BRUberichten
nummer
54 maart 2008
◆
Impressie themabijeenkomst
◆
Geen zak geld, maar gerichte inzet van kennis en capaciteit
◆
A12 SALTO: Regionale samenwerking vraagt politieke durf
◆
Het OV in een hogere versnelling
◆
Werkbezoek tramhaltes cameratoezicht
Themabijeenkomst Op 30 januari hield Bestuur Regio Utrecht een themabijeenkomst. Ditmaal waren de bijna vijftig raadsleden en collegeleden te gast in het kantoor van de stadsregio zelf. De heer Wolfsen gaf acte de presence als nieuwe regiovoorzitter. Hij werd ingeleid door secretaris-directeur Hanneke van Geuns. Zij nam de vertegenwoordigers uit de negen gemeenten mee in de voortgang van de Regionale Agenda 2007 – 2010.
2
30 januari 2008 Doel van de themabijeenkomsten is raadsleden en collegeleden betrekken bij belangrijke ontwikkelingen uit de regionale agenda. Deze keer gingen de bijna vijftig deelnemers, gelijkelijk verdeeld over twee themagroepen, met elkaar in gesprek over de voortgang van de NV Utrecht en de regionale ambities voor het openbaar vervoer. De themagroepen werden ingeleid door de verantwoordelijke regiobestuurders. Zij gaven inzicht in actuele ontwikkelingen en toetsten ideeën aan de deelnemers. Na de plenaire terugkoppeling, maakten de deelnemers gebruik van de gelegenheid om in een ontspannen sfeer met elkaar van gedachten te wisselen, tijdens het dinerbuffet. Een uitgebreide impressie van de themabijeenkomst leest u op de website: www.regioutrecht.nl. Op de website is eveneens een inhoudelijk verslag beschikbaar van de bespreking in beide themagroepen. Deelnemers hebben dit verslag per e-mail toegezonden gekregen.
Meer informatie: Regie Bouma,
[email protected], 030- 286 25 79
Nieuwe voorzitter Bestuur Regio Utrecht De heer Aleid Wolfsen, voormalig rechter en tweedekamerlid, is sinds 1 januari burgemeester van Utrecht en voorzitter van het dagelijks bestuur van Bestuur Regio Utrecht. Tijdens de themabijeenkomst die de stadsregio op 30 januari organiseerde stelde hij zich voor aan de raadsleden en collegeleden van de negen BRU-gemeenten. Hij gaf meteen blijk van zijn betrokkenheid en gevoel voor regionale verhoudingen. Wie hem toch vooral ziet als burgemeester van Utrecht, krijgt als tegenwicht geboden: “Ik hecht aan gemeentelijke samenwerking. De stad heeft de omliggende gemeenten nodig. Spanning zit er altijd in, maar we moeten elkaar helpen waar dat nodig is. Daarvan ben ik me bewust.” Zijn hartenkreet is om niet te vaak over structuren te spreken, maar de tijd en energie te richten op waar het werkelijk om gaat: hoe belangrijke zaken (als wonen en openbaar vervoer) goed van de grond te krijgen als regio. De heer Wolfsen wil graag aan de slag en hoopt op een prettige samenwerking. In een van de volgende uitgaven van BRU-Berichten vragen we Aleid Wolfsen naar zijn visie op regionale samenwerking.
Meer informatie: Hanneke van Geuns
[email protected] 030-286 25 01 3
Actieprogramma Woningbouw
Geen zak geld, maar gerichte inzet Om vóór 2010 zoveel mogelijk woningen te realiseren, ondersteunt Bestuur Regio Utrecht gemeenten bij projecten die versneld opgepakt kunnen worden. Op die manier haalt de regio alles uit de kast om zo dicht mogelijk bij de afgesproken doelstellingen (ca. 24.000 woningen) te komen. De inventarisatie van kansrijke projecten en de daadwerkelijke behoefte is afgerond. Nu is het zaak dat voor het eind van dit jaar de schop in de grond gaat.
Een eerste inventarisatie leverde een lijst op met 34 projecten. Hiervan bleven 21 projecten over, die samen goed zijn voor zo’n 1700 woningen. Ralph Kohlmann, beleidsmedewerker RO van Bestuur Regio Utrecht: “Van die 21 zijn er negen projecten waar we direct mee aan de slag kunnen. Voor de overige twaalf vinden we de kosten nog te hoog gelet op het aantal woningen dat ermee gerealiseerd wordt. Daarover zijn we nog in gesprek.” Deze vorm van ondersteuning is nieuw voor de stadsregio. Ralph Kohlmann omschrijft. “Nu helpen we gemeenten ook echt met het opsporen van kansrijke projecten en bieden we ondersteuning bij het opstarten ervan. Daarbij gaat het vooral om planologische en juridische ondersteuning. Die steun bestaat niet uit een zak geld, maar uit daadwerkelijke inzet van kennis en menskracht.”
4
van kennis en capaciteit Kennis en capaciteit
Aanjagen en afstemmen
Bestuur Regio Utrecht schakelde Carol Korringa in als programmamanager voor het Actieprogramma Woningbouw. Zij is als strategisch adviseur Ruimtelijke Ordening verbonden aan advies- en ingenieursbureau DHV. Eind vorig jaar maakte zij een ronde langs de gemeenten. “Daarbij heb ik gekeken wat er nodig is en vanaf januari zoek ik de juiste mensen voor de juiste plek. In veel gevallen is de capaciteit het probleem. Met name projectleiding, toetsing en doorrekening zijn grote knelpunten. We bouwen nu een pool op waaruit we kennis en capaciteit kunnen putten. De ondersteuning loopt maximaal een jaar door en komt gemiddeld uit op een gerichte ondersteuning van 10 tot 12 uur per week.” Daarnaast organiseert de programmamanager voor gemeenten een training in het werken met een digitaal planningsprogramma.
Ook in De Bilt zijn ze blij met het initiatief van Bestuur Regio Utrecht, zo laat afdelingsmanager Beleid en Strategie Arianne Hollander weten. “In een kleinere gemeente als de onze zijn we het niet gewend om veel woningen te bouwen. Onze doelstelling ligt op 1000 woningen vóór 2010, dus daarbij kunnen we ondersteuning in de vorm van kennis en capaciteit goed gebruiken. Bij ons gaat het voornamelijk om juridische ondersteuning om processen en financiële exercities goed te kunnen doorlopen. De projecten waar we ons op richten zijn de ontwikkeling van de terreinen van Hessing en Inventum. Wat we ook duidelijk aangegeven hebben, is de behoefte aan flexibiliteit zodat we ook andere kansen op kunnen pakken als deze zich voordoen.”
Artikel 19 In Zeist zijn momenteel drie projecten geselecteerd. Het eerste project is de versnelling eerste fase Kerckebosch, een groot herstructureringsproject waarbij in totaal 700 naoorlogse flatwoningen tegen de vlakte gaan en waar 1250 nieuwe woningen komen te staan. “De eerste fase heeft betrekking op 150 woningen”, zegt Dick Wijen, teamleider RO in Zeist. “Omdat we hierbij te maken krijgen met de artikel 19-procedure hebben we iemand nodig die een goede ruimtelijke onderbouwing kan schrijven en het proces verder nauwlettend kan volgen en begeleiden. Diezelfde vorm van ondersteuning hebben we nodig bij het project Schaerweijdelaan/ Van Reenenweg. Daarbij gaat het in de eerste fase om 60 van in totaal ruim 250 woningen.” Het derde project richt zich op de aanpak van het flatcomplex Nijenheim waar uiteindelijk dertig woningen aan het huidige aantal van 70 worden toegevoegd.
Weer een aanjaagteam… Net als in andere gemeenten was de eerste reactie in De Bilt: ‘Weer een aanjaagteam, hiervoor hebben we teams van het Rijk, de provincie en de wooncorporatie ook al op bezoek gehad. Dat gaat weer een hoop tijd kosten en waar is de afstemming?’ Volgens Ralph Kohlmann richt deze BRU-aanpak zich met name op resultaat op de korte termijn. “Zo vullen we elkaar goed aan en leveren we afzonderlijk, maar in overleg, onze bijdrage aan het uiteindelijk doel: zoveel mogelijk nieuwe woningen vóór 2010.”
Meer informatie: Ralph Kohlmann,
[email protected], 030-286 25 57
5
A12 SALTO
Regionale samenwerking Sinds september 2003 werken tien partijen, onder leiding van Bestuur Regio Utrecht, aan een gezamenlijke oplossing voor de verkeersproblemen in het Kromme Rijngebied. “Een regionaal probleem vraagt dat je af en toe ook over gemeentegrenzen heen en naar het grotere geheel kijkt”, zegt Tymon de Weger, voorzitter van de stuurgroep A12 SALTO namens Bestuur Regio Utrecht. “Verkeer trekt zich weinig aan van gemeentegrenzen. Voor de best mogelijke oplossing geven we met het MER (milieueffectrapport) een objectief kader dat afgewogen besluitvorming mogelijk maakt.” Daags voor de raadsvergadering van 31 januari in Bunnik laat de regiobestuurder verkeer en infrastructuur zijn licht schijnen over de stand van zaken rond het project A12 SALTO.
Eind oktober vorig jaar bood Bestuur Regio Utrecht, als initiatiefnemer namens de stuurgroep, het MER aan de raden van de gemeenten Bunnik en Houten aan. Op basis van het MER sprak de stuurgroep een voorkeur uit voor het Rijsbruggerwegtracé. Deze variant gaat uit van een directe verbinding tussen de Houtense Rondweg en de A12 over Bunniks grondgebied. Verkeerskundig de beste oplossing volgens de stuurgroep A12 SALTO en ook voor het milieu een aanvaardbare variant. De raden werd gevraagd te oordelen over de aanvaarbaarheid van de studie. “We hebben Houten en Bunnik gevraagd of zij vinden dat alles erin staat wat er in moet staan en of dat naar hun mening goed en helder is beargumenteerd. De Houtense raad oordeelde vervolgens unaniem positief over de aanvaardbaarheid van het stuk. Bunnik stuurde in reactie op het stuk een lijst met kritische 6
vragen richting de stuurgroep. We hebben de tijd genomen om goed naar de vragen van Bunnik te kijken en deze zorgvuldig te beantwoorden.”
Politieke durf Door zo zorgvuldig en objectief mogelijk alle argumenten en aspecten inhoudelijk te beschrijven, is het onderwerp volgens De Weger bijna naar het niveau van een ‘politieke gewetenskwestie’ gebracht. “Een situatie van waaruit Bunnik hopelijk in alle oprechtheid en eerlijkheid een keuze maakt. En dus ook bereid is om verder te kijken dan het lokale belang. Voor zo’n besluit is durf nodig”, zegt De Weger. “Als volksvertegenwoordiger heb je binnen je eigen gemeente te maken met een achterban. De raad van Bunnik zit er primair voor het belang van Bunnik, oké, maar een regionaal samenwerkingsverband
vraagt politieke durf Over A12 SALTO:
Vervolgproces
Het project A12 SALTO moet een duurzame oplossing bieden voor de regionale verkeersproblematiek. In de periode tot 2020 zijn verkeersmaatregelen nodig in het Kromme Rijngebied, te beginnen met een mogelijke extra aansluiting op de A12 en aanvullende verkeersmaatregelen in de kernen Bunnik, Odijk en het buitengebied van Bunnik en Houten in 2010.
Het MER ligt zes weken ter visie, zowel in Bunnik als in Houten. Tegelijkertijd is het MER voorgelegd aan de onafhankelijke Commissie voor de m.e.r. Als deze commissie uiterlijk vijf weken na afloop van de tervisielegging haar advies uitbrengt, kunnen Houten en Bunnik aan de slag met de tracékeuze en de uitwerking daarvan in de bestemmingsplannen.
Meer informatie over voortgang en project:
www.a12salto.nl vraagt dat je voor regionale problemen ook over gemeentegrenzen heenkijkt en naar het totaalplaatje kijkt. Een gemeenteraad is meer dan een doorgeefluik: besturen houdt meer in dan het naspreken van wat een deel van de bevolking zegt. Daar komt nog bij dat het milieu in eerste aanzet geen stem heeft. Als we dat allemaal in de afwegingen weten te betrekken, hebben we echt iets gewonnen. Dan is er politieke durf getoond en laten we aan alles en iedereen zien dat we hier democratie in de beste vorm hanteren. Misschien is niet iedereen even blij met de uitkomst, maar dan hebben we op basis van grondige studie wel de maximale winst voor de regio als geheel weten te bereiken.”
Mijlpaal In de week voorafgaand aan de raadsvergadering in Bunnik organiseerde de stuurgroep een informatiebijeenkomst voor de raadsleden van Bunnik en Houten. De Weger gaf een toelichting op de antwoorden op de Bunnikse vragen. “Naar aanleiding van die avond zie ik de raadsbehandeling op 31 januari met enig vertrouwen tegemoet.” Een juiste inschatting, want de Bunnikse raad aanvaardde het MER, maar koppelde hier wel een motie aan. De stuurgroep gaat nu bekijken welke betekenis de besluitvorming in de raad van Bunnik zal hebben voor de bestuursovereenkomst. De Houtense raad verklaarde het MER in de raad van 18 december aanvaardbaar. Met de besluitvorming is volgens
De Weger een mijlpaal bereikt in het proces om een oplossing te vinden voor een belangrijk regionaal verkeersprobleem. Dit onderstreept ook nog maar weer eens de meerwaarde die samenwerking tussen overheden kan bieden. “Het is een samenwerking waarbinnen tien partijen zich gezamenlijk inzetten om een regionaal probleem op te lossen. In dit project heeft Bestuur Regio Utrecht de rol van regisseur en medefinancier.”
Meer informatie: Rob van de Veen
[email protected] 030-286 25 21 7
Het gebeurt in La Baraque! Bestuur Regio Utrecht heeft voor de Pakketstudie Ring Utrecht een apart kantoor ingericht: La Baraque. Een primeur, want het is voor het eerst dat de stadsregio voor een bepaald project een speciale ruimte maakt. Secretaris-directeur Hanneke van Geuns gaf La Baraque het afgelopen najaar met warme bewoordingen in gebruik. Zij benadrukte de integraliteit en de samenwerking. Want dat is waar het om draait om in de pakketstudie. Het project moet leiden tot voorstellen die de bereikbaarheid van de regio in de komende decennia garanderen.
In La Baraque werken mensen van verschillende overheden, met uiteenlopende achtergronden en in wisselende samenstelling. Rijkswaterstaat, provincie, stadsregio, gewestelijke samenwerkingsverbanden en de grote steden voeren de Pakketstudie uit. Bestuur Regio Utrecht en de gemeente Utrecht zijn eerstverantwoordelijk voor het project. Naast organisatorische samenwerking is ook sprake van een inhoudelijk integrale benadering: de verkeerskundige aspecten worden getoetst aan de ruimtelijke en economische plannen en kaders in de regio. Bij zoveel samenwerking en afstemming viel het idee om naar een gepaste projectruimte te zoeken in goede aarde. Een oordeel over het resultaat is natuurlijk aan persoonlijke voorkeuren onderhevig, maar de reacties zijn tot nu toe enthousiast. Senior beleidsmedewerker Karel de Roy van Bestuur Regio Utrecht over de ruimte: “Enkele kinderziektes daargelaten is het een fraai en functioneel kantoor geworden. Het is bijna onvermijdelijk om de ruimte als kantoortuin te kwalificeren, maar die blijkt zowaar in de smaak te vallen. Ook bij degenen die daar van huis uit een frisse weerzin tegen koesteren.”
Meer informatie: Karel de Roy
[email protected] 030-286 25 40
www.ikgaverder.nl De website van VERDER, Mobiliteit in Midden-Nederland is in de lucht. In VERDER werken lokale en regionale overheden samen aan oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek in Midden-Nederland. Op de website, te bereiken via www.ikgaverder.nl staat informatie over VERDER en de verschillende projecten waarin wordt samengewerkt. Onder ‘Verkeer in Cijfers’ staan diverse kengetallen van de regio. Onder ‘Denkt u verder’ wordt binnenkort gestart met een campagne, bedoeld als oproep om mee te denken over oplossingen. Veel belangenorganisaties en actieve burgers worden rechtstreeks benaderd, ook om deze oproep VERDER te brengen. Dit onder het motto: Heeft u een beter idee? Ga dan naar: www.ikgaverder.nl. Van vrijdag 7 maart tot en met 4 april kunnen burgers via de website innovatieve oplossingen voor de regio achterlaten. De oproep is één van de zeven landelijke pilots voor ‘Inspraak Nieuwe Stijl’. Het betrekken en consulteren van belanghebbenden als burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bij infrastructurele projecten is één van de uitgangspunten voor deze pilots. Meer informatie: Peter Smit,
[email protected], 030-286 25 41
8
VERDER met Regionaal Verkeersmanagement In de Utrechtse regio werken rijk en regionale partners, onder wie Bestuur Regio Utrecht, sinds kort samen in het project Regionaal Verkeersmanagement. Gezamenlijke inzet is om in 2009 een operationele start te maken met het ‘regelen’ van het verkeer in de Utrechtse regio vanuit één gezamenlijke verkeerscentrale. Rond 2012 zal het verkeer op alle wegen in de Utrechtse regio vanuit die centrale worden gestroomlijnd. Het project kwam mede tot stand naar aanleiding van de in 2006 opgestelde Netwerkanalyse en Verkenning Regio Utrecht. Het project Regionaal verkeersmanagement is, naast de Pakketstudies Ring Utrecht en Driehoek Amersfoort en (Randstad)spoor een van de drie projecten binnen het regionale samenwerkingsverband VERDER. Tezijnertijd worden naast Maarssen en Nieuwegein ook andere BRU-gemeenten betrokken. Verkeersstromen in het regionale wegennet positief beïnvloeden, dat is het doel van regionaal verkeersmanagement. Dat kan alleen als het proces doeltreffend wordt vormgegeven en uitgevoerd. Met (op termijn) aansturing vanuit één gemeenschappelijke, regionale verkeerscentrale. Het gaat daarbij niet alleen om rijkswegen, maar ook om het onderliggend wegennet. Verkeersstromen op al die wegen
hebben immers invloed op elkaar. Met alle betrokken gemeenten worden afspraken gemaakt over welke alternatieve routes het verkeer te leiden valt bij stagnatie op een of meerdere wegen in de regio. Met een vaste rangorde voor de doorstroming op de beschikbare wegen in het verkeersnetwerk. En overeenstemming over wegen die ontzien moeten worden, bijvoorbeeld vanwege leefbaarheid of luchtkwaliteit. Over al dit soort zaken zullen in de loop van dit jaar workshops worden georganiseerd. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de managers van de Pakketstudies Ring Utrecht en Driehoek Amersfoort. Inmiddels startte voor Utrecht-West een overleg. Ook de gemeenten Maarssen en Nieuwegein nemen hieraan deel.
Op korte termijn wordt vooralsnog gebruik gemaakt van minder geavanceerde technieken voor het inwinnen van de actuele verkeersgegevens op het wegennet. Denk hierbij aan camera’s langs de weg en elektronische lussen in het wegdek. Voor het doelmatig en efficiënt inwinnen van verkeersgegevens werkt de Utrechtse regio samen met een in 2007 opgerichte landelijke organisatie van rijk en regionale overheden: Nationaal Datawarehouse.
Behalve ergernis en ongemak op overvolle wegen voorkomen, zijn er ook flinke financiële voordelen van het optimaal benutten van het bestaande wegennet. Door minder files en kortere reistijden zitten reizigers minder lang in de auto. Een ander belangrijk voordeel Voortdurend zijn actuele verkeersgegevens is dat er geen of minder noodzaak is voor de aanleg van nieuwe wegen of van het wegennet nodig om met behulp extra rijbanen. Het uigespaarde geld van verkeersinformatie en dynamisch kan dan voor andere doeleinden worden verkeersmanagement het verkeer zo goed mogelijk te kunnen aansturen. Dus besteed, zoals openbaar vervoer, niet alleen om elektronische informatie- fietsvoorzieningen of leefbaarheidmaatregelen. borden boven en langs de weg, maar ook om verkeersinformatie aan de weggebruikers via hun autoradio of navigatie- Zie ook de website: www.ikgaverder.nl apparatuur. Het streven voor de lange termijn is dat de verkeerscentrale vereiste informatie voornamelijk aangeleverd Meer informatie: krijgt door de verkeersdeelnemer in de Johan Lips auto. Bijvoorbeeld via signalen af te
[email protected] geven via navigator of telefoon. 030-286 25 19
9
Foto: Wim Smeets
BRU zet zich in voor oplossing onveilige spoorwegkruisingen Als het om de meest onveilige spoorwegkruisingen van Nederland gaat, staan die aan de Soestdijkseweg in De Bilt en Dolderseweg in Zeist helaas op nummer 1 en 2. Eind 2006 viel er in De Bilt wederom een dodelijk slachtoffer te betreuren. Bestuur Regio Utrecht is actief betrokken bij het vinden van oplossingen voor drie gevaarlijke en verkeersbelemmerende spoorwegkruisingen in De Bilt en Zeist.
Naast de onveiligheid is er sprake van grote verkeersopstoppingen omdat de spoorbomen langdurig gesloten zijn. Op de Soestdijkseweg loopt dat op tot bijna 30 minuten per uur. ProRail heeft voorstellen aangedragen voor tunnels onder het spoor. Maar deze oplossingen ondervonden veel verzet onder de lokale bevolking en bij het bedrijfsleven. In 2006 heeft onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke alternatieven. Bestuur Regio Utrecht was daar nauw bij betrokken.
Radicaal De meest radicale oplossing was een geboorde tunnel onder een groot deel van het spoortraject, waarvan het begin ten westen van De Bilt zou liggen en die voorbij Den Dolder pas weer boven de grond zou komen. Dit kon op een warm onthaal rekenen van de meest betrokken bewoners, maar de haalbaarheid was buitengewoon discutabel, vooral vanwege de kosten: minimaal € 500 mln. Overleg met het departement van Verkeer en Waterstaat wees uit dat er geen geld beschikbaar was voor een dergelijke operatie, temeer omdat 10
uitbreiding van de capaciteit van het spoor op dit traject de komende decennia niet aan de orde is.
De middelen Zonder nu de optie voor deze zeer ingrijpende aanpak voor de lange termijn uit te sluiten, is verder gezocht naar acceptabele oplossingen voor de korte termijn. Voor de Soestdijkseweg is een omvangrijk plan gemaakt dat voorziet in een riante verkeersveilige ondertunneling voor de fiets en de voetganger op de huidige kruising. Voor het gemotoriseerd verkeer komt er een bypass onder het spoor, zodanig dat van een barrièrewerking voor het centrum van De Bilt praktisch geen sprake is. De bevolking en de raad hebben zich inmiddels positief uitgelaten over deze maatregel. Voor de Leijenseweg in De Bilt wordt nog onderzocht tegen welke kosten ook daar een ondertunneling voor het langzaam verkeer kan worden gerealiseerd. Probleem is de financiering: ProRail heeft berekend dat de oplossingen voor de Soestdijkseweg en de Leijenseweg circa € 50 miljoen extra vergen dan
oorspronkelijk gepland. Inmiddels heeft de gemeente, gesteund door de stadsregio, een verzoek bij de minister ingediend om aanvullende middelen. Bestuur Regio Utrecht heeft zelf aangegeven bereid te zijn een financiële bijdrage te leveren, onder voorwaarde dat de oplossing substantiële verbeteringen oplevert voor het fietsverkeer, het ketenvervoer (auto-fiets-openbaar vervoer) en de (verkeers-)veiligheid.
Snelheid geboden In Zeist is een oplossing - ondertunneling voor het langzaam verkeer en een bypass voor het gemotoriseerd verkeer via de Nieuwe Dolderseweg - nog onderwerp van discussie met de bewoners in Den Dolder en in de gemeenteraad. Bestuur Regio Utrecht en gemeente hopen dat ook daar snel een einde kan worden gemaakt aan de onveilige situatie.
Meer informatie: Ron van Noortwijk
[email protected] 030-286 25 27
Vijf vragen aan . . . Arjen Gerritsen lid van het dagelijks bestuur van Bestuur Regio Utrecht voor Economische Zaken Waarom een nieuwe Regionale Economische Ontwikkelingsstrategie (REOS) en wat is het nieuwe eraan? “De nieuwe REOS is een verdieping van het economische deel van het Regionaal Structuurplan 2005-2015, en is daaraan ook sterk gekoppeld. De nieuwe REOS krijgt de looptijd van 2008-2015. De bestaande REOS uit 1999 was aan vervanging toe. De economische ontwikkelingen in de regio gaan door verschillende oorzaken erg snel. Daardoor werd het hoog tijd om opnieuw de knopen te tellen en scherpe keuzes te maken in wat we wel of niet doen.” Welke problemen gaan we aanpakken? “Deze REOS geeft heel uitdrukkelijk aan wat we willen doen om de werkgelegenheid gezond te houden. Daarbij gaan we uit van een aantal problemen die spelen. Dat zijn bijvoorbeeld toenemende mobiliteit als gevolg van economische groei, en het spanningsveld tussen de behoefte aan woningbouw- en werklocaties, en het waardevolle buitengebied. Een belangrijk thema is de kenniseconomie. Economisch gaat het goed in de regio, maar de ontwikkeling van een echte kenniseconomie blijft achter. We beschikken over tal van prachtige bedrijven, maar het lukt tot op heden helaas nog te weinig om echte innovatie op gang te brengen. Ofwel: kennis wordt in de regio onvoldoende omgezet in economie.” Hoe gaan we dat doen? “We kijken in regioverband waar de kwaliteiten van de afzonderlijke gemeenten liggen. Waarbij we in alle gevallen het regionale belang voor ogen houden. Het ene deel scoort verkeerstechnisch goed, het andere deel biedt meer ruimte of heeft een grotere landschappelijke waarde. We hopen in ieder geval dat gemeenten bereid zijn ook over de eigen schutting heen te kijken. Als burgemeester van De Bilt ken ik de situatie dat de meeste mensen die in mijn gemeente wonen en leven iedere ochtend naar elders vertrekken om te werken. Voor het welzijn zijn we dus mede afhankelijk van de werkgelegenheid in de regio. Dus ligt het voor de hand om op bepaalde plekken in de regio het accent meer op wonen te leggen en op andere plekken op werken. Dat brengt echter een mobiliteitsvraagstuk met zich mee. Met alle gevolgen van dien, want de files op de A12, A27 en A28 staan er op vaste tijden altijd. De nieuwe REOS geeft een visie op hoe we met onderwerpen als kenniseconomie, mobiliteit en behoefte aan bedrijventerreinen om zouden moeten gaan.” Welke meerwaarde wil je als regio bereiken? “Deze regio herbergt veel verschillende takken van sport. We hebben hier landbouw, hoogwaardige industrie en technologie en wetenschap. En alles wat daar tussen zit. We schrijven geen enkele sector af, maar willen met name op het gebied van life sciences en kennisintensieve bedrijvigheid scherper inzetten. Ondanks de mobiliteitsproblemen hebben we hier een geweldige centrale geografische positie. Zowel in Nederland als internationaal gezien. Bestuur Regio Utrecht zelf kan niet al die kansen in deze regio benutten, maar we kunnen ze wel gericht onder de aandacht brengen van alle deelnemende gemeenten om daarover goede afspraken te maken. Dat is de grote meerwaarde van het samenwerken op regionaal niveau.” Wat gaat u zelf als eerstverantwoordelijk regiobestuurder doen? “Zowel op lokaal als op regionaal niveau ben ik portefeuillehouder voor economische zaken. Waar we voor op moeten passen is dat we met onze discussies over economische ontwikkeling blijven hangen in de geïnstitutionaliseerde politieke overlegstructuren. We moeten letterlijk met ons verhaal de boer op, naar de bedrijven toe. De aanjaagfunctie van de stadsregio is enorm belangrijk. Het is belangrijk dat we bruggen bouwen om de publieke en private sector bij elkaar te krijgen.”
Meer informatie: Henk Kramer,
[email protected], 030-286 25 37
11
Pardonregeling: extra taakstelling huisvesting statushouders Personen met een verblijfsvergunning (statushouders) hebben recht op huisvesting. Iedere gemeente krijgt van het Rijk een taak opgelegd over het aantal statushouders dat – binnen een half jaar – gehuisvest moet worden. Door de pardonregeling komt er naast de reguliere opdracht een extra taakstelling bij en wordt de kans op achterstand groter.
Over de afgelopen vijf jaar hadden de gemeenten een gemiddelde taakstelling van 105 per halfjaar. Bestuur Regio Utrecht ziet er op toe dat gemeenten voldoen aan die taakstelling. Als een gemeente in gebreke blijft, is Bestuur Regio Utrecht bevoegd het werk over te nemen van de gemeente en de kosten van de huisvesting te verhalen op de betreffende gemeente. Op 1 juli 2007 was er een voorsprong op de taakstelling van 57 statushouders. Echter, sinds 1 juli 2007 is er naast de reguliere taakstelling de zogeheten pardonregeling. Deze regeling zorgt tot 1 januari 2010 voor een extra taakstelling van 180 te huisvesten statushouders per half jaar. Voor de tweede helft van 2007 betekende dit een totale taakstelling van 260 te huisvesten statushouders, oftewel een reguliere taakstelling van 80 statushouders en een extra taakstelling van 180 (taakstelling pardonregeling). Aan beide taakstellingen moet een gemeente voldoen, de ene kan niet compenseerd worden met de andere. Van beide taakstellingen houdt het
COA (Centraal Orgaan Asiel-zoekers) een aparte administratie bij.
Achterstand Aan het einde van de tweede helft van 2007 hebben de gemeenten geen voorsprong meer op de totale taakstelling, althans volgens de administratie van het COA. Achterstand is vooral terug te vinden bij de taakstelling pardonregeling. De administratie bij het COA heeft enige vertraging. Uit de opgave van de gemeenten blijkt dan ook dat de achterstand niet zo erg is als het COA aangeeft. De komende perioden blijft de totale taakstelling hoog. Naar verwachting komt alleen al de extra taakstelling uit op 180 statushouders per half jaar. Dit zorgt ervoor dat achterstanden snel op kunnen lopen. De huisvesting van statushouders blijft dus onverminderd aandacht vragen.
Meer informatie: Micha Bekker
[email protected] 030-286 25 55
Regionale steun voor Knooppunt Utrecht De televisieserie Knooppunt Utrecht, die afgelopen seizoen voor het eerst te zien was, blijkt een succes. Elke aflevering trok gemiddeld 100.000 kijkers en is daarmee het op een na best bekeken programma van regio TV Utrecht. Bestuur Regio Utrecht gaat ook de vervolgserie weer steunen. Knooppunt Utrecht brengt innovatieve projecten op het gebied van mobiliteit in beeld. Het brede publiek krijgt te zien wat er allemaal in de Utrechtse regio gebeurt op het gebied van verkeer en vervoer. Zo worden verkeerskundige projecten belicht van mensen die in brede zin ‘werken aan de weg’. Ook laat het programma zien hoe overheid en bedrijfsleven werken aan de verbetering van de verkeersveiligheid. Het programma is vanaf 2 maart – vanaf 09.30 uur elk uur- wekelijks te zien op zondag bij Regio TV Utrecht. Bestuur Regio Utrecht heeft 38.000 euro vrijgemaakt en draagt mogelijke onderwerpen aan in de Adviesraad. Ook andere regionale overheden dragen bij.
Meer informatie: Regie Bouma,
[email protected], 030-286 25 79
12
Het OV Steeds meer mensen kiezen voor het openbaar vervoer. Om verkeersdrukte te vermijden maar ook
in een hogere versnelling! Groeicijfers OV-gebruik ◆
◆
omdat zij de voordelen zijn gaan ◆
inzien. Ze profiteren van de verbeteringen die het reizen per openbaar ◆
vervoer steeds aantrekkelijker maken. De komende jaren schakelt
◆
Bestuur Regio Utrecht door naar een hogere versnelling. Meer autoreizigers verleiden tot het
2008: welke verbeteringen gaat u zien? ◆
openbaar vervoer én de huidige OV-reizigers tevreden blijven stellen.
◆
Daar zijn de regionale ambities op gericht. Speciaal voor de lezers van
◆
BRU Berichten zetten we een aantal cijfers en voornemens op een rij.
Het OV-gebruik in onze stadsregio groeit met enkele procenten per jaar. Tussen 2005 en 2007 opgeteld met 11,2%. Het OV wordt gewaardeerd met een 7,2. Het gebruik van de P+R Westraven is in 2007 meer dan verdubbeld ten opzichte van 2006. December 2007 telde ruim 5.200 combiparkeerders. Bijna de helft van alle busreizigers in de de stadsregio is tussen 19 en 30 jaar oud, ruim 30% is tussen 30 en 65 jaar oud; slechts 17% is jonger dan 19 jaar en 3% is 65+. Deze leeftijdsverdeling is de laatste jaren stabiel. Dagelijks nemen 35.000 mensen de tram, gezien de werkzaamheden in het stationsgebied zal dit aantal verder toenemen. Regiotaxi Utrecht rijdt sinds medio augustus 2007 in een nieuwe opzet. Het aantal ritten is sindsdien gegroeid van ruim 24.000 naar ruim 27.000 ritten per maand. Het aantal klachten heeft een dalende tendens.
◆
◆
◆ ◆
Cameratoezicht op bijna alle tramhaltes langs de lijn Utrecht – Nieuwegein/IJsselstein. Op 15 februari officieel in werking gesteld door de drie burgemeesters. Het gaat om 46 camera´s op 22 tramhaltes. In mei opent P+R Papendorp naar verwachting; buslijn 29 (Utrecht CS – Papendorp) gaat frequenter rijden. In 2009 volgt een busverbinding tussen Papendorp en Nieuwegein. Na de zomer gaat BRU extra trams inzetten tussen Utrecht en Nieuwegein; dit voorjaar rijdt een tram uit Wenen proefritten. Meer dan 700 bushalteparen verspreid over de hele regio krijgen de komende jaren een kwaliteitsimpuls: duurzaam, sociaal veilig, toegankelijk en aantrekkelijk. Per 13 december treedt de nieuwe dienstregeling in. Met - naast het huidige stadsvervoer - een nieuwe concessie voor regiovervoer (bus en tram) en spitslijnen. Zichtbaar nieuw zijn daarin onder meer: - Reizigersinformatie op elke bus, via displays - 088-nummer voor informatie en klachten tegen regionaal tarief - Laagdrempelige klachtenregeling met een sneller afhandeling - Uitsluitend nieuwe bussen die voldoen aan de strengste emissienormen (EEV) - Geen reclame meer op de bussen - Speciale aandacht voor het vervoer van en naar kleine kernen Randstadspoor: kwartaaldienst Breukelen – Utrecht, aansluitend busvervoer, parkeren. Inzet maatregelen tijdens werkzaamheden stationsgebied Utrecht.
2008: waarover gaan we besluiten? ◆
◆
OV-plan, in wisselwerking met de gemeenten komt er een uitwerking en verdieping van de OV-ambitienota (zie artikel Themabijeenkomst) Uitbouwen railnetwerk: - Vertrammen busbaan Uithof - Doortrekken tram naar de regio - Nieuw trammaterieel - Groot onderhoud huidige trambaan
2020: waar werken we als regio naartoe? ◆ ◆
Meer informatie: Regie Bouma
[email protected] 030- 286 25 79
◆ ◆
10% sneller OV, 90% op tijd 80% hogere vervoerscapaciteit in het regionale OV Reizigerswaardering van 7,5 of hoger OV-maatregelen om de bereikbaarheid van de regio te vergroten en met name de Ring Utrecht te ontlasten (in het kader van het samenwerkingsprogramma VERDER) 13
Cameratoezicht tramhaltes v.l.n.r. dhr. C. de Vos, burgemeester van Nieuwegein, dhr. A. Wolfsen, regiovoorzitter en burgemeester van Utrecht en dhr. P. van den Brink, burgemeester van IJsselstein, schakelen het camerasysteem in.
Op bijna alle haltes langs de tramlijn Utrecht - Nieuwegein/IJsselstein geldt nu cameratoezicht. Vrijdag 15 februari hebben de drie burgemeesters van Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein het camerasysteem officieel in werking gesteld. Cameratoezicht moet de sociale veiligheid op de haltes verhogen en het vandalisme terugdringen. Na een demonstratie van het cameratoezicht in de meldkamer van Connexxion volgde een korte bustour langs OV-haltes in Nieuwegein. De ingebruikname van de camera's maakte onderdeel uit van een kennismakingsbezoek van de heer Wolfsen aan twee projecten in het regionale openbaar vervoer: cameratoezicht op de tramhaltes en kwaliteitsverbetering van de bushaltes. Door het reizen per openbaar vervoer steeds aantrekkelijker te maken, wil de regio bereiken dat steeds meer mensen kiezen voor het openbaar vervoer. Nu al groeit het OV-gebruik in de Utrechtse regio met enkele procenten per jaar. Dat is harder dan was voorzien. De heer Wolfsen bracht het bezoek vanuit zijn functie als voorzitter van Bestuur Regio Utrecht, op uitnodiging van de heer B. Lubbinge die vanuit het regiobestuur verantwoordelijk is voor openbaar vervoer. Doel was een eerste kennismaking met de manier waarop de Utrechtse regio werkt aan een kwalitatief hoogwaardig netwerk van openbaar vervoer en aan sociale veiligheid in het OV. Ook vertegenwoordigers van Connexxion en projectdeelnemers uit de regiogemeenten waren aanwezig.
Meer informatie: Regie Bouma
[email protected] 030- 286 25 79
14
officieel in werking gesteld
Na de demonstratie van het cameratoezicht volgt een korte bustour met stops bij tramhalte Zuilenstein en bushalte Postkantoor in Nieuwegein. Deze halte geldt als een voorbeeld voor de hele regio.
15
Uitvoeringscontract RSP:
De geldstromen komen op gang Uitgekeerd aan gemeenten: 8,2 miljoen Op 24 april 2007 ondertekenden de negen gemeenten en Bestuur Regio Utrecht het Uitvoeringscontract RSP 2005 – 2015. In het uitvoeringscontract staat hoe de rijkssubsidies in het kader van het Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS), in totaal maximaal € 63,3 miljoen, worden verdeeld. Na de ondertekening ging Bestuur Regio Utrecht over tot het uitkeren van de eerste middelen voor de jaren 2005 en 2006 en (een voorschot voor) 2007.
de stadsregio naar gemeenten. Daarnaast is € 4,1 miljoen gereserveerd voor 2007. Ongeveer € 2,7 miljoen werd uitgekeerd voor de woningbouwproductie en nog eens ruim € 2,6 miljoen voor de productie van sociale huurwoningen. Voor woningbouw op functieveranderinglocaties kunnen gemeenten een verzoek doen op een aanvullende bijdrage uit de BLS-middelen. Hiervoor is in totaal maximaal € 5 miljoen gereserveerd, waarvan tot nog toe € 750.000,- is uitgekeerd.
Groen licht voor groen Inmiddels is € 8,2 miljoen aan subsidie uitgekeerd: Op basis van de prestaties in 2005 en 2006 stroomde in totaal een bedrag van € 8,2 miljoen aan BLS-middelen vanuit
Een bedrag van € 8,4 miljoen euro is in de periode 2005-2010 beschikbaar voor projecten uit het RSP-groenprogramma, gericht op het verbeteren van de woonomgeving.
Hiervan is inmiddels ruim 25% uitgekeerd aan de volgende projecten: Vikingrijn; in het Leidsche Rijn Park wordt de rivierloop teruggebracht die hier duizenden jaren geleden al door het gebied slingerde (de Oude Rijn). Rodemterrein; groene corridor tussen Utrecht en De Bilt Centenlaantje; Wandelpad tussen De Biltse Rading en de Utrechtse weg en de wijk Park Arenberg. Projecten als onder andere het Natuurkwartier in Nieuwegein (duurzaamheidseducatie in combinatie met natuurlijke recreatie), Speelbos Nieuw Wulven in Houten en de aanleg van fietsknooppunten staan inmiddels ook op de rol. De beschikking hierover wordt op korte termijn verwacht.
Meer informatie: Ralph Kohlmann
[email protected] 030-286 25 57
Colofon
Uitbetaald op 31-12-2007
Postadres Postbus 14107 3508 SE Utrecht
Eindredactie Bestuur Regio Utrecht
Tel 030 - 2862525 Fax 030 - 2862500
Tekst Bestuur Regio Utrecht Taalent Tekstschrijvers, Utrecht
www.regioutrecht.nl
[email protected]
Grafisch ontwerp Ellen Bakker, Utrecht
Productie 2005/2006
€ 2.697.614
Sociale huur
€ 2.615.200
Functieverandering 2006
€
Groen
€ 2.108.575
Totaal
€ 8.172.194
Fotografie Liesbeth Dingemans Gemeente Utrecht Erik van 't Woud Wim Smeets
750.805
Druk Kerckebosch, Zeist Uitgave Bestuur Regio Utrecht maart 2008