Samenvatting Het doel van dit rapport is om een neutrale conclusie te geven over de efficiëntie van de authenticatiedienst eHerkenning. Door efficiënt gebruik zou eHerkenning er voor moeten zorgen dat de administratieve lasten, de beheerkosten voor dienstverleners en het aantal papierentransacties verlagen. De efficiëntie van eHerkenning is gemeten door de middelen (geld en manuur) die nodig zijn om authenticatie mogelijk te maken, in het geval van eHerkenning en in het geval dat er geen eHerkenning is, in beeld te brengen. Door deze op elkaar af te wegen kan er een conclusie worden getrokken in hoeverre eHerkenning de efficiëntie van digitaal zaken regelen ten goede komt. De besparingen voor de gebruikers die voortvloeien uit tijdsbesparing door één digitale sleutel, afname papieren transacties en digitale accordering van aangifte (IB en VPB) komen uit op een totale contante waarde van €101 miljoen. Daartegenover zijn de contante waarde van de kosten voor de gebruikers om een eHerkenningsmiddel aan te schaffen in totaal €93,3 miljoen. Het saldo van de besparingen en kosten komen neer op een totale besparing met een contante waarde van bijna €8 miljoen. De voornaamste reden van deze besparing is de digitalisering van transacties en de digitale accordering van aangifte. Voor de dienstverleners zijn de contante waarde van de besparingen, die voortvloeien uit vermeden investeringskosten koppelvlakken en beheerkosten eigen authenticatiesysteem én door afname van papieren transacties, in totaal €46,7 miljoen. De kosten voor dienstverleners om zich aan te sluiten op eHerkenning hebben in totaal een contante waarde van €15,5 miljoen, waardoor de contante waarde van de besparing voor dienstverleners in totaal €31,2 miljoen is. Net als voor de gebruikers komen deze besparingen vooral door digitalisering. Omdat er een aantal aannames zijn gedaan, moet het totaal aan besparingen van bijna €39 miljoen niet te letterlijk worden genomen. Daarnaast zijn er een aantal belangrijke mogelijke besparingen, zoals het voorkomen van fraude, die niet mee zijn genomen bij de berekeningen, omdat zij moeilijk te kwantificeren zijn. Tevens wordt het gebruik van één digitale sleutel pas optimaal, als bijna alle overheidsdienstverleners zijn aangesloten op eHerkenning. Op dit moment is dit aantal nog gering. Wel is er zoveel mogelijk voor gezorgd dat de kosten niet zijn onderschat en de besparingen niet zijn overschat. De eindconclusie van dit onderzoek is dan ook dat de kans groot is dat eHerkenning met een minimale besparing van bijna €39 miljoen er voor zorgt dat het digitaal zaken doen voor zowel gebruiker als dienstverlener efficiënter verloopt dan wanneer er geen eHerkenning is.
4
Conclusie Om een antwoord te geven op de vraag in hoeverre eHerkenning zorgt voor een betere efficiëntie van digitaal zaken regelen met overheidsinstanties en tussen bedrijven, is deze vraag verdeeld in deelvragen. Zo is er beschreven wat eHerkenning precies is en hoe de efficiëntie ervan te meten is, waarna voor zowel de gebruiker als de dienstverlener de efficiëntie is onderzocht. eHerkenning is een authenticatiedienst die er voor moet zorgen dat het digitaal zaken doen met overheidsinstanties en tussen bedrijven onderling veiliger, betrouwbaarder en eenvoudiger wordt. Met behulp van een eHerkenningsmiddel, die verkrijgbaar zijn in verschillende betrouwbaarheidsniveaus, kunnen gebruikers toegang krijgen tot digitale diensten waar zij bevoegd voor zijn namens hun bedrijf. Door efficiënt gebruik zou eHerkenning er voor moeten zorgen dat de administratieve lasten, de beheerkosten voor dienstverleners en het aantal papieren transacties verlagen. Om de efficiëntie van eHerkenning te meten is er gekeken hoeveel middelen (geld en manuur) de gebruikers en dienstverleners nodig hebben om gebruik te maken van eHerkenning. Dit werd afgewogen met hoeveel middelen er nodig zijn voor de gebruikers en dienstverleners om authenticatie mogelijk te maken als er geen eHerkenning is (het nulalternatief). De besparingen voor de gebruikers die voortvloeien uit tijdsbesparing door één digitale sleutel, afname papieren transacties en digitale accordering van aangifte (IB en VPB) hebben respectievelijk een contante waarde van €32 miljoen, €27,8 miljoen en €41,2 miljoen. De totale contante waarde hiervan is dus €101 miljoen. De besparingen voor de gebruikers kunnen nog verder uitlopen, omdat er geen rekening is gehouden met de Single Sign On functie en de digitale machtigingen. De Single Sign On functie moet er voor zorgen dat gebruikers maar eenmalig in hoeven te loggen en zo dus tijd besparen. Daarnaast kunnen digitale machtigingen ervoor zorgen dat het machtigen efficiënter verloopt en dat door het gemak hiervan in meer situaties gemachtigd wordt. Een belangrijke opmerking bij de berekeningen van de besparingen is dat de besparingen door het hebben van één digitale sleutel pas optimaal worden als zo goed als alle overheidsdienstverleners zich aansluiten op eHerkenning. Op dit moment is dit namelijk nog maar een gering aantal. Daartegenover zijn de contante waarde van de kosten voor de gebruikers om een eHerkenningsmiddel aan te schaffen in totaal €93,3 miljoen. Om er voor te zorgen dat de kosten niet worden onderschat, is er bij de berekening hiervan uitgegaan dat alle bedrijven een eHerkenningsmiddel aanschaffen. Aan de hand van deze gegevens is het saldo, van de contante waarde van de totale besparingen en de totale kosten voor de gebruikers, een besparing van €7,7 miljoen. Wat opvalt is dat de besparing voornamelijk komt door de digitalisering van wat voorheen met papier gedaan werd. Dit is namelijk 68% van de totale besparingen. Voor de dienstverleners zijn de contante waarde van de besparingen, die voortvloeien uit vermeden investeringskosten en beheerkosten van eigen authenticatiesysteem én door afname van papieren transacties, respectievelijk €3,5 miljoen, €16,2 miljoen en €27 miljoen. 5
De totale contante waarde hiervan is dus €46,7 miljoen. Eén van de mogelijke besparingen die niet mee zijn genomen bij de berekeningen is de besparing door het voorkomen van fraude. Door een betere betrouwbaarheid en veiligheid is de kans op fraude een stuk kleiner, waardoor mogelijke schade voor een dienstverlener kan worden voorkomen. Omdat het kwantificeren hiervan moeilijk is, is deze besparing niet meegenomen bij de berekeningen. De kosten voor dienstverleners om zich aan te sluiten op eHerkenning die voortvloeien uit aansluitkosten op eHerkenning en abonnementskosten op eHerkenning hebben respectievelijk een contante waarde van €9,7 miljoen en €5,8 miljoen. De totale contante waarde hiervan is dus €15,5 miljoen. Het saldo van de contante waarde van de besparingen en kosten komen dan uit op een besparing voor dienstverleners met een contante waarde van €31,2 miljoen. Net als bij de besparing van de gebruikers, valt ook hier op dat de besparingen vooral komt door digitalisering. De besparing hiervan is met 57% namelijk meer dan de helft van de totale besparingen. In eerste instantie kan er gezegd worden dat eHerkenning over de periode 2011-2012 voor zowel de gebruikers (€7,7 miljoen) als de dienstverleners (€31,2 miljoen) in totaal een besparing t.o.v. het nulalternatief oplevert. Hier moet wel bij gezegd worden dat er een aantal aannames zijn gedaan bij de berekeningen van deze besparingen en kosten. Daarnaast zijn er ook een aantal belangrijke mogelijke besparingen, zoals het voorkomen van fraude en gebruik maken van digitale machtigingen, die heel moeilijk te kwantificeren zijn en dus niet meegenomen zijn bij de berekeningen. Wel is er zoveel mogelijk voor gezorgd dat de besparingen niet zijn overschat en de kosten niet zijn onderschat. Deze besparingen zijn in totaal waarschijnlijk dus minimaal €38,9 miljoen (dit bedrag geeft eerder een indicatie dan dat deze letterlijk genomen moet worden) en komen vooral door digitalisering. Hierdoor kan er worden geconcludeerd dat de kans groot is dat het gebruik van eHerkenning er voor zorgt dat de efficiëntie van digitaal zaken doen wordt vergroot voor zowel gebruiker als dienstverlener.
6
7.
Bronnenlijst
Literatuur: • Dumortier, J (2012). Elektronische handtekening en eHerkenning. • Franke, C. (2011). Adviescommissie Authenticatie en Autorisatie Bedrijven. • IJzendoorn, G. van (2012). De accountant en XBRL. NBA. • Jansen, V. (2012). Concretisering Conceptueel kader. • Jonker, F. (2011). Veilige digitale gegevensuitwisseling. Accountancy nieuws. • Jonker, F. (2012). Aan de slag met eHerkenning. Accountancy nieuws. • Leyenaar, P. (2012). Masterclass eHerkenning. • Ministerie van EL & I (2011). Kosten-batenanalyse eHerkenning. p. 29-42. • Ministerie van Financiën (2008). Meten is Weten II. • Ministerie van Financiën (2010). Handleiding overheidstarieven. • PriceWaterhouseCoopers (2010). Verfijning en herijking kosten-batenanalyse voor investeringen in gemeenschappelijke voorzieningen in het stelsel van basisregistraties. • Projectbureau Afspraken stelsel eHerkenning (2011). Afsprakenstelsel eHerkenning. p. 5 en 11. Boeken: • Veld, J. in t’ (2002). Analyse van organisatieproblemen, Den Haag, Boom uitgevers. • Weijnen, A. (2008). Prisma Woordenboek, Utrecht, Het Spectrum. Internetsites: • CBS. Bedrijven. Geraadpleegd op 17 april 2012, http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bedrijven/cijfers/extra/2011-bedrijven-naar-bedrijfsgrootte-enrechtsvorm.htm • E-overheid. eHerkenning voor bedrijven. Geraadpleegd op 12 maart 2012, http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/e-overheid/basisinfrastructuur-i-nup/67eherkenning-voor-bedrijven/67-eherkenning-voor-bedrijven • eHerkenning. eHerkenning voor overheden. Geraadpleegd op 2 april 2012, http://www.eherkenning.nl/overheden/eherkenning-voor-overheden/voordelen • eHerkenning. eHerkenning groeit. Geraadpleegd op 12 maart 2012, http://www.eherkenning.nl/algemeen/nieuws/eherkenning-groeit • eHerkenning. Factsheet algemeen. Geraadpleegd op 8 maart 2012, http://www.eherkenning.nl/sites/default/files/Factsheet%20eHerkenning%20voor% 20bedrijven%20DEF_5.pdf • eHerkenning. Keuzematrix. Geraadpleegd op 17 april 2012, http://www.eherkenning.nl/sites/default/files/keuzematrix%20200412.pdf • Overheid. Overheidsorganisaties. Geraadpleegd op 13 maart 2012, http://almanak.overheid.nl/ • Rijksoverheid. Antwoord voor bedrijven berichtenbox. Geraadpleegd op 2 april 2012, https://www.berichtenbox.antwoordvoorbedrijven.nl/
7
• •
Rijksoverheid. Fiod en belastingdienst voorkomen miljoenenfraude. Geraadpleegd op 18 april 2012, http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2012/04/06/fiod-enbelastingdienst-voorkomen-miljoenenfraude.html Rijksoverheid. Verklaring Omtrent Gedrag aanvragen. Geraadpleegd op 2 april 2012, http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verklaring-omtrent-hetgedrag/verklaring-omtrent-het-gedrag-aanvragen
Interviews: • Connectis (2012). Afgenomen op 17 april 2012 • Jonker, F. (2012). Afgenomen op 10 april 2012 • Reus, H. de (2012). Afgenomen op 26 april 2012
8
8.
Bijlage
Bijlage 1 Uitgangspunten Kosten-batenanalyse eHerkenning Voor de kosten-batenanalyse van eHerkenning is een aantal uitgangspunten gehanteerd (conform de Handreiking voor kosten-batenanalyse voor ICT projecten7 en andere uitgevoerde kostenbatenanalyses voor basisregistraties zoals het programma Stroomlijning Basisgegevens, het Basisbedrijvenregister, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en het Startpakket GBA). Deze algemene uitgangspunten zijn de volgende: de looptijd van de kosten-batenanalyse is 15 jaar; het startjaar is 2011; de discontovoet bedraagt 2,5%; de kosten en baten hebben het prijspeil 2011; het startjaar voor de investeringen is 2009; het uurtarief voor inzet van overheidspersoneel is gebaseerd op Handleiding overheidstarieven 2011, Ministerie van Financiën en bedraagt: o voor overheidspersoneel in het backoffice € 48 (schaal 4); het uurtarief voor inzet van administratief personeel en accountants is gebaseerd op Regiegroep Regeldruk (2008), Meten is weten II, Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven (hierbij is gecorrigeerd voor inflatie) en bedraagt: o voor administratief personeel € 29,42; en o voor accountants € 60,95; de kosten en baten worden op een geaggregeerd niveau gepresenteerd; de kosten en baten worden gepresenteerd bij de organisaties waar de kosten worden gemaakt en waar de baten kunnen worden gegenereerd. Er wordt dus geen rekening gehouden met financiering.
Aan het begin van 2007 zijn door het ministerie van Financiën9 nieuwe discontovoeten vastgesteld, waarmee gewerkt moet worden in kosten-batenanalyses voor infrastructuurprojecten. Het advies luidt: Een risicovrije, reële discontovoet van 2,5% dient te worden toegepast bij alle kostenbatenanalyses;
9
Bijlage 2 eHerkenning interview – Belastingdienst (Hans-Rob de Reus) 1. Welke voordelen en/of nadelen ziet u voor de belastingdienst om zich aan te sluiten op eHerkenning? Voordelen: o Burgers konden met DigiD gewoon bij meerdere dienstverleners terecht, maar bedrijven hadden bij bijna alle dienstverlener een aparte digitale sleutel nodig. Door eHerkenning kan men met één digitale sleutel bij meerdere dienstverleners terecht. Voordeel van eHerkenning voor de Belastingdienst is dus dat we geen eigen sleutels hoeven uit te geven. Zo kan de Belastingdienst zich volledig richten op het belasting heffen en kunnen we dus afscheid nemen van ons eigen authenticatievoorzieningen. Zo kunnen we ons aansluiten op één stekker met één standaard in het stelsel. Het Maakt niet of dat nou met eHerkenning of DigiD gebeurd, als je maar met één stekker zowel bedrijf als burger kan aansluiten. Het is wel belangrijk dat de veiligheid hiervan gewaarborgd wordt. o Elke authenticatiedienst krijgt een vergoeding voor elke aangeleverde identiteitsbewijs. Wij zijn verantwoordelijk voor het beheren, exporten en de kosten van de herkenningsmakelaar, die betalen wij dus ook. Daardoor zijn er geen ingewikkelde verrekeningen. Nadelen: o Omdat de massa nog geen gebruik maakt van eHerkenning zijn de kosten nog onevenredig hoog. Als er hoge volumes zijn, zal het wel gaan draaien, maar de vraag is hoe hier voor gezorgd kan worden. Dit is nog onduidelijk.
1b. Is het geen nadeel dat de Belastingdienst afhankelijk wordt van andere? En zo dus minder controle heeft over dit proces? In de situatie van DigiD zijn we al afhankelijk van Logius (de beheerpartij van DigiD). Het is bestuurlijk geen discussie meer of de Belastingdienst hier zelf de volledige controle over moet hebben. Het wordt geaccepteerd dat er meerdere partijen nodig zijn, maar hier worden wel maatregelen genomen i.v.m. beveiliging, uitval enz. Het is een gegeven dat er in deze samenleving verschillende voorzieningen nodig zijn om authenticatie mogelijk te maken.
2. Welke voordelen en/of nadelen ziet u voor de gebruikers als de Belastingdienst zich aansluit op eHerkenning? Voordelen: o Consumenten hebben tegenwoordig tientallen inloggevens bij verschillende internetdiensten, waardoor zij opgescheept zitten met allemaal verschillende wachtwoorden etc. Het is beter om het beheer van identiteiten uit dienstverleners te halen en daar authenticatiediensten neer te zetten, zodat je met één of enkele digitale sleutel(s) je digitale diensten af kan nemen. Dit
10
zorgt voor gemak en veiligheid. De gebruiker komt daardoor wel met meer verantwoordelijkheid en kosten te zitten. Nadelen: o Je kan zeggen dat een nadeel van eHerkenning voor gebruikers is dat als je meerdere inloggevens hebt, dat als er één gekraakt wordt, de rest in ieder geval nog veilig zijn. Maar aan de andere kant is kans dan natuurlijk ook groter dat er überhaupt één gekraakt wordt. Doordat het uitgeven van middelen door één partij gedaan wordt, is de kans ook groter dat dit veilig verloopt, omdat zij zich hier volledig op kan richten. o Bij een eventuele registratie van een burger bij eHerkenning, komt er een ander probleem voor. Het Burger Service Nummer (BSN) mag namelijk niet gebruikt worden als registratie. Met een eenmalige vertrouwde registratie van de koppeling tussen UP nummer en BSN kan dit probleem opgelost worden. Alleen moet op STORK 4 niveau de consument dan met zijn paspoort helemaal naar de gemeente, wat natuurlijk veel tijd, geld en energie kost.
3. Wat zijn de kosten (investeringskosten, implementatie in organisatie) voor de belastingdienst om zich aan te sluiten op eHerkenning? Het probleem wat zich nu voordoet is dat de Belastingdienst een nieuw portaal aan het ontwikkelen is en dat we niet meer willen investeren in het huidige PD ondernemers. Als de Belastingdienst een nieuwbouw project op wil starten, duurt dat zo’n 2 tot 3 jaar. De doorlooptijden zijn heel lang, terwijl eHerkenning vandaag wil starten. Er wordt nu gekeken of in het huidige systeem toch eHerkenning gebruikt kan worden. Dit betekent wel dat we het huidige PD ondernemers moeten gaan aanpassen en dit brengt behoorlijk veel kosten met zich mee. Dit kost ongeveer 2 miljoen euro, voor een kleine aanpassing. Terwijl dit ook ten koste zal gaan van de werkkrachten die zich nu bezig houden met het ontwikkelen van mijnbelastingdienst.nl (het nieuwe portaal). Dit is dus een moeilijke situatie. 4. Wat zijn voor de belastingdienst de voordelen en/of nadelen van eHerkenning t.o.v. het opzetten van een eigen authenticatiesysteem? De beslissing om afscheid te nemen van het eigen authenticatiesysteem wordt niet op basis van een kosten-batenanalyse gemaakt, maar op basis van het feit dat de Belastingdienst dit over wil laten aan andere partijen. Zo kunnen we ons volledig richten op waar we goed in zijn. De kosten van een eigen authenticatiesysteem zijn in ieder geval aanzienlijk hoog. Mede ook doordat er een helpdesk klaar moet staan voor als gebruikers bijv. hun wachtwoord kwijt zijn. Omdat dit er relatief weinig zijn, zijn de kosten van een helpdesk relatief hoog.
11
5. Wat denkt u wat voor een invloed het overgaan op eHerkenning heeft op het aantal papieren transacties (door toename digitale transacties)? Wat levert dit op voor de belastingdienst? Voor ondernemers is er al jarenlang een verplichte digitale aanlevering, dus we hebben alleen nog maar digitale transacties voor de ondernemers. We proberen de burgers ook zoveel mogelijk te stimuleren om digitaal aangiftes te doen. Het aantal papieren aangiftes is hierdoor minimaal. Er zijn nog wel papieren verzoeken of mededelingen die naar de ondernemers en burgers gestuurd worden. We gaan zorgen dat er een elektronisch mededelingskanaal komt, waardoor het gebruik van papier nog verder teruggedrongen kan worden. Voor burgers en bedrijven komt er dan een soort berichtenbox waar deze mededelingen terecht komen. Het aantal digitale transacties zal dus niet zozeer toenemen, maar door het elektronisch mededelen komen er nieuwe stromen bij. Mensen zullen vaker inloggen bij de berichtenbox om even te controleren of er nieuwe mededelingen is. Dit kan nog versterkt worden in combinatie met Single Sign On, waardoor de gebruiker, eenmaal in het algemeen portaal, met één druk op de knop toegang kan krijgen bij mijnbelastingdienst.
12