verf&inkt magazine van de vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 12 - 2010
Brinkman (bouw): ‘Kabinet moet onzekerheid wegnemen’ Hans Wijers (AkzoNobel) gastspreker op jaarvergadering VVVF Nieuw VIB schiet doel voorbij Ons beroep op verf en drukinkt: De kleurentrainer De mens achter... Dick van Wijhe, oud-ondernemer en vader ván…
Pensioenfonds wil korting voorkomen Wabo: snelweg door vergunningenwoud moet 25 ‘oude’ vergunningen vervangen Wetgever steeds strenger voor fabrikant van drukinkt voor voedselverpakking
Al 20 jaar de verwerker van de afvalstoffen die vrijkomen bij de leden van de VVVF
Afvalstoffen Terminal Moerdijk BV Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk www.atmmoerdijk.nl Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270 Contactpersoon: John van den Berg (06-51422067) ATM is een
bedrijf.
ons beroep op verf & inkt Kleurentrainer Leo Faasen (PPG):
‘Ik wil de Na de schilderschool, een managementopleiding en interieurarchitectuur is Leo Faasen (1955) inmiddels 26 jaar bij Sigma Coatings (PPG) in dienst als colourtrainer/designer. Hij verzorgt workshops, lezingen en gastcolleges over kleur en vorm en de toepassing ervan voor uiteenlopende doelgroepen en doeleinden. Zijn toehoorders zijn studenten, schilders, architecten en beslissers uit diverse branches. Daarnaast is hij betrokken bij de input van tendensen en trends in de markt voor verfmerken. Hij ondersteunt en adviseert bij Sigma Coatings alle (verkoop)afdelingen die een beroep op hem doen.
“
Ik heb bij PPG min of meer mijn eigen tokootje. Zit in een bevoorrechte positie en mag als het ware mijn eigen hobby etaleren. En krijg dus een zekere mate van vrijheid, al weten mijn collega’s me heus wel te vinden als iets niet goed gaat. Bij een lezing komt het verhaal rond kleur en kleurgebruik meestal pas tegen het eind aan bod. Eerst praten over de zielenmens en de beleving, dan komt kleur vanzelf wel, is mijn insteek. Immers, kleur is beleving en emotie. Ik pro-
verf&inkt 12 - 2010
beer mensen ook uit te dagen wat betreft kleurgebruik in hun kleding. Mijn boodschap: kleuren vertellen een verhaal, dus durf te verhalen!” “Er zijn heel veel mensen, zelfs vaklieden, die de essenties van de kleurtaal onvoldoende beheersen. Met name als het gaat om kleurnuances, worden fouten gemaakt. Vooral met de kleurdimensie lichtheid, het wit-zwartgehalte, wordt onvoldoende bewust afgewogen wat de gevolgen zijn. Kijk
In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf & drukinkt van doen hebben en daarover enthousiast vertellen. Deze keer: de kleurentrainer.
ziel van
een ruimte voelen’
naar de natuur. Die biedt ons in al zijn jaargetijden vele vormen van groen, maar de meeste mensen zien ze niet meer. Wat dat betreft is het net als het eten van tegenwoordig: men is vaak niet meer in staat te zeggen wat voor ingrediënten er allemaal in de maaltijd zitten. Meestal is dat ook het geval met het waarnemen van kleur: we zien vaak niet meer wat we zien.” “Gebouwen staan tegenwoordig soms zo dicht op elkaar dat er een soort energie ontstaat die wringt. Authentieke stadsdelen vind ik meestal goed uitgebalanceerd. Kijk maar naar de grachten van Amsterdam. Dat heeft ook alles te maken met de samenhang in de maatvoering. Ze zijn gebouwd met behulp van wetmatigheden in de architectuur. Met kleur is dat net zo. Ook daarbij gaat het om samenhang. Het is als het componeren met noten waarmee je een mooi muziekstuk maakt. Dat vind ik de essentie van mijn vak. Respecteer je in kleur ook geen wetmatigheden, dan ontstaan dissonanten.” “Als mij om kleuradvies wordt gevraagd, wil ik eerst de ziel van een ruimte voelen, de gebruikers, de sfeer, de functie, alles doet mee. Een school is weer heel anders dan een gebouw in de gezondheidzorg. Of neem de balkonplaten of hekwerken van een flatgebouw. Gaat het om de kleurbepaling, vraag je dan eerst en vooral af waar de krachten van de architectuur zitten en waar de accenten moeten komen te liggen. En wat je met een bepaalde kleurstelling veroorzaakt. Rode draad in mijn lezingen is dat ik mensen probeer wakker te schudden. En dat ik ze leer kijken en na te denken. Al blijft smaak heel persoonlijk. Kies maar iets lichts, dan lijkt het ruimer, wordt vaak gezegd. Maar voor wie, voor bezoekers zodat het lijkt alsof je huis groter is? Zelf vind ik elke kleur mooi, maar niet onder elke omstandigheid. Het gaat erom in welke context je kleur toepast. Een shirt kan nog zo mooi zijn, maar het gaat er ook om hoe je je shirt combineert met je kostuum, riem, sokken en schoenen, ja zelfs de bril is een onderdeel van het geheel! Te k s t : A n t o n S t i g Foto: Pet van de Luijtgaarden
”
3
colofon
Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt zes keer per jaar. Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden. Redactie Peter Boorsma, Jos de Gruiter (hoofdredactie), Annet Huyser, Dorine van Kesteren, Hans Klip en Anton Stig Redactieadres Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam 070 3378734
[email protected] Redactieraad Nienke Groen, Ingeborg van Honschooten, Anja Jessurun, Michel Kranz, Bianca Maton, Leo Reichert, Eli Roodbeen, Frank Somers en Martin Terpstra Vo r m g e v i n g GrafischeZaken, Den Haag
inhoud
12 - 2010
Bouw in mineur De afzetmogelijkheden van de verfindustrie zijn in hoge mate afhankelijk van de ontwikkelingen in de bouw. Dat blijkt nu, in crisistijd, nog maar eens overduidelijk. Voorzitter Elco Brinkman van Bouwend Nederland noemt onzekerheid de belangrijkste oorzaak van de stagnatie. “Over de onderliggende situatie ben ik niet somber, maar iedereen wacht op iedereen.” Het nieuwe kabinet moet die onzekerheid snel wegnemen, bepleit hij. “Dat is in feite nog belangrijker dan de vraag welke maatregelen daar bij horen.” Pagina 10
Snelweg door het vergunningenwoud Op 1 oktober is het zover en vervangt de Wabo maar liefst 25 andere vergunningen. Alsof een stelsel van bospaden door het vergunningenwoud wordt vervangen door een snelweg met heldere bewegwijzering. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moet een eind maken aan tegenstrijdige voorschriften en het van het kastje naar de muur sturen van ondernemers. Volgens Jan van den Broek (VNO-NCW) is de Wabo nog maar het begin. “De Wabo heeft de overheid doen inzien dat het allemaal wel heel ingewikkeld is geworden voor bedrijven.” Pagina 14
Druk Deltahage, Den Haag Advertentie-acquistitie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS Den Haag Telefoon 070 3234070
[email protected] © VVVF Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF. De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
4
Voedsel, verpakking en drukinkt Het wordt er voor bedrijven die drukinkten voor voedselverpakkingen maken niet gemakkelijker op. Zij moeten bij de samenstelling voldoen aan strikte voorwaarden. Chris Middelburg van mondiaal marktleider Sun Chemical hamert op het belang van een goede communicatie in de keten. “Door helder met elkaar over eisen te communiceren zorg je voor een juiste toepassing van grondstoffen.” Pagina 28
voorwoord
Vertrouwen
Verder in dit nummer: 3 Ons beroep op verf & inkt: de kleurentrainer 5 Voorwoord 7 Branchenieuws 13 Blik op 16 Korhorn renoveert 18 De mens achter… Dick van Wijhe 20 Netwerk brengt MKB bij EU-kennis 23 Janice Robinson, nieuwe CEPE-directeur Product Regulations 24 Gispen en Akzo richten ‘Verrekijker’ in 27 Gespot 30 Gekleurd Verleden: de VVVF 33 VIB schiet doel voorbij 34 VVVF-nieuws
Het heeft er alle schijn van dat de heren Rutte, Verhagen en Wilders nog aan het onderhandelen zijn als dit nummer op uw bureau ligt en dat is zorgwekkend. Ik hoop dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor de val van het laatste kabinetBalkenende zich nog eens achter de oren krabben en zich afvragen of de prijs die we als samenleving betalen voor hun politieke besluit van begin dit jaar, niet aan de hoge kant is. Ons land dreigt af te glijden naar een toestand van onbestuurbaarheid en dat is juist in de huidige omstandigheden ontoelaatbaar. Van politici mag taxatievermogen en verantwoordelijkheidsbesef worden gevraagd. Voorzitter Elco Brinkman van Bouwend Nederland geeft in een interview op de volgende pagina’s weer wat de gevolgen zijn van stagnerend beleid. Onzekerheid en onduidelijkheid en het achterwege blijven van stimulerende beleidsmaatregelen hebben de woningmarkt en de bouw lamgelegd. Met alle gevolgen van dien voor de continuïteit van bedrijven en de werkgelegenheid. Onnodig te zeggen dat de verfindustrie daarin wordt meegezogen. Ik kreeg juist de cijfers over het eerste half jaar van 2010 onder ogen en die zijn veelzeggend: waar de export lijkt aan te trekken (plus 25 procent ten opzichte van de eerste helft van 2009) blijft de binnenlandse afzet achter: ten opzichte van een toch al slecht 2009 daalde ze nog eens met één procent. De daling in de sector bouwverven is nog navranter: min drie procent ten opzichte van het slechte eerste half jaar van 2009. Dat achterblijven van de binnenlandse afzet van onze bedrijfstak lijkt me een duidelijk signaal voor de politiek. Als voorzitter van een belangenvereniging van verf én drukinkt vraag ik verder graag aandacht voor het artikel binnenin over de uitdagingen van de drukinktindustrie, die producten moet leveren waarmee fabrikanten van voedingsmiddelen hun artikelen aan te bieden in informatieve en veilige verpakkingen. Voedselveiligheid is een belangrijk goed, waar overheid en consumenten terecht hoge eisen aan stellen. Het is een goede zaak dat wij als industriële keten het belang daarvan inzien en in goede samenwerking bewijzen dat het vertrouwen van de consument bij ons in goede handen is. Ik zou bijna zeggen: de politiek kan nog iets van ons leren. Marlies van Wijhe, voorzitter VVVF
verf&inkt 12 - 2010
5
branchenieuws
Bestuur pensioenfonds:
Hoorn subsidieert kleuronderzoek De gemeente Hoorn wil eigenaren van monumentale panden in Hoorn, Zwaag en Blokker stimuleren om hun pand de kleuren te geven die passen bij de periode waaruit het pand dateert. Daarmee worden de individuele karakters van de gevels benadrukt en ontstaat er een gevarieerder straatbeeld. Daarom is een subsidieregeling in het leven geroepen die de kosten voor kleuronderzoek in combinatie met een schilderbeurt kan vergoeden. Hoorn kent op dit moment een soort ‘algemene kleurstelling’ op buitengevels, kozijnen, ramen en deuren. Voor de ramen wordt veel groen gebruikt en crème-geel op de kozijnen en goten. Op zich heeft de gemeente geen bezwaar tegen deze kleuren, maar hiermee wordt de historisch gegroeide gelaagdheid van de stad onvoldoende recht gedaan, zo meent het gemeentebestuur. Met een praktisch kleurenonderzoek wordt vastgesteld of er nog oude verflagen aanwezig zijn op kozijnen, ramen, goten en muren van historische panden. De resultaten van dergelijk onderzoek kunnen aanleiding zijn om voor andere kleuren te kiezen, die passen bij de architectuur van het pand en de periode waarin het gebouwd is. ‘Met elke schilders- en onderhoudsbeurt verdwijnen oude verflagen die iets kunnen vertellen over de historie en het kleurgebruik van Hoornse monumenten in vroegere tijden’, aldus de gemeente: ‘Onder druk van garantieregelingen worden tegenwoordig gootlijsten, kozijnen, ramen en deuren bij onderhoudsbeurten geheel kaal gehaald. In veel gevallen zijn alle oude verflagen inmiddels al verwijderd. Onderzoek is nu dus noodzakelijk, bij verder uitstel zijn de historische gegevens simpelweg niet meer aanwezig.’
verf&inkt 12 - 2010
Alles doen om korting te voorkomen Het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Verf- en drukinktindustrie zal de komende maanden in overleg met toezichthouder De Nederlandsche Bank onderzoeken of er voor het financieel herstel van het fonds inderdaad nadere maatregelen noodzakelijk zijn per 1 januari 2011. Het bestuur zal daarbij alles doen wat in zijn vermogen ligt om korting op de pensioenuitkeringen te voorkomen. Zo reageert het bedrijfstakpensioenfonds op het bericht van minister Donner (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dat veertien pensioenfondsen een te lage dekkingsgraad hebben en daarom op korte termijn ‘ingrijpende maatregelen’ moeten nemen. De minister sloot korting op de pensioenuitkeringen niet uit. Pensioenfondsen moeten beschikken over voldoende middelen om de uitkeringen aan hun deelnemers te kunnen garanderen. Nagenoeg alle fondsen beleggen daartoe het ingelegd vermogen. Als gevolg van de financiële crisis, waardoor de beurskoersen wereldwijd kelderden, daalde de waarde van de beleggingsportefeuille. De financiële positie van een fonds wordt mede bepaald door de zogenoemde dekkingsgraad. Dat is een indicatie van de financiële gezondheid van een fonds. Ze geeft aan hoeveel vermogen een fonds op enig moment heeft ten opzichte van alle uit te keren huidige en toekomstige pensioenen. Net zoals andere pensioenfondsen is het pensioenfonds van de verf- en drukinktindustrie verplicht om een dekkingsgraad van minimaal 105
procent te hebben. Dat betekent dat voor iedere euro die nu en later aan pensioen wordt uitbetaald, het fonds 1,05 euro in kas moet hebben. Eind juli was de geschatte dekkingsgraad 86,6 procent. Omdat het fonds sinds het uitbreken van de crisis niet aan de vereiste dekkingsgraad voldoet, heeft het bestuur een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank. DNB heeft dit herstelplan goedgekeurd. Dit betekent dat zij zich kan vinden in de manier hoe het fonds wil terugkomen op deze 105 procent. Omdat het herstel minder snel verloopt dan voorzien in het herstelplan, moet het, zo heeft Donner laten weten, op korte termijn ingrijpende maatregelen treffen. Overigens zet bestuursvoorzitter Dick Sluimers van de Algemene Pensioen Groep vraagtekens bij de juistheid van de bestaande waarderingsmethode. Door een wijziging van de Pensioenwet in 2006 loopt de boekhoudkundige waardering van de pensioenverplichtingen zeer sterk op als de rente daalt. Dat komt omdat de wet pensioenfondsen verplicht boekhoudkundig te doen alsof de actuele rente (die nu historisch zeer laag is) ook de komende jaren zo blijft en daarmee de (theoretische) verdiencapaciteit van pensioenfondsen ernstig beperkt. Volgens Sluimers zijn pensioenfondsen in 2010 rijker geworden, maar boekhoudkundig niet. “Dat lijkt niet erg logisch”, vindt hij, “en eerlijk gezegd is het dat ook niet. De boekhoudkundige invloed van de rente is door de nieuwe Pensioenwet veel te groot geworden en vertroebelt de blik op de financiële werkelijkheid van de pensioenfondsen.”
Nieuwe eigenaar SchildersVakkrant
Verfkwast met veel kunststof haar
Sinds 1 juli maakt de SchildersVakkrant deel uit van Eisma Business Media, zo werd eind juni bekend. De Friese uitgever kocht zestien titels van vakbladen en websites in verschillende sectoren van uitgever Reed Business. Reed Elsevier, waarvan Reed Business deel uitmaakt, wil zich concentreren op kernactiviteiten zoals het organiseren van internationale beurzen en congressen, het uitgeven van wetenschappelijke tijdschriften en websites, het beheer van databanken en het opzetten van innovatieve websites. In die strategie is geen plaats meer voor meer traditionele uitgeefactiviteiten zoals het maken van journalisitieke bladen, websites en nieuwsbrieven voor kleinere branches. En dat is nu juist wél de kernactiviteit van Eisma Business Media.
PGZ Retail Concept brengt binnenkort een verfkwast op de markt waarvan de borstel driemaal zoveel haren heeft als gebruikelijk. Volgens de fabrikant zijn de haren vervaardigd van een unieke kunststof. Daardoor zou de kwast geschikt zijn voor alle soorten verf. Bovendien behoudt de kwast zijn vorm en laat hij zich makkelijk reinigen, zowel met water als met terpentijn. PGZ Retail Concept stelt dat de kwast geen haren verliest, dat de borstel goed opneemt en dat de verf beter vloeit en dekt dan bij een traditionele borstel. De steel van de verfkwast is van hout. Hij wordt vanaf september verkocht onder de merknaam SAM met als type-aanduiding R7. PGZ Retail Concept is een dochtermaatschappij van PGZ International in Houten, België.
7
Caldic, distributeur in de verf -en coatingindustrie levert alle ingrediënten die uw verf nodig heeft. Wij vinden samen met de producent oplossingen op maat.
Caldic levert in grote én kleine hoeveelheden Caldic denkt mee Caldic vertegenwoordigt o.a.: CYTEC INEOS Silberline SÜD-CHEMIE
Wilt u met ons sparren, meer informatie of een offerte? Kijk op www.caldic.com of stuur een e-mail naar
[email protected], wij nemen direct contact met u op.
Optimaal natvermalen van uw pigmenten, coatings en inkten. Dankzij de DYNO®-MILL maalmolens van Willy A. Bachofen AG Machinenfabrik.
• • • •
hoge efficiëntie optimale energiebenutting hoge maalcapaciteit lage “cost-of-ownership”
DYNO®-MILL ECM Poly
Eskens Benelux B.V. T: +31 172 430181
[email protected]
afvullen dispergeren doseren engineren homogeniseren malen mengen mixen persen pompen regenereren reinigen verpakken verwarmen zeven
Eskens Benelux N.V. T: +32 15 451500 www.eskens.com
Al meer dan 110 jaar uw vertrouwde servicepartner! ESKENS_ADV_0810.indd 1
8/16/10 11:43:50 AM
branchenieuws
AkzoNobel: voorzichtig optimistisch Uitgelopen verfblik Om het vijfjarige bestaan van de Levis Ambiance Mix Collectie te vieren pakte het Belgische verfmerk Levis (onderdeel van AkzoNobel Paints Belgium) uit met een stunt op de parkeerplaats van het Waasland Shopping Center in Sint Niklaas. Op een bestaande verlichtingspaal werd acht meter boven de grond een enorme Levis verfpot gemonteerd die lijkt te zweven. De paal zelf werd rood ingekleurd. Onder aan de verlichtingspaal, op het wegdek en het trottoir, werd een grote rode vlek geplakt. Daardoor werd de indruk gewekt dat er rode verf uit het blik stroomde over het parkeerterrein. De Ambiance Mix Collectie lanceert tweemaal per jaar nieuwe thema’s met achttien corresponderende kleuren ‘die de tijdsgeest vatten’. De themacollecties zijn bedoeld om consumenten te inspireren en te tonen welke tinten te combineren zijn. De actie wordt door Levis als een zogenoemde ‘guerillastunt’ betiteld: de stunt verdwijnt even snel als hij opduikt, waardoor mensen er over gaan praten.
AkzoNobel boekte in het tweede kwartaal een omzetstijging van dertien procent (vijf procent positief effect van valutaomrekeningen). Tevens maakte de onderneming bekend de doelstelling van veertien procent EBITDAmarge aan het einde van 2011 nu al gerealiseerd te hebben. In de groeimarkten werden sterke omzetstijgingen gerealiseerd. Bij Decorative Paints steeg de omzet met acht procent, voornamelijk als gevolg van goede posities in deze groeimarkten, waar de onderneming sneller groeit dan de markt, vergeleken met lagere of negatieve groei in de volwassen markten. Zowel Performance Coatings als Specialty Chemicals boekten omzetstijgingen met dubbele cijfers (respectievelijk negentien en veertien procent), vooral door hogere volumes.
De EBITDA voor het tweede kwartaal bedroeg 614 miljoen euro, 21 procent hoger dan in 2009. De nettowinst nam toe met 76 procent tot 273 miljoen euro. Tijdens het kwartaal kondigde AkzoNobel naast een omzettarget voor China van drie miljard dollar in 2015 en de voltooiing van de overname van de poedercoatingsactiviteiten van Dow Chemical Company ook de verkoop aan van National Starch ter waarde van 1,3 miljard dollar, waarmee de desinvesteringen van niet-kernactiviteiten van voormalige ICI-bedrijfsonderdelen worden voltooid. Hoewel het duidelijk een goed kwartaal was, blijft AkzoNobel behoedzaam over de snelheid en duurzaamheid van het economisch herstel. Desondanks blijft de onderneming voorzichtig optimistisch over de vooruitzichten voor de rest van het jaar.
Verf Advies Centrum zoekt innovaties voor duurzaam onderhoud Het Verf Advies Centrum roept partijen in het onderhoud op een innovatief idee, product of dienst aan te melden die/ dat behulpzaam kan zijn bij het verduurzamen van onderhoud. Het centrum denkt daarbij aan schoonmaakmiddelen, reparatiemiddelen, verven, kitten, voorbehandelingstechnieken en specifieke reinigingstechnieken. De vraag past in het pilotproject duurzaam onderhoud dat dezer dagen van start gaat. Het Verf Advies Centrum verzamelde veertig opdrachtgevers en onderhoudsbedrijven voor dit
experiment op het gebied van duurzaamheid. Voor twintig schilder-/onderhoudsprojecten wordt zowel een ‘normale’ als een ‘duurzame’ planning gemaakt. Daarbij wordt gekeken naar zaken als werkmethodes, materiaalkeuzes en aantallen voertuigbewegingen rond de onderhoudsklus. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Johan Glorie bij het Verf Advies Centrum, of via de LinkedIn Groep Schilderwerk, onderhoud, innovatie.
Baril Coatings AkzoNobel internationaliseert versterkt portfolio verder Packaging Coatings Baril Coatings en HP Spartacote hebben Spartacote International opgericht. Door de nieuwe samenwerking zal het bedrijf de exclusieve buitenlandse productie- en distributietak buiten Noord-Amerika vormen voor de gepatenteerde coatingproducten voor betonvloeren van HP Spartacote. Momenteel produceert HP Spartacote gepatenteerde polyaspartic vloercoatings onder exclusieve licentie in de Verenigde Staten. De internationale octrooirechten van deze technologie zijn in handen van Baril Coatings in ‘s-Hertogenbosch. Baril Coatings bezit verschillende productie- en distributiecentra over de hele wereld, waarvan één in de Verenigde Staten. Het bedrijf produceert deze technologie onder de merknaam Dual Cure Chemistry (DCC).
verf&inkt 12 - 2010
AkzoNobel is de overname overeengekomen van de wereldwijde activa van de Zweedse onderneming Lindgens Metal Decorating Coatings & Inks, met inbegrip van hun meerderheidsbelang in de Server Boya joint venture in Turkije. De overname voegt technologie en deskundigheid toe aan de eigen Packaging Coatings-activiteiten van AkzoNobel, in het bijzonder wat betreft het bedrukken van de buitenkant van tweedelige metalen verpakkingen. Lindgens werd opgericht in 2005. Het bedrijf realiseerde in 2009 een omzet van 25 miljoen euro. Lindgens fabriceert en verkoopt complete systeemoplossingen voor coatings en inkt voor de metalen verpakkingsindustrie.
9
interview
Bouw stagneert door onduidelijkheid
Brinkman:
‘Maak snel einde aan onzekerheid’ De afzetmogelijkheden van de verfindustrie zijn in hoge mate afhankelijk van de ontwikkelingen in de bouw. Als het daar slecht gaat, hebben grote delen van de verfindustrie het moeilijk. Dat blijkt nu, in crisistijd, nog maar eens overduidelijk. Voorzitter Elco Brinkman van Bouwend Nederland noemt onzekerheid de belangrijkste oorzaak van de stagnatie. “Over de onderliggende situatie ben ik niet somber, maar iedereen wacht op iedereen.” Het nieuwe kabinet moet die onzekerheid snel wegnemen, bepleit hij. “Dat is in feite nog belangrijker dan de vraag welke maatregelen daar bij horen.” Te k s t : J o s d e G r u i t e r Foto: Pet van de Luijtgaarden
10
In veel bedrijfstakken heerst voorzichtig optimisme. De orderportefeuille heeft weer enige omvang en de resultaten herstellen zich. Boven de markt zweeft nog de vrees voor een tweede economische terugval, waardoor sprake zou zijn van de zogenoemde ‘double dip’, maar die angst is niet prominent aanwezig. Uitzondering is de bouw. Tegenover een productiestijging van twee procent in grote delen van het bedrijfsleven kromp de productie in de bouw met maar liefst zestien procent ten opzichte te van de eerste drie maanden van 2009. Dat was de grootste productiedaling sinds de Tweede Wereldoorlog en een grotere daling dan analisten hadden verwacht. Directeur Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), die de cijfers in juli presenteerde, leverde bij die gelegenheid kritiek op de ontoereikende stimuleringsmaatregelen van het kabinet. “Bedrijven moeten vrijwel meteen met bouwen beginnen om voor steun in aanmerking te komen. Als de eerste paal niet snel genoeg de grond in gaat, moeten ze terugbetalen en het gaat om grote bedragen”, liet hij optekenen. Door de crisis verliest de sector maar liefst 40.000 arbeidsplaatsen, verwacht het EIB. Voorzitter Elco Brinkman van belangenvereniging Bouwend Nederland noemde de cijfers ‘abnormaal’. “Er is genoeg behoefte aan bouwactiviteiten. We hebben niet, zoals Spanje en Griekenland, te maken met een luchtbel. In Spanje staan 900.000 tweede huizen te koop. Hier hebben we nog 3,2 miljoen woningen uit de tijd van de wederopbouw, die niet aan de eisen van de moderne tijd voldoen. De vervangingsbehoefte is dus groot. Het probleem is dat iedereen afwacht.” Nieuwe ellende In het Zoetermeerse hoofdkantoor van Bouwend Nederland wil Brinkman best een nadere toelichting geven. Hij doet dat vanuit zijn werkkamer, met uitzicht op de groeikern, die in 40 jaar transformeerde van een rustiek dorp met 9.000 inwoners tot de zestiende stad van Nederland, waar inmiddels meer dan 120.000 mensen wonen. Het monotone dreunen
Brinkman: “We pleiten voor verlaging van de btw op onderhoud of om de kosten van onderhoud fiscaal aftrekbaar te maken. In onze buurlanden heeft die maatregel een positief effect, maar hier schijnt alles altijd anders te moeten”
interview van de heimachine is er vrijwel nooit verstomd. Een inspirerende plek dus voor een bouwer. Maar de bouw ligt stil. Gemeenten schorten bouwprojecten op omdat de grondinkomsten dramatisch teruglopen en de consument houdt de hand op de knip. De oud-bewindsman en -CDA-leider is iets verlaat door een uitlopend bezoek aan de onderhandelaars op het Binnenhof. Want daar moet het vandaan komen, maakt hij duidelijk. “Natuurlijk is er sprake van een crisis, maar het uitblijvende herstel in de bouw is voor een belangrijk deel veroorzaakt door voortdurende onzekerheid over het kabinetsbeleid. Begin dit jaar zagen we dat er weer orders binnenkwamen, maar die ontwikkeling stopte rigoureus na de val van het kabinet. Er ontstond onzekerheid over het beleid, waardoor iedereen op zijn handen ging zitten.” De bouwvoorzitter heeft “enige hoop” dat er weer iets gebeurt als er snel een kabinet aantreedt dat duidelijkheid verschaft. “Dan kan het best zo zijn dat we nog wel eens de wenkbrauwen fronzen over de aard van de maatregelen, maar dan is in elk geval de periode van onzekerheid voorbij.” Hij is niet te verleiden tot een uitspraak over de vraag welke coalitie zijn voorkeur had, maar hoe de samenstelling van het kabinet ook is, de bouwsector moet wel als serieus onderwerp op de agenda komen, vindt hij. “Er zijn geen politici die de bouw helemaal niet zien staan, maar het relatieve gemak waarmee in de aanloop naar de verkiezingen is gezegd dat het allemaal wel een onsje minder kan, vond ik verbazingwekkend. Als je weet dat één woning goed is voor twee arbeidsjaren en er nu 25.000 tot 30.000 woningen minder worden gebouwd, dan stel ik vast dat het geen gratis discussie is. De bouw is goed voor zes procent van het bruto binnenlands product, dus dat is niet gering.” Merkwaardige stilstand De toon van het gesprek is gezet en die toon is door het gesprek heen tamelijk somber. Toch is de verwachting voor de iets langere termijn tamelijk zonnig. In 2011 zal de productie stabiliseren, voorspelt het EIB, maar op middellange termijn (2012-2015) zal de bouwproductie stevig herstellen, voorziet het instituut. Het aantal opgeleverde woningen zal geleidelijk toenemen van 62.000 in 2010 en 2011 naar 73.000 in 2015. Brinkman: “Het EIB heeft daarbij wel de kanttekening gemaakt dat de prognoses negatief beïnvloed kunnen worden door de manier waarop de overheid haar budgettaire problemen wil oplossen. Niet alleen de omvang van de bezuinigingen is dan van belang, maar ook de vraag waar ze neerslaan. Als de bezuinigingen worden gezocht in elementen die de woonlasten verhogen, dan moet rekening gehouden worden met de negatieve effecten daarvan op de woningmarkt. Dat betekent dat er bovenop de ellende die het EIB voorspelt nog nieuwe ellende kan komen.” “Als je kijkt naar de onderliggende behoefte aan nieuwe woningen en aan renovatie van woningen, dan moet je vaststellen dat er de komende jaren een vrij constante stroom aan opdrachten kan zijn. We hebben in dit land dik zeven miljoen woningen. Die vragen minstens zoveel aandacht als de pakweg 75.000 nieuwe huizen die we elk jaar bouwen. Er zijn ruim drie miljoen woningen uit de periode van wederopbouw. Je kunt een jaartje wachten, maar die moeten op enig moment worden aangepakt. Er moeten verouderde onderdelen vervangen worden, maar
4
verf&inkt 12 - 2010
11
interview
kent dat voor mij? Onzekerheid werkt verlammend.” door het stijgen van de welvaart hebben we ook behoefte aan woningen die iets meer ruimte en comfort bieden dan we in de jaren vijftig en zestig normaal vonden. Verder moeten de woningen duurzaam gemaakt worden en vraagt de vergrijzing om woningen die geschikt zijn voor bewoning door ouderen. Het is dus niet zo dat er geen werk ligt te wachten.” Of dat werk kan worden aangepakt hangt echter van diverse factoren af. Voor veel daarvan zijn de verschillende overheden verantwoordelijk, benadrukt hij. “Op het ogenblik zit iedereen op iedereen te wachten. We zijn een beetje in een sfeer terechtgekomen waarin we alle risico’s willen mijden. De corporatie zegt: ik kom niet rond bij de bank, de bank zegt: ik zou wel willen maar ik moet van de overheid meer geld in kas houden. Het pensioenfonds zegt: ik zou wel willen maar door alle regelgeving levert een investering in woningen niet veel op en ik moet garanderen dat ik mijn deelnemers kan blijven betalen. Zo dekt iedereen zich in. Aan de andere kant biedt de overheid garanties als de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en de WSW (garanties aan financiers die woningcorporaties leningen verstrekken voor onder meer sociale woningbouw), maar trekt ze zich terug omdat ze moet bezuinigen. En gemeentebesturen kijken ook naar hun portemonnee, dus die knappen de woonbuurt alleen op als er heftig wordt geklaagd. Je ziet dus een soort angst in de markt, waardoor er een merkwaardig soort stilstand is ontstaan.” Intellectueel gedachtespinsel Om het vliegwiel weer op gang te krijgen moet het nieuwe kabinet snel maatregelen treffen, vindt hij. Of juist achterwege laten. “De politiek heeft het noodzakelijke debat over herziening van de woningmarkt al een aantal kabinetsperiodes voor zich uit geschoven. Het echte probleem in de woningmarkt is dat veel mensen in een woning zitten waarvoor ze te weinig betalen, het zogenoemde scheefwonen. Dat gaat alles bij elkaar om zo’n zes- tot zevenhonderdduizend mensen. Dat telt wel door. Op het moment dat zij hun woning zouden vrijmaken en er woningen komen waarin zij willen gaan woningen, dan gebeurt er iets. Dan komen vraag en aanbod dichter bij elkaar. De woningmarkt is in de loop der jaren van allerlei instrumenten voorzien waardoor de echte prijs van een woning niet meer zo zichtbaar is. Dat zul je moeten herzien.” Had het kabinet meer voor de bouw kunnen doen in de crisistijd? “In de crisistijd heeft het kabinet wel een paar besluiten genomen, zoals de crisis- en herstelwet waardoor procedures konden worden bekort en er is geld beschikbaar gesteld voor zaken als woningisolatie. Verder zijn er middelen vrijgemaakt voor corporaties en gemeenten om vastgelopen plannen toch tot ontwikkeling te brengen, maar door de heersende onzekerheid is een deel van dat geld niet eens besteed. Mensen zijn terughoudend en wachten af. Het is een taak van de overheid om die onzekerheid weg te nemen. Het verhogen van de limieten van de Nationale Hypotheek Garantie was een maatregel in de goede richting, maar die loopt nu al weer af. Ik zou zeggen: continueer die maatregel
12
‘Het is niet zo dat er geen werk ligt te wachten’ en stel de grens op 500.000 euro. Ik pleit er niet voor dat de overheid met miljarden terugkeert in de woningmarkt, maar het aardige van garantieregelingen is nu juist dat ze in de praktijk weinig kosten omdat er beperkt een beroep op wordt gedaan, maar als signaal zijn ze heel belangrijk.” “Voor het functioneren van de woningmarkt en de economie als geheel is het heel belangrijk dat mensen bereid zijn geld in hun woning stoppen. Er is in de verkiezingstijd een soort ideologisch debat ontstaan over de vraag waarom overheden het eigenwoningbezit zouden moeten bevorderen. We zouden een neutraal beleid moeten voeren, hoor ik dan. Maar dat is een intellectueel gedachtespinsel. Laten we blij zijn dat veel mensen hun eigen geld of dat van hun overleden tante of van de bank in hun woning stoppen. Dan hoef je je daar als overheid niet meer om te bekommeren. Bovendien wordt makkelijk voorbijgegaan aan het feit dat eigenwoningbezit een vorm van vermogensopbouw is die bijdraagt aan economische ontwikkeling. Inderdaad, er staan tegenover die vermogens ook schulden en die moeten we via aflossing verminderen. Maar de onderliggende waarde van vastgoed is iets van ons allemaal. Net zo goed als we een pensioensysteem hebben waar geld in zit. En omdat we iets achter de hand hebben, kunnen we iets consumeren.” Dus altijd afblijven van de hypotheekrenteaftrek? “Onzekerheid over de toekomst van de hypotheekrente-aftrek heeft onmiddellijk gevolgen voor de huizenprijzen. Dat leidt ertoe dat mensen het onderhoud gaan uitstellen, want de dagelijkse boodschappen moeten ook gedaan worden en het belemmert de doorstroming. Ik verwacht niet dat de daling van huizenprijzen vreselijk groot zal zijn als de hypotheekrenteaftrek wordt afgeschaft of aan maxima gebonden, maar je zult maar een huis hebben gekocht voor 350.000 euro en ermee geconfronteerd worden dat je het voor niet meer dan 325.000 euro kunt verkopen. Dat is op dat moment een substantieel bedrag. Dus mijn advies is steeds geweest: blijf af van de hypotheekrenteaftrek. Je merkt de effecten al als er alleen maar over wordt gepraat. Sinds de val van het kabinet is het een gespreksthema en meteen zie je dat iedereen afwacht: gaat het links, rechts of door het midden en wat bete-
En de enkeling die ondanks de onzekerheid durft te kopen, vangt bot bij de bank. “Ook daar kan een kabinet iets aan doen. Ik kan me iets voorstellen bij de boodschap dat er minder geleend moet worden, maar als banken en pensioenfondsen extra buffers moeten aanleggen en de consument wordt verteld dat hij dan maar iets meer moet betalen voor zijn geld, dan krijg je dus geen steen extra, maar je bent toch duurder uit. Dat is een opeenstapeling van risicomijdende maatregelen. Alsof een economie zonder risico’s bestaat. Het is net of we zeggen: als de banken, de pensioenfondsen en de corporaties elk hun risico’s hebben uitgebannen, dan komt alles voor elkaar. Maar zo is het niet. In een economie grijpt alles in elkaar. Waarmee ik niet wil zeggen dat we alles dus maar op het bordje van de overheid moeten leggen.” Maar de overheid zou wel meer kunnen doen om het onderhoud aan huizen te stimuleren. “Met een aantal branches trekken we samen op in de richting van het kabinet om te pleiten voor verlaging van de btw op onderhoud of om de kosten van onderhoud fiscaal aftrekbaar te maken. In onze buurlanden heeft die maatregel een positief effect, maar hier schijnt alles altijd anders te moeten. En als het echt anders moet: voor stimulering van het monumentenbezit bestaat een revolving fund. Zoiets zou je ook in het leven kunnen roepen voor groot onderhoud aan de particuliere woning. Voordelige leningen zouden ook kunnen helpen. In plaats van een nieuwe ronde stadsvernieuwingsubsidie bijvoorbeeld.” Is er geen angst voor fraude? In het verleden zou gesjoemeld zijn met de aftrekbaarheid van onderhoud. “Die angst schijnt inderdaad te leven. Maar dan praten we over de jaren zeventig. We zijn inmiddels veertig jaar verder en je krijgt in de eerste de beste patatkraam een btw-bon. En de fiscus controleert de computer van de eigenaar van de patatkraam of het aantal bonnetjes wel correspondeert met de aardappelinkoop. Als je ziet wat de fiscus tegenwoordig allemaal controleert, dan kan dit er wel bij. Ik vind bovendien: wanneer je als overheid voortdurend met zeker wantrouwen naar je burgers kijkt, dan moet je niet gek opkijken dat die burger een lange neus trekt als je een keer zijn medewerking voor het een of ander vraagt.” Het is alles bij elkaar een redelijk somber verhaal. Komt het nog goed? “De bouw is gewend om in conjunctuurcycli te redeneren. De crisis waarin we nu zijn beland is dieper dan de meeste voorgaande, maar op enig moment moet de prop uit de buis komen. Als we een eeuw doen over de renovatie van onze zeven miljoen woningen, dan moeten er elk jaar 70.000 op de schop. Waar we op wachten is een duidelijk antwoord op de vraag hoe de overheid voor langere tijd de woningmarkt in al zijn facetten beziet. Als dat duidelijk is komt er nieuw evenwicht. Dat is in feite nog belangrijker dan de vraag welke maatregelen daar bij horen.” •
blik op
Muurschildering Lodosa (Spanje, vlakbij Pamplona, Baskenland) - Pet van de Luijtgaarden - f/6.3, 1/100 sec., 24mm
verf&inkt 12 - 2010
13
verf & wetgeving
Omgevingsvergunning vervangt 25 ‘oude’ vergunningen
Snelweg door het vergunnin Op 1 oktober is het zover en vervangt de Wabo maar liefst 25 andere vergunningen. Alsof een stelsel van bospaden door het vergunningenwoud wordt vervangen door een snelweg met heldere bewegwijzering. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moet een eind maken aan tegenstrijdige voorschriften en het van het kastje naar de muur sturen van ondernemers. Volgens Jan van den Broek van VNO-NCW is de Wabo nog maar het begin. “De Wabo heeft de overheid doen inzien dat het allemaal wel heel ingewikkeld is geworden voor bedrijven.” Te k s t : Pe t e r B o o r s m a Foto: Pet van de Luijtgaarden
Secretaris Omgevingsrecht bij VNO-NCW Jan van den Broek is tevreden. Na een aantal vertragingen wordt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober eindelijk van kracht. Want de inwerkingtreding van de Wabo betekent dat er één omgevingsvergunning in de plaats komt van de bouwvergunning, de milieuvergunning, de kapvergunning en nog tientallen andere vergunningen. Van den Broek, die jaren bij het ministerie van VROM heeft gelobbyd voor de nieuwe, veelomvattende vergunning, wijst verf- en drukinktfabrikanten op de grote voordelen van de Wabo. “Het is al jarenlang een van de grootste ergernissen van ondernemers; de vergunningen die nodig zijn om bijvoorbeeld het bedrijfspand uit te breiden of om een nieuwe activiteit op te starten. Dan gaat het er niet eens om dat er een vergunning nodig is, maar wel dat het er zoveel zijn. Maar vanaf 1 oktober hebben ondernemers te maken met één overheid, één vergunning, één beroepsprocedure en één gecoördineerde handhaving. In één keer zijn ze overal vanaf. En ook al heb je voor vijf of zes uiteenlopende zaken toestemming nodig, je wordt niet langer van het kastje naar de muur gestuurd. Bijvoorbeeld omdat de ene vergunningverlener eist dat er een hoge schoorsteen komt, terwijl dat volgens het bestemmingsplan juist niet mag. Hoewel de criteria inhoudelijk nog niet zijn aangepast, moeten de voorschriften volgens de Wabo wel op elkaar worden afgestemd.”
vingsvergunning voor de ‘activiteit bouwen’. Moet hij eerst een aantal bomen kappen en een bestaand schuurtje slopen, dan zijn er niet langer een kapvergunning en een sloopvergunning nodig, maar kan hij binnen dezelfde omgevingsvergunning ook toestemming vragen voor de activiteit ‘kappen’ en de activiteit ‘slopen’. En in het geval dat er ook ontheffing nodig is van het bestemmingsplan of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet, kan deze in één keer worden meegenomen in de aanvraag voor de omgevingsvergunning. Een omgevingsvergunning vraag je in principe aan bij de gemeente. Een aantal grotere bedrijven mag meteen naar de provincie. Voorlopig kan dat ook schriftelijk, na 2011 kan dat voor ondernemers alleen nog digitaal. Wat er precies met de aanvraag moet worden meegestuurd is te vinden in het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de (ministeriële) Regeling omgevingsrecht (Mor). “Uitgangspunt is overigens dat er maar één ‘bevoegd gezag’ is voor de vergunningverlening en handhaving”, benadrukt Van den Broek. “Voor een raffinaderij zijn dat gedeputeerde staten. Wil men daar een fietsenstalling bouwen, dan is daarvoor een omgevingsvergunning nodig van gedeputeerde staten. Er is één uitzondering. Als een bedrijf door uitbreiding heel groot wordt, kan het zijn dat niet langer de gemeente, maar de provincie het bevoegd gezag wordt.”
Loods
De Wabo kent twee voorbereidingsprocedures: de reguliere en de uitgebreide. Bij de reguliere procedure wordt de aanvraag voor een omgevingsvergunning gepubliceerd en mag
In het vervolg vraagt een ondernemer die een loods wil bouwen niet langer een bouwvergunning aan, maar een omge-
14
Tw e e p r o c e d u r e s
‘Proces is onomkeerbaar: overheden zien in dat het allemaal wel heel erg ingewikkeld is geworden’ iedereen zijn zienswijze(n) inbrengen. Het bevoegd gezag moet binnen acht weken beslissen over de aanvraag, een termijn die eventueel met zes weken verlengd kan worden. “Reageert het bevoegd gezag niet binnen deze termijn, dan geldt de lex silencio positivo. De vergunning wordt dan automatisch toegekend.” Verfproducenten zullen volgens Van den Broek meestal te maken krijgen met de uitgebreide voorbereidingsprocedure, die geldt als minstens één van de activiteiten betrekking heeft op wat nu een milieuvergunning heet of wanneer de activiteit niet past binnen het bestemmingsplan. Anders dan bij de gewone procedure wordt de aanvraag niet gepubliceerd, maar stelt het bevoegd gezag een ontwerpbesluit op waarin het aangeeft hoe het op de aanvraag wil reageren. Dat ontwerpbesluit wordt dan zes weken ter inzage gelegd. Het bevoegd gezag moet binnen 26 weken beslissen over de aanvraag, een termijn die eventueel met zes weken verlengd kan worden. Anders dan bij de gewone procedure is er bij overschrijding van de termijnen geen sprake van automatische toekenning.
verf & wetgeving
genwoud Wat zit er in de omgevingsvergunning?
Van den Broek: “Uitgangspunt is dat er maar één ‘bevoegd gezag’ is voor de vergunningverlening en handhaving”
Maar als het bevoegd gezag niet op tijd reageert, moet het wel een dwangsom betalen. Van den Broek: “Het gaat om een vrij laag bedrag per dag waar overheden niet echt wakker van zullen liggen. Maar het voordeel is wel dat er al een snel een politiek signaal van uitgaat als er vaak dwangsommen worden verbeurd. Dat kan leiden tot vragen in de gemeenteraad hoe het toch komt dat de gemeente zo traag reageert. Kan het geld van de dwangsommen niet beter worden besteed?” Sommige bestuursorganen hebben overigens het recht om een advies uit te brengen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning en soms is het bevoegd gezag zelfs verplicht advies te vragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een omgevingsvergunning van gedeputeerde staten voor de activiteit bouwen. Het bevoegd gezag moet dan rekening houden met dat advies en mag daar alleen gemotiveerd van afwijken. Het Besluit omgevingsrecht noemt daarnaast nog een aantal gevallen waarbij een bestuursorgaan een bijzondere deskundigheid of verantwoordelijkheid heeft. Het bestuursorgaan moet dan een ‘verklaring van geen bedenkingen’ afgeven. Een dergelijke verklaring is bindend in alle onderdelen en het bevoegd gezag mag daar niet van afwijken. Zo’n verklaring is bijvoorbeeld nodig als de natuurbeschermingsvergunning aan de omgevingsvergunning wordt gehaakt. Handhaving De omgevingsvergunning maakt ook een eind aan een andere grote ergernis van veel werkgevers: verschillende inspecteurs die op verschillende momenten langskomen en soms
verf&inkt 12 - 2010
ook nog eens tegengestelde eisen stellen. De Wabo verplicht overheden de voorschriften op elkaar af te stemmen en met de nieuwe omgevingsvergunning is er sprake van integrale handhaving: toezicht en handhaving zijn in beginsel opgedragen aan één bevoegd gezag dat verplicht is tot afstemming van de handhaving. In sommige gevallen kan de ene handhaver ook voor de andere controleren. Van den Broek: “Bijvoorbeeld een inspecteur die komt controleren of de verbouwing van een restaurant correct is uitgevoerd, kan meteen even kijken of er voldoende brandblussers hangen en of de nooduitgangen goed staan aangegeven.” Sommige vormen van handhaving vergen echter meer specialistische kennis. “Een geluidmeting is nu eenmaal iets heel anders dan bodemonderzoek. Ik stel me voor dat in dat soort gevallen er een ploegje handhavers langskomt die ieder op hun eigen specialisme controleren. Belangrijk is in ieder geval dat niet langer de ene handhaver na de andere langskomt.” Achterdochtig Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten eerder dit jaar heeft Van den Broek gemerkt dat sommige ondernemers nog steeds achterdochtig zijn. “Ze hebben er geen vertrouwen in dat de overheid nu als één organisatie zal optreden. Maar het is een onomkeerbaar proces. De Wabo heeft gemeenten en provincies doen inzien dat ze het allemaal wel heel ingewikkeld hebben gemaakt. Ze gaan er nu mee verder. Dat weet ik zeker.” •
De omgevingsvergunning integreert 25 vergunningen, ontheffingen en andere overheidstoestemmingen die nu nog zijn opgenomen in de volgende wetten: - De Woningwet (bouwvergunning) - De Wet ruimtelijke ordening (onder meer aanlegvergunning en projectbesluit) - De Wet milieubeheer (milieuvergunning en melding milieuneutrale veranderingen) - De Mijnbouwwet (mijnbouwmilieuvergunning) - De Monumentenwet (monumentenvergunning) - De Waterwet (indirecte lozingen) - Gemeentelijke verordeningen (onder meer de kapvergunning) - Provinciale vergunningen (onder meer de reclamevergunning) De vergunning voor het direct lozen in het oppervlaktewater blijft wel een aparte vergunning op basis van de nieuwe Waterwet. Verder is het niet uitgesloten dat op termijn ook zaken als een terrasvergunning onder de omgevingsvergunning worden geschoven.
Meer weten? VNO-NCW en MKB Nederland hebben een handzame brochure uitgebracht over de Wabo onder de titel ‘Werken met de omgevingsvergunning. Praktische tips en adviezen’. Voor leden is deze gratis te downloaden van de websites van de ondernemingsorganisaties. Uitgebreidere informatie over de Wabo is te vinden in het boek Wegwijzer omgevingsrecht 2010/2011 van de hand van Jan van den Broek. Een volledig overzicht van de reikwijdte van de Wabo is te vinden op de website van het Kennisplein Omgevingsvergunning, http://omgevingsvergunning.vrom.nl. LinkedIn kent een eigen groep over de Wabo met inmiddels meer dan duizend leden.
15
verf & techniek
KIRS optimistisch over hergebruik verfapparatuur
Revisie verfmeng
gat in markt en Verfmenger of -verfschudder. Ooit werden ze gelanceerd als innovatieve neusjes van de zalm. Maar tussentijds raakten ze door een technisch mankement werkloos of werden zelfs helemaal afgedankt en tot de vuilnisbak veroordeeld. Geen nood. Als ze bij KIRS in Winschoten onderhanden zijn genomen, kunnen ze ‘als nieuw’ een productief leven tegemoet. Te k s t e n f o t o’s : A n t o n S t i g Directeur Henk Korhorn (rechts op de foto): “Mijn nadeel is dat ik altijd aan de weet wil komen hoe een machine in elkaar steekt.”
Dat is de strekking van het verhaal achter een volgens oprichter en directeur Henk Korhorn (1962) ‘lucratieve spin-off.’ Een activiteit die hij 1 april 2005 begon en waarvan het eind qua groei (inmiddels twintig man personeel) nog niet in zicht is: het reviseren van verfmengmachines en -schudders van welk merk ook. Omdat daar toch een markt voor is: voor doe-het-zelfwinkels, de groothandel, verfgrossiers, voor verffabrikanten, en zelfs voor het schildersbedrijf op de hoek. Succesverhaal Bij KIRS aan de J.D. van der Veenstraat in Winschoten - de afkorting staat voor Korhorn Industrie Revisie Service zitten alle disciplines die bij revisie en schoonmaak om de hoek komen kijken onder één dak. Zonodig worden door het Winschoter bedrijf ook op locatie revisies of onderhoudsbeurten uitgevoerd. In eigen folder zegt het bedrijf gespecialiseerd te zijn in het reviseren en reinigen van merken als Fast & Fluid, Collomix, Corob, Tikurila en Hero. “Ons concept begint echt zijn vruchten af te werpen”, zegt de trotse directeur. “Als je eens ziet hoeveel onderhoudscontracten er bijvoorbeeld momenteel worden afgesloten - ja, daar zitten ook verffabrikanten bij - dan gaat het nog altijd in een mooie lijn omhoog. Vooral de onderhoudscontracten vormen voor ons een stabiele ondergrond. En als ik naar de toekomst kijk dan zeg ik: we kunnen eigenlijk nog maar één ding en dat is doorstoten; er is geen weg terug!” Korhorn vergelijkt het succesverhaal met dat van de garages. “Daar is eigenlijk precies
16
hetzelfde aan de hand. Die hebben het ook nog nooit zo druk gehad als nu, omdat er veel meer wordt gerepareerd in plaats van nieuwe auto’s aangeschaft. Waarom zou je ook in een nieuwe verfmenger of -schudder veel geld investeren als een gereviseerd exemplaar het net zo goed doet, of misschien zelfs beter, maar dan voor nog geen derde deel van de nieuwprijs? “ Gat in markt Het gat in de markt is volgens Korhorn mede ontstaan, doordat leveranciers en producenten van verfmengmachines, verffabrikanten incluis, in de loop der jaren steken hebben laten vallen op het onderhoudsfront. De crisis en daarmee samenhangende conjuncturele neergang deed voor KIRS de rest. De markt voor verfmengmachines en toebehoren is ‘best groot.’ Korhorn schat het aantal verfmengmachines in den lande op vele duizenden. “Als ik het alleen al over Winschoten heb, kom ik met de machines bij bijvoorbeeld een Gamma, Formido of de Praxis al heel gauw op een stuk of veertig. Als je het dan over honderd gemeenten hebt, heb je het dus zomaar over vierduizend machines. Kortom, er valt genoeg te onderhouden of te vervangen.” Niet voor de voeten lopen Korhorn benadrukt echter in alles de verffabrikanten niet voor de voeten te willen lopen met zijn initiatief, maar waar mogelijk en relevant juist te willen samenwerken. Veel van de apparatuur die in omloop is, is immers verf-
verf & innovatie
machines:
lucratieve spin-off
merkgebonden en veelal met bijpassende software aan de verfafnemers ter beschikking gesteld. De samenwerking die Korhorn nastreeft gaat intussen met sommige verffabrikanten in de dagelijkse praktijk al zover dat KIRS niet alleen in naam van een verffabrikant het onderhoud verzorgt bij de verfafnemers, maar deze waar nodig en gewenst ook met raad en daad bijstaat bij het aanpassen of uitbouwen van hun systemen. Waar de verffabrikanten baat lijken te hebben bij de activiteiten van het bedrijf uit Winschoten, zijn de producenten van verfmachines niet echt blij met het initiatief, weet Korhorn. “Zeker in het begin hebben ze alleen maar geprobeerd me tegen te werken, maar ik dacht: je doet maar, want zolang je daar energie in steekt laat je je eigen werk liggen en dat biedt mij weer nieuwe kansen.” Nieuwsgierig Korhorn is een selfmade man met een onvervalst Grunninger accent, die zijn sporen in zijn carrière vooral verdiende in de technische wereld: van lasser in de machinebouwwereld, cleaner in de verf- en foodindustrie tot projectleider bij de Franse marine. Zijn huidige broodwinning zegt hij vooral te danken te hebben aan een vooruitziende blik en twee rechterhanden. Maar bovenal aan een gezonde dosis nieuwsgierigheid die hij van jongs af aan al sleutelend aan de dag pleegt te leggen. Kwam, zo vertelt hij, met de verfindustrie in aanraking toen daar de ombouw van de apparatuur naar de nieuwe 2010-verven aan de gang was. “Namens het cleaningbe-
verf&inkt 12 - 2010
drijf waar ik als technische man in dienst was, mochten we de canisters (cilinders voor de kleurpasta’s) en pompen schoonmaken van een grote verfproducent. Als techneut zag ik toen natuurlijk weer veel meer dan alleen een potje of een pompje. Mijn nadeel is dat ik altijd aan de weet wil komen wat voor proces er achter zit en hoe een machine nu eigenlijk precies in elkaar steekt.“ De basis van het bedrijf legde hij in zijn thuisdorp Oosterwolde waar hij in zijn eigen garage bij wijze van proef minutieus een stuk of wat mengmachines tot op het bot uit elkaar haalde en zodoende aan de weet kwam waar Abraham de mosterd haalt. Op het industrieterrein van Winschoten zijn nu dagelijks twee Korhornbedrijven met de tweedehands verfmachines in touw. Bij All Paint Machinery Revision (APMR) komt de apparatuur binnen en wordt daar op bruikbaarheid geselecteerd, gedemonteerd en voorgereinigd. Op deze locatie wordt ook de voorraad verfmengmachines en -schudders op peil gehouden. Een loods vol. Volgens Korhorn geen overbodige luxe, omdat KIRS ook driftig in de apparatuur handelt voor een markt in binnen- en buitenland. Bedrijf niet uniek Verderop aan de Van der Veenstraat worden onderhoudstechnisch de punten op de i gezet. Daar bevindt zich tevens een complete chemische reinigingskeuken. KIRS heeft ook een softwarespecialist in dienst die volgens Korhorn niet alleen knowhow in huis heeft als het gaat om gedateerde machines, maar ook bij de nieuwste com-
putergestuurde types van de hoed en de rand weet. Als bedrijf is KIRS overigens op zichzelf niet uniek. “Maar”, zo benadrukt Korhorn met grote stelligheid, “wij onderscheiden ons met een heel belangrijk onderdeel: wij hebben zeg maar een soort Coca Cola-formule in huis voor het reinigen van de machines. Dat is op basis van een recept dat we zelf hebben ontwikkeld. Nee, ik vertel niemand wat erin zit - we hebben er niet voor niets zoveel tijd in gestopt - maar één ding is zeker: het werkt uitstekend!” Geen overbodige luxe. De praktijk is volgens Korhorn dat bij verfmachines de pasta’s en andere ingrediënten vaak zo hard zijn ingedroogd, dat ze met geen mogelijkheid schoon te krijgen zijn. Waardoor ze veelal eerder met slijtage te kampen krijgen. “Kijk, en dan komt KIRS om de hoek, want daar zijn we heel sterk in. Let wel: zonder dat we de oorspronkelijke machines ermee vernielen. Laatst hadden we nog een paar klanten die in de veronderstelling verkeerden dat we ze de verkeerde machines hadden terugbezorgd. Want ze zagen er ineens weer uit als nieuw. Een mooier compliment kun je niet krijgen. Zoiets geeft je vleugels…” Is het dan geen vreselijke bocht, het ‘geheime’ schoonmaakmiddel? Korhorn meent van niet ‘want het is gekeurd.’ “En zodra de vulling van een reinigingsbad verzadigd is, wordt het keurig afgevoerd door een bedrijf dat het milieuverantwoord verwerkt en weer als nieuw aanlevert.” •
17
de mens achter...
Oud-‘verfprakker’ Dick van Wijhe, ‘firmastrateeg op afstand’
‘Ik ben geen bibliofiel, maar een ware bibliomaniak’ In zijn tot huisbibliotheek omgevormde woonkamer mag je ‘verfprakker’ ingenieur D. H. van Wijhe, zoals hij zichzelf wel pleegt te noemen, over van alles en nog wat vragen. Over zijn rol als vader van dochters Marlies en Marijke bijvoorbeeld, die het familiebedrijf in Zwolle nu runnen. Of over het geheim achter de groei die hij wist te bewerkstelligen. Of over zijn rol als VVVF-voorzitter. Een rol die dochter Marlies ook van hem heeft overgenomen. Te k s t : A n t o n S t i g Foto: Pet van de Luijtgaarden Geboren in 1936 stond Dirk Heinrich – Dick – van Wijhe midden in het tijdperk van polarisatie. Jaren waarin regelmatig de degens werden gekruist met vakbondsvertegenwoordigers zoals de strijdbare Arie Groenevelt van de Industriebond NVV. Als hij daaraan terugdenkt krijgt oud-cao-onderhandelaar Van Wijhe meteen pretogen. Een tijd waarin bij wijze van spreken werd geroepen dat werkgevers maar moesten worden afgeschaft. Nee, niet bepaald de wereld van een hardwerkende fabrikant met een liberale levensvisie zoals Dick, maar, zo vergoelijkt hij meteen, “je kon toch ook best lachen in die jaren.” Op de sofa gezeten laat hij boven de salontafel druk gebarend zien hoe de cao-onderhandelingen er in die dagen aan toegingen. Beide vuisten gebald boven de tafel: “Ja, wat dacht je? Hard tegen hard en met het mes op tafel natuurlijk!” Agressief Eind jaren tachtig werd Dick opnieuw van stal gehaald en als VVVF-bestuurder bij het cao-overleg betrokken. “De onderhandelingen waren nog maar amper gestart of mensen om me heen keken me aan en riepen: ‘Wat doe jij agressief!’ Ikzelf had meer zoiets van: niet vooruit te branden dat stel, wat een slappe hap hier! Waarop bijna collectief werd geroepen: ‘Dick, kalm aan nou maar’. Toen ze duidelijk werd dat mijn referentiekader dateerde van de jaren zeventig, hadden ze alle begrip, maar ze keken me wel meewarig aan. ‘Tegenwoordig doen we dat alle-
18
maal helemaal anders Dick’, kreeg ik te horen, ‘we zijn hier namelijk aan het polderen: we zoeken eerst gemeenschappelijke problemen en lossen die dan ook gemeenschappelijk op. Dus doe ons een plezier, begraaf de strijdbijl en doe nou maar gewoon gezellig met ons mee’.” Hoe hij daar tegenaan keek? Dick schokschoudert van de pret.“Daar heb ik wel even aan moeten wennen ja…” Met al zijn kennis en ervaring heeft hij dan ook vast tips voor zijn eigen dochter Marlies die tegenwoordig net zo goed als VVVF-voorzitter geacht wordt haar ‘mannetje te staan’ bij de onderhandelingen. Deze veronderstelling doet Dick opnieuw bulderen van de lach. “Ja! Stel je toch eens voor, zeg”, mijmert hij. “Nou, Marlies komt nog wel eens bij me langs voor advies ja”, zegt hij proestend. “Tenminste, haar wandelschoenen staan altijd klaar in onze kelder. Wil ze wandelen dan gaan we samen naar de hei. Educatief stappen, noemen we dat. En ik tuimel ook nog wel eens op de zaak naar binnen. Daar op maandag lunchen is vaste prik. Marlies noemt mij ‘adviserend commissaris’. Zeg maar: firmastrateeg op afstand met bepaalde verantwoordelijkheden. Maar ik moet heel goed opletten, want er is niets zo irritant als je opvolgers voor de voeten lopen.” Polderen prachtig “Eerlijk gezegd hebben we best veel gelijkgestemde ideeën”, vervolgt hij, serieuzer. “Ik vind zoiets als polderen bijvoorbeeld ook prachtig, maar het moet wel tot
resultaat leiden. En er mag dus best wel eens wat peper en zout in het voedsel gedeponeerd worden. Daar is op zich niks mis mee. Maar wat heel belangrijk is, is dat je de maaltijd niet kapot moet kruiden door extremiteiten.” Dicks pluk-de-dag-agenda biedt nu tenminste ruimte. Zeker nu hij als grijsgekuifde zeventiger eindelijk ‘echt’ aan zijn pensioen is toegekomen. Nu pas? Had hij het stokje al niet een jaar of tien geleden aan zijn dochters doorgegeven? “Ik was inderdaad al rond de 64 toen ik mezelf pensioneerde”, haast hij zich te zeggen. “Maar dan komen heel gauw allerlei mensen op je af die zeggen: joh, jij bent veel te jong om achter de geraniums te gaan zitten. Gevolg: je zegt geheid te snel ja tegen allerlei dingen. Vervolgens heb ik diverse bijbanen gehad. En met veel plezier gedaan. Twee aaneengesloten termijnen van vier jaar in de raad van toezicht van een zorginstelling voor gehandicapten gezeten bijvoorbeeld. Maar dan komt ook daar het moment van afscheid nemen. Lang verhaal kort: ik ben inmiddels bijna 75, maar dus eigenlijk pas sinds een jaar of drie echt van mijn pensioen aan het genieten.” Boekenman Als zijn vrouw Thea liever een keer televisie wil kijken, vindt Dick het geen probleem zich in hun gezamenlijke werkkamer – lees: zijn door de jaren heen opgebouwde huisbibliotheek – af te zonderen. Vooral om daar datgene te doen wat er bij de ambitieuze ondernemer nog wel eens
de mens achter... afstuderen is de realiteit dat vader Jan Tijmen door het overlijden van diens kinderloze broer en zakelijk compagnon –Bertus van Wijhe – er ineens alleen voor staat. “Drie weken na de begrafenis dacht ik: vader heeft er recht op te weten wat mijn plannen zijn. Dus heb ik hem in een ogenblik van onbedachtzaamheid gebeld en gevraagd of hij het leuk zou vinden als ik in de zaak kwam. Tot mijn grote schrik zei hij ja! Het schoot als een flits door me heen: Jezus, wat heb je nou gedaan, maar ik zat er dus mooi aan vast!” Geschiedenis herhaalt zich Spijt heeft hij nooit gehad. Want de wereld van een ambitieuze ‘verfprakker’ wordt alleen maar leuker als je weet uit te stijgen boven de middenmoot. Tenminste, als je er hard voor werkt en er veel tijd en energie in stopt. “Ik waardeer wat dat betreft het grote begrip van mijn vrouw. Maar toen ook mijn kinderen zich erover beklaagden dat ze me nooit zagen heb ik het maar als volgt aangepakt: vrijdagavond de koffer vol kommer en kwel thuis gewoon in de hoek gezet tot zondagmiddag. En vervolgens lekker samen weekend vieren.” De geschiedenis is zich alweer aan het herhalen. Pa vindt dat dochterlief Marlies (directie) het met haar zus Marijke (marketing en communicatie) in de bedrijfsopvolging lang niet slecht doen. “Ze consolideren in een toch wel heel woelige tijd, maar zien tegelijkertijd kans te budgetteren voor nieuwe of aangepaste doelen. Dat vind ik knap. Op die manier consolideren vind ik dan ook zeker niet gelijkstaan aan stilstaan.” Ve r g e l i j k n i e t e e r l i j k
“Ik heb niet alleen de tijd mee gehad, maar ik had ook mazzel”
bij inschoot: lezen, lezen en nog eens lezen. Gaande het gesprek vliegen titels en auteurs je dan ook om de oren. “Weet u”, zo excuseert hij zich, “ik ben een boekenman in hart en nieren. En ik verzeker u: dat is pas echt een verslaving. Als ik vroeger een boekenzaak inliep, kwam ik meestal met een halve meter aan boeken weer buiten. Ik ben geen bibliofiel, maar een ware bibliomaniak. Om ons heen het resultaat!” Enig kind Dick van Wijhe, zoon van verffabrikant Jan Tijmen en diens Duitse vrouw Martha Luise Lueg, moest het in zijn leven als enig kind zonder broertjes of zusjes doen. Van
verf&inkt 12 - 2010
Jan en Alleman hoort hij echter al snel dat hij is voorbestemd zijn vader op te volgen in de verffabriek die oorspronkelijk op initiatief van grootvader Dirk Hendricus van Wijhe in 1916 van de grond kwam als groothandel in verven. Maar de opgroeiende Dick wil niks van verf, laat staan van Van Wijhe Verf weten en is daar zelfs allergisch voor. Als jongen van tien heb je immers je eigen dromen. Dankzij de geestdrift van zijn geschiedenisleraar op de middelbare school wil hij de historie in. Dat hij uiteindelijk student scheikunde wordt in Delft, heeft op dat moment niks met de verffabriek van z’n pa te maken, maar alles met zijn fascinatie voor bulkchemie en de indrukwekkende rookpluimen boven Pernis. Rond zijn
“De grote stappen die ik destijds heb kunnen maken, vormen een ander verhaal”, zegt hij op zijn eigen carrière als directeur van Van Wijhe terugblikkend. “Vergelijken vind ik dan ook niet helemaal eerlijk. Ik heb niet alleen de tijd mee gehad, maar ik had ook mazzel. Met pa erbij hadden we aanvankelijk maar een man of vijftien op de payroll staan. Eigenlijk moesten alle afdelingen opnieuw ontwikkeld worden. Maar als je ooit een verffabriek begint, doe dat dan nooit in een middeleeuws pand. Dus besloten we eerst te verhuizen van de Goudsteeg naar industrieterrein Grote Voort. Een locatie die op groei was gebakken. Wat we ook graag wilden. Het voordeel van die nieuwe start was dat je zelf alle afdelingen door kon exerceren. Dat heb ik als heel waardevol ervaren. Zo kregen we uiteindelijk ook de juiste man op de juiste plek. Allemaal gekwalificeerde mensen. De opzet van een echt lab, maar ook de marketingtechnische basis die pa had gelegd, deed de rest. Hij was de koopman, ik meer de organisator.” Hoewel de branche het momenteel door de crisis erg moeilijk heeft, zal het tij eens keren, is zijn overtuiging. “Ik ben nog altijd trots op de branche. We beschermen voor miljarden aan investeringsgoederen met een paar micrometer laagdikte aan verf. Heb je het over duurzaam, dan heb je het dus juíst over verf. Zolang materiaal bloot staat aan de elementen, zullen we bescherming en dus verf nodig hebben.”
19
verf & innovatie
Samenwerken over Enterprise Europe Network brengt MKB met internationale kennis in contact
Bedrijven hebben diverse mogelijkheden om partners te vinden en samenwerkingsverbanden aan te gaan. Bijvoorbeeld om technologische vragen te beantwoorden, toepassingsmogelijkheden te vinden voor nieuwe producten of om nieuwe markten te betreden. Enterprise Europe Network is een van de mogelijkheden. Vooral interessant voor kleinere bedrijven die internationale samenwerking zoeken. Te k s t : J o s d e G r u i t e r F o t o’s : Pe t v a n d e L u i j t g a a r d e n “Het heeft mij business opgeleverd in misschien wel minder tijd dan met een normaal acquisitietraject zou zijn gelukt. Ik ben er enthousiast over en ik kan me voorstellen dat het andere bedrijven ook behulpzaam kan zijn.” Innovatief ondernemer Sander van Loon uit Amsterdam werd in het vorige nummer van Verf&Inkt geportretteerd als succesvol starter in de bedrijfstak. In 2008 richtte hij Van Loon Chemical Innovations (VLCI) op, een bedrijf dat de coatingindustrie R&D-diensten aanbiedt. Een nog weinig bekend initiatief van de Europese Commissie hielp hem aan internationale samenwerkingsverbanden met technologiepartners: het Enterprise Europe Network. Het netwerk zag op 1 april 2008 het licht en ontstond uit een fusie van de Europese EIC- en IRC-netwerken. Het werd in het leven geroepen om kleine en middelgrote bedrijven in de Europese Unie te helpen bij internationale activiteiten op het gebied van innovatie en Europese expansie. In het initiatief werken uiteenlopende innovatiestimulerende instanties uit verschillende EU-landen samen zoals onder meer Handelskamers, universiteiten en regionale ontwikkelingsmaatschappijen. In de Nederlandse ‘tak’, het Enterprise Europe Network Nederland, zijn het Agentschap NL (begin 2010 ontstaan uit een bundeling van EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem) en Syntens de eerste aanspreekpunten. Volgens de brochure van het netwerk (te downloaden vanaf de website www.enterprise-europe-network. ec.europa.eu) kan het initiatief MKB-ondernemers helpen bij “het ontwikkelen van bedrijfsactiviteiten of het uitbouwen van technologische samenwerking, en adviseren over steun voor innovatieve activiteiten en hoe toegang te krijgen tot risicodragende financiering. Het kan ook voorlichting geven over de mogelijkheden van EU-programma’s en -financiering.”
20
Van Loon: “Ik denk dat de tijd voorbij is dat je het allemaal zelf kunt uitvinden”
“Alle diensten worden door elke netwerkpartner aangeboden binnen één loket voor bedrijven”, vervolgt de brochure. “Hoewel ze in eerste instantie bedoeld zijn voor starters en bestaande kleine en middelgrote ondernemingen, kan er ook een beroep op worden gedaan door grotere bedrijven, onderzoeksinstituten, universiteiten, technologiecentra en instellingen voor bedrijfs- en innovatieontwikkeling. Meer dan 500 contactpunten in zo’n 40 Europese landen maken deel uit van het netwerk.” Actief zoeken Van Loon werd op het bestaan van het netwerk gewezen toen hij na een door hem verzorgde lezing werd benaderd door een medewerker van Syntens. De innovatie-adviseur
zag mogelijkheden voor internationale technologische samenwerking voor VLCI. In de praktijk komen contacten vaker op deze wijze tot stand, legt Alain Dirven uit. Ook Dirven is innovatieadviseur van Syntens en in die functie nauw betrokken bij Enterprise Europe Network Nederland. “Het netwerk is nog niet algemeen bekend”, stelt hij met enige spijt vast, “dus het is niet zo dat bedrijven in grote aantallen bij ons aankloppen. Van al onze bestaande contacten heeft zich een kwart spontaan aangemeld, de rest is het gevolg van onze inspanningen. Wij moeten dus de boer op. Veel contacten komen tot stand omdat een van de betrokken organisaties, zoals Syntens, een bedrijf opspoort dat geholpen zou kunnen zijn met een buitenlandse partner op gebieden als technologie of het vermarkten van een product. We zoeken actief naar zulke bedrijven.” In een minderheid van de gevallen melden bedrijven zich spontaan aan bij een van de uitvoeringsorganisaties van het netwerk. “Maar dat zouden er meer kunnen zijn”, denkt Dirven, die daarvoor waar mogelijk de publiciteit zoekt voor het netwerk. Dood paard De basis van de contacten is veelal een op de website van Enterprise Europe Network gepubliceerd ‘profiel’. Met hulp van een innovatieadviseur stelt een ondernemer of onderzoeker een verzoek voor technologische of andere samenwerking op. De vraag blijft een jaar lang kosteloos zichtbaar in de databank van het netwerk. Van Loon kwam op die wijze in contact met een Italiaanse kennisinstelling, die toepassingsmogelijkheden zocht voor een eigen ontwikkeling en daarbij dacht aan de coatingindustrie. VLCI benaderde de kennisinstelling op basis van het profiel en samen kwamen de partners tot een commercieel haalbare toepassing.
verf & innovatie
de grens In eerste instantie wordt een ‘anoniem’ profiel op de website gezet. “Dat is om te voorkomen dat bedrijven met een vraag zich te vroeg moeten blootgeven”, verklaart Dirven. Als er belangstelling is van de zijde van een mogelijke partner wordt die gericht aan de adviseur die zich heeft beziggehouden met het opstellen van het profiel. “Die kan beoordelen of er sprake is van serieuze belangstelling. Na overleg kan vervolgens besloten worden de naam van het vragende bedrijf bekend te maken en mensen met elkaar in contact te brengen.” In theorie eindigt daar de betrokkenheid van het netwerk. In een enkel geval wordt een onpartijdig adviseur ingeschakeld om een sluimerend contact te reactiveren. “Het is wel gebeurd dat een klein bedrijf werd benaderd door een multinational”, vertelt Dirven. “Daar schrok het kleine bedrijf nogal van en eigenlijk liep het contact daardoor dood. We hebben toen een paar vertegenwoordigers van beide bedrijven bij elkaar gezet. Dan ziet men elkaar en blijkt het grote bedrijf toch ook te bestaan uit mensen van vlees en bloed. Maar we zijn wel terughoudend met het vlottrekken van moeizaam lopende contacten. Het feit dat het niet lekker loopt is vaak een signaal dat de klik ontbreekt. Het heeft geen zin te trekken aan een dood paard.”
overeenkomsten gesloten. Partnership agreements, in de woorden van Dirven. “Zodra er een relatie is met duurzaamheid of milieuvriendelijke technieken, is er veel belangstelling. Dan komen er tot wel dertig reacties op een profiel.” De verf- en drukinktindustrie is redelijk aanwezig op de website, is Van Loon opgevallen. “Ik bekijk regelmatig de profielen en ik kom aardig wat verffabrikanten tegen.” Dirven is een andere mening toegedaan: “Ik heb juist de indruk dat de chemische en de verfindustrie te weinig gebruikmaakt van dit instrument. En dat is jammer, want dit zijn juist sectoren die op hoog niveau opereren en in Europa in hoog aanzien staan.” De innovatieadviseur zou
Partnership agreements Naast de website van het netwerk vormen workshops en match making evenementen mogelijkheden om bedrijven met elkaar in contact te brengen. Een derde vorm bestaat uit zogenoemde company missions, waarbij bedrijven bezoeken brengen aan elkaar onder de paraplu van het netwerk. Ondanks de relatieve onbekendheid van het Enterprise Europe Network worden er regelmatig samenwerkings-
verf&inkt 12 - 2010
verffabrikanten dan ook willen aanmoedigen contact op te nemen met Syntens. “Verf is een sector waar we onze aandacht op richten. Het is een actieve innovatiesector, die gewend is zich internationaal te oriënteren. Het gaat bovendien om producten die eenvoudig te exporteren zijn. Als je alleen kennis wilt inkopen, maakt het niet veel uit of je dat in Nederland of in het buitenland doet, maar als je tegelijkertijd je vleugels wilt uitslaan, dan is dit een uitstekend medium. Je kunt overigens ook een profiel laten opstellen als groep bedrijven of als branchevereniging. Als je bijvoorbeeld wilt weten hoe ver buitenlandse bedrijven zijn met kobaltvrije verf.” Van Loon: “Al is het maar om eens te zien welke oplossingen in het buitenland worden aangedragen voor de vraagstukken waarmee je wordt geconfronteerd. Als je uitsluitend in Nederland blijft zoeken, blijf je in een kringetje ronddraaien en loop je misschien een verrassende oplossing mis. Mijn ervaring is daarnaast dat je er ook business in het buitenland aan overhoudt. Ik had eerder klanten over de grens dan in Nederland.” Griezelig De terughoudendheid van bedrijven is misschien een typische MKB-eigenschap, denkt Dirven. “Kleinere bedrijven hebben vaak geen specialisten in huis die dit soort initiatieven volgen. Ze voelen zich bovendien kwetsbaarder wanneer de eigen kennis met een partner gedeeld moet worden. Maar de praktijk leert dat bij samenwerking vaak beide partijen er beter van worden. En van met elkaar vrijblijvend praten word je altijd wijzer, lijkt me. Je hoeft niet meteen een huwelijksverklaring te tekenen.” Van Loon: “Het is natuurlijk best griezelig om zo’n traject in te gaan. Je bent misschien met bedrijfsgeheimen bezig en je maakt liever niet wereldkundig dat je een probleem hebt dat je zelf niet kunt oplossen. Maar ik denk dat de tijd voorbij is dat je het allemaal zelf kunt uitvinden. Tegenwoordig moet je nieuwe koppelingen aanbrengen. Dat is de toekomst. Samen kun je kennis bundelen, nieuwe dingen ontwikkelen en de kosten beperken. Voor mijn bedrijf is het een nuttig instrument om business te genereren. Een profiel maken kost even tijd, maar dan staat het er ook goed. Ik kan aanraden om het instrument te gebruiken. Wij hebben er al twee projecten mee gegenereerd.” •
Dirven: “Van met elkaar vrijblijvend praten word je altijd wijzer, lijkt me. Je hoeft niet meteen een huwelijksverklaring te tekenen”
21
Hoe veilig werkt u? Bezo
ekvoor: on UwUw partner Uw partner voor kunststof voor kunststof verpakkingen verpakkingen devoor: partner voor kunststof verpakkingen Mvoor: ACRo s op pAk o stAn Uw partner voor kunststof verpakkingen p d 08voor: . F 091 o de sU voor: · Uw Pigmentpasta · Pigmentpasta r kunststof verpakkingen partner partner voor voor voor: kunststof kunststof verpakkingen verpakkingen · Uw Pigmentpasta F RFACvoor: e 20 · Watergedragen Watergedragen autoreparatielak autoreparatielak op st · Pigmentpasta · Watergedragen autoreparatielak And 6 10 35 · Verf Verf sta · Pigmentpasta · Pigmentpasta · VerfWatergedragen autoreparatielak · Drukinkt · Drukinkt gen autoreparatielak Watergedragen Watergedragen autoreparatielak autoreparatielak Verf · · Drukinkt · Verf Verf · Drukinkt Zowel Zowel standaard standaard potten potten alsals nagenoeg als nagenoeg restloos restloos Zowel standaard standaard potten potten als speciaalverpakkingen. als speciaalverpakkingen. ·Zowel Drukinkt · standaard Drukinkt Zowel standaard potten als nagenoeg restloos Zowel potten speciaalverpakkingen. leegbare leegbare speciaalverpakkingen. speciaalverpakkingen. Zowel standaard potten als nagenoeg restloos Zowel standaard potten als speciaalverpakkingen. leegbare speciaalverpakkingen. d Zowel alsleegbare Zowel nagenoeg standaard standaard restloos potten potten alsals als nagenoeg nagenoeg restloos restloos d potten potten als Zowel Zowel speciaalverpakkingen. standaard standaard potten potten als speciaalverpakkingen. speciaalverpakkingen. speciaalverpakkingen. Kom voor Kom informatie voor informatie enen voorbeelden en voorbeelden van 7van t/m 7 9 t/m aalverpakkingen. leegbare leegbare speciaalverpakkingen. speciaalverpakkingen. Kom voor informatie voorbeelden van 7 t/m 9 9 oktober oktober naar naar naar onze naar stand onze stand 8408 8408 op de op Eurofinish de Eurofinish Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 Voor meer Voor meer informatie informatie en voorbeelden en voorbeelden kijk kijk op oktober naar naar onze stand 8408 op de Eurofinish Voor meer informatie en voorbeelden kijk op in Gent 09 in of Gent kijk of op kijk www.bema.nl op www.bema.nl . . matie 09 en voorbeelden Kom Kom voor voor informatie informatie van 7 t/m en 9 en voorbeelden voorbeelden van van 7 t/m 7 t/m 9 oktober naar naar onze stand 8408 op de Eurofinish 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . www.bema.nl www.bema.nl Voor meer informatie en voorbeelden kijk op 9 www.bema.nl aar onze stand oktober oktober 8408 naar naar op naar de naar Eurofinish onze onze stand stand 8408 8408 op op de de Eurofinish Eurofinish 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . matie en Voor voorbeelden Voor meer meer informatie informatie kijk op enen voorbeelden voorbeelden kijk kijk op op www.bema.nl jk op www.bema.nl 09 09 in in Gent Gent . of of kijk kijk opop www.bema.nl www.bema.nl . . www.bema.nl www.bema.nl Deltastraat Deltastraat 14,14,14, Tel.Tel. +31 Tel. 111 +31 418807 111 418807 Deltastraat +31 111 418807 4301 4301 RC Zierikzee RC Zierikzee
[email protected] [email protected] Deltastraat 14, Tel. +31 111 418807 4301 RC Zierikzee
[email protected] Deltastraat Deltastraat Tel. Zierikzee 14, +31 14,111 418807 Tel. Tel. +31 +31 111 111 418807 418807 4301 RC
[email protected] kzee 4301 4301 RC RCZierikzee Zierikzee
[email protected] [email protected] [email protected]
Het werken met verf kan bij verkeerd gebruik leiden tot gezondheidsklachten en onveilige situaties. Voor u als professionele schilder is het dan ook belangrijk om te weten hoe u veilig kan werken met een verfproduct. Welke voorzorgsmaatregelen moet u treffen om onveilige situaties en gezondheidsklachten te voorkomen en hoe moet u handelen bij een bepaalde calamiteit? U vindt dit terug in het veiligheidsinformatieblad van het verfproduct en in de verkorte informatie per productgroep. Kijk snel op:
www.veiligmetverf.nl Een initiatief van verffabrikanten (VVVF) en verfgroothandelaren (VVVF).
C ALCI U M C A R B O N AT E [in nature, in life]
Paints, Coatings, Adhesives
Customer Focus
Printing Inks
Sustainability
Omya is a global producer of calcium carbonate. With over 120 years experience in mineral sourcing and production Omya’s knowledge of calcium carbonate and its use is unparalleled. Omya’s Applied Technology Services will help you to improve your performance. We understand your needs. Worldwide. www.omya.com
verf & europa
Janice Robinson, nieuwe CEPE-directeur Product Regulations
‘Er komt veel af op de verfindustrie’ Per 1 maart nam Janice Robinson (41) de
de keten. Dus zaken als classificatie en etikettering, veiligheidsinformatiebladen en de wet- en regelgeving rond het transport van gevaarlijke goederen komen op haar bureau terecht. Daarnaast is ze bij CEPE de eerste contactpersoon voor de sectoren drukinktindustrie en fabrikanten van verven voor de kunstschilder. Voorts ‘monitort’ ze een aantal andere zaken rond regelgeving en normalisatie (CEN en ISO). “En vanzelfsprekend”, benadrukt ze, “werk ik nauw samen met mijn collega’s, algemeen directeur Jan van der Meulen en directeur technische zaken Jacques Warnon en de adviseurs die we inschakelen voor sommige onderwerpen, want veel zaken overlappen elkaar of zijn met elkaar verbonden.”
functie van directeur Product Regulations bij CEPE over van haar voorganger Paul Keymolen. Bij de Europese koepel van verf- en drukinktfabrikanten houdt de Britse zich onder meer bezig met wet- en regelgeving rond veiligheid, gezondheid, milieu, etikettering en normalisatie. Een korte kennismaking. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Janice Robinson: “Ik geniet van de positieve terugkoppeling van leden; van het feit dat we individuen, bedrijven of nationale verenigingen hebben geholpen”
Robinson studeerde toegepaste chemie en heeft aanvullende opleidingen gevolgd op het gebied van beroepsmatige veiligheid en gezondheid, maar ze heeft zich ook bekwaamd in vreemde talen en muziek. In het begin van haar loopbaan werkte ze vijf jaar lang als analist voor een regionaal waterleidingbedrijf in haar geboortestreek in het noordoosten van Engeland. Daarna trad ze in dienst van Courtaulds Coatings, een bedrijf dat in 1998 werd overgenomen door AkzoNobel. Ze begon er op de afdeling R&D, maar ging zich later bezighouden met onderwerpen op het gebied van kwaliteit, gezondheid, veiligheid en milieu. Voor haar overstap naar CEPE was ze voor de business unit poedercoatings van het bedrijf actief als leidinggevende op het terrein van mondiale regelgeving. In die hoedanigheid bracht ze menig bezoek aan Nederland en aan andere AkzoNobel-vestigingen in de wereld. Monitoren De motivatie voor haar overstap naar CEPE verklaart ze als volgt: “Door mijn werk voor AkzoNobel raakte ik steeds meer betrokken bij werkgroepen van CEPE op de gebieden etikettering/veiligheid, veiligheidsinformatiebladen en REACH. Ik werd enthousiast over de open samenwerking in deze groepen en door het feit dat ik meemaakte hoe de bedrijfstak vooruitgang boekte door samen te werken in CEPE. Toen Paul Keymolen met pensioen ging heb ik de kans gegrepen om mijn werk voor één coatingbedrijf te verbreden naar werk voor alle aangesloten coatingbedrijven.” Robinson is bij CEPE de eerstverantwoordelijke voor onderwerpen op het gebied van veiligheidscommunicatie in
verf&inkt 12 - 2010
De belangrijkste thema’s waarmee Robinson zich momenteel bezighoudt zijn de CLP Verordening 1272/2008 en de nieuwe Bijlage II van REACH (Verordening 453/2010) voor veiligheidsinformatiebladen. “Dit zal leiden tot veranderingen in etikettering van producten en inhoud van veiligheidsinformatiebladen. We maken daarom nieuwe, aangepaste versies van de CEPE Labelling and SDS Guides om CEPE-leden de wettelijke vereisten kenbaar te maken overeenkomstig de ECHA guidance (ECHA is het Europese Chemicaliënbureau van de EU). We ontwikkelen daarnaast ook de nieuwe CEPE-richtlijn voor het opnemen van blootstellingsscenario’s in de veiligheidsinformatiebladen.” Verder volgt Robinson het aanpassingsproces van de CLPverordening met betrekking tot de derde herziene uitgave van GHS. Ze is actief in de correspondentiegroepen van de Verenigde Naties, die onderhandelen over de nieuwe criteria voor GHS. Haar belangrijkste taak is er voor te zorgen dat de criteria (met andere woorden: de toekomstige criteria van de CLP-verordening) voor de verfindustrie werkbaar zullen zijn. Ve e l n i e u w e e i s e n Grootste uitdaging van haar werk noemt ze het bijhouden van het grote aantal verschillende onderwerpen waarmee CEPE en de verfindustrie worden geconfronteerd. “Er zijn veel nieuwe of veranderende eisen op wetgevingsgebied in Europa die effect hebben op onze industrie. Dat is voor mij de grote waarde van een Europese belangenorganisatie: leden helpen om die veranderende eisen te begrijpen en om er mee om te gaan. Zelf geniet ik van de positieve terugkoppeling die wij van de leden krijgen. Van de wetenschap dat de inschakeling van CEPE de individuele medewerkers van bedrijven, bedrijven zelf en de nationale verenigingen helpt. Dat is de reden waarom ik elke ochtend met plezier aan het werk ga.” •
23
verf & product
Gispen en Akzo meub ‘Verrekijker’ van R Proces was ‘vloeiende samenwerking’
Eind juni werd Utrecht opgeschrikt door een grote brand in de top van het in aanbouw zijnde nieuwe hoofdkantoor van de Rabobank. De schade aan het gebouw, dat in de volksmond ‘De Verrekijker’ wordt genoemd, was aanzienlijk. Begin 2011 moet het worden opgeleverd. Het meubilair in het pand is afkomstig van Gispen Inrichters. AkzoNobel leverde de benodigde 3,5 ton poedercoating. Verslag van een bijzonder samenwerkingsproces. Te k s t : D o r i n e v a n K e s t e r e n Foto: Pet van de Luijtgaarden Sander Birkhoff is Supply Chain Manager van Gispen Inrichters en Enno Kok is Sales en Marketing Manager van AkzoNobel Powder Coatings Nederland. Ze waren vanuit hun beider functies van begin tot eind bij het project betrokken en vertellen over deze bijzondere samenwerking en de totstandkoming van de grijs-bruine coating. De nieuwe bestuurstoren van de Rabobank in Utrecht geldt als architectonisch prestigeobject en moet het nieuwe visitekaartje van de bank worden. De inrichting werd ontworpen door OIII architecten en Gispen was verantwoordelijk voor het meubilair. Architect en klant speelden een belangrijke rol bij de totstandkoming van de poedercoating. “Het begint natuurlijk allemaal bij het idee van de architect. Die heeft een duidelijke visie over een bepaalde kleur, maar ook over het totaalaspect, bijvoorbeeld de textuur en matheid”, zegt Kok. Birkhoff valt hem bij: “Een architect wil zijn stempel drukken op zo’n project en neemt geen genoegen met de standaard, het
24
moet altijd iets bijzonders zijn. Maar uiteindelijk bepaalt de klant. Dit soort projecten is volledig ordergestuurd: de klant beslist over elke stap in het proces.” Ve r a n d e r i n g e n Volgens Kok en Birkhoff is de markt de afgelopen jaren veranderd. Bij AkzoNobel merken ze dat aan de kleinere hoeveelheden product die afnemers bestellen. Ging het in het recente verleden om honderden kilo’s per batch, tegenwoordig zijn de partijen die per kleur worden besteld veel kleiner. Kok: “Dat komt ook doordat de wensen steeds specifieker worden. Er zijn namelijk zo ongelooflijk veel kleurmogelijkheden. Het is nauwelijks voor te stellen hoeveel leveringen er zijn in kleine hoeveelheden van een bepaald kleurtje. Die kunnen we onmogelijk allemaal op voorraad hebben.” AkzoNobel paste het productieapparaat hierop aan door een zogenoemde on demand-afdeling op te richten. “Nu kunnen we, als het nodig is, ook één doosje leveren
verf & product
ileren abobank ‘Het is nauwelijks voor te stellen hoeveel leveringen er zijn in kleine hoeveelheden van een bepaald kleurtje’
zonder onze werkwijze aan te passen. Dat betekent dat we flexibel kunnen werken en zelfs aan de meest bijzondere wensen van onze klanten kunnen voldoen.” Bij Gispen Inrichters toont de verandering in de markt zich vooral in het type contract dat het bedrijf afsluit met leveranciers: overeenkomsten voor de lange termijn zijn er niet meer bij. Birkhoff: “Tien jaar geleden had het zin om met vaste producenten te werken en grote hoeveelheden van dezelfde verf of coatings te bestellen. Dat geld tegenwoordig helemaal niet meer. Het gaat er nu om de juiste spullen op het juiste moment te kunnen bieden. Daarom werken we tegenwoordig voornamelijk op projectbasis samen met onze leveranciers. Eigenlijk is het nu een permanente zoektocht naar de juiste leverancier bij een bepaalde opdracht.” Samenwerking Voor de opdracht in De Verrekijker ging Birkhoff, met de wensen van de Rabobank en de architect in het achterhoofd, op
4
verf&inkt 12 - 2010
25
Blik verpakkingen
IBC’s
kunststof
Flessen
Vaten kunststof/staal
Custom Mould verpakkingen
kunststof
kunststof
Potten
Emmers kunststof
Barrière
verpakkingen trigger
Sprayers
Sluitingen Jerrycans
Your packaging problem is our challenge
Paramariboweg 51 7333 PA Apeldoorn Tel: 055 -542 38 69 Fax: 055-542 39 11 Internet: www.bark-verpakkingen.com E-mail:
[email protected]
duurzaam onderhoud
Gespot zoek naar een bedrijf dat de coating in de juiste kleur kon leveren. “Bij dit soort projecten realiseren wij een meerwaarde voor de klant door volledig te voldoen aan de gestelde eisen. Wij bieden een product op maat. Dat betekent dat als er een bepaalde kleur wordt gezocht, wij die kleur direct moeten hebben. Dan ga je dus kijken of een van de leveranciers de specifieke kleur op de plank heeft liggen of niet. In dit geval was dat niet zo en zijn we uitgekomen bij Akzo, want die kunnen heel flexibel reageren op steeds veranderende eisen. En dat is nodig, want een project als dit is een bal die steeds voortrolt en aan het begin is bijna niet te voorspellen waar het einde zal liggen.” De ervaring en het productieapparaat van AkzoNobel paste voor deze opdracht precies bij de wensen van Gispen, stellen beide heren. De kleur van de opdracht was duidelijk (grijs-bruin) maar zoals te verwachten viel, veranderde het eisenpatroon in de loop van het project. Hoogglans werd zijdeglans, metallic werd juist geen metallic en ook naar de juiste structuur werd een tijd gezocht. “Wij hadden een partner nodig die steeds met ons mee kon denken”, vertelt Birkhoff. “Met de samples en de proeven zijn we steeds heen en weer gegaan tussen AkzoNobel en de klant, tot we bij precies de juiste samenstelling uitkwamen. Uiteindelijk hebben we de klant een volledige proef kunnen laten zien, tot het tapijt aan toe.” Kok beaamt: “Het was een vloeiende samenwerking. Gezamenlijk zijn we steeds verder aan het fine-tunen geweest. Dat is een intensief traject waarbij we frequent moesten afstemmen hoe we tot het beste resultaat konden komen.” China De coating werd niet alleen gebruikt voor meubels die Gispen zelf produceerde, maar voor de totale inrichting. Alles bij elkaar moest er 3,5 ton poedercoating worden geproduceerd. Om dat te bereiken, verplaatste Akzo een deel van de productie – het opspuiten – naar China. Dat leverde onverwachte uitdagingen op. Kok: “Het was niet alleen aan de technische kant, maar ook qua logistiek een spannende klus. Onze productie in China werkt met lokale grondstoffen, die net weer anders zijn dan de grondstoffen die we hier gebruiken. Maar als producent moeten wij wel waarborgen dat het kastje precies dezelfde kleur heeft als de stoel die ernaast staat. Daarom hebben we ervoor gekozen de kanten-klare poedercoating deels door de lucht, deels via een gekoelde zeecontainer naar China te brengen. Dat is gelukt, maar het was een grote operatie.” Bijzondere klus Voor Kok was deze opdracht een nieuw bewijs dat zijn poedercoatings veelzijdig inzetbaar zijn. Hij constateert
verf&inkt 12 - 2010
‘Het was een vloeiende samenwerking. Gezamenlijk zijn we steeds verder aan het fine-tunen geweest’
Hoog niveau “Verf is evengoed een moeilijke sector, waarin je in de hogere segmenten alleen met slimme technologie kunt concurreren. We hebben het niet over eenvoudige blikken latex. Verf is een hightech chemisch product, waarin tegenwoordig allerlei eigenschappen worden toegevoegd. Je hebt zelfhelende autolakken die de krassen wegwerken, verven voor schepen die aankoekende schelpen tegengaan, superlichte verven voor vliegtuigen en antibacteriologische verven voor operatiekamers. Daarin is AkzoNobel wereldleider. Het is innovatie op hoog niveau.’ (Hoogleraar Innovatie Dany Jacobs van de Universiteit van Amsterdam, in De Volkskrant van 3 augustus) Stedenband “Zijn buitenlandervaring tot nu toe bestaat uit de stedenband van Amsterdam en Managua, de hoofdstad van Nicaragua. Wat een drama!” (Oud-Kamerlid en voormalig internationaal secretaris Harry van den Bergh van de PvdA over de gebrekkige ervaring met buitenlandpolitiek van PvdA-leider Job Cohen, in Elsevier van 24 juli)
dat de markt de laatste jaren enorm is gegroeid: nagenoeg de totale markt is overgeschakeld op poedercoatings. Behalve in de meubelbranche worden de producten gebruikt in de industrie, bij domestic appliances en bijvoorbeeld ook bij toepassingen voor de automotivesector. Reden voor het succes is dat de poedercoating een milieuvriendelijk product is, zegt hij. “Het is volledig oplosmiddelvrij en wij werken met een bijna 100 procent transfer-efficiënt systeem. Dat wil zeggen dat de coating die bij het opspuiten niet op het object komt, wordt afgezogen en uiteindelijk weer hergebruikt kan worden. Daarnaast bieden poedercoatings ook nog secundaire voordelen: er bestaat bijvoorbeeld veel minder brandgevaar.” Het opspuiten van poedercoatings mag dan milieuvriendelijk en efficiënt zijn, het is wel een tamelijk moeilijk technisch proces. “Wij spuiten op industriële wijze in onze spuitcabine. Daar wordt het poeder elektrostatisch opgeladen, zodat de coating op de juiste wijze neerslaat op het object. Het voordeel van deze manier van werken is dat het heel goed te automatiseren is.” Birkhoff en Kok zijn trots op het resultaat van hun gezamenlijke inspanningen. Het was een bijzondere klus, zeggen ze achteraf. Birkhoff: “Vooral omdat de volledige inrichting van een kantoorpand veel facetten beslaat. De coating speelde in dit geval een belangrijke rol, maar het gaat om veel meer: van ontwerp tot productie en van transport tot installatie. En ja, natuurlijk geeft het voldoening om zoiets tot een goed einde te brengen.” •
Opinie “Omdat politici bijna Kamerbreed al tientallen jaren ons volk bedreigen met de ondergang als we de verzorgingsstaat niet ingrijpend herzien, zijn veel mensen gaan geloven dat dit moet. Maar, net als de spoedige komst van het einde der tijden is dat een opinie, geen feit” (Oud-politicus en socioloog Marcel van Dam in De Volkskrant van 12 augustus) Stand-by “Uit een enquête van uitzendbureau Randstad blijkt dat iedere derde persoon op vrije dagen telefoon van zijn werk krijgt. Marktonderzoekers hebben vastgesteld dat meer dan de helft van de werknemers tijdens hun vakantie op zakelijke e-mails reageert. Het is een leven in stand-by” (Susanne Beyer in HP/De Tijd van 13 augustus) Vies gezicht “Presentator Tijs van den Brink van Knevel & Van den Brink trekt soms een heel vies gezicht. Afgelopen dinsdag trok ik tijdens zijn uitzending zelf ook even zo’n gezicht. Dat was op het moment waarop Robin Linschoten over het halveren van de ontwikkelingshulp begon. Hij wist uit onderzoek dat de helft van de hulp niet op de juiste plek komt en dat het daarom terecht is dat het bedrag gehalveerd wordt. Als je het halveert komt volgens mij nog maar een kwart op de juiste plek. Dus moet je het niet halveren, maar juist verdubbelen” (Cabaretier Youp van ’t Hek in zijn column in NRC Handelsblad van 14 augustus) Onvermogen “Bijna al ons ongeluk komt voort uit ons onvermogen rustig in onze kamer te blijven zitten” (Emeritus hoogleraar Sociologie Anton Zijderveld citeert de Franse dichter Charles Baudelaire in zijn column tegen vakantie, in het FD van 14 augustus)
27
drukinkt & veiligheid
‘Geen gemakkelijke situatie’ door angst voor contact met voedsel
Wetgever steeds strenger voor fabrikant verpakkingsdrukinkt
Het wordt er voor bedrijven die drukinkten voor voedselverpakkingen maken niet gemakkelijker op. Zij moeten bij de samenstelling voldoen aan strikte voorwaarden. Chris Middelburg van mondiaal marktleider Sun Chemical hamert op het belang van een goede communicatie in de keten. “Door helder met elkaar over eisen te communiceren zorg je voor een juiste toepassing van grondstoffen.” Te k s t : H a n s K l i p F o t o’s : Pe t v a n d e L u i j t g a a r d e n
Strenge eisen en een steeds langere lijst van grondstoffen die niet meer mogen worden gebruikt. Leveranciers van drukinkten voor voedselverpakkingen hebben te maken met een complexe materie, zegt Chris Middelburg. Want als inkt en voedsel met elkaar in aanraking komen, kan dit vanwege mogelijke gezondheidsschade tot grote commotie leiden. Ook als het risico voor de gezondheid eigenlijk heel klein is. Middelburg is technical product manager van de Benelux Liquid Inks Divison van Sun Chemical. Dit bedrijf is zowel mondiaal als in Europa de grootste producent van drukinkten en pigmenten. De jaarlijkse omzet is ongeveer 3,5 miljard dollar. Er werken ruim 10.000 mensen bij Sun Chemical, van wie ruim 100 in de Benelux. Sun Chemical heeft een leidende positie als leverancier van materialen voor diverse industriële toepassingen, zoals verpakkingen, commercieel drukwerk, tijdschriften en coatings. To e g e v o e g d e w a a r d e Middelburg is bij Sun Chemical het technisch aanspreekpunt voor verpakkingsdrukkerijen. Circa 75 drukkerijbedrijven in Nederland bedrukken voedselverpakkingen. Middelburg licht toe: “Het gaat vooral om kunststofverpakkingen voor voedsel. Zij bedrukken ook secundaire verpakkingen, zoals golfkartonnen dozen waarin zakken snoep worden verpakt.” De drukinkten die voor voedselverpakkingen nodig zijn, vormen een belangrijk onderdeel van het productenpalet van Sun Chemical. Vooral vanwege de toegevoegde waarde, vertelt Middelburg. “De inkten hebben veel meer functionele eigenschappen dan bijvoorbeeld inkten voor kranten en tijdschriften. Die maken het complex om drukinkten samen te stellen. Het luistert erg nauw.” Negatieve lijst Middelburg noemt een aantal voorbeelden van functionele eigenschappen (zie het kader voor een volledig overzicht).
28
“De verdrukbaarheid spreekt voor zich. De inkt moet goed drukken en drogen. Ook is het belangrijk dat de inkt multifunctioneel kan worden toegepast. Zoveel mogelijk materialen moet met dezelfde drukinkt kunnen worden bewerkt.” De verwerkbaarheid is eveneens van groot belang, zegt Middelburg. “Drukkerijen werken meestal met rollen. Bij het oprollen komt de bedrukte zijde dan in contact met de andere (achterzijde) zijde van het materiaal. Er mogen natuurlijk geen stoffen worden overgedragen. De inkten zijn zo geformuleerd dat zij geen gevaar voor de kwaliteit en de veiligheid van het voedsel opleveren. De eisen zijn zeer streng. Er is een negatieve lijst van stoffen die door voortschrijdend inzicht steeds langer wordt. Daar staat een groot aantal monomere weekmakers op. Wij mogen ook bepaalde oplosmiddelen, pigmenten en hechtingsstoffen niet meer gebruiken. Zo zijn pigmenten die zware metalen bevatten tegenwoordig uit den boze. Verder speelt het hele REACH-verhaal. De drukinktindustrie gebruikt geen stoffen met de zogenaamde kwalificatie ‘zeer ernstige zorg’.” Kostprijs onder druk De chemische bestendigheid is volgens Middelburg een andere belangrijke eigenschap. “Vlees, rijst en drop bevatten veel olie. Het risico bestaat dat de olie naar buiten migreert. De inkt moet daartegen bestand zijn.” En dan is er nog het economische aspect, eindigt Middelburg zijn opsomming. “De kostprijs is een belangrijke beperking. De inkt mag zeker niet duurder zijn dan het verpakkingsmateriaal zelf.” Voor de producenten levert dat geen gemakkelijke situatie op, zegt Middelburg. “Alternatieven voor stoffen die worden verboden, zijn vaak duurder. Wij hebben ook last van de forse stijging van de prijs van diverse grondstoffen, omdat we vooral producten op synthetische basis maken. En verder speelt de huidige recessie ons parten. De prijs van verpakkingsinkten is de afgelopen tien jaar redelijk stabiel geble-
verf & innovatie
‘Drukinkt voor voedselverpakkingen heeft veel functionele eigenschappen’ ven, terwijl de kosten van grondstoffen juist sterk zijn toegenomen. Wereldwijd heeft dat geleid tot een golf van fusies en overnames. Dit ging gepaard met inkrimpingen van het personeelsbestand.”
en voedselproducent. Door heel helder met elkaar over eisen te communiceren zorg je voor een juiste toepassing van grondstoffen. Want er gaat nu nog te vaak in het contact iets fout.”
Uitgebreide richtlijn
Proactief
Om problemen zoveel mogelijk te voorkomen heeft de Europese belangenorganisatie van drukinktfabrikanten, de European Printing Ink Association (EuPIA), een uitgebreide richtlijn voor inkten voor voedselverpakkingen opgesteld. Alle samenstellende materialen moeten ‘geschikt voor het beoogde gebruik’ zijn. EuPIA heeft een handig schema voor de selectie van grondstoffen gemaakt. Een belangrijk criterium is of een grondstof geautoriseerd is voor direct voedselcontact. Middelburg: “Dan kun je de grondstof zonder meer gebruiken. Toch gebeurt dit niet vaak, door de beperkte mogelijkheden van dergelijke grondstoffen. Zo is het kleurgamma van pigmenten die geschikt zijn voor direct contact met voedsel vrij beperkt. Ook vormen de hoge kosten van deze grondstoffen een belangrijke belemmering voor gebruik.”
Sun Chemical heeft in Europa een groep medewerkers die zich uitsluitend met regelingen in verband met voedselveiligheid bezighoudt. Middelburg: “Wij gaan proactief om met het thema.” Hij is zelf lid van een projectgroep van de VMK, de belangenbehartiger en woordvoerder van de Nederlandse kunststofverpakkingsindustrie. De projectgroep houdt zich bezig met voedselverpakkingen. Middelburg geeft input vanuit het perspectief van de drukinktindustrie. “De projectgroep overlegt een aantal keren per jaar met vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. We discussiëren nu bijvoorbeeld over de nieuwe Nederlandse Warenwet die eraan komt. Welke stoffen kunnen wel of niet voor voedselverpakkingen worden toegepast?” •
Belang van communicatie Een ander criterium is het moleculaire gewicht. Is dit hoger dan 1.000 dan is het gebruik van de grondstof voor drukinkt geen probleem, mits deze voldoet aan bepaalde uitsluitingscriteria. Middelburg: “De moleculen zijn in dat geval groot genoeg om in de inktlaag opgesloten te blijven. Bij een grondstof met een laag moleculair gewicht bestaat het gevaar van migratie door de verpakking heen. Je moet dan de mate van migratie onderzoeken en of de migratielimieten worden overschreden.” Middelburg hamert op het grote belang van een goede communicatie binnen de hele keten. “Dit geldt voor alle partijen: grondstofleverancier, inktleverancier, verpakkingsdrukkerij
verf&inkt 12 - 2010
Eisen aan verpakkingsinkten Er zijn negen verschillende soorten specificaties waaraan verpakkingsinkten moeten voldoen: • Verdrukbaarheid: droogsnelheid, heroplosbaarheid, volvlak/lijnwerk/rasterwerk, voltoon/halftoon en resolutie; • Visuele eigenschappen: kleur, kleurkracht, glans en matheid; • Multifunctionaliteit: hechting op diverse substraten, buitendruk, binnendruk en laminatie; • Verwerkbaarheid: geen migratie, overzetten of verkleven van de bedrukte zijde naar de voedselcontactzijde in de rol of stapel; • Mechanische bestendigheden: krasvastheid, wrijfvastheid, kreukvastheid en COF (coëfficiënt van wrijving); • Chemische bestendigheden: water, zuur, alkali, compost, vetten, oliën et cetera; • Thermische bestendigheden: heat seal, pasteurisatie, sterilisatie en diepvries; • Economische eisen: lage kosten om te drukken; • Veiligheidseisen: in overeenstemming met alle Europese richtlijnen voor gezondheid, veiligheid en milieu. Nadere informatie: de site www.eupia.org van de European Printing Ink Association. Hier is onder meer de Guideline on Printing Inks te vinden. In dit document is het selectieschema voor grondstoffen voor verpakkingsinkten opgenomen. Voor meer informatie over de activiteiten en producten van Sun Chemical: www. sunchemical.com.
29
gekleurd verleden
XXxxxxx xxxxxxxx Industrie verruilt ‘kronkelpad’ voor de ‘statige lanen der wetenschap’
Nederland telde ooit honderden verffabrieken en ambachtelijk Nederland telde ooitvan honderden verffabrieken en ambachtelijke verf- en inktmakers: van verf- en inktmakers: kleinschalige familiebedrijven tot kleinschalige familiebedrijven tot robuuste ondernemingen robuuste ondernemingen met industriële potentie. ‘Gekleurdmet industriële potentie. ‘Gekleurd Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van fragmenten uit vervlogen Verleden’ gaat terug in de tijd en verhaalt op basis van jaren. In deze zevende aflevering staat geen bedrijf centraal, maar blikken we terug op de fragmenten uit vervlogen jaren. In deze tweede aflevering: veertigste verjaardag van de VVVF, in 1947. verffabriek Premier in Den Haag-Loosduinen.
In 2007 vierde de VVVF het 100-jarig bestaan. Een jubileum waarbij natuurlijk uitvoerig is stilgestaan. Deze aflevering van ‘Gekleurd Verleden’ gaat terug naar de tijd waarin de VVVF amper halfweg was. Naar het jaar 1947, waarin de belangenvereniging van de verf- en drukinktindustrie de leeftijd van veertig jaar bereikte Dat de vereniging toen veertig werd, was in elk geval een mooie aanleiding voor een boekje. ‘Herdenkingsuitgave VVVF 1907-1947’ staat er op de cover. Geen dikke pil, maar een flinterdun boekje, waarin verslag wordt gedaan van de feestelijke receptie in het Amstelhotel in Amsterdam, maar waarin ook bestuurders en ondernemers hun licht laten schijnen op het reilen en zeilen in de verf- en inktindustrie en de VVVF van toen. “Eens was er een tijd waarin verffabrikanten zich in een waas van geheimzinnigheid meenden te moeten hullen”, schrijft bijvoorbeeld toenmalig VVVF-voorzitter W.S. Kwantes uit Bussum in het voorwoord. “De ene beoefenaar van het edele vak nam vooral geen contact op met de ander. En ieder dacht er zorgvuldig voor te moeten waken dat eigen aangelegenheden en werkmethoden vooral niet aan vakgenoten bekend werden. Want in hen zag men zijn natuurlijke vijanden. Hoezeer is dit alles thans veranderd: schier geen enkel gebied is er aan te wijzen waar men niet tot samenwerking is gekomen”, aldus Kwantes. Volgens hem zijn de hulp en de medewerking van de VVVF daarbij ‘van eminente waarde’ geweest. “Alleen al op grond hiervan is het volkomen terecht, dat thans met enige feestelijkheid de geboorte der VVVF destijds in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht wordt herdacht.” Evolutie industrie De VVVF-voorzitter concludeert dat de periode die voorafging aan de oprichting van de vereniging ongekend rijk was aan gebeurtenissen. “Tien jaren oorlog en tien jaren depressie in het zakenleven deden hun invloed geducht voelen.” De evolutie van de verf- en inktfabrieken omschrijft Kwantes als volgt: ‘’De outillage evolueerde van de ouderwetse potmolen via drie, twee en eenwalsmachines tot high speed mills, van turfvuren tot oliebranders; de grondstoffen van de klassieke natuurgrondstof tot de synthetische; de verfproductie van
30
De cover van de ‘Herdenkingsuitgave’ ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan.
blanke lakken en verfpasta’s tot gerede grond- en lakverven.” Kwantes stelt verder in zijn voorwoord tot zijn tevredenheid vast dat de industrie in die jaren ‘van lieverlede de kronkelpaden der empirie verwisselt voor de statige lanen der wetenschap.’ En dat men is gaan inzien dat ‘studiearbeid van waarde is’ voor de verfindustrie. Relaties met organisaties als TNO en het toenmalige C.I.M.O. (Centraal Instituut voor Materiaal Onderzoek, red.) acht hij dan ook van groot belang. “Zo gaat onze dynamische wereld voort en kan als vaststaand worden aangenomen dat in de toekomst de VVVF nog vele goede diensten zal kunnen bewijzen. Voorwaarde zal zijn dat de vrijheid van het lidmaatschap op de juiste wijze door belanghebbenden zal worden gehanteerd, waardoor de eensgezindheid gehandhaafd kan blijven.“ In de loop van de jaren dertig telde de VVVF circa zestig ‘volledige’ leden, terwijl daarnaast zo’n veertig leveranciers lid van de belangenorganisatie waren geworden. In een tijd waarin nog een ‘afdeling Propaganda’ reclame maakte voor schilderwerk en de film ’Schilderen’ vaste prik was als promotiefilm in bioscopen en bij belangrijke vergaderingen en bijeenkomsten.
VVVF, net als tal van andere verenigingen in bezet Nederland, opgeheven zou moeten worden. Waardoor, zoals verenigingssecretaris mr. D. Egging treffend beschrijft ‘’daarin verenigde materiële en ideële waarden verloren zouden gaan.” Een oplossing werd volgens hem gevonden door de VVVF te laten optreden als federatief orgaan, een overkoepeling van de ondervakgroep Verf, Lakken & Vernissen en de Ondervakgroep Groothandel in bereide Verf & Vernis. Vanzelfsprekend werden na de oorlog stappen gezet deze uit de bezettingstijd daterende maatregel teniet te doen, maar de verfindustrie werd daarbij, aldus diezelfde Eggink, een tijdlang ‘opgehouden’ door de wetgeving. Op 19 juni 1947 werd de knoop echter doorgehakt en werd tijdens een bestuursvergadering een statutenwijziging aangenomen op grond waarvan de VVVF weer een vereniging zou kunnen worden met individueel lidmaatschap voor fabrikanten. Precies zoals dat ook al voor het uitbreken van de oorlog het geval was. Leven begint op je 40ste Verenigingssecretaris Eggink, die in die jaren bijna twintig jaar in touw was voor de VVVF, herinnert de lezers eraan dat het leven pas begint op je veertigste: “Wanneer deze spreuk waarheid bevat voor het individu, hoeveel waars ligt daarin dan niet besloten voor de vereniging”, zo vraagt hij zich af. “Getraind door tegenslag en mislukking, getraind door ervaring en traditie, gaat de VVVF voort met de vervulling van haar historische roeping: de behartiging der gemeenschappelijke belangen der verfindustrie”, zo voorziet hij. Voorzitter C.W. Fraij van de feestcommissie onderstreept dat het onderling
Tw e e d e We r e l d o o r l o g In het boekje wordt ook het nodige gezegd en geschreven over de invloed die de Tweede Wereldoorlog op de industrie heeft gehad. Een tijd waarin afzonderlijk ondervakgroepen werden opgericht voor de verf- en inktindustrie en de handel, maar waarin tegelijkertijd het gevaar dreigde dat de
Foto-impressie van het feest in het Amstelhotel.
gekleurd verleden
VVVF-bestuurders in vergadering bijeen.
slag wordt gedaan in het al in 1928 van de grond gekomen eigen lijfblad van de VVVF, de Verfkroniek, blijkt zo zijn redenen te hebben. Dat valt althans op te maken uit een verklaring in de jubileumuitgave, die is ondertekend door een ‘Ooggetuige.’ In een volzin die qua omvang eerder lijkt op een complete alinea verklaart hij: “Zuinigheid met papier en het instinctief gevoel de kolommen van een ernstig orgaan zoals de Verfkroniek nu eenmaal is en dat meer aan het chemisch onderzoek dan aan het genieten van vloeistoffen is gewijd, leggen de verplichtingen op dat blad niet door overmaat aan frivoliteiten te ontwijden, en deden ons besluiten deze uitgave niet onder dat vaandel te doen geschieden, doch het ware een onvergeeflijke fout het feest van de 26ste September met enkele dooddoeners af te doen.” Groepsfoto van VVVF-bestuurders en feestgangers.
To v e n a a r s
vertrouwen en de collegialiteit van de bij de VVVF aangesloten leden de boventoon voeren. Dat zou in de beginjaren heel anders zijn geweest. Fraij: “Veertig jaar geleden werd op initiatief van acht deftige heren en met algemene stemmen, de Vereniging van Verf en Vernisfabrikanten opgezet. Het is wel toevallig dat die heren lakstokers waren. Ik vermoed dat de heren lak hadden aan de lange, zoniet eindeloze kredieten en daarop samenwerking zochten om tot beter toestanden te geraken. Gezien in het licht van die tijd is het ook begrijpelijk dat in het begin van het verenigingsleven de sfeer in de vergaderingen niet alleen deftig, maar ook min of meer wantrouwend was. Maar daar is een eind aan gekomen en wij kunnen nu wel zeggen, dat het onderlinge vertrouwen en de collegialiteit de boventoon voeren.”
op te dissen uit de oude doos, maar ik wil toch namens de feestcommissie hier mijn hulde brengen aan de voortvarendheid en de vooruitziende geest van de acht heren van veertig jaar geleden. Die heren zijn niet meer en anderen hebben hun werk opgevat en voortgezet. De vereniging groeide en breidde zich uit tot veelomvattende organisatie. Het werk stapelde zich op en allerlei vraagstukken deden zich voor. Vooral in de bezettingstijd werd er veel geëist van de tijd, werklust en scherpzinnigheid van de bestuursleden. Ik geloof dan ook dat ik namens alle leden van de vereniging spreek als ik de bestuurs- en commissieleden heel hartelijk dank voor de onschatbare diensten welke zij hebben bewezen aan onze industrie en onze handel.”
Ve t s m e l t e r s
Cadeaus waren er ook. Als voorzitter van de Ondervakgroep Groothandel in bereide Verf en Vernis overhandigde C. Verhees de jarige VVVF bijvoorbeeld een schilderij van Bart Peizel, voorstellende ‘een buitengewoon schilderachtig gezicht’ in een opslagplaats van een verffabriek. En namens kantoorpersoneel werd bestuur en directie een ‘aschbak’ cadeau gedaan, omdat er tijdens vergaderingen ‘’nogal zwaar wordt gerookt en prettig gedampt, zodat wanneer de vergaderingen achter de rug zijn de bestuurstafel er dikwijls rommelig uitziet.” Dat van het feestje en alles daar omheen geen ver-
Fraij zei zich overigens nog een vergadering ten tijde van de Eerste Wereldoorlog te kunnen herinneren toen, zo schrijft hij, één van de grote, machtige fabrikanten de kleine concurrenten betitelden als ‘vetsmelters’. “Ik geloof dat het de bedoeling was daarmede grote afstand te demonstreren tussen Copaladel en Harsvulgus. Ook die tijd is voorbij. Hars is een zeer belangrijke grondstof voor ons allemaal en wat de grote, machtige firma’s betreft, die hebben tegenwoordig andere zorgen. Het is hier niet de plaats om verhaaltjes
verf&inkt 12 - 2010
‘Ooggetuige’ bij feest
Het feest zelf was uiteraard op touw gezet door een feestcommissie. Volgens de anonieme schrijver een commissie die ‘permanent is, zonder initialen werkt, waarop kortom niemand vat heeft en wier namen in geen enkel jaarverslag zijn afgedrukt.’ Toch worden in het boekje hun namen bij hoge uitzondering blootgegeven “zodat u deze tovenaars voor u ziet die het vermogen hebben om elkaar bestrijdende mensenkinderen in opgewekte eendracht en vrij van zorgen genoegen te doen vinden in elkaars gezelschap.” Het blijkt te gaan om de heren C.W. Fraij (voorzitter), P. Herfst, H.F. Kolff en H.J. Visser. Over het deel na de officiële spreekbeurten van deze en gene is onze verslaggevende Ooggetuige al niet minder poëtisch: “Kringen en kringetjes vormden zich vanzelf; ieder sprak met iedereen. Een drom van gasten die voorshands niet van wijken weet, werd hier gerealiseerd. Ondertussen lieten musici noch fotografen hun instrumenten met rust: bliksemlicht weerkaatste in het sherryglas, walstonen en bloemengeuren dreven rond, gelach en stemgegons ging om. Het zij een herinnering aan een belangrijke datum in de geschiedenis der vereniging wier leden dien dag wel bijzonder het accent legden op de collegialiteit die beoefenaren van hetzelfde bedrijf met elkaar kan verbinden…”
Te k s t : A n t o n S t i g Foto’s: VVVF
31
Hoe veilig werkt u? Het werken met verf kan bij verkeerd gebruik leiden tot gezondheidsklachten en onveilige situaties. Voor u als professionele schilder is het dan ook belangrijk om te weten hoe u veilig kan werken met een verfproduct.
Welke voorzorgsmaatregelen moet u treffen om onveilige situaties en gezondheidsklachten te voorkomen en hoe moet u handelen bij een bepaalde calamiteit? U vindt dit terug in het veiligheidsinformatieblad van het verfproduct en in de verkorte informatie per productgroep.
Kijk snel op:
www.veiligmetverf.nl
Een initiatief van verffabrikanten (VVVF) en verfgroothandelaren (VVVF).
actueel
REACH-voorschriften leiden tot onwerkbare detaillering
Nieuw VIB schiet doel voorbij
Nieuwe Europese regelgeving stelt hogere eisen aan Veiligheidsinformatiebladen. Daardoor lijken ze hun doel voorbij te schieten, waarschuwt stoffenexpert Dirk van Well van de VNCI. “De geëiste informatie over stoffen in mengsels is zo gedetailleerd dat het VIB in de dagelijkse praktijk op de werkvloer mogelijk onbruikbaar wordt.” Van Well wil het thema aan de orde stellen bij de evaluatie van REACH in 2012. Te k s t : J o s d e G r u i t e r REACH-regels, maar ook nieuwe internationale regelgeving voor de harmonisatie van veiligheidsteksten (CLP/GHS), zorgen er voor dat er vanaf 1 december 2010 gedetailleerder eisen worden gesteld aan de veiligheidsinformatiebladen (VIB’s). Voor nieuwe VIB’s geldt dan dat alle 63 subrubrieken met informatie over de eigenschappen van gevaarlijke stoffen moeten zijn ingevuld. De afkorting n.a. (not aplicable/ available) hoort er niet meer in voor te komen of moet uitgebreid worden verantwoord. “Er is nu heel nauwkeurig voorgeschreven waaraan een VIB moet voldoen”, vertelt stoffenexpert Dirk van Well van de VNCI, de belangenorganisatie in de chemische industrie. “Dat juichen we natuurlijk toe, want zo kan er geen discussie ontstaan of de gebruiker de juiste informatie heeft ontvangen. Maar het risico bestaat dat het veiligheidsblad zijn doel voorbijschiet. De geëiste informatie over stoffen in mengsels is erg gedetailleerd waardoor de inhoud van het VIB in de dagelijkse praktijk op de werkvloer mogelijk onbruikbaar wordt en daardoor zijn nut verliest.” “In de autoschadeherstelbranche werken doeners, mensen die graag met hun handen bezig zijn”, laat het maandblad Chemie Magazine van de VNCI Jenda Horák van branchevereniging FOCWA (autoschadeherstellers) vertellen. “Bij de kleinere bedrijven is er nauwelijks chemische kennis in huis, maar er wordt wel gewerkt met chemicaliën. Ze plamuren, lakken, poetsen en spuiten. Hoe ze veilig met de stoffen kunnen werken, staat in het veiligheidsinformatieblad. Maar als dat lange en ingewikkelde teksten zijn, dan beginnen ze er niet eens aan.” “Dat gevaar bestaat bij meer kleinere bedrijven. Ook bij verffabrikanten die geen uitgebreide staf hebben”, vreest Van Well. “Het resultaat is dat een VIB in een map verdwijnt om bij controle aan de arbeidsinspectie te laten zien, maar niet wordt gebruikt om de gebruiker te informeren over een veilige toepassing van een product.” Gemiste kans Chemie Magazine laat ook hoogleraar Technische communicatie Michaël Steehouder van de Universiteit Twente aan het woord. Hij doet al vele jaren onderzoek naar het opvolgen en begrijpen van instructies, speciaal op het gebied van veiligheid. “De belangrijkste voorwaarde voor een effectieve instructie is dat de gebruiker beseft dat hij in een risicosituatie
verf&inkt 12 - 2010
is”, vindt Steehouder. “Een situatie waarin een werknemer niet op basis van routine, ervaring of gezond verstand kan handelen, maar instructie nodig heeft. Maar hoe ingewikkelder en dikker die instructie vervolgens is, hoe kleiner de kans dat men er aan zal beginnen.” Ook directeur Technische Zaken Hans Razenberg van de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten geeft in Chemie Magazine uiting aan zijn bezorgdheid. “Handhavende instanties vinden meestal dat er informatie ontbreekt. Zij willen zoveel mogelijk feiten; dat maakt hun werk eenvoudiger. Maar de ontvangers, de feitelijke gebruikers, klagen juist dat het veiligheidsblad te complex is en te veel informatie bevat. Wat dat betreft lijken de nieuwe regels een gemiste kans, er had veel meer nadruk kunnen liggen op begrijpelijkheid.’ Ve r fi n d u s t r i e Ook de verfindustrie heeft te maken met de nieuwe voorschriften. In het verleden maakte elk bedrijf zijn eigen veiligheidsinformatiebladen. In latere jaren ging de wetgever zich nadrukkelijker met de inhoud bemoeien. Dat was zeker het geval bij de komst van REACH-regelgeving in 2006. Het oude ‘richtsnoer’ voor VIB’s kreeg een steeds dwingender karakter. Begin 2010 is een verdere aanscherping doorgevoerd omdat het richtsnoer werd aangepast aan de bestaande internationale afspraken over VIB’s, die voortvloeien uit het ‘Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals’ (GHS). Per 1 december 2010 treden die nieuwe eisen ten aanzien van het VIB in werking. Belangrijk verschil met het vroegere richtsnoer is dat nu per rubriek in detail is beschreven hoe de inhoud moet luiden. Daarnaast moet de etikettering worden aangepast aan de Europese implementatie van het GHS volgens de zogenoemde CLP-verordening. Verffabrikanten, die doorgaans niet uitsluitend met stoffen werken, maar vooral met mengsels, moeten ook aan nieuwe eisen voldoen, maar omdat de nieuwe etiketteringeisen voor mengsels pas op 1 juni 2015 ingaan, is bepaald dat ook de VIB’s voor dat soort producten voor wat betreft de etikettering niet op 1 december, maar op 1 juni 2015 moeten zijn aangepast. “Verffabrikanten moeten zich dus voorbereiden op de wijzigingen die per 1 juni 2015 voor hen van kracht zijn, maar ze moeten ook kijken of de informatie over mengsels voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden in de huidige, per 1
december van kracht wordende regels”, waarschuwt Van Well. “Ook voor mengsels geldt bijvoorbeeld dat een fabrikant in sommige gevallen de term n.a. (not aplicable/available) niet meer mag gebruiken zonder uitgebreide verantwoording.” Ve r t a l e n De VNCI heeft argumenten aangedragen bij de Europese Commissie om de VIB’s begrijpelijk, overzichtelijk en leesbaar te houden. Van Well: “Het VIB is in onze ogen toch vooral een middel dat de gebruiker in staat moet stellen producten veilig te gebruiken. Dit betekent in onze ogen dat de inhoud moet zijn afgestemd op de kennis van deze gebruiker. Naar onze mening heeft de wetgever daar te weinig oog voor.” De zorg dat de VIB in zijn nieuwe vorm zijn doel voorbijschiet, is echter niet weggenomen. In 2012 wordt de REACH-regelgeving tegen het licht gehouden. “Dat is een goed moment om te kijken of onze zorgen in de praktijk inderdaad terecht zijn gebleken”, aldus Van Well. “En als dat het geval is zullen we uiteraard onze bezwaren weer volop onder de aandacht brengen.” In de tussentijd zouden werkgevers de onbruikbare VIB’s kunnen ‘vertalen’ in op de gebruiker toegesneden werkplekinstructies, suggereert hij. “Een A4tje waarmee met eenvoudige symbolen en steekwoorden beknopt wordt beschreven hoe werknemers om dienen te gaan met de risicostoffen.” •
Wettelijke verplichtingen voor Veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) zijn gebaseerd op Europese verordening REACH uit 2006. REACH gaat over de registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van gebruik van chemische stoffen. In REACH is opgenomen dat Veiligheidsinformatiebladen moeten worden verschaft aan professionele gebruikers van stoffen en preparaten. Verf is een preparaat en valt daarom onder REACH. Het Veiligheidsinformatieblad is hét middel waarmee een producent het veilig werken met zijn product moet garanderen. Elke fabrikant is verplicht een VIB op te stellen. Een werkgever is verplicht de medewerkers volgens de procedures in de VIB te laten werken en dus de benodigde beschermingsmiddelen in huis te hebben. Het Veiligheidsinformatieblad beschrijft: 1. Naam product en fabrikant 2. Gevaren 3. Namen van alle gevaarlijke stoffen 4. EHBO-maatregelen 5. Brandbestrijdingsmaatregelen 6. Maatregelen bij morsen/vrijkomen 7. Aanwijzingen voor opslag en hanteren 8. Beschermingsmaatregelen 9. Fysische en chemische eigenschappen 10. Stabiliteit en reactiviteit 11. Toxicologische eigenschappen 12. Ecologische informatie 13. Instructies voor verwijdering 14. Transportvoorschriften 15. Gevaarsymbolen, risico- en veiligheidszinnen 16. Overige veiligheidsinformatie
33
vvvf verenigingsnieuws
Lijm- en kitindustrie brengt kantoor onder bij VVVF Vanaf 1 januari 2011 zal de VVVF de kantoorfunctie voor de verenigingen van de lijmindustrie (VNL) en van de kittenindustrie (VNVI) gaan vervullen. Zo hebben de besturen van beide verenigingen besloten. Er is nog een uitspraak van de ledenvergaderingen vereist, maar verwacht wordt dat de achterbannen zich kunnen vinden in dit besluit. Tot dan zijn beide verenigingen aangesloten bij de NRK.
Master Class CLP Op 29 september 2010 organiseert de VVVF, samen met de NRK (Nederlandse Kunststof- en Rubberindustrie) de Master Class CLP. CLP staat voor de Europese verordening voor classificeren, etiketteren en verpakken van stoffen en mengsels. De CLPverordening zorgt voor veel veranderingen ten opzichte van de huidige etiketteringsregels uit de Stoffen- en Preparatenrichtlijnen. Het doel is inzicht te bieden in alle aspecten van de CLP-verordening en is bedoeld voor stafmedewerkers die in hun functie te maken hebben met productveiligheid en etikettering. De Master Class wordt gehouden in het ’t Veerhuis in Nieuwegein. Leden kunnen zich aanmelden tot 30 augustus 2010.
Hans Wijers gastspreker op ledenvergadering VVVF CEO Hans Wijers van AkzoNobel is gastspreker tijdens de komende ledenvergadering van de VVVF op 16 december. De oud-minister van Economische Zaken staat bekend als begenadigd spreker en als een ondernemer met toekomstvisie. De verwachting is dat de ledenvergadering veel belangstelling zal krijgen van de kant van de leden en genodigden.
34
Kennisplatform Metaalconservering bij Bouwen met Staal Onlangs gaf ir. C.A.M. Bos, bestuurslid van de vereniging Bouwen met Staal, voor de sectie Protective Coatings van de VVVF een presentatie over de opzet van het Kennisplaform Metaalconservering. Het Kennisplatform komt voort uit het innovatieprogramma PSIBouw dat van 2004 tot eind 2008 impulsen gaf aan de vernieuwers en vernieuwingen in de bouw. Eind 2008 spraken partijen de intentie uit het project Professionaliseren Metaal conserven PSIBouw om te vormen tot een ‘Kennisplatform Metaalconservering’. De keuze is gevallen op de vereniging Bouwen met Staal – TC4, vanwege het bestaande netwerk, de professionaliteit en onafhankelijkheid. Het doel van het Kennisplatform is het bundelen en toegankelijk maken van kennis over staalconservering voor alle schakels van de keten. Zo zijn organisaties als SVMB en VOM bij het platform
betrokken. Voorbeelden van ‘bundelen van kennis’ zouden afspraken kunnen zijn over ‘duurzaam metaal conserveren’, hoe een ‘duurzaamheidsprotocol’ eruit zou moeten zien en richtlijnen omtrent aansprakelijkheid. Het kennisplatform gaat zich onder meer bezighouden met normalisatie, evaluatie van projecten, opleidingen ter verbetering van de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden en het opzetten van een web based informatiesysteem. Voor elk van deze prioriteiten wordt een werkgroep met een ‘trekker’ ingesteld. Het geheel wordt aangestuurd door een stuurgroep met daarin alle belanghebbenden, zoals de VVVF, SVMB, VOM, ingenieursbureaus, staalleveranciers en opdrachtgevers. Eventueel kan dit gezelschap worden uitgebreid met grondstofleveranciers en staalconstructiebedrijven.
Aanpassing PGS 15 PGS 15 is de richtlijn voor opslag van verpakte gevaarlijke goederen. Het betreft een gedeeltelijke actualisatie, wat inhoudt dat slechts bepaalde stukken van de PGS zijn herzien. In 2009 heeft de PGS programmaraad besloten tot deze gedeeltelijke herziening van PGS 15. Het doel is om de errata die in de afgelopen jaren verzameld zijn, te integreren in de publicatie en deze in lijn te brengen met nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving. Verder is voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke stoffen (ook wel genoemd: ‘overslag’ of ‘cross-docking tijdens transport’) een apart hoofdstuk opgesteld (hoofdstuk 10). Belanghebbenden kunnen tot uiterlijk 5 november 2010 commentaar insturen via
[email protected]. De expertgroep Productielocatiezaken van de VVVF buigt zich over de geactualiseerde PGS en zal, als dit voor de verf- en drukinktindustrie van belang is, commentaar leveren.
Nieuwe leden Aftrap van het project Hernieuwbare Grondstoffen De eerste interactieve workshop in het kader van het project ‘Hernieuwbare Grondstoffen’ heeft op 15 juli plaatsgevonden. De belangstelling van de achterban was groot. Op basis van technische inbreng van de kant van TNO-wetenschappers ontstond een open gedachtewisseling. Op basis van de discussie zal een werkgroep de komende twee workshops voorbereiden. In ieder geval staat vast dat daarbij ook andere instituten dan TNO, grondstofleveranciers en afnemers betrokken zullen worden. Meer informatie over dit project was te lezen in het vorige nummer van Verf&Inkt (‘Comeback van hernieuwbare grondstoffen’).
Coatings Summit De Coatings Summit staat bekend als een prestigieus evenement. De top van de mondiale verfindustrie is er aanwezig. De komende Coatings Summit wordt van 17 t/m 19 januari 2011 gehouden in Washington DC. Leiders van toonaangevende bedrijven uit de bedrijfstak en grondstofleveranciers ontmoeten elkaar in het historische Willard Hotel, op een steenworp afstand van het Witte Huis. Vooraanstaande ceo’s van over de hele wereld geven hun visie op marktontwikkelingen en strategische opties. Bijzondere gastsprekers laten als insider hun licht schijnen op economische en politieke issues. De International Paint and Printing Ink Council (IPPIC), waarvan de VVVF lid is, is mede gastheer van de Coatings Summit. Nadere informatie en aanmelden: www.coatings-summit.com
Per 1 augustus 2010 is Aalterpaint toegetreden tot het gewone lidmaatschap van de VVVF. Het in Aalter, België, gevestigde bedrijf ontwikkelt, produceert en verkoopt verven en vernissen. De productie richt zich voornamelijk op de gespecialiseerde markten van roestwerende, brandwerende en industriële verven. Aalterpaint is lid geworden van de VVVF voor de Nederlandse afzet. Het bedrijf is lid van de Belgische branchevereniging IVP, waarvan directeur Marc de Potter bestuurslid is. Eveneens per 1 augustus 2010 is PGZ International als buitengewoon A-lid toegetreden tot de VVVF. PGZ Retail Concept is een handelsonderneming in schildersbenodigdheden, doe-het-zelf-artikelen en technische artikelen, alsmede het winkelinrichtingsbedrijf. Het buitengewoon A-lidmaatschap staat open voor bedrijven die geen verf of drukinkt produceren of importeren, maar die zich naar de aard van hun producten of productieproces verwant voelen aan de verf- of drukinktindustrie.
Denk grOOT BesTeL kLein
Lage
kOsTen kLeine
TODaY’s TrenD, YOur FuTure dPrint® is een uniek en innovatieve service die volledig bedrukte blikken in kleine oplages en in zeer korte termijn kan leveren. Hierdoor krijgt u de grootste flexibiliteit. dPrint® geeft alle creatieve marketeers de mogelijkheid om oplossinggericht te denken
OpLages
voor gepersonaliseerde prints, nichemarkt producten, promotie artikelen, test markten, nieuwe productlanceringen en seizoensproducten.
Herfordstraat 9, Deventer
www.musverpakkingen.nl
Tel: +31 570 629 229
mus_adv_9148(2).indd 1
06-03-2009 17:08:48
Uw proces verdient...
...een fit hart Van harte aanbevolen Excentrische wormpompen Slangenpompen Tandwielpompen Rondselpompen Schottenpompen Schroefkanaal waaierpompen
AdvWB197x131.indd 1
Doseerpompen Oscillerende zuigerpompen Membraanpompen Lobbenpompen Impellerpompen Eén-kanaal waaierpompen Zijkanaalpompen
Versnijders Centrifugaalpompen: - Open-waaier - Water- en chemienorm - Magneetgedreven - Zelfaanzuigend Service en skidbouw
Kijk voor ons complete fitness programma op www.wijkboerma.nl of bel 050 549 59 00
06-04-2010 09:56:09
Conische blikverpakkingen De beste verpakking voor uw verven en lakken
Deksel/Spanring
Machinaal (met dop)
Hildering Packaging heeft een breed assortiment conische blikverpakkingen in veel afmetingen en inhoudsmaten: van 2,5 tot 14 liter. Conische blikverpakkingen
Tulpsluiting
kunnen machinaal gesloten worden, maar ook handmatig al dan niet in combinatie met een spanring. Bij de tulpsluiting zet het deksel zich vast in een tulp ring: de verpakking is makkelijk te (her)openen. Bijzonder is Consafe: een (kleef)deksel én UN keur. De ringless-sluiting is zonder UN keur. Al onze conische blikverpakkingen zijn inwendig gecoat verkrijgbaar en te bedrukken. Uw vulgoed in onze conische blikverpakkingen betekent hoogwaardige en gebruikersvriendelijke producten.
Zandvoortstraat 69 | 1976 BN IJmuiden | The Netherlands T +31 (0)255 510 409 | F +31 (0)255 512 801 |
[email protected]
Consafe
www.hildering.com