Black plate (61,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
1
Het ICT-radmodel : een instrument voor het uitwerken van een schooleigen ICT-beleidsplan
Hans Van Boven Assistent Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen UGent ICT-coo¨rdinator in een school secundair onderwijs
1. Inleiding 2. De samenstellende componenten van het ICT-rad 2.1. De vijf basiscomponenten bij ICT-implementatie 2.2. De uitbreiding van het basisradmodel 2.2.1. Leerlingen $ ouders 2.2.2. Leerkrachten $ overheid 2.2.3. Hardware $ bedrijven en media 2.2.4. Software $ bedrijven en media 2.3. De scholengroep of -gemeenschap 3. Het ICT-rad in beweging brengen 3.1. De centrale actor in het ICT-rad 3.2. Lange en korte termijn doelstellingen visualiseren 3.3. Een concreet stappenplan uittekenen 4. Overzicht van de belangrijkste randvoorwaarden 4.1. De verschillende componenten 4.1.1. De horizontale as 4.1.2. De verticale as 4.2. De ‘C’-component : De cruciale rol van ICT-coo¨rdinator of ICTbeleidsteam 4.3. Schoolexterne actoren
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 61 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (62,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
2
Krachtlijnen Aansluitend op de bijdrage Opstellen van beleidsplannen voor ICT in het basisonderwijs van Johan van Braak (2003), bieden we directies, leerkrachten en in de eerste plaats ook ICT-coo¨rdinatoren in dit artikel een concreet scenario aan om de situatie op de eigen school met betrekking tot ICT-integratie in beeld te brengen en er vervolgens ook lange- en kortetermijndoelstellingen op te enten. In het afrondende deel vatten we een aantal randvoorwaarden samen waarmee rekening moet worden gehouden om tot een succesvolle ICT-integratie te komen. In ons scenario plaatsen we de uitwerking van een schooleigen ICT-beleidsplan centraal en gaan we er meteen ook van uit dat de ICT-coo¨rdinator of een ICT-beleidsteam bij de implementatie ervan een cruciale rol zal spelen. In zo’n plan moet rekening gehouden worden met twee errond wentelende assen of ‘dimensies’, met name de menselijke dimensie en de technische dimensie. In het eerste geval moeten we vooral oog hebben voor de eigenheid van de leerlingen en van de leerkrachten, in het tweede geval voor de hardware- en softwaretoestanden waarop teruggevallen moet kunnen worden. Overal zullen we bovendien rekening moeten houden met schooloverstijgende remmende en stimulerende krachten, en zullen er ook veiligheidssystemen moeten worden ingebouwd. De veelzijdigheid van het aldus opgebouwde scenario laat toe op een genuanceerde wijze na te denken over de mogelijkheden en consequenties van concrete doelstellingen op het vlak van ICT-integratie. Het scenario dat in deze bijdrage uitgewerkt wordt en het radmodel werden beide geconcipie¨erd door de auteur van deze bijdrage, Hans Van Boven. Hij is gedurende twee jaar actief als ICT-coo¨rdinator in een school voor secundair onderwijs. Aldus brengt hij hier een concreet getuigenis over zijn inmiddels opgedane ervaringen met deze ICT-tools. Dirk Gombeir schreef als lid van de redactie van ‘ICT en onderwijsvernieuwing’ op de achtergrond mee aan deze bijdrage.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 62 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (63,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
&
3
1. Inleiding
integratie van ICT
Tegenwoordig zal (bijna) niemand meer ontkennen dat integratie van ICT in
op school : vanzelf-
de manier waarop onderwijsleerprocessen gestalte krijgen op school een
sprekend ?
goede zaak is. ICT is immers niet meer weg te denken uit onze huidige maatschappij, dus moeten ook jongeren tijdens het leren in de klas de kans krijgen het nut en de meerwaarde van ICT-gebruik uit de eerste hand te ervaren. Bij de integratie van ICT op school moeten we er echter rekening mee houden dat er onder de collega’s uit het lerarenteam verschillende meningen bestaan. Zo kunnen we er niet onderuit dat er in zo’n team nog steeds een groot aantal fervente ‘tegenstanders’ te vinden zijn van alles wat met ICT te maken heeft. Ook bij directies, ouders en zelfs onder de leerlingen is lang nog niet iedereen gewonnen voor ICT-integratie. Een argument dat hierbij vaak geventileerd wordt, is dat ICT-implementatie een geldverslindend iets is, terwijl veel dringender pedagogisch-didactische materies ervoor aan de kant gescho-
tegenstanders en
ven worden. De meest verspreide mening is echter die van de ‘twijfelaars’. Leraren dus
twijfelaars...
die weliswaar gewonnen zijn voor het gericht experimenteren met ICT, maar die door allerlei factoren zoals onvoldoende technische kennis, te weinig ondersteuning, ... de stap naar het experimenteren niet echt uit eigen beweging durven of kunnen zetten.
maar ook overtuigde voorstanders, zelfs freaks
Zij maken dus nog geen deel uit van de kleinere groep van ‘voorstanders’, collega’s die we´l al op een succesvolle manier, mede dankzij hun gedrevenheid om er iets van te maken, aantonen dat de integratie van ICT een haalbare en aantrekkelijke kaart is. Tot slot zijn er enkele ‘freaks’ die maar blijven doorduwen en daarbij meestal weinig begrip kunnen opbrengen voor alle collega’s die veel minder ver staan. Zij kunnen zich maar moeilijk inleven in de beperktere technische kennis van anderen.
belang van
Te midden van dit voorspelbare ‘kluwen’ van tegen- en voorstanders, van
voorbeelden van
freaks en twijfelaars, ... is het niet eenvoudig om als school, als ICT-coo¨rdinator of als ICT-beleidsteam een echt voorwaardenscheppend beleid uit te tekenen waarin tegemoetgekomen wordt aan de specifieke noden en verwachtingen van alle collega’s. We´l duidelijk is dat er schoolintern op dit
goede praktijk
ogenblik meestal al voorbeelden van goede praktijk bestaan die aantonen dat het gebruik van ICT een extra troef kan zijn met het oog op het realiseren van de onderwijsdoelen, een troef naast of bovenop de resem al veel langer gebruikelijke didactische tools. Wil de integratie van ICT slagen, dan is het van het grootste belang dergelijke voorbeelden van goede praktijk als inspiratiebron te benutten voor collega’s die nog niet zo ver staan. Tegelijk zal er voor deze collega’s ook geı¨nvesteerd moeten worden in voldoende hulp en ondersteuning. Niet de occasionele ‘freaks’ maar in eerste instantie de voor-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 63 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (64,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
4
standers en de twijfelaars zullen volop aangemoedigd moeten worden om verder te gaan of te starten met ICT-experimenten. Maar hoe moeilijk of weerbarstig pertinente tegenstanders ook (telkens) uit de hoek komen, ook zij zullen op het juiste moment over de brug gehaald moeten worden, bijvoorbeeld door hen — naar aanleiding van een concrete vraag of een project dat ze willen starten — concreet aan te tonen dat informatie van het internet of uit een softwarepakket dat aanwezig is op school, echt wel nuttig en aanstekelijk kan zijn om met de leerlingen de onderwijsdoelen te helpen realiseren die zij als leerkracht momenteel voor ogen hebben. ondersteunings- en
Op het vlak van concrete ondersteuning van collega’s zal er dus gedifferen-
nascholingsinitia-
tieerd moeten worden naar startpositie. Tegelijk zal het evenwel duidelijk
tieven om ICT te
zijn dat er geen betere manier bestaat om ICT-implementatie te bevorderen
promoten
dan door alle op school al eerder ontwikkelde, goed werkende praktijkvoorbeelden te ‘promoten’. We hebben het dan over de projecten die door voorstanders en freaks zijn uitgewerkt. Deze projecten kunnen in samenspraak met de ICT-coo¨rdinator of onder de hoede van een ICT-beleidsteam technisch vereenvoudigd worden zodat het binnen eenieders mogelijkheden komt te liggen om gelijkaardige projecten te ontwikkelen en te implementeren. Dankzij gerichte schoolinterne ondersteunings- en nascholingsinitiatieven kan men er aldus voor zorgen dat alle collega’s op een zeer directe en positieve manier in aanraking komen met ICT.
voorbeelden
Het komt er dus op aan ervoor te zorgen dat er voldoende goed werkende
duidelijk kaderen is
praktijkvoorbeelden voorhanden zijn waaruit inspiratie geput kan worden en waaruit ook geleerd kan worden. Als die schoolintern nog niet bestaan,
noodzaak
dan kunnen ze eventueel ook elders gehaald worden. Zijn er schoolintern wel voldoende voorbeelden voorhanden, dan is het belangrijk ze goed te ‘kaderen’ en te duiden binnen het geheel van het schoolgebeuren. Juist voor zo’n ingrijpend gebeuren als ICT-integratie geldt immers dat een ‘laissez faire’-beleid waarbij er zomaar op los wordt geexperimenteerd, zeer schadelijke gevolgen kan hebben. In nogal wat gevallen resulteert dit immers in negatieve gevoelens bij de collega’s die nog niet zover zijn gekomen dat zij onbezonnen in het ICT-water durven springen, maar ook bij de durvers die zich in hun ijver miskend voelen, bijvoorbeeld omdat zij niet de noodzakelijke software of appartuur tot hun beschikking krijgen om te kunnen realiseren wat zij voor ogen hebben. Evenmin gaat het op tegenstanders en twijfelaars ineens te verplichten om te experimenteren want een slechte voorbereiding en een gebrek aan gerichte ondersteuning zullen wellicht resulteren in negatieve ervaringen zodat de hindernissen of bezwaren om ook bij hen tot een goede, voorwaardenscheppende ICT-integratie te komen nog veel groter zullen worden.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 64 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (65,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
5
nut van goed ICT-
Vandaar dat we nogmaals willen benadrukken dat het ICT-beleidsplan van
beleidsplan
een school moet zorgen voor een kader dat toelaat goede praktijkvoorbeelden te duiden en tevens geschikt is om nieuwe projecten uit te werken. Een goed beleidsplan zal tot het verbreden van de waaier van goede praktijkvoorbeelden leiden, een slecht beleidsplan zal resulteren in wildgroei en frustratie en slechts uiterst zelden leiden tot de ontwikkeling en implementatie van nieuwe goede voorbeelden die meteen ook inspirerend kunnen zijn voor andere collega’s die veel minder ver staan. Aangezien scholen evenwel vanuit het centrale beleid verplicht worden om een ICT-beleidsplan uit te bouwen, ligt hier een duidelijke kans om alle gee¨xperimenteer op het vlak van ICT-implementatie te kaderen, te inventariseren en ook als inspiratiebron te laten uitgroeien voor alle collega’s. Dat er veel of te veel gee¨xperimenteerd wordt, is niet erg. Belangrijk is dat er een beleid gevoerd wordt waarbij de positieve leerpunten en de onderweg ervaren knelpunten ook echt bijeengebracht worden en tot nut van iedereen worden gemaakt.
vragen en
Ook bij de concrete uitwerking van zo’n ICT-beleidsplan duiken er trouwens
antwoorden bij uitwerking ICT-
al veel problemen en vragen op inzake de noodzakelijke randvoorwaarden om te kunnen slagen in het opzet. Hoe moeten we de ICT-integratie gericht
beleidsplan
uitvoeren ? Wat moeten we ondernemen ? Wanneer ? Wie betrekken we hierbij allemaal ? Wat is de totale kostprijs ? Enz. De antwoorden op deze vragen hangen in de eerste plaats af van de ICT-competenties van de betrokken teamleden, van de al eerder opgedane ervaringen met gelijkaardige projecten op school, van de bereidheid van de directie om hierin daadwerkelijk te investeren, van de aanwezigheid van een ICT-coo¨rdinator en/of een ICT-beleidsteam die/dat telkens opnieuw een ondersteunende rol op zich kan nemen op organisatorisch, technisch en inhoudelijk vlak bij het uittekenen van het implementatieproces, enz. In dit artikel bieden we scholen een denkpiste aan die hen kan helpen bij het opstellen van een eigen, vlot werkend en inspirerend ICT-beleidsplan. Het implementeren van zo’n plan zal trouwens ook op andere terreinen ‘wervend’ werken voor de school. Denken we bijvoorbeeld alleen al maar aan de ontwikkeling van een informatief aantrekkelijke, grafisch mooi vormgegeven en tot uitwisseling en interactie uitnodigende schoolwebsite. Ook op dit punt is ICT gewoon niet meer uit het gewone leven op en rond een school weg te denken. Nu enkel nog alle collega’s hiervan overtuigen...
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 65 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (66,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
&
6
2. De samenstellende componenten van het ICT-rad Onze denkpiste voor het uitwerken van ICT-beleidsplannen kunnen we het best vergelijken met een ‘spinnend rad’. We verduidelijken eerst hoe we tot deze vergelijking komen. 2.1. De vijf basiscomponenten bij ICT-implementatie
C-component :
De implementatie van ICT op school berust bij en heeft een invloed op vijf
actoren en context
componenten. We vertrekken hierbij vanuit de ICT-coo¨rdinator of het ICTbeleidsteam in combinatie met de inrichting of de organisatie van het ICTgebeuren op school. Centraal staan dus de actoren die een schooleigen visie betreffende ICT-integratie uitwerken alsook de technische context waarbinnen deze uitwerking kan of zal moeten worden gerealiseerd. Deze actoren en de context waarbinnen zij actief zijn, duiden we samen aan als de ‘Ccomponent’. Deze component vormt meteen ook de centrale as in ons radmodel omdat die in directe verbinding staat met alle andere componenten. Deze C-component of centrale as wordt symbolisch als een spil voorgesteld (zie Figuur 1a).
vier andere
Vanuit de centrale as lopen er directe verbindingslijnen naar vier andere
componenten
componenten in ons model. Wanneer we de relatie tussen de centrale as en deze vier componenten concreet beschrijven, komen we tot volgende typeringen.
C $ de leerlingen
n
Een eerste relatie is die tussen C en de leerlingen. De integratie van ICT in onderwijsleerprocessen steunt natuurlijk op het gegeven dat we ICT als didactisch ondersteuningsmiddel willen gebruiken bij het vormgeven aan dergelijke processen. ICT kan op verschillende manieren gebruikt worden om dit soort processen te optimaliseren of althans er een ‘meerwaarde’ aan te verlenen. Voorbeelden van deze relatie zijn : opzoeken van actuele informatie, benutten van vakspecifieke software, zelfstandig studeren dankzij wederzijds ondersteunende communicatie via een digitaal leerplatform, eigen toepassingen uitwerken om leerinhouden in te oefenen en te studeren, enz.
C $ de leerkrachten
n
Een volgende relatie is die tussen C en de leerkrachten. Het is namelijk de leerkracht die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke overdracht van leerinhouden naar de leerlingen, alsook voor de organisatie van leerprocessen waarin de leerlingen uitgedaagd worden tot actieve kennisconstructie. De leerkracht kan besluiten om bij de overdracht van bepaalde leerinhouden of het concreet vormgeven aan specifieke leerprocessen gebruik te maken van ICT als ondersteuningsmiddel. Te denken valt
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 66 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (67,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
7
onder andere aan het samen met de leerlingen ontwikkelen van een ‘webquest’ rond een bepaald inhoudelijk thema, het gebruiken van actuele, anderstalige nieuwsberichten in de taallessen, het voorbereiden van museumbezoeken, het visueel ondersteunen van onderwijsleergesprekken, enz. C $ de hardware
n
Een derde relatie betreft die tussen C en de hardware. Om ICT als instrument te kunnen gebruiken, moeten een aantal voorwaarden vervuld worden. Het gaat dan onder andere over vereisten op het vlak van technische specificaties van de toestellen, beschikbare randapparatuur, projectiefaciliteiten voor klassikale presentaties, een netwerk zodat met een leerplatform kan worden gewerkt, enz. De infrastructuur moet met andere woorden voldoende gebruiksfaciliteiten garanderen opdat er ook echt met ICT-toepassingen aan de slag kan worden gegaan. Deze infrastructuur mag het bovendien niet laten afweten op cruciale momenten.
C $ de software
n
Een vierde en laatste relatie is die tussen C en de software. Een goed werkende computer is niet de enige vereiste om ICT als instrument te gebruiken. Elk project kan andere eisen op het vlak van software, configuraties, beveiliging, toegang tot het netwerk, enz. met zich meebrengen. Voorbeelden zijn onder andere : gebruik van Rasmol in de lessen chemie en van Cabri bij wiskunde, beeldbewerkingssoftware voor het bewerken van foto’s bij de aanmaak van brochures, presentatiesoftware in functie van het uitwerken van een multimediale voorstelling, enz.
horizontale en
Wanneer we deze relaties of combinaties samenbrengen in een figuur, krij-
verticale as
gen we twee assen. Op de horizontale as benaderen we ICT-integratie vanuit de menselijke dimensie, of nog : vanuit de invalshoek ‘interactie met de gebruikers’, en in eerste instantie dan concreet de leerlingen en de leerkrachten. Op de verticale as vinden we de fysieke dimensie van ICT-integratie terug, of nog : de technische kant. Figuur 1a geeft een beeld van de vijf componenten en de vier relaties die richtinggevend zijn bij ICT-integratie. In Figuur 1b worden dezelfde componenten in de vorm van een rad weergegeven.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 67 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (68,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
8
Figuren 1a en 1b : vier relaties en vijf componenten van ICT-integratie (links) en het radmodel (rechts)
twee mogelijke
Wanneer we deze rad-metafoor doortrekken, kunnen we stellen dat er twee
‘toestanden’
‘toestanden’ mogelijk zijn die mede bepalend zullen zijn voor de inspanningen die een school zal moeten leveren met het oog op een goede, voorwaardenscheppende ICT-implementatie. We beschrijven beide toestanden kort :
volmaakt rond rad
n
Een volmaakt rond rad is ogenschijnlijk altijd in ‘evenwicht’, maar is tegelijk ook zeer beweeglijk omdat het makkelijk rond de centrale as draait. In fysische termen bevindt zo’n rad zich in een labiele toestand. Door het toedienen van een willekeurige, kleine kracht, zal dit rad rond zijn middelpunt draaien. We kunnen dan ook stellen dat de labiele toestand zo mogelijk de meest wenselijke toestand is omdat het meteen ook een flexibele toestand is, aangezien een kleine duw in de juiste richting heel wat in gang kan zetten.
niet volmaakt rond rad
n
Een niet volmaakt rond rad (ovaal) bevindt zich daarentegen slechts in evenwicht wanneer de zwaarste kant naar onderen gericht is. Dit is meteen ook een fysisch stabiele toestand. Wanneer een kleine kracht toegediend wordt, zal dit rad nauwelijks bewegen en vrij snel terugkeren naar zijn stabiele toestand. Het zal dan ook een veel grotere kracht vragen om het rad daadwerkelijk in beweging te brengen en korte tijd draaiende te houden. Ook de plaats waar de kracht wordt toegediend en de richting van de uitgeoefende kracht zullen een grotere rol spelen. Hoe dan ook zal het rad vrij snel weer stilvallen want het zal tenderen naar de oorspronkelijke stabiele toestand.
rad-metafoor
Wanneer we deze rad-metafoor vertalen naar de integratie van ICT op een
vertaald naar
school, kunnen we besluiten dat niet de stabiele toestand maar wel de labi-
schoolsituatie
ele toestand voor ons het interessantst is. In de labiele toestand — waarin alle componenten zich in relatief evenwicht tot elkaar aan het ontwikkelen
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 68 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (69,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
9
zijn — is de toegediende kracht functioneel want ze houdt het rad in beweging. De ICT-integratie is dus ook echt ‘aan de gang’. In een stabiele toestand is het veel moeilijker om de ontwikkelingen te sturen en zal er veel meer energie nodig zijn, wil men erin slagen echt voorwaardenscheppende, gelijkgerichte ontwikkelingen op gang te brengen en daarbij ook te voorzien in de nodige ondersteuning. Het is dus duidelijk in het voordeel van iedere school om te streven naar een situatie waarbij de kleinst mogelijke inspanningen ertoe bijdragen dat de best mogelijke resultaten worden behaald. Wanneer er te veel aandacht gaat naar of te veel ondersteuning wordt gegeven aan de verdere implementatie van e´e´n component, terwijl de realisatie van de andere componenten minder aandacht krijgt of zelfs tijdelijk genegeerd wordt, krijgen we een ovaal rad. In deze laatste situatie zal het ve´e´l meer inspanningen vragen om tot veelbelovende resultaten te komen die de school als geheel en alle actoren erbinnen ook echt ten goede zullen komen. 2.2. De uitbreiding van het basisradmodel uitgebreide
Het rad zoals we het hierboven hebben beschreven, is slechts een basisrad.
radmodel
Bij het opstellen van een beleidsplan voor de integratie van ICT, moeten we rekening houden met een aantal bijkomende facetten. Voor het grafisch voorstellen van het uitgebreide radmodel, gaan we uit van de Figuren 1a en 1b. Aan deze figuren voegen we vier nieuwe componenten toe. Het resultaat is weergegeven in de Figuren 2a en 2b.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 69 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (70,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
10
Figuren 2a en 2b : vier nieuwe componenten en relaties voor het basisrad (boven) en het uitgebreide radmodel (onder)
Zoals beide figuren verduidelijken, gaan wij ervan uit dat iedere relatie of component uit het basisrad verder aangevuld moet worden door er ook andere, buitenschoolse actoren bij in rekening te brengen. De manier waarop schoolinterne en schoolexterne actoren binnen elk van deze relaties samenwerken, kan bovendien op drie manieren worden geı¨nterpreteerd : als
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 70 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (71,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
11
‘motor’, als ‘rem’ of als ‘veiligheidssysteem’. Het is in de wisselwerking tussen de schoolinterne en de schoolexterne actoren dat zich welbepaalde sturingstendensen aftekenen. Leerlingen $ ouders ______________________________________________
2.2.1.
ICT op school moet (indirect) gekoppeld worden aan ICT in de thuissituatie want de startpositie van kinderen en jongeren op het gebied van ICT-vertrouwdheid zal sterk uiteenlopen. Komt daarbij dat de vertrouwdheid van ouders met ICT-toestanden ook grote verschillen zal vertonen. n
Rem : sommige ouders hebben nog nooit met een computer gewerkt, kennen er de capaciteiten niet van of gaan er hoe dan ook van uit dat zij niet moeten instaan voor de aanschaf van zo’n duur toestel. Nu eens gaat het om een principieel standpunt, in andere gevallen is de financie¨le draagkracht van het gezin niet groot genoeg. Hoe dan ook moeten we ervan uitgaan dat een school over voldoende basisvoorzieningen moet beschikken om alle leerlingen op te vangen wanneer er verwachtingen op het vlak van ICT-gebruik worden vooropgesteld.
n
Motor : andersom kunnen ouders ook verlangen dat hun kinderen zich op school sommige (gevorderde) computergerelateerde vaardigheden eigen zullen maken. Het is echter aan de school om uit te maken wat het basispakket aan kennis en vaardigheden is dat iedere leerling moet meekrijgen om inderdaad op een zinvolle manier gebruik te maken van de aanwezige computerfaciliteiten tijdens het leren. De school moet dus
n
nuanceren afhankelijk van haar eigen visie op onderwijsleerprocessen. Veiligheidssysteem : omdat we in een maatschappij leven waarin ICT nadrukkelijk wordt gepromoot, en ouders net zo min als leerlingen de snelle evoluties op dit gebied kunnen bijbenen, zal een school hier altijd weer weloverwogen keuzes moeten maken die gemotiveerd worden vanuit de centrale bekommernis dat ICT-gebruik functioneel moet zijn binnen de met de leerlingen aangegane onderwijsleerprocessen.
2.2.2. Leerkrachten $ overheid __________________________________________ De introductie van ICT op school is een duurkope investering, dus het is onvermijdelijk dat de overheid hierbij op tal van manieren ingrijpt. Dergelijke impulsen kunnen van financie¨le aard zijn of kunnen ook veel meer inhoudelijk van insteek zijn, bijvoorbeeld in de vorm van nascholing voor leraren, schoolteams en ICT-coo¨rdinatoren. n
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Rem : het financie¨le kader dat de overheid uittekent, is natuurlijk erg bepalend voor hoe ver scholen komen op het gebied van ICT-implementatie. In dat opzicht kunnen we verwijzen naar de vroegere financiering
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 71 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (72,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
12
op basis van leerlingenaantallen waar het de subsidie voor het aanschaffen van computers betrof, naar de huidige, vergelijkbare criteria waar het de toewijziging van uren ICT-coo¨rdinatie aan scholen betreft, ... n
Motor : anderzijds fungeert de overheid ook als promotor van goede ICTontwikkelingen, bijvoorbeeld in de vorm van DIGIKIDS-awards voor goede praktijkvoorbeelden waarin leerlingen en leraren gezamenlijk hebben geı¨nvesteerd. Voorts is de overheid ook stuwend waar zij opdracht geeft tot de ontwikkeling van een lijst van ICT-competenties voor leerlingen basisonderwijs en tot het vrijmaken van financie¨le middelen voor de ontwikkeling van een nascholingsaanbod via het REN.
n
Veiligheidssysteem : omdat ICT niet meer uit onze maatschappij weg te denken valt, doet de overheid heel wat inspanningen om scholen ertoe aan te zetten te investeren in zinvol ICT-gebruik bij jongeren. Omdat het niet makkelijk is om greep te krijgen en te behouden op het hele ICTgebeuren, is het belangrijk dat de overheid hierbij ook fungeert als bewaker van krijtlijnen, bijvoorbeeld door het bewust opnemen van ICTintegratie als een werkpunt bij schooldoorlichtingen en scholen aldus ook tips of suggesties te geven op het vlak van ICT-implementatie.
2.2.3.
Hardware $ bedrijven en media ___________________________________
De ‘harde’ kant van ICT-implementatie heeft natuurlijk te maken met de aanschaf van apparatuur : multimedia-pc’s, servers, een netwerk, een breedbandverbinding, ... Kortom, alles wat nodig is om als school echt performant te zijn op het gebied van ICT-gebruik en ICT-implementatie. Omdat het hier om een agressieve markt gaat waarop bedrijven onophoudelijk met elkaar concurreren, zijn scholen liefst zeer goed bij de pinken als het erom gaat de hardwarekant te verstevigen. n
Rem : scholen zien zich geconfronteerd met allerlei hindernissen die remmend werken op een doorgedreven ICT-integratie. Door de alsmaar nieuwe mogelijkheden van de toestellen moet de bestaande infrastructuur drie- of vierjaarlijks vernieuwd worden. De incompatibiliteit tussen bepaalde hardwarevoorzieningen gooit eveneens roet in de ontwikkelingsijver van scholen. Verder valt te denken aan de vaak te gebrekkige ondersteuning vanuit de bedrijfswereld, aan de steeds complexer wordende technologie, enz.
n
Motor : aanstekelijk aan de andere kant zijn de nieuwe gadgets en de krachtige multimediaproducten die het mogelijk maken voordien ongekende toepassingen te ontwerpen en te introduceren op school. Door de alsmaar uitgebreidere mogelijkheden, waaronder een (ogenschijnlijk) vereenvoudigd onderhoud, is het voor ICT-coo¨rdinatoren en ICT-beleidsteams die goed op dreef zijn, al veel langer een uitgemaakte zaak : ‘‘The sky is no longer the limit’’.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 72 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (73,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
n
13
Veiligheidssysteem : tegenover de agressieve reclamepraktijken van bedrijven die met steeds nieuwe updates en geavanceerde configuraties komen aanzetten, is het belangrijk als school de nodige nuchterheid aan de dag te leggen. Het antwoord vinden op de vraag welke ‘oplossing’ het best bij de noden van een school past, is geen sinecure. Het financie¨le carcan is hierbij veelal maatgevend zodat scholen best ook de nodige creativiteit aan de dag leggen, bijvoorbeeld door zich schooloverstijgend te verenigen om gunstige voorwaarden te bedingen bij grote aankopen, door bedrijven gericht aan te spreken over het recycleren van hun ‘afdankertjes’, door aan te kloppen bij een intermediaire vzw zoals ‘eco-pc’, ... Software $ bedrijven en media ____________________________________
2.2.4.
Hier focussen we op de ‘zachte’ kant van ICT-gebruik, zoals het besturingssysteem waarop de apparaten draaien (bv. Windows, maar meer en meer ook Linux), de educatieve programma’s waarvan gebruikgemaakt kan worden, de leerplatformen die schoolintern of schooloverstijgend kunnen worden benut, enz. n
Rem : tal van remmende factoren kunnen de ijver van scholen danig onderuithalen. Te denken valt o.a. aan de (opgeschroefde) noodzaak om steeds nieuwe versies van softwarepakketten aan te kopen en te installeren om van nieuwe faciliteiten gebruik te kunnen maken, aan bugs in softwarepakketten omdat deze pakketten vroegtijdig en onvoldoende getest op de markt worden gegooid, aan dure licenties, aan virusprotectie, patches en upgrades, aan controles op illegaal gebruik van
n
software, ... Motor : natuurlijk zijn de nieuwe, voordien ongekende mogelijkheden van educatieve programma’s en leerplatformen net zo goed een uitnodiging om verder te experimenteren en nieuwe pedagogisch-didactische toepassingen op hun waarde te testen. Het kunnen terugvallen op betere interfaces, op gebruiksvriendelijker toepassingen, op programmeerfaciliteiten die binnen ieders handbereik liggen, ... is hierbij natuurlijk een extra troef.
n
Veiligheidssysteem : te midden van alle mogelijkheden en beperkingen op het vlak van softwaretoestanden, bekleedt de ICT-coo¨rdinator en/of het ICT-beleidsteam, of nog de visie op ICT-implementatie die schoolintern ontwikkeld is, een belangrijke, nuancerende rol. Hier zal het er immers op aankomen een ICT-implementatieplan te hanteren waarbij schoolbreed gezocht wordt naar het uitwerken van toepassingen die nuttig en ondersteunend kunnen zijn bij het leren van zoveel mogelijk leerlingen.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 73 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (74,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
14
Eigenlijk vallen we met deze laatste opmerkingen terug op de centrale as in ons ICT-rad, namelijk de sturende, stuwende en nuancerende invloed die moet uitgaan van een ICT-coo¨rdinator of ICT-beleidsteam op school. Waar het erom gaat ‘veiligheidssystemen’ uit te werken, hebben we inderdaad op verschillende plaatsen onderstreept dat scholen zelf alert moeten optreden, maar werd op andere plaatsen tegelijk ook duidelijk dat de samenwerking binnen bredere netwerken nuttig en nodig kan zijn, bijvoorbeeld wat de aankoop van ICT-voorzieningen of de uitwerking van educatieve toepassingen betreft. Door het verstevigen van de wisselwerking met de hierboven besproken schoolexterne actoren kan alvast op velerlei vlakken meer voorwaardenscheppend gewerkt worden aan ICT-integratie voor de eigen school. Allerlei remmen of hindernissen kunnen gaandeweg omgebogen worden tot troeven. Tegelijk zorgt het oog hebben voor het inbouwen van veiligheidssystemen ervoor dat men als school niet in excessen vervalt. 2.3. De scholengroep of -gemeenschap We hebben in het voorgaande ook al even gewezen op de troef om op schooloverstijgend niveau samen te werken, bijvoorbeeld waar het gaat om het gezamenlijk aankopen van hardware. Ook de ICT-coo¨rdinatie kan in het geval van kleine scholen gebaat zijn bij een bundeling van de beperkte middelen of een sturing vanuit een schooloverstijgend niveau.
met schoolexterne
Ook op andere manieren kan er echter gewerkt worden aan het verhogen van de slagkracht via het aangaan van partnerschappen met schoolexterne
partners
partners. Wanneer we ervan uitgaan dat het basisrad een entiteit vormt, in
partnerschappen
casu de school op zich, dan kunnen we in haar entourage zoeken naar een grotere verankering via een soepele wisselwerking met allerhande actoren die zich daar situeren. Wat bijvoorbeeld te denken van de mogelijkheid om het open leercentrum, de computerklas of de netwerkomgeving ook open te stellen voor ouders ? Dit zou kunnen door vanuit de school een aantal initiatiesessies te organiseren voor belangstellenden, maar ook op tal van andere manieren kan de bestaande infrastructuur benut worden als een handreiking naar groepen ouders. Steeds meer kunnen ouders aldus benaderd worden als partners bij de verdere ICT-integratie in de schoolcontext. En natuurlijk kan ook het gegeven dat scholen deel uitmaken van een scholengroep of -gemeenschap als troef uitgespeeld worden. Zo kan een computerklas of een elektronische leeromgeving meervoudig benut worden door er bijvoorbeeld ook de activiteiten van de avondschool binnen de groep of gemeenschap aan te koppelen. Zodra er een zekere mate van afstemming wordt bereikt op het vlak van ICT-gebruik, en de verschillende samenwerkende entiteiten ook qua visie en beleid op vergelijkbare sporen zitten, kunnen er gaandeweg ook extra diensten en ondersteuningsmogelijkheden
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 74 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (75,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
15
gegeneerd worden die alle partnerorganisaties ten goede komen. Concrete voorbeelden hiervan zijn initiatieven tot interne nascholing voor de teamleden van alle partners, de uitbouw van een ICT-beleidsteam dat gezamenlijk instaat voor het oplossen van de problemen van alle partners met een mogelijkheid tot specialisering van de diverse ICT-teamleden, het plaatsen en het centraal beheren van een duurdere, maar meteen ook veel krachtigere server met toebehoren die toegankelijk is voor alle partnerorganisaties, het in eigen beheer (laten) ontwikkelen van software in de schoot van de groep of gemeenschap om administratieve verwerkingen te vereenvoudigen en aldus kosten uit te sparen bij elke partner, het vrijwel continu kunnen bemannen van een helpdesk die de technische problemen van alle partners zal ondervangen, enz.
&
3. Het ICT-rad in beweging brengen
3.1. De centrale actor in het ICT-rad de aandrijvende as
In het radmodel neemt de C-component — zijnde de ICT-coo¨rdinator of het ICT-beleidsteam in combinatie met de huidige, schooleigen ICT-infrastructuur — een centrale plaats in. We hebben hier bewust voor gekozen omdat we ervan uit gaan dat bij een verdergaande ICT-implementatie alles ‘start’ vanuit en ‘eindigt’ bij deze C-component; eigenlijk gaat het hier dus zo’n beetje om de aandrijvende as in het geheel.
ondersteunende rol
Dit betekent evenwel niet dat wij ervan uitgaan dat deze C-component zeer nadrukkelijke aanwezig moet zijn in iedere vezel van het schoolgebeuren. Veeleer knopen wij aan bij de gedachte dat ICT zowel op gebied van onderwijs en leren, als waar het gaat om schooladministratie een ‘ondersteunende’ rol moet vervullen. In plaats van te vertrekken vanuit een middeldoelomkering, moeten we ervan uitgaan dat ICT-coo¨rdinator en ICT-beleidsteam beter af zijn als zij zichzelf een bescheiden, ondersteunende rol voor de school en de teamleden aanmeten. De belichamers van de C-component kunnen veel effectiever werken als zij, zowel direct, door deel te nemen aan beleidsmakende beslissingen, als indirect, door hun werking achter de schermen, aansturen op ICT-integratie. Het is inderdaad aan hen om te zorgen voor een goede, voorwaardenscheppende interactie tussen alle verschillende componenten binnen en buiten de school, of nog tussen alle actoren uit het basis- en het uitgebreide rad. Dit kan o.a. door de computers te onderhouden en van nieuwe, up-to-date software te voorzien, door ICT-tools te introduceren bij leraren, door de educatieve toepassingen te regisseren die direct benutbaar zijn in de klas, enz. Hoe veelzijdiger
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 75 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (76,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
16
de C-component uit de hoek komt in al haar ondersteuningsactiviteiten, hoe gretiger ook de andere componenten in het rad zullen zijn om hun voordeel te doen met deze verdergaande ICT-integratie. 3.2. Lange- en kortetermijndoelstellingen visualiseren Een van de cruciale opdrachten van een ICT-coo¨rdinator of een ICT-beleidsteam bestaat er natuurlijk in een ICT-beleidsplan op te stellen. Hiervoor kunnen zij het radmodel gebruiken. Ze gaan best meteen ook uit van duidelijke einddoelstellingen, gekoppeld aan de schooleigen visie op vlak van ICT. stappenplan
Eens de einddoelingen zijn vooropgesteld, kunnen coo¨rdinator of team een aantal stappen in een vaste volgorde doorlopen : n
Inventariseer de randvoorwaarden Maak een inventaris op van de al aanwezige randvoorwaarden om de doelstellingen te bereiken. Dit gaat zowel over de financie¨le en de materie¨le aspecten, als over de kennis die al op school aanwezig is, de betrokkenheid en de motivatie om in te stappen in vernieuwingsprojecten. Tevens moet gekeken worden naar de bereidwilligheid van schoolexterne actoren om als promotor of sponsor te fungeren.
n
Bekijk de noodzaak van externe ondersteuning Lijn tegelijk ook af voor welke einddoelstellingen de betrokkenheid van schoolexterne actoren essentieel zal zijn om ze te kunnen realiseren. Waar nodig moet je immers de nodige tijd en ruimte inplannen om hen daadwerkelijk te betrekken. In het andere geval kun je de activiteiten beperken tot de componenten uit het basisrad.
n
Maak een stappenplan met tussendoelen Keer terug naar de randvoorwaarden die gerealiseerd moeten worden om de einddoelstellingen te bereiken, en weeg af welke daarvan daadwerkelijk nog allemaal gerealiseerd moeten worden. Leid hieruit tussendoelstellingen af en stel een stappenplan op om tussen- en einddoelstellingen te realiseren. Stel een termijn voorop (d.i. korte en lange termijn planning) met eventuele einddata voor tussentijdse en eindrealisaties. Tracht hierbij ook problemen die je onderweg mag verwachten, zo goed mogelijk in kaart te brengen en hou hiermee rekening bij het opstellen van de termijnplanning. Ga er ook van uit dat er tijd moet ingecalculeerd worden voor problemen die niet op voorhand vallen te voorspellen. Werk voor elke tussendoelstelling aldus een gedetailleerd ‘werkingsplan’ uit.
n
Evaleer het stappenplan Vraag je af of en hoeverre het hele project in voldoende mate in concrete, haalbare en motivationeel voldoende sterk geduide stappen is uitgebouwd en of het gaat om een realistisch en verdedigbaar plan.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 76 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (77,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
Randbemerking
&
17
Niet alles kan je van tevoren vastleggen. Je zal altijd weer voldoende flexibliteit aan de dag moeten leggen om via tussentijdse evaluaties tot bijsturingen te komen. Zo kan het onderweg nuttig en nodig blijken dat voor een specifieke tussenstap wel een externe actor betrokken moet worden die eerder niet in rekening werd gebracht. Een bijsturing van het project in die richting moet dan kunnen. Bij het uitwerken van een project is het voorts telkens ook een goede oefening om vooraf een ‘ICT-rapport’ op te stellen. Bij vervolgprojecten kan je het al voorradige project uit een vorige ronde gewoon bijwerken. Elementen die in zo’n rapport aan bod kunnen komen zijn : n
een overzicht van de beschikbare infrastructuur;
n
de beschikbare budgetten;
n
een overzicht van alle ICT-gerelateerde problemen;
n
de drijvende krachten binnen de school : wie is lid van het ICT-beleidsteam, of kan worden aangesproken om er lid van te worden ?
n
n
n
de kennis en vaardigheden die in het schoolteam al aanwezig zijn; waar en hoe je kan terugvallen op externe actoren; een overzicht van al eerder uitgewerkte projecten;
n
in de nabije of verre toekomst als noodzakelijk geachte projecten;
n
...
De informatie uit dit ICT-rapport moet daarna verwerkt worden op basis van het radmodel. Afhankelijk van de noodzaak om wel of niet schoolexterne actoren te betrekken, kan men zich beperken tot het basisrad, dan wel uitfunctionaliteit van
gaan van het uitgebreide rad. Het afpassen van het rapport op het radmodel laat toe snel na te gaan aan
het rad
welke randvoorwaarden er in het geheel nog niet of nog onvoldoende is voldaan om echt vooruit te komen. Het inschakelen van het model laat ook toe een bestaande (school)situatie te vergelijken met een andere (school)situatie. Tot slot is het rad ook een geschikt middel om de opvolging van projecten op korte en lange termijn concreet en visueel voor te stellen. We illustreren dit alles even concreet in Figuur 3.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 77 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (78,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
18
Figuur 3 : doelstellingen afgezet op het radmodel
concentrische cirkels
Hierbij gaan we uit van een einddoelstelling die we hebben vertaald in diverse tussentijdse of kortetermijndoelstellingen. Dergelijke tussentijdse doelstellingen kunnen we op het rad voorstellen als concentrische cirkels. Elke cirkel vormt een stadium dat we moeten doorlopen, vooraleer we overgaan tot de praktische uitvoering van de volgende cirkel. We kunnen voor elke component of pijler in het radmodel aanduiden aan welke randvoorwaarden voldaan moet zijn om de tussentijdse doelstellingen te bereiken, en finaal ook om de einddoelstelling te realiseren. Door — uitgaande van de huidige stand van zaken — op het model aan te geven hoe het er precies voor staat voor de vier componenten, en aldus ook de vier bekomen punten met elkaar te verbinden bekomen we een diagram. Dit diagram laat toe in te schatten aan welke tussendoelstellingen we voor elk van de vier componenten prioritair moeten werken om voor het hele project vooruitgang te boeken. In Figuur 3 geven de grijze punten en het grijze vlak aan tot op welke hoogte de tussendoelstellingen al zijn gerealiseerd. Duidelijk wordt hier dat in de pijler ‘leerkrachten’ voor dit project bij aanvang al voldoende is geı¨nvesteerd. Het zal veeleer de pijler ’software’ zijn die prioritair aandacht verdient, willen we slagen in het opzet. Op dezelfde manier kunnen we het model ook gebruiken voor tussentijdse evaluaties en voor terugkoppeling van de voortgang van het project aan de teamleden.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 78 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (79,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
19
Door aldus zeer gestructureerd te werk te gaan, kunnen we vermijden dat er ineens te veel middelen naar e´e´n pijler vloeien, terwijl andere pijlers op een te laag niveau blijven steken. In het laatste geval kan het project stilvallen en iedereen zich bekocht voelen omdat de grote inzet finaal op ‘niets’ is uitgedraaid. 3.3. Een concreet stappenplan uittekenen een voorbeeld
Laten we de hypothetische beschrijving van hierboven uitwerken aan de hand van een voorbeeld. In school X wil men ICT integreren in de verschillende vakdomeinen, en wel onder de vorm van : ‘De computer als informatiebron’. De einddoelstelling wordt : ‘‘De leerlingen kunnen de computer benutten als informatiebron, en kunnen de gevonden informatie zelfstandig gebruiken en verwerken.’’ De hierboven aangehaalde stappen passen we toe op dit voorbeeld : 1
Voor de uitwerking van dit project zijn er op het eerste gezicht geen schoolexterne actoren van doen, en kan dit project dus volledig uitgewerkt worden in de schoot van het schoolteam.
2
De school beschikt al langer over een volledig ICT-rapport waarin de verschillende randvoorwaarden voor ICT-implementatie uitvoerig beschreven staan. Aan de start van het nieuwe project wordt nagegaan of dit rapport nog up-to-date is.
3
Randvoorwaarden
n
Een open leercentrum (OLC) met 30 computers is ter beschikking.
n
Snelle internetverbinding is voorhanden.
n
De school beschikt over meerdere digitale naslagwerken (bijv.. Encarta, Digitale Atlas, e.d.) en op de schoolwebsite is al een eerste ontwerp van een vakspecifieke ‘link’-bibliotheek aanwezig.
n
Er werd een stappenplan ‘Verwerken van informatie’ uitgewerkt door de ICT-coo¨rdinator in samenwerking met de verschillende vakgroepen, maar verdere verfijning is nodig.
n
Een lessenreeks ‘Presentatievaardigheden voor de leerlingen’ werd eveneens uitgewerkt.
n
Voor het slagen van dit project wil men 85 % van de leerkrachten kunnen betrekken.
4
Te verwachten problemen Het anticiperen op problemen kan uitgewerkt worden per component of per as uit het radmodel, een aanpak die de volledigheid ten goede zal komen :
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 79 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (80,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
n
&
20
Component hardware De aanwezige infrastructuur (o.a. open leercentrum, internettoegang,
n
intranet op school, ...) volstaat ruimschoots. Component software Om leerlingen echt als kennisontwikkelaars aan de slag te laten gaan zijn er gewoon nog onvoldoende digitale naslagwerken aanwezig op school.
n
Component software Ook de ‘link’-bibliotheek is nog niet voldoende sterk uitgebouwd en al helemaal niet afgestemd op het uittekenen van vakspecifieke ’leerlij-
n
nen’. Component leerkrachten Eerdere proeflessen hebben aangetoond dat de stappenplannen om informatie te verwerken nog niet vakspecifiek genoeg zijn uitgewerkt.
n
Component leerlingen Dezelfde proeflessen tonen ook aan dat leerlingen nog niet vertrouwd genoeg zijn gemaakt met het zelf construeren van kennis. Er zal dus extra ondersteuning nodig zijn om hen aan de slag laten gaan met die
n
stappenplannen. Component leerkrachten Alhoewel het stappenplan ‘Verwerken van informatie’ hertaald werd voor de vakken, is er op teamniveau ook nood aan voldoende transparantie zodat de methode die iedere leerkracht hanteert om het vakeigen stappenplan te benutten, afgestemd blijft op het overkoepelende stappenplan.
n
Component leerlingen Aangezien dit project in de 3e graad zal draaien, kan er genoegzaam van worden uitgegaan dat de leerlingen over de nodige basisvaardigheden op gebied van ICT beschikken (o.a. zoeken met een browser, powerpointslides opmaken, een tekst intikken, ...).
n
Component leerkrachten Er is nog geen juist beeld over het aantal leerkrachten dat bereid is mee in te stappen in dit project. Afhankelijk van de beginsituatie van de effectieve instappers zal ook moeten gekeken worden welke ondersteuning nodig zal zijn om deze personen op het goede spoor te krijgen om hun deelname in het project tot een succes te maken.
5
Uitwerken van mogelijke oplossingen : Op basis van de onder punt 4 geı¨nventariseerde, te verwachten problemen kunnen we sleutelen aan oplossingen. Daarbij zal het zo zijn dat we sommige problemen samen kunnen nemen in e´e´n oplossing. Enkele mogelijke aanzetten tot het uitwerken van oplossingen in ons voorbeeld zijn :
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 80 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (81,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
21
&
n
Bij uitgeverijen en bij collega’s van andere scholen nagegaan welke interessante naslagwerken verkrijgbaar zijn. Deze zullen in de mate van
n
het mogelijke aangekocht worden. Nagegaan of er op school programmatuur en expertise beschikbaar is voor de verdere uitbouw van een ‘link’-bibliotheek. In geval van een positief antwoord kan zo’n bibliotheek schoolspecifiek worden ontwikkeld. Een andere strategie kan erin bestaan een meta-webpagina te ontwikkelen waarop de studenten per vak kunnen doorklikken naar bestaande goede voorbeeldpagina’s op het www. In een verdere fase kunnen de leerkrachten dan nog altijd linken filteren om zo echt tot
n
een ‘eigen’ bibliotheek te komen. De cel leerlingenbegeleiding zal instaan voor de verdere uitwerking en de verbijzondering van het stappenplan ‘Verwerken van informatie’ naar alle vakken toe, en voor de uitwerking van een didactische methode die geschikt is voor alle instappende leerkrachten
n
Het ICT-team werkt een enqueˆte uit waarin de bereidwilligheid bij de leerkrachten om in te stappen in het project gepeild wordt, alsook hun huidige voorkennis wat ICT-gebruik betreft. Op basis van de resultaten kan vervolgens gekeken worden hoe er extra ondersteuning voor leraren kan komen, bijvoorbeeld in de vorm van interne nascholing.
6
Vaststellen van tussendoelstellingen Om de onder 5 vastgestelde oplossingsmogelijkheden te operationaliseren zullen we eventueel met tussendoelstellingen moeten werken. Hierbij wordt er in ons voorbeeld van uitgegaan dat het project in de 1e semester wordt voorbereid en uitgewerkt, om er daadwerkelijk mee van start te kunnen gaan na de kerstvakantie. In de ’aanloopperiode’ kunnen we diverse fasen onderscheiden, met daarbinnen telkens meerdere tussendoelstellingen
n
1e fase : bijeenbrengen van de nodige omkaderende informatie : –
de zoektocht naar de naslagwerken;
–
het aanschaffen van de programmatuur om de ‘link’-bibliotheek te
–
het opstellen, het afnemen en het verwerken van de enqueˆte bij de leerkrachten;
–
de verdere, vakspecifieke uitwerking van het stappenplan : ‘Verwer-
–
het ontwerp van een didactisch handvat voor de leerkrachten;
–
enz.
ontwerpen;
ken van informatie’ voor de leerlingen;
Termijn : 6 weken, rekening houdend met het feit dat de vakspecifieke stappenplannen en het handvat niet op de deadline klaar hoeven te zijn.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 81 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (82,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
n
&
22
2e fase : praktische voorbereiding : –
de (verdere) inhoudelijke invulling van de ‘link’-bibliotheek’ of de
–
doorklikpagina; de installatie van de nieuwe digitale naslagwerken;
–
de nodige sensibilisatie onder de collega’s teamleden;
–
het aanbrengen van de didactische methode bij te leerkrachten; het starten van de interne ICT-nascholingen; enz.
Termijn : 6 weken, dit los van de vraag hoeveel tijd er nodig zal zijn om de ‘link’-bibliotheek concreet op te vullen naargelang van de behoeften van de betrokken leerkrachten. Let wel : in deze fase is het vooral de voorbereiding van deze leerkrachten die tijd en energie zal vergen. n
3e fase : voorbereiding van de leerlingen : –
het aanbrengen van de vakspecifieke stappenplannen;
–
het metacognitief leren werken aan kennisconstructie;
–
het vakoverschrijdend probleemoplossend leren werken; enz.
Termijn : 2 weken, en terwijl kan hier nog volop gewerkt worden aan de verdere uitbreiding van de ‘link’-bibliotheek. Tot zover de concrete toepassing van het stappenplan op een voorbeeld uit de schoolpraktijk. Graag onderstrepen we nogmaals dat de bedoeling van het werken vanuit een stappenplan erin bestaat de einddoelstelling(en) op de meest efficie¨nte manier e´n met de grootste kans op succes te realiseren. Het zal duidelijk zijn dat het in het bestek van deze bijdrage onmogelijk is om een gedetailleerd stappenplan mee te geven dat op allerlei concrete situaties toepasbaar is. Daarvoor zijn er te veel verschillen tussen scholen en tussen projecten. tips voor school- of projectspecifieke
We´l willen we afronden met een aantal tips die kunnen helpen bij het opstellen van school- of projectspecifieke stappenplannen.
stappenplannen n
Zorg ervoor dat de einddoelstellingen van het project in concrete, haalbare en meetbare termen omschreven zijn. Leg de lat niet te hoog; maar zorg er toch ook voor dat het gekozen project in voldoende mate uitdagend is.
n
Kies de tussendoelstellingen zodanig dat de veranderingen die in de loop van de projectrealisatie moeten worden doorgevoerd, regelmatig ook gee¨valueerd kunnen worden en dat er — waar nodig — bijgestuurd kan worden.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 82 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (83,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
n
23
Betrek zoveel mogelijk verschillende, schooleigen actoren of geledingen in het stappenplan. Spreek hen doelbewust aan op hun eigen, specifieke input en expertise met het oog op het welslagen van het project. Bij een grotere betrokkenheid van de verschillende partijen zal de return ook des te groter zijn.
n
Bij afronding van het project moet ook voldoende tijd uitgetrokken worden om met alle betrokken actoren en geledingen na te gaan in hoeverre de einddoelstellingen met succes zijn gerealiseerd en onder welke voorwaarden dit project met nog meer succes kan worden verder gezet of hernomen.
&
samenvatting
4. Overzicht van de belangrijkste randvoorwaarden In wat voorafgaat zijn al heel wat randvoorwaarden aan bod gekomen die alle mee het succes van ICT-implementatiestrategiee¨n zullen bepalen. De belangrijkste daarvan brengen we tot slot samen. 4.1. De verschillende componenten We gaan ervan uit dat elke component binnen het basisradmodel zijn eigen randvoorwaarden stelt. Omdat de voorwaarden voor de horizontale en verticale as van het rad evenwel gelijklopen, bespreken we ze in e´e´n beweging. De kruising van beide assen wordt, zoals hoger gesteld, ingenomen door de component ‘C’. Deze component bekijken we afzonderlijk in punt 4.2. De hierna volgende lijst van randvoorwaarden is zeker niet volledig. De schooleigen visie op onderwijs en leren, het geheel van de beschikbare middelen, de gedrevenheid van het team en de innovatiecultuur op school, zijn allemaal aspecten die de randvoorwaarden die gelden voor ICT-implementatie mee zullen beı¨nvloeden. We trachten echter een algemene opsomming te geven.
het menselijke aspect
4.1.1. De horizontale as _________________________________________________ Voor de horizontale as, de as van het menselijke aspect, zijn de volgende elementen belangrijk : n
Wil/motivatie : zowel bij de leerkrachten als bij de leerlingen moeten de bereidheid en de motivatie aanwezig zijn om met het nieuwe medium ICT te werken.
n
Voorkennis : gebruik maken van ICT vergt op zijn minst een bepaalde voorkennis. Alhoewel wisselend van project tot project is een minimum aan ICT-kennis en -vaardigheden noodzakelijk.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 83 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (84,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
n
&
24
Minimaal comfort : Als het beschikbare materiaal, zowel de toestellen als de software, niet voldoende gebruiksvriendelijk of crash-vrij zijn, zullen
n
leerkrachten en leerlingen weinig geneigd zijn er gebruik van te maken. Ondersteuning tegen koudwatervrees : zonder goede ondersteuning van de kant van de ICT-coo¨rdinator of het ICT-beleidsteam zal de drempel bij heel wat leerkrachten om ICT in te schakelen als medium groot blijven.
n
Een andere didactische aanpak : Het gebruik van ICT vraagt in veel gevallen ook een andere didactische aanpak dan bij het klassieke ‘les geven’. Leerkrachten moeten de kans te krijgen op een voorzichtige manier te experimenteren met de nieuwe aanpak, en zullen daarin — waar nodig —
n
begeleid moeten worden. Compensatie voor het pionierswerk en de extra moeite : het welslagen van ICTimplementatie hangt in grote mate ook af van het ‘pionieren’ van ‘freaks’ en ‘voorstanders’. Als er met regelmaat goede projecten gelanceerd worden in een school, zullen meer leerkrachten geneigd zijn om ICT toe te passen. We mogen echter niet vergeten dat dit pionierswerk veel extra moeite vraagt.
daadwerkelijke ondersteuning
Het is echt belangrijk dat de ICT-coo¨rdinator en het ICT-beleidsteam pionierende en innoverende leerkrachten daadwerkelijk op verschillende manieren ondersteunen. Een eerste mogelijkheid is te functioneren als ’gangmakers’ bij het experimenteren met verschillende ’krachtige’ programma’s, geschikt voor educatief gebruik. Verder beantwoorden coo¨rdinator
en
beleidsteam
de
vele
vragen
naar
verduidelijking
bij
de
schoolteamleden, spelen zij in op de menselijke ergernissen die spelen bij ICT-implementatie, de technische problemen die zich elke dag kunnen voordoen bij het gebruik van ICT, ... Tot slot is een belangrijke activiteit ook het daadwerkelijk bij staan van leerkrachten in hun lessen om zo hun koudwatervrees te helpen overwinnen. 4.1.2.
De verticale as ___________________________________________________
Hier speelt de ICT-coo¨rdinator een — zo mogelijk nog — crucialere rol, want hij moet instaan voor onderhoud van de toestellen, de installatie van software, het beheer van het netwerk, enz. Hij zorgt voor het goed functioneren van de toestellen en de aanpassing van de software. het fysieke aspect
Voor de verticale as, de as van het fysieke aspect, zijn verder nog de volgende elementen belangrijk : n
Beschikbaarheid van een budget. ICT betekent voortdurend investeren. Als het beleid van de school hierin niet gericht wil investeren, zullen vele initiatieven doodbloeden.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 84 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (85,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
25
&
n
Helpdesk-functie voor het signaleren en herstellen van problemen : als bepaalde problemen de functionaliteit te lang verstoren, zal het vertrou-
n
wen in ICT snel slinken. Beschikbaarheid van de toestellen en software : als er te weinig toestellen beschikbaar zijn, zal er geen gebruik kunnen worden gemaakt van ICT.
n
Aanwezigheid van handleidingen : deze maken het algemene gebruik van toestellen en software toegankelijker voor iedereen op school.
4.2. De ‘C’-component : De cruciale rol van ICT-coo¨rdinator of ICT-beleidsteam Wat we uit 4.1. kunnen opmaken is dat de C-component vooral ondersteunend en voorwaardenscheppend moet handelen, en dat op dubbele wijze. Enerzijds door ondersteunend op te treden voor de schoolteamleden en hen aldus stap-na-stap over de brug te halen (menselijke as). Anderzijds door een beleid te voeren dat toelaat dat alle actoren op school echt maximaal vruchten kunnen plukken uit de voorzieningen (technische as). Geen gemakkelijke klus ! Vandaar ook dat we met recht kunnen stellen dat de ‘C’-component, in casu de ICT-coo¨rdinator of het ICT-beleidsteam, de drijvende kracht is achter het ICT-impementatieplan op school. Om te illustreren hoe alomtegenwoordig deze coo¨rdinator of dit team moet zijn, geven we een overzicht van de taken die ze moeten uitvoeren : n
n
n
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Technisch : – –
Helpdesk Netwerkbeheer
–
Systeembeheer
–
Websitebeheer
–
Beheer van audiovisuele en telecommunicatie infrastructuur
–
Software-installatie
–
Infrastructuurwerken
–
Herstellen van hardware
Administratie : – Licentiebeheer –
Budgetbeheer
–
Inventarisatie
–
Verzekering
–
Opvolging van bestelde producten
–
Verbruiksgoederen
–
Ondersteuning schooladministratie
– Public relations Nascholing :
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 85 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (86,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
n
&
26
– –
Opstellen van nascholingsbeleid Ontwikkelen van schoolinterne nascholing (scholengemeenschap)
–
Eigen professionalisering
ICT-integratie : –
Sensibilisatie
–
Visieontwikkeling
–
Vakoverschrijdende werking
–
Projectwerking
–
Digitale leeromgeving en open leer centrum (OLC)
Deze lijst bespreken zou ons te ver voeren. Wel is duidelijk dat elk thema op een bepaalde manier binnen een school aan bod zal moeten komen. Maar al deze taken kunnen onmogelijk door e´e´n persoon, in casu een (deeltijdse) ICT-coo¨rdinator, gedragen worden. Ondersteuning van de ICT-coo¨rdinator in de vorm van een ICT-beleidsteam moet — als ICT een primair aangrijpingspunt in de schoolvisie is — georganiseerd worden. Verder kunnen we ook zoeken naar samenwerking op schooloverstijgend niveau. Natuurlijk kan ook de school zelf inspanningen leveren door zelf extra uren voor ICT in te plannen. Spijtig genoeg gaan deze uren telkens ten laste van andere waardevolle initiatieven. Daarom zou het een hulp zijn mocht de overheid een organiek ambt cree¨ren met een eigen, volledig omkaderd statuut. 4.3. Schoolexterne actoren cruciale bijdrage
Graag ronden we af met een verschuiving van de scoop naar de schoolexterne actoren. Hun bijdrage kan op sommige punten immers cruciaal zijn voor het welslagen van de vernieuwingsprocessen die een school aangaat. We overlopen enkele cruciale aspecten aan de kant van : De ouders Bij de uitwerking van een project is het geen evidentie dat de ouders invesn
teren in een computer thuis of in het huren van een laptop. Dus is het aan de school om te onderzoeken op welke manier bijvoorbeeld kansarme gezinnen gevrijwaard kunnen worden van zo’n investering. n
De overheid
Het centrale beleid moet blijvend voor financie¨le stimulansen en opvolging zorgen, wil men dat scholen kinderen en jongeren goed voorbereiden op de kennismaatschappij van nu en morgen. Incentives zijn nodig om afwachtende of afwijzende teamleden stap na stap over de brug te helpen halen.
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 86 SCHOOLORGANISATIE
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
Black plate (87,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
n
27
Bedrijven en ontwikkelaars van media
De commercie¨le sector moet op dubbele wijze geresponsabiliseerd worden; enerzijds om goedkopere toestellen te leveren aan het onderwijs, door het aanbieden van gebruikte toestellen (furbies) aan scholen, enz., en anderzijds door nieuwe software tegen goedkopere licenties beschikbaar te maken voor educatieve contexten. Het zal duidelijk zijn dat de hierboven aangehaalde opmerkingen sterk overeenkomen met de veiligheidssystemen die wij reeds onder punt 2.2 hebben besproken. samenwerking
Een laatste, schooloverstijgende dimensie die we hier willen vernoemen is
scholengroepen of -
de samenwerking op het niveau van de scholengroepen of -gemeenschap-
gemeenschappen
pen (zie ook 2.3). De middelen die de overheid aan de scholen verdeelt, kunnen op dit niveau opgenomen worden in een schooloverstijgend ICT-beleid. De bedoeling hiervan is dat de middelen efficie¨nter gebruiken worden en de kostprijs voor sommige, gezamenlijke inspanningen beter afgestemd wordt op de eigen beperkte mogelijkheden.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 87 SCHOOLORGANISATIE
Black plate (88,1)
BELEIDSPLANNEN & ALGEMEEN 2
&
AFL. 7, SEPTEMBER 2004, 88 SCHOOLORGANISATIE
28
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING