 900 serie (18 van de 43 tanks, onder deze 18 stuks ook 902 en 906) valt in on stream prioriteitsklasse 4. Meer dan de helft van de tanks uit de 900 serie is nog niet beoordeeld. Ter overbrugging van de periode tot aan inspectie en eventueel benodigd onderhoud van het tankdak is voor Tank 920 bepaald dat het dak alleen na uitvoering van een taakrisico-analyse mag worden betreden. Uit deze maatregel blijk hoe Odfjell de integriteit van dit tankdak inschat. De zorgwekkende toestand van de tankdaken blijkt niet uit de maatregelen die moeten voorkomen dat personen door een tankdak heen kunnen zakken of andere ongewenste gebeurtenissen die het gevolg kunnen zijn van het gebrek aan integriteit van de tanks. Daarnaast is de gekozen prioriteit waarmee inspecties van tankdaken gepland zijn niet in overeenstemming met de vermoedelijk slechte staat van deze tankdaken.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
29 van 62
Nr.
Omschrijving
B-16
Tanks van Tankput 9A Sommige tanks van tankput 9A hebben in het verleden lekkages vertoond. Dit als gevolg van door corrosie aangetaste lassen. De tanks in tankput 9A zijn circa 50 jaar oud en worden medio 2012 gesloopt. Een aantal tanks is op 6 maart 2012 gevuld met gevaarlijke stoffen, te weten T546, T548, T549, T550, T552. Odfjell heeft op en 6 en 7 maart 2012 geen onderbouwing over kunnen leggen waaruit blijkt dat het verantwoord is deze tanks in bedrijf te houden. Op 14 maart 2012 heeft Odfjell per e-mail aanvullende informatie verstrekt over tankput 9A. Gemeld is dat de tanks T551, T553, T546 en T549 uit bedrijf zijn genomen en dat T548 in de week van 14 maart 2012 ook uit bedrijf gaat. Dit houdt in dat de tanks T547, T550, T552 en T556 van tankput 9A nog in bedrijf zijn. Per tank is in het bericht van 14 maart 2012 de status van elke tank weergegeven: T547 heeft in 2011 een minimale wanddikte ter hoogte van de 7e en 8e ring bereikt, te weten 3 mm. Voorgesteld wordt de vulhoogte te maximaliseren tot onder het niveau van de 7e wandring. T550 blijkt na meting een ter hoogte van ring 6 een minimale wanddikte te hebben van 1 mm. Aangenomen wordt dat dit een typefout is of een verkeerd meetresultaat. T552 en T556 kunnen op basis van de tankrapporten in bedrijf blijven tot aan de sloop medio 2012, aldus Odfjell.
B-17
Uit het bericht van 14 maart 2012 blijkt dat geen van de tanks is afgekeurd vanwege "aangetaste lassen". Twee tanks van tankput 9A (T546 en T548) zijn medio maart 2012 uit bedrijf genomen vanwege twijfels over de integriteit. Overzicht onderhoudsstatus Tank 603 De meetgegevens van de originele inspectierapporten zijn gebruikt voor de RB-IT analyse. De tank is in 2007 gevijzeld. Er is toen onder meer uitgevoerd: een terprenovatie 10 jarig onderhoud DVS-voorziening en -supports aangebracht
B-18
Het betreffende proces-verbaal van oplevering de dato 21 december 2007 is overgelegd en ingezien. Overzicht onderhoudsstatus Tank 739
B-19
De meetgegevens van de originele inspectierapporten zijn gebruikt voor de RB-IT analyse. De betreffende tank heeft een zelfdragend dak en stamt uit 2008. In verband met plaattoleranties in de nieuwbouwfase is het dak 0,5 mm dunner uitgevoerd dan voorzien. De corrosiesnelheid van het dak is overgenomen uit de EEMUA-159. Rekening houdend met de risicoklasse van deze tank (M) is de inspectietermijn voor wat betreft het dak op 1 jaar gesteld. De tank had dus formeel in 2008 op dit punt dienen te worden onderzocht. Overzicht onderhoudsstatus Tank 902. Deze tank stamt uit 1973. Het betreft een floating roof tank, diameter 36 m, hoogte 20,726 m. In juli 2004 zijn de bodemplaten US op wanddikte onderzocht door de RTD. Het betreffende wanddikte meetrapport is niet van een kenmerk voorzien. Hierbij is geconstateerd dat de minimaal benodigde wanddikten op meetdatum niet werden onderschreden. (Eis 12 mm, aanwezig: 10,0 mm, resp. eis 8 mm, aanwezig 6,35 mm). Tevens zijn de rompplaten (Shell) in 2003 onderzocht. Ingezien is het rapport van 23 december 2003, nummer 5021-2003-0777. Hieruit blijkt dat de minimum vereiste wanddikte van ring 1 van 17,4 mm niet werd gehaald. Gemeten is: 16,3 mm.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
30 van 62
Nr.
Omschrijving
B-20
RBl-studies: 506, 515, 520, 522, 526, 528, 534, 535, 810 en 813 en 823 (deel 1/3), "documentstatus unreviewed". Aan Odfjell is gevraagd om de uitgevoerde RBl-studies van tanks 506, 515, 520, 522, 526, 528, 534, 535, 810 en 813 en 823 uit de softwareapplicatie RB-IT uit te draaien. De RBI-rapporten zijn opgebouwd uit de onderdelen: results of analysis, conclusions and recommendations, used norms, directives and other information, assumptions for study, tank and product details. Historical measurement data & trending, remaining life time floor, remaining life time shell, remaning life time roof, remaining life time nozzles, risk analysis tank floor. Risk analysis tank shell. Risk analysis tank roof. Op basis van de beschikbare informatie wordt een restievensduur per tankonderdeel bepaald Uit een documentenreview van de opgevraagde RBl-studies blijkt dat in de overwegingen een aantal opvallende zaken wordt beschreven: Letterlijk geciteerd voor genoemde opslagtanks: - Tank 506 (benzeen): de isolatie is oud en de wand al sinds 1984 niet meer geïnspecteerd. CUI (corrosion under isolation) is te verwachten. In 2006 is thermografisch onderzoek naar CUI gedaan. Hierbij zijn geen indicaties aangetroffen. Er kunnen vraagtekens geplaatst worden bij de uitvoerbaarheid van het onderzoek. Het is aan te raden om in 2011 een visuele externe inspectie uit te voeren met focus op isolatie. - Tank 515 (gascondensaat benzeen >10% - < 50 %): in de loop der tijd is significante corrosie geconstateerd aan de onderzijde van het dak. Er zijn geen records gevonden dat hier iets aan gedaan is. De sump is vervangen, maar er is geen dikte bekend. Er wordt aangenomen dat deze 2 mm dikker is dan de bodem (10 mm). - Tank 520 (ETBE): de wand geeft afkeur op dakbelasting. Dit komt waarschijnlijk doordat de laatste inspectie met de magnetische crawler in 2007 niet helemaal goed is gerapporteerd. RBl-studies: 515, 520, 522, 526, 528, 534, 810 en 813 en 823 (deel 2/3), "documentstatus unreviewed". - Tank 522 (Lichte olie): tank 522 heeft in het verleden flinke aantasting op de bodemplaat te verduren gehad. Met name putcorrosie op de annular was herhaaldelijk zeer ernstig. Het membraan is uiteindelijk in 2003 vervangen wegens deze aantasting, maar de annular niet. Deze is destijds ook niet uitgebreid gemeten (wat betreft dikte) wegens de aanwezigheid van 8-9 mm roest. Er zijn wel pitdiepte metingen uitgevoerd aan de productzijde van de annular (tot 5 mm diep) en in gevijzelde toestand aan de onderzijde van de annular (tot 6 mm diep). Dit zou zijn gerepareerd en de onderzijde gecoat. Echter blijft dit een zorgwekkende situatie. Het is aanbevolen de geplande inspectie en onderhoudswerkzaamheden in 2012 te laten plaatsvinden in plaats van 2017. - Tank 526: het dak kent een historie met herhaaldelijke problemen met de scheurnaad. Tijdens alle historische inspecties is geconstateerd dat deze losgescheurd was. Een oorzaak hiervan is wellicht de reparatiemethodieken die zijn toegepast. Eenmaal is zelfs gerapporteerd dat de las was gerepareerd met plamuur. Zorgelijk de uitkomst van het Slofec onderzoek. Hierbij zijn op 2 plaatsen op de annular onderzijde afnames geconstateerd van meer dan 50 %. Het advies was om dit te verifiëren. Hiervan is niets gevonden. In de planning wordt uitgegaan van het ongunstigste geval. Er dient aandacht te worden besteed aan de wandnozzles en de conservering. De conservering is herhaaldelijk als matig tot slecht beoordeeld. Dit is overigens wel steeds gerepareerd. - Tank 528: in 2002 is geconstateerd dat de conservering van de hele tankwand matig is. De flensverbindingen van stijgleidingen van het blussysteem zijn slecht geconserveerd.
B-21
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
31 van 62
Nr.
Omschrijving
B-22
RBl-studies: 506, 515, 520, 522, 526, 528, 534, 535, 810 en 813 en 823 (deel 3/3), "documentstatus unreviewed". - Tank 534 (Pygas): de inspectie in 2009 is zeer summier. Er is enkel een MFLonderzoek op het membraan (niet op de annular platen) uitgevoerd en een visuele inspectie op pitting. Dit is dan ook wel het meest kritische van deze tank. Er zijn echter geen overige inspecties uitgevoerd (diktemetingen van de bodem, visueel uitwendig, metingen aan interm leidingwerk, wand, dak, etc). Er wordt aangeraden de bodem zo goed mogelijk te repareren en vervolgens uit te rusten met een inwendige bodemcoating. Gesteld wordt dat het alternatief vrijwel zeker zou neerkomen op het vervangen van de bodem binnen 10 jaar. - Tank 535 (MTBE): De annular is nooit vervangen en vertoont door de jaren heen significante pitting, die telkens is opgelast De pittingssnelheid is berekend aan de hand van de inspectieresultaten van 1994 en 2001, hetgeen in overeenstemming is met de EEMUA 159, en komt voor de annular uit op 0,45 mm per jaar. Hierdoor is de tank afkeur en deze dient zo snel mogelijk geopend te worden voor interne inspectie. Ook de wand vertoont door de jaren heen aantasting. Derhalve wordt aanbevolen om in 2011 een onderzoek uit te voeren d.m.v. een magnetische crawler. Het dak is geïnspecteerd in 1986 en uitgaande van een maximale inspectietermijn van 20 jaar wordt aangeraden om in 2011 een wanddiktemeting op het dak uit te voeren. - De studies van opslagtanks 810, 813 en 823 zijn nog niet afgerond.
B-23
Tijdens een interview van de consultant die onder andere de RBl-studies heeft uitgevoerd vyordt aangegeven dat de ontbrekende gegevens met behulp van conservatieve veronderstellingen (worst case, early warning system) zijn ingeschat en dat de urgente zaken zijn ondergebracht in de activitylijsten van 2012 en 2013. Activity report 2012: De volgende tanks zijn steekproefsgewijs onderzocht voor wat betreft het Activityreport zoals dit is gegenereerd door RB-IT: 501, 510, 530, 532, 535, 726, 762, "documentstatus unreviewed".
B-24
B-25
- Tank 501: het dak is voor het laatst gemeten in 1984. - Tank 510: de RBl-analyse wordt beïnvloed door diverse achterstallige metingen. Aangeraden wordt om de tank volledig te inspecteren en te onderzoeken. - Tank 530: het inspectie-interval van de tankwand is 3 jaren, hierdoor zal de tankwand 3 jaren na de laatste inspectie, dus in 2006 onderzocht moeten worden. - Tank 532: De tankwand heeft een inspectie-interval van 4 jaren. De tankwand had in 2006 opnieuw geïnspecteerd moeten worden. - Tank 535: de tank is afkeur en dient zo snel mogelijk geopend te worden. - Tank 726: de historie houdt abrupt op in 1998 toen de tank een zeer grote revisie heeft gehad. Tank 762: de wand en het dak zijn in 1986 voor het laatst geïnspecteerd. De informatie voortkomend uit het activity report en de RBl-studies leiden tot vragen met betrekking tot de naleving van het oude RBI handboek. In navolging hiervan stelt de DCMR een nader onderzoek in. In het kader van dit nader onderzoek heeft de DCMR op 15 maart 2012 schriftelijk aanvullende vragen gesteld aan Odfjell (kenmerk 21347165 / 265600). Op vrijdag 23 maart 2012 is door Odfjell in schriftelijke vorm antwoord gegeven op deze vragen. De antwoorden zullen tijdens een aanvullende inspectie behandeld worden. Project Reliability Centered Maintenance (RCM) Naast RBI heeft Odfjell ook een RCM project opgestart. Doel voor Odfjell is de betrouwbaarheid van de operationele functionaliteit van de opslagtanks te verbeteren. Op een kosten effectieve wijze wordt van alle relevante onderdelen van de tanks, inclusief het toebehoren zoals druk/vacuümkleppen, overvulbeveiligingen en dergelijke, de optimale onderhoudsbehoefte (termijnen en omvang) bepaald.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
32 van 62
Nr.
Omschrijving
B-26
Testen van overvulalarmering en overvulbeveiliging
B-27
B-28
De functionele test van de overvulalarmering van tank 603 werd uitgevoerd in 2011 (SAP) en in 2010 (WAS). Aangezien tank 603 niet is uitgerust met een onafhankelijke overvulbeveiliging betrof de functietest een controle op binnenkomst van het overvulalarm in de controlekamer. De functionele test van de overvulbeveiliging van tank 739 werd uitgevoerd in 2011 (SAP) en in 2010 (WAS). Zowel de controle van binnenkomst van het overvulalarm in de controlekamer als ook het dichtlopen van de vulafsluiter is onderdeel van de functietest. Tijdens de functietest werd het hoog-niveau gesimuleerd door het koord van de Magnetrol niveaumeting handmatig op te trekken, als nabootsing van de drijvers die een indicatie geven van de hoogte van het vloeistofoppervlak. RCM: inwendig drijvend daken. Inwendig drijvende daken worden toegepast als een dampreducerende maatregel in de opslagtanks. Op grond van voorschriften 4.4 en 4.5 van de omgevingsvergunning van de terminal is het toegestaan om deze methodiek als dampverwerking toe te passen, mits de seals voldoende effectief zijn en goed afsluiten. Tevens schrijft voorschrift 4.3 voor dat DVI's die gebouwd zijn voor het van kracht worden van deze omgevingsvergunning uiterlijk per 1-1-2010 aan niveau 3 van de voorkeursvolgorde moeten voldoen. Dit betekent dat dit DVI's (wordt in vergunning gelijk gesteld aan een inwendig drijvend dak) zijn met een verwijderingrendement groter dan 95 % zonder energie- of productterugwinning. In het kader van het BRZ099 dienen ter voorkoming van excessieve dampvorming boven het drijvend dak en uiteindelijk via het vacuüm- /drukventiel uit de tank de daken systematisch geïnspecteerd en onderhouden te worden. Odfjell maakt gebruik van twee types drijvend daken, te weten: - een nieuw systeem: full contact GRE-daken met een dubbele seal. - een ouder systeem: non contact daken, die bestaan uit drijvers met een framewerk van T-profielen, waarop aluminium platen met popnagels zijn bevestigd. Om de daken afte sluiten zijn de randen voorzien van een foamseal. De foamseal heeft een bepaald "geheugen" dat optimaal moet blijven functioneren. Aluminium daken. Uit een opgevraagd overzicht en een interview blijkt dat Odfjell in 17 opslagtanks nog gebruikt maakt van de non-contact aluminium inwendig drijvende daken met een enkele foam seal. Het gaat hier om de volgende opslagtanks met bijbehorende actuele opslagstatus: Tank 510 (petroleum/ kerosine). Tank 511 (petroleum/ kerosine). Tank 512 (water/ oil mixture). Tank 513 (leeg van propyleenoxide). Tank 514 (gascondensaat, benzeen >10% - <50%), Tank 515 (leeg van gascondensaat, benzeen >10% - <50%), Tank 522 (leeg van Blend TN120), Tank 539 (Med. Oil Mixture), Tank 540 (AVGAS 100LL leaded). Tank 541 (leeg van MED. OIL Mixture Black FL<55 (waste)). Tank 542 (AVGAS 100LL Leaded), 544 (AVGAS 100 LL Leaded), Tank 546 (MOGAS Blend comp. RON<95), Tank 556 (leeg van Blend TNI60), Tank 801 (ETBE), Tank 802 (ETBE) en Tank 803 (ETBE). Tanks 553 en 556 zouden gesloopt worden, waardoor het aantal inwendige drijvend daken van dit type op 15 uit komt. Odfjell slaat in genoemde tanks stoffen op die DVI-plichtig zijn dan wel een inwendig drijvend dak behoeven.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
33 van 62
Nr.
Omschrijving
B-29
Inspectie en onderhoud inwendig drijvende daken. Het inspecteren en onderhouden van de inwendig drijvende daken vindt plaats op het moment dat een tank uit bedrijf is. Wanneer dit exact wordt uitgevoerd, tijdens productwissel of groot onderhoud, kan niet eenduidig worden aangegeven. Odfjell heeft niet bepaald wat de specifieke inspectiefrequentie ten behoeve van de inwendig drijvende daken in relatie tot de milieu- en veiligheidsrisico's moet zijn. Tijdens de inspecties zou visueel gecontroleerd worden of de seals en beplating nog goed aansluiten. Een beschrijving van de inspectiemethodiek is niet aanwezig bij Odfjell. Op verzoek wordt het document "Operation and maintenance guide for the aluminator" van het bedrijf HMT toegezonden. In deze maintenance guide wordt beschreven hoe een "in service inspection" vanaf het dak en een "out-of-service inspection" dient plaats te vinden. Bij het document bevindt zich een standaard rapportageformulier om de inspectieresultaten vast te leggen. Dit formulier wordt door Odfjell niet toegepast Odfjell heeft niet gedocumenteerd hoe zij de inwendig drijvende daken inspecteert en onderhoudt. In de brief van 17 december 2009, OHSE/2009.009/JLU, heeft Odfjell aangegeven in 2010 een inspectieprogramma voor de inwendig drijvend daken te implementeren. Dit is nog niet gebeurd. Inspectie en onderhoud inwendig drijvende daken. Van 13 inwendig drijvende daken kunnen geen inspectie- en onderhoudsresultaten vanuit het veiligheidsbeheersysteem getoond worden. Deze zijn ook niet bij steekproeven aangetroffen in de tankdossiers. De inwendig drijvende daken in tanks 540 en 541 zijn door respectievelijk Applus in 2011 en door Mistras in 2010 geïnspecteerd, wat blijkt uit de getoonde rapportages. Voorts zouden tanks 512 en 513 onlangs visueel zijn geïnspecteerd, maar hiervan zijn geen rapportages beschikbaar. Door het niet systematisch borgen van deze inspectie- en eventuele onderhoudsgegevens wordt geen historie van de prestaties opgebouwd en kan geen lerend effect worden getrokken uit eventuele afwijkingen. Inspectie en onderhoud inwendig drijvend daken. Het inspecteren van de inwendig drijvend daken valt niet meer het onder RBI-regime. In de de RBl-studies van Inventure wordt nog wel een aantal keer aandacht gevraagd voor een aantal inwendig drijvend daken. De volgende opmerkingen zijn aangetroffen. - RBl-rapport Tank 510: "speciale aandacht dient uit te gaan naar de seals en pontons van de innerfloat. Rapportage 2002 beschrijft gescheurde seal en drijver ophangingen. Reparaties zijn onduidelijk". - RBl-rapport Tank 511: "Aandacht voor innerfloat. Hieraan zijn in het verleden herhaaldelijk significante problemen geweest. In 1983 is de seal gerepareerd of vervangen. In 1995 is de innerfloat gedeeltelijk vernieuwd (constructie is hergebruikt). In 2001 zijn echter zeer veel scheuren en gaten gesignaleerd in de seals, de pontons en de beplating. Het is onduidelijk of deze is gerepareerd. Hij is tijdens het onderhoud wel gedemonteerd geweest dus waarschijnlijk ook gerepareerd. In 2015 is de verwachting dat er opnieuw reparaties zullen zijn aan de innerfloat." - RBl-rapport Tank 513: "Verder ook extra aandacht voor de innerfloat. De dampfase van het product propyleenoxide is corrosiet De innerfloat is in het verleden ook herhaaldelijk gerapporteerd als aangetast met enkele keren zelfs gaten." - RBl-rapport Tank 515: "De tank beschikt over een innerfloat (in het verleden ook al eens gerepareerd wegens beschadigingen door ro..(tekst is weggevallen) van het dak. - RBl-rapport Tank 522: "Verder aandacht voor de innerfloat; deze heeft eerder al herhaaldelijk lekke seals en een gat in de beplating gehad. De vermoedelijke oorzaak hiervan is het vallen van een monsternamefles door het inwendig drijvend dak. Het is niet duidelijk of dit is gerepareerd (waarschijnlijk wel)." NB. Het bemonsteren van een tank met een inwendig drijvend dak kan niet via de route van het vaste dak gedaan worden. De status van de inwendig drijvend daken en de eventueel uitgevoerde reparaties kan niet getoond dan wel toegelicht worden.
B-30
B-31
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
34 van 62
Nr.
Omschrijving
B-32
Levendsduur in relatie tot inspectie/ onderhoud Odfjell kan geen informatie geven over de exacte leeftijd van de inwendig drijvende daken. Hier wordt niet op gemonitord. Uit steekproeven in de tankdossiers blijkt dat zich in een aantal van de opslagtanks inwendig drijvende daken bevinden van meer dan 20 jaar oud, waardoor de hierna genoemde technische levensduur van 20 jaar wordt overschreden. Uit een steekproef in de tankdossiers blijkt dat bij opslagtanks 510, 541 en 546 de de inwendig drijvend daken al in de ontwerpdocumenten van respectievelijk 1975, 1977 en 1961 zijn opgenomen. Tevens blijkt dat hier de inwendig drijvend daken toen al aanwezig waren. Odfjell kan niet vanuit het veiligheidsmanagementsysteem reproduceren wat de oorspronkelijke datum is van het aanbrengen van de daken en of er tussentijds vervangingen hebben plaatsgevonden. Tevens wordt niet systematisch gemonitord op de fysieke en chemische belasting waar de daken aan blootgesteld worden. Uit navraag bij de leverancier blijkt dat de technische levensduur van de inwendig drijvende daken circa 20 jaar is, maar dat dit afhankelijk is van de omstandigheden, zoals het aantal bewegingen en het type stoffen waar de daken aan blootgesteld worden. Bij het naderen van het einde van de termijn dient frequenter op de prestaties gemonitord te worden. Dit wordt door Odfjell niet als zodanig uitgevoerd. Rendement inwendig drijvend daken. De leverancier heeft opgegeven dat dit type inwendig drijvende daken (non-contact) een rendement van 70-95 % heeft. Dit is afhankelijk van het aantal bewegingen (turnover) van de daken en de aard van de stoffen waar de daken aan blootgesteld worden. Tevens speelt de leeftijd van de inwendig drijvende daken een belangrijke rol. Odfjell heeft geen bewaking/ borging ten aanzien van een adequaat rendement. Resistentie seals. De fieldengineer heeft bij de leverancier een resistentielijst opgevraagd met de stoffen in relatie tot de resistentie van de seal. Uit een steekproef blijkt dat er geen stoffen opgeslagen worden waar de seal niet aan mag worden blootgesteld. Deze lijst blijkt bij de afdeling planning aanwezig te zijn ten behoeve van acceptatie van nieuwe stoffen op de terminal. PDCA-cyclus inwendig drijvende daken. - Er is geen lering getrokken uit de inwendig drijvend daken die inmiddels vervangen zijn door GRE-daken, alsmede de inspectie en onderhoudsresultaten van de bestaande aluminium daken. - Tevens worden de inspectie- en onderhoudsresultaten van de inwendig drijvend daken niet systematisch vastgelegd, waardoor er geen bijsturing kan plaatsvinden op de inspectiefrequejitie. P/V kleppen.
B-33
B-34
B-35
B-36
De technische staat van de druk/vacuüm kleppen van tanks 603 en 739 is in 2010 en 2011 geïnspecteerd. De gegevens van 2010 werden verkregen uit het toen in gebruik zijnde "Werk Aanvraag Systeem" (WAS). De gegevens uit 2011 waren in SAP beschikbaar.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
35 van 62
Nr.
Omschrijving
B-37
RCM, vacuüm-/ drukventielen De vacuüm-/ drukventielenzijn de laatste preventie (LOD (line of defense)) van de drukbewaking van de opslagtanks. Deze dienen gestructureerd onderhouden te worden om de veiligheid te kunnen waarborgen. Dit staat beschreven in de onderhoudsprocedures "Kalibratie Vacuüm Drukventielen", OND PRO 002, datum 24-112011 en "Controle Vacuüm Druk ventielen On-Site", OND PRO 001, datum 24-11-2011. In de procedures wordt beschreven hoe het inspectie- en onderhoudsproces van de vacuüm-/ drukventielen dient te verlopen. Binnen 1 jaar na plaatsing van een tank voor een product waarmee weinig of geen ervaring is (jaarlijkse inspectie). Binnen 2 jaar na plaatsing van een nieuwe tank voor een bekend product. Vervolgens met een frequentie van minimaal eens per 4 jaar na bewezen goede werking (4 jaarlijkse kalibratie). Deze werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een door het bevoegde gezag aanvaarde deskundige of deskundige instantie. Het bevoegd gezag moet te allen tijde inzage kunnen hebben in de rapportage van de inspectie. Dit is overeenkomstig voorschrift 248 van de PGS 29. Uit interviews met een managers onderhoud en engineering blijkt dat dit regiem al voor het tot stand komen van deze nieuwe procedures van kracht was. In de oudere procedure "test en inspectie overvulbeveiligingen en V&D-ventielen", 200406-30 wordt uitsluitend gesproken over een jaarlijkse inspectie op pakking, aanwezigheid van gewichten en weging en controle op juistheid van de gewichten. Volgens paragraaf 3.3.4 van de vergunningsaanvraag dient Odfjell de vacuüm-/ drukventielenvolgens de CPR 9-3 te onderhouden. Jaarlijks een controle van buitenaf en jaarlijks op de werking door een deskundige die door de vergunningverlenende instantie is aanvaard. De PGS 29, voorschrift 79 schrijft voor: een tank met een vast dak moet zowel tegen ontoelaatbare onderdruk als overdruk beveiligd zijn.
B-38
In een overzicht van de afdeling Onderhoud staan 373 vacuüm-/ drukventielen geregistreerd. Document onderbouwing PW-inspectie: Uit een document "onderbouwing PVV inspectie" (uncontrolled, datum onbekend) registratiemap jaarlijks onderhoud 2011 blijkt o.a.: een jaarlijkse inspectie van de staat van de druk vacuümventielen is verplicht. De gegevens die hieruit worden gegenereerd dienen te worden en er zal actie op moeten worden ondernomen. Naast het feit dat er inspecties moeten worden gedaan is er een achterstand met het gestructureerd vastleggen en verwerken van de bevindingen die in de loop der tijd gedaan zijn. In het document staat beschreven dat er jaarlijks alles aan gedaan wordt om de ventielen in goede conditie te krijgen. Pakkingen worden gecontroleerd/ vervangen, algehele technische staat wordt beoordeeld en met groot tankonderhoud (10 jaarlijks) worden de ventielen gereviseerd. De verwerking van de gegevens is de afgelopen jaar niet vlekkeloos verlopen waardoor de staat van ieder ventiel niet inzichtelijk is. Serienummers zijn niet bekend op papier en mogelijk ook niet ter plaatse, TAGnummers zijn verdwenen op papier en mogelijk ook niet ter plaatse, Odfjell nummers zijn niet aanwezig (dit is nieuw vanuit SAP), de technische gegevens kloppen niet met wat er op papier staat. De revisieinterval (4 jaarlijks) is bij een zeer grote hoeveelheid verstreken. De gewichten zijn in het verleden gewogen. Gebruikmakende van deze gegevens worden er grote verschillen geconstateerd in de gewichten op papier en in de werkelijkheid. Bij een groot aantal ventielen zijn geen certificaten te vinden, de link tussen het ventiel en het magazijn. Dit nummer mist vaak, klopt niet of het certificaat is zoekgeraakt. Wanneer het nummer niet klopt wordt er gerefereerd naar een verkeerd certificaat. Er is in de loop van de tijd een slechte terugmelding geweest naar de certificaten zodra er een ventiel werd verwijderd. Zo is het mogelijk dat er certificaten zijn waar geen ventiel bij hoort waarvan het bestaan bekend is.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
36 van 62
Nr.
Omschrijving
B-39
Odfjell concludeert dat er een goede nulmeting op poten moet worden gezet om dit geheel in goede banen te leiden. In het document worden een aantal acties gedefinieerd. Uit een interview blijkt dat deze inmiddels zijn geïnitieerd, exacte status is nog niet bekend. Dit document was gekoppeld aan de opdracht van de leverancier Furmanitè, die de visuele inspecties in 2011 heeft uitgevoerd. Groot onderhoud vacuüm-/ drukventielen: groot onderhoud dient plaats te vinden door een 4-jaarlijkse kalibratie en hercertificering van de vacuüm-/ drukventielen(revisie). Volgens procedure OND PRO 002 dient de vierjaarlijkse kalibratie door een contractor plaats te vinden. Dit betekent dat er een kalibratie en mogelijk een reparatie dient plaats te vinden. De vacuüm-/ drukventielen dienen hierbij gedemonteerd te worden, geïnspecteerd te worden en vervolgens door een contractor gekalibreerd en eventueel gerepareerd te worden. Uit het onderhoudsoverzicht van de vacuüm-/ drukventielen blijkt dat van de 373 vacuüm-/ drukventielen 165 stuks niet op tijd zijn gereviseerd. De achterstand varieert van de periode van 22-05-1992 (ca. 10 jr) tot 04-02-2008. Hiermee wordt niet voldaan aan de eigen procedure van Odfjell. Odfjell heeft geen prioritering in de achterstand aangebracht, dus heeft niet geïdentificeerd waar de grootste risico's nu liggen. Het gaat om opslagtanks met vluchtige organische stoffen. 1-jaarlijks visuele inspectie Vacuüm Druk ventielen. Volgens OND PRO 001 wordt bij de jaarlijkse inspectie gekeken naar: goede staat harde teflon pakking, technische staat, juistheid van de gewichten, benodigde reparaties en de status van de inspectietermijn.
B-40
B-41
Overeenkomstig de procedure heeft het bedrijf Furmanitè alle vacuüm-/ drukventielen visueel geïnspecteerd. Dit heeft geleid tot een groot aantal inspectierapporten. Uit een documentenreview van de documenten blijkt dat bij 21 de vacuüm-/ drukventielen reparaties nodig zijn. Opmerkingen die aangetroffen zijn: -vervuilingsgraad veel; - splitpen niet aanwezig; - gaas moet vervangen worden; - geen borgpen vacuümklep; - flens tankzijde ziet er slecht uit; - ventiel moet vervangen worden (rapport d.d. 24-8-2011).
B-42
Onderwerp B-43
De rapporten dateren van juni 2011 t/m december 2011. Odfjell heeft van de rapporten van Furmanitè nog geen notificatie aangemaakt dan wel prioritering aangebracht in het onderhoudsmanagementsysteem. Hiermee is geen actie ondernomen op de benodigde reparaties en hiermee ook de PDCA-cyclus niet gesloten. Om de fysieke en chemische stofeigenschappen te toetsen aan de documentatie van Odfjell is de inhoud van een aantal tanks bemonsterd. De analyseresultaten van de monsters zijn nog niet bekend. De resultaten hiervan zullen in een separate rapportage aan Odfjell worden teruggekoppeld. Veilige uitvoering van de werkzaamheden -Op steiger 7 en 9 kon het zeeschip niet bereikt worden omdat de gangway niet goed van het zeeschip naar de wal was gelegd. -Ship-shore waren niet volledig ingevuld. Deze waren niet te vinden bij Odfjell in de controlekamer maar lagen aan boord van het schip. -gangway is na inspectie goed aangebracht door zeeschip -ship shore lijst in copy in controlekamer gelegd
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
37 van 62
Nr.
Omschrijving
B-44
Bevindingen: 1. 2 X ADN controlelijst ingevuld voordat het schip was aangekoppeld. 2. l x de aanvang en eind snelheid niet op de controlelijst vermeld 3.1 X de maximum laadsnelheid op de controlelijst ingegeven ipv de overeengekomen snelheid. 4. de controlelijst werd niet ingevuld en ondertekend door de persoon die dit heeft waargenomen. De schepen Gulf Harmony 02326283 en Gulfstream 02326442 zijn gecontroleerd. De twee gecontroleerde schepen betroffen lossingen. Geladen werd er niet.
Onderwerp B-45
Geen verdere actie noodzakelijk Veilige uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden Veilig-werkvergunningen en taak-risico-analyse Beoordeeld zijn de veilig-werkvergunningen (VWG) met nrs. 21837/4 (heet werk) en 22315/2 (koud werk). Uit de gesprekken blijkt dat de veilig-werkvergunningen niet besproken zijn met de voorman van de aannemer. Het ontbreken van dit gesprek (de handshake) dat normaliter tijdens het uitreiken van de VWG plaatsvindt leidde er toe dat uitvoerenden niet op de hoogte zijn van de betrokken gevaarlijke stoffen en de (operationele) bijzonderheden van de werkplek, geen discussie wordt gevoerd over de te nemen maatregelen, niet gecontroleerd wordt of maatregelen begrepen zijn. Voor bepaalde standaardwerkzaamheden is op de achterzijde van de VWG een standaard taak-risico-analyse TRA aanwezig, dit was ook bij VWG 21837/4 (werklocatie tank 570) het geval. Odfjell verwacht dat de aannemer deze standaard TRA (op de werkplek) invult. Odfjell verwacht dat de aannemer de voor hem bedoelde vakjes van de standaard TRA aanvinkt, en dat de aannemer ook vinkjes bij vakjes zet die niet voor hem bedoeld zijn. Dit zijn vakjes met de afkortingen OST, Dagop, BRW, Proc en OD. Diverse Odfjell werknemers kunnen niet verklaren wat de afkortingen OST, Proc en OD behelzen. De beoordeelde TRA is niet afgestemd op de werkzaamheden welke op de voorzijde, van de VWG, worden benoemd. Maatregelen in verband met explosiegevaar, ontbreken op de gecontroleerde VWG en TRA. Het al dan nlet toestaan van verpompingen in of uit nabij gelegen tanks is niet aangevinkt. De maatregel "NIET gasvrije tanks en leidingen in tankput 7 dicht maken" is niet aangevinkt. Diverse "niet" aangevinkte vakjes die mogelijk niet van toepassing zijn niet als zodanig gemerkt. Op de werkplek waren meerdere 6 kg poederblussers geplaatst in plaats van de op de VWG aangegeven 12 kg poederblusser. Bij de "koud werk" VWG waren geen maatregelen vanwege valgevaar getroffen.
Onderwerp B-46
Odfjell personeel geeft aan dat het niet gebruikelijk is te controleren of de in VWG en TRA voorgeschreven maatregelen daadwerkelijk zijn getroffen. ATEX PID: Explosie Veiligheids Document (EVD) De PID heeft een EVD van 30 november 2008. Echter paragraaf 4.1.4 en 4.1.5 van het EVD met als onderwerp 'mechanische ontstekingsbronnen is op belangrijke onderdelen niet correct. 1. Het EVD geeft in genoemde paragraven aan dat inspectie, ontwerp en onderhoud afgestemd is op de zone. Dit blijkt niet uit procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro-0812. 2. Het EVD geeft in genoemde paragraven aan dat de ontstekingsbronnen zijn beoordeeld met het schema in paragraaf 4.1.5 EVD. Echter tijdens de inspecties bleken deze beoordelingen te zijn uitgevoerd met behulp van Tebodin's Ignition Hazard Assessments boeken. Het Explosie Veiligheids Document up to date maken en houden.
Odgell Tenninals Rotterdam bv 2012
38 van 62
Nr.
Omschrijving
B-47
PID: Gevarenzone-indeling De PID beschikt over een gevarenzone-indelingsrapport en een gevarenzone- tekening van 2008. Echter de gevarenzone-indeling cq - tekening is op een paar punten niet correct. 1. In de PID zijn drie draintanks aangetroffen die in open verbinding staan met de buitenlucht In deze tanks is een continue gevarenbron aanwezig (een drijflaag van brandbare stoffen). Het inwendige van deze tanks zijn waarschijnlijk zone O gebieden. Dit is niet vermeld in het zoneringsrapport noch op de tekening. Opgemerkt wordt dat de PID aangeeft dat deze tanks mogelijk onder stikstof staan (borrelpijpjes ten behoeve van levelmetingen). Onderzoek naar de juiste zone indeling van deze tanks is noodzakelijk (ElS-1). 2. De reeds genoemde draintanks staan in een ondergrondse put welke geheel is afgedekt. In deze putten is geen ventilatie. Secundaire gevarenbronnen zijn aanwezig. Deze putten zijn derhalve zone 1 gebieden. Dit is in het zoneringsrapport echter als zone 2 geclassificeerd. Bovendien staan deze zones niet op de gevarenzone tekening van de PID (EIS 1 vervolg). 3. In paragraaf 5.3.5 van het zoneringsrapport wordt aangegeven dat het gehele manifold (slangenkuil PID) als één grote primaire gevarenbron moet worden gezien. In het zoneringsrapport staat 'dit manifold wordt derhalve geclassificeerd als zone 1 met een straal van 7 meter. De gevarenzone zet zich over het grondniveau voort met een straal van 14 meter'. Deze 14 meter is niet op de gevarenzone tekening van de PiD ingetekend. Actie bedrijf.
B-48
Odfjell moet op de zoneringstekening aangeven dat de drainputten (de putten waarin bovengenoemde draintanks staan) zone 1 gebieden zijn, en onderzoeken of alle draintanks van de PID zodanig betrouwbaar geïnertiseerd zijn dat de inertiseringswijze in overeenstemming is met hoofdstuk 7 en 8 van: NPR-CEN/TR 1528; Guidance on Inerting for the Prevention of Explosions, hoofdstuk juni 2006. PID: Beoordelingen ontstekingsbronnen. (Ignition Hazard Assessments of afgekort IHA's). 1. De PID beschikt over IHA's van vast opgesteld équipement in zone 1 en 2. 2. In de PID zijn meerdere zone O gebiedjes aangetroffen aan het einde van ontiuchtingspijpen (straal van 1 meter, hoog in de installatie). In één van de zone O gebiedjes werd een verlichtingsarmatuur aangetroffen niet geschikt voor zone 0. De IHA hiervan is niet aanwezig. Aan de PID leidinggevende is gevraagd deze armatuur met spoed te verplaatsen en de overige zone O gebieden van de ontiuchtingspijpen zelf op ontstekingsbronnen te controleren. 3. De PID beschikt niet over IHA's van: O De 10 voorpomp bakken van de PID (VPB-001 tot en met VPB-008 en RVS-BAK VDU-1 en 2). O de drie mobiele pompjes van de PID (twee mobiele labourpompen en 1 mobiele KSB pomp). Odfjell moet een Ignition Hazard Assessment uitvoeren van de 10 voorpompbakken en de drie mobiele pompjes. Deze Ignition Hazard Assessment moet voldoen aan de eisen verwoord in paragraaf 5.2 van: NEN-EN 13463-1 (en) Niet-elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Deel 1: Basismethodologie en eisen. Odfjell moet tevens al haar mobiele apparatuur zodanig kenmerken dat zichtbaar is in welke zone deze gebruikt mag worden.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
39 van 62
Nr.
Omschrijving
B-49
PID: E&l inspecties De eerste Atex inspectie van E&l apparatuur als bedoeld in; NEN-EN-IEC 60079-17 Explosieve atmosferen - Deel 17: Inspectie en onderhoud van elektrisch installaties de zogenoemde nulpuntmeting is uitgevoerd. Voor vervolg inspecties op het gebied van explosieveiligheid wordt door de leidinggevende van de PID verwezen naar de procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro-0812. Echter Deze procedure maakt echter totaal niet duidelijk hoe en waar NEN-EN-1 EC 60079-17 bij de PID is geïmplementeerd. De term Atex is in deze procedure alleen aangetroffen in paragraaf 7.4 bij flowmeters, maar geeft hier alleen een visuele inspectie aan. De lijst van te inspecteren équipement (units) is niet volledig. Junction boxen en verlichtingsarmaturen staan er bijvoorbeeld niet op.
B-50
B-51
B-52
Odfjell moet de procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro-0812 zodanig aanpassen dat deze procedure duidelijk maakt hoe en waar hoofdstuk 4 van: NEN-EN-IEC 60079-17 (nl) Explosieve atmosferen - Deel 17: Inspectie en onderhoud van elektrisch installaties NEN-EN-IEC 60079-17 bij de PID wordt geïmplementeerd. PID: Stand van zaken actiepunten Atex beoordelingen. De actiepunten die zijn voortgekomen uit de E&l inspectie en de IHA's zijn op de PID voor het grootste deel opgepakt en in orde gemaakt. Er zijn nog een beperkt aantal restpunten met een lage prioriteit. Met name verlichtingsarmaturen zijn vervangen. PID: Gasgroep beoordeling. Het in de PID geplaatste apparatuur is geschikt voor gasgroep lla. De PID heeft een beoordeling uitgevoerd van de gasgroepen van haar huidige producten (35 producten) onderverdeeld in voeding, top - en bodemproduct. Uit de gasgroepen van de stoffen blijkt dat lla in bijna alle gevallen voldoende is. Eén product van het huidige productenpakket, nl ENB ( 5-Ethylidene-2-norbornene) zit in gasgroep llb. De PID is nog bezig te bepalen wat de consequenties hiervan zijn. Voorts bleek de PID zich ervan bewust dat de gasgroep van ethanol gewijzigd was naar llb. De leidinggevende van de PID gaf aan dat in de procedure voor wijzigingen de gasgroep bepaling voor nieuwe producten is opgenomen. PID: Visuele inspectie. De ontluchtingspijp van de draintanks van unit 2 en 6 in de PID (reeds genoemd bij bevinding met nummer..) zijn niet voorzien van een vlamdover. Deze ontluchtingspijp geeft rechtstreeks toegang tot een zone O gebied. Een vlamdover is noodzakelijk tenzij de PID kan aantonen dat deze draintanks geïnertiseerd worden op een voldoende betrouwbare manier welke in overeenstemming is met: NPR-CEN/TR 1528; Guidance on Inerting for the Prevention of Explosions. (EIS 1 vervolg). Het manifold (slangenkuil PID) is een zone 1 gebied, zie boven. Op dit manifold werd aangetroffen: O Eén mobiele labourpomp, niet in gebruik. De EX status van deze pomp was niet duidelijk. O Eén mobiele voorpompbak, niet in gebruik. De EX status van de pomp van deze voorpompbak was niet duidelijk. Eén heftruck, niet EX werd aangetroffen binnen de zone van het manifold doch buiten het manifold zelf. Dit is overigens wel een zone 1 gebied ! Actie bedrijf. In de destillatie-units van de PID werd circulatiepomp 20 pp 504A aangetroffen met een vergrendelde werkschakelaar. Gecontroleerd is of van deze pomp de motorlade geblokkeerd was en de zekeringen getrokken. Dat bleek het geval. Een spanningsvrij verklaring bleek aanwezig. Op alle mobiele apparatuur die in de PID gebruikt wordt aangeven voor welke zone deze geschikt is.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
40 van 62
Nr.
Omschrijving
B-53
Terminal: Gevarenzone indeling De Terminal beschikt over een gevarenzone-indelingsrapport van mei 2010. De gevarenzonetekening dateert van januari 2009. De detail zoneringstekeningen dateren van november 2009.
B-54
Het gevarenzone-indelingsrapport dateert van latere datum dan de zoneringstekeningen. Niet is vast komen te staan de zoneringstekeningen naar aanleiding van het meest recente gevarenzone-indelingsrapport zijn geactualiseerd. Terminal: Gevarenzonetekeningen, zone O gebieden Uit het zoneringsrapport, document 3187001 revisie G van 17 mei 2010 blijkt dat het riool en alle olie- of chemicaliënvangers als zone O worden geclassificeerd. Boven het rioolputje bevindt zich een bolvormige zone 2 van 1 meter, (hoofdstuk 8.11)
B-55
Tijdens een steekproef van genoemde zone O gebieden bleek dat op de zoneringstekeningen van de terminal niet alle zone O gebieden van olie- en chemicaliënputjes zijn ingetekend. Tijdens de inspectie is vastgesteld dat de volgende putjes niet juist op de zoneringstekening zijn ingetekend: - Drainput T-001 in pompplaats 10B - Drainbak T-001 van steiger 6 - Drainput T-001 op Walhijsinstallatie-F - Slangenlekbak T-001 op steiger 9 - Opvangbak D-01 in Manifold 51 - Vuilwatervat V-001 op steiger 10 Terminal: gevarenzonetekeningen Tijdens de steekproef zone O gebieden is vastgesteld dat: - van Olievangerpomphuis 1 zijn geen detail- en doorsnede tekeningen beschikbaar waarop de ligging van de zones m.b.t explosieveiligheid eenduidig zijn vastgelegd. - van steiger 6 en 7 zijn geen doorsnede tekeningen beschikbaar waarop de ligging van de zones m.b.t explosieveiligheid eenduidig zijn vastgelegd.
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2012
41 van 62
Nr.
Omschrijving
B-56
Terminal: Specifieke Ignition Hazard Assessment (IHA) De inspectie heeft zich gericht op de van beoordeling mechanische ontstekingsbronnen van bestaande apparatuur in zone O gebieden. In het document "Specifieke Ingition Hazard assessment zone O en 1 apparatuur", hoofdstuk 5 procespompen dompelpompen zone O, is beschreven dat: • 1 pomp specifiek is beoordeeld, namelijk pomp OV-01-P-P-715. • Deze pomp representatief is voor andere pompen • Specifieke LOD's bij andere pompen kunnen afwijkend zijn • Voor de andere pompen kan per pomp tijdens een veldinspectie de checklist bijlage 2 uit het document worden toegepast om voor die pompen de IHA specifiek te maken. • De ingevulde checklist conform bijlage 2 kon tijdens de inspectie niet worden getoond voor de pompen (apparatuur) die tijdens de inspectie zijn aangetroffen in zone O gebieden. Daarmee heeft OTR niet vastgesteld dat de genoemde apparatuur geschikt is voor de zone waarin ze zijn geïnstalleerd. Hier uit volgt dat mogelijk niet alle maatregelen zijn genomen om het ontstaan van een effectieve ontstekingsbron te voorkomen. Toelichting: Voor apparatuur opgesteld in gevarenzoneklassen zwaarder dan zone 2 of 22 dient een specifieke Ignition Hazard Assessment (IHA) te worden uitgevoerd. De uitgangspunten conform de norm NEN-EN 1127-1 zijn: - Voor apparatuur in zone O is het uitgangspunt dat bij normaal bedrijf, storingen en zeldzame storingen geen ontstekingsbronnen te verwachten zijn. - Voor apparatuur in zone 1 is het uitgangspunt dat bij normaal bedrijt en storingen geen ontstekingsbronnen te verwachten zijn. In de norm NEN-EN 13463-1 is een methodiek beschreven voor het doen van een IHA ter beoordeling van reeds in gebruik zijnde mechanische apparatuur voor toepassing in zone O of 1. Ten behoeve van de beoordeling van de mechanische ontstekingsbronnen in zone O en zone 1 gebieden heeft OTR door een externe consultant een "Specifieke Ingition Hazard assessment zone O en 1 apparatuur" laten opstellen. Bij het opstellen van dit document is de norm NEN-EN 13463-1 gebruikt Uit het document blijkt dat Odfjell de zone O en 1 apparatuur zal beoordelen aan de hand van de in het document beschreven IHA methodiek, de toe te passen beveiligingen en de te toetsen maatregelen ter voorkoming van een effectieve ontstekingsbron. Dat door middel van een inspectie op locatie moet worden geverifieerd of de aanwezige apparatuur daaraan voldoet. De werkwijze hiervoor is beschreven in bijlage 2 van het document.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
42 van 62
Nr.
Omschrijving
B-57
Terminal: Inspectie van zone 0 gebieden Tijdens de inspectie is een steekproef genomen van drainputten die zone 0 geclassificeerd zijn. In onderstaande zone 0 geclassificeerde gebieden zijn apparaten (ontstekingsbronnen) aangetroffen. Het betreft de volgende locaties en arbeidsmiddelen: - Drainbak T-001 van steiger 6: dompelpomp boven het vloeistofniveau en staartpomp - Drainput T-001 op Walhijsinstallatie-F: staartpomp - Slangenlekbak T-001 op steiger 9: staartpomp - Opvangbak D-01 in Manifold 51: staartpomp - Vuilwatervat V-001 op steiger 10: staartpomp - Drainput T-001 in pompplaats 10B: staartpomp - Olievanger OV-715 in olievangerpomphuis 1: staartpomp In het onderstaande zone 1 geclassificeerde gebied is een ontstekingsbron aangetroffen waarvan niet is aangetoond dat die voldoet aan de wettelijke vereisten voor de desbetreffende zone. Het betreft de volgende locatie en arbeidsmiddel: - Olievangerpomphuis 1: verlichting voldoet niet aan eisen zone 1 Van de genoemde apparaten (ontstekingsbronnen) is niet aantoonbaar een specifieke IHA uitgevoerd en voldoen derhalve niet aan de wettelijke vereisten voor de desbetreffende zone. Hierdoor bestaat ernstige gevaar voor personen vanwege het mogelijk actief worden van een ontstekingbron in een gebied waarbinnen een explosieve gasatmosfeer voortdurend of gedurende lange perioden of regelmatig aanwezig is. Dit leidt tot een explosie in de desbetreffende (drain)put die zich via het aan de put gekoppelde leidingenstelsel kan uitbreiden tot andere locaties, zoals bijvoorbeeld steigers en toegangsbruggen tot steigers. Dit zijn arbeidsplaatsen waar regelmatig werkzaamheden plaatsvinden.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
43 van 62
Nr.
Omschrijving
B-58
Terminal: Drainput steiger 6 De drainput van steiger 6 is een zone 0 gebied. Tijdens de inspectie is waargenomen dat de dompelpomp in de drainput van steiger 6 boven het waterniveau lag. Ten gevolge van het lage waterniveau kan de pomp droog draaien waardoor het seal van de dompelpomp door gebrek aan koeling kan opwarmen tot boven de Auto Ignition Temperatuur van de mogelijk aanwezige explosieve dampen in de drainput. Uit P&ID tekeningen is gebleken dat geen beveiligingen aanwezig zijn die de dompelpomp beveiligen tegen te laag vloeistof niveau. Tijdens de inspectie heeft Odfjell niet aangetoond dat de in specifieke IHA (tabel 9) genoemde toegepaste beveiligingen aanwezig zijn. Hierdoor is niet voldaan aan een belangrijke voorwaarde om te voorkomen dat de dompelpomp in een zone O gebied onder normale omstandigheden, voorzienbare storingen en zeldzame storingen geen effectieve ontstekingsbron is. Toelichting: Uit het IHA document van Odfjell blijkt dat voor de dompelpompen in de zone O gebieden onder normale omstandigheden moet gelden dat de "Bedrijfstemperatuur kleiner is dat de Auto Ignition Temperatuur (AlT) veiligheidsmarge. De AlT bedraagt 140°C. De veiligheidsmarge voor zone 1 (opm. l-szw: ook zone 0) apparatuur bedraagt 20%. De bedrijfstemperatuur mag dus geen temperatuur overschrijden hoger dan 112°C. De bedrijfstemperatuur bedraagt ca. 25°C." Risico: Heet oppervlak door: 1 Seals: ongesmeerd seal 2 lagers 3 overige bewegende delen: trillingen Maatregelen: 1. Seals Betreft een dompelpomp die bij normaal bedrijf onder een vloeistofniveau aanwezig is. Hierdoor is de bedrijfstemperatuur ca. 25 °C. 2. Lagers zijn conform hst 6 EN 13463-5 tevens is de bedrijfstemperatuur < AlT veiligheidsmarge. Voor het type a dompelpomp is lager smering voorzien. 3. Er zijn geen trillingen aanwezig waardoor tijdens normaal bedrijf hete oppervlakken ontstaan > AlT - veiligheidsmarge Het valt op dat in de IHA Procespompen dompelpompen zone O bij het risico "heet oppervlak" voorzienbare storingen en zelden voorkomende storingen niet worden behandeld.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
44 van 62
Nr.
Omschrijving
B-59
Terminal: Staartpompen In drainputten worden staartpompen gebruikt. De staartpompen van sommige drainputten zijn moeilijk bereikbaar en sommige staartpompen zijn niet via vaste looppaden te bereiken. Bijvoorbeeld drainput van WHI-F en MF-51. Hierdoor is dagelijks operationeel toezicht zeer moeilijk. Bovendien zijn onderhoud en zijn periodieke operationele handelingen die noodzakelijk zijn om de goede werking van de staartpompen te borgen, zoals controleren & bijvullen van vetpotjes t.b.v. smering lagers en vibratiemonitoring, niet mogelijk. Als de smering van de lagers onvoldoende is of als het lager t.g.v vibratie beschadigd raakt, kan de temperatuur van het lager boven de zelfontstekingstempartuur van de mogelijk aanwezige explosieve dampen komen. De staartpompen zijn niet beveiligd tegen te hoge lagertemperaturen. Tijdens de inspectie heeft Odfjell niet aangetoond dat de in specifieke IHA (tabel 9) genoemde toegepaste beveiligingen aanwezig zijn. Hierdoor is niet voldaan aan een belangrijke voorwaarde om te voorkomen dat staartpompen in een zone O gebied onder normale omstandigheden, voorzienbare storingen en zeldzame storingen geen effectieve ontstekingsbron zijn. Zie toelichting bij bevinding "Terminal: Drainput steiger 6"
B-60
Terminal: Visuele inspectie ATEX E&l
B-61
Tijdens de visuele inspectie zijn in Atex gezoneerde gebieden de volgende tekortkomingen met betrekking tot E&l apparatuur vastgesteld: - Steiger 6: Kabeldoorvoer van schipperskastje binnenzijde steiger defect - Steiger 6: wachthok steigeroperator: kap van TL armatuur defect - Steiger 6: B-002946 Wartel van junctionbox defect (tracing kabel leiding 10/1)) - Steiger 6: Junctionbox B-002945 hangt los (leiding 10/2) - Steiger 6: ST06-LZ-001A invoer steker defect - Pompplaats 10B: Regenkap van motor PP10B -EM-701 doorgeroest, pomp en de aandrijfriem zijn behoorlijk vervuild met vet. - Pompplaats olievanger A-Chemical: Wartel SE 2006 kapot, elektrische kabel van dompelpomp beschadigd en verweerd. - WHI-C: Lasdoos aan loopbrug defect - Steiger 9: motor ST09-EM-701 behoorlijk gecorrodeerd en regenkap niet goed. - MF51 waterkant: regenkap drainpomp doorgeroest, corrosie, afgeknipte elektriciteitskabels onder roostervloer - Vuilwaterkelder 6: wartel van analoge niveau-meting defect - Speelplaats: regenkap van drainpomp ontbreekt, rooster verrot - Junction boxen pompplaats 1 defect Terminal: V&G signalering ATEX Het olievangerpomphuis 1 en pompplaats 1 zijn een besloten ruimten en gezoneerd gebied. Deze ruimten zijn vrij toegankelijk en zijn niet als besloten ruimte en niet als Ex-ruimte geïdentificeerd. De juiste V&G signalering ontbreekt.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
45 van 62
Nr.
Omschrijving
B-62
Pompplaats 10: Pomplaats ligt verdiept in het veld. Deze put is dieper dan 1,50 meter en vrij toegankelijk op meerdere plaatsen. Bij de toegangen is geen signalering aanwezig met betrekking tot de gevaren van deze arbeidsplaats. Odfjell beschouwt de pompplaats niet als een besloten ruimte (ruimte met gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand en explosie). Een pompplaats wordt gemiddeld 1 maal per wacht (van 8 uur) betreden door meerdere personen. Deze personen dragen dan geen middelen bij zich om vast te stellen of de pompplaats veilig betreden kan worden. Pompplaats 11A: Zie bij: Pompplaats 10 Pompplaats 2: Zie bij: Pompplaats 10
B-63
Uit interviews is ons gebleken dat de situatie bij de overige pompplaatsen gelijk is aan de bevinding bij pompplaats 10. ATEX Terminal: digitaal onderzoek E&l inspecties: Op 6 maart 2012 is op basis van artikel 5:17 van het Wet Algemene Bestuursrecht inzage gevorderd in digitale informatie in verband met de inspectie op het onderwerp explosieveiligheid. Nadat de inspectie ter plaatse was uitgevoerd, is de digitale informatie geïnspecteerd. Hierbij is onder andere nagegaan of de digitaal beschikbare ATEX documentatie in overeenstemming is met de aangetroffen situatie ter plaatse. De digitale mappen bevatten onder andere informatie over E&l inspecties over de gehele terminal. Dit zijn meer dan 100 locatie met elk een groot aantal inspectie items. In deze mappen is ter verificatie gezocht naar informatie over locaties en équipement die tijdens de visuele inspectie op 7 maart 2012 zijn bezocht/gezien.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
46 van 62
Nr.
Omschrijving
B-64
ATEX Terminal: digitaal onderzoek pompinspecties algemeen: Map: ODBASE/insp sheets pompen JdJ 2009 In deze map bevinden zich ca. 575 bestanden met daarin resultaten van pompinspecties die medio 2009 hebben plaatsgevonden. Om te voorkomen dat pompen die zijn gelegen is een Atex gezoneerd gebied een effectieve (mechanische) ontstekingsbron worden is het van belang deze pompen regelmatig worden geïnspecteerd en goed worden onderhouden en dat gerapporteerde tekortkomingen zo spoedig mogelijk wordt hersteld. Algemeen: ln de inspectierapporten valt op dat bij veel pompen diverse tekortkomingen zijn gesignaleerd. In meerdere rapporten wordt gemeld dat aarding defect is of ontbreekt en dat groot onderhoud nodig is. Het digitale onderzoek heeft zich specifiek gericht op staartpompen die tijdens de inspectie zijn waargenomen in drainputten (zone 0) en die zijn stilgelegd omdat geen specifieke IHA kon worden getoond. Het betreft de volgende pompen: • Inspectierapport nummer 0504, datum 15-9-2009, pompnummer: P701. (Staartpomp drainbak T-001 van steiger 6) • Inspectierapport nummer 0503, datum 15-9-2009, pompnummer: P-702. (Dompelpomp drainbak T-001 van steiger 6) • Inspectierapport nummer 0507, datum 15-9-2009, pompnummer P701, TD nummer 1304. (Staartpomp slangenlekbak T-001 op steiger 9) • Inspectierapport nummer 0486, datum 16-9-2009, pompnummer P701. (Staartpomp opvangbak D-01 in Manifold 51) • Inspectierapport nummer 0483, datum 16-9-2009, pompnummer P841. (Staartpomp vuilwatervat V-001 op steiger 10) • Inspectierapport nummer 0034, datum 11-6-2009, tagnummer PP10B-P701. (Staartpomp drainput T-001 in pompplaats 10B) Zie voor de resultaten de bevindingen per pomp in dit rapport.
B-65
ATEX Terminal: digitaal onderzoek Staartpomp en dompelpomp drainbak steiger 6 Uit rapport 0504, staartpomp drainbak steiger 6, blijkt dat er 6 tekortkomingen zijn waar actie op moet worden genomen. Algemene opmerkingen die met de hand op het inspectierapport geschreven zijn: - Afdekplaat met toebehoren (pomp ligt half op de bak) - pomp staat los op de plaat van de bak, vast monteren - pomp aanbieden voor groot onderhoud - Bak afsluiten afsluitplaat ligt er los op - Pomp zeer slecht te bereiken. Klimmen via leidingen. Tijdens de inspectie van 7 maart 2012 is vastgesteld dat de staat van onderhoud van deze bak en pomp nog steeds slecht was zoals bijvoorbeeld corrosie, losse afdekplaten. Kennelijk heeft Odfjell de tijdens deze pompinspectie vastgestelde tekortkomingen niet of in zeer beperkte mate aangepakt en opgelost. Uit rapport 0503, dompelpomp drainput steiger 6, blijkt uit de met de hand opgeschreven opmerkingen dat: - De dompelpomp niet te controleren was (in bak) - De inspectie moet gebeuren bij proefdraaien Uit de digitale informative is niet vast te stellen of de inspectie op een later tijdstip alsnog heft plaatsgevonden.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
47 van 62
Nr.
Omschrijving
B-66
ATEX Terminal: digitaal onderzoek staartpompen . Uit rapport 0507, staartpomp steiger 9, blijkt dat er 2 tekortkomingen zijn waar actie op moet worden genomen. Algemene opmerkingen die met de hand op het inspectierapport geschreven zijn: - Leiding drain schilderbeurt nodig - pomp schilderen + fundatie - Lagers smeren met vet - e-motor schilderen - beschermkap e-motor vervangen - Inspectie pomp
B-67
Tijdens de visuele inspectie op 7 maart 2012 is vastgesteld dat de beschermkap van de e-motor niet in orde was en dat de motor behoorlijk gecorrodeerd was. Kennelijk heeft Odfjell deze pomp niet of in zeer beperkte mate onderhouden. ATEX Terminal: digitaal onderzoek staartpomp MF51. Uit inspectierapport 0486, staartpomp ST09-51 MF, blijkt dat er 4 tekortkomingen zijn waar actie op moet worden genomen. Algemene opmerkingen die met de hand op het inspectierapport geschreven zijn: - geen aarding - behuizing corrosie - schilderbeurt nodig, alles is behoorlijk vervuild, behoorlijke troep. Vervuild door product. Schoonmaak is niet overbodig. - pomp heeft groot onderhoud nodig - vetvaatje vullen met vet - beschermkap e-motor vervangen
B-68
Tijdens de visuele Inspectie op 7 maart 2012 is corrosie vastgesteld en dat de beschermkap van de e-motor niet in orde was. Kennelijk heeft Odfjell deze pomp niet of in zeer beperkte mate onderhouden. ATEX Terminal: digitaal onderzoek drainpomp PP10B Uit inspectierapport 0034, drainpomp PP10B-P701, blijkt dat er 2 tekortkomingen zijn waar actie op moet worden genomen. Algemene opmerkingen die met de hand op het inspectierapport geschreven zijn: - Behuizing niet te controleren door behoorlijke vervuiling - Afdichting visueel,vet gesmeerd, leksporen ja - pomp aanbieden voor reparatie. - Lager geluid geconstateerd. Tijdens de visuele inspectie op 7 maart 2012 is vastgesteld dat de regenkap van motor PP10B -EM-701 is doorgeroest en dat de pomp en de aandrijfriem behoorlijk zijn vervuild met vet. Kennelijk heeft Odfjell deze pomp niet of in zeer beperkte mate onderhouden.
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2012
48 van 62
Nr.
Omschrijving
B-69
ATEX Terminal: digitaal onderzoek vuilwaterpomp ST10 Uit inspectierapport 0483, vuilwaterpomp P841, blijkt dat er 2 tekortkomingen zijn waar actie op moet worden genomen. Algemene opmerkingen die met de hand op het inspectierapport geschreven zijn: - geen aardingkabel - vetsmering leksporen - corrosie/roestvorming - Draairichting niet te zien - E-motor beschermkap vervangen - buffervat vullen met vet (leeg) - schilderen pomp + frame - Inspectie pomp
B-70
Het valt op dat gemeld wordt dat het buffervat met vet leeg is. Dit vet is van belang voor de smering van de lagers. Indien de lagers onvoldoende gesmeerd zijn kunnen ze warm lopen en dan vormen ze een ontstekingsbron. Kennelijk is of was onvoldoende geborgd dat het buffervat voor vet periodiek wordt gecontroleerd en wordt bijgevuld. Uit digitaal onderzoek blijkt dat op diverse momenten tussen 2006 en 2011 E&l inspecties zijn uitgevoerd. De digitale mappen bevatten onder andere informatie over E&l inspecties van apparatuur die gelegen is over de gehele terminal. Dit zijn meer dan 100 locaties met op elke locatie een groot aantal inspectierapporten van geïnspecteerde E&l apparatuur. Uit de inspectie sheets blijkt dat tekortkomingen in verband met explosieveiligheid zijn vastgesteld in de range van ernstig (verhoogd risico in verband met actief worden ontstekingsbron t.g.v. bijvoorbeeld een technisch gebrek) tot minder ernstig (risico beperkt t.g.v. bijvoorbeeld het ontbreken van een tag plaatje). Tijdens de visuele inspectie op 7 maart 2012 zijn op de Terminal bij E&l apparatuur tekortkomingen op gebied van explosieveiligheid (ATEX) waargenomen die ook al aan Odfjell waren gerapporteerd in de E&l inspectierapporten. Voorbeelden hiervan zijn (zie voor referentie de bevindingen bij het onderdeel "Terminal visuele inspectie E&l"): Steiger 6: B-002946 Junctionbox LDG 10/1 E&l inspectierapport van 15-06-2011 B-002945 junctionbox tracing E&l inspectierapport van 15-06-2011 B-003164 LZ001A E&l inspectierapport van 13-09-11 B-2910 en 2911 TL armaturen E&l inspectierapport van 14-6-2011 Uit het document Afwijkingen ST06 blijkt dat tijdens de E&l inspecties op steiger 6 in totaal 28 tekortkomingen zijn vastgesteld. Pompplaats 10B: B-001336 EM701: tekortkoming vastgesteld op 27-10-2010 en 7-3-2006 Steiger 9: ST09-EM-701: tekortkoming vastgesteld op 15-9-2009 MF-51: tekortkoming vastgesteld op 16-9-2009
OdQell Terminals
Algemeen: Uit veel inspectierapporten (2008, 2009 en 2011) blijkt o.a. dat in gezoneerde gebieden veel wartels defect/ongeschikt zijn . Deze problemen zijn ook tijdens de inspectie op 7 maart 2012 vastgesteld Kennelijk heeft Odfjell geen of onvoldoende actie ondernomen om de tekortkomingen uit E&l te repareren. Rotterdaminspecties bv 2012 49 van 62
Nr.
Omschrijving
Onderwerp B-71
Arbeidsomstandighedenwetgeving Uit interviews is gebleken dat het lossen/laden van schepen (zeevaart en binnenvaart) op de SteigerslO, 11 en G alleen mogelijk is wanneer aarding aangebracht is tussen wal en schip en deze aarding doelmatig is. Het systeem is zo ontworpen dat bij ondoelmatige aarding het systeem geen vrijgave geeft, waardoor het niet mogelijk is om producten te verpompen naar of van het schip. Op alle overige steigers, waaronder steiger 7 (benzeen) is een dergelijk systeem niet aanwezig. Op de overige steigers wordt een aarding aangebracht maar op geen enkele wijze getoetst of deze doelmatig c.q. correct is. Nabij de opgang naar de binnenzijde is onder leiding 2/9 een blauw vat (50L) met touw opgehangen. Het vat is niet voorzien van een deksel en tegen vallen vastgezet met een touw. In het vat wordt lekproduct (welke stof?) opgevangen.
B-72
B-73
Verschillende afsluiters in de leidingstraat zijn niet goed bereikbaar. Operators moeten op smal bordes staan tijdens bedienen. Op verschillende plaatsen is het betonijzer zichtbaar weggeroest, de beton toplaag is ter plaatse weg. Over een lengte van circa 30 m wordt een leiding ondersteund op 3 plaatsen door een U profiel. Het U profiel rust met de opstaande zijden op de onderliggende leidingen. Leiding rust niet op leidingschoenen. Het aanwezige blusplatform lijkt niet veilig bereikbaar. Niet verder onderzocht.
B-74
B-75
Tussen de leidingen 55 & 56 dampt stoom uit de stoomleiding via de handafsluiter. Afsluiter is niet voorzien van blindflens. Op dit stuk steiger ligt een vijfstal slangen, te weten 2x8" en 3 x6" Er liggen op deze locatie 3 slangen permanent aangekoppeld. Te weten: 2x stookolie en l x benzeen (is 6" slang) deze slangen zijn voorzien van een eind cap. 1 slang (ETBE) ligt in lus aangesloten op afsluiter. De ETBE slang is aan 1 zijde m.b.v. een strop en touw aan een andere afsluiter vast gebonden tegen het slaan/bewegen van de slang tijdens de laadactiviteiten. Ter plaatse is de steiger voorzien van een houten vlonder. Deze vlonder is glad en vettig van gemorst product. Tijdens werkzaamheden (laden) worden er geen metingen verricht naar eventuele dampen/emissies van product op de arbeidsplaats (de steiger). Informatie Odfjell zoals vermeld op de werkopdracht: Ethyl Tert Butyl Ether UN stof nr: 1179 Vlampunt: -25 gr C Dampspanning/20 Gr C: 210 mbar MAC waarde: 5 ppm Statisch oplaadbaar: Ja Odfjell PBM code: 3
B-76 B-77
B-78
Ter plaatse ontbreken reddingsmiddelen. Slangen worden niet consequent in slangenbak opgeborgen maar blijven ook op de steiger liggen, waar bij mensen over de slangen moeten lopen/stappen. Tijdens het maken van de foto's op steiger 7, in aanwezigheid van Veiligheidskundige van Odfjell, werd er op de 2 meegedragen PIT meters, die van Odfjell en die van de InspectieSZW, gelijktijdig een waarde van 2 ppm VOC vastgesteld. Het was onbekend om welke stof het ging daar er op dat moment geen schip afgemeerd lag aan het steiger 7. Op verschillende plaatsen, onder andere nabij tank 544 en tank 538, aan de buitenzijde van de tankputwal zijn toegangstrapjes met beugels op stikstof- en luchtieidingen gemonteerd of steunen rechtstreeks op deze leiding(en).
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
50 van 62
Nr.
Omschrijving
B-79
Op de tankauto laadplaats, weegbrug 3, werden tankwagens beladen met gevaarlijke stoffen waaronder Mosstanol L, een mengsel van Ethanol en Isopropanol (UNI987), Ethyl 3 Ethoxy Propionaat (UN3272, CAS nr. 763-69-9) en Ethanol (UN1170, CAS nr. 64-17-5). Het beladen van de tankauto's vond plaats vanaf de bovenzijde door het geopende tankluik met slangen, welke vrij uitstroomden in de tanks. Bij het inhangen en uithalen van deze slangen en het beladen waren geen doelmatige maatregelen genomen om de blootstelling aan deze stoffen voor personen zoveel mogelijk te voorkomen. Ook is geconstateerd datde slangen na het laden werden weggehangen boven een uitiekgoot waarin alle aanwezige slangen uitlekten. De gebruikte vulslangen werden niet afgedopt. Achtergebleven producten konden vrij uitstromen en uitdampen. De laadplaats was niet voorzien van mechanische ventilatie en een systeem om vrijkomende dampen van deze stoffen af te vangen. Ethanol is een kankerverwekkende stof met een huidnotatie. Het gevaar van blootstelling van werknemers aan dampen en of spatten van gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen was niet zoveel mogelijk voorkomen of geminimaliseerd terwijl dit technisch wel mogelijk is. Per direct moeten doelmatige organisatorische maatregelen genomen worden om de kans op blootstelling van werknemers aan gevaarlijke en kankerverwekkende of mutagene stoffen of stoffen die vrijkomen tijdens het laadproces zoveel mogelijk te voorkomen. Deze maatregelen moeten van kracht blijven totdat de technische maatregelen geïmplementeerd zijn.
B-80
Hieronder een, niet limitatieve, lijst van organisatorische maatregelen: •verstrekken voorlichting en onderricht over de gevaaraspecten van de te verladen stoffen; •personeel op de laadplaatsen uitrusten met doelmatige apparatuur welke tijdig alarmeert; •uitdampen en vrijkomen van restproduct uit de laadslangen voorkomen; geen kankerverwekkende, toxische of mutagene stoffen verladen; veilige zone's aangeven; taakroulatie bedieningspersoneel; adequaat toezicht houden op naleving organisatorische maatregelen. Het laden van vrachtwagens geschiedt, via een tankluik aan de bovenzijde, met een slang. De laadslang is voorzien van een uitstroompijp van ca. 1 meter lang. De uitstroomopening wordt op generlei wijze afgesloten na gebruik. De slangen hangen in een S bocht en worden niet altijd leeggedrukt. De laadplaats kan maximaal 2 tankauto's tegelijk beladen. Hiervoor zijn er 2 boven elkaar gelegen bordessen geplaatst, met daarboven een dak. Het eerste bordes bevindt zich op gelijke hoogte met de top van het tankdak. Circa 2,3 meter daarboven bevindt zich het bordes waarop de Odfjell operators de slangen laten zakken (handmatig) en de toevoer afsluiters bedienen. Per laadlocatie hangen er circa 8 tot 10 slangen. Het is mogelijk om via één slang, na elkaar, verschillende producten te verladen. De slangen hangen vanaf de afsluiter in een S bocht aan een touw dat om de slangen is geknoopt is . Het open uiteinde (uitlooppijp) van de slang ligt in een verzamel opvanggoot.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
51 van 62
Nr.
Omschrijving
B-81
Voor het aan- en afkoppelen (slang in luik hangen /verwijderen) moet de chauffeur gebruik maken van een harnasgordel met valstop. Het gebruik van de op de tankauto aanwezige leuningwerk wordt door Odfjell niet toegestaan. Tijdens het aan en afkoppelen moet de chauffeur gebruik maken van de door Odfjell voorgeschreven PBM's (o.a. adembescherming) zoals deze staan vermeld op de Odfjell werkopdracht. Tijdens het laden blijft het tankluik geheel dan wel gedeeltelijk geopend. Vervolgens kan de Odfjell operator vanaf het tweede bordes het niveau in de tankauto inschatten en de toevoer op tijd dicht zetten. Deze operator staat dan circa 2,3 meter boven het product. De operators zijn niet op de hoogte van de gevaareigenschappen (zoals: lichter/zwaarder dan lucht, brandbaar, explosief van de producten welke zij verladen. Ook is er geen apparatuur aanwezig welke signaleert bij hoge concentraties aan stof (grenswaarde). Er is geen mechanische ventilatie/afzuiging aanwezig om eventuele vrijkomende dampen afte voeren naar een veilige omgeving. Opmerking: Wanneer de PBM code adembescherming voorschrijft tijdens het aan- en afkoppelen, dan geldt dit alleen voor de persoon (chauffeur) welke de laadslang met de uitstroomopening in de luikopening plaatst en niet voor de overige aanwezigen in de directe omgeving, op l e bordes en 2e bordes of op de begane grond. Op de weegbrug werden tijdens de inspectie 3 vrachtwagens beladen met de onderstaande producten met de navolgende door Odfjell verstrekte gegevens: Informatie Odfjell werkopdracht: Mosstanol L Vlampunt: 12 Gr C MAC waarde: 500 ppm Statisch oplaadbaar: Ja Odfjell PBM code: 2 Opmerking rapporteur: Mosstanol L is een mengsel van Ethanol en Isopropanol Informatie Odfjell werkopdracht: Ethyl 3 ethoxy propionaat UN stof nr: 3272 Vlampunt: 59 Gr C Dampspanning/20 Gr C: 2 mbar MAC waarde: 50 ppm Statisch oplaadbaar: Nee Odfjell PBM code: 2 Informatie Odfjell werkopdracht: Ethanol > 80% potable (kopie van documenten ontvangen) UN stof nr: 1170 Vlampunt 12 GrC Dampspanning/20 Gr C: 58,5 mbar MAC waarde: 50 ppm Statisch oplaadbaar: Nee Odfjell PBM code: 2
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
52 van 62
Nr.
Omschrijving
B-82
Het is de operators niet duidelijk of de weegbrug een zone indeling kent volgens ATEX. Gevaarsignalering bij de toegang tot de bordessen en de weegbrug ontbreekt. De Senior Terminal Superintendent van Odfjell heeft aangegeven aan dat voor zover bij hem bekend, de situatie op weegbrug 1 en de laadplaatsen 4, 6,7 8 en 9 vergelijkbaar is aan de situatie op weegbrug 3.
Onderwerp B-83
Van toepassing zijnde chemiekaarten: •Ethyl Tert Butyl Ether •Ethyl 3 ethoxy propionaat •Ethanol •Isopropanol Noodplan BRZO artikel 22 lid 2: Degene die een inrichting drijft draagt er zorg voor dat het intern noodplan tenminste eens per drie jaar wordt geëvalueerd, beproefd en zo nodig gewijzigd. ( ) BRZO artikel 22 lid 4: De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers, de bedrijfshulpverleners, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet, ( ) desgewenst kennis kunnen nemen van het intern noodplan. Het bedrijfsnoodplan is op de afdeling QHSE beschikbaar en dateert van 2012, de laatste wijziging is op 29 februari 2012 uitgevoerd. In bijlage 3 van het noodplan is een lijst opgenomen met bezitters van het noodplan. Indien er een update uitkomt, ontvangen alle bezitters van het noodplan een hardcopy en dienen zij de oude hardcopy in te leveren. Er wordt op deze manier geborgd dat alleen up-to-date versies van het noodplan in omloop zijn. Een uitzondering hierop is het noodplan dat de Gezamenlijke Brandweer in bezit heeft; dit is namelijk een versie waarvan geregistreerd staat dat dit een uncontrolled copy is. Odfjell kan niet aangeven waarom de GB een uncontrolled copy van het noodplan van Odfjell in bezit heeft.
B-84
B-85
Aanbeveling: uncontrolled copies van het noodplan zijn niet up-to-date, waardoor de gebruiker met verkeerde informatie kan gaan werken. Deze versies kunnen beter uit roulatie gehaald worden. BRZO bijlage II: In het veiligheidsbeheerssysteem, bedoeld in artikel 5, derde lid, komen aan de orde: lid b: De organisatie en de werknemers: de taken en verantwoordelijkheden van de werknemers die op alle organisatorische niveaus bij het beheersen van de risico's van zware ongevallen zijn betrokken, het onderkennen van de behoeften aan opleiding van die werknemers, de organisatie van die opleiding en de deelname daaraan door de werknemers en de in de inrichting werkzame werknemers van aannemers en onderaannemers; Derden/contractors die regelmatig werkzaamheden uitvoeren bij Odfjell ontvangen verplicht een veiligheidsinstructie. Deze instructie wordt om de drie maanden door Odfjell georganiseerd. De afdeling QHSE overlegt met de afdeling HR wie de instructie moet volgen en welke onderwerpen behandeld moeten worden. In het noodplan is per soort scenario vastgelegd welke functionarissen welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden hebben. In de bijbehorende opleidingsmatrix is vastgelegd welke functionaris bepaalde opleidingen en trainingen gevolgd moet hebben om de taken tijdens calamiteiten goed te kunnen uitvoeren. Er vindt momenteel een verbeterslag plaats om de registraties van opleidingen en trainingen beter vast te leggen en te kunnen monitoren.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
53 van 62
Nr.
Omschrijving
B-86
De chauffeurs van het brandweervoertuig volgen jaarlijks een test die door een externe instructeur wordt afgenomen. Deze test is voor alle chauffeurs verplicht. Tijdens oefeningen worden de checklijsten gebruikt welke als bijlage in het noodplan zijn opgenomen. Ook zijn er voor veel scenario's pre-fireplans beschikbaar waarin alle belangrijke informatie staat die voor inzetten belangrijk zijn. Dit betreft o.a. brand en spills op de verschillende installaties op het terrein. Momenteel wordt gewerkt om de laatste paar pre-fireplans op te stellen. Deze plannen zijn op het brandweervoertuig beschikbaar en op kantoor. Alle geplande bedrijfsbrandweeroefeningen in 2011 zijn uitgevoerd conform planning. De verslagen van de oefeningen zijn beschikbaar. Hierop zijn de leerpunten aangegeven. De medewerkers van de afdeling QHSE zorgen voor opvolging van de leerpunten. Dit betreft meestal het aanpassen van bepaalde voorzieningen of het veranderen van het opleidings- en trainingsprogramma. BRZO artikel 21: Degene die een inrichting drijft, houdt een bijgewerkte lijst van in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen bij en zorgt er voor dat deze lijst door een ieder kan worden geraadpleegd. Indien krachtens artikel 19.3 van de Wet milieubeheer een tweede tekst van het veiligheidsrapport is overgelegd waar uit de beschrijving van de stoffen ingevolge Bijlage III, eerste lid, onderdeel j , stoffen zijn weggelaten, blijft vermelding van die stoffen op de lijst, bedoeld in de eerste zin, achterwege.
B-87
B-88
Onderwerp B-89
In bijlage 23 van het noodplan is een instructie opgenomen hoe een actuele stoffenlijst geproduceerd kan worden. Via de voorraadadministratie wordt uit het terminalmanagementsysteem een actuele lijst uitgedraaid waarop alle noodzakelijke en verplichte gegevens vermeld staan. Omdat de controle kamer 24/7 bemand is, is het altijd mogelijk om deze lijst uit te draaien. Brandveiligheid - Blusvoorzieningen Algemene bepaling artikel 2.2: ( ) Bij onderhoudswerkzaamheden of andere incidentele buiten bedrijfsstelling is vervangend, gelijkwaardig materiaal aanwezig." Melding 9 februari 2012: Hierin meldt Odfjell: "Schuimblusleiding naar tank 600 is gesprongen." Als gelijkwaardige oplossing geeft het bedrijf aan: "2 x 5 lengtes 3"-slang gelabeld vanaf brandscherm naar schuimleiding aangekoppeld via broekstuk en Storz koppeling aan schuimleiding." (letterlijke tekst van de melding) De getroffen maatregelen blijken bij een controle ter plaatse onvoldoende. De reden hiervoor is dat er gebruik wordt gemaakt van een te kleine diameter aansluitkoppeling op het schuimblussysteem van de tank (3" in plaats van de bevroren 4"-leiding). Hierdoor wordt de opbrengst van het schuimblussysteem beperkt, waardoor een blussing waarschijnlijk niet voldoende effectief kan worden uitgevoerd. Odfjell is door de medewerker van de VRR verplicht om alsnog een 4" aansluiting te realiseren, hetgeen dezelfde dag is uitgevoerd.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
54 van 62
Nr.
Omschrijving
B-90
Algemene bepaling artikel 2.2: ( ) Bij onderhoudswerkzaamheden of andere incidentele buiten bedrijfsstelling is vervangend, gelijkwaardig materiaal aanwezig." Melding tijdelijke wijziging bedrijfsbrandweervoorziningen op 28 februari 2012: Hierin meldt Odfjell: "Tgv het terugplaatsen van een overstortklep in het brandwaternet kunnen de brandwaterdiesels van OTR niet bijspringen in geval van een calamiteit waardoor er geen druk op het brandwaternet van OTR is." Als gelijkwaardige oplossing geeft het bedrijf aan: "LBC (Buurbedrijf) staat standby om in geval van een calamiteit haar brandwaterdiesels te starten, waarna via een by-pass (met afsluiter) het brandwaternet van OTR gevoed wordt. Tijdens de reparatie staat er een brandwacht met portofoon bij de by-pass afsluiter zodat deze in geval van een calamiteit direct geopend kan worden." (letterlijke tekst van de melding) Voor deze tijdelijke wijziging, die tot gevolg heeft dat er een veiligheidssysteem buiten gebruik genomen wordt, is door Odfjell geen MOC-procedure gevolgd. De gelijkwaardige maatregelen die OTR heeft genomen zijn onvoldoende, omdat er op het brandwaternet onder meer verschillende sprinkler- en schuimblusinstallates zijn aangesloten. Voorbeelden hiervan zijn: de sprinklerinstallatie van de PID, de schuimblusinstalatie van tankput 10, alsmede de schuimblus- en sprinklerinstallatie van steiger 10. Deze systemen worden (semi)automatisch geactiveerd en hebben direct voldoende water nodig om goed te functioneren. Het stand-by houden van de pompen van het buurbedrijf die bij een calamiteit nog gestart moeten worden en het plaatsen van een brandwacht die handmatig een 12" schuifafsluiter moet openen is hierbij geen gelijkwaardige oplossing. Door het late tijdstip van de melding (verstuurd om 11.13 uur, terwijl de werkzaamheden reeds om 11.00 uur aanvingen) was er voor de overheidsdiensten geen gelegenheid meer om in te grijpen.
B-91
Actie bedrijf: 1: Odfjell dient voorzienbare en planbare werkzaamheden tijdig te melden aan het Bevoegd Gezag. 2: Odfjell dient een MOC-procedure te doorlopen bij tijdelijke wijzigingen van de bedrijfsbrandweervoorzieningen die de Algemene bepaling artikel 2.2: ( ) Bij onderhoudswerkzaamheden of andere incidentele buiten bedrijfsstelling is vervangend, gelijkwaardig materiaal aanwezig." Melding 2 maart 2012: Hierin meldt Odfjell: "In de (op de tekening groene) brandwaterieiding op steiger 6 zit een gaatje en is lek. Dit gaatje zit net in een bocht, zodat een noodvoorziening niet voldoende afdicht. Deze leiding is bij de oploop van steiger 6 dichtgezet." Als gelijkwaardige oplossing geeft het bedrijf aan: "Aan de brandwateraansluiting van steiger 7 buitenzijde is een 3"-slang met een verdeelstuk gekoppeld (i.v.m. een vrije aansluiting steiger 7) Vanaf dit verdeelstuk is een 3"-slang -leeg- gelegd tot aan het begin van het koppelmanifold steiger 6 met daaraan een verdeelstuk. Door een medewerker van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is er telefonisch contact opgenomen met de coördinator brandweerzaken van Odfjell. Hierbij bleek dat de leiding waarbij de lekkage werd geconstateerd, een 4"-leiding betrot Als gelijkwaardige oplossing werd een 3"-slang gelegd, die een veel lagere doorstroomcapaciteit heeft als de 4"-slang. Met de functionaris van Odfjell is daarop afgesproken dat er een 4"-slang zou worden aangelegd die continu onder druk stoncl. De uitvoering hiervan is enige uren later per mail bevestigd.
Odfjell Terminals Rotterdam bv 2012
55 van 62
Nr.
Omschrijving
B-92
In vrijwel alle tankputten stonden de aftapafsluiters van de koelwater- en schuimblusleidingen bij de tanks open. Dit betreft 1/2"-afsluiters. Bij activatie van het betreffende systeem ontstaat (al naar gelang van het systeem dat wordt geactiveerd) een water of pre-mix straal die onder grote druk op de tankterp spuit. Hierdoor kan de integriteit van deze tankterp worden aangetast. Daarnaast levert deze straal een aanzienlijk drukverlies op waardoor de totale opbrengst van het betreffende systeem wordt verminderd. Op 4 januari 2012 heeft de coördinator brandweerzaken een mail gestuurd aan de afdeling maintenance, die verantwoordelijk is voor de koelwater- en schuimblussystemen, dat deze afsluiters gesloten dienen te worden. Dit is door de afdeling maintenance niet uitgevoerd. Tijdens de inspectie op 6 maart is er door het inspectieteam een opmerking gemaakt. Op 7 maart is geconstateerd dat inmiddels alle afsluiters waren dichtgezet.
B-93
B-94
B-95
B-96
Actie bedrijf: Odfjell dient ervoor te zorgen dat de aftapafsluiters van de koel- en (schuim)blusleidingen in de tankputten te allen tijde gesloten zijn. Uit de bevriezing van de schuimblusleiding van tank 600 is gebleken dat de koel- en (schuim)blusleidingen in de tankputten niet op alle plaatsen voldoende afschot hebben om op het laagstgelegen aftappunt te worden afgetapt. Hierdoor kan door bevriezing de leiding volledig of gedeeltelijk worden geblokkeerd, waardoor de koeling of blussing niet (volledig) kan plaatsvinden. Actie bedrijt Odfjell dient te inventariseren op welke plaatsen er sprake is van onvoldoende afschot. Daar waar er te weinig afschot is moet het bedrijf passende maatregelen nemen om dit te herstellen zodat de leidingen volledig kunnen worden afgetapt. Koelwater- en schuimblusleidingen zijn op verscheidene plaatsen onvoldoende ondersteund, waardoor bij activatie van het koel- of schuimblussysteem het risico ontstaat dat de leiding door waterslag dusdanig beweegt dat deze afbreekt of van de steunen afvalt. Odfjell dient te inventariseren op welke plaatsen de leidingondersteuning onvoldoende is en dit aan te passen. In verschillende tankputten (o.a. tankput 14) worden de koelwater- en schuimblusleidingen ondersteund door stalen (steiger)pijpconstructies. Deze constructies zijn niet beschermd tegen bezwijken door fireproofing. Hierdoor bestaat het risico dat de pijpconstructies hun stevigheid verliezen en instorten bij een tankputbrand, waardeerde koel- en schuimblusleidingen kunnen afbreken onder hun eigen gewicht. Actie bedrijt Odfjell dient na te gaan of de bestaande leidingondersteuning in de tankputten voldoende stevig is om het gewicht van de koel- en (schuim)blusleidingen, inclusief inhoud, te kunnen blijven dragen tijdens een tankputbrand gedurende de periode waarin de koel- en (schuim)blussystemen minimaal operationeel dienen te blijven. Bij tank 519 ontbrak de aftapafsluiter in de koelleiding nabij de tank. Hierdoor kon de koelwaterleiding niet worden afgetapt bij vorstgevaar. Bij navraag bleek dat de tank recentelijk geheel was overhaald, maar dat men daarbij was vergeten om een nieuwe aftapafsluiter te plaatsen. Odfjell dient in het plan van aanpak voor het overhalen van een tank ook rekening te houden met het eventueel vervangen of bijplaatsen van de aftapafsluiters, indien noodzakelijk.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
56 van 62
Nr.
Omschrijving
B-97
Algemene bepaling artikel 2.2: "De incidentbestrijdingsmiddelen zijn bedrijfszeker, voor onmiddellijk gebruik gereed en goed bereikbaar. ( ) Tijdens de livetest van de koeling van tankput 03 op 22 maart 2012 was de grondafsluiter niet door één persoon, zonder gebruik te maken van hulpmiddelen, te openen. Er waren twee medewerkers van Odfjell nodig die een wringijzer gebruikten om de afsluiter te openen. Doordat de grondafsluiter niet door één persoon en zonder hulpmiddelen te openen was, was deze niet bedrijfszeker en voor onmiddellijk gebruik gereed.
B-98
Actie bedrijf: Odfjell dient ervoor zorg te dragen dat de grondafsluiter van het koelwatersysteem van tankput 3 zonder hulpmiddelen door één persoon te openen is. Algemene bepaling artikel 2.2: "De incidentbestrijdingsmiddelen zijn bedrijfszeker, voor onmiddellijk gebruik gereed en goed bereikbaar. ( ) Door medewerkers van Odfjell is aangegeven dat de koelsystemen niet jaarlijks worden getest. Bij een livetest van tank 516 op 7 maart 2012 sprong er een pakking tussen de flenzen van de koelleiding. Tevens is tijdens de livetest op 22 maart van de gehele tankput 03 gebleken dat niet alle tanks volledig rondom gekoeld worden. Door het niet jaarlijks testen van de koelsystemen op de tanks kan niet worden aangetoond dat deze koelsystemen voor onmiddellijk gebruik gereed en bedrijfszeker zijn.
B-99
Actie bedrijf: Odfjell dient de koelwatersystemen jaarlijks live te testen. Algemene bepaling artikel 2.9: "De stationaire blusinstallaties zijn in goede staat en voor direct gebruik gereed. De stationaire blusinstallaties worden eenmaal per jaar getest tenzij de installatie is gecertificeerd. De installatie wordt tijdens de test zoveel mogelijk in gebruik gesteld. ( ) Indien bepaalde onderdelen uit praktische overwegingen niet getest kunnen worden, zal dat onderdeel geïnspecteerd worden. Gecertificeerde installaties hebben een geldig certificaat. ( ) Odfjell heeft in 2009 een verzoek ingediend bij de VRR om de stationaire installaties indirect te mogen testen. Dit verzoek is destijds door de VRR afgewezen, hierdoor blijft de verplichting bestaan om jaarlijks een livetest uit te voeren. De stationaire blusinstallaties worden volgens de geïnterviewden door Odfjell niet jaarlijks live getest op de goede werking. Odfjell dient een plan van aanpak op te stellen waarin alle stationaire blusinstallaties live worden getest. In dit plan moeten data worden vermeld waarop specifieke stationaire blusinstallaties worden getest. Het plan moet worden ingediend bij de VRR (bevoegd gezag Wet Veiligheidsregio's).
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2012
57 van 62
Nr.
Omschrijving
B-100
Algemene Bepaling artikel 5.1: "De inrichting beschikt over een bluswatervoorziening zoals omschreven in de op dat moment voor de inrichting geldende vergunning Wet Milieubeheer." De onderhoudsrapporten van pomp 2 (serienummer 52045) van de jaren 2009, 2010 en 2011 zijn door het inspectieteam opgevraagd en ingezien. Door middel van de capaciteitsmetingen na het jaarlijks onderhoud en de registratie hiervan in de jaren 2010 en 2011 kan niet worden aangetoond dat de opbrengst voldoende is. Door de wijze van meten en registreren kan niet worden aangetoond dat Odfjell beschikt over een bluswatervoorziening zoals omschreven in de voor de inrichting geldende vergunning Wet Milieubeheer. Odfjell heeft het jaarlijks onderhoud van de brandwaterpompen uitbesteed aan Nijhuis Services. Ten aanzien van de rapportages zijn de volgende zaken opgemerkt: - De rapporten zijn niet correct gedateerd (o.a. verkeerde jaartallen en projectnummers) - De meetmethoden van de pompopbrengst zijn in drie achtereenvolgende jaren steeds op een andere manier uitgevoerci, waardoor het niet mogelijk is om de resultaten te vergelijken en veranderingen in capaciteit waar te nemen. De afwijkende meetmethoden zijn uitgevoerd in opdracht van de technische dienst van Odfjell.
B-101
Odfjell dient een eenduidige rapportage van het jaarlijks pomponderhoud aan te leggen, waarbij gegevens vergeleken kunnen worden om op deze wijze veranderingen in de opbrengst van de pompen te kunnen monitoren. Het verdient hierbij aanbeveling om de -in de branche gebruikelijke- Q-h kromme te gebruiken als weergave van de pompprestaties. Algemene bepaling artikel 2.7: "Alle motorisch aangedreven onderdelen van de incidentbestrijdingsmiddelen worden wekelijks getest. De uitkomst van deze testen wordt bijgeschreven in het journaal inzake de bedrijfsbrandweer of in een onderhoudsboekje, welke is opgeborgen in of aan het incidentbestrijdingsmiddel." Voor de wekelijkse- en driemaandelijkse testen zijn geen goed- of afkeurcriteria vastgesteld waarbij kan worden aangegeven of de middelen hieraan voldoen. Er is geen range meetwaardes vermeld. De instructies voor de uitvoerende medewerker betreffen alleen de fysieke handelingen die verricht moeten worden om de daadwerkelijke test uit te voeren. Op deze wijze kan de betrouwbaarheid van de incidentbestrijdingsmiddelen niet worden vastgesteld. De registratie van de uitkomst van de in de algemene bepaling 2.7 bedoelde testen is onvoldoende om vast te stellen of het betreffende middel nog voor direct gebruik gereed is. Actie bedrijt Odfjell dient duidelijke criteria vast te stellen waarbinnen de wekelijkse- en driemaandelijkse testen moeten vallen.
Odfjell Temninals Rotterdam bv 2012
58 van 62
Nr.
Omschrijving
B-102
In 2009 heeft Odfjell aan het einde van een handhavingstraject, dat het Bevoegd Gezag samen met de VRR heeft ingezet, een Masterplan ingediend om de brandschermen gefaseerd aan te passen of te verplaatsen zodat de aankoppelpunten van de schuimblusleidingen buiten de 3 kW-contouren komen te liggen. In het masterplan heeft Odfjell vastgelegd dat er in 2009 één brandscherm aangepast zou zijn, in 2010 drie en in 2011 nog eens drie. Vervolgens worden ieder jaar drie schermen aangepast, totdat de 41 brandschermen gedaan zijn. Dit masterplan is door het Bevoegd Gezag goedgekeurd middels een schrijven, kenmerk 20975669/265600 d.d. 26 november 2009. Tijdens de controle op 22 maart 2012 is door een medewerker Industriële Veiligheid van de VRR gevraagd naar de voortgang van deze aanpassingen. Door een functionaris van Odfjell is aangegeven dat er niet één scherm is aangepast. Bovenstaande informatie is voor de VRR aanleiding om het Bevoegd Gezag te adviseren handhaving in te zetten.
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
59 van 62
Bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Al B Bg Brw Brzo 1999 LAT Rb LOC LOD MOC MRA NIM O Pbzo QRA Rrzo 1999 VBS VR Wabo Wm Wvo Wvr
Arbeidsinspectie Bevinding Bevoegd gezag Brandweer Besluit risico's zware ongevallen 1999 Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing bedrijven Loss of Containment Line of Defence Management of change Milieu risico analyse Nieuwe inspectiemethodiek Overtreding Preventiebeleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Regeling risico's zware ongevallen 1999 Veiligheidsbeheerssysteem Veiligheidsrapport Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren Wet veiligheidsregio's
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
60 van 62
Bijlage 2: Reviewdocumenten Tijdens de inspectie zijn de volgende documenten ingezien: Nr 1
Titel Inspectie en onderhoud inwendig drijvend daken.
2
Actuele stoffenlijst
3
RBI-rapporten m.b.t. inwendig drijvend daken
4
Activityreport 2012, d.d. 6 maart 2012
5
Activityreport 2013, d.d. 6 maart 2012
6
Inspectie- en revisie status Vacuum Druk ventielen
7
Resistentielijst inwendig drijvend daken HMT
8
Diverse RBl-studies
9
Procedures inspectie en onderhoud Vacuum Druk ventielen
10
23
Explosieveiligheidsdocument PID van 30 november 2010 Explosieveiligheidsdocument PID van 30 november 2010 Gevarenzone indelingsrapport PID van 27 november 2008 Gevarenzone indelingsrapport PID van 27 november 2008 en addendum Gevarenzone indeling PID van 5 november 2008 Procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro-0812 Procedure Inspectie en Onderhoud PID; Pro-0812 en Onderhoud / inspectieplan pompen PID (vaste locatie) Onderhoud / inspectieplan mobiele pompen PID (voorpompbakken) Onderhoud / Inspectieplan losse pompen (labourpompen) Atex beoordelingslijst overzicht pompen en compressors Atex beoordelingslijst overzicht pompen en compressors Atex plan van aanpak status 29-03-2011 Atex plan van aanpak status 29-03-2011 Productenoverzicht PID Productenoverzicht PID voeding, bodem en top Spanningsvrij verklaring van 15-12-2011 circulatiepomp pp 504 A Spanningsvrij verklaring van 15-12-2011 circulatiepomp pp 504 A Ignition Hazard Assessments (PID) van 30 september 2008 Dossier explosieveiligheid t.b.v. Ignition Hazard Assessments (PID) van 30 september 2008 opgesteld door Tebodin. Gevarenzone Indeling Terminal Document 3187001, rev. G, 17 mei 2010 Terminal: Zoneringstekening, Overzicht area classificatie Tekening 002021, blad 0001 rev H Areaclassificatie Steiger 06 Tekening 002021, blad 0056, rev A P&ID drainbak T-001 steiger 06 Uncontrolled copy, geen tekeningnummer vermeld Specifieke Ignition Hazard Assessment zone 0 en 1 apparatuur Document 3312160, rev A van 29 september 2008 Fax Tijdelijke wijziging bedrijfsbrandweervoorzieningen d.d. 9-02-2012
24
Fax Tijdelijke wijziging bedrijfsbrandweervoorzieningen d.d. 28-02-2012
11 12
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Odfjell Tenninals Rotterdam bv 2012
61 van 62
Nr
Titel
25
Fax Tijdelijke wijziging bedrijfsbrandweervoorzieningen d.d. 2-03-2012
26
Activity report 2012, d.d. 7 maart 2012
27
Activity report 2013, d.d. 7 maart 2012
28
Beantwoording vragen omtrent RBI, kenmerk 12-005/RZA/asc, 28 maart 2012
29
Onstream en Offstream overzicht opslagtanks, 23 maart 2012
30
Onstream en Offstream overzicht opslagtanks, 28 maart 2012
31
RBI Handbook Odfjell Terminals Rotterdam, d.d. 8 february 2012
32
Project Plan Rapicement Tank pit 09A, 24 February 2012
33
Tankfarm overview, Tankput 9A, d.d. 13 maart 2012
34
EEMUA 159 RBI study. Tanks 548, 546, 623, 739, 603, 902
35
Inventory listing, d.d. 6 maart 2012
36
digitale documenten onderhoudssysteem
Odfiell Terminals Rotterdam bv 2012
62 van 62