Week 1: Categorie 11c: woorden met een stomme e vooraan (gevangen) In woorden die beginnen met ge-, be-, me-,te-, ver- hoor je een u vooraan maar je schrijft een e gedragen gedichten verboden beloven vergeten behalen
verdachte gevangen ingezeept behang bezorgen verstand
verhaaltjes terug gebakken mezelf verstand gebouwd
beneden verdacht bezorgd bewerken beloning
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën wormpje kraaien nieuw
bezem schreeuwt fraai
Week 2: Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. brutale apen balen helemaal horen strepen
even avond spreken blozen kleren
oranje steden zweven betekenis duwen
bladen schuren woning molens
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën strand moeite bloesem verhaaltjes tafeltje schreeuw kleuters geiten Week 3: Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. rebus humor namens broden
bodempje serie toneel
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën zich slecht gedichten verhaaltjes mooie
ringen hondje bloed markt peuters
heuvel vaart schreeuwen meisje kleine
snoeien dokter nichtje nieuws sneeuw
Week 4: Dictee Week 5: Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. gestolen kopen buren bomen betalen
tafel streken draden vragen verlaten
schaduw stralen gevaren speren borduren
scharen vrede schreven
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën recht verlaten
vleugels bestuurd
schaduw strooien
Week 6: Categorie 15: Lange klank aan het eind van een woord. (zebra) Hoor je aan het einde van een woord aa, oo, uu, dan schrijf je a, o, u. Hoor je een ee, dan schrijf je er twee. foto oma zee hierna hoera
ziezo tree vee bijna tempo
opa
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën strand zand honderd beleefd gesproeid
nieuwe klompje nachtje korf zusje
kleding mevrouw meeuwtje paardje begroeien
gemaaid geeuwen vlooien gerucht
Week 7: Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep. (torren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers. liggen korrels knikkers katten krabben
sneller plannen stoppen padden vlekken
gewassen jullie akker grotten dappere
dubbel
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën auto nieuwtjes tegeltjes
schema jeugd beroemd
broodjes
Week 8: Dictee Week 9: Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep. (torren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers. vissen rotte appels dikke witte
sokken leggen pudding bukken helling
lotto brommer beginnen strakke schrobben
helling alles
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën helm koning verhaal
donker sla gekocht
zwaluw terecht gloeiend
nieuws molentje auto
Week 10: Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. verzopen lagen peren dragen veger
even verdelen reden leken boter
spelen dopen betalen veren zonen
bevroren lagen kopen scharen verdelen
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers. doppen stallen
verre roddel
gappen hakken
liggen schubben
Week 11: Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën vijver tafel behang hoera gratis
nu verdriet vla gevaar slee
verband gezond berg kachel bijna
treintje beroemd gegroeid la gemiddeld
gewacht zachtjes spreeuw bochtjes benieuwd
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. hekel schotel boven Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers. wekker klodder boffen Week 12: Dictee
Week 13: Categorie 13b: Ingewikkelde verkleinwoorden (spinnetje) vennetje prulletje bruggetje autootje kettinkje
paadje ringetje holletje sluitinkje omaatje
parapluutje stelletje ballonnetje dingetje scheepje
puddinkje hellinkje
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën bravo schutting vodden
kassa straling puree
Week 14: Categorie 17: samengestelde woorden (zwembroek) kleurdoos postzegels melkfles trouwring broeikas
vrieskou gifslang inktvlek sportschoen kantlijn
vluchtstrook
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën blaadjes kikkers ontdekken opplakken zodra
schillen hoezo buurvrouw vergooid hallo
padden
Week 15: Categorie 17: samengestelde woorden stripboek jaszak zandbak schoonmaak afwassen huissleutel
schiettent postzegels muisstil sneeuwwit soepbord
opbellen postbode inpakken achttien opplakken
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën kassa bestelling wormpje lotto
geweld straling mevrouw olievaatje
komma versturen buurvrouw velletje
ziezo schitterend razendsnel
Week 16: Dictee Week 17: Categorie 5: Woorden met een ei, woorden met een au. (geit) Je kunt niet horen met welke ij/ei of ou/au je een woord moet schrijven. Die woorden moet je onthouden. slasaus meisjes weiland schrijffout sneltrein
kleinkind rauwkost breinaald schoolplein kauwgom
autobussen klauwhamer pindasaus schrijffouten
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën lekker slagbal sleuteltje voordeur voetballen
mannetje vierkant afvegen grasveld tonnetje
afval
Week 18: Categorie 18: s of z, f of v (golf – golven) Als je een wooord dat eindigt op een f of s langer maakt, dan wordt de f vaak een v en de s een z. laarzen erf ganzen duiven halzen
wezen pels pelzen glazen paleizen
bedrijven lenzen kloven rozen wolven
druiven brieven durven
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën breinaald stripboek modder wasteil
hoofddoek geweren spinnetje
Week 19: Categorie 18: s of z, f of v (golf – golven) Als je een woord dat eindigt op een f of s langer maakt, dan wordt de f vaak een v en de s een z. verbazen schrijven schoven blozen bedolven
proeven geloven muizen
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën schrokken besturen gummetje flessen
schilletje vrachtauto handschoen leesbeurt
schatting nieuwjaar bedtijd schrikken
scherpe voordeur gestuurd
Week 20: Dictee Week 21: Categorie werkwoorden (stam) Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ik-vorm. Behalve -en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. Werkwoord
ik-vorm (=stam)
zijn vragen bloeden vinden rijden schelden schaken zetten durven afdrogen verliezen meezingen zweten vinden stuiven
ik ben ik vraag ik bloed ik vind ik rijd ik scheld ik schaak ik zet ik durf ik droog af ik verlies ik zing mee ik zweet ik vind ik stuif
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën bonzen zeilboten slasaus
spikkeltjes jaszak gedroomd
huissleutel kannetje druiven
holletje rechtdoor
Week 22: Categorie 19: Woorden op –ig (dertig) Als je aan het eind van een meerlettergrepig woord –ug hoort, dan schijf je –ig. ernstig keurig stevig raadselachtig moedig
akelige gezellig jarig potig nevelig
hobbelig heilig haastig aardig giftig
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën druiventaart spinnetje holletje niemand stukken
seinpaal rauwkost wolven juffrouw mannetje
hitte vanmiddag laatste beloven begraven
gewassen sleepboot
Week 23: Categorie 20: Woorden op –lijk (heerlijk) Als je aan het eind van een meerlettergrepig woord woord –luk hoort, dan schrijf je –lijk. heerlijk wekelijks tijdelijk belachelijk plaatselijk
gemakkelijk onmiddellijk meesterlijk olijk huwelijk
eerlijk lelijk mogelijk wettelijk duidelijk
vriendelijk dodelijk opzettelijk werkelijk
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën sauskom begraven gewassen ontdooien tafella Week 24: Dictee
tomaten mevrouw schrobben oma sommige
inbraak sommige weggetje bericht reisleider
Week 25: Categorie 21: Meervoud van woorden met een lange klank achteraan (opa’s) Bij woorden die in het meervoud een s krijgen, komt er na een lange klinker ‘s, behalve bij de ee. kilo’s ’s zaterdags banjo’s pasfoto’s ’s maandags
paraplu’s dictees lasso’s auto’s menu’s
kassa’s pagina’s
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën raven molletjes herfstblaadje onmogelijk Hollandse
postduiven roodborstje dagelijks postbodes jachtgeweer
dadelijk modderig ademloos breiwerk schandalig
gemakkelijk
Week 26: Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. dagelijks telefoon beloning student stoven
basis scholen taken kroket problemen
schrapen beloning beter water
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers. willen sommen oplossen opbellen afvallen
frisse tennissen verwarring klassiek allebei
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën programma’s redelijk komma’s rillerig kwalijk
allebei stevig afvallen oma moeilijke
akelig vriendelijk zakkam neuzen droevig
Week 27: Categorie 22: De i heet ie. (dirigent) Woorden met een i in plaats van ie. Deze woorden moet je onthouden. piloot rivieren limonade minirokje prima
sirene ministerie diploma eskimo televisie
familie kilo klarinet gitaar spinazie
violist uniform
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën gemakkelijk bedrijven voorzichtig
wedstrijd ’s winters opbellen
sommen oplossen drijven
postbode
Week 28: Dictee Week 29: Categorie 22: De i heet ie. (dirigent) Woorden met een i in plaats van ie. Deze woorden moet je onthouden. muzikale olifanten idee minuten sigaret
etiket kapitein pistolen gitaar
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën jongetje vriendje belachelijk poezen plezierig
grijze slurven brandweer ’s morgens heerlijk
drama’s mogelijk verbazen droevig eigenlijk
beginnen
Week 30: Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. zeven spelen grote tomatensaus beloning Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren) Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers. spelletje uitrukken gelukkig arriveren gemiddeld
sigaretten bestellen arriveren lekke stekker
Categorie 22: De i heet ie. (dirigent) Woorden met een i in plaats van ie. Deze woorden moet je onthouden. spaghetti familie klimaten marine pagina
piloten artikel olifanten kilo kilometer
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën moeilij k bokkig blozen
kano’s sleepboot ‘s zondags
Week 31: Categorie werkwoorden (stam) Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ik-vorm. Behalve -en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. Werkwoord
ik-vorm (=stam)
gaan staan doen kunnen blaffen
ik ga ik sta ik doe ik kan ik blaf
springen zweven blazen schrikken geloven
ik spring ik zweef ik blaas ik schrik ik geloof
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën figuren negentig klarinet tegelijk piano’s Week 32: Dictee
biggetje duizend vervangen ’s morgens heerlijk
geboord duidelijk plezierig stamppot gelukkig lama’s programma’s postzegels