1813 Aanleg Napoleonsbaan De grote weg Parijs-Amsterdam liep door Oosterhout. Hij werd aangelegd in de jaren 18131816. Napoleon begon met de aanleg, koning Willem I maakte hem af. Het traject maakte in de Franse tijd (1793-1815) onderdeel uit van de Route Imperiale 2 , de op één na belangrijkste route van het Franse Keizerrijk. In de eerste plaats was de aanleg door Napoléon bedoeld voor het verplaatsen van zijn legers, zijn Grande Armée. Van Breda naar Oosterhout was het een kasseienweg van 6 meter breed die zijn loop vond via de huidige Bredaseweg, de Heuvel, Gasthuisstraat- Arendstraat- Kerkstraat- Leijsenhoek. De kerkweg van Leijsen (nu Veerseweg) werd bestraat. De weg liep verder over een nieuw tracé en maakte een bocht om verder kaarsrecht naar Raamsdonksveer te gaan. Aan het begin van dat stuk werd een tolhuisje gebouwd. Langs dit nieuwe tracé werden veel putten gegraven om de aarden dam, waarop de weg kwam te liggen, te kunnen opwerpen. Bij Raamsdonksveer was er een veer om de Donge over te steken. In 1819 is dat al een ophaalbrug. Bron: De Oosterhoutse tijdmachine
De aanleg van deze historische weg ging in die tijd met veel pijn en moeite gepaard. Gronden werden zonder meer onteigend, graafwerk en stratenmakers werden matig beloond en boeren moesten de keien met paard en kar zonder vergoeding in Antwerpen ophalen. Vergoedingen werden als regel betaald uit tolheffingen, zoals in Teteringen bij de nog altijd bestaande herberg ’t Zwaantje en bij de tolbarrière in Oosterhout ter hoogte van de Molenbuurt, waar de route van een slagboom was voorzien. De historische benamingen van de Keizersdijk in Oosterhout en het Keizersveer in Raamsdonksveer verwijzen nog altijd naar de (h)eerzuchtige keizer Napoléon Bonaparte. In de lente van 2014 werd bij rioolwerkzaamheden in de nabijheid van de wijk Dommelbergen nog een gedeelte van de oude kasseienweg blootgelegd. Helaas kon deze archeologische ontdekking van dit eeuwenoude erfgoed toen niet gered worden van de ondergang. En alweer bijna vijf jaren geleden werden bij renovatie van de Bredaseweg nog een drietal oude hectometerpalen van onder het oorspronkelijke wegdek vandaan gehaald. Bron: Open Monumentendag Oosterhout 2014
1880 Eerste stoomtram in Noord-Brabant De Zuider Stoomtram In september 1880 werd de stoomtramlijn Breda - Oosterhout geopend door de toenmalige burgemeester van Oosterhout de heer Gescher. Van dit heugelijke feit is nog een gedenksteen te zien op de Heuvel bij de oude tramhalte rechts van het Vrijheidshuis. Het was de eerste tramlijn in Noord-Brabant. Die reed vanaf Breda over de Bredaseweg, dan over de Heuvel door de Gasthuisstraat, Arendstraat en Kerkstraat naar het eindpunt op de Markt. Al snel werden hierop nog twee lijnen aangesloten: naar Raamsdonksveer/Geertruidenberg en over de Provincialeweg naar Dongen, met het station op de Leijsenhoek. Inwoners van ‘sGravenmoer moesten een kilometertje lopen om vanaf Ulendonk deze tram te kunnen gebruiken. De trammetjes reden in de berm van bestaande wegen. Het tramnet functioneerde zo’n vijftig jaar, tot de autobus van de BBA het personenvervoer overnam. Vrachtauto’s hadden intussen het vrachtverkeer van de trammetjes overgenomen. Bron: De Oosterhoutse tijdmachine
Aan de Napoleonroute verschenen in de loop van de tijd herbergen, tapperijen en logementen voor de reizigers, die per koets op doorreis waren. Zo ook in Oosterhout aan de Markt en de Leijsenhoek. Het voormalige hotel-caférestaurant De Koppelpaarden en het legendarische diligence-huis Van Gend & Loos, waar Mooie Keetje haar gasten ontving, herinneren nog aan die tijden van weleer. Cornelia van der Maade, beter bekend als MOOIE KEETJE (1807- 1895) leefde en werkte in de negentiende eeuw in het hotel van Gent en Loos. Dominee en schrijver Nicolaas Beets (pseudoniem Hildebrand) schrijft over Mooie Keetje in zijn boek “Camera Obscura”. Hij bracht regelmatig een bezoek aan Mooie Keetje. Ook Koning Willem 11 en Koning Willem 111 bezochten haar. Zeer waarschijnlijk is Mooie Keetje geboren in Hotel Koppelpaarden, dat stond op de Leijsenhoek, waar nu de meubelzaak van Victor Boeren is. Haar ouders kochten in 1822 de naast gelegen herberg Van Gendt en Loos. In 1830 naam ze dit over van haar ouders. Op beide locaties zou Keetje aan de tap hebben gestaan. Keetje is nooit getrouwd. In 1885, op 78-jarige leeftijd, verkocht zij haar hotel. P.A Sips bouwde er een concertzaal voor 400 personen voor de Liedertafel Aurora. De nieuwe eigenaar wilde zijn hotel “Hotel Hildebrand”noemen. Hij vroeg Nicolaas Beets om toestemming. Die toestemming volgde schriftelijk, met daarin de wens dat hij Keetje graag nog een keer zou zien. Op 6 juli 1886 kwam de 72-jarige Beets per postkoets aan in Oosterhout. Op 17 mei 1895 overleed Keetje in het Sint Joseph Gasthuis. Bron: Heemkundekring Oosterhout
s een
Oosterhout zou lopen. Ze gingen,
1862: Eerst Eten Het is een bekend gezegde en een bekend verhaal: toen de spoorweg Breda-Tilburg werd aangelegd, wilden de Oosterhoutse gemeentebestuurders graag dat hij over Oosterhout zou lopen. Ze gingen, per trekschuit en diligence, naar Den Haag om hun verzoek kracht bij te zetten. Daar aangekomen, gingen ze eerst een hapje eten. Toen ze daarna bij het ministerie aankwamen, zagen ze nog net de delegatie van Rijen vertrekken. Die was hen net voor geweest: Rijen kreeg een station, Oosterhout niet. Het is een mooi verhaal, maar het klopt niet. De uitdrukking ‘eerst eten’ wordt al in 1829 vermeld, toen er in Nederland nog helemaal geen treinen bestonden. Oosterhout heeft dus nooit een trein gehad, alleen een tram. U ziet hier de tramremise. Deze tramremise aan de Leijsenhoek werd later busstation. Momenteel wordt het busstation grondig verbouwd. Bron: De Oosterhoutse tijdmachine