Ontstaan van de Oosterhoutse Suikerwaren fabrieken. Rond 1850 is Oosterhout een arm provincie stadje met 8.000 inwoners. Er was niet veel industrie, 4 (sigaren) fabrieken, maar rond 1858- 1870 kwamen er 2 suikerbietenfabrieken bij. Tussen 1867 en 1872 werden deze aangedreven door stoommachines. Aangezien de grondstof aanwezig was, volgden als snel de suikerbakkers. De eerste waren Bernhard de Hoog (1873) en Smits van Gils (1883). Zij hadden het vakmanschap in Brussel geleerd. De tweede generatie suikerbakkers begonnen tussen 1910 en 1930; Sips van de Weygert, Jan van den Bosch, Piet Aarden, de Heer Geerts en Jamin. De suikerbakkers hadden voldoende vakkennis en financiële middelen om suikerwarenfabrieken te bouwen. De Hoogh en mits van Gils maakten koek, nougat en pepermunt. De anderen maakten suikerwerken: zuurtjes, drop en drops, dragees, karamel, lekstokken, suikergoed, schuimpjes, spekjes, chocolade, etc. De fabrieken samen boden in Oosterhout in de eerste helft van de twintigste eeuw werk aan honderden mensen. Ze hadden uiteraard een aantal opgeleide vakmensen in dienst, maar boden vooral on- of laaggeschoold werk voor jongeren en meisjes. Ze werkten al veel met machines maar ook veel handkracht. Mengen, roeren en bakken werd machinaal gedaan, maar een deel van het verwerkingsproces en het inpakken was handwerk. Veel van het inpakwerk werd ook als thuiswerk gedaan. Dat betekende dat de fabrikant het nog niet ingepakte product en het verpakkingsmateriaal leverde, en dat bij mensen thuis alles werd ingepakt. ‘Brokken plooien’ was in Oosterhout een begrip: allerlei zuurtjes, zuurstokken, schuimpjes en karamels werden thuis in een papiertje gewikkeld. Het waren vooral vrouwen en kinderen die dat deden. Het spreekt vanzelf dat de lonen hiervoor niet hoog waren. Toch was het voor veel gezinnen een belangrijke bron van inkomsten. Na de Tweede Wereldoorlog vestigden zich een aantal koek- en snoepfabrikanten in Oosterhout. Dat deden ze om twee redenen: in Oosterhout was voldoende personeel te krijgen dat gewend was om in koek- en snoepfabrieken te werken, én de lonen lagen er lager dan in het noorden van het land. Toen alle fabrieken voor of aan het begin van de twintigste eeuw werden opgericht, lagen de lonen erg laag. Arbeid was dus goedkoop. Maar naarmate de tijd vorderde, stegen de lonen en de prijzen van suiker. De producten van de fabrieken en fabriekjes werden dus steeds duurder. Grote fabrieken konden investeren in machines en zo meer én goedkoper produceren. Ze werden een geduchte concurrent van de fabrieken die niet in machines konden investeren. Na 1945 werkten er steeds minder mensen in de Oosterhoutse koek- en snoepfabrieken. De bedrijven wisten de concurrentie tot aan de zestiger jaren het hoofd te bieden, sommigen met meer, anderen met minder moeite. Maar toen in 1962 de lonen in één jaar met tien procent stegen, en in de daaropvolgende jaren steeds met vier of vijf procent, was dat de genadeslag voor bedrijven die nog handwerk moesten betalen. In Oosterhout heeft geen van de oorspronkelijke suikerfabrieken deze concurrentieslag overleefd. Smits van Gils moest zijn bedrijf eind jaren zestig staken. Sips van de Weijgert werd overgenomen en de kleine fabrieken van Piet Aarden, J.M.J. van den Bosch, de Gebroeders Maas en P. Geerts verdwenen van het toneel. Het fabrieksterrein van De Hoog werd rond 1975 verkocht om plaats te maken voor stadsuitbreiding. De koekfabricage werd stopgezet. In 1979 werd de productie van nougat en
pepermunt overgeplaatst naar Manisan B.V. in Bergen op Zoom. Dit bedrijf was enkele jaren eerder door de Hoog overgenomen. Van de fabrieken die zich hier na 1950 hadden gevestigd, verdween in deze tijd ook Nolen Sprits. Jamin groeide aanvankelijk sterk. Het had zoveel personeel nodig dat het met bussen uit de verre omtrek moest worden aangevoerd. In de jaren zeventig wekten er ook gastarbeiders. Toch raakte het bedrijf in de jaren tachtig in de problemen. Een ingrijpende sanering, waarbij 200 winkels werden gesloten, kon niet voorkomen dat Jamin in 1985 toch failliet ging. De enige fabriek die het hoofd heeft kunnen bieden is Holland Foodz, voorheen Rens Joosen Suikerwerken. Een succesvol bedrijf wat de enige suikerwaren fabriek in Oosterhout is.
De Hoog Bernard de Hoog begon in 1873 een banketbakkerij met een ‘fijne winckel van delicate lekkernyen’ op de Markt. Op de bakkerijtentoonstelling van 1885, in Amsterdam, oogstte hij groot succes met zijn ‘Oosterhoutse moppen’. Een tweede succesproduct was de ontbijtkoek. De afzet hiervan nam zo’n grote vlucht dat in 1890 de gewone bakkersoven door een heteluchtoven werd vervangen. Dit was het begin van de koekfabriek. De zonen Willem en Herman kwamen in het bedrijf werken. In een later stadium nam Willem de verkoop voor zijn rekening en kreeg Herman de leiding over de koekfabriek. De derde zoon Jan werd verantwoordelijk voor de banketfabricatie. Na de ontwikkeling van de Jabthaw nougat, met de merknaam Okkie, kreeg hij de leiding over de nougatfabriek. In 1893 verhuisde ze met de fabricage naar het inmiddels leegstaande pand van margarinefabriek Verschure aan het Waterlooplein. Daar werd al snel, in 1895, het aantal ovens uitgebreid en ook een gasmotor aangeschaft om het deeg machinaal te kunnen mengen. Rond 1920 is ook noga aan het assortiment toegevoegd. Vanaf 1924 werden de producten van de fa de Hoog ook naar Nederlands-Indië (Indonesië) verscheept, en vanaf 1938 ook naar Suriname. Voor de koek was een speciaal procedé ontwikkeld waarbij de koek in ronde blikken verpakt kon worden en zo jaren vers bleef. Na het vertrek, in 1929, van de N.V. Verschure’s Margarinefabrieken uit Oosterhout kocht de firma de Hoog de leegstaande vetsmelterij van Verschure aan de Hoofseweg. Het plan was om hier eerst de nougatfabricage in onder te brengen waarna de koekfabriek later zou volgen. Door de crisis werd de verplaatsing van de koekfabriek vertraagd. In mei 1941 werd het westelijk deel en het kantoorverdieping van de fabriek aan de Hoofseweg door brand vernield. De grondstoffen in het oostelijk deel werden gelukkig gespaard. Het verwerven van het materiaal en machines was in deze oorlogsperiode een groot probleem. Toch kon in juni 1942 de eerste steen voor de wederopbouw worden gelegd. In 1948 kon in vrijheid het vijfenzeventig jarig bestaan worden gevierd. De aanvoer van grondstoffen was de eerste jaren nog wel beperkt. Rond 1975 werd het fabrieksterrein verkocht om plaats te maken voor stadsuitbreiding. Een aantal jaren later, in 1979, werd de productie van nougat en pepermunt overgeplaatst naar Manisan B.V. in Bergen op Zoom. Dit bedrijf was enkele jaren eerder door de Hoog overgenomen.
Smits - van Gils André Smits was geboren in Breda en had het vak van suikerbakker geleerd in Brussel. Na zijn opleiding trad hij in dienst van Bernard de Hoog. In 1882 trouwde hij met Wilhelmina van Gils en begon hij een eigen koek- en suikerbakkerij in een pandje aan de Klappeijstraat. Hieruit volgde een suikerwerk fabriek genaamd Smits van Gils. Door ziekte van de heer Smits kwamen er een aantal moeilijke jaren maar toch kon het echtpaar Smits – van Gils in 1896 een groter pand op de hoek Arendstraat / Kleine Braak betrekken. Het bedrijf bleek succesvol en in 1908 opende hij een filiaal op de Heuvel in Tilburg. In 1916 bouwde hij een flinke fabriek aan de Kleine Braak. Eind twintiger jaren werd het huis met tuin van Charles Fick aan de Keiweg gekocht. In de tuin werd een tweede fabriekspand gebouwd en de twee panden in de Kleine Braak werden met een luchtbrug verbonden. Bij het vijftig jarig bestaan in 1932 werkten er ruim 100 mensen voor Smits. Het assortiment werd onder verschillende namen op de markt gebracht, zoals: * drop onder de naam ‘de Liggende Kat’ * filmsterrollen en toffees onder de naam ‘Smitili. * nougat onder de naam ‘Valentia’.
1894 Piet Aarden begon met de receptuur van de enig echte Oosterhoutse kaneelstok
Schriek Gerrit Schriek, zoon van een vrachtrijder, was bij zijn huwelijk in 1861 te Moerdijk broodbakker en meelhandelaar van beroep. Zijn zoon Willem, die het bedrijf overnam, staat in 1897 als koekbakker in de registers vermeld. Diens zoon Gerrit moet, op 14-jarige leeftijd, het bedrijf van zijn vader na diens overlijden voortzetten. Hij wist het bakkersbedrijf uit te bouwen, zodat hij in 1927 de oude meelfabriek in Moerdijk als fabrieksruimte kon gaan gebruiken. Naast 10 tot 15 ton koek per jaar werden daar ook seizoensgebonden producten zoals taaitaai, pepernoten en speculaas geproduceerd. In deze periode werkte er wel 35 man. Bij de bevrijding van Nederland, in 1944, werd het bedrijf vernield en in 1947 wordt de productie verplaatst naar Den Dolder, en in de voormalige zeepfabriek ‘de Duif’ voortgezet. Het bedrijf blijft daar totdat het in 1956 verhuisde naar Oosterhout. Daar werd de oude kartonnagefabriek van Van der Aa aan de Kloosterstraat in gebruik genomen. Schrieks Koek bleef het langst bestaan. In 2000 werd het bedrijf overgenomen door Bolletje en is de productie in Oosterhout gestaakt. Bouwbedrijf Hazenberg heeft het fabriekscomplex verbouwd en er 16 woningen in gerealiseerd.
Jamin Cornelis Jamin (1850-1907) had in 1870 een chocolateriewinkel in Rotterdam. Hij maakte zijn chocola en suikerwerk zelf. De zaak liep goed; hij bouwde een fabriek en opende veel winkelfilialen. Hier verkocht hij zijn zelf gefabriceerde snoep, koek en ijs. Toen Cornelis Jamin in 1907 overleed, waren er in en om Rotterdam 50 Jamin-winkels. In 1918 telde het bedrijf 100 winkels, midden jaren '30 rond de 300. Toen na de Tweede Wereldoorlog de welvaart snel steeg, groeide het aantal winkels in de jaren ‘50 en ‘60 tot boven de 600. De fabriek van Jamin, waar alles gemaakt moest worden, werd daardoor te klein. Jamin zocht grond voor een nieuw te bouwen fabriek en vond, goedkope grond, in Oosterhout. De Jamin-fabriek verhuisde in 1957 van Rotterdam naar Oosterhout.
Jamin groeide aanvankelijk sterk. Het had zoveel personeel nodig dat het met bussen uit de verre omtrek moest worden aangevoerd. Bussen vol met Belgische meisjes kwamen elke dag op en neer. In de jaren zeventig wekten er ook gastarbeiders. Toch raakte het bedrijf in de jaren tachtig in de problemen. Een ingrijpende sanering, waarbij 200 winkels werden gesloten, kon niet voorkomen dat Jamin in 1985 toch failliet ging.
Rens Joosen In 1873 begon Firma Wed. Geerts en Co starten een suikerwaren fabriek in de Rulstraat. Het assortiment bestond uit wijnstokken, zuurstokken, wijnballen en kaneelstokken. De firma leverde destijds alleen aan de kermismarkt. Rens Joosen werkte van 1970 tot 1978 bij de firma Geerts. Eerst als boekhouder daarna als bedrijfsleider. De firma Geerts ging niet met zijn tijd mee, en Rens Joosen zag een nieuwe markt met veel mogelijkheden. Hij begon in 1978 zijn eigen fabriek, eerst klein in de Klappeijstraat, maar groeide snel uit tot een groot bedrijf met meerdere productlocaties. Zijn succes zat in zijn bedrijfsvoering; marktgericht werken. En steeds de vormgeving van zijn suikerwerken aanpassen aan de tijd en de vraag. Elk jaar bracht zijn bedrijf nieuwe producten op de markt. Ze leverden vooral aan kermissen maar ook de Hema en de Makro. Maar zaten door geheel Europa. In de jaren 80 had het bedrijf 35 mensen in dienst en met het kermis/evenementen seizoen liep dit op tot 70. Rens Joosen ging in 2005 met pensioen. Hij verkocht Rens Joosen Suikerwerken met de afspraak dat hij betrokken zou blijven. Helaas liep het anders en de fabriek ging in 2011 failliet. Op advies van Rens Joosen heeft Jan Harm Spijkervet het bedrijf Rens Joosen Suikerwerken gekocht. Rens werd aangesteld als adviseur en is verantwoordelijk voor het bewaken van de recepturen en de kwaliteit van de producten. Door de komst van een nieuwe eigenaar kreeg het bedrijf een nieuwe naam Holland Foodz. Dit bedrijf is tot op heden zeer succesvol.
In 1894 begon Piet Aarden met de productie van de enige echte Oosterhoutse kaneelstok
De Oosterhoutse kaneelstok Het recept van deze kaneelstokken komt oorspronkelijk van suikerwerkfabriek SIWEO, dat is een afkorting van de oprichter Sips van de Weijgert in Oosterhout. Dat is de oma van de heer A. A. van de Langh. De fabriek stond tegenover het B.B.A. station in Oosterhout. Oorspronkelijk is het bedrijf gestart in de Kloosterstraat. Ze maakten er verschillende soorten snoep. Ze waren gespecialiseerd in stuk-goed zoals: zuur- en kaneelstokken, karamels en chocolade figuren. Het bedrijf is in 1895 opgericht en in 1960 gesloten.
Literatuur: Oosterhout, niet van gisteren, p 367-369, 427-429 De lange weg van dorp naar stad. Industrialisatie in de gemeente Oosterhout 1800-1975 in: Jaarboek De Oranje boom jrg 1997, p 61-117 Jaarboek De Oranjeboom jrg 2013 is geheel gewijd aan suiker en suikerverwerkende industrie Profielwerkstuk Vera Smits en Amber van Beurden