Bron Datum
Vrij Nederland 11-09-2010
Auteurs
Margalith Kleiiwegt
'Vroeger hoef de ik niet te bedelen' Vrij Nederland 11-09-2010 Documentairemaker Marijke Jongbloed 'Vroeger hoefde ik niet te bedelen' Met de dood op de hielen blijft Marijke Jongbloed films maken, zoals haar nieuwe 'Dans voor het leven'. Ik ben een aarts-optimist' door Marealith Kleiiweet Marijke Jongbloed (1956) is een bezeten filmmaker. Ze gaf veel op voor haar vak, haar passie. Ze groeide op in een protestants gezin in Friesland en verliet jong het huis toen duidelijk werd dat haar vader niet wilde dat ze naar de Filmacademie ging. Kinderen kreeg ze niet, alleen op die manier kon ze onvoorwaardelijk voor haar vak kiezen. Jongbloed was vierentwintig toen ze in 1980 Stap voor stap maakte, over piepjonge dansers aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Het was haar eindexamenfilm aan de Filmacademie en ze werd geloofd en geprezen. Zo'n intieme, mooie documentaire over de kracht en kwetsbaarheid van jonge kinderen raakte een snaar. De pers noemde het 'een indringend, zo niet onthutsend portret'. De film werd zelfs ingestuurd voor de Oscarnominaties. Het idee voor Stap voor stap ontstond toen ze was gevraagd een film te maken bij het afscheid van Anton Koolhaas, destijds directeur van de Filmacademie. 'Zijn passie was ballet, daar schreef hij in Vrij Nederland over.' Nu, drie decennia later, is het maken van films voor Jongbloed nog steeds een noodzaak. Al verloopt het maakproces moeizamer dan vroeger. In 1980 was ze de darling van de IKON, een van de eerste omroepen die veel tijd en geld in documentaires stopten. Jongbloed werd door toenmalig directeur Wim Koole bewonderd en gekoesterd. Tegenwoordig hebben omroepen minder geld te verdelen en moeten makers ook buiten de omroepen subsidie zien te krijgen. Bovendien is het vak van filmmaker inmiddels zo populair dat de concurrentie moordend is. Met de dansers die ze in 1980 portretteerde, bleef ze contact houden en in 1992 liet ze in De volgende stap zien wat er van ze was geworden. Nu, achttien jaar later, presenteert ze haar laatste film over hen. Tijdens het Nederlands Film Festival gaat op 24 september Dans voor het leven in premire. We zien hoe het er nu voor staat met Reinbert Martijn, Digna van Boetzelaer, Ilja Louwen en Belle Bonarius. De hartstocht van de danser staat dicht bij haar, legt Jongbloed uit, haar hoofdpersonen zijn net zo ambitieus en fanatiek als zijzelf. Termnator Marijke Jongbloed maakte meer spraakma kende documentaires, zoals Beyond Reason (2000), over de vriendschap tussen de Nederlandse Gea Knol en de ter dood veroordeelde Bryan Jennings in Amerika. Knol begon hem op haar zeventiende te schrijven en correspondeerde jarenlang met haar penfriend zonder dat ze wist wat hij had gedaan. Toen ze daar uiteindelijk achter kwam - Jennings had een zesjarig meisje verkracht en verdronken -besloot ze hem niet in, de steek te laten. In de jaren negentig kwam Jongbloed met de veelbesproken vierdelige serie Fatal Reaction, over hoogopgeleide vrouwen die wereldwijd moeite zouden hebben aan de man te komen. Mannen willen een vrouw die voor hen zorgt en niet iemand die hen intellectueel de baas is, was de boodschap. Jongbloed filmde in Moskou, Bombay, Singapore en New York. Ze had dolgraag ook een aflevering in Amsterdam gemaakt, maar kon hier geen vrouwen vinden die wilden meewerken. Anderhalfjaar geleden werd haar leven compleet overhoop gehaald; er werd bij Marijke Jongbloed een kwaadaardige hersentumor
geconstateerd. Bijna zakelijk meldt ze dat het in Vrij Nederland 11-09-2010 haar geval om een 'astrocytoom graad 2' gaat. 'Hij groeit langzaam maar kan zich op een dag ontwikkelen tot graad 3. Graad 4 noemen ze de terminator, dan heb je niet lang meer.' We treffen elkaar bij haar producent Interakt, in het hart van Amsterdam. Een dag eerder was Marijke Jongbloed ter controle in het VU medisch centrum. De MRI-scan wees tot haar opluchting uit dat de tumor niet was gegroeid. Haar oncoloog ('Aparte man, de knoopjes van zijn overhemd stonden zo ver open dat je zijn borstharen zag') temperde het goede nieuws meteen door te zeggen dat de gemiddelde levensverwachting van haar type patint na de operatie niet langer is dan een aantal jaren. Ze praat afstandelijk over haar ziekte, ook met verbazing, bijna alsof het iemand anders betreft. Het is een keuze, zegt ze, om eerlijk over haar ziekte te zijn. Sommige vrienden raden het haar af, ze waarschuwen dat door haar beperkte levensverwachting het aanvragen van subsidie moeilijker zou kunnen worden. Maar Jongbloed zit er niet mee. 'Als ik allerlei uit-valsverschijnselen krijg, met een been ga slepen of in rolstoel terechtkom, misschien dat ik er dan geen zin meer in heb erover te praten.' Als familie We drinken koffie, eten een broodje en bekijken de film die straks in Utrecht in premire zal gaan. De hoofdrolspelers is ze inmiddels een beetje als familie gaan beschouwen. Twee van hen lukte het door te breken in de danswereld. Reinbert Martijn werkte na zijn opleiding jarenlang als solist bij het Nationale Ballet, terwijl Ilja Louwen een internationale carrire opbouwde in Zwitserland, Duitsland en Spanje. We zien haar samen met haar Zuid Afrikaanse partner kijken naar beelden uit de vorige films van Jongbloed. Ze danst de Gold-bergvariaties van Bach in de choreografie van de Duitse Heinz Spoerli, collega en vriend van Hans van Manen. Jongbloed: 'Met dat lenige, soepele lijf en die lange armen werd ze gekscherend de giraffe genoemd.' Later zien we haar met haar echtgenoot door Hamburg joggen. Hoe moeilijk het ook is, ze wil het dansen achter zich laten en aan kinderen beginnen; ze is veertig jaar. Een van de anderen, Belle Bonarius, heeft inmiddels een zoon, die zich in de film heel be schermend opstelt tegenover zijn moeder. Zij wisselde de dans in voor de oosterse gevechts-sport tai chi en houdt zich op een wat esoterische wijze bezig met zang. En dat terwijl zij aanvankelijk het meest ambitieus was. Jongbloed: 'Belle ging keihard voor de top, maar ze had tegelijkertijd veel last van het competitieve binnen de school. Dat je beste vrienden ook je grootste concurrenten kunnen zijn, vond ze te moeilijk.' Digna van Boetzelaer had de juiste mentaliteit, ze was een keiharde vechter, maar kwam destijds niet door de selectie vanwege haar lichaamsbouw - ze was iets te stevig. We zien hoe groot haar verdriet is als ze het slechte nieuws hoort. 'Zoiets is heel dramatisch, je ziet een kind dat al vroeg in de volwassen wereld moet staan,' zegt Jongbloed. Van Boetzelaer, als volwassen vrouw lijkt ze gek genoeg tengerder dan in haar jeugd, ging rechten studeren, werd officier van justitie en later plaatsvervangend directeur van het Landelijk Parket. Ze was aanklager in grote strafzaken, en trad op als persofficier, onder andere in de zaak van Samir A., de man die ervan werd verdacht een terroristische aanslag op de Tweede Kamer te hebben willen plegen. Ondanks haar mooie loopbaan denkt ze nog steeds met weemoed terug aan haar grote passie. De afwijzing van destijds heeft ze maar langzaam verwerkt, vertelt ze. Wat viel je op toen je ze allemaal weer sprak?
'Ze blijven doorzetters, ze nemen geen genoegen met een beetje in het leven. Ze streven naar het uiterste, naar perfectie.' Net als jij? 'Eigenlijk wel.' Moeten dansers geen rekening houden met het leven erna? 'Natuurlijk, want het is een vak met een beperkte houdbaarheidsdatum. Reinbert Martijn heeft een gezin te onderhouden; na zijn tijd bij het Nationale Ballet heeft hij in musicals gedanst - Cats, WestSide Story - en is hij samen met zijn vrouw een eigen balletschool begonnen. Hij doet alles met evenveel hartstocht, heel knap. Dat je als danser voortdurend moet denken wat je volgende stap zal zijn, herken ik; ik moet na deze film ook weer de boer op. Weer jezelf aanprijzen, fondsen overtuigen, en dat is niet altijd een pretje.' Maar het is ook een keuze. 'Ja, uiteraard. Al heb ik niet kunnen voorzien dat er een tijd zou aanbreken dat je zo met kijkcijfers te maken zou krijgen. Toen ik afstudeerde, waren de commercilen nog niet in de lucht. Het is steeds moeilijker geworden onafhankelijk werk te maken. Ik ben wel een onafhankelijk filmmaker, maar ook afhankelijker van eindredacteuren, fondsen, geldschieters, omroepen. Als die niets in mijn plannen zien, ben ik uitgerangeerd.' Wat is nu precies je kritiek? 'Dat het moeilijker is om documentaires te maken. Nu, met de bezuinigingen en de komst van netmanagers, is de tijd daarvoor op televi sie letterlijk ingeperkt. Tegenwoordig wordt een reportage ook al gezien als docurnentaiZoals? 'Meer journalistieke programma's zoals Zem-bla, die even een hot item aanroeren. Het is heel goed dat ze dat doen, maar het is actualiteit en ik pleit voor de onafhankelijke documentaire. Dokument bij de NCRV is een goeie uitzondering, net als Holland Doe, die bieden die mogelijkheid. Een ander bezwaar is dat documentaires vaak heel laat worden uitgezonden, na elf uur 's avonds. Vroeger financierden de omroepen documentaires helemaal, nu moeten makers ook zelf fondsen gaan werven. Vroeger hoefde ik niet te gaan bedelen. Nu krijg je van de omroep een uitzendgarantie en dertigduizend euro, maar dat is meestal een fractie van wat het zal gaan kosten. En je klopt regelmatig bij fondsen aan die zeggen dat ze niets zullen bijdragen omdat de omroepen toch al geld genoeg krijgen. Bovendien mogen ministeries niet meer aan documentaires meebetalen, uit angst voor belangenverstrengeling.' De tijden zijn ook veranderd. Toen jij begon, hongerde het publiek naar documentairefilms. Nu is weinig meer een eyeopener. 'Er is op alle gebied overvloed. Je kunt kiezen tussen een documentaire van mij in een art house of veertig andere films die ook draaien. Daarnaast zijn er allerlei concerten, is er theater, zijn er festivals. En mensen zijn ook ontzettend druk, met hun gezin, hun baan.' Draait je film op het IDFA? 'Nee, dan had ik een Palestijn moeten laten meedansen. Het is een geweldig festival, maar ik vind dat de films die er draaien in de loop der jaren radicaler zijn geworden. Het is allemaal zo zwaar. Na een dag IDFA kom ik met een depri gevoel thuis. Ben ik alleen met de ellende in de wereld bezig geweest. Mijn andere films hebben er overigens wel gedraaid.' Wanneer hoorde je dat je ziek was?
'In mei 2009 kreeg ik de diagnose hersentumor. Tien dagen eerder had ik een epileptische aanval gekregen, zo verraadt een hersentumor zich vaak. In feite moet ik daar blij mee zijn, want anders was ik ermee door blijven lopen.' Had je geen symptomen? Moeheid? Misselijkheid? 'Achteraf besef ik dat het langer aan de gang was. Tijdens het maken van Smile & Wave (2003), over de vredesmacht ISAF in Afghanistan, werkten mijn hersens soms niet. Als iemand mij iets vroeg, ging ik soms op de pauzestand. Dat heb ik een heel aantal keren gehad en dat was pijnlijk. Ik wist gewoonweg het antwoord op de vraag niet.' Wat zei je dan? 'Dan keek ik even weg en verexcuseerde me. Ik moet even nadenken, zei ik dan. Dus ik ging het ook nog maskeren.' Bleef de gestelde vraag je wel bij? 'Ja, die kon ik wel onthouden. Als ik me had hernomen, meestal na 'n minuut of twee, kon ik antwoord geven. Mijn omgeving merkte dat er wat aan de hand was en ik ben naar mijn huisarts gegaan. Die zei dat ik te veel hooi op Vrij Nederland 11-09-2010 mijn vork nam, dat ik het wat rustiger aan moest gaan doen. Mijn tumor bleek later rechtsvoor te zitten en daar zitten je emoties. Dat verklaarde veel, want ik viel vooral weg als het gesprek over iets emotioneels ging. Daar had ik geen vat op.' Je kon je klachten op je werk gooien, je drukke leven? 'Absoluut. Tot ik op een ochtend in een nat bed wakker werd. Ik lag daar en kon mijn onderbeen niet meer bewegen. Ik had net een serie programma's gemaakt over een tienjarig kind van wie de vader een hersentumor had. Ik had genoeg gehoord en gelezen om te weten dat het mis was. Maar ik ben een aartsoptimist dus ik dacht ook: het zal wel meevallen.' Wat heb je toen gedaan? 'Gelukkig kwam mijn hulp om negen uur en die heeft me geholpen bij de huisarts te ko men. Die zei dat ik een epileptische aanval had gehad en heeft me meteen naar de VU doorgestuurd. Een geluk dat ik daar terecht ben gekomen, want zij zijn pioniers op het gebied van hersentumoren. Op een scan zagen ze de mijne zitten, hij was zo groot als een kippenei. Ik moest zo snel mogelijk geopereerd worden. Een week later werd ik om acht uur in de ochtend de operatiekamer in gereden en kwam ik er om acht uur 's avonds weer uit. De dokters waren ontzettend tevreden, alleen kan nie mand je vertellen hoe het verder gaat. Het brein is een relatief onbeschreven terrein, ook al staat het ongelofelijk in de belangstelling. Ik lees er nu veel over.' weer dat mens! Ze was onder de indruk van de artsen en het verplegend personeel, zegt Marijke Jongbloed. De toewijding waarmee ze werd omringd was groot. 'Al moest ik ook veel zelf uitzoeken. Na mijn operatie kon ik geen geluid verdragen, dus een vogel leek wel een straaljager, elk zuchtje deed pijn aan mijn hoofd. Licht kon ik ook niet verdragen, ik droeg een donkere bril of ik had een sjaal over mijn hoofd.' Dat haar zintuigen zo gevoelig waren, was het gevolg van de langdurige operatie, haar hoofd had uren open gelegen. 'Als ze me dat hadden verteld, was ik minder schrikachtig geweest. Ik vond het eng dat al die geluiden ineens zo hard waren, zo heftig. Die vijf dagen dat ik in het ziekenhuis lag, heb ik geen oog dichtgedaan. Er gebeurde zo veel om me heen. De periode op de medium care, net na de operatie, was helemaal een nachtmerrie. Nadat ik bijkwam, moest ik overgeven, maar ik had niets in maag. Dus ik spuugde gal, waardoor ik over mijn hele lichaam ging trillen en bibberen, met als gevolg dat al die alarmbellen
steeds afgingen.' Lachend: 'Dus de mensen om mij heen kregen na verloop van tijd de pest aan me. Godverdomme, hoorde ik dan, weer dat mens! Kunt u nu niet stil liggen, vroegen ze steeds? Ik probeer het, antwoordde ik dan. Ik vroeg tranquillizers, slaappillen, alles om me rustig te krijgen, maar met dat hoofd van mij mocht ik helemaal niets. Ik moest overal helder doorheen gaan. Op die afdeling werden voortdurend verkeersslachtoffers binnengereden. Elke keer was ik benieuwd naar het verhaal erachter. Dat gefantaseer was ook mijn houvast, zo kon ik testen of mijn hersenen het nog deden.' Mijnenveld Omdat ze alleen woont, verbleef ze na het ziekenhuis nog vijf dagen in een zorghotel in Noordwijk. Ze was de jongste van alle gasten. Als haar medepatinten belangstelling toonden, vertelde ze eerlijk over haar tumor. Tot verbazing van de verpleging, die dat niet gewend was: een hersentumor is toch nog een taboe. 'De verplegers zeiden dat mijn openheid een zegen voor mijn omgeving was. Vaak is het onderwerp een mijnenveld, mensen zijn er bang voor.' Om haar krachten te herwinnen schreef ze zich in voor een revalidatieprogramma voor kankerpatinten. Gedurende twaalf weken twee dagen in de week sporten en praten: 'Ik wilde mijn leven weer oppakken, ik wilde zo snel mogelijk mijn energie terug.' Om te kun nen filmen. 'Dat betekent ongeveer alles voor me. Nog altijd.' Hoe verklaar je dat? 'Ik ontdek voortdurend nieuwe lagen in mezelf. En het geeft me vrijheid, ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets miste omdat ik geen kinderen heb. Het maken van films vervult me voldoende. Die boodschap heb ik nu eindelijk goed aan mijn broers kunnen overbrengen. Toen ze me in het ziekenhuis kwamen opzoeken, vertelde ik ze dat ze zich, als ik de operatie niet zou hebben gehaald, moesten realiseren dat ik een mooi en goed leven heb gehad. Dat ik films achterlaat waaraan ik met hart en ziel heb gewerkt. En dat ik die toewijding heb kunnen opbrengen juist omdat ik niet de ballast van kinderen had. Toen viel het kwartje bij ze.' Laat je je inspireren door wat er is gebeurd? Komt er nu een film over de gezondheidszorg? 'Een operatieteam van de VU heeft gevraagd of ik een film wil maken over de wakkere operatie. De patint wordt in die situatie wel verdoofd maar gaat niet onder zeil, via voortdurend contact met de patint willen de artsen uitproberen hoeveel ze van de tumor kunnen weghalen zonder dat het de spraak of het geheugen aantast. Natuurlijk komt het dichtbij, maar aan de andere kant weet ik dat ook ik kan profiteren van elke vooruitgang in de we tenschap. En dat ik zo mijn steentje bijdraag.' Hoe zie je je eigen toekomst? 'Zodra de tumor gaat groeien, ben ik aan de beurt. Chemokuren en bestraling lijken me geen aantrekkelijke optie, je hoofd is zo kwetsbaar. Uit studies is gebleken dat beide behandelmethoden je kortetermijngeheugen kunnen aantasten. Als ik niets meer kan onthouden, kan ik ook niet meer werken. En dan is het voor mij einde oefening.' Marijke Jongbloed wil nu even vakantie houden om daarna samen met de schrijver Clark Accord een film te maken over zijn voorouders, slaven op een Surinaamse plantage. 'Als ik sterk genoeg ben, durf ik het wel aan om in Suriname te filmen, ook al is het medisch gezien misschien wat tricky. Het lijkt me heerlijk. Ik moet zo'n reis goed voorbereiden en ervoor zorgen dat ik meteen terugkan als er iets ge beurt.' Op 24 september gaat 'Dans voor het leven' in premire op het Nederlands Film Festival in Utrecht. Op 5 oktober zal de film worden uitgezonden op televisie, om 23.00 uur, op Nederland 2.
© Vrij Nederland