Breedband ICT: het zenuwstelsel van een nieuwe netwerkeconomie
De revolutionaire betekenis van landelijke breedbandsystemen
Voorwoord Connekt, een internationaal gericht netwerk van bedrijven, overheden en instellingen, verbindt partijen en verspreidt informatie om zo krachtig, open en onafhankelijk te komen tot duurzame en betrouwbare mobiliteit hetgeen bijdraagt aan de welvaart en welzijn van Nederland. Innovatie is hierin een centraal begrip. Gezien het digitale tijdsperk waarin we verkeren, is ICT bijna vanzelfsprekend een vast onderdeel van die innovatie. De economische gevolgen van een gedegen implementatie van ICT kunnen zelfs zonder weerga zijn, ook voor de verkeer- en vervoersector. In deze uitgave belichten we het visionaire gedachtegoed van Prof. Dr. Ir. Nico Baken. Hij is senior lid van de strategiegroep binnen KPN (Corporate Strategy & Innovation). Ook is hij deeltijd hoogleraar bij de Technische Universiteit Delft bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, afdeling Telecommunicatie. Hierbinnen is hij één van de drie hoogleraren van de vakgroep Network Architecture and Services. Zijn boodschap is onconventioneel, maar zeer realistisch. Hij voorspelt een nieuwe economische orde, waarin sectoren onderling via breedbandsystemen intensief samenwerken. 2
In hoofdstuk 1 komt de huidige stand van zaken in het economische sectormodel aan de orde, en de transitie naar het nieuwe netwerkmodel. Hoofdstuk 2 gaat dieper in op het hoe en waarom van de grote belofte van breedband. Wat maakt het tot het zenuwstelsel van de nieuwe economie? De pilot Streetlight komt hierin ook aan bod: de ‘interactieve’ lantaarnpalen die in Zoetermeer zijn geplaatst. Tot slot belicht hoofdstuk 3 de voorwaarden die nodig zijn voor de verschuiving in het paradigmadenken over samenwerking: de nieuwe samenleving vraagt namelijk om een andere manier van zakendoen. Connekt wil in het programma ITS Nederland de aandacht vestigen op de vele mogelijkheden die ICT te bieden heeft. In dit boekje wordt een relevant scenario beschreven, wat al in de nabije toekomst kan worden gerealiseerd. Laat u inspireren door wat ICT mogelijk kan maken. Daar is dit boekje namelijk voor bedoeld!
3
1
4
Van sectormodel naar netwerkeconomie Onze economie is van oudsher te verdelen in een aantal sectoren, welke samen de basis vormen van de dagelijkse inrichting van ons leven. Voorbeelden van deze sectoren zijn zorg, onderwijs, transport, bouw, veiligheid en ICT. Samen leveren ze het bekende Bruto Nationaal Product, dat de economische welvaart in ons land indiceert. Tegelijk zijn de sectoren verantwoordelijk voor het welzijn in ons land, het zogeheten Bruto Sociaal Product: BSP. Iets wat niet te meten is in harde getallen, maar minstens zo belangrijk is voor Nederlandse burgers als het BNP. Het gaat hier om de kwaliteit van de aangeboden diensten. Zijn we bijvoorbeeld tevreden met ons onderwijssysteem? Voelen we ons goed bij de huidige zorgverlening in ziekenhuizen en in verzorgings- en verpleeghuizen? En: is onze mobiliteit zoals we zouden wensen?
5
Monolieten De heersende opinie over tal van sectoren in Nederland is niet positief: het gaat niet goed met ons land. Op allerlei gebieden begint het vast te lopen, letterlijk en figuurlijk. Zo vinden velen dat de zorg en het onderwijs al jaren onder de maat presteren. Met het verkeer en vervoer is het niet veel beter: de huidige stand van zaken is dagelijks te ervaren aan de ellenlange files, met alle geluids- en milieuoverlast en economische schade van dien. De oorzaak van de haperende stelsels moet worden gezocht in de manier waarop de sectoren zijn georganiseerd. Zij functioneren namelijk als grote, op zichzelf staande monolieten die vooral op zichzelf zijn gericht. Elke sector beschouwt zichzelf als de hartslag van Nederland en heeft dus vanzelfsprekend recht op een ruime dosis aandacht, en dito kapitaal, van de politieke beslissers. Oudere sectoren hebben zich reeds ingenesteld in de politiek, jongere moeten nog een plekje zien te verwerven.
In dit schema is het de bouw die als belangrijkste sector wordt gepresenteerd, maar elke sector uit de kolommen kan hier willekeurig worden ingevuld. 6
De conclusie tot dusver: onze samenleving is een functioneel gedecomponeerde maatschappij. Het politieke systeem houdt deze situatie in stand. Geheel naar zijn aard, omdat ons landelijk bestuur nu eenmaal is opgebouwd uit ministeries met elk één of meerdere sectoren als afgescheiden werkterreinen onder zich. Mogelijke dwarsverbanden die het functioneren van de maatschappij als geheel verder kunnen verbeteren, worden nauwelijks gelegd. Realiteit: volop relaties Het is evident dat de grenzen van dit sectormodel in zicht beginnen te komen. Het idee dat sectoren onderling weinig met elkaar te maken hebben, wordt steeds verder ondergraven door de realiteit. Dit geldt voor alle sectoren, ook voor verkeer en vervoer. Zie bijvoorbeeld de relatie van kilometerbeprijzing met het milieu. Beprijzing voor het zware vervuilende vrachtverkeer kan op de korte termijn een versnelde verschuiving opleveren naar schone vrachtauto's. Dit zorgt voor een afname van emissies en verbetering van de luchtkwaliteit langs snelwegen. Of de relatie tussen ICT en het verkeer. Betrouwbare verkeersinformatie stelt automobilisten in staat om een goede keuze te maken in hun tijdsbesteding. In de spits naar het werk rijden, of toch liever telewerken? Dit kan snel leiden tot een vermindering van verkeersproblemen. Eén dag per week telewerken in de spits zal het aantal files al met meer dan 60% reduceren! Het netwerkmodel In feite blijkt de onderlinge afhankelijkheid veel groter dan in het traditionele sectorschema is in te passen. Daarom is het zinvol om in een ander model te gaan denken: het netwerkmodel. 7
Het netwerkmodel weerspiegelt de onderlinge afhankelijkheden van de sectoren. De verbindingslijnen staan voor de uitwisseling van geld, mensen, goederen, informatie en kennis. Ze vormen de levensaders van onze maatschappij en economie. Hoe krachtiger en vitaler het ‘verkeer’ op die lijnen, hoe meer profijt de hele samenleving ervan heeft. Daarom is het des te curieuzer, dat er momenteel nauwelijks inzicht bestaat in wat er allemaal komt en gaat langs deze verbindingen. Uiteraard is het bekend dat er van alles heen en weer schiet tussen de knooppunten, maar kennis over de samenstelling en het volume ervan is bijzonder gering. Ruimere blik De focus ligt nog steeds op wat er in de knooppunten zelf gebeurt: de sectoren uit het vorige model. Dit geldt zowel voor de beleidsmakers (zie hierboven) als voor de economische leiders. De vigerende leidraad voor hun bedrijfskoers is al decennialang hetzelfde: zoveel mogelijk verhogen van de netto winst binnen hun sector plus het in huis halen 8
van zoveel mogelijk kennis om dit doel te dienen. Maar deze houding zal het niet gaan redden in de netwerkstructuur die nu ontstaat. Er is een ruimere blik nodig: mensen die willen kijken op welke manier de maatschappij als geheel verder komt. Daarmee wordt namelijk het eigen knooppunt/de eigen sector ook het meest gediend. Vergelijk de netwerkstructuur met een levend organisme. De organen (knooppunten/sectoren) lijken zelfstandig te functioneren, maar zijn juist afhankelijk van het bloedvatenstelsel dat hen voorziet van energie en zuurstof. Er is tevens behoefte aan een zenuwstelsel die de informatie-uitwisseling mogelijk maakt en een beheersfunctie heeft voor het netwerk als geheel: de verbindingslijnen die alle informatie ronddragen. Niet overdreven Goed nieuws: deze infrastructuur is voorhanden en staat bekend onder de naam breedband ICT. Het is in staat knooppunten met elkaar te verbinden en biedt efficiënte, snel implementeerbare oplossingen. Ook in de wereld van verkeer en vervoer kan breedband ICT een katalysator zijn. Aan de buitenkant mag ICT één van de knooppunten in het netwerk lijken, maar de mogelijkheden ervan zijn ongelooflijk veelzijdig. De impact van ICT op onze hele samenleving, maatschappelijk en economisch, is gigantisch. Het is in feite equivalent aan andere grote stappen die de mensheid heeft gemaakt, zoals vuur maken, lezen en schrijven. Het volgende hoofdstuk legt uit waarom dit niet overdreven is gesteld.
9
2
10
ICT, een grote belofte We leven in een bijzonder interessante tijd. Dertig jaar geleden was een computer een grote bliepende kast met flitsende lampjes in een science fiction-film. Nu staat er minstens één in het merendeel van de Nederlandse huishoudens. Mobiele telefoons, laptops, webcams, internet, chatten, games: ons leven wordt steeds digitaler en virtueler. De genoemde apparaten zijn een vast onderdeel geworden van het dagelijkse bestaan. Sterker nog, het falen of verliezen van één ervan is genoeg reden voor een adrenalinepiek zonder weerga. Binnen relatief korte tijd hebben wij ze onmisbaar gemaakt voor ons dagelijks functioneren. Meer data-overdracht De ontwikkelingen zijn hard gegaan en zullen nog veel harder gaan in de nabije toekomst. Mobiele telefonie en internet zijn geweldig, maar allesbehalve het eindpunt van de digitale revolutie. Snellere verbindingen kunnen voor bedrijven en particulieren een constante, veel omvangrijkere stroom genereren aan up-to-date informatie, in spraak, beeld en geluid. 11
De behoefte aan meer dataoverdracht is daarom groot. Hierin is te voorzien via breedband. De benodigde technische infrastructuur bestaat onder meer uit glasvezel en stroom. Wat er kan over tien jaar… Voordat we hierop doorgaan: eerst een klein uitstapje naar de toekomst, dat overigens minder denkbeeldig is dan velen denken. In 2015 hebben wij de status bereikt van always on line middels ons personal network. Thuis hangen in elke kamer flatscreens met daarop enkele iconen, die reageren op ons stemgeluid. De iconen zijn er voor audio/video-applicaties (radio en TV, alle kanalen ter wereld) en enkele standaardprogramma’s zoals tekstverwerking en een rekenprogramma. Eén icoon geeft toegang tot breedbandig internet: supersnelle verbinding met welke plek op het net maar ook wordt gewenst. Een andere icoon is voor videotelefonie, want praten en elkaar zien is veel leuker dan alleen praten. En als laatste een plaatje voor de PC-assistent, die zorgt voor updates van programma’s, adviseert over nieuwe applicaties en aanbieders en de kosten van het geheel in de gaten houdt, kortom: ervoor zorgt dat het systeem soepel blijft draaien. Onze gezondheid kan continu worden gemonitord door chips in de kleding die de hartslagen en bloeddruk controleren. Bovendien zijn we niet alleen thuis of op kantoor on line, maar ook onderweg. Videoconferencing in de auto met zakenrelaties, passagiers kunnen even gamen in de file, de jongste met zijn huiswerk helpen via de camera in de auto: het raakt net zo ingeburgerd als rijdend mobiel bellen. Kijk voor actuele breedband ICT-projecten op www.freeband.nl.
12
Masten en mastjes Uiteraard vraagt dit om een forse onderliggende ICT-infrastructuur. Als mensen op elke plek in het land bereikbaar willen zijn, is er een landelijk dekkend netwerk nodig dat een enorme capaciteit moet hebben om alle data van spraak, beeld en geluid te kunnen verwerken. UMTS-masten spelen hierbij een belangrijke rol maar zullen op termijn niet voldoende zijn. Dit is een taak voor kleinere ‘mastjes’, die glasvezel en stroom in de buurt hebben en op regelmatige afstand van elkaar staan. Deze mastjes zullen zowel binnenshuis als in de openbare ruimte moeten worden geplant. In panden die al een glasvezelverbinding hebben, zijn ze aanwezig onder de naam van draadloos LAN (lokaal area netwerk). Maar hoe is breedband te realiseren in de openbare ruimte en in huizen en kantoren zonder glasvezelnetverbinding?
Macroniveau: UMTS/GSM, meer dan 2 km bereik Microniveau: Hotspots, WiFi Public, tot 200 meter bereik Piconiveau: in huis, WiFi Private/Bluetooth, tot 20 meter bereik Het ondergrondse glasvezelnet transporteert de data volcontinu met lichtsnelheid.
13
Een stuk eenvoudiger dan menigeen aanneemt. De masten die daarvoor nodig zijn bestaan namelijk al. Alleen heten ze nu nog lantaarnpalen. Onbeperkte toepassingen Er zijn 4,6 miljoen lantaarnpalen in ons land. Langs het merendeel ervan ligt reeds een glasvezelnetverbinding. Het behoeft geen betoog dat stroom ook aanwezig is. Met andere woorden: een vanzelfsprekend onderdeel van het straatbeeld kan de basis zijn voor de missing link tussen de GSM- en UMTS-cellen en de thuisnetwerken. Rust lantaarnpalen uit met de juiste apparatuur, schakel ze in een netwerk, en voilá: er ontstaat een landelijke bandbreedte die overal toegankelijk is voor iedereen, voor elk apparaat, en die een immense dataverwerkingscapaciteit heeft. Het hierboven geschetste toekomstplaatje voor particulieren in huis en onderweg lijkt dan ineens een stuk dichterbij te komen. Maar ook de impact op de economie en de maatschappij als geheel is overweldigend. Het dagelijkse leven en het economisch reilen en zeilen zal drastisch veranderen. De reden is eenvoudig: de toepassingsmogelijkheden van een dergelijk netwerk zijn zo goed als onbeperkt. Voor personen, het bedrijfsleven en de overheid. Streetlight Om een eerste indruk te geven van de revolutionaire potentie van lantaarnpalen is onlangs het pilotproject Streetlight gestart. In Zoetermeer komen in 2006 tien Streetlight-palen te staan. Ze bieden draadloos internettoegang, beschikken over bewakingstoepassingen via een aanwezige camera en hebben sensoren die informatie verwerken. Betrokken partijen in het pilotproject zijn KPN, Tyco Electronics, Lucent Technologies, TU Delft, Gemeente Zoetermeer, TNO, Schréder, eYe-Display, du Bois 14
Ordning, Hopling, Syrup, ADT, Vialis, PromotieZoetermeer, Utopolis en vele anderen. Op een groot scherm kunnen lokale bedrijven reclame maken. Via een touchscreen is er informatie opvraagbaar over bijvoorbeeld openbaar vervoer en gemeentelijke diensten. Deze eerste palen worden allemaal op glasvezel aangesloten. Als er in de toekomst meer lantaarnpalen in één netwerk worden geschakeld, zullen zogeheten ‘meshed networks’ worden gebouwd: moederpalen die op glasvezel ‘draaien’, en dochterpalen die via een verbinding met de moederpaal in contact staan. 15
De Streetlights-pilot is een eerste tip van de sluier waarachter een wereld van mogelijkheden schuilgaat. Informatie-uitwisseling kan vele honderden malen worden versneld. Er liggen enorme kansen voor alle sectoren. Immers, overal opvraagbare en ontvangbare informatie, voor elk gewenst persoon of apparaat: dat ontsluit een landschap van mogelijke toepassingen. De partijen achter Streetlight hebben al tientallen diensten uitgewerkt voor de zorg, de veiligheid en het onderwijs. Zie www.streetlight.nl Ook voor verkeer en vervoer biedt het revolutionaire mogelijkheden. Drie voorbeelden. Case: Breedband op spoor en asfalt Een huidig onderzoek concentreert zich op de mogelijkheid van breedband in de trein. Gezien de aanwezigheid van lantaarnpalen en glasvezel langs het spoor is het aanleggen van de benodigde infrastructuur vlot realiseerbaar. Ook kostentechnisch is het zeer aantrekkelijk. Bij een gebruikerspercentage van - slechts! - 20% blijkt het al bijzonder rendabel voor de NS (enkele miljoenen winst op jaarbasis). Bovendien loopt langs ditzelfde spoor vaak de autosnelweg. Hier staan elke dag duizenden auto’s in de file. Als de bestuurders op zo’n moment over breedband kunnen beschikken, kunnen ze deze tijd economisch efficiënter gaan invullen. Alvast die vergadernotities uitwerken via spraakherkenningsoftware. De laatste verkoopcijfers opvragen. Of gewoon even dat lekkere broodje reserveren bij het tankstation verderop. Mits dit natuurlijk de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt. Case: Verkeersstromen leiden De lantaarnpalen van de toekomst kunnen diverse functies krijgen. Zo kunnen er palen komen die verkeersstromen gaan monitoren. 16
Is er ergens in de stad sprake van een belemmering, dan seinen de lantaarnpalen het verkeersmanagementsysteem in. Dit zorgt ervoor dat de verkeerslichten in de buurt op rood komen te staan, en andere weer op groen, zodat de doorstroming via een andere route plaatsvindt. Tegelijk is er ruim baan voor de hulpdiensten. Opstoppingen en tijdsverlies worden zo beperkt tot een minimum. • • • • •
Healthcare Security Traffic Tourism ......
Bron: IBM Nederland
Case: sociale veiligheid Camera’s kunnen signaleren wat in de directe omgeving gebeurt. Bepaalde programmering kan zorgen voor automatische herkenning van situaties die de openbare orde en veiligheid in gevaar brengen. Ook signaleren de palen vroegtijdig filevorming en geven direct alternatieve routes aan. Camera’s houden ook de conditie van de weg en het oppervlak in de gaten. Elke onregelmatigheid wordt direct doorgeseind naar de verkeersmanager en weggebruikers: of het nu olie op de weg betreft, of een stilstaande auto. 17
Met ICT in on-board apparatuur zijn de infrastructuur en voertuigen in staat om te gaan ‘praten’ met elkaar. Ze wisselen informatie uit. Dit betekent onder meer een grote omslag van passieve veiligheid naar actieve veiligheid. Voertuigen kunnen ook onderling communiceren. Ze houden bijvoorbeeld automatisch voldoende afstand van elkaar. Of stellen elkaar op de hoogte van een onveilige situatie op de weg. En in geval van een ongeluk sturen ze automatisch zelf een SMS naar de hulpdiensten. De technologieën hiervoor zijn al ver ontwikkeld. Breedband ICT: zenuwstelsel Deze voorbeelden demonstreren de radicale veranderingen die ICT teweeg kan brengen in onze economie en maatschappij. Voor elke sector zijn er legio toepassingen te bedenken. Ook zijn er vele verschillende combinaties van sectoren mogelijk, waar ook weer toepassingen op maat voor kunnen worden gemaakt. Zo creëert ICT een netwerk van verbindingen tussen sectoren: het zenuwstelsel van het eerder 18
genoemde netwerkmodel. De illustratie op pagina 18 laat bijvoorbeeld zien dat met het omleiden van verkeersstromen, zowel het verkeer als de veiligheid als de gezondheidszorg gediend is. Kortom, het economische netwerk kan bijzonder goed worden gefaciliteerd en aangejaagd door het bestaan van landelijke bandbreedte, die via lantaarnpalen beschikbaar is gemaakt. Een revolutionaire gedachte, die tevens een revolutionaire, want transsectorale, visie vereist. Het gaat om niets minder dan een verschuiving van een paradigma in denken en doen over economie en bedrijfsvoering (de sociale implicaties nog buiten beschouwing gelaten!). Het derde hoofdstuk geeft een indruk van wat er nodig is voor een werkbare attitude in deze nieuwe economische netwerkorde.
19
3
20
Het nieuwe denken en doen Zoals eerder aangegeven, is het geschetste beeld van de impact van ICT op maatschappij en economie geen toekomstmuziek meer. Sterker nog, het is technisch reeds implementeerbaar. Er is echter sprake van een patstelling. De partijen die deze ICT-revolutie kunnen stimuleren, in het bijzonder de industrie en overheid, houden de hand op de investeringsknip. De besparingen die ICT kunnen opleveren, komen namelijk in eerste instantie niet bij hen als investeerders en beleidsmakers terecht. Om dit te ondervangen, is publiek-private samenwerking noodzakelijk. Wie weet… De overheid is van zins om 80 miljard in de transportsector te investeren de komende 15 jaar. De helft hiervan gaat naar kunstwerken en verbreding van wegen. Stel dat er een substantieel deel hiervan naar de voorgestelde ontwikkeling van ICT zou gaan. Dit zou de doorstroming op wegen verbeteren, en dus de veiligheid en bereikbaarheid vergroten: een grote opsteker voor alle sectoren. 21
Wie weet doorbreekt dit het prisoner’s dilemma en komt de grote toegevoegde waarde van ICT en breedband duidelijk in beeld bij iedereen. En wie weet willen de cruciale partijen dan volop gaan investeren in de ICT van de toekomst, omdat zonneklaar is hoe groot(s) hun eigen toekomst ervan gaat worden…in ieder geval is een eerste stap gezet met het actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT. Dit is een initiatief van de rijksoverheid waarbij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken met behulp van ICT centraal staat. Het kabinet legt een speciale nadruk op het aanpakken van vraagstukken in de sectoren mobiliteit, onderwijs, veiligheid en zorg. De zeven V’s voor een succesvolle samenwerking Organisaties die succesvol willen samenwerken binnen een keten, een sector of transsectoraal doen er verstandig aan notie te nemen van de zeven V’s. Deze ommekeer in denken en doen herbergt een aantal premissen in zich. Deze staan vermeld in het schema van de zeven V’s: • Visie • Verstaan • Vertrouwen • Vergelijken • Verwezelijken • Verifiëren • Verspreiden
22
1 Visie en missie Het hebben van een visie voor de lange termijn is onontbeerlijk. Deze mag met passie en fantasie worden gevormd. Wat voor bedrijf willen we zijn in, zeg, 2015? Welke diensten willen we dan kunnen aanbieden? Hierna volgt het opstellen van een concrete missie, uitgaande van de visie: “Als onze visie is dat we dit willen bereiken in 2015, wordt onze missie dat we in 2010 al concrete stappen hebben gezet in die richting. Dus: Als we Nederland in 2015 filevrij willen hebben, zorgen we ervoor dat we in 2010 minstens 30% van de werknemers kan telewerken. Of: Als we het verkeer en vervoer veiliger maken, zorgen we ervoor dat in 2010 50% minder verkeersdoden zijn dan in 2000 (in de EU bedraagt dit aantal momenteel 40.000!). 2 Verstaan De missie wordt met meerdere partijen aangegaan. Dan is het van levensbelang dat zij elkaar goed verstaan. Weet iedereen wat de bedoeling is, en wat dit betekent voor hun organisatie of bedrijf? Spreekt iedereen over hetzelfde doel? Zijn er geen communicatieknopen die later kunnen leiden tot misverstanden? 3 Vertrouwen Inherent aan ‘met anderen een doel bereiken’ zijn de hobbels en obstakels op de weg naar dat doel. Al was het maar omdat achtergronden en kernactiviteiten van de partijen enorm kunnen verschillen. En onbekendheid met de ander leidt vaker wel dan niet tot onbegrip en dus wantrouwen. Door empathie te ontwikkelen voor elkaars rollen kan het besef groeien dat er juist sprake is van toege23
voegde waarde van deze diversiteit in benadering en kennis. Uiteindelijk brengt vertrouwen meer succes dan wantrouwen ooit af kan schermen. Zie ook ‘De mercator sapiens anno 2004’ van Geert Mak. 4 Vergelijken Het wiel hoeft nooit helemaal opnieuw te worden uitgevonden. Benchmarken met andere branches kan al heel wat licht werpen op onbekende terreinen. Ook over de landsgrenzen heen zijn volop innovatieve processen gaande op allerhande gebieden. Kortom, er vallen genoeg graantjes mee te pikken, als iedereen even zijn hok wil uitlopen en goed gaat rondkijken. 5 Verwezenlijken Grote veranderingen beginnen klein. Een innovatief idee begint het beste in een beperkte omgeving: een transitiearena, waarin een pilot-project met meerdere partijen tegelijk wordt uitgevoerd. Geen dure investeringen in grootschalige projecten, maar eerst rustig uitproberen. Gaat het zoals gepland, hoe bevalt de samenwerking in de praktijk, welke onverwachte situaties dienen zich aan? Deze aanpak geeft de ruimte en de tijd voor verbeteringen en terugkoppeling naar elkaar. De kostenbesparing die hiermee wordt gerealiseerd kan wel eens vele malen groter zijn dan met een snelle lancering van het totaalproject. 6 Verifiëren En, wat vindt de klant er nu van? Zat hij te wachten op dit idee of leek dat alleen maar zo? Deze fase is bedoeld voor het verifiëren 24
van de klanteisen, zodat het product of de dienst goed gaat aansluiten op de werkelijke behoefte van de praktijk. 7 Verspreiden Tijd voor kennisdisseminatie! Er is een voorsprong ontstaan op anderen. Met het delen van kennis wordt die voorsprong ten volle benut. Het is dé manier om snel draagvlak te creëren. Een veelbelovend project, daar willen genoeg mensen aan meewerken. Als ze maar weten hoe de vork in de steel zit. Tijd voor transsectoraal Als alle sectoren van hetzelfde netwerk gebruik gaan maken, zal er een verschuiving optreden in het economische systeem. De monolithische sectoren zullen samensmelten tot een horizontale economische orde die slechts twee lagen kent: infrastructuur en diensten. Dus: scholen (infra) bieden onderwijs (dienst). Ziekenhuizen helpen patiënten. Wegen maken transport mogelijk. Onderling zullen ze bovendien steeds meer vervlochten raken en dus afhankelijker van elkaar worden. Op termijn zal het niet meer draaien om die maximale netto winst voor de eigen sector, maar om het realiseren van kostenreductie en diensten op maat in samenwerking met anderen. De consument wil immers geen gescheiden leveranciers meer, maar geïntegreerde dienstverlening. Neem de breedbandtoegang in een vrachtwagen: deze kan onderweg niet alleen gebruikt worden voor logistieke of administratieve informatie-uitwisseling maar ook ook om 's avonds contact te hebben met het thuisfront, het spelen van een spelletje of het monitoren van de gezondheid van de chauffeur. 25
Start u de revolutie? Met andere woorden: landelijke bandbreedte heeft de belofte in zich de allesbinder te zijn van onze economie. Daar zal ook ons Bruto Sociaal Product wel bij varen. De pilot Streetlight in Zoetermeer laat enkele toepassingsmogelijkheden zien. Deels om de fantasie te prikkelen, deels om uit te dagen tot nadenken over de impact ervan voor de eigen sector. De techniek ligt zo goed als gereed op de plank. De grote vraag is ook niet zozeer of dit werkelijkheid gaat worden, maar wanneer. Wie van de key players gaat zich in de voorhoede scharen van deze ICTrevolutie? Wie gaan de investeringen wagen om dit idee tot onderlegger te maken van een nieuwe samenleving? Dat is de kwintessens van de huidige stand van zaken. De sectorale benadering van onze economie is een vastlopend spoor. Nieuwe wegen openen zich via breedband. Bij een eenmalige investering hierin, door overheid of industrie, zouden alle sectoren al grote baat hebben. Net zoals alle andere revoluties is de breedbandrevolutie niet in een paar dagen gerealiseerd. Maar, eveneens net zoals die andere, moet zij wel door een paar mensen of een groep uit de startblokken worden geholpen. Gezien de huidige sectorale problematiek is de tijd er meer dan rijp voor. Aldus, overheid en bedrijfsleven: bij wie van u mag de omwenteling naar een transsectorale toekomst beginnen?
26
28