Bron: Fantasiaboek 4.2 De leesomgeving Met de leesomgeving wordt niet alleen bedoeld de plek waar je leest, maar vooral ook de veel ruimere omgeving waarin tot lezen aangezet kan worden. Belangrijk voor zin en plezier hebben in lezen is een omgeving die uitnodigt tot lezen. Het voorstructureren van een leesomgeving moet beschouwd worden als een belangrijke factor bij leesbevordering. Het is belangrijk voor alle drie onderdelen van de Fantasiadriehoek. De leesomgeving dient zodanig te zijn dat kinderen als het ware overal boeken tegenkomen. Door het scheppen van een prikkelende leesomgeving worden kinderen bewust of onbewust met boeken en allerlei zaken die met boeken te maken hebben, geconfronteerd. Brede stimulans Zowel binnen scholen als binnen de kinderboekenafdeling van bibliotheken en boekhandels dienen de mogelijkheden om een omgeving te scheppen die stimuleert tot lezen, optimaal benut te worden. In bibliotheken en boekhandels krijgt dit aspect al veel aandacht omdat het hier om instellingen gaat die boeken in bezit hebben waarvan het grootste gedeelte op de een of andere manier uitgestald staat. Op basisscholen ligt dat meestal anders. Hier spelen boeken weliswaar een belangrijke rol in het leerproces, maar meer voorzieningen zouden getroffen kunnen worden om te komen tot een prikkelende en inspirerende leesomgeving. Veel verschillende boeken voor kinderen, de manier en de plaats waar deze neergezet zijn en de aanwezigheid van andere zaken die met boeken te maken hebben (onder andere posters, knipsels en informatie van uitgeverijen) kunnen de leesomgeving op positieve wijze voorstructureren. Frontale presentatie De presentatie van boeken voor kinderen op basisscholen, zowel in als buiten de klas, is in veel gevallen niet optimaal. Dat geldt vooral in de midden- en bovenbouw. Vaak zijn in kasten alleen de ruggen van boeken te zien. Een frontale presentatie, waarbij de voorkant van het boek duidelijk zichtbaar is, een beter gebruik van de wandruimte en het maken van kleine en thematisch gerichte presentaties, bieden mogelijkheden voor scholen. Hiervoor kunnen zowel kleinere als grotere oppervlakten gebruikt worden. Denk aan ruimte op (lage) kasten, niet in gebruik zijnde tafels, richels langs ramen of wanden, borden, et cetera. De mogelijkheden voor een meer frontale presentatie van boeken zouden ook in bibliotheken en boekhandels beter benut kunnen worden. Een nadeel van deze presentatie kan zijn dat er meer ruimte nodig is om alle boeken te presenteren. Daarom dient regelmatig gewisseld te worden. Die wisseling van boeken leidt daarbij ook tot voortdurend nieuwe prikkels bij de lezers. Boekvriendelijke omgeving Het kritisch bekijken van de ruimten die binnen en buiten de klas door de kinderen gebruikt worden, kan verschillende ideeën opleveren. Uitgaande van een omgeving waarin kinderboeken een belangrijke rol spelen, kan het op een speciale manier inrichten van de ruimten uitnodigend werken. Hierbij kan gedacht worden aan: l plaatsen waar boeken in de looproute (frontaal) opgesteld staan, zodat kinderen er bijna tegenaan lopen of er in elk geval langskomen;
l het anders opstellen van kasten; l het benutten van verplaatsbare scheidingswandjes, niet gebruikte wandruimte, grote tafels en ander meubilair voor het tentoonstellen van boeken en aanverwante materialen; l het maken van lees- of kijkhoekjes waardoor plaatsen voor Vrij lezen, het snuffelen in boeken of kleine presentaties gerealiseerd kunnen worden. Kleurgebruik Kleuren zijn een belangrijk middel om structuur in het schoolgebouw aan te brengen. Vanuit de kleurgeving van het schoolgebouw kan ook een kleurlijn ontwikkeld worden voor de plekken en attributen die gebruikt worden voor belevend lezen. Uiteraard is het niet in elk schoolgebouw mogelijk om vrijmoedig met kleur om te gaan. Als daarvoor wel de ruimte is, kan voor onderdelen die met de leesomgeving en met leesplezier te maken hebben een zelfstandige kleurlijn ontwikkeld worden. Bepaalde, steeds terugkerende accentkleuren geven aan dat het om onderdelen van de leesomgeving gaat. Een Boekluisterhoek of boekenkasten kunnen in dezelfde kleur geschilderd worden. Daarnaast kunnen verschillende categorieën boeken door de kleur van de boekenkast of boekenplank herkenbaar geplaatst worden. Posters De leesomgeving kan verrijkt worden met posters, bijvoorbeeld met afbeeldingen van illustraties uit kinderboeken, posters met gedichten of posters waarop afbeeldingen staan van dingen die met lezen te maken hebben. Deze mogelijkheden variëren van ‘de poster als wandversiering’ tot een meer gericht en gevarieerd gebruik; bij het voorlezen van een prentenboek in de boekenkring kan bijvoorbeeld de bijbehorende poster opgehangen worden en de afbeelding kan samen met de kinderen bekeken en besproken worden. Ook kunnen opdrachten gemaakt worden bij posters. Verder kan een kleine tentoonstelling gemaakt worden met meerdere posters en boeken van dezelfde illustrator. Bij de posters met gedichten van de Stichting PLINT, vormgegeven door beeldend kunstenaars, worden lesbrieven verstrekt. Zo’n poster kan bijvoorbeeld als ‘poster van de week’ in de klas besproken worden. Tevens bieden deze posters mogelijkheden voor Verwerking: de leerlingen maken zelf een poster van hun lievelingsboek. Posters die in de groep gebruikt kunnen worden, zijn: l posters zoals die van tijd tot tijd door (kinder)boekhandels worden verkocht bij het uitkomen van een nieuw prentenboek; l posters die het NBLC aanbiedt; l posters met gedichten die de Stichting PLINT uitbrengt (zes stuks per jaar). De Stichting PLINT levert ook bijbehorende posterramen die aan de wand opgehangen kunnen worden. Geschakeld opgesteld vormen deze posterramen een tentoonstellingszuil; l eigen posters van boekhandels: bijvoorbeeld de door de Kinderboekenwinkel Amsterdam uitgebrachte posters; l zelfgemaakte posters. In de loop van een aantal jaren kan de school een eigen postercollectie opbouwen. Als er ieder jaar vier tot zes posters worden aangeschaft, ontstaat een aardige collectie die wisselend gebruikt kan worden. Het is aan te bevelen de posters te verduurzamen. Dat kan door ze op karton te plakken, te plastificeren en ze van een
ophangsysteem te voorzien. Een andere mogelijkheid is de posters in te lijsten in grote wissellijsten. Kleine attributen Naast vitrine- en boekenkasten bieden allerlei kleine attributen zoals boekensteunen de mogelijkheid om boeken frontaal geplaatst onder de aandacht te brengen. Deze kleine attributen zijn dikwijls te gebruiken op lage kasten en op groepstafels. Als er niet veel ruimte of weinig voorbereidingstijd is, kan zo toch een boeiende presentatie gerealiseerd worden. Om boeken frontaal onder de aandacht te brengen zijn doorzichtige steunen van plexiglas voor één boek zeer geschikt. Deze steunen zijn goed bruikbaar in de Boekenkring bij een boekbespreking of om nieuwe boeken onder de aandacht te brengen. Daarnaast zijn er grotere, witte kunststofsteunen voor vier tot zes boeken verkrijgbaar (bijvoorbeeld bij NBLC of in een zaak voor etalagematerialen). Deze steunen zijn geschikt voor een tentoonstelling rond een bepaald thema, zodat een aantal boeken tegelijk de aandacht trekt. Ook kunnen nieuw aangeschafte boeken of bekroonde boeken goed zichtbaar neergezet worden. Op een muziekstandaard of een schildersezel kunnen van tijd tot tijd bijzondere of grote boeken gepresenteerd worden. Maar ook een schilderijlijst (van hout of kunststof) kan als ‘boekenlijst’ gebruikt worden. Hierin worden enkele boeken of kleine, thematische collecties gepresenteerd zodat er een klein, omlijst kastje met boeken ontstaat. Kleine kisten van hout (fruitkisten) of boxen van kunststof zijn gemakkelijk te verplaatsen en lenen zich goed voor een thematische collectie boeken. Ze kunnen ook als ‘snuffelkist’ worden gebruikt met een gevarieerde collectie boeken of prentenboeken. De boekenetalage Het is mogelijk kinderboeken te presenteren in een etalage. Het is leuk hiervoor een raam te gebruiken aan de kant van het speelplein. Bijna iedere school heeft wel zo’n ‘vergeten’ raam. Met behulp van bijvoorbeeld een schragentafel en een achterwand kan in de etalage regelmatig een presentatie van boeken plaatsvinden, bijvoorbeeld rondom een actueel thema, de Kinderboekenweek of de kinderjury. Door attributen, gordijntjes en verlichting trekt zo’n etalage de aandacht, zeker als die regelmatig van inhoud wisselt. De kinderen kunnen deze etalage bij toerbeurt inrichten. Laat iedere groep bijvoorbeeld gedurende meerdere weken de etalage verzorgen. Ook kunnen verschillende jaargroepen aan bod komen door leeftijdshoekjes in de etalage te maken. Hierbij kunnen weer kleurencodes gebruikt worden, bijvoorbeeld de onderbouw geel, de middenbouw groen en de bovenbouw rood. Centraal informatiepunt Het is belangrijk dat er in het gebouw een vaste informatieplek voor boeken is. Dat geldt voor leerkrachten, kinderen en ouders. Dat kan door ergens in school, liefst op een vrij centraal gelegen plek, een vaste plaats te reserveren waar altijd informatie over nieuwe boeken te vinden is. Dat kunnen bijvoorbeeld achtergrondmaterialen voor leerkrachten zijn, maar ook cassetteboeken en videoboeken, snuffelkisten, informatie van boekhandels en bibliotheken, knipsels van recensies over kinderboeken en dergelijke komen in aanmerking. Een leerkracht, bij voorkeur de coördinator leesbevordering, zorgt voor het actueel houden van dit centrale boekenpunt en voor afwisseling in de presentatie. Op deze manier is bij de andere leerkrachten en bij de kinderen bekend dat het centrale boekenpunt de plek op
school is waar steeds allerlei zaken met betrekking tot boeken te vinden zijn. Maak zo’n centraal punt ook aantrekkelijk voor ouders, bijvoorbeeld door er boekenlijsten en tips voor ouders neer te leggen en andere activiteiten met boeken voor ouders aan te kondigen. Een herkenbare naam, bijvoorbeeld het woord Boekenplein op een straatnaambordje, kan verwijzing binnen de school naar deze plek vergemakkelijken. Denk hierbij ook aan de eerder genoemde kleurencode. Via de schoolkrant kunnen ook schriftelijk leeservaringen, boekentips en boekennieuws doorgegeven worden. De Bieboekar In Zeeland is een opvallend, verrijdbaar object vervaardigd dat min of meer de vorm heeft van een boekenkast: de Bieboekar (een bijzondere boekenkar). Deze kar biedt naast zijn functie als boekenkast mogelijkheden voor boekpresentaties, bijvoorbeeld door boeken frontaal op te stellen en door kleine posters, knipsels en geschreven teksten op te hangen. Verder kan hij dienen als opbergsysteem voor luistercassettes en videobanden van boekverfilmingen. Deze veelzijdig bruikbare, verrijdbare boekenkast kan een rol spelen bij verschillende activiteiten rond boeken. Doordat een Bieboekar verplaatsbaar is, kan hij overal in de school neergezet worden. Wie met een boekenactiviteit bezig is, kan de Bieboekar op de gang of in de klas plaatsen en er alle mogelijke boeken en verwerkingen zoals tekeningen en posters van kinderen tentoonstellen. De uitklapbare bladen maken van de Bieboekar een prima werkplek voor groepjes kinderen. Ook kan er door de aansluiting voor koptelefoon en cassetterecorder geluisterd worden naar cassetteboeken. De Bieboekar blijkt in de praktijk een echte trekpleister te zijn voor de kinderen. Op grond van dit idee kan een op school aanwezige houten kast omgebouwd worden tot Bieboekar. Met relatief eenvoudige ingrepen krijgt dit gestalte door de kast op wielen te plaatsen, de indeling van de schappen aan te passen, enkele houten bakken voor kleine collecties boeken aan te schaffen of te construeren en een tweetal prikborden tegen de zijkanten aan te brengen. Het is ook mogelijk een verrijdbare, open kast die op de Bieboekar lijkt aan te schaffen. Inventarisatie van catalogi van onderwijsmeubilair heeft opgeleverd dat er verschillende soorten verrijdbare, open kasten zijn met vlakliggende of schuin aan te brengen schappen die dicht in de buurt komen van het geschetste idee van de Bieboekar. Aan de aanschaf van dergelijke verrijdbare kasten hangt echter een behoorlijk prijskaartje! Handige ouders stimuleren om zelf de handen uit de mouwen te steken is een veel betaalbaarder alternatief. Een Alleshuisje In steeds meer scholen zijn ze te vinden: kleine bouwsels van twee verdiepingen waar kinderen in, onder of op kunnen klimmen. Deze bouwsels hebben de vorm van een huisje, een trein, een balkon of wat de creatieve makers er nog meer van gemaakt hebben. Zo’n huisje kan gebouwd worden in het lokaal of in de gemeenschappelijke ruimte. Het Alleshuisje biedt als uitgangspunt voor leesactiviteiten allerlei mogelijkheden. Op het dak van het huis kan de leerling lekker lezen, en in het huis zelf kan een boekwinkel of een bibliotheek gemaakt worden. Een andere mogelijkheid is om in het huis plekjes te maken om lekker rustig boeken te bekijken of te lezen of een cassettebandje te beluisteren. Bovendien kan in of aan het huis van alles worden
opgehangen wat met boeken te maken heeft zoals posters, knipsels, folders, werk van kinderen, et cetera. Zitzakken en parasols Als je leest, is het belangrijk dat je lekker zit. Kinderen vinden het heerlijk om te lezen in een zelfgekozen houding. Ongemakkelijke stoelen nodigen niet uit tot lezen. Zitzakken zijn zeer geschikt om ontspannen in te zitten of te liggen. Bovendien zijn zitzakken gemakkelijk te verplaatsen en ook in allerlei hoeken goed te gebruiken. Parasols kunnen een zogenaamde ‘leesplek’ markeren. Een uitgeklapte parasol geeft een plek aan waar leesactiviteiten plaatsvinden. Is de parasol ingeklapt dan geeft dit aan dat er geen activiteit met betrekking tot leesplezier plaatsvindt. Het combineren van de Bieboekar, zitzakken en parasol(s) schept een bepaalde sfeer en nodigt kinderen uit tot lezen. School- en klassenbibliotheken Veel basisscholen hebben de beschikking over een behoorlijke collectie boeken voor groep 1 tot en met 8. Een deel van deze schoolcollectie is ondergebracht in een centrale ruimte, een ander deel vaak in de klas. Door de teruglopende overheidsfinanciering is het voor veel scholen een tijd geleden dat een substantiële uitbreiding van de collectie kinderboeken heeft plaatsgevonden. Een aantal schoolbibliotheken bevat derhalve ook veel gedateerde kinderboeken. Om planmatig aan leesbevordering in het kader van het schoolleesplan te kunnen werken is een goede collectie kinderboeken noodzakelijk. Maar hoe kom je daaraan en waar haal je het geld vandaan? In samenwerking met de plaatselijke openbare bibliotheek en boekhandel is veel mogelijk. Niet elke school hoeft gigantische hoeveelheden kinderboeken aan te schaffen. Boeken slijten door veelvuldig gebruik snel en door de gelimiteerde budgetten kan alleen sporadisch worden aangekocht. In het kader van het informaticaproject van de overheid (Print/Comenius) hebben alle Nederlandse basisscholen gratis het bibliotheekprogramma Doco Doorkijk (Den Haag, NBLC) ontvangen. Samen met de plaatselijke bibliotheek kan het bestand van de schoolbibliotheek geautomatiseerd worden. Daarnaast kan gekeken worden of de schoolcollectie evenwichtig is opgebouwd uit prentenboeken, geïllustreerde verhalen, sprookjes, eerste leesboekjes, jeugdboeken, poëzie, korte verhalen, informatieve boeken en audiovisuele middelen. Belangrijk voor een eigentijdse collectie kinderboeken is dat met een zekere regelmaat voldoende nieuwe boeken de school binnenkomen - in elk geval één keer, maar liefst meerdere keren per jaar - en dat verouderde of versleten boeken tijdig worden vervangen. Het schoolbudget moet hiervoor ruimte bieden. Daarnaast is het van belang regelmatig met boeken uit de openbare bibliotheek de basiscollectie aan te vullen. Het is ook mogelijk het lenen van boeken een permanenter karakter te geven door bijvoorbeeld een abonnement bij de onderwijsbibliotheekdienst te nemen, waarmee leescollecties en projectcollecties rond een thema op vastgestelde tijdstippen aangevuld of vervangen worden. In het Boekoverleg kunnen afspraken gemaakt worden over het lenen van boeken. Verder is het mogelijk de boekencollectie uit te breiden door de aankoop van afgeprijsde boeken uit de boekhandel of bibliotheek of het houden van een boekenactie waarvan de opbrengst bestemd is voor de aanschaf van nieuwe boeken. Kijk bij koopjes overigens niet alleen naar de prijs.
Werken met wisselcollecties Een ervaringsgegeven is, dat in het merendeel van de school- en klassenbibliotheken onvoldoende boeken voorhanden zijn om daarmee thematische collecties samen te stellen. Via de plaatselijke bibliotheek of via de Provinciale Bibliotheek Centrale (PBC) is het goed mogelijk een wisselcollectie aan te vragen of samen te laten stellen. Een actieve leerkracht of coördinator leesbevordering zal in overleg met de schoolbibliotheekdienst aangeven welk genre boeken of welke titels de school wil ontvangen. Het is goed met de schoolbibliotheekdienst een gesprek te voeren over de wensen van de school, de mogelijkheden van de bibliotheek en over de kosten. Over het algemeen heeft de plaatselijke bibliotheek een ruime collectie met actuele, maar ook ‘gedateerde’ kinderboeken. Voor het samenstellen van een bruikbare wisselcollectie kan een handige formule gehanteerd worden: om voldoende boeken in huis te hebben is per leerling 1,25 boek per collectie nodig. Afhankelijk van de looptijd van de uitleen wordt een bedrag per maand betaald. Op deze manier is het altijd mogelijk nieuwe titels in de klas te halen. De schoolbibliotheekdienst De schoolbibliotheekdienst is een belangrijke dienst in het kader van leesbevordering in het basisonderwijs. Hier werkt gespecialiseerd personeel, dat in nauw overleg met de basisschool gericht advies geeft. De schoolbibliotheekdienst fungeert vaak als toeleverancier voor de klassenbibliotheek. Samen met de schoolbibliotheekdienst kan ook de eigen schoolbibliotheek functioneler gemaakt worden. Alle klassenbibliotheken zijn opgenomen in het centrale boekenbestand. Dit voorkomt dat sommige titels in veelvoud aangeschaft moeten worden. Verder hebben alle boeken een hoge gebruiksfrequentie doordat ze vaker intern kunnen rouleren. Dit werkt natuurlijk het beste wanneer er een coördinator leesbevordering is aangesteld, die met ondersteuning van ouders de collectie beheert en in samenwerking met de plaatselijke bibliotheek en (kinder)boekhandel de collectie op peil houdt. Informatiebronnen Bij het samenstellen van wisselcollecties zijn verschillende informatiebronnen belangrijk. De leerkracht kan onder meer de volgende informatiebronnen raadplegen: l Boek en Jeugd (Den Haag, NBLC) Dit jaarlijks verschijnend boek biedt een overzicht van meer dan 1500 boeken voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 15 jaar. Het bevat een onderwerp-, titel- en auteursregister. l De Kinderboekenmolen (Amsterdam, CPNB) In deze jaarlijks verschijnende uitgave van de CPNB passeren nieuwe kinderboeken (gerubriceerd op leeftijd) van diverse uitgevers de revue. l Leeslijsten in methodehandleidingen Diverse taal-, lees- en zaakvakkenmethoden bieden naast leerstof ook overzichten van geschikte kinderliteratuur die bruikbaar zijn bij allerlei lessen. l De boekenlijsten (Den Haag, NBLC) Deze thematische lijsten van kinderboeken gerubriceerd op leeftijd geven bij elk boek een korte inhoudsbeschrijving. Wie kans ziet de leesomgeving van kinderen aantrekkelijk aan te kleden, weet zich verzekerd van nog meer leesplezier. Enthousiaste leerkrachten, een goede
eigentijdse boekenverzameling en nauwe contacten met de plaatselijke bibliotheek, boekhandel en met de ouders zijn hierbij belangrijke voorwaarden.