gen en het internationale baccalaureaat • Een vlechtwerk van opvang en
onderwijs • Dienstverband, godsdienst en de openbare school • Onderwijs in cultuur • Doelgericht investeren in onderwijs • Waardering voor het leraarschap • Duurzame onderwijsrelaties • Bekostigingsbesluit WHW 2008 • Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm krijgen? • Examinering:
draagvlak en toegankelijkheid • Briefadvies wetsvoorstel planningsvrijheid
vo • Versteviging van kennis in het onderwijs • Presteren naar vermogen
Opnieuw in stelling gebracht
based onderwijs • Doortastend onderwijstoezicht • Internationale leerwe-
Jaarboekje 2006
2006
• Briefadvies onderwijsspecifieke medezeggenschap • Naar meer evidence
Jaarboekje 2006
Opnieuw in stelling gebracht
Inhoudsopgave
Woord vooraf
1
Stelling 1
2
Wat moet er gebeuren volgens de raad?
4
Wat vinden anderen ervan?
6
Meer informatie
9
Voor- en naschoolse kinderopvang biedt scholen pedagogische kansen
Stelling 2
11
Extra geld is niet voldoende voor het bereiken van een hoger onderwijspeil Wat moet er gebeuren volgens de raad?
12
Wat vinden anderen ervan?
16
Meer informatie
21
Stelling 3
22
De school daagt jongeren uit zichzelf te overtreffen Wat moet er gebeuren volgens de raad?
24
Wat vinden anderen ervan?
28
Meer informatie
33
Woord vooraf
Met welke onderwerpen hield de Onderwijsraad zich bezig in 2006? Dit jaarboekje beantwoordt deze vraag aan de hand van drie actuele stellingen over onderwijs. Onder elke stelling vindt u relevante raadsadviezen uit 2006, mét de reacties van de minister en andere betrokkenen. Zo krijgt u een overzicht van de belangrijkste adviesonderwerpen van het afgelopen jaar, hier en daar aangevuld met aanbevelingen uit andere jaren als die voor de stelling van belang zijn. Dit jaaroverzicht van de Onderwijsraad bevat veel informatie. Voor wie (nog) meer wil weten is er ook het gebruikelijke, administratieve jaarverslag. Dat is, samen met alle andere publicaties van de raad, te vinden op www.onderwijsraad.nl.
Prof.dr. A.M.L. van Wieringen
Drs. A. van der Rest
Voorzitter
Secretaris
Stelling 1
06•
Voor- en naschoolse kinderopvang biedt scholen pedagogische kansen
Briefadvies onderwijsspecifieke medezeggenschap • Naar meer evidence based onderwijs • Doortastend onderwijstoezicht • Internationale leerwegen en het internationale baccalaureaat • Een vlechtwerk van opvang en onderwijs • Dienstverband, godsdienst en de openbare school • Onderwijs in cultuur • Doelgericht investeren in onderwijs • Waardering voor het leraarschap • Duurzame onderwijsrelaties • Bekostigingsbesluit WHW 2008 • Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm krijgen? • Examinering: draagvlak en toegankelijkheid • Briefadvies wetsvoorstel planningsvrijheid vo • Versteviging van kennis in het onderwijs • Presteren naar vermogen
Inderdaad. Basisscholen moeten vanaf het schooljaar
Kinderen brengen, ook op zeer jonge leef-
goed vlechtwerk van gezin, zorg, opvang
2007/2008 voor- en naschoolse opvang organiseren
tijd, een deel van hun tijd door buiten
en onderwijs geeft kinderen de kans zich
voor hun leerlingen als de ouders daarom vragen.
het gezin waarin ze opgroeien. Ongeveer
optimaal te ontwikkelen. Te denken valt
Scholen krijgen er dus een taak bij. Als ze daarvoor
20% van alle kinderen onder de vier jaar
aan voorschoolse programma’s die helpen
bezoekt een kinderdagverblijf. Daarnaast
achterstanden bij kleuters te voorkomen,
aan de arbeidsmarkt. De raad vindt al langer dat een
gaat meer dan de helft van alle twee- en
of aan huiswerkbegeleiding en sportfacili-
sluitend arrangement van zorg, opvang en onderwijs
driejarigen naar een peuterspeelzaal. Op
teiten in de naschoolse opvang.
kinderen betere ontwikkelingskansen biedt.
bijna elke Nederlandse basisschool blijven leerlingen over, en 9% van alle leerlingen gaat naar de voor- of naschoolse opvang.
De verwachting is dat dit laatste cijfer zal toenemen als scholen verantwoordelijk
zijn voor de organisatie van deze vorm van
Voorbeeld van een mogelijke dagindeling van een basisschoolkind
opvang. Een deel van de opvoeding van
kinderen vindt dus buitenshuis plaats. Dat
heeft gevolgen voor het onderwijs. Scholen
uur
18:3 0
situatie, maar ook op die in de opvang. Een
r
moeten niet alleen inspelen op de thuis
uu
zijn dan een middel om ouders deel te laten nemen
0
voldoende worden toegerust, dan kan de opvang méér
7: 3
Jaarboek
Tijd
Aantal uren
Soort activiteit
07.30 – 08.30
1
Voorschoolse opvang
08.30 – 11.45
2,75
Onderwijs
11.45 – 13.00
1,25
Tussenschoolse opvang, overblijven
13.00 – 14.45
1,75
Onderwijs
14.45 – 18.30
3,75
Naschoolse opvang
Wat moet er gebeuren volgens de raad?
Koppel de opvang aan het basisonderwijs, maar geef scholen de tijd voor de organisatie
Geef scholen de tijd om de voor- en naschoolse
De raad schetste vier mogelijke scenario’s voor
opvoeding, opvang én educatie aanbiedt. Er is een
opvang te regelen én laat ze zelf een passende
het organiseren van de opvang, met als uitgangs-
afdeling voor de basisschool, een kindercentrum
vorm kiezen. Het vervlechten van opvangvoorzie-
punt voor de kwaliteit de Wet kinderopvang. De
voor de opvang van nul- tot vierjarigen en een
ningen en onderwijs is goed voor de doorlopende
eenvoudigste manier is dat scholen een overeen-
afdeling voor zorg en educatie in buitenschoolse
ontwikkelingslijn van kinderen. Dit advies gaf
komst sluiten met aanbieders van buitenschoolse
tijd voor vier- tot en met twaalfjarigen. Dit laatste
de raad de minister in reactie op de motie-Van
opvang, zoals dat nu al regelmatig gebeurt. In de
scenario bouwt voort op het advies Spelenderwijs,
Aartsen-Bos (september 2005), die scholen wilde
praktijk blijken veel scholen voor dit ‘makelaars-
dat de raad uitbracht in 2002 (zie ‘Meer informa-
verplichten om vanaf 1 januari 2007 voor- en
model’ te kiezen. Een tweede mogelijkheid is dat
tie’ op pagina 9).
naschoolse opvang aan te bieden. De raad wilde
scholen zélf een stichting voor kinderopvang
dat scholen vanaf deze datum aantoonbaar hun
oprichten. In het derde scenario verzorgen basis-
best zouden doen om de opvang te regelen, maar
scholen onderwijsgebonden opvang die bijdraagt
dat de verplichting pas in 2010 in de onderwijswet
aan de kerndoelen van het onderwijs. In de laatste
zou worden opgenomen.
variant ziet de raad een instelling voor zich die
Wat vinden anderen ervan?
Reacties op het advies over de buitenschoolse opvang
Het advies over de voor- en naschoolse opvang was getiteld Een vlechtwerk van opvang en onderwijs. Het kreeg direct na verschijning in februari 2006 veel aandacht in kranten, op televisie, internet en radio, en later ook in (vak)tijdschriften. De reacties uit het onderwijsveld waren overwegend positief. De Onderwijsbond CNV noemde
Reactie minister Eind april namen de minister en het kabinet het advies van de raad over om scholen per 1 januari 2007 een inspanningsverplichting te geven. Scholen moeten sinds deze datum inventariseren wat ouders willen, en overleggen met kinderopvangorganisaties in hun omgeving. Scholen die dat willen, kunnen al starten met de voor- en naschoolse opvang, of de voorzieningen die ze al hebben uitbreiden. De resultaatverplichting komt echter vroeger dan de raad wilde: scholen zijn vanaf het schooljaar 2007/2008 verplicht om de organisatie van de opvang op zich te nemen als ouders daarom vragen. De kwaliteit moet voldoen aan de Wet kinder opvang en de school kiest samen met de ouders het organisatiemodel.
het een ‘wijs en realistisch’ advies. Ook de Besturenraad (organisatie voor het christelijk onderwijs) kon zich er in grote lijnen in vinden. De AVS (Algemene Vereniging van Schoolleiders)
ook had de raad duidelijker moeten formuleren
personeel voor de voor- en naschoolse opvang.
was blij met de ‘gebalanceerde’ visie van de raad
hoe de extra inzet van het management en de
Bovendien vond de AOb het niet juist om buiten-
en de voorgestelde gefaseerde invoering van de
taakverbreding gewaardeerd moesten worden.
schoolse activiteiten als muziek en sport te laten
opvang. De AVS vond wel dat de raad duidelijker
De AOb (Algemene Onderwijsbond) vond dat het
voldoen aan de eisen voor de kinderopvang.
had moeten zijn over de verantwoordelijkheids-
advies een aantal stappen in de goede richting
De bond pleitte voor een duidelijke scheiding in
verdeling tussen de school en de gemeente, en
zette, maar miste het adviesrecht van onderwijs-
financieringsstromen om te voorkomen dat het
“We kunnen kinderen stimuleren vanuit hetzelfde pedagogische klimaat” Peter Notten, directeur kinderopvangorganisatie Korein en voorzitter van het Branchebestuur Kinderopvang (Maatschappelijk Ondernemers groep): “Opvang koppelen aan de basisschool vind ik een goed uitgangspunt. We kunnen het vanaf augustus 2007 goed organiseren, want er is al veel gedaan. Met de koppeling kun je de ontwikkeling van een kind stimuleren vanuit hetzelfde pedagogische klimaat en vanuit dezelfde visie. Tijden sluiten beter aan en er is een goede aansluiting tussen wat er op school, in de naschoolse opvang en in de vrije tijd gebeurt. Dat is goed voor de sociale, cognitieve en motorische ontwikkeling van kinderen. In Nederland denken wij dat je niets hoeft
te kunnen om kinderen op te voeden, maar in de ons omringende landen is het heel gebruikelijk dat er professionals aan te pas komen. De in te zetten professionals moeten wel een aantrekkelijk takenpakket krijgen. Wij zien het liefst combinatiefuncties waar dagopvang, peuterwerk, voor-, tussenen naschoolse opvang onderdeel van uitmaken, en eventueel ook de functie van klassenassistent. De school krijgt hiermee een belangrijker aandeel in de begeleiding van opgroeiende kinderen. Maar wij gaan veel meer uit van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de school, de ouders en de kinderopvangorganisatie. En wij nemen het kind als uitgangspunt.”
Meer informatie
De aanbevelingen over de opvang komen uit het advies Een vlechtwerk van opvang en onderwijs (februari 2006). Het bouwt voort op eerdere adviezen van de raad. In Spelenderwijs (2002) pleitte de raad al voor het creëren van één voorschoolse voorziening voor opvang en educatie. onderwijs mee gaat betalen aan de kinderopvang.
Woordvoerders van de VVD en de PvdA, de initia
Deze zogenoemde kindercentra voor nul- tot vier-
De Bond KBO (besturenorganisatie voor het katho-
tiefnemers van de motie-Van Aartsen-Bos, rea-
jarigen zouden in de plaats moeten komen van de
lieke primaire onderwijs) steunde het door de
geerden afwijzend op het advies om scholen meer
kinderdagverblijven (opvangvoorzieningen) en de
raad voorgestelde tijdpad, maar was van mening
tijd te geven. VVD-voorman Van Aartsen sprak
peuterspeelzalen (meer gericht op voorschoolse
dat de vier modellen voor de opvang niet de enige
van een ‘modderig middenveld’ dat probeerde het
educatie).
modaliteiten moeten zijn: schoolbesturen moeten
beleid ‘te traineren’. PvdA en VVD hielden beide
vrij zijn in hun aanpak.
vast aan een wettelijke verplichting voor scholen
Alle publicaties zijn te vinden en te bestellen via
in 2007.
de website: www.onderwijsraad.nl
“Kinderen moeten niet de hele dag buitenshuis werken” Rita Dijkstra, directeur van basisschool de Utrechtse Schoolvereniging: “In mijn opvatting zijn kinderen in eerste instantie gezinskinderen en geen schoolkinderen: de school houdt op, het gezin blijft. Het lijkt me van wezenlijk belang voor de rest van je leven om een goed thuisgevoel te ontwikkelen. Kinderen moeten niet de hele dag buitenshuis ‘werken’. Volwassenen overzien een week, verheugen zich erop dat ze maar één avond weg hoeven. Kinderen niet, het overkomt hen. Daarbij is het goed om kinderen niet aan stress bloot te stellen. Hun lichaam en hun hersentjes hebben op tijd rust nodig, die mogelijkheid hebben zij, als het goed is, thuis veel meer. Op de buitenschoolse opvang is er toch weer de druk van de groep, de leidsters, en het late thuiskomen. Ik zou liever zien dat de
politiek en de werkgevers jonge gezinnen in staat stellen om dagelijks vroeg te stoppen met werken om meer ongedwongen tijd voor thuis te hebben. Ouders kunnen de twee uur die zij ‘s middags eerder stoppen ’s avonds inhalen. Zo krijgen we op de scholen weer kinderen die van huis uit gewend zijn in een (gezins)groep te leven. Ik heb niet de indruk dat kinderen socialer worden van de buitenschoolse opvang. Omdat ze op veel te jonge leeftijd voor zichzelf moeten opkomen, kweken we juist meer egocentrische mensen. Natuurlijk zijn er situaties waarin kinderen beter af zijn op de opvang dan thuis. Voor de kinderen die het betreft moeten we alles doen om ze een zo goed mogelijke jeugd te geven en dan zou de opvang onderdeel kunnen uitmaken van gezinsbegeleiding.”
11
10
Stelling 2
06•
Extra geld is niet voldoende voor het bereiken van een hoger onderwijspeil
Briefadvies onderwijsspecifieke medezeggenschap • Naar meer evidence based onderwijs • Doortastend onderwijstoezicht • Internationale leerwegen en het internationale baccalaureaat • Een vlechtwerk van opvang en onderwijs • Dienstverband, godsdienst en de openbare school • Onderwijs in cultuur • Doelgericht investeren in onderwijs • Waardering voor het leraarschap • Duurzame onderwijsrelaties • Bekostigingsbesluit WHW 2008 • Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm krijgen? • Examinering: draagvlak en toegankelijkheid • Briefadvies wetsvoorstel planningsvrijheid vo • Versteviging van kennis in het onderwijs • Presteren naar vermogen
Alleen extra geld is inderdaad niet voldoende. Neder-
Goed opgeleide burgers stellen onze toe-
welvaart, maar ook uit besparingen in de
land wil als kennisnatie tot de Europese top behoren.
komstige welvaart veilig. In de wereld
sociale zekerheid, criminaliteitsbestrijding
Daar is geld voor nodig, zowel uit de publieke als uit
economie draait het immers om kennis.
en gezondheidszorg. Het onderwijs ver-
de private sector. Maar met meer investeringen al-
Onderwijs vervult een sleutelrol in onze
dient daarom behalve meer financiële, ook
samenleving. Op dit moment bedraagt de
meer maatschappelijke waardering.
léén zijn we er niet. Het geld moet ook op een slimme
manier worden ingezet. We moeten het besteden
aan maatregelen die veel opleveren en waarvan de
onderwijsbegroting 29 miljard euro. De
effectiviteit bewezen is. Doelgericht investeren dus.
raad denkt dat er in de komende tien jaar
Daarnaast is het zaak de betrokkenheid van de sa-
enkele miljarden euro’s extra nodig zijn
menleving bij en waardering voor het onderwijs te
voor doelgerichte investeringen. Met dat
vergroten.
8000
8000
geld kunnen meer Nederlanders een hoger opleidingsniveau bereiken en is ook de
kwaliteit van het onderwijs in alle sectoren
6000
te verbeteren. Er is vooral meer geld nodig voor het leraarschap. Investeren in onderwijs, zowel met publieke als met private middelen, betaalt zich op termijn terug.
De maatschappelijke opbrengsten bestaan niet alleen uit het veilig stellen van onze
Totale uitgaven (in dollars) die onderwijsinstellingen doen voor kernactiviteiten per leerling/student
Gebaseerd op gegevens uit 2003, uit: Organisation for Economic Coordination and Development, 2006: Education at a glance.
4000
Verenigde Staten Vlaanderen (België) Zweden Duitsland Engeland (VK) Nederland Australië Frankrijk Nieuw Zeeland
Jaarboek
12
Wat moet er gebeuren volgens de raad?
13
Zorg voor meer publieke en private investeringen in onderwijs Investeer meer in het onderwijs, maar besteed het geld aan maatregelen die het hoogste rendement opleveren en waarvan de effecten bewezen zijn. De raad hecht aan evidence based onderwijsbeleid: beleid dat is gestoeld op onderzoek, kennis
Versterk de functie van leraar
en ervaringen (zie ‘Meer informatie’ op pagina 21).
ook stelling 1), het voorkomen van leerachterstan-
De raad heeft een investeringsagenda gepresen-
den en het leraarschap. Extra private middelen
Eén van de ambities uit de investeringsagenda is: versterk de functie van leraar. De raad bracht een
teerd voor het onderwijs voor de komende tien
zijn – in combinatie met publieke – beter in te
apart advies uit over dit onderwerp. De komende
jaar. Daarin staan acht ambities: kinderopvang-
zetten in het niet-leerplichtige onderwijs, met
jaren worden forse lerarentekorten verwacht,
voorzieningen stimuleren, achterstanden voor-
name in het hoger onderwijs. Hier gaat het vooral
vooral in het voortgezet onderwijs. Naast de
komen, de functie van de leraar versterken, alle
om maatwerk en differentiatie. De raad wil top-
tekorten speelt downgrading een rol: eerstegraads
talenten benutten, internationalisering integreren
studies realiseren: intensiever en kleinschaliger
leraren worden steeds meer vervangen door
in het onderwijs, de cultuurpedagogische taak
onderwijs voor 20% van de studenten. Als in het
tweedegraads collega’s, voor wie weer onderwijs-
van het onderwijs verstevigen, een leven lang
hoger onderwijs de kwaliteit verbetert en de over-
assistenten in de plaats komen.
leren bevorderen en de onderwijsinfrastructuur
heid een ruimhartiger beurzenbeleid voert, dan
opwaarderen.
kunnen particulieren meer bijdragen via gelei-
Om het vak aantrekkelijker te maken is niet alleen
delijk oplopende collegegelden. Tot slot zou de
meer geld nodig, maar ook een kwaliteitsimpuls:
Extra publieke middelen moeten ten goede komen
aftrekbaarheid van studiekosten voor werknemers
een beter loopbaanperspectief (met name voor
aan het leerplichtige onderwijs, en dan vooral aan
moeten worden verruimd, om werkende mensen
academisch opgeleide leraren), betere betaling en
de eerste drie punten: opvangvoorzieningen (zie
de kans te geven door te leren.
een verhoging van het opleidingsniveau.
14
15
Verstevig de cultuurpedagogische taak van scholen De raad wil de arbeidsvoorwaarden verbeteren,
Een andere ambitie uit de investeringsagenda is:
maar pleit ook voor de mogelijkheid om bonus-
verstevig de cultuurpedagogische taak van het
wijs, de cultuursector en de overheid. Educatie is dus
sen te geven aan leraren die werken in regio’s of
onderwijs. Ook deze aanbeveling is uitgewerkt in
een kerntaak van culturele instellingen. Die moeten
vakgebieden met de grootste tekorten. Daarnaast
een apart advies, uitgebracht door de Onderwijsraad
daarvoor voldoende tijd en geld reserveren en niet
moet het opleidingsniveau van ten minste 10%
en de Raad voor Cultuur gezamenlijk. De belang-
als eerste hierop bezuinigen. Ook pleiten de raden
van de leraren omhoog. Docenten die een speciale
rijkste boodschap is dat alle basisscholen gebruik
voor voldoende deskundige leraren. Pabostudenten
masteropleiding volgen of hun werk combineren
moeten kunnen maken van een specifieke regeling
moeten in ten minste één kunstvak afstuderen en er
met promotieonderzoek komen in aanmerking
voor cultuureducatie. Scholen krijgen via deze rege-
zou een opleiding Culturele en Kunstzinnige Vorming
voor een diplomaopslag. De raad vindt in zijn
ling een geoormerkt budget dat hun de kans geeft
(CKV) op hbo- en universitair niveau moeten komen.
algemeenheid dat uitblinkende docenten beter
een visie uit te werken én een samenwerking op te
Gemeentelijke en provinciale overheden kunnen een
beloond moeten worden. Tot slot is een parle-
bouwen met culturele organisaties. Nog niet alle
brug slaan tussen onderwijs en cultuur door net-
mentair onderzoek nodig naar de positie van
scholen hebben aanspraak gemaakt op het geoor-
werken te bevorderen, intermediaire organisaties te
de leraar. De Tweede Kamer kan hiermee tevens
merkte budget. De raden vinden dat dit eerst moet
steunen en prestatieafspraken te maken met cultu-
een signaal afgeven de problematiek serieus te
gebeuren, voordat het geld voor cultuureducatie kan
rele instellingen.
nemen.
opgaan in de lumpsum. De raden vinden verder dat de versterking van cultuureducatie nadrukkelijk een
gezamenlijke verantwoordelijkheid is van het onder-
16
Wat vinden anderen ervan?
17
Reacties op het advies over meer investeringen in onderwijs
Reacties op het advies over de leraar
De investeringsagenda verscheen in juni 2006
onderwijs. In de zomer verschenen meerdere
Dit advies, getiteld Waardering voor het leraar-
waren bang voor ‘scheve ogen’, voorstanders
onder de titel Doelgericht investeren in onderwijs.
‘kennisinvesteringsagenda’s’: onder andere van
schap, was niet gericht aan de minister maar
juichten het toe om leraren die extra hun best
Korte krantenberichten over het advies zoomden
het Innovatieplatform van premier Balkenende,
aan de Tweede Kamer. Het kreeg van alle uitge-
doen of meer vakkennis hebben, beter te belo-
vooral in op ‘het bijspijkeren van leerlingen in
van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en
bracht adviezen in 2006 de meeste aandacht in
nen. Allemaal waren ze het erover eens dat er een
de weekeinden en de vakanties’ (de aanbeveling
Technologiebeleid (AWT) en van de Raad van
de media. NOS Teletekst meldde direct na ver-
behoorlijke cultuuromslag nodig zou zijn om de
om dreigende leerachterstanden tegen te gaan
Economisch Adviseurs (REA). Allemaal pleitten ze
schijning op 31 augustus dat de Onderwijsraad
aanbevelingen in praktijk te brengen.
door extra onderwijstijd in te bouwen). Ook de
voor extra publieke én private investeringen in
bonussen voor docenten met een academische
verhoging van het collegegeld, het invoeren van
het onderwijs om het gemiddelde kennisniveau
opleiding, werkzaam in tekortvakken en in lastige
De meeste onderwijsbonden waren blij met de
taaltoetsen voor het opsporen van achterstanden,
van de basisschool tot en met het bedrijfsleven te
regio’s wilde invoeren. Dat was ook de belangrijk-
analyse van de Onderwijsraad en schaarden zich
en het advies om zittenblijven op de basisschool
verhogen. En ook al moet het onderwijs voor de
ste boodschap in de stroom nieuwsberichten die
achter het pleidooi om leraren beter te belonen,
te vergemakkelijken kregen aandacht.
verdeling van overheidsgeld flink concurreren met
loskwam in andere media. Kranten en tijdschriften
hoger op te leiden en meer carrièreperspectief te
de zorg, het openbaar bestuur en de veiligheid,
lieten schoolleiders en leraren aan het woord
geven. Een aantal vakorganisaties verwachtte ech-
De Onderwijsraad was niet de enige organisa-
alle grote politieke partijen namen het pleidooi
die onderling verdeeld waren over de door de
ter meer heil van een algehele salarisverhoging
tie die een investeringsplan uitbracht voor het
voor meer investeringen in het onderwijs over.
raad bepleitte loondifferentiatie. Tegenstanders
en van een verlaging van de werkdruk dan van
Reactie minister Minister Van der Hoeven reageerde samen met staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken) in december op de investeringsagenda’s van de Onderwijsraad, het Innovatieplatform, de AWT en de REA. De bewindslieden waren positief over de adviezen. Ze onderschreven de noodzaak om al het in ons land aanwezige talent volledig te benutten en daarin gericht te investeren. Ze gaven aan dat het kabinet al fors geïnvesteerd heeft in de kenniseconomie en dat veel van de aanbevelingen liggen in het verlengde van wat al in gang is gezet. Expliciet vermeldden de bewindslieden dat het kabinet bij de voorgestelde maatregelen steeds goed heeft gekeken naar het rendement ervan. Tot slot stelden ze dat het aan een volgend kabinet is “om te bepalen of, in hoeverre en op wat voor manier, hieraan een vervolg zal worden gegeven”.
“Ik zie niets in bonussen voor regio’s of vakken met tekorten” Gerard ter Bogt, adjunctdirecteur OSG Erasmus in Almelo: “Het vak van leraar staat in een negatief daglicht en daar moeten we iets aan doen. Dat kan via de salarissen: als een leraar goed is mag hij wat mij betreft sneller méér verdienen dan zijn collega’s. Als de variatie in belonen maar gebeurt op basis van competenties en kwaliteiten. Dat betekent ook dat er een goed beoordelingstraject moet komen. Ik zie niets in bonussen voor regio’s of vakken met tekorten. Je moet niet van meet af aan bepaalde groepen meer betalen. Docenten moeten eerst iets neerzetten. De opleidingsgraad vind ik ook geen goed criterium voor variatie: een tweedegraads docent kan zich met hart en ziel inzetten en moet net zoveel kunnen verdienen als zijn eerstegraads collega. Wat voor het vak misschien wel belangrijker is dan het salaris, zijn de overige arbeidsvoorwaarden. Het leraarschap wordt een stuk aantrekkelijker als er meer ruimte is voor scholing en overleg én als de faciliteiten verbeteren: een behoorlijke werkruimte voor docenten, goede apparatuur en andere middelen. Docenten moeten eenvoudigweg meer tijd en middelen krijgen om hun vak goed uit te oefenen. Die kwaliteitsverhoging kost wel meer geld.”
18
19
Reactie minister Minister Van der Hoeven zag het advies als een steun in de rug om “het gevoel van urgentie bij alle betrokkenen nog eens op te roepen”. In een reactie schreef ze dat er op landelijk niveau al veel afspraken waren gemaakt en dat de scholen nu aan zet zijn. Er is al veel gedaan aan het verbeteren van loopbaanperspectief, aan professionalisering van onderwijspersoneel en het openen van de arbeidsmarkt, aan het verhogen van de aanvangssalarissen, aan decentrale schoolbudgetten die ruimte geven voor functieen beloningsdifferentiatie en aan de salarissen van schoolleiders. Scholen hebben al de mogelijkheid om met een gestructureerd personeelsbeleid differentiatie toe te passen. Een hogere beloning voor specifieke vakken en regio’s vond Van der Hoeven het overwegen waard. Bij de behandeling van de onderwijsbegroting in oktober maakte ze vijf miljoen euro vrij om 200 leraren uit het basisonderwijs en afgestudeerde pabostudenten in te zetten als zij-instromers in het voortgezet onderwijs.
vervolgopleiding te doen), meer ondersteunend personeel, bestrijding van uitval én onderwijs voor peuters en kleuters voordat ze naar de basisschool gaan. Het advies aan de Tweede Kamer om een parlementair onderzoek te starten naar de positie van de leraar werd niet door iedereen goed ontvangen. De AOb reageerde welwillend op het voorstel, en de profielcommissies (door de minister geïnstalleerd om te adviseren over de toekomst
docentenbonussen. De schaarstetoeslagen kre-
wel, net als de Bond KBO en de Bond KBVO, het
van de tweede fase) hebben zich inmiddels uit-
gen de minste steun. Marleen Barth van het CNV
idee van belonen naar prestatie de moeite waard
gesproken voor een onderzoek door een staats-
verwoordde het zo: “Waarom zou je een slechte
om verder uit te werken. De AOb kwam een week
commissie. PvdA-Kamerlid Mariëtte Hamer was
leraar economie een opslag geven terwijl een
na verschijning van het raadsadvies met een
bij de presentatie van het advies positief over het
betere leraar Nederlands die niet krijgt?” Ook de
manifest dat opriep om 4,5 miljard euro te inves-
voorstel. Haar CDA-collega Jan de Vries vond een
VOO (Vereniging voor Openbaar Onderwijs) vond
teren in onder andere een betere beloning van
onderzoek overbodig.
de schaarstetoeslag lastig. De vereniging vond
leraren, meer scholing (zoals het recht om een
“Ik ben toevallig verliefd op mijn baan” Caroline van der Voort, lerares Scheikunde scholengemeenschap Northgo in Noordwijk: “Ik heb zelf een universitaire opleiding en ik vind het frustrerend dat tweedegraads docenten net zoveel verdienen als ik. Want ik ben breder inzetbaar en ik heb meer geïnvesteerd in mijn opleiding. Op dit moment hebben schooldirecties al de mogelijkheid om loondifferentiatie toe te passen. Helaas komen de hogere salarissen vaak niet terecht bij de onderwijsgevenden, maar worden ze opgehangen aan nevenfuncties zoals coördinator of voorzitter van de medezeggenschapsraad. Die vorm van loondifferentiatie heeft dus niets met onderwijskundige kwaliteiten te maken.
Ik zou zeggen: kijk bij de waardering in de eerste plaats naar het opleidingsniveau van leraren, in combinatie met hun didactische kwaliteiten. Ga maar in de klassen kijken en beoordeel mensen. Laat het salaris van de goede leraren doorgroeien naar een beloning op academisch niveau, in plaats van ze hun leven lang in dezelfde schaal te houden. Dat is de enige manier om meer academici voor de klas te krijgen én te houden. Ik ben toevallig verliefd op mijn baan: leuke collega’s, werken met jongeren, en vakinhoudelijk heb ik heel veel vrijheid om leuke projecten te doen. Maar ik mis wel heel erg de financiële prikkel.”
Meer informatie
20
De investeringsagenda verscheen onder de titel Doelgericht investeren in onderwijs (juni 2006). De aanbevelingen voor evidence based onderwijsbeleid bouwen voort op het advies Naar meer evidence based onderwijs, dat in januari 2006 is verschenen en
Reacties op het advies over cultuureducatie
al is behandeld in het Jaarboekje 2005. Het advies over de versteviging van cultuuredu-
budget voorlopig in stand te houden, de deskun-
catie is uitgebracht door de Onderwijsraad én de
digheid van leraren te bevorderen en de samen-
De aanbevelingen over de versterking van de positie
Raad voor Cultuur. De meeste reacties kwamen
werking tussen culturele instellingen en scholen
van de leraar komen uit het advies Waardering voor
uit de cultuursector. Organisaties als de Stichting
te intensiveren. Ze vroegen aandacht voor het
het leraarschap (augustus 2006). In Opleiden in de
Erfgoed Actueel, Cultuurnetwerk Nederland, de
gebrek aan mensen en middelen bij vooral de
school (2005) heeft de raad al gepleit voor het verster-
Stichting CJP, de Stichting Kunstconnectie VKV, de
kleinere culturele instellingen, die vaak afhanke-
ken van de functie van een specifieke groep leraren:
Stichting Lezen en de Vereniging van Openbare
lijk zijn van vrijwilligers en daarom moeite heb-
de zij-instromers.
Bibliotheken waren positief. Ze schaarden zich
ben hun educatieve taak uit te voeren.
achter de aanbevelingen om het geoormerkte
De aanbeveling over cultuureducatie komt uit het advies dat de Onderwijsraad uitbracht samen met de Raad voor Cultuur en dat is getiteld Onderwijs in cultuur (april 2006). Alle publicaties zijn te vinden en te bestellen via de website: www.onderwijsraad.nl
Reactie minister Minister Van der Hoeven nam de aanbeveling over om de stimuleringsregeling voor cultuureducatie te verlengen, maar ze koos voor een verlenging met één jaar in plaats van de geadviseerde drie jaar. Daarnaast kondigde ze aan afspraken te maken met het Platform Kwaliteit en Innovatie in het primair onderwijs over de besteding van gelden voor cultuureducatie. Voor het voortgezet onderwijs stelde de minister voor een helpdesk op te zetten voor de oprichting van Cultuurprofielscholen en speciaal voor hen een keurmerk te ontwikkelen. Ze gaf ook aan de pilots cultuureducatie in de lerarenopleiding voortgezet onderwijs verder uit te breiden en de al lopende stimuleringsprogramma voor de pabo’s voort te zetten. De culturele instellingen ondersteunde ze door 1,2 miljoen euro extra ter beschikking te stellen voor vernieuwende cultuureducatieve projecten.
21
23
22
Stelling 3
06•
De school daagt jongeren uit zichzelf te overtreffen
Briefadvies onderwijsspecifieke medezeggenschap • Naar meer evidence based onderwijs • Doortastend onderwijstoezicht • Internationale leerwegen en het internationale baccalaureaat • Een vlechtwerk van opvang en onderwijs • Dienstverband, godsdienst en de openbare school • Onderwijs in cultuur • Doelgericht investeren in onderwijs • Waardering voor het leraarschap • Duurzame onderwijsrelaties • Bekostigingsbesluit WHW 2008 • Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm krijgen? • Examinering: draagvlak en toegankelijkheid • Briefadvies wetsvoorstel planningsvrijheid vo • Versteviging van kennis in het onderwijs • Presteren naar vermogen
Jaarboek
Dat is zeker de opdracht van de school. Het onder-
Elke inwoner van Nederland verdient de
Om alle talenten te benutten moeten we
wijs moet jongeren stimuleren om de top van hun
kans zich maximaal te ontplooien en daar-
meer aandacht besteden aan de inhoud
kunnen te bereiken. Zo kunnen we alle talenten
mee persoonlijke welvaart te verwerven.
van het onderwijs. Maar er is ook aandacht
benutten en onderpresteren tegengaan. Want ook al
Maar ook als kennissamenleving zijn wij
nodig voor de vorm: meer maatwerk en
gebaat bij het streven om ieders capaci-
differentiatie. Het is niet langer voldoende
bij (hoog)begaafde leerlingen, maar ook bij jongeren
teiten te benutten. Kennis is ons kapitaal.
om grote groepen leerlingen hetzelfde pro-
die een gemiddeld cognitief vermogen hebben of daar
Er is nog te veel capaciteit onbenut. In het
gramma aan te bieden. We moeten niet al-
onder zitten. Daar moeten we iets aan doen.
basis- en voortgezet onderwijs varieert het
leen uitgaan van het aanbod, maar ook van
percentage leerlingen van een groep dat
de capaciteiten van de leerling. We willen er
onderpresteert, maar meestal ligt het tus-
immers uithalen wat erin zit.
presteren de meeste leerlingen naar vermogen, er
zijn er die dat niet doen. Onderpresteren komt voor
sen de 10% en 18%. En ook voor degenen die wél presteren naar vermogen kunnen
Percentage leerlingen dat onderpresteert t.o.v. eigen IQ-score (in %)
we de lat wat hoger leggen. Met onze cultu-
Groep 4
rele achtergrond, welvaart, technologische
Type onderbenutting
ontwikkeling en ambities mogen we best
Taal achter t.o.v. IQ
iets harder lopen.
Rekenen achter t.o.v. IQ
20 15 10
5 0
Groep 6
Groep 8
24
Wat moet er gebeuren volgens de raad?
Verstevig de kennis in alle onderwijssectoren
25
Ga onderpresteren tegen door maatwerk te leveren
Internationaal doet ons onderwijs voor jongeren
van leerlingen en studenten (extern) laten toetsen,
Lever maatwerk in het basisonderwijs en het
De overheid moet de scholen ondersteunen bij het
tot vijftien jaar goed mee. Toch zijn er indicaties
juist omdat de instellingen zelf verantwoordelijk
voortgezet onderwijs. Daarmee bereiken meer
leveren van maatwerk. Dat kan bijvoorbeeld met
dat we niet tevreden mogen zijn met het bereikte
zijn voor de inrichting van hun onderwijs. Bij vrij-
jongeren de top van hun kunnen. Zet daarvoor de
subsidies, het maken van afspraken, het geven
kennisniveau. De raad roept alle instellingen in
heid in het ‘hoe’ hoort ook duidelijkheid over het
meest effectieve maatregelen in. Te denken valt
van voorlichting of het laten verrichten van onder-
vooral het hoger onderwijs op om deze leemten
‘wat’. Eens in de vijf jaar zou voor elk vak een
aan extra leertijd (na school, in de weekeinden
zoek. Ook zou een format moeten worden ontwik-
op te sporen en te repareren. De minister van
kern moeten worden bepaald. Bovendien mogen
en in de vakanties), een goede registratie van de
keld voor een eindrapport van de basisschool om
Onderwijs moet die reparatieprogramma’s ruim-
we een hoger niveau verwachten van leerlingen,
prestaties van leerlingen (via eigen waarnemingen
dat veel meer status te geven.
hartig ondersteunen. Er zijn sterke signalen dat er
studenten en docenten. We kunnen de lat in alle
van leraren, toetsen en testen, leerstandaarden en
een niveauverlies is voor de vakken Nederlands
onderwijssectoren hoger leggen dan hij nu (inter-
leerlingvolgsystemen), deskundigheidsbevorde-
In eerdere jaren deed de raad aanbevelingen om
en wiskunde. Dat blijkt uit onderzoek maar ook
nationaal) ligt. Tot slot waarschuwt de raad dat
ring van leraren en het aanbieden van extra leer-
de prestaties van het Nederlandse onderwijs te
uit het feit dat hogescholen, universiteiten en
bij onderwijsvernieuwingen de inhoud extra aan-
stof in de klas. Hiermee kan een groot aantal leer-
verhogen en talenten beter te benutten. Deze
regionale opleidingscentra programma’s hebben
dacht nodig heeft, en dat de kwaliteit van leraren
lingen beter presteren dan het nu doet. Kinderen
adviezen zijn ook bruikbaar voor het verminderen
om tekorten te repareren. Er is nauwelijks infor-
en hun opleidingen omhoog moet.
die relatief vaker onderpresteren zijn bijvoorbeeld
van onderpresteren. Ze zijn te vinden onder het
Nederlandse leerlingen van laagopgeleide ouders,
kopje ‘Meer informatie’ op pagina 33.
matie over het kennisniveau in andere vakken. Landelijke, structurele peilingen in alle onderwijs-
De raad verspreidde de verkenning in het
leerlingen van Turkse afkomst en hoogbegaaf-
sectoren zijn daarom nodig.
voortgezet onderwijs, het middelbaar en hoger
den. Meer in het algemeen is de taalontwikkeling
beroepsonderwijs, en onder universiteiten en
van jongens op de basisschool niet optimaal, en
Verder is het belangrijk per vak of leergebied te
andere betrokken organisaties, en vroeg ze erop
meisjes doen het niet goed genoeg in de exacte
bepalen wat het basisniveau voor kennis is. De
te reageren.
vakken.
raad wil dat graag vastleggen en het kennisniveau
27
26
Zorg voor toegankelijke en betrouwbare examens
Geef iedereen die dat wil de kans examen te doen
beveling ook in het middelaar beroepsonderwijs
en een diploma te behalen. Stel de examens open
en in het hoger onderwijs externe deskundigen bij
voor mensen die het bijbehorende onderwijs niet
de examinering te betrekken. In het hoger onder-
hebben gevolgd. In het voortgezet onderwijs
wijs kunnen enkele vergelijkbare opleidingen
bestaat die mogelijkheid al in de vorm van het
gezamenlijk een examen ontwikkelen. Studenten
staatsexamen. Daaraan zou wel meer bekendheid
leggen zo dezelfde toetsen af en stappen mak-
moeten worden gegeven. De raad wil dezelfde
kelijker over van een bachelor- naar een master
mogelijkheid creëren in het middelbaar beroeps-
opleiding binnen de samenwerkende opleidingen.
onderwijs en in het hoger onderwijs. Voor een vrij toegankelijk examen in de laatste sector is een speciale exameninstelling nodig. Verder kan aan het diploma in het voortgezet onderwijs een diplomasupplement worden toegevoegd met aanvullende informatie, zoals extra gevolgde vakken en elders gehaalde en erkende certificaten. Daarnaast moeten de examens een grotere betrouwbaarheid krijgen, vooral in het voortgezet onderwijs. Verschillende maatregelen zijn daarvoor nodig. Het omdraaien van de correctie volgorde bij examens is er een van: eerst kijkt een leraar van een andere school het examen na en dan pas de leraar van de eigen school. Dat is goed voor de objectiviteit. Daarom verdient het aan
28
Wat vinden anderen ervan? Reacties op de verkenning over versteviging van kennis
29
De verkenning Versteviging van kennis in het onderwijs verscheen in december 2006 en maakte een stroom nieuwsberichten los in kranten, op televisie, internet en radio. De raad verzamelt de reacties en consulteert daarnaast onderwijsinstellingen om de aanbevelingen in het rapport verder aan te kunnen scherpen. De eerste reacties waren instemmend. Voorzitter Frank Rokebrand van het Landelijk Overleg Lerarenopleidingen Basisonderwijs zag in het rapport van de raad een bevestiging dat niet alleen de lerarenopleidingen te kampen hebben met problemen. Op de website ScienceGuide.nl (nieuwsmagazine voor de kennissector) zei hij dat
nen zijn vaardigheden die iedere burger nodig
aan de kwaliteit van het aanbod “moedeloos wor-
het gebrek aan kennis niet alleen in zijn sector
heeft om zich staande te houden in de samen-
den van dit soort rapporten”. Heerschop herkende
aan de orde is, maar in het hele onderwijs.
leving. De overheid is daarom verplicht ondub-
de problemen met taal en rekenen niet in zijn
belzinnig te eisen dat scholieren dit goed leren.
regio. Het Limburgs Dagblad vond dat de minister
In een commentaar schreef de hoofdredactie
Op de site van het Friesch Dagblad betreurde
‘sommige doorgeschoten onderwijsvernieuwin-
van het Dagblad van het Noorden dat de ernst
voorzitter Heerschop van de Christelijke Koepel
gen’ terug moest draaien en de aanbevelingen van
van de gebreken die de raad constateert, ver-
Basisonderwijs Fryslân de negatieve berichtgeving
de Onderwijsraad onverkort moest opvolgen. Er
der reikt dan het economische belang van goed
over het onderwijs. Hij was bang dat leerkrachten
waren overigens meer opiniemakers die onder-
opgeleide burgers. Goed kunnen spellen en reke-
die dagelijks voor de klas staan en hard werken
wijsvernieuwingen aanwezen als de hoofdoorzaak
“De basisgedachte van de tweede fase vind ik goed” Koos Winnips, adviseur ICT en Onderwijs en projectleider MathMatch , Universiteit Twente: “Wij merkten dat onze docenten gefrustreerd raakten en zelfs afhaakten, omdat hun studenten de basisvaardigheden wiskunde niet beheersten. Het volstond niet meer om bijlessen te geven in het eerste studiejaar. MathMatch is een elektronisch hulpmiddel voor zelfstudie dat gebruikt wordt in reparatieprogramma’s wiskunde. Het is een goede methode om de basisvaardigheden alsnog bij te brengen, maar eigenlijk is het een pragmatische oplossing. Je zou het liefst zien dat het probleem uiteindelijk in het voortgezet onderwijs wordt opgelost. De basisgedachte van de tweede fase vind ik goed. Ik ben een voorstander van zelfstandig en samenwerkend leren en van leren
in levensechte situaties. Dat motiveert enorm. Maar die nieuwe leeromgeving is in het voortgezet onderwijs nog niet voldoende uitgewerkt. Docenten moeten hun leerlingen begeleiden bij het oplossen van problemen, maar óók de mogelijkheid krijgen om door te verwijzen naar ondersteunende materialen als ze merken dat leerlingen basisvaardigheden missen. Leraren krijgen dus meer de rol van informatiemanager, en daar zijn ze nog niet helemaal klaar voor. De ondersteunende materialen zijn bovendien nog niet beschikbaar op scholen. En de efficiency is een probleem: je kunt geen dertig leerlingen individueel begeleiden én basisvaardigheden bijbrengen.”
31
30
van de door de raad gesignaleerde problemen.
hebben geïnterpreteerd en er zouden andere
De verkenning gaf aanleiding voor nieuwe discus-
onderzoeken ontbreken. De VO-raad vond dat de
siestukken over het ‘nieuwe leren’ in kranten en
Onderwijsraad zich terughoudender had moeten
vakbladen. In januari 2007 uitten de scholieren-
opstellen, omdat het immers om een verkenning
en studentenorganisaties LAKS, JOB en LSVb via
gaat.
Reactie minister Bij het in ontvangst nemen van de verkenning zei minister Van der Hoeven blij te zijn dat de raad de witte vlekken blootlegde. Ze zei al aandacht te hebben voor de gebreken bij wiskunde en Nederlands. De minister heeft de Inspectie opdracht gegeven het onderwijs in rekenen en taal te onderzoeken, en ze werkt aan een taal- en rekentoets voor studenten van de lerarenopleidingen. Verder vond ze dat het onderwijsveld zelf met de conclusies aan de slag moest.
een brandbrief aan staatssecretaris Bruins hun zorgen over het verminderde aantal (inhoudelijke) lesuren en het feit dat er minder kennisoverdracht plaatsvindt in het onderwijs. Onder het motto “Wij willen leren, geef ons ook de kans!” riepen zij de staatssecretaris op om samen een oplossing te vinden voor de ontstane problemen. Er waren ook kritische geluiden. Het Onderwijs
Reacties op het advies over onderpresteren
blad (een uitgave van de AOb) vond dat de raad het rapport met ‘veel bombarie’ had gepresen-
Dit advies, getiteld Presteren naar vermogen
teerd, maar dat de bewijsvoering erin te selectief
is februari 2007 verschenen. Bij het ter perse
was. Het gebruikte PPON-onderzoek naar het
gaan van dit jaarboekje zijn er nog geen reacties
rekenniveau van het CITO zou de raad verkeerd
beschikbaar.
“De menselijke maat moet weer terugkomen in het mbo” Achmed Sadat, mbo-leerling en voorzitter van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB): “Nu ik stage loop merk ik dat sommige dingen, waarvan ik dacht dat ik ze goed kon, beter kunnen. Ik hoor van mijn stagebegeleider bijvoorbeeld dat het nog schort aan mijn schrijfvaardigheid. Hij gaat er echt even voor zitten, om uit te leggen wat er niet in orde is. Op school mis ik die persoonlijke begeleiding, omdat we met 30 leerlingen in een klas zitten. Ik denk dat het niveau van mbo-leerlingen omhoog kan als we de klassen kleiner maken. Daarmee verbeter je de persoonlijke begeleiding en kun je beter inspelen op individuele interesses en kwaliteiten. De menselijke maat moet weer terugkomen in het mbo. Dat lijkt mij ook goed voor de docenten: het maakt hun vak
uitdagender en aantrekkelijker. Verder denk ik dat mbo-scholen al goed moeten kijken naar de leerlingen als ze binnenkomen. Neem maar een toelatingstoets af om te zien welke kwaliteiten iemand heeft en hoe het onderwijs daarop kan aansluiten. Iemand die slecht Nederlands spreekt kan misschien uitstekend een Engelstalige opleiding volgen. Daar moet hij dan wel goed over worden geadviseerd. En als hij toch een opleiding wil doen waarin Nederlands belangrijk is, moet het advies zijn: dan maar een jaartje bijspijkeren. Ook het voortgezet onderwijs zou een goed advies moeten opstellen voor schoolverlaters.”
Meer informatie
32
Reacties op het advies over examinering
33
Het advies Examinering: draagvlak en toeganke-
De aanbevelingen over de versteviging van kennis
zen De helft van Nederland hoogopgeleid en Betere
lijkheid verscheen in november 2006. Zoals te ver-
komen uit de verkenning Versteviging van kennis in
overgangen in het onderwijs (beide december 2005)
wachten was, waren de instellingen niet enthou
het onderwijs (december 2006). Dit onderwerp behan-
komen de volgende aanbevelingen voor: ondersteun
siast over een exameninstelling die buiten hen om
delde de raad al eerder in het advies Leraren opleiden
de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs
functioneert. In dagblad Trouw reageerden verte-
in de school (2005), en het komt ook aan de orde in
beter, bouw de aansluitprogramma’s tussen voort-
genwoordigers van het hoger onderwijs sceptisch
het advies Waardering voor het leraarschap (zie pagi-
gezet onderwijs/mbo enerzijds en hoger onderwijs
op dit voorstel. Een woordvoerder van de koepel
na 13 van dit boekje).
anderzijds verder uit, zorg voor meer differentiatie in
van universiteiten VSNU stelde dat examens te
het aanbod van hoger onderwijs, zorg voor betere en
zeer een onderdeel zijn van de opleiding om ze
De aanbevelingen over het tegengaan van onderpres-
doorlopende loopbaanbegeleiding, en zorg voor meer
los aan te bieden via een zelfstandig instituut. De
teren komen uit Presteren naar vermogen (februari
flexibiliteit in overgangen tussen werk en het volgen
HBO-raad waarschuwde in hetzelfde artikel dat
2007). Het bouwt voort op eerdere adviezen van de
van onderwijs.
het met zo’n instituut lastig wordt om snel in te
raad, die ook bruikbaar zijn voor het verminderen
spelen op veranderingen.
van onderpresteren. Zo is er de aanbeveling om leer-
De aanbevelingen om de examinering toegankelijker
standaarden in te voeren in het basisonderwijs, die in
en betrouwbaarder te maken komen uit Examinering:
De heer Van Lonkhuizen, secretaris van de koepel
verschillende adviezen voorkomt: Zeker weten (1999),
draagvlak en toegankelijkheid (november 2006). Het
van christelijke scholen voor voortgezet onder-
De kern van het doel (2002) en Koers primair onder-
bouwt voort op de adviezen Examinering in ontwik-
wijs Fricolore en rector van het Bornego College
wijs (2004). De raad adviseerde onder andere in Tot
keling (november 2002) en Examinering in het hoger
in Heerenveen, zei in het Friesch Dagblad dat een
hier en nu verder (2004) en Hoe kan onderwijs meer
onderwijs (2004).
examen “niet een probeertoets moet worden”. Hij
betekenen voor jongeren? (2004) om de school meer
vond dat jongeren die een examen willen doen,
aandacht te laten besteden aan buitenschoolse acti-
Alle publicaties zijn te vinden en te bestellen via de
wel moet worden gewezen op de manieren die
viteiten die leerlingen aanspreken. En in de advie-
website: www.onderwijsraad.nl
bestaan om zo’n toets te kunnen halen: “Zakken betekent nogal wat voor iemand”.
34
Colofon
Uitgebrachte adviezen 2006
2007 (al in dit boekje behandeld)
• Briefadvies onderwijsspecifieke medezeggenschap
•
Presteren naar vermogen
[1 februari 2007]
[11 januari 2006]
• Naar meer evidence based onderwijs
De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, opge-
ISBN-13: 978-90-77293-64-5
over hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het
gebied van het onderwijs. Hij adviseert de ministers van
Concept en tekst Francissen Communicatie, Amsterdam
[19 januari 2006]
Voor informatie over deze en andere publicaties:
•
Doortastend onderwijstoezicht
www.onderwijsraad.nl
en Voedselkwaliteit. De Eerste en Tweede Kamer der Staten-
[1 februari 2006]
•
Internationale leerwegen en het internationale
[9 februari 2006]
Generaal kunnen de raad ook om advies vragen. Gemeenten
Ontwerp en opmaak
kunnen in speciale gevallen van lokaal onderwijsbeleid een
Maarten Balyon grafische vormgeving
beroep doen op de Onderwijsraad.
• Een vlechtwerk van opvang en onderwijs
[27 februari 2006]
•
Dienstverband, godsdienst en de openbare school
[31 maart 2006]
• Onderwijs in cultuur
De raad gebruikt in zijn advisering verschillende wetenschap-
© Onderwijsraad, Den Haag Alle rechten voorbehouden. All rights reserved.
[20 april 2006]
van educatie in Nederland. De raad adviseert over een breed
Doelgericht investeren in onderwijs
terrein: van voorschoolse educatie tot aan postuniversitair
[29 juni 2006]
•
Waardering voor het leraarschap
onderwijs en bedrijfsopleidingen. De producten van de raad
[31 augustus 2006]
•
Duurzame onderwijsrelaties
verkenningen. Daarnaast initieert de raad seminars en web-
[19 oktober 2006]
sitediscussies over onderwerpen die van belang zijn voor het
•
Bekostigingsbesluit WHW 2008
[23 oktober 2006]
onderwijsbeleid.
worden gepubliceerd in de vorm van adviezen, studies en
krijgen?
De raad bestaat uit veertien leden die op persoonlijke titel
[30 oktober 2006]
zijn benoemd.
•
E xaminering: draagvlak en toegankelijkheid
[13 november 2006]
• Briefadvies wetsvoorstel planningsvrijheid vo
[30 november 2006]
•
Versteviging van kennis in het onderwijs
[verkenning: 7 december 2006]
TDS printmaildata
onderwijs. Er is ook aandacht voor de internationale dimensie
•
Hoe kan governance in het onderwijs verder vorm
Drukwerk
pelijke disciplines en verbindt deze met de praktijk van het
•
Uitgave van de Onderwijsraad, Den Haag, 2007.
richt in 1919. De raad adviseert, gevraagd en ongevraagd,
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Landbouw, Natuur
baccalaureaat
35
36