Aanbevelingen voor het uitwerken genderneutrale tentoonstelling
van
een
Inleiding Dit document heeft als bedoeling aan te geven hoe Het Beroepenhuis in samenspraak met het productiehuis (Impressantplus) en de partners van Het Beroepenhuis het concept (de interactieve tentoonstelling en beroepenateliers) in Het Beroepenhuis op genderneutrale wijze heeft opgebouwd (teksten, beelden, interacties/opdrachten en begeleiding). Dit document wordt mee verspreid met het didactisch pakket ‘Helden van elke dag’ dat op een genderneutrale wijze studieloopbaanbegeleiding van kinderen ondersteunt (3e graad basisonderwijs). Het document is ook afzonderlijk raadpleegbaar op de website van ‘Helden van elke dag’ voor tentoonstellingsbouwers of organisaties die een tentoonstelling of ander educatief materiaal willen ontwikkelen en dit op een onbevooroordeelde manier willen aanpakken. We verwijzen hiervoor ook naar de checklijsten van het didactisch pakket ‘Helden van elke dag’.
‘Helden van elke dag’ Het Beroepenhuis is een educatief centrum voor alle jongeren van 11 tot 14 jaar oud, hun leraren, clb-begeleiders en hun ouders. Tieners uit de 3de graad van het basisonderwijs en de 1ste graad van het secundair onderwijs kunnen in de interactieve tentoonstelling op een speelse manier kennis maken met een brede waaier van praktisch uitvoerende en technische beroepen. Daarnaast gaan jongeren met concreet materiaal aan de slag in de beroepenateliers. Het Beroepenhuis wil jongeren aansporen om een bewuste en positieve keuze te maken voor een opleiding in het beroeps - of technisch secundair onderwijs en dit op basis van hun talenten. Die volwaardige en dynamische opleidingen leiden namelijk tot kansrijke beroepen. In de doe – tentoonstelling gaan jongeren zelfstandig op zoek naar beroepen die ondergebracht worden in verschillende sectoren. Bij elk beroep kan de bezoeker iets ‘doen’. In de beroepenateliers kunnen jongeren experimenteren met materialen en gereedschappen. Ze kruipen eventjes in de huid van een vakspecialist. Het aanbod van de ateliers wordt regelmatig aangepast. Om een bezoek aan Het Beroepenhuis educatief te omkaderen (voorbereiding en nazorg) voor het basisonderwijs en de tentoonstelling genderneutraal uit te werken, 1
werd beroep gedaan op het Europees Sociaal Fonds. In het kader van het zwaartepunt rond gelijke kansen werd in samenwerking met de Artevelde Hogeschool het project ‘Helden van elke dag’ opgestart. ‘Helden van elke dag’ is een project dat aansluit bij de schoolloopbaanbegeleiding zoals die verloopt in de 3de graad van het lager onderwijs. Een goede studiekeuzeoriëntatie in het lager onderwijs is cruciaal voor het kind. Daarbij is het vooral belangrijk dat kinderen kiezen op basis van de eigen talenten, interesses en mogelijkheden. Toch wordt er nog dikwijls gekozen vanuit bepaalde vooropgestelde verwachtingen: - kinderen en ouders denken nog teveel in duidelijk onderscheiden man/vrouwrollen - verschillende onderwijsvormen (ASO, TSO, BSO, KSO) worden verschillend gewaardeerd (‘beter zo hoog mogelijk starten…je kan dan nog altijd zakken’)
Concept van Het Beroepenhuis Algemeen Om jongeren tussen 11 en 14 jaar te stimuleren tot het maken van een positieve en bewuste keuze voor een technische of beroepsopleiding, worden ze in Het Beroepenhuis op een leuke en concrete manier met technische beroepen in contact gebracht. Dit gebeurt op een genderneutrale manier en er is bovendien ook aandacht voor belangrijke randthema’s als veiligheid en milieu. Het Beroepenhuis biedt de combinatie aan van een bezoek aan de interactieve tentoonstelling met meerdere beroepenateliers. Na een algemene introductie tot de beroepen en sectoren via een filmpje, gaan de leerlingen per 2 of 3 op ontdekking in de tentoonstelling. Er is 1 beroepenhuis - begeleider per maximaal 15 leerlingen. De kinderen krijgen van de begeleiders telkens nieuwe opdrachten en vraagjes, waardoor ze gericht op zoektocht gaan. Het bezoek aan de tentoonstelling wordt afgesloten met een quiz. Hier nemen verschillende teams van leerlingen het tegen elkaar op en krijgen de jongeren de kans om te tonen wat ze uit de tentoonstelling konden opsteken. Enkele voorbeelden van beroepenateliers zijn het horecaspel en het stapelspel. In het beroepenatelier voor de sector horeca leren de leerlingen een heerlijke alcoholvrije cocktail samenstellen en testen ze hun behendigheid met een dienblad. Ze kruipen in de huid van kelners en barpersoneel. In het stapelspel, het beroepenatelier voor de sector transport en logistiek, zijn de leerlingen de magazijnmedewerkers en planners van een fictief bedrijf en leren ze onder meer bestellingen klaarmaken en met een transpallet rijden. Zowel de tentoonstelling als de beroepenateliers nemen elk een uur tot anderhalf uur in beslag. Het volledige bezoek duurt ongeveer drie uur. Naast de schoolbezoeken van kinderen met hun leraren, ontvangt Het Beroepenhuis ook geregeld groepen leraren, CLB-medewerkers en pedagogisch begeleiders. Op termijn wordt het ook mogelijk voor ouders om met hun kinderen Het Beroepenhuis te bezoeken buiten de schooluren.
2
Producten In de tentoonstelling wordt het genderthema op verschillende manieren benaderd. De hele tentoonstelling werd genderneutraal opgebouwd en op één plaats wordt specifiek rond het genderthema gewerkt nl. in het sanitair blok van Het Beroepenhuis. Dit is de enige plek in Het Beroepenhuis waar een onderscheid wordt gemaakt tussen jongens en meisjes nl. de jongens – en meisjestoiletten. Er is een combinatie van opdrachten rond de wastafel (vraagjes bij de zoektocht) en van affiches die aan de toilethokjes zelf werden opgehangen. Op de wand rond de wastafel staat de opdracht ‘strijkijzer of slijpschijf?’. Zes soorten van werkkledij die met een bepaald praktisch - uitvoerend of technisch beroep gelinkt zijn (bv. kok), zijn afgebeeld. Op de plaats van het hoofd bevindt zich de spiegel dus je kunt zien hoe je zelf staat met een bepaalde werkoutfit. Hierbij staan ook lengtemeters afgebeeld die bij een bepaalde lengte een bepaalde uitspraak meegeven (bv. ‘meisjes kunnen goed luisteren’). Daarbij wordt uitgelegd dat je lengte net zo min iets te maken heeft met je talenten als het feit of je nu een jongen of een meisje bent. Op de deuren van de toiletten werden posters gehangen met 7 verschillende portretten van mannen en vrouwen die (technische) beroepen uitoefenen en meisjes en jongens die bepaalde (technische) studierichtingen volgen (zie verder). Bij de afbeeldingen hoort een paspoort en een uitspraak van het model. Bedoeling is technische beroepen te promoten via roldoorbrekende beelden. Om de interactieve tentoonstelling te begeleiden, hanteren we in Het Beroepenhuis een zoektochtmethode waarbij leerlingen vragen trekken en op zoek gaan in de tentoonstelling naar het antwoord. De jongeren werken in groepjes van 2 of 3 en worden per 10 tot 15 leerlingen begeleid. Achteraf is er een afsluitende quiz. Het competitie-element is een extra motivatie voor de kinderen om in elke ontdekhoek een kijkje te gaan nemen en dus ook die sectoren te bezoeken die hen op het eerste zicht minder aantrekken. Zo worden meisjes bv. gestimuleerd om een kijkje te nemen in de zogenaamde ‘harde’ sectorhoeken en omgekeerd. Tijdens de zoektocht in de tentoonstelling wordt door de begeleiders bijgehouden welke hoeken en beroepen bezocht werden zodanig dat iedereen naar zoveel mogelijk hoeken en beroepen wordt geleid zonder dat de leerlingen zich werkelijk begeleid voelen. Doordat de leerlingen in groepjes van 2 of 3 werken, heb je als begeleider vaak slechts enkele leerlingen bij je staan. Zo kan er ingespeeld worden op de individuele behoefte van elk kind. Er zijn immers moeilijke en makkelijke vraagjes en de kinderen kunnen rechtstreeks vragen stellen als ze iets niet begrijpen (zonder dat de hele groep meekijkt) en de begeleiders kunnen beter ingaan op de diverse thema’s met iedere bezoeker individueel. Tenslotte geeft het ook de mogelijkheid aan de kinderen iets extra te vertellen, bv. als zij het beroep zien dat één van hun ouders uitoefent. Leerlingen zijn daar meestal erg fier over.
3
Algemene richtlijnen (zie ook checklists uit handleiding en map ‘Helden van elke dag’) Algemeen Zelfconceptverheldering Het is belangrijk dat kinderen een voldoende realistisch, helder en positief zelfbeeld ontwikkelen. Als ouder, leraar of begeleider kan dat door aandacht te schenken aan datgene waar kinderen goed in zijn, zonder deze talenten als mannelijk of vrouwelijk te benoemen. Bovendien helpt het om heel regelmatig met kinderen te praten over: ‘Wat kan ik goed? Wat lukt me niet goed? Wat doe ik graag? Wat wil ik ervoor doen? Wat wil ik kunnen?’. Horizonverruiming Kinderen en hun ouders proberen hun weg te vinden in het ruime aanbod van studierichtingen en beroepsmogelijkheden. Leraren en andere begeleiders moeten de weg naar die kennis kunnen aangeven en moeten zelf ook over een zekere basiskennis hieromtrent beschikken, ook wat technische opleidingen en beroepen betreft. Hierbij moet aandacht worden besteed aan de leeftijdgenoten en het gezin waaruit het kind komt. De waarden die in die omgeving leven bepalen bij voorbaat de ruimte van de ‘horizon’. De leraar moet proberen die horizon open te trekken. Dan pas kunnen kinderen kiezen op basis van eigen talenten. Ze worden dan minder gedirigeerd door allerlei beperkende vooronderstellingen en verwachtingen uit hun omgeving. Diversiteit Het waarderen van verschillen in kenmerken, talenten en kwaliteiten is enorm belangrijk. Het aloude onderscheid tussen hoofd – en handenarbeid is al lang voorbijgestreefd. Handenarbeid veronderstelt vaak heel wat hoofdarbeid. Een hogere waardering voor hoofdarbeid is dus misplaatst. In Het Beroepenhuis Een bezoek aan Het Beroepenhuis geldt als toetssteen, als concrete leerervaring bij het lessenpakket ‘Helden van elke dag’. Sommige technische beroepen worden bovendien vaak aanzien als ‘mannenberoepen’. In Het Beroepenhuis worden zij perfect toegankelijk gemaakt voor meisjes. Het ontdekken van talenten (zelfconceptverheldering en horizonverruiming) gebeurt in heel concrete mate door de thematiek van de interactieve tentoonstelling en met het zelf ondervinden van bepaalde (aspecten van) beroepen in de beroepenateliers. Alle mogelijke actoren worden betrokken in het uitdragen van de boodschap. Ouders, leraren en clb’s oefenen immers een belangrijke invloed op de keuzes die kinderen maken. Blauwe en roze kenmerken Jongens en mannen hebben zogenaamde blauwe kenmerken en meisjes en vrouwen zogenaamde roze kenmerken. Feit is echter dat iedereen over zowel blauwe als roze kenmerken of talenten beschikt. Voor elk beroep zijn er zowel blauwe als roze talenten nodig.
4
In Het Beroepenhuis In Het Beroepenhuis komt op een ervaringsgerichte manier naar voren dat deze verschillende talenten nodig zijn en dit doorheen de tentoonstelling maar vooral in de beroepenateliers, waar kinderen ze zelf ontdekken. De talenten worden ook telkens benadrukt tijdens de evaluaties na de ateliers, zonder bepaalde talenten als vrouwelijk of mannelijk te benoemen. Gendergevoelig beeldgebruik Elk beeld roept op om betekenis te geven, te interpreteren, te associëren. Met beelden wordt vaak de indruk gewekt dat iets vanzelfsprekend is. Ook hier betekent elke keuze kleur bekennen. Vandaar het belang van roldoorbrekende beelden. -
Breng vrouwen en meisjes in beeld, laat ze aan het woord (als deskundige) en doorbreek rolpatronen. Leg de nadruk op identiteit en zelfstandigheid en beeld vrouwen af als ze actief zijn. Gebruik evenveel beelden van meisjes en jongens, zorg voor variatie in je beelden en voor gelijkwaardige beelden. Zorg voor een fysiek gelijkwaardige plaats van mannen en vrouwen (bv. even hoog of laag in beeld). Stel meisjes en vrouwen op een gewone manier voor, zonder extra nadruk te leggen op lichamelijkheid, uiterlijk, kledij,… Zorg voor diversiteit aan beelden. Werk ook hier roldoorbrekend.
In Het Beroepenhuis In de tentoonstellling zelf wordt steeds aandacht besteed aan genderneutrale beeldvorming. Dit gebeurt eerder op een indirecte manier. Door de aankleding van de stands, het gebruik van kleuren, het gebruik van beelden/foto’s. Er wordt gewerkt met felle kleuren. Foto’s beelden evenveel jongens als meisjes af en dit van allerlei nationaliteiten. De informatie is niet te belerend en kinderlijk. Kinderen kijken op naar een hogere leeftijdscategorie. Daar wordt rekening mee gebouden bij de voorstelling van de informatie. Een voorbeeld hiervan is een portret van een 15-jarige studente mechanica. De portretten in de toiletten beelden vrouwen en mannen en meisjes en jongens af terwijl ze bezig zijn met het uitoefen van hun beroep of opleiding. Het gaat om een student verpleegkunde, een operator in een voedingsbedrijf en een kelner (allen mannen) en een heftruckchauffeur, een laborante, een metselaar en een studente mechanica (allen vrouwen). Bij de afbeeldingen hoort een paspoort en een uitspraak van het model. Bedoeling is technische beroepen en opleidingen te promoten via roldoorbrekende beelden.
5
Gendergevoelige interactie -
Wees bewust van je eigen manier waarop je naar meisjes en jongens kijkt. Beschouw alle beroepen, studierichtingen als gelijkwaardig. Wees een model in het serieus nemen van meisjes en bestrijd seksistische opmerkingen. Geef aan jongens en meisjes evenveel en evenwaardige kansen om te antwoorden of te handelen. Formuleer feedback op een zakelijke manier en beoordeel jongens en meisjes op een evenwaardige manier. Zorg voor voldoende positieve feedback. Zoek naar voorbeelden die zowel jongens als meisjes evenveel aanspreken en zorg voor variatie. Varieer in werkvormen en zorg voor een evenwaardige spreiding van taken tussen jongens en meisjes. Zorg voor evenwaardige normen bij het evalueren van meisjes en jongens. Praat op dezelfde toon en zorg voor evenveel contact met jongens en meisjes.
In Het Beroepenhuis Begeleiding bij de tentoonstelling en de beroepenateliers is dus heel belangrijk. De manier waarop je met jongens en meisjes omgaat, heeft invloed op de studie – en beroepsoriëntering. Roldoorbrekend werken alleen is niet voldoende. Expliciteren van de eigen visie is noodzakelijk, wil men enig effect bereiken. Brief je begeleiders dat er gendergevoelig moet worden omgegaan met kinderen. Bij de zoektocht in Het Beroepenhuis wordt er duidelijk gezegd aan de kinderen wat de visie van Het Beroepenhuis is vooraleer ze met de vraagjes over de genderthema’s starten. Als begeleider is er een andere aanpak nodig naar meisjes en jongens toe. Zo merk je dat jongens vaker antwoorden bij het inleidende deel dat voor iedereen gezamenlijk wordt gegeven. Misschien heeft dit (ook) te maken met het feit dat hen wordt uitgelegd dat het over technische beroepen gaat en dat jongens zich dan meer aangesproken voelen. De begeleiders proberen hier ook de meisjes meer te betrekken. Tijdens de individuele begeleiding in de tentoonstelling wordt dat probleem vanzelf opgelost omdat je met kleine groepjes werkt en iedereen evenveel aan bod komt in de zoektocht. Ook bij de ateliers stelt dit probleem zich niet meer omdat iedere leerling bij elke fase van een beroepenatelier wordt betrokken en dat ook meisjes zich aangesproken voelen om de meer ‘blauwe’ taken op zich te nemen. Een voorbeeld is het beroepenatelier rond het beroep magazijnmedewerker waar de kinderen bestellingen moeten klaarmaken, stapelen en leveren met een transpallet. Hier blijkt duidelijk dat meisjes zich even geroepen voelen als jongens om de dozen te stapelen en de transpallet te vervoeren, als ze er maar toe aangespoord worden. Begeleiders letten er bijvoorbeeld op dat er telkens een jongen en daarna een meisje enz. aan de beurt komen. Tenslotte wordt het cliché dat je sterk moet zijn om dit soort van beroep uit te oefenen, duidelijk doorbroken.
6
Wat werkvormen betreft, wordt een goede mix gemaakt van lezen en doen en dit op verschillende manieren zodat elk kind zich aangesproken voelt. Gendergevoelig taalgebruik Als je schrijft, kies je woorden, leg je accenten, hanteer je een bepaalde schrijfstijl,… Die keuzes beïnvloeden de lezer en laten doorschemeren welk beeld en verwachtingen je hebt tegenover mannen en vrouwen, jongens en meisjes. -
-
Schrijf je tekst zodanig dat het toepasbaar is voor beide geslachten, dat beide geslachten in de tekst voorkomen, dat zowel meisjes als jongens worden aangesproken, dat voorbeelden ook vervrouwelijkt worden. Hierbij vermijd je stereotypen en past een zakelijke omschrijving van kenmerken en eigenschappen. Woorden met ‘man’ of ‘vrouw’ erin gebruik je best niet. Hetzelfde geldt voor bezittelijke voornaamwoorden als ‘haar’ of ‘zijn’. Gebruik verder zoveel mogelijk sekseneutrale omschrijvingen en werk roldoorbrekend in het geven van voorbeelden. Zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen dienen te worden vermeld.
In Het Beroepenhuis In de tentoonstellling zelf wordt steeds aandacht besteed aan genderneutraal taalgebruik en dit eveneens door thema’s en voorbeelden. Bij het beroep matrijzenbouwer bijvoorbeeld worden onder meer een gsm, een shampoofles en een barbiepop als voorbeelden gegeven van voorwerpen die met een matrijs worden gemaakt. Bij het beroep van kunststofverwerker hebben we het over auto’s, treintjes, teenslippers en kleurrijke mapjes. Gender en technische beroepen Er is een duidelijke genderkloof op het gebied van de keuze voor technische of technologische richtingen. Veel minder meisjes kiezen er voor. Streef een positieve attitude voor techniek en technologie na door de maatschappelijke betekenis ervan aan bod te laten komen (voldoen aan menselijke behoeften bijvoorbeeld trekt meisjes aan). Bestrijd het mannelijke imago van technologie; verschillende talenten zijn nodig. Sluit aan bij de leefwereld van jongens én meisjes. In Het Beroepenhuis Taken en werkomstandigheden zijn niet meer dezelfde als vroeger. Fysieke kracht werd in veel gevallen vervangen door technologische hulpmiddelen. De huidige werksituaties vereisen niet alleen specifieke technische vaardigheden, maar ook niet – technische vaardigheden, zoals bv. teamwerking, communicatie, zin voor verantwoordelijkheid, zorgvuldigheid. Dit komt heel concreet aan bod in de tentoonstelling en de beroepenateliers. Bij het evalueren van de beroepenateliers wordt steeds afgesloten met de stelling ‘voor dit soort van job moet je niet alleen met je handen kunnen werken, maar heb je ook je hoofd nodig’. Daar komen de kinderen zelf achter.
7
Successen (in Het Beroepenhuis) In Het Beroepenhuis hebben we het voordeel dat we met kinderen werken tussen 11 en 14 jaar. Hoe jonger het kind hoe minder maatschappelijk geconditioneerd het is tegenover studiekeuzes. De begeleidingsmethode met zoektocht en quiz zorgt ervoor dat alle kinderen in alle sectoren komen en met alle beroepen in aanraking komen. Er wordt individueel ingespeeld op het niveau van elke bezoeker. Daarnaast zorgen de begeleiders ook steeds voor een succesbeleving bij de kinderen. Als de vraagjes bijvoorbeeld te moeilijk blijken, wordt er overgeschakeld naar andere vragen of doorgevraagd op zaken die de leerlingen wel hebben opgemerkt bij de beroepen. Er wordt een goede mix gemaakt van lezen en doen (informatie, doe – opdrachten en ateliers). De manier waarop de tentoonstelling is uitgewerkt (tekst, thema’s maar ook gebruik van kleuren, afbeeldingen en een goede mix van interacties) spreekt meisjes en jongens evenveel aan. Doorheen de tentoonstelling en in de ateliers komt duidelijk aan bod dat er heel wat kwaliteiten nodig zijn om een bepaald beroep uit te oefenen (zowel ‘mannelijke’ als ‘vrouwelijke’ kwaliteiten) en de bezoekers ontdekken dit ook zelf. De factor ‘mens’ wordt ook ten allen tijde benadrukt in de beelden en de teksten. Hierdoor helpen we mee om af te geraken van de idee dat techniek en technische beroepen niets met mensen te maken hebben. Ook het veiligheidsaspect en het milieuthema dragen hiertoe bij. Door de nieuwigheden die de bezoekers leren kennen (ze komen in aanraking met beroepen of aspecten die ze vaak niet kennen) wordt het effect van positieve waardering bereikt. Dat blijkt ook uit de evaluaties die kinderen zelf geven. Ze vinden een bezoek over het algemeen zeer leerrijk, leuk en merken vaak op dat ze versteld stonden van wat bijvoorbeeld een magazijnmedewerker moet kunnen. Zij moet immers niet alleen handig zijn maar ook kunnen plannen, in een team werken, verantwoordelijk zijn en logisch denken.
Valkuilen en knelpunten (in Het Beroepenhuis) We dienen in de interactieve tentoonstelling zoveel mogelijk de officiële benaming te gebruiken van de beroepen. Vaak zijn deze benamingen niet sekseneutraal. Waar mogelijk, werd dit wel toegepast bv. barpersoneel ipv. barman/barvrouw. Aanvankelijk werd nog een andere opdracht in het sanitair blok uitgewerkt. Bij ‘Doe de test’ was het de bedoeling om juist of fout te antwoorden op een aantal stellingen over jongens en meisjes. Door het feit dat deze opdracht in de toiletten zelf werd uitgebeeld, bleek na het uittesten dat het niet doenbaar is om hier steeds begeleiding bij te voorzien. De stellingen werkten, zonder de gepaste omkadering, soms rolbevestigend. Daarnaast was ook de vormelijke uitwerking niet goed. De opdracht werd dan ook afgekeurd en werd vervangen door portretten. Beelden blijken hier sterker dan tekst.
8
Bij de begeleiding moet je steeds rekening houden met de eigen conditionering van de begeleiders alsook met die van de leraren (naast die van de kinderen uiteraard). Een voorbeeld hiervan is een groepje van 2 meisjes die naar de sector bouw worden gestuurd om bepaalde zaken op te zoeken en de leraar reageert nogal spottend ‘oeioei jullie twee bij die zware mannen van de bouw?’. Een ander voorbeeld is de zo nu en dan voorkomende uitspraak ‘er is hier toch weinig voor meisjes’. Meestal worden afbeeldingen van kinderen gebruikt in de tentoonstelling, hier en daar vind je ook foto’s terug (inleidend filmpje en interacties) maar we hebben dit zoveel mogelijk proberen vermijden omdat het niet evident is om goede en bruikbare foto’s te vinden van vrouwen in bepaalde technische beroepen. Bronnen: www.zorra.be www.genova.be Oriënto, didactisch pakket rond genderneutrale studie – en beroepskeuze voor het vak Technologische Opvoeding in de 1ste graad van het secundair onderwijs (ontwikkeld door de Artevelde Hogeschool met steun van het Europees Sociaal Fonds) Helden van elke dag (mbp. het didactisch pakket ontwikkeld door de Artvelde Hogeschool onder promotie van Het Beroepenhuis vzw met steun van het Europees Sociaal Fonds) Impressantplus, productiehuis verantwoordelijk voor de uitwerking van de interactieve tentoonstelling in Het Beroepenhuis
'Helden van elke dag' is mogelijk dankzij de financiële steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité (VESOC). 'Esf: bijdragen tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen en door het investeren in menselijke hulpbronnen.'
9