Breda denkt mee Rapportage takendiscussie met de stad Breda
GemeenteRaad Breda
Werkgroep takendiscussie Januari 2011
2
Inhoudsopgave 1.
Proces takendiscussie ...................................................................................................................... 5 1.1.
Inleiding ................................................................................................................................... 5
1.2.
Thema’s en vragen .................................................................................................................. 6
1.3.
Beeldvorming-oordeelsvorming-besluitvorming .................................................................... 7
1.4.
Leeswijzer rapport ................................................................................................................... 9
Klaas Dijkhoff (VVD) over de takendiscussie ......................................................................................... 10 Marja Heerkens (PvdA) over de takendiscussie..................................................................................... 11 2.
Proces externe oriëntatie .............................................................................................................. 13 2.1.
Inleiding ................................................................................................................................. 13
2.2.
Persoonlijk spoor ................................................................................................................... 13
2.3.
Digitaal spoor ........................................................................................................................ 14
2.4.
Parallelle communicatie ........................................................................................................ 14
Irène Verkuylen (CDA) over de takendiscussie ...................................................................................... 16 Philip Bos (D66) over de takendiscussie ................................................................................................ 17 3.
Ordening reacties takendiscussie .................................................................................................. 19 3.1.
Inleiding ................................................................................................................................. 19
3.2.
Dertien keuzevragen ............................................................................................................. 19
3.3.
Eigen verantwoordelijkheid .................................................................................................. 21
3.4.
Kwaliteitsniveau .................................................................................................................... 28
3.5.
Vereenvoudiging regelgeving ................................................................................................ 30
3.6.
Privatisering/uitbesteding ..................................................................................................... 32
3.7.
Aansturing ............................................................................................................................. 33
3.8.
Genereren extra inkomsten .................................................................................................. 36
3.9.
Regionale taakdifferentiatie .................................................................................................. 38
3.10.
Ex-ante analyse.................................................................................................................. 40
3.11.
Meer zelfvoorzienend ....................................................................................................... 41
3.12.
Investering ......................................................................................................................... 42
3.13.
Beëindiging taken/investering .......................................................................................... 46
3.14.
Efficiency ........................................................................................................................... 48
3.15.
Bewustwording/voorlichting ............................................................................................. 54
3
3.16.
Overige suggesties ............................................................................................................. 55
John Stubenitsky (Leefbaar Breda) over de takendiscussie ................................................................... 62 Sietzke Schokker (GroenLinks) over de takendiscussie .......................................................................... 63 4.
Analyse reacties takendiscussie .................................................................................................... 65 4.1.
Inleiding ................................................................................................................................. 65
4.2.
Algemeen beeld..................................................................................................................... 65
4.3.
Analyse keuzevragen ............................................................................................................. 67
Gaston de Jong (Trots op Nederland) over de takendiscussie ............................................................... 74 Joyce van der Sanden (SP) over de takendiscussie ................................................................................ 75 Bernie van den Berg (Breda ‘97) over de takendiscussie ....................................................................... 76
4
1. Proces takendiscussie 1.1. Inleiding In de raadsvergadering van 15 juli 2010 heeft de gemeenteraad van Breda ingestemd met het instellen van een werkgroep takendiscussie, bestaande uit één vertegenwoordiger per fractie, die de voorbereidingen en de uitvoering van de takendiscussie ter hand neemt.1 Inzet bij de vormgeving van de takendiscussie is dat de raad als volksvertegenwoordiger in zijn geheel naar buiten treedt en in gesprek met de stad gaat. Het gaat dus uitdrukkelijk om een gezamenlijke externe oriëntatie van de raad. Het raadsbesluit is mede ingegeven door het coalitieakkoord @Breda dat spreekt van een “herdefiniëring van de lokale rol, taken en verantwoordelijkheden van de gemeentelijke overheid. Die moet leiden tot een forse kostenreductie op de bedrijfsvoering van de gemeente in de huidige bestuursperiode. (…)” In de Kaderbrief 2011 Koers@Breda nodigt het college de raad vervolgens uit zelf de takendiscussie met de stad vorm te geven. Het primaat is aan de raad. Het raadsbesluit van juli 2010 bevat de volgende uitgangspunten voor de wijze waarop de raad invulling geeft aan de voortrekkersrol bij de takendiscussie:
UITGANGSPUNTEN RAADSBESLUIT INSTELLING WERKGROEP KERNTAKEN 1.
2.
3.
4.
Gezamenlijke externe oriëntatie Inzet bij de vormgeving van de takendiscussie is dat de raad als volksvertegenwoordiger in zijn geheel naar buiten treedt en in gesprek met de stad gaat. Het gaat dus uitdrukkelijk om een gezamenlijke externe oriëntatie van de raad. Een oriëntatie waarbij de raad vooral luistert en vragen stelt. De raad verzamelt en filtert informatie, het liefst zoveel mogelijk in de vorm van suggesties en concrete alternatieven. Bezuinigingsopgave De totale bezuinigingsopgave voor de gemeente Breda is richtinggevend voor de externe oriëntatie. Er wordt gerespecteerd dat de vier coalitiepartijen een coalitieakkoord hebben. De gemeenteraad gaat open het gesprek met de stad aan over taken en hervormingen. Geen uitsluiting thema’s Op voorhand worden bij de gezamenlijke externe oriëntatie geen thema’s uitgesloten: de volledige breedte van het gemeentelijke beleid kan aan de orde worden gesteld. Om richting te geven aan de externe oriëntatie is het echter mogelijk dat in de voorbereidingen een aantal nader te bepalen centrale thema’s en vragen wordt geformuleerd, aan de hand waarvan de raad zich de komende maanden laat informeren. Werkgroep raadsleden Er wordt een werkgroep van raadsleden in het leven geroepen die de gezamenlijke externe oriëntatie voorbereidt. Dit betekent dat de suggestie van het college aan de raad, zoals gedaan in de Kaderbrief 2011, om een stuurgroep in te stellen vanuit de gemeenteraad en het college niet wordt overgenomen. Het primaat ligt immers bij de raad. De werkgroep wordt ambtelijk ondersteund en zoekt de samenwerking met belangrijke stakeholders in de stad. Het is de taak van de werkgroep de reikwijdte, de wijze van aanpak en de tijdsplanning van de externe oriëntatie aan te geven. De werkgroep stelt het werkplan in de zomermaanden op en werkt deze, na een positieve bespreking in de commissie Bestuur, vervolgens ook uit.
1
De werkgroep takendiscussie bestaat uit de volgende raads-/commisseleden: Klaas Dijkhoff (VVD, politiek woordvoerder werkgroep), Marja Heerkens (PvdA), Irène Verkuylen (CDA), Philip Bos (D66), Sietzke Schokker (GroenLinks), Joyce van der Sanden (SP), Bernie van den Berg (Breda ’97), Gaston de Jong (TON) en John Stubenitsky (Leefbaar Breda). De werkgroep wordt ambtelijk ondersteund door: Paul Piket (griffier, technisch voorzitter werkgroep), Guust van Mieghem (SSC/Financiën), Karin Neijenhuis (SSC/Communicatie) en Mirjam Hertogh (griffie). 5
5.
6.
7.
Gevarieerde activiteiten en instrumenten De werkgroep initieert enkele debatten of andere activiteiten in de stad. Het karakter kan zeer divers zijn: het aantal en de samenstelling van de deelnemers zullen variëren, evenals de wijze waarop de bijeenkomsten wordt vormgegeven of informatie wordt verzameld. Hierbij kunnen moderne (digitale) en meerdere communicatiemiddelen worden ingezet. Politiek debat in de raad De gezamenlijke externe oriëntatie resulteert uiteindelijk, via een of meerdere raadsdebatten, in het stellen van kaders via enkele richtinggevende uitspraken en/of een duidelijke opdracht van de raad aan het college over de verdere invulling van de kerntaken en de daarmee gepaard gaande kostenbesparing (kaderstelling takendiscussie). Planning: uitkomsten eerste helft 2011 De resultaten van de kerntakendiscussie dienen als input voor de Begroting 2012. Dit betekent dat in de eerste helft van 2011 de gezamenlijke externe oriëntatie moet zijn afgerond, evenals de richtinggevende raadsdebatten.
De werkgroep takendiscussie heeft de commissie Bestuur in oktober 2010 een werkplan voor de takendiscussie voorgelegd, waarin de reikwijdte, de wijze van aanpak en de tijdsplanning van de externe oriëntatie zijn beschreven. Bij de verdere uitwerking van de uitgangspunten heeft voorop gestaan dat de gemeente Breda te maken krijgt met forse bezuinigingen. Het gaat om tientallen miljoenen euro’s. De centrale vraag is niet óf er moet worden bezuinigd, maar waar en hoe. In de zoektocht naar de mogelijkheden om te bezuinigen/verdienen is het onvermijdelijk dat, naast de ombuigingen op de gemeentelijke organisatie, ook moet worden bezuinigd/verdiend op zaken die de inwoners en de samenleving van Breda raken. Vandaar dat de gemeenteraad in de takendiscussie ook graag ruimte heeft willen geven aan de inbreng vanuit de stad. De gemeenteraad heeft de spelers in de stad nadrukkelijk gevraagd mee te denken. Dat maakt de takendiscussie een samenspel tussen de raad en de stad. Iedere inwoner, elke organisatie of elk bedrijf is uitgenodigd deel te nemen aan het proces.
1.2. Thema’s en vragen Om een ‘kapstok’ te geven voor de dialoog met de stad zijn de volgende centrale thema’s gekozen: Vitale stad Het thema ‘Vitale stad’ heeft betrekking op de mogelijkheden die de stad biedt om te wonen, te werken en onderwijs te volgen. Daarnaast wordt de vitaliteit van een stad ook bepaald door de faciliteiten voor mobiliteit (verkeer en vervoer) en de fysieke ontwikkeling van de stad (stedelijke ontwikkeling). Thuis in Breda Het thema ‘Thuis in Breda’ staat voor het leefklimaat in de stad. Of het goed toeven is in Breda wordt bepaald door de beleving van veiligheid, het groene karakter van de stad (natuur en milieu), de staat van de openbare ruimte en de mogelijkheden om cultuur te beleven, evenementen te bezoeken en te sporten. De krachten bundelen Het thema ‘De krachten bundelen’ gaat over de ondersteunende rol van de gemeentelijke overheid. Zo is er de verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke dienstverlening, maar ook voor de samenwerking tussen de gemeenten in de regio. Daarnaast ondersteunt de gemeente via het verstrekken van subsidies, uitkeringen (sociale zekerheid) en door activiteiten op het terrein van zorg en welzijn.
6
VITALE STAD
THUIS IN BREDA
DE KRACHTEN BUNDELEN
Wonen
Veiligheid
Dienstverlening
Werken
Natuur&Milieu
Regionale samenwerking
Onderwijs
Openbare ruimte
Subsidies
Verkeer&Vervoer
Cultuur&Evenementen
Sociale zekerheid
Stedelijke ontwikkeling
Sport
Zorg&Welzijn
In het gesprek met de stad over de bezuinigingsopgave zijn ideeën opgehaald ten aanzien van de centrale vraag ‘hoe het beter/anders kan’? Bij elk thema zijn hierbij de volgende vragen gesteld: Welke taken kan de gemeente minimaliseren/stoppen? Welke taken kan de gemeente overlaten aan partijen in de samenleving? Hoe kan de gemeente dezelfde taken uitvoeren voor minder geld (efficiënter werken)? Hoe kan de samenwerking met partijen in de samenleving meer bezuinigingen opleveren? Hoe kan de gemeente extra opbrengsten generen?
1.3. Beeldvorming-oordeelsvorming-besluitvorming De takendiscussie doorloopt de fasen van beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. In de vergadermodellen van diverse gemeenten komen deze drie stappen uitdrukkelijk naar voren. Steeds meer gemeenten hanteren het zogenoemde BOB-model om de besluitvorming door de raad te structureren.2 De fase van beeldvorming heeft vorm gekregen in de externe oriëntatie met de stad, die van november 2010 tot en met januari 2011 heeft plaatsgevonden. In dit rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van deze beeldvormende fase. De gezamenlijke oriëntatie van de raad vormde een zo neutraal mogelijke inventarisatie van informatie uit de stad. De raad is een open en transparant gesprek met de stad aangegaan over taken en hervormingen. De raad heeft vragen gesteld, geluisterd en informatie verzameld. Met andere woorden, bij het ophalen van informatie was geen plaats voor politieke kleuring.
2
Zie voor een verdere uitleg van het BOB-vergadermodel: de VNG-publicatie Op het tweede gezicht. Gemeentelijke vergaderpraktijken nader beschouwd (2009).
7
Na afloop van de externe oriëntatie met de stad (beeldvorming) vindt een meningsvormende raadsbijeenkomst plaats (oordeelsvorming). Dit gebeurt op 17 februari 2011. Het gaat hier om een openbare bijeenkomst, niet zijnde een raadsvergadering. In deze bijeenkomst wordt het beeld verscherpt over wat de raad wel en niet als toekomstige kerntaken van de gemeente beschouwt, waar mogelijkheden tot een andere rolverdeling en besparingen liggen.
PROCES TAKENDISCUSSIE
BEELDVORMING
OORDEELSVORMING
BESLUITVORMING
externe oriëntatie stad
raadsbijeenkomst
raadsvergadering
Rapport werkgroep m.b.t. informatie-verzameling
Meningsvorming m.b.t. kerntaken, rolverdeling en besparing
Kadersteling: richttinggevende uitspraken en/of opdracht aan college
Op 22 maart 2011 wordt uiteindelijk een raadsvergadering belegd voor het kaderstellende debat (besluitvorming). De raad stelt dan de kaders via enkele richtinggevende uitspraken en/of een duidelijke opdracht van de raad aan het college over de verdere invulling van de kerntaken en de daarmee gepaard gaande kostenbesparing. De uitvoering van de raadsbesluiten ligt in handen van het college. Voor deze besluitvormende raadsvergadering fungeert niet alleen het rapport van de werkgroep takendiscussie en het oordeelsvormende debat als bronnen, maar bijvoorbeeld ook de door SSC/Financiën opgestelde takenlijst (een inventarisatie van de huidige taken en producten op basis van de concernbegroting en directiebegrotingen) en de cyclische producten (Kadernota, begroting, jaarverslag en bestuursrapportages). De afdeling SSC/Financiën heeft mede op verzoek van de werkgroep takendiscussie, een takenlijst geproduceerd waarbij is af te lezen welke gemeentelijke lasten/uitgaven zijn toe te schrijven aan de diverse taakvelden/functies/clusters. Een eerste versie is in september 2010 opgesteld en een verdiepingsslag is in januari 2011 gemaakt. Daarnaast is door IFLO (Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden) een benchmark uitgevoerd. In deze benchmark zijn de netto lasten per inwoner van Breda op functieniveau vergeleken met enerzijds de gemiddelde netto lasten per inwoner van de overige B5 gemeenten en anderzijds met de gemiddelde netto lasten per inwoner van gemeenten die qua aantal inwoners vergelijkbaar zijn met Breda. Mede op basis van deze bronnen kunnen de raadsfracties zich voorbereiden op de afrondende, besluitvormende raadsvergadering.
8
1.4. Leeswijzer rapport In dit rapport doet de werkgroep takendiscussie verslag van de resultaten van de beeldvormende fase van de takendiscussie, oftewel de gezamenlijke externe oriëntatie van de raad met de stad. In hoofdstuk 2 volgt allereerst een beschrijving van het proces van deze externe oriëntatie. Hierna worden de ideeën en suggesties van de inwoners en instellingen van Breda gerangschikt naar een dertiental keuzevragen (hoofdstuk 3). Hoofdstuk 4 bevat tot slot een analyse van de reacties per keuzevraag. Deze analyse dient als opmaat voor het oordeelsvormende debat. In de bijlagen van het rapport worden alle aangereikte ideeën en suggesties in het kader van de takendiscussie inzichtelijk gemaakt.3 Ook is in de bijlagen de door SSC/Financiën opgestelde takenlijst en de benchmark van IFLO opgenomen. De bijlagen bestaan uit: - Bijlage 1 Verslagen publieksavond en themagesprekken - Bijlage 2 Overzicht reacties website - Bijlage 3 Enkele schriftelijke reacties (mail)4 - Bijlage 4 Takenlijst gemeente Breda (versie september 2010) - Bijlage 5 Takenlijst gemeente Breda (versie januari 2011) - Bijlage 6 Benchmark IFLO - Bijlage 7 Inventarisatie beoogde effecten en activiteiten per thema takendiscussie op basis van de Begroting 2011 (inventarisatie griffie) - Bijlage 8 Werkplan takendiscussie (oktober 2010) De hoofdstukken van dit rapport worden afgewisseld door de columns die de leden van de werkgroep tijdens het proces van de takendiscussie hebben geschreven. De columns hebben elkaar op de website van de takendiscussie afgewisseld.
3
Er is geen aparte bijlage met Twitterberichten opgenomen. Vooral tijdens de gespreksavonden is druk getwitterd. In totaal leverde de takendiscussie zo’n 140 Twitterberichten op. Vele tweets zijn afkomstig van raads- en commissieleden die melding maken van enkele ideeën aan de gesprekstafels. Daarnaast wordt in vele tweets niet inhoudelijk op de takendiscussie ingegaan. Twitterberichten met nieuwe ideeën zijn uiteraard wel in dit rapport verwerkt. 4 Hoewel in de takendiscussie geen mailadres is opgevoerd om ideeën achter te laten, zijn per mail toch enkele meer uitgebreide schriftelijke reacties ontvangen. Namelijk van de Kamer van Koophandel ZuidwestNederland, Stichting Tientjes en de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging. Ook is een lijst ontvangen met 35 manieren om op personeel te bezuinigen. Deze schriftelijke reacties zijn opgenomen in bijlage 3 van dit rapport. 9
Klaas Dijkhoff (VVD) over de takendiscussie “Ask not what your country can do for you. Ask what you can do for your country”, een citaat van Kennedy dat zo vaak herhaald is, dat het bijna flauw wordt. Onterecht, want na bijna 50 jaar nog even waardevol als de dag dat Kennedy het uitsprak. Waar het 50 jaar geleden nog gezien kon worden als een waarschuwing, is het tegenwoordig meer een les die we achteraf gezien ter harte hadden moeten nemen. We moeten niet alleen nu meer uitgaan van de kracht, mogelijkheden en verantwoordelijkheden die mensen zelf hebben. We hadden dat al die jaren al moeten doen. De vraag hoeveel mensen zelf moeten doen en in hoeverre „de overheid‟ dingen overneemt en regelt is één ding. Dat is een politieke vraag die alle partijen anders beantwoorden en waar iedereen zo z‟n eigen argumenten bij heeft. Daar zal ik verder geen betoog over opbouwen, maar het moge duidelijk zijn dat ik als liberaal niet zou pleiten voor een grotere overheid. Los van die vraag is het van belang dat we wat de overheid doet nooit vanzelfsprekend gaan vinden. Dat we niet in een reflex komen dat we bij iedere tegenvaller naar de overheid kijken voor troost of een oplossing. Dat maakt ons afhankelijk. Het is net die afhankelijkheid (en daarmee onvrijheid) waar jaren tegen gevochten is. Het is onafhankelijkheid (en daarmee vrijheid) die we met veel pijn en moeite verworven hebben. Het is die afhankelijkheid waar ook nu nog op vele plaatsen op de wereld tegen geknokt wordt. Het is onafhankelijkheid waar wij als Nederland ook anderen op de wereld proberen naartoe te ontwikkelen. Wat heeft dit allemaal met Breda te maken? Wel, in kleine schaal staan we nu voor dezelfde vraag. Een combinatie van factoren (bezuinigingen, zware klappen op ons grondbedrijf) zet ons nu voor enorme tekorten. Als we alles blijven doen zoals we deden, gaan we failliet. We moeten dus minder geld gaan uitgeven. En daarbij komt die uitspraak van Kennedy heel praktisch om de hoek kijken. In de Bredase variant is het dan meer iets als „kek nie naor wa ge kunt krijge, maor wa ge kunt doen‟. Zijn er dingen die de gemeente in Breda deed die we misschien ook gewoon zelf kunnen? Of een deel ervan? Zijn er dingen die de gemeente nog wel moet doen, maar op een lager pitje? Of weet u manieren dat het slimmer kan zodat het minder kost? Simpele vragen die we met een minder simpel woord „takendiscussie‟ noemen. Die discussie willen alle partijen in de raad graag met alle Bredanaars voeren. De komende maanden kunt u daar actief aan meedoen via www.gemeenteraadbreda/takendiscussie en via 4 avonden op het stadskantoor. Op 24 november, 8 december, 15 december en 12 januari zien we u graag. Omdat we denken dat u daar zelf ideeën over heeft die Breda met minder geld beter kunnen laten draaien. Omdat we denken dat u niet bezig bent met wat Breda voor u kan doen, maar wat u voor ons Breda kunt doen. Klaas Dijkhoff Fractievoorzitter VVD
10
Marja Heerkens (PvdA) over de takendiscussie Breda is van ons allemaal! Daarom is het zo van belang dat veel Bredanaars meedoen in de debatreeks die vanaf 24 november start. Of u nu lid bent van een belangengroepering, gebruikt maakt van een uitkering, onderneemt of in de zorg opereert, iedereen is van harte uitgenodigd zijn bijdrage te leveren. Er is de komende jaren veel minder geld beschikbaar. Dat betekent dat er ingrijpende maatregelen genomen zullen worden, zowel vanuit de landelijke als de lokale overheid. De een zal daar meer van merken dan de ander. De vraag die hierbij centraal staat is hoe Breda als stad tevoorschijn komt uit deze operatie. Eigenlijk is hierbij van belang hoe U vindt dat Breda na de hervormingen tevoorschijn moet komen. In visies die nog maar kort geleden met onze inwoners samen zijn opgesteld kwam steeds naar voren hoe belangrijk u kernwaarden als Ontmoeten, Samenwerken en Verbinden vond. In een column mag je kleur bekennen en daarom hier mijn beeld van een toekomstige stad en de vragen die ik mezelf stel om daar te komen. Ik droom van: Een stad die een balans heeft gevonden tussen goede prestaties op zowel economisch als sociaal terrein. Een stad die financieel gezond is zonder dat de afstand tussen arm en rijk gegroeid is. Een stad waarin inwoners talrijke initiatieven nemen die de Bredase samenleving warmer en kleurrijker maken. Een stad met een vernieuwend welzijns- en zorgbeleid waarbij de inzet van vrijwilligers en professionals hand in hand gaan. Een stad waarin het goed toeven is omdat de woonomgeving veilig en toegankelijk is. Een stad waarin nog steeds het steuntje in de rug, voor hen die het niet op eigen kracht redden, vanzelfsprekend is. Natuurlijk kunnen er veel meer varianten gemaakt worden van de “staat” van onze stad in de toekomst. Dit is mijn gewenste toekomstbeeld en het helpt mij om daarover na te denken om van daaruit terug te redeneren naar het moment van nu. Immers de keuzes die we nu gaan maken, bepalen wel hoe onze Bredase samenleving er straks uitziet. Gaan we in de hervorming van ons subsidiestelsel ruimte maken voor de creativiteit en inventiviteit van onze inwoners? Kunnen we de strakke regelgeving in de zorg zo ombuigen dat het geld wat daar mee gemoeid is vrij kan vallen aan goede zorg en voorkomen van eenzaamheid bij ouderen en mensen met een beperking? Zijn we bereid na te denken over welke kwaliteit zorg we als ondergrens accepteren? En zijn we bereid om voor die kwaliteit een verhoging van de OZB voor lief te nemen omdat we beseffen dat mensen in onze directe omgeving die goede zorg ook verdienen? Kunnen we per gebied van een bepaalde omvang voorzieningen samenvoegen en toch goed bereikbaar houden voor iedereen? Houden we een goed woon- en leefklimaat door een stevige aanpak van overlast en criminaliteit maar ook door de succesvolle aanpak van achterstandswijken door te zetten? Het is niet eenvoudig om op deze en talloze andere vragen met antwoorden te komen. Ook niet voor politici. Het is ook raar om dat van hen te verwachten omdat zij nu eenmaal daarvoor zijn aangesteld. In een moderne democratie beseffen politici dat, het gebruik maken van de kennis en kunde van wat aan talenten in Breda voorhanden is, onontbeerlijk is. Daarbij moeten politieke akkoorden niet als een bezweringsformule worden gebruikt. Als de gekozen vertegenwoordigers niet op gezette tijden oprecht ruimte maken voor inbreng vanuit de samenleving zullen zij daarvoor de rekening krijgen gepresenteerd. In Breda gaan we de uitdaging aan om uw ideeën, uw opvattingen, uw kennis en creativiteit in te zetten voor onze Bredase samenleving. Laat u dus horen door digitaal te reageren of deel te nemen aan een van de stadsgesprekken. Want Breda is van ons allemaal! Marja Heerkens Raadslid PvdA
11
12
2. Proces externe oriëntatie 2.1. Inleiding Het proces van de externe oriëntatie over de takendiscussie is onder verantwoordelijkheid van de gemeentelijke afdeling SSC/Communicatie uitgevoerd. Dit proces kan als volgt in beeld worden gebracht:
2.2. Persoonlijk spoor De externe oriëntatie heeft twee sporen gevolgd, namelijk een persoonlijk en een digitaal spoor. Wat betreft het persoonlijk spoor is een reeks van vier gesprekken georganiseerd in het Stadskantoor. Het eerste gesprek vormde een breed publieksdebat waarin, aan de hand van de vijf centrale vragen van de takendiscussie, over alle thema’s is gesproken. Dit gesprek vond plaats op 24 november 2010. Vervolgens zijn drie themagesprekken georganiseerd: ‘Vitale Stad’ (8 december 2010), ‘Thuis in Breda’ (15 december 2010) en ‘De krachten bundelen’ (12 januari 2011). Tijdens deze bijeenkomsten is een verdiepingsslag op de thema’s gemaakt, waarbij de suggesties uit zowel het publieksgesprek als het digitale spoor als inspiratiebronnen hebben gediend. Op elke avond hebben de aanwezigen, onder leiding van professionele gespreksleiders, in groepen gediscussieerd over de verschillende thema's. Raads- en commissieleden hebben tijdens de gespreksavonden de ideeën en reacties op flip-overs genoteerd en opgenomen in gespreksverslagen (zie bijlage 1). Voor de bijeenkomsten zijn open uitnodigingen gedaan, maar ook werden mensen uitgenodigd die in een eerder stadium bij de takendiscussie waren betrokken, bijvoorbeeld door een reactie op de website te geven of door deel te nemen aan een eerder gesprek. Zij hebben hiervoor zelf hun mailadres opgegeven. Iedereen was 13
bij deze gesprekken welkom. De opkomst bij de gespreksavonden was wisselend. Het publieksgesprek begon aarzelend, met zo’n 35 inwoners en vertegenwoordigers van instellingen en organisaties. Vervolgens trok de belangstelling aan: bij de bijeenkomsten over ‘Vitale Stad’, ‘Thuis in Breda’ en ‘De krachten bundelen’ schoven respectievelijk ongeveer 75, 55 en 85 geïnteresseerden aan de gesprekstafels aan. Bij deze aantallen zijn de raads- en commissieleden, die op elke bijeenkomst zeer goed waren vertegenwoordigd, niet meegeteld. Op alle avonden heerste een creatieve sfeer die een oogst aan suggesties opleverde over het vraagstuk welke taken de gemeente Breda in de toekomst niet meer moet doen, voor een deel moet doen of mogelijk anders moet doen.
2.3. Digitaal spoor Ook via het digitale spoor is de inwoners en organisaties de mogelijkheid geboden om hun ideeën aan te leveren. Op de website www.gemeenteraadbreda.nl.takendiscussie is een reactieformulier geplaatst met de vijf centrale vragen uit de takendiscussie. Er zijn 42 reactieformulieren ingevuld, die 65 reacties hebben opgeleverd (per reactieformulier was het mogelijk om op meerdere thema’s te reageren, zie bijlage 2). Op de website zijn tevens de actuele reacties zichtbaar gemaakt die via Twitter (@Takenbreda, #Takenbreda en #takendiscussiebreda) zijn geplaatst. Vooral tijdens de gespreksavonden is er volop via dit sociale medium gecommuniceerd. Het digitale spoor is ook gebruikt om belangstellenden op de hoogte te houden van de opbrengsten van de gespreksavonden en het verdere proces van de takendiscussie. Daarnaast zijn de spelregels van de website takendiscussie en de thema’s op de website toegelicht. Het was van 1 november 2010 tot en met 17 januari 2011 mogelijk om ideeën via de website aan te leveren. 2.4. Parallelle communicatie Om de stad uit te nodigen deel te nemen aan de discussie zijn het persoonlijke en digitale spoor via zogenaamde parallelle communicatie onder de aandacht gebracht. Via diverse kanalen zijn inwoners en organisaties opgeroepen om mee te doen aan de persoonlijke gesprekken en ideeën aan te leveren op de website. De parallelle communicatie is ook ingezet om te informeren over de voortgang van het proces. Tevens heeft deze communicatiewijze er voor gezorgd dat Bredanaars die minder actief zijn op internet, ook kennis hebben kunnen nemen van en deel hebben kunnen nemen aan de takendiscussie. Er is zowel gebruik gemaakt van de ‘klassieke’ communicatiekanalen als van de sociale media. Zo zijn advertenties in huis-aan-huisbladen en buurtkranten geplaatst, zijn herhaaldelijk persberichten en -uitnodigingen uitgaan om de start van de takendiscussie en de gespreksavonden aan te kondigen, is ook op de website van de gemeente aandacht besteed aan de takendiscussie en zijn de media uitgenodigd voor het bijwonen van de gespreksavonden. Voorts zijn de bijeenkomsten vastgelegd op (amateur)film die op YouTube zijn geplaatst en is in de uitgave van december 2010 van ‘Breda nu’ een uitvoerig verslag opgenomen over de takendiscussie. Via Twitter en via de dag- en weekmail van de gemeenteraad is gedurende het proces regelmatig verwezen naar nieuwe thema’s, reacties en nieuws. Tot slot is ook de ambtelijke organisatie, via Netpresenter en intranet, geïnformeerd over de takendiscussie en zo ook betrokken bij de gesprekken.
14
15
Irène Verkuylen (CDA) over de takendiscussie “Liever 10 mensen met een actieve inbreng, dan 100 mensen die met de armen over elkaar afwachten wat er gaat gebeuren”. Dat was mijn reactie na de startbijeenkomst op 24 november jl. over de takendiscussie. Er waren wat mensen teleurgesteld over de opkomst, maar wat mij betreft is de kwaliteit van de inbreng veel belangrijker dan de kwantiteit. Dank aan degenen die de moeite hadden genomen om naar het Stadskantoor te komen. Zij lieten zich zeker niet onbetuigd. De avond leverde de nodige flipover-vellen op met constructieve ideeën en uitgangspunten. En zo kennen we de Bredanaars ook: betrokken, geïnteresseerd, meedenkend, creatief, constructief. En zo willen we het ook in Breda. Niet een overheid die vanuit de ivoren toren bepaalt wat er allemaal wel of niet gebeurt in de stad, maar een stad van initiatiefrijke mensen zelf die aangeven waaraan ze behoefte hebben. Van elkaar en van de overheid. Voor mijn partij was het dan ook ondenkbaar dat we dit traject zonder de stad zouden doen. De vraag is immers fundamenteel: wat voor stad willen we zijn en welke rol heeft de gemeentelijke overheid daarin? En wat betekent dat voor onze burgers, bedrijven en al die maatschappelijke organisaties? We hebben in het verleden wel voor minder met hen overleg gevoerd. Sober, maar doelmatig: dat is het motto. Want het gemeentelijke budget voor de komende jaren moet fors omlaag, het is niet anders. Maar wat een bedreiging lijkt, biedt vaak ook kansen, en in dit geval is dat: minder overheid, maar meer maatschappij. Met ruimte voor de creativiteit in de stad, voor de kracht van mensen die samen deze mooie stad een nog mooiere stad willen maken. Waar het goed toeven blijft. Dus wel die kerstboom in de wijk, en ook die ijsbaan, en vooral ook die evenementen, groot of klein. Maar zaken wel slimmer organiseren: denk daarbij eens aan het multifunctioneel gebruik van gebouwen door verschillende organisaties. Aan sportclubs die aan kinderopvang gaan doen. Aan gebruik maken van een soort “marktplaats.nl” voor materialen die gemeenten aanschaffen. Aan re-integratie van mensen in de bijstand niet door dure bureaus, maar door maatschappelijke organisaties als de Derde Wereld Werkplaats. Aan onderhoud van sportaccommodaties door clubleden en sympathisanten. Denk ook aan toetsing aan regels achteraf, in plaats van ellenlange formulieren invullen vooraf. Want dat is uitgaan van vertrouwen in mensen, in plaats van hen bij voorbaat te wantrouwen. We willen meer maatschappij en minder overheid, maar wel een dienstbare overheid. Die burgers en organisaties ondersteunt in hun ideeën en initiatieven, en met hun meedenkt hoe deze te realiseren zijn. Die uitgaat van een “ja, mits”, in plaats van een “nee, tenzij”. De gespreksavonden over de inhoudelijke thema‟s komen eraan: op 8 december, 15 december en 12 januari heeft u allemaal de gelegenheid om uw visie te geven op úw Breda van de toekomst. Wij als raad zijn zeer benieuwd naar uw wensen, ideeën en suggesties. Ik hoop u op een van deze avonden in het Stadskantoor te mogen ontmoeten. En dan denk ik niet alleen aan mensen op persoonlijke titel, maar ook aan vertegenwoordigers van onderwijsorganisaties, zorgorganisaties, Surplus Welzijn, Breda Actief, WIJ, mensen uit organisaties op het gebied van diversiteit, woningbouwcorporaties, sportverenigingen, milieuorganisaties, organisatoren van evenementen, mensen uit de cultuursector en natuurlijk ook ondernemers, groot of klein. En niet te vergeten de vertegenwoordigers van onze wijk- en dorpsraden. Tot binnenkort! Irène Verkuylen Fractievoorzitter CDA
16
Philip Bos (D66) over de takendiscussie Samen aan de slag. Komende woensdag 12 januari vindt de laatste bijeenkomst plaats met de inwoners en vertegenwoordigers van uiteenlopende organisaties van Breda. Inmiddels zijn er een flink aantal ideeën verzameld ook via het internet. Van erfgoedbeleid, openbaar vervoer, NAC, onkruidbestrijding, subsidies, tot de inzet van vrijwilligers en mensen met een uitkering. Na volgende week zullen we moeten gaan beoordelen of alle ideeën een structurele bezuiniging mogelijk maken van zo‟n 10 miljoen. Uit de verschillende reacties blijkt in ieder geval dat iedereen er van doordrongen is dat er een andere financiële wind waait door Breda en dat de buikriem dus moet worden aangehaald. Uit de verschillende ideeën komt ook een enorme creativiteit naar voren om de uitdagingen van deze tijd aan te pakken. Dat is belangrijk want de belangrijkste sleutel voor oplossingen ligt uiteindelijk niet alleen bij de gemeente maar vooral ook bij de mensen zelf, de inwoners van Breda. De bezuinigingen moeten daarom niet alleen als doel hebben om de kosten te verlagen maar vooral ook een kans bieden om dingen anders te doen. Wat mensen voor zichzelf en anderen kunnen doen is vaak veel belangrijker en effectiever dan wat de overheid kan doen. Zo beschouwd kan de financiële uitdaging van dit moment ook leiden tot innovatie; een situatie waarin niet alles alleen maar minder wordt maar er vooral een waarin we zaken anders gaan aanpakken. Er ligt dus ook een kans om Breda samen sterker te maken. De gemeente Breda zal meer en meer moeten aansluiten op initiatieven die vanuit de inwoners worden ontwikkeld. We moeten streven naar een Breda waar initiatief wordt beloond, waar zoveel mogelijk mensen economisch zelfstandig zijn en meedoen aan het maatschappelijke proces. Een Breda waarin mensen die uitmuntend presteren daarvoor een beloning verdienen. En een Breda waarin we voor de mensen die zichzelf niet kunnen redden een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen. Ik kijk daarom weer uit naar de takendiscussie van volgende week. Het verdient een groot compliment dat elke keer opnieuw mensen bereid zijn om een avond te komen meedenken over hoe het anders en beter kan in Breda. Met deze laatste van vier rondes en het internet hebben de bewoners van Breda belangrijke input geleverd. Het is dan aan de gemeenteraad om samen met het college vorm te geven aan een sterker Breda met een lagere kosten structuur. Het is hierbij belangrijk dat we ook bij de vervolgstappen de inwoners informeren en betrokken houden. Samen aan de slag dus! Philip Bos Raadslid D66
17
18
3. Ordening reacties takendiscussie 3.1. Inleiding Op basis van de verslagen van de gespreksavonden, de reactieformulieren van de website (zie bijlagen 1 en 2) en de Twitterberichten kan worden gesteld dat de externe oriëntatie met de stad een grote hoeveelheid en een breed scala aan ideeën heeft opgeleverd ten aanzien van de centrale vraag in de takendiscussie ‘hoe het anders/beter kan’. De ideeën zijn bovendien rijp en groen: de mate van concreetheid loopt erg uiteen. In dit hoofdstuk wordt een kader gepresenteerd aan de hand waarvan enige ordening in de talrijke suggesties kan worden aangebracht. De concrete inbreng uit de stad (688 reacties) is verwerkt en geclusterd naar een aantal verbindende thema’s (keuzevragen). Per keuzevraag worden de ingediende ideeën in dit hoofdstuk vervolgens in schema’s geordend. Deze ordening kan als handvat en inzet voor de discussie dienen voor het oordeelsvormende debat. De keuze is echter facultatief. Het staat de fracties bijvoorbeeld vrij om een selectie uit de keuzevragen te maken en/of tot een andere, eigen inbreng te komen. Bijvoorbeeld door een extra keuzevraag te formuleren.
3.2. Dertien keuzevragen Een analyse van de suggesties levert een ordening naar de volgende dertien keuzevragen op:
DERTIEN KEUZEVRAGEN TAKENDISCUSSIE 1.
2.
3. 4. 5.
6. 7. 8.
9.
10.
11.
Eigen verantwoordelijkheid Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken een beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van maatschappelijke instellingen en inwoners? Kwaliteitsniveau Heeft de gemeente bij de uitvoering van haar taken kwaliteitsniveaus benoemd en is het mogelijk/wenselijk dat deze niveaus naar beneden worden bijgesteld? Vereenvoudiging regelgeving Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente haar administratieve procedures vereenvoudigt? Privatisering/uitbesteding Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente bepaalde taken privatiseert of uitbesteedt? Aansturing Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente scherpere eisen stelt aan de instellingen die zij subsidieert/faciliteert? Generen extra inkomsten Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente extra inkomsten genereert? Regionale taakdifferentiatie Is het mogelijk/wenselijk dat de diverse gemeenten in de regio bepaalde taken onderling verdelen? Ex-ante analyse Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente voorafgaande aan de invoering van beleids- en dienstverleningsprocessen een ex-ante analyse opstelt? Meer zelfvoorzienend Is het mogelijk/wenselijk dat instellingen die door de gemeente worden gesubsidieerd/gefaciliteerd (meer) zelfvoorzienend worden? Investering Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente nu investeert om daardoor later te bezuinigen/verdienen (‘kosten voor de baat’)? Beëindiging taken/investeringen Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente taken beëindigt of stopt met investeringen?
19
12. 13.
14.
Efficiency Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente haar taken efficiënter uitvoert? Bewustwording/voorlichting Is het mogelijk/wenselijk dat de gemeente via bewustwording/voorlichting mogelijkheden tot bezuinigen/verdienen bevordert? Overige suggesties
De ideeën die tijdens de takendiscussie zijn ingediend (gespreksavonden, website en Twitter), worden in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk per keuzevraag in schema’s ondergebracht. Aangetekend moet worden dat ernaar is gestreefd om zoveel mogelijk geopperde ideeën in de schema’s op te nemen. Suggesties die meerdere keren op exact dezelfde wijze zijn geformuleerd, zijn slechts één keer in het schema opgenomen. Alleen de enkele reacties waarvan de context geheel onduidelijk was, zijn niet verwerkt. De ideeën zijn niet gefilterd op feitelijke onjuistheden, juridische haalbaarheid, tegenstrijdigheden, etc. Verder geldt dat de reacties op de website veelal zijn samengevat, alvorens deze in de schema’s zijn opgenomen. In de schema’s is aangeven bij welke afzonderlijke thema’s of anders centrale thema’s van de takendiscussie de reacties zijn ingediend.5 Deze indeling is soms arbitrair, omdat sommige, vooral de meer algemene suggesties, op meerdere thema’s van toepassing zijn. Verder is het tijdens de gespreksavonden zo af en toe voorgekomen dat aan een thematafel suggesties zijn geopperd die duidelijk thuishoorden bij een andere thematafel. Deze suggesties zijn in de schema’s in dit rapport alsnog bij het passende thema geplaatst. In de bijlagen van dit rapport zijn alle verslagen van de gespreksavonden en een overzicht van alle letterlijke reacties op de website opgenomen (zie bijlage 1 en 2). De herkomst van de reacties (namen van inwoners en instellingen) is niet bijgehouden. Hoewel in de takendiscussie geen mailadres is opgevoerd om ideeën achter te laten, zijn per mail toch enkele meer uitgebreide schriftelijke reacties ontvangen. Namelijk van de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland, Stichting Tientjes en de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging. Ook is een lijst ontvangen met 35 manieren om op personeel te bezuinigen. Deze schriftelijke reacties zijn opgenomen in bijlage 3 van dit rapport. De reacties van de drie organisaties zijn ook in de schema’s in dit hoofdstuk verwerkt.
5
De reacties uit de takendiscussie zijn zoveel mogelijk verdeeld naar de afzonderlijke thema’s. Voor niet alle ideeën uit de publieksavond was dit echter mogelijk. Vandaar dat enkele suggesties onder de centrale thema’s (‘Vitale stad’, ‘Thuis in Breda’ en ‘De krachten bundelen’) zijn ondergebracht. ‘Vitale Stad’ (wonen, werken, onderwijs, veerkeer&vervoer, stedelijke ontwikkeling); ‘Thuis in Breda’ (veiligheid, natuur&milieu, openbare ruimte, cultuur&evenementen, sport); ‘De krachten bundelen’ (dienstverlening, regionale samenwerking, subsidies, sociale zekerheid en zorg&welzijn). 20
3.3. KEUZE 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
11. 12.
13.
14. 15.
Eigen verantwoordelijkheid EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID Het mogelijk maken dat mensen langer in hun eigen wijk kunnen wonen (GWI). Stimuleren om eigen woning geschikt(er) te maken. Wijkgebonden budget meer inzetten voor en door mensen uit de wijk. Wijkgebonden budget vooral inzetten voor begeleiding, niet zozeer financiële ondersteuning. Transparantie: uitgaan van (meer) kennis van de inwoners. Verkoop betaalbare percelen direct aan particulier i.p.v. aan een projectontwikkelaar, zodat mensen zelf goedkoper kunnen bouwen: meer kleinere percelen (liever 2 percelen van 500 m² dan 1 van 1000 m²). Houding van gemeente cruciaal: gemeente moet ruimte geven aan inwoners en ondernemers. Wanneer gemeente ruimte en vertrouwen geeft dan gaat de stad vanzelf meer doen. Niet betuttelen, meer vertrouwen in de ondernemer. Het bedrijfsleven meer betrekken en eerder laten instappen in het samen zoeken naar oplossingen en/of alternatieven, zoals het parkeerprobleem. De gemeente moet niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Wel kan de gemeente ondernemers stimuleren de gaten die in subsidies gaan vallen op te vullen. Zoals BN/De Stem die alle abonnementen gaat betalen die niet meer uit de Bredapas betaald worden. Toch moeten de verwachtingen niet te hooggespannen zijn. Het signaal van lokale, provinciale en nationale overheden nu is: wij (overheid) moeten bezuinigen en bedrijfsleven moet meer oppakken. Het bedrijfsleven kan niet alles oppakken. Vertrouwen geven aan de burger. Ruimte voor geven. Zal gewenningsproces zijn voor zowel de gemeente als de burger. Maar moeite waard. Vertrouwen in de burger als overheid: convenanten en harde maatregelen voor degenen die zich er niet aan houden. Als gemeente werkt op basis van vertrouwen dan kunnen veel regels worden geschrapt. Dereguleren (vooral voor ondernemers). Het voorbeeld van regels en handhaven bij evenementen laat zien dat daar veel tijd en geld in gaat zitten. Meer overlaten aan de organisator: als ze echt de fout in gaan, dan harder straffen. De gemeente zou parttime ondernemen in wijken moeten faciliteren en stimuleren om bijstand en langdurigheidtoeslag te verdienen. Kleine werkplaatsjes om bijvoorbeeld fietsen op te knappen en te verkopen. Hiervoor zouden microkredieten verstrekt kunnen worden. De regels van de WWB moeten dan versoepeld worden om deeltijd ondernemen mogelijk te maken. Waarbij de helft van wat iemand verdient deze persoon mag behouden in de bijstand. Daarnaast moeten convenanten en harde maatregelen komen voor degenen die zich er niet aan houden. Géén wij-zij-houding tussen gemeente en ondernemers. Wel wij&zij-houding. Plannen van begin af aan delen. Zowel wij als zij. Gemeente moet goed samenwerken en regie voeren, zoals Dianolog en Beste Binnenstad. Beste Binnenstad levert geldt op.
THEMA Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Werken Werken Werken Werken
Werken Werken
Werken
Werken Werken
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID (2) 16. 17. 18.
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.
Bureau Binnenstad: samen ambities afspreken. Investeren in: mensen enthousiasmeren (gemeente, Stichting Tientjes). Begeleiden, actieve reïntegratie/participatie. Vanuit eigen passie en talent mensen in beweging brengen. (Zie bijlage 3 van dit rapport: Stichting Tientjes). Werklozen wijken schoon laten maken: dagritme, ‘ze zijn van de straat’, werk wordt goedkoper gedaan, stimuleert om ander werk te zoeken. (Tegengeluid: mensen niet laten schoonmaken als taakstraf. Dit werkt stigmatiserend waardoor anderen het niet meer willen doen.) Beter benutten/uitnutten ‘Werk aan de Wijk’. Studenten veel meer inzetten als creatieve denktank; kennis benutten. Gedeelde verantwoordelijkheid koppelen aan maatschappelijke stages. Stages bijvoorbeeld inzetten voor summerscool, begeleiding buitenspelen. Mentorenproject nascholing één op één (uurtje extra): begeleiding Hbo-student of gepensioneerde leerkracht inschakelen. Gemeente zou meer met vrijwilligers moeten gaan werken. Bijvoorbeeld studenten betrekken bij allerlei activiteiten. In dat laatste geval zou met de scholen afgesproken kunnen worden dat deze activiteiten studiepunten kunnen opleveren. Voor activiteiten samenwerking zoeken met bijvoorbeeld scholen (De Rooi Pannen voor hapjes nieuwjaarsreceptie bijvoorbeeld). Gedeelde ruimte zorgt voor meer eigen verantwoordelijkheid en bespaart geld (bijvoorbeeld: geen paaltjes, verkeersborden, stoplichten, bussluizen (Nieuw Wolfslaar), 30 km-zones). Maak ook bijvoorbeeld in het verkeer mensen weer zelf verantwoordelijk Minder borden/stoplichten: mensen gaan beter opletten (zie Assen/Drachten). Verkeerslichten opheffen cq. vervangen door rotondes. Openbaar groen ‘teruggeven’ aan de buurt en de buurt verantwoordelijk maken voor het beheer van bijvoorbeeld speelvelden. ‘Groen’ en ‘grijs’ op bedrijventerrein in eigen beheer laten uitvoeren. Vergroten verantwoordelijkheid en besparing kosten. Geef ondernemers verantwoordelijkheid voor hun eigen omgeving. Organiseer duurzaam (bedrijven) parkeerbeheer: partners bij elkaar zoeken. Niet op stoel projectontwikkelaar gaan zitten. Laat die zelf overleggen met buurt. Minder bezwaren oproepen bij plannen door samenwerken gemeente – wijkraad – projectontwikkelaars (voorbeeld: Dr. Struykenplein). Gezamenlijke verantwoordelijkheid. Betrek de burger meer bij de keuzes. Buurtpreventie breed trekken. Gebruik vrijwilligers. Barometers zijn de buurtbewoners, niet de professionals. Maak een burger een stadsmarinier.
Werken Werken Werken
Werken Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid 22
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID (3) 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58.
Vernielingen zelf terugbetalen, desnoods (wanneer de betrokkene en/of ouders niet draagkrachtig zijn) met maatschappelijk inzet. Gemeente minder snel met sociale voorzieningen komen. Geef de inwoners de verantwoordelijkheid om zelf initiatief te nemen, bijvoorbeeld in een buurthuis. Maatregelen hoeven niet duur te zijn: burgers i.p.v. toezichthouders, buurtwerkers. Vraaggericht – gezamenlijk prioriteiten stellen (overheidshandelen versus eigen verantwoordelijkheid). Op het gebied van veiligheid meer op ‘natuurlijke’ plekken jongeren moeten opzoeken, daar waar jongeren zijn hen ondersteunen om daar een activiteit op te zetten. Organisaties toestaan activiteiten in de natuur te organiseren: tegenprestatie onderhoud/beheer (voorbeeld: Sprintcross). Betrek bewoners bij onderhoud/beheer omgeving en betrek bedrijven bij sponsoring. Gebruik meer organisaties uit werkveld (i.p.v. gemeente): meer vrijwilligers bij schoolprogramma’s (natuur- en milieueducatie). Meer openbaar groen laten beheren door inwoners. Wellicht door stadslandbouw: stad en platteland verbinden. Goed benutten buitengebied. Toekomstbeeld Breda in 2040: energie (besparing en opwekking duurzaam), voedsel (lokaal, biologisch, van het seizoen, enz.) en biodiversiteit (natuur in en om de stad). Concrete activiteiten op deze thema’s vragen om maatschappelijk ondernemerschap en een integrale aanpak. Activiteiten vragen om het loslaten en (deels) overdragen van verantwoordelijkheid: concessies op (daken van) overheidsgebouwen voor zonnepanelen, moestuinen en beheer openbare ruimte door burgers, etc. Andere acties vragen om een investering om vervolgens op lagere structurele kosten uit te komen. Dit vraagt veel van zowel de gemeentelijke organisaties als van het maatschappelijk veld. Het oprichten van een maatschappelijk fonds (samenleving levert geld, gemeente draagt of om niet, bijvoorbeeld daken) en een organisatie die dit fonds gaat beheren is een van de manieren om er vorm aan te geven. Bottum up-benadering: bijvoorbeeld concept buurtbeheer: laat initiatieven opborrelen. Energiebeheer, van belang is de kracht van de lokale gemeenschap. Van bedenken naar samen doen. Duurzaam, continuïteit. De Bredanaar stuurt ambtenaar aan i.p.v. bovenaf opgelegd beleid. Consumer Supported Argiculture. Benut de buitenruimte van Breda meer: de eetbare straat. Bij natuurontwikkeling kan er meer samengewerkt worden met agrariërs. Weiland of landbouw kan ook natuur zijn. Stukje mentaliteit, eigen stoepje schoonhouden (sneeuwruimen), mensen erop attenderen. Bij evenementen moeten bezoekers/bevuilers hun eigen troep opruimen, of de organisatie het opruimen laten betalen. Organiseer een soort competitie van het schoonhouden van de eigen omgeving door bewoners. Door middel van een competitie, waarbij de beste buurt of wijk bekendheid krijgt, wordt deze actie wellicht gestimuleerd.
Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu
Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte
23
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID (4) 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79.
80.
Gemeente onderhoudt buitenruimte; bewoner verantwoordelijk maken voor directe omgeving. Bladkorven terug, zodat bewoners zelf meer actief kunnen zijn (opruimen). Stimuleer zelf opruimen door bijvoorbeeld het uitdelen van (opruim)knijpers. Maatschappelijke partners meer betrekken bij onderhoud buitenruimte. Bedrijven meer stimuleren of erop aanspreken de directe omgeving schoon te houden. Gemeente stelt zout beschikbaar, zodat mensen bij gladheid zelf kunnen strooien in hun omgeving. Schoonmaken van wijken: buurten zelf laten doen. Openbaar groen: ter beschikking stellen voor moestuintjes/bloementuintjes. Opschoondagen organiseren (zwerfvuil/sneeuwruimen/grofvuil/herfstbladeren). Meer gedeelde/gezamenlijke (openbare) ruimte organiseren. Bewoners aanspreken als het vaker in dezelfde straat vuil is. Consequenties daaraan verbinden. Verzoek de 'vuurwerkburgers' de restanten van het vuurwerk zelf op te ruimen. Breda ‘Spiegelstad’: laat Bredanaars zelf evenementen organiseren i.p.v. het aan professionele organisaties overlaten. Organisatoren meer eigen verantwoordelijkheid geven m.b.t. veiligheid (boerenverstand; en regels naleven - vertrouwen). Meer kleine buurtgerichte activiteiten i.p.v. één grote; en dan de grote laten doen door de lokale organisaties (i.p.v. landelijke). Lokale bevolking/organisaties meer betrekken bij Brabant Culturele Hoofdstad 2018. Faciliteer/stimuleer ook betrokkenheid vanuit organisaties. Gemeente dient verbindingen te leggen. Gemeente moet logistiek faciliteren, maar bouwloodsen zijn een taak van de carnavalsverenigingen. Bij evenementen zou er meer naar sponsors gezocht moeten worden. Evenementen worden wel erg op prijs gesteld. Is goed voor de stad. Bij evenementen zou de horeca bij moeten dragen i.p.v. de gemeente. Horeca heeft ook het meeste profijt van al die evenementen. De kans is groot dat het aantal wijkbibliotheken in veel steden (wellicht ook in Breda) niet aan de bezuinigingen ontkomen. Wat is beter? Minder bibliotheken die gecertificeerd werken of het huidige aantal behouden met naast gekwalificeerd personeel de inzet van vrijwilligers voor eenvoudige zaken? Daardoor kan de bevolking laten zien dat het belang van een goede wijkbibliotheek voor hen van groot belang is. Beheer en inkomstenvergaring van cultuurinstellingen. Stimuleer eigen initiatief en zorg dat musea en culturele instellingen in de avonden ook open zijn en daar zelf inkomensgenerende activiteiten kunnen realiseren (kunstverkoop, muziekfestival, restaurant in museum, meer activiteiten rondom de musea en culturele podia).
Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen
Cultuur&Evenementen
24
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID (5) 81.
82.
83.
84.
85.
86. 87. 88. 89.
90.
91. 92.
93.
Geef zorgverzekeraars een rol in sportstimulatie (turnhal als voorbeeld). Er zijn voorbeelden waarbij sport- of bewegingsactiviteiten die zijn uitgevoerd onder auspiciën van een gecertificeerd zorgverlener geheel of gedeeltelijk zijn te declareren bij ziektekostenverzekeraars. De verzekeraar stelt hieraan eisen, bijvoorbeeld een jaarlijkse audit. Die kosten de gemeente dus in principe nauwelijks iets. Wellicht kunnen, breder, dergelijke projecten ook samen met verzekeraars worden ontwikkeld, waarbij zij een gedeelte van de kosten voor hun rekening nemen. Faciliteren ‘particuliere’ initiatieven. Vaak zijn kleine organisaties die actief zijn in buurt en wijk beter in staat tot het in kaart brengen van de behoefte en de meest passende werkwijze voor het realiseren van maatschappelijke doelen. Kortom: minder Surplus of Breda Actief, meer samenleving. Geef verenigingen ruimte te ondernemen. Laat verenigingen creatief zijn in het genereren van neveninkomsten. Stopzetten subsidie noodzaakt tot zoeken naar andere mogelijkheden. Organisaties/initiatiefnemers weten niet altijd wat die mogelijkheden bijvoorbeeld op buurtniveau zijn. Signaal behoefte ‘zicht’ op wat er is (ruimte, organisaties enz.). Investeren in betere samenwerking. Investeer in de kwaliteit van vrijwillige bestuurders en zorg dat hun kennis ook breder inzetbaar is. Laat organisaties op die wijze samenwerken. Sportorganisaties kunnen kennis, mogelijkheden uitwisselen met andere (buurt)initiatieven. Verantwoordelijkheid bij vrijwilligers. Accommodaties hoeven niet altijd beheerd te worden door dure (professionele) medewerkers zoals bijvoorbeeld Surplus. De gebruikmakende (sport)organisaties en vrijwilligers uit de buurt zouden daar een veel grotere rol in willen en kunnen nemen. Door gemeentelijke regels/eisen stijgen de kosten. Soms kan de gemeente beter een beetje geld beschikbaar stellen dan zelf iets aan te besteden. Clubs zijn vaak zelf in staat zaken voor onderhoud zelf te organiseren. Maak hier meer gebruik van. In het algemeen zou het bedrijfsleven meer betrokken kunnen zijn bij sport en andere activiteiten in de vorm van sponsoring. Tot nu toe verlopen alle verhuurafspraken van de atletiekaccommodatie via het Stadskantoor. Deze taak kan de gemeente overlaten aan de hoofdgebruiker, de a.v. Sprint. Het verenigingsbureau heeft de expertise en de mogelijkheden in huis om dat de coördineren. M.b.t. de regels over bouwen. De gemeente wordt verantwoordelijk gesteld voor de kwaliteit en de bouwfouten, terwijl eigenlijk de architect met zijn handtekening verantwoordelijk gesteld zou moeten kunnen worden. Zie bijvoorbeeld het dak van de Chassé parkeergarage. De gemeente moet uit haar tunneltje komen en open staan voor signalen uit de samenleving en meer door de samenleving zelf moeten laten regelen. Niet meer alles als gemeente proberen te regelen met ambtenaren, maar bijvoorbeeld de sportverenigingen meer de vrije hand geven. Zijn er andere geldbronnen aan te boren door grote ‘subsidieslurpers’ (bijvoorbeeld meer door bedrijfsleven)? Ook kijken hoe het bedrijfsleven meer betrokken kan worden: stimuleren van handelen vanuit ondernemerschap van de subsidieaanvrager overheid moet dit stimuleren en ondersteunen: informatiever In plaats van subsidie: geven van microkrediet.
Sport
Sport
Sport
Sport
Sport
Sport Sport Sport Dienstverlening
Dienstverlening
Subsidies Subsidies
Subsidies 25
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID (6) 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105.
106.
107.
108. 109. 110. 111. 112.
Meer van vertrouwen uitgaan, maar als vertrouwen wordt geschaad dan hard aanpakken. Geloven in oplossend vermogen van de mens. (Welzijns)organisaties en gemeente moeten in de organisatie zelf het goede voorbeeld geven en bijvoorbeeld gaan werken met goedkopere krachten/vrijwilligers/autodidacten en minder met dure professionals. Door de takendiscussie wordt eigenlijk al bezuinigd door het de bevolking te vragen i.p.v. dure bureaus in te schakelen. Clubs moeten zelf creatief geld verdienen i.p.v. subsidies. Meer publiek/private samenwerking met bijvoorbeeld bedrijfsleven, maar bijvoorbeeld ook studenten. Laat de Bredapas (reisjes, cursussen) helemaal sponsoren door bijvoorbeeld ondernemers. Gemeente heeft dan alleen sturende/informerende rol. (grote) Bedrijven aanspreken/helpen te matchen. Creëer een ‘3e wereldwerkplaats’ ook voor Breda. Opknappen van de goederen (computers, fietsen, rollators, scootmobielen) door en voor Bredanaars. Eigen werkplaats voor én door (licht) lichamelijk/verstandelijk beperkten. Gemeente faciliteert alleen. Sociaal maatschappelijke taken overlaten aan vrijwilligers en professionals. Het Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid heeft volop werk in de stad voor de mensen die binnen het gemeentelijk apparaat moeten afvloeien. Bijvoorbeeld (goed opgeleide) vrijwilligers voor het rijden van de leerlingen van Stichting Zuidwester, het opzetten van de betaalbare oppas voor ernstig meervoudig gehandicapte kinderen. Of vrijwilligers die op bezoek gaan bij mensen die eenzaam zijn of die in kaart brengen wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen in de Wmo en Sociale Zaken. Ook sponsoring! Mecenassen. Wat met subsidies kan, kan ook met sponsors en partnerschappen. Organisaties huren vaak dure ruimten terwijl er genoeg kantorenlocaties leegstaan. Veel bedrijven zijn bereid op enige wijze, vaak door beschikbaarstelling van spullen of expertise in hun eigen werkgebied, een bijdrage te leveren. De gemeente hoeft dit wellicht alleen maar verder te faciliteren door de bestaande netwerken verder uit te rollen en te verstevigen. Gebruik particuliere sector (leegstaande gebouwen) voor maatschappelijke activiteiten verenigingen, etc. Het instrument van de leegstandswet biedt de gemeente voldoende instrumenten om hierin te kunnen voorzien. Dit als stok achter de deur gebruiken om onwillige vastgoedeigenaren te overtuigen (en eventueel dwingen) hun verantwoordelijkheid te nemen. Zet maatschappelijk betrokken ondernemers in. Gebruik de kracht van kleine organisaties. Zij zitten midden in het netwerk en bezitten waardevolle informatie waar alle spelers in het veld van zorg en welzijn hun voordeel kunnen doen. Verantwoordelijkheidsladder consequent toepassen: uitgaan van eigen kracht. Vergroot zelfredzaamheid. Gebruik professionaliteit maatschappelijke organisaties; niet als gemeente zonder meer inspringen op hulpvraag (integrale vroeghulp).
Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Sociale zekerheid
Subsidies
Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn
26
EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID (7) 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126.
Langer thuis blijven wonen ouderen = minder kosten zorg. Meer informele zorg – minder professionele zorg. Ook senioren mantelzorgers. De grote zorginstellingen zouden de vrijwilligers moeten ondersteunen, zodat er minder dure professionals nodig zijn. Dorpsraad gebruiken als klankbord. Gebruik ervaringsdeskundigheid. Betrokken ondernemers willen veel doen. Vroegtijdig betrekken alle partijen (zoals was/is bij waarderend vernieuwen). Burgers op gesprek vragen (het zijn ‘ervaringsdeskundigen’). Ruilhandel tussen buurten (werk met werk maken). Ruimte bieden aan particulier initiatief/maatschappelijk middenveld. Rol lokale overheid: katalysator, voorlichter. Stel minder eisen aan vrijwilligers, dan zijn het er meer. Minder formeel/minder structuur, meer aan samenleving en vrijwilligers overlaten. Al het werk moet door vrijwilligers gebeuren. Deel van de ambtenaren, daar waar mogelijk, vervangen door vrijwilligers (om dienstverlening te borgen).
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Thuis in Breda Krachten bundelen Krachten bundelen Krachten bundelen
27
3.4. KEUZE 2 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Kwaliteitsniveau KWALITEITSNIVEAU Vestigingsklimaat moet goed blijven. Breda moet niet te groot worden, plaatselijke voorzieningen i.v.m. vrije tijd zijn ook belangrijk. Wel geld uitgeven, maar duidelijker kijken waaraan meer versus minder. Geen gekleurde tegels (grijs is het goedkoopst, geen chique gedoe). Autowegen mogen gerust minder onderhouden worden in het centrum. Dan rijden ze ook wat langzamer. Natuurlijk moeten grote gaten in de weg wel hersteld worden. Fietspaden en trottoir moeten wel onderhouden worden, dat is te gevaarlijk. Minder prestigieuze plannen: basiskwaliteit is genoeg (2e Mark, Chasséplein/parking). Kwaliteitscontrole op onderhoud van buitenruimte. Minder onderhoud in het Valkenberg. Moet dat er beter uitzien dan de rest van de wijken? Ook wijken onderling moeten gelijk behandeld worden wat betreft onderhoud. Minder onderhoudskosten door openbaar groen uit te dunnen (doorzichtigheid vergroten = veiligheid vergroten). Als speeltoestellen kapot gemaakt zijn dan niet meer herstellen, maar weghalen, en duurzamere en goedkopere toestellen. Paaltjes op hofjes weghalen. Die worden 1x per maand omvergereden en dan komen er vier mannen om de plaatjes weer overeind te zetten. Haal de paaltjes weg als ze niet meer nodig zijn, geen functie meer hebben. Straatmeubilair wat overbodig is verwijderen of verplaatsen. Maak een basis onderhoudrooster voor de stad en laat het overig onderhoud melden bij het Meldpunt. Laat het melden door bewoners van de stad en bijvoorbeeld vuilnismannen in bijvoorbeeld een logboekje. Speelveldjes kunnen goedkoper en spannender. Meer avontuurlijke speelplekken. Gebruik tweedehands speeltoestellen. Er hoeven niet overal Cruyffcourts aangelegd te worden, maar multifunctionele veldjes. In ieder geval investeren in basiskwaliteit. Frequentie van schoonmaken onder de loep nemen. Minder grasmaaien. Grasmaaiers niet te laag laten staan, wordt het grasveld wordt gesloopt (kost geld). Sloten en bermen minder maaien. Is ook beter voor variatie van bloemen en insecten, maar scheelt ook onderhoudskosten. Stoppen met het rigoureus overal snoeien van bomen eens in de 2-3 jaar. Het met regelmaat weghalen van de onderste takken is volstrekt onnodig en maakt de boom er niet mooier op. Onkruidbestrijding gewoon weer op de ouderwetse manier met onkruidbestrijdingsmiddelen, i.p.v. elke zoveel tijd de BSW met een paar gasbrandertjes de straat op sturen.
THEMA Werken Werken Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte
28
KWALITEITSNIVEAU (2) 20.
21. 22. 23.
Er zijn voldoende milieuvriendelijke middelen en technieken beschikbaar om een redelijk schoon Breda te bereiken. De zogenaamde milieuschade door middelen is kleiner dan de milieudruk als gevolg van de productie van bijvoorbeeld borstelapparatuur en onderhoud, het verbruik van brandstof, etc. Bij het achterwege blijven van schone straten en stoepen, neemt de inwoner van Breda het in eigen hand met als gevolg gebruik van verkeerde middelen en onverantwoord hoge concentraties. Bij het kader van het minimaliseren/stoppen van gemeentelijke taken kan gedacht worden aan het onderhoud van openbaar groen, schoonhouden wegen/trottoirs, etc. Bij kunst in de openbare ruimte moet goed afgewogen worden of dit nodig is of dat dit uitgesteld zou kunnen worden. De grote keien op een plein werden als geldverspilling gezien. Sobere uitvoering woningaanpassingen.
Openbare ruimte
Openbare ruimte Cultuur&Evenementen Zorg&Welzijn
29
3.5. KEUZE 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Vereenvoudiging regelgeving VEREENVOUDIGING REGELGEVING Flexibeler worden met bestemmingsplannen voor bijvoorbeeld voorzieningen voor mantelzorgers. Aanbouw voor mantelzorgers bij bestaande bouw makkelijker/mogelijk maken. Soepelere procedures voor bijvoorbeeld projectontwikkelaars. Mogelijkheid tot bouwen in eigen beheer, niet alleen grote maar ook kleine percelen grond aanbieden. Financieel haalbaar maken om kleine percelen te kopen. Minder regels/bureaucratie bij aanvragen, bijvoorbeeld bij woningaanpassingen. Meer garantstelling vanuit de overheid om diversiteit te creëren, bijvoorbeeld bij koop en bouw. Bouwen in eigen beheer ook toepassen in herstructureringswijken, ook om meer diversiteit te creëren. Regelgeving meer weghalen. Vertrouwen in burger/bedrijven dan is regelgeving minder nodig. Dus meer vertrouwen, minder regels. Denken in convenanten/regeldruk verminderen = besparen. De gemeente mag sturen, maar dan wel inventiever en creatiever omgaan met de regels. Minder regelgeving, meer vertrouwen in ondernemers, en de regels die er wel zijn (die nodig zijn) goed handhaven. Dit voor bestaande ondernemers, maar ook voor nieuwe initiatieven zoals bijvoorbeeld ideeën om mensen vanuit de bijstand een eigen onderneming te laten starten: andere kijk op participatiebeleid, maar nu nog weerbarstig door de brei aan regelgeving voor startende ondernemers. Regels te knellend bij initiatief uitkeringen; meer enthousiasme en beweging. Inschrijving bij Kamer van Koophandel voelt als ‘crimineel’, erg betuttelend, veel regels. Plank wordt misgeslagen als toeristenbelasting wordt ingevoerd (75% besteding in de stad – 25% in hotel); schrikt toeristen af. Effectievere inzet subsidie en uren van scholen beter benutten: minder administratie. Wijzigen/verbreden bestemmingsplannen om nieuwe economische activiteit te generen. Minder boetes: politie beloont goed gedrag (voorbeeld: in Australië daalt/daalde de criminaliteit 80%). Versimpel procedure/aanvraag voor evenement. Minder vergunningen afgeven voor evenementen en investeren in voorlichting/kennis overdracht m.b.t. veiligheid. Bij voorkeur centraal (efficiency) en ‘experts’ (CityStewards). Waarom mensen van 90 jaar nog verplichten een identiteitskaart te hebben? Mensen van boven de 75 jaar een geldig blijvende identiteitskaart geven. Nog minder regelgeving (dus minder vergunningverlening en handhaving). De Bredapas zou gedifferentieerd kunnen worden naar verschillende doelgroepen.
THEMA Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Werken Werken Werken Werken
Werken Werken Werken Onderwijs Stedelijke ontwikkeling Veiligheid Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Dienstverlening Dienstverlening Sociale zekerheid
30
VEREENVOUDIGING REGELGEVING (2) 24. 25.
26. 27. 28. 29. 30. 31.
Maak deeltijd ondernemen mogelijk en makkelijk vanuit de bijstand en UWV. Gemeente zou voor kansloze groepen de wet- en/of regelgeving moeten ‘buigen’: geef mensen de ruimte om naast uitkering te ondernemen, zonder (volledig) gekort te worden op uitkering (bijvoorbeeld 300 euro bijverdienen, 200 minder). Pas regels (sollicitatieplicht) aan. Ondernemen bij uitkering stimuleren; niet (financieel) straffen. Ouderen uitsluiten van sollicitatieplicht. Waarom een oudere (langdurig) werkzoekende zonder perspectief in een (of meerdere) dure reïntegratietraject(en) sturen? In plaats van duur reïntegratietraject vrijwilligerswerk toestaan, zodat talenten benut worden. Spreek een kader af met doelen, zonder te veel regels. Kaders stellen en daarbinnen laten uitwerken (minder regels). Bezuinigingsmogelijkheden m.b.t. regeldrukbestrijding: Regionale Regeldrukbestrijdiging, welstand, bestemmingsplannen, voorfases bouwaanvragen en vergunningentraject. (Zie bijlage 3 van dit rapport: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland.)
Sociale zekerheid Sociale zekerheid
Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Vitale Stad Vitale Stad Overig
31
3.6. KEUZE 4 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Privatisering/uitbesteding PRIVATISERING/UITBESTEDING Gemeente regie voeren op taken die kunnen worden uitbesteed: bijvoorbeeld afval op afstand (uitbesteden) en BSW op afstand. Gemeente heeft teveel taken afgestoten. WSW/WWB/WIJ privatiseren. Arbeidsbemiddeling via marktpartijen. Meer werken laten doen door de BSW zoals groenvoorziening, gemeentepost bezorgen, schoonmaak, kantine, repro, drukwerk. BSW heeft dan meer inkomsten, meer mensen uit de sociale werkvoorziening kunnen aan het werk en de kosten voor de gemeente worden lager. Privatiseren gemeentelijke bedrijven waar mogelijk. Parkeerbedrijf privatiseren en/of beheertaken afstoten (onder voorwaarden). ‘Park & Boat’ bij Krouwelaershaven wel faciliteren, maar uitbesteden. Ontwerp en aanleg infrastructuur via de markt. Maak gebruik van de expertise van marktbureaus die ontwerpen/klussen regelmatig doen, in plaats van als gemeente zelf het wiel uit te vinden. Regierol door gemeente, uitvoering door markt. Het onderhoud/beheer van openbare ruimte afstoten aan private partijen of BSW. Gebruik meedenk-rol zorgaanbieders. Voorkom dubbele indicatiestelling Wmo/besteed uit aan zorgaanbieders. Zorgaanbieders merkten op dat soms een intake meerdere malen gedaan wordt door verschillende organisaties. Soms de gemeente, soms het zorgloket, dan weer een aanbieder. Efficiënter werken kan tijd en daarmee geld besparen en is ook prettiger voor de cliënt. Privatiseren zorg, maar wel vangnet. Diverse partijen in de stad vragen/opdracht ‘aanbesteden’. Meer marktwerking (afwijken van vaste leveranciers). Inkoopbeleid gemeente doorlichten. Veelal kan privatisering kosten besparen, denk aan ophalen huisafval. Vele activiteiten/diensten kunnen door particulieren cq. ondernemers worden overgenomen cq. kan men aan deelnemen. Controle, deskundigheid, aansturing blijven gewenst vanuit de gemeente. Alles wat door de markt kan worden opgepakt, kan door de overheid worden afgestoten of op afstand geplaatst. Dat betekent alle uitvoeringstaken die door de markt efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Alle beheertaken op de markt brengen.
THEMA Werken Werken Werken Werken Werken
Werken Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Openbare ruimte Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Overig Overig Overig Overig Overig Overig
32
3.7. KEUZE 5 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7.
8. 9.
10.
11. 12. 13.
Aansturing AANSTURING Striktere handhaving op hogere inkomens in goedkopere woningen (corporaties). Bij subsidieaanvragen beoordelen op innovativiteit en of instellingen stageplekken bieden. Te weinig zichtbare resultaten. Resultaten van inzet/projecten zichtbaar maken en toetsen hoeverre dat ze voldoen op de afgesproken taakstelling. En goede controle op uitgaven. Gemeente moet bedrijven die uitvoeren controleren (streng!) en fouten laten herstellen. Als openbare werken worden opgeleverd is dat niet altijd meteen goed. Vaak duurt het lang voordat deze onvolkomenheden worden hersteld. Het lijkt wel of er onvoldoende toezicht is bij de oplevering van werk. Stel een borgsom in bij dit soort klussen. Aannemers krijgen die pas terug als het werk gecontroleerd is en goed bevonden. Geen automatische subsidie op ledenaantal (o.i.d.), maar maatwerk, gebaseerd op doelen. Strenger controleren/afrekenen. Het beoogde rendement van projecten is niet altijd even helder beschreven. Er zijn daarnaast projecten die de beoogde doelstelling niet halen. Door strenger te controleren en ook scherpere afrekeningcriteria te hanteren kunnen de niet-succesvolle projecten sneller gestaakt worden, waarmee ruimte vrij komt voor dan wel besparingen, dan wel andere projecten met eenzelfde doel. Subsidies alleen voor ‘goede’ projecten, maar ga daar vol voor. Een goed project moet door kunnen lopen. Een project dat zich bewezen heeft zou ook minder gecontroleerd hoeven te worden. Vele verenigingen/instellingen ontvangen subsidies. Laat de marktwerking hierop los. Geen vraag dan ook geen aanbod (kunst/theater, etc.). Uitzonderingen voor verenigingen/instellingen die zich bezig houden met hulp/sport/contacten voor personen met een geestelijke of lichamelijke beperking. Controle van wat gebeurt met subsidies: betere toetsing; feedback; relevantie; doeltreffendheid; hoeveel mensen zijn bereikt. Meer sturen op effecten bij het verstrekken van subsidies. Organisaties moeten ‘bedrijfsplan’ indienen, draagvlak wijkbewoners door bijvoorbeeld informatie van stadsmarinier of wijkagent meten. Subsidieaanvragers anders tegen subsidie aan laten kijken. Subsidie is geen gift, er moet wel wat voor worden gedaan. Meer zakelijke aanpak. Strenger optreden tegen subsidieontvangers die zich niet aan de regels houden; beter handhaven. Betere controle op subsidies aan instellingen, kijk naar de effecten en mogelijkheden om samen te werken (de instellingen).
THEMA Wonen Onderwijs Veiligheid Openbare ruimte Openbare ruimte
Cultuur&Evenementen Sport
Sport Subsidies
Subsidies
Subsidies Subsidies Subsidies
33
AANSTURING (2) 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
26. 27. 28.
29.
Sturing geven aan/coördinatie wanneer wel/geen subsidie. Zelf toetsingscriteria opstellen door organisatie, aan de hand waarvan men wil worden getoetst. Subsidie zou kunnen worden gezien als een ingekochte dienst, die de gemeente wil laten uitvoeren omdat zij het een relevante maatschappelijke activiteit vindt: zakelijkere toetsing. Niet alle resultaten zijn kwantificeerbaar en niet op die manier meetbaar. Bij aanvrager strenger worden: maatschappelijk relevante onderwerpen. Vaker nee zeggen op aanvragen, gezond wantrouwen bij beoordelen. Subsidieverstrekking door een onafhankelijke commissie om te voorkomen dat grote ‘subsidieslurpers’ die goed kunnen lobbyen teveel krijgen. Subsidies wat minder vanzelfsprekend, verbinden aan activiteiten die georganiseerd worden. Bewijslast omkeren: wat zou er gebeuren als de gemeente bepaalde clubs geen subsidie meer geeft. Belang aantonen. Toon aan welke problemen de club gaat oplossen. Kijken wat de burgers aangeboden krijgen en wat ze daar zelf voor over hebben (toegangskaartje 1 euro duurder = minder subsidie). Kiezen voor bijvoorbeeld kwaliteit of behoefte (bezoekersaantallen als leidraad bij verstrekking). Sportverenigingen moeten zich zichtbaar en controleerbaar inspannen om alternatieve inkomsten te genereren. Deze clubs geen status aparte geven. De gemeente kan bij de uitvoering van taken c.q. het verstrekken van subsidies bezuinigen door de 'bewijslast' om te keren. Niet de vraag of ze leiden tot voldoende tevredenheid bij de burgers is van belang, maar de vraag of ze leiden tot teveel ontevredenheid als ze niet of minder worden uitgevoerd. Want tussen tevredenheid en ontevredenheid zit een grote ruimte: onverschilligheid, het kan de burgers niet schelen of ze wel of niet gebeuren. Daar zit een enorm potentieel aan bezuinigingen. Meer beroep doen op het maatschappelijk ondernemen van bedrijfsleven: keurmerk aan hangen. Gemeente mag clubs die subsidies krijgen (en hetzelfde doen) dwingen om samen te werken. Gemeente zou als opdrachtgever bedrijven mogen eisen: - maatschappelijk te ondernemen - % jongeren in dienst te nemen - Bredapas te sponsoren - % Bredase (werklozen) in dienst te nemen Maatschappelijke organisaties sturen/dwingen meer samen te doen (locatie/accommodatie).
Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
Subsidies Subsidies Sociale zekerheid
Zorg&Welzijn
34
AANSTURING (3) 30.
Ga bij indicatie-instelling/toewijzing zorg uit van vertrouwen en controleer steekproefsgewijs. Een aantal zorgaanbieders heeft laten zien betrouwbaar te zijn. Deze hoeven minder vaak gecontroleerd te worden. Er kan een systeem worden ingevoegd dat krediet kan worden opgebouwd. Opgebouwd krediet betekent een meer vrije rol, minder controle van de overheid. Wanneer bij een steekproef ongeoorloofde zaken aan de orde komen, kan verder onderzoek gedaan worden. Uiteraard met een bonus/malus systeem: geschonden vertrouwen betekent in principe ook inleveren van die ruimte.
Zorg&Welzijn
35
3.8. KEUZE 6 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Genereren extra inkomsten GENEREREN EXTRA INKOMSTEN OZB verhogen bij huizen van bijvoorbeeld 4,5/5 ton. Verhogen van de OZB van huizen boven 3,5 ton. Belast de grondverkoop per m² t.b.v. huizen ter waarde van meer dan € 400.000 extra, zodat de subsidies aan bereikbare woningbouw kan worden gerealiseerd. Restperceel dat grenst aan het huis verkopen (snippergroen). Groen/gemeentegrond te koop aanbieden aan aangrenzende woningen. Scheelt kosten groenvoorziening/onderhoud. Mensen deel van uitkering ‘zelf’ laten verdienen. Meer koopavonden of openingstijden van winkels bij betaalde parkeerplekken genereert ook meer geld. Verhoog parkeertarieven op piekmomenten op gewilde locaties. Bij nieuwbouw kantoren hogere parkeernorm; oplossen latere problemen kost gemeente geld. Geen gratis fietsenstalling. Meer fietsenstallingen = minder puinruimen. Bussluizen met camera’s: kenteken = tolgeld. Op ochtenden van een periodieke schoonmaak van een straat een controleur boetes laten uitschrijven voor auto’s die, ondanks het parkeerverbod, toch in de betreffende straat staan geparkeerd. Strenger handhaven door eigen parkeerbedrijf op plaatsen waar schade is door foutparkeren aan bijvoorbeeld stoep/fietspad. Ten gelde maken (verhuren) van braakliggende terreinen. Verhuur van gemeentelijke locaties die zich daarvoor lenen aan derden. Bijzondere horeca op gemeentelijke locaties (zwembaden, culturele instellingen, musea) aantrekkelijk voor een groter publiek. Schade aan gemeenschapszaken moet altijd verhaald worden. Indien dat veroorzaakt wordt door kinderen, dan bij de ouders verhalen. Meer toezichthouders die kleine boetes uitdelen voor asociaal gedrag. Gemeentelijk Energiebedrijf. Snoeihout uit de stad/regio. Hanteer meer boetes voor vervuiling op straat. Opruimen weesfietsen en fietswrakken. Deze opknappen of verkopen als schroot of oud ijzer. Het ruimen is mogelijk door de BSW of aanverwante organisatie te doen. Het opknappen kan door een soortgelijke organisatie. Het aanzien van de binnenstad wordt verhoogd tegen minimale kosten of misschien met winst.
THEMA Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Werken Werken Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Veiligheid Veiligheid Natuur&Milieu Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte
36
GENEREREN EXTRA INKOMSTEN (2) 23. 24.
25. 26. 27. 28. 29.
Goede diensten/producten die Breda uitvoert ook voor andere gemeenten doen en hiermee inkomsten genereren, bijvoorbeeld ophalen huisvuil. Meer Europese subsidies binnen zien te halen. Omdat de wetgeving complex is en de gemeente zelf wellicht niet voldoende expertise in huis heeft, moeten gespecialiseerde subsidiebureaus die op ‘no cure, no pay’ basis werken, worden ingeschakeld. Die kunnen dan kijken op wat voor gebieden de gemeente subsidies nog niet aanvraagt of misloopt omdat de aanvraag niet goed wordt ingediend. Lobbyen voor Europese regionale subsidies. Het ophogen van de huren van de gemeenschapshuizen met een percentage. Stadsloterij. Invoering toeristenbelasting. Een eigen bijdrage vragen voor huidige gratis diensten.
Reg. samenwerking Subsidies
Subsidies Zorg&Welzijn Krachten bundelen Overig Overig
37
3.9. KEUZE 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Regionale taakdifferentiatie REGIONALE TAAKDIFFERENTIATIE Regionale samenwerking in West-Brabant door meer gezamenlijk te gaan inkopen, een regionale brandweer en door samen te werken op het gebied van bedrijventerreinen is veel schaalwinst en efficiëntie te behalen. Een gezamenlijk grondbeleid/grondbedrijf, waarbij het grondbeleid niet gebruikt mag worden voor tekorten (regionaal). Gezamenlijke lobby van de West-Brabantse gemeentes richting Brussel zou geld moeten opleveren. De regionale en internationale verbanden zouden beter gebruikt kunnen worden. Ook meer inzicht in en gebruik maken van subsidies. Uitkeringen regionaal uitvoeren. Gemeente(grens)overschrijdende projecten samen/breed aanbesteden. Het opschalen van stedelijke ontwikkeling naar regionaal niveau leidt tot besparing op uitvoeringskosten; minder ambtenaren voor planontwikkeling en -uitvoering. Cultuur opsplitsen ‘per regio’/toekennen aan steden (dus beeldcultuur aan Breda, podiumkunsten aan Tilburg, etc.). Regionale samenwerking leerlingenvervoer, rijbewijzen, paspoorten, documenten langer geldig. Uitruilen van ambtenaren en kennis tussen verschillende gemeentelijke organisaties, zoals stoplichtdeskundige van Breda. Back-office combineren, zoals belasting, bespaart geld. Grootste besparing zou zijn Brabant 1 (één) Gemeente. Bouwen en bouwcontroles meer centraal regelen, bijvoorbeeld bij B5. Bedrijfsvoering/middelenfunctie combineren. Schaken op meerdere borden, zoals de B5 steden (opbrengst: goede lobby naar Brussel en de economische kracht van de samenwerking) en West-Brabant (opbrengst: van belang voor haven van Rotterdam). Kennisdelen ook erg belangrijk, bijvoorbeeld bij Surplus: eerst investeren dan incasseren. Samenwerking GGD met koepelorganisatie op gebied van vrijwilligers wat betreft vertrouwenspersonen binnen een project bij preventie van seksueel misbruik: resultaat zuiniger en kwalitatief beter. Breda Actief als structuur en organisatie uitrollen over meerdere gemeenten. Grotere organisaties als Amarant en Surplus werken nog langs elkaar heen; gemeente regierol om beter te stroomlijnen, geen dubbelingen, verbinden. Van groot werken naar meer kleinschalig, bijvoorbeeld thuiszorg. Beter harmoniseren regionaal; concessies doen; gemeenteraden op sommige gebieden te star; beginnen met zaken waar politiek niet van wakker ligt, middelenniveau; natuurlijke partners zoeken. Kunst is te bepalen wat grote beslissers als woningcorporaties of grote ondernemers willen, en te krijgen wat de stad wil.
THEMA Werken Werken Werken Werken Werken Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Cultuur&Evenementen Dienstverlening Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking 38
REGIONALE TAAKDIFFERENTIATIE (2) 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.
Gemeente moet haar regiorol gaan verstevigen: ander soort organisatie, op een hoger niveau. Minder uitvoerend; voor uitvoerende zaken moeten partners worden gezocht. Verticale hiërarchie met gemeente bovenaan is allang niet meer, veel meer gelijkwaardige partners. Klant is uitgangspunt: die moet er uiteindelijk beter van worden. Vervolgvraag zou kunnen zijn: moeten inwoners van sommige zaken slechter worden waardoor ze daardoor geen beroep meer doen op gemeente? Afbakenen/keuzes maken: wat niet meer doen? Assets van de stad beter gebruiken, meer grote spraakmakende evenementen. Politieke partijen moeten ook regionaal overleggen, geldt ook voor gemeenteraden. Saamhorigheid moet gecreëerd worden. Keuze voor beleidsterrein is bepalend voor waar de samenwerking wordt gezocht. Minder lasten door samenwerken met regiogemeenten (maak gebruik van elkaars ‘best practices’). Ambassadeurs uit buurten (andere gemeenten/gemeentelijke samenwerking) benutten. IJshal van Breda ook gebruiken in de zomer, bijvoorbeeld voor de Brabantse Wieler 6-daagse. Daarmee Breda nog steviger positioneren in de regio.
Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking Reg. samenwerking
39
3.10. Ex-ante analyse KEUZE 8 1. 2. 3. 4.
5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
EX-ANTE ANALYSE Doorlopend inspelen op (toekomstige) vraag op de woningmarkt. Niet alleen kijken welke woningen op dit moment gewenst zijn, maar ook in de toekomst. De gemeente moet een analyse uitvoeren waar de krapte op de arbeidsmarkt gaat komen. Als er geïnvesteerd wordt in mensen en gericht op die krapte zal dat tot gevolg hebben dat er minder mensen een beroep moeten doen op een uitkering. Het goed doordenken van grote investeringen voorkomt bezwaren, langdurige procedures, etc. Bij de discussie over het accommodatiebeleid in het verleden is onvoldoende gekeken naar faciliteiten van de diverse organisaties in de wijken. Dit heeft geleid tot onderbezetting van door de gemeente gebouwde ruimtes. Dit betreft bijvoorbeeld ouderensteunpunten, dorps- en wijkhuizen, etc. Een analyse van het gebruik is nodig om een meer rendabel gebruik van deze ruimtes te bereiken. Breng de besparing van de buurtpreventie in beeld (niet alleen de inbraken, maar ook de politie-inzet). Stadsmariniers moeten met een nulmeting beginnen zodat men ieder jaar kan zien wat de behaalde resultaten zijn in het werkgebied. Geen of weinig resultaten betekent vervanging of ontslag, omdat het anders zonde is van het hoge vergoedingen die er tegenover staan. Stel realistische toekomstproof-plannen en breng het naar nu: houd rekening met bevolkingsgroei/afname, houd rekening met ontwikkelingen t.a.v. techniek, demografisch; wat voor stad wordt Breda? Overlap in subsidies voorkomen. Sommige projecten in dezelfde wijk proberen dezelfde doelstellingen te bereiken. Deze doublures zijn niet alleen verspilling, maar kunnen elkaars succes zelfs afremmen. Een goede inventarisatie zou dat kunnen voorkomen. Onderzoek de zorgvraag in plaats van voorzieningenvraag ‘vraag achter de vraag’. Goede analyse vooraf met alle partijen/betrokkenen bij plannen maken en ontwikkelen. Door het bundelen van alle/vele vrijwilligersorganisaties kan dubbeling van taken vervallen. Een opgave vooraf zou gewenst zijn van welke taken de gemeente doet en wat door derden gedaan zou kunnen worden.
THEMA Wonen Werken Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling
Veiligheid Veiligheid
Natuur&Milieu Sport Zorg&Welzijn Vitale Stad Overig
40
3.11. Meer zelfvoorzienend KEUZE 9 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
MEER ZELFVOORZIENEND Beveiliging bij voetbalwedstrijden, ook bij zgn. risicowedstrijden voor rekening van NAC zelf. NAC wordt zwaar gesubsidieerd. De horeca moet dit ook zelf doen. Evenementen die gericht zijn op méér dan Breda (landelijke uitstraling) moeten zichzelf bedruipen. Minder subsidie naar het Graphic Design Museum. Minder subsidie naar het Chassé Theater. Minder subsidie Chassé, Mezz. NAC moet zichzelf bedruipen. Het is gewoon een bedrijf. De gemeente mag geen geld lenen aan NAC. De gemeente moet het geld dat zij uitgeeft ter ondersteuning van NAC minimaliseren. NAC niet meer bijspringen als deze club tekort komt. Volledig stoppen met alle bemoeienissen met NAC, zowel financieel, bestuurlijk. Alle bemoeienissen met NAC kunnen 100% over worden gelaten aan de KNVB. Grote instellingen zoals IMW, GGZ en Kentron minder subsidie en meer focussen op vrijwilligers en laagdrempelige organisaties (die bereiken meer mensen en gemakkelijker). Pleidooi om organisaties die (te) subsidieafhankelijk zijn veel zelfredzamer te maken. Daar ligt de rol van de gemeente.
THEMA Veiligheid Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Sport Sport Sport Sport Subsidies Subsidies
41
3.12. Investering KEUZE 10 1.
2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
INVESTERING Starters op woningmarkt behouden door continu aanbod naar hun wens te bouwen. Ze hoeven dan niet uit te wijken naar bijvoorbeeld Etten-Leur. In de dorpen wordt te weinig gebouwd voor de kinderen van eigen inwoners. Daardoor vertrekken ze naar andere, goedkopere gemeenten. Grondprijzen verlagen zodat er meer grond verkocht wordt en er meer woningen gebouwd worden. Dit stimuleert ook de economie/ woningbouw. Geld binnenhalen door groei, niet door bezuinigingen. Als de stad groeit, zijn er ook meer mensen aan het werk. Voor behoud van de werkgelegenheid is het van belang dat economisch beleid en revitalisering van bedrijventerreinen op de agenda blijven staan. Zorg voor een aantrekkelijker vestigingsklimaat in Breda. Een goed vestigingsklimaat is meer dan wonen; ook vervoer, een mooie omgeving, een goede vrijetijdsinvulling en voorzieningen zijn nodig om de stad aantrekkelijker te maken. Een internationale school is een goed voorbeeld van een voorziening die nodig is om te willen groeien. Kenniscentra moeten zich verder kunnen ontwikkelen. Een goede koppeling met het bedrijfsleven is daarbij van belang. Investeren in kenniseconomie levert geld op. Er is behoefte aan woningen in de middensector. Zorgelijk dat woningen geschrapt worden in een groeistad; Breda moet blijven groeien en kan dat ook. Pas op met verkrampte houding bij bezuinigingen: kerntaken moeten dynamisch zijn, tot investeringen leiden. Creëren van werkgelegenheid moet hoofdtaak/bezigheid van de overheid zijn. Dat biedt mogelijkheden voor inwoners en ondernemers. Er ontstaat dan ruimte en vertrouwen waardoor de stad vanzelf meer gaat doen. Te weinig bedrijfsruimte aanwezig: grond voor bedrijven en generen van ideeën. Openbaar vervoer goedkoper. Taak eventueel voor bedrijfsleven om oplossing te zoeken. Uitbreiding sociale werkvoorziening: iedereen kan wat. Dit levert een bijdrage aan voorzieningen in stad (zoals fietsenstalling/ sneeuwruimen). Actiever lobbyen om bedrijven zich in Breda te laten vestigen. Oprichten lobbygroep speciaal voor Breda (zoals Rewin voor WestBrabant). Beste manier om te bezuinigen is te investeren. Studenten kosten extra geld, maar leveren op termijn ook op. Hoge scholen krijgen steeds stevigere positie, waardoor studenten aan de stad worden gebonden. Hiervoor moeten voldoende starterswoningen zijn. Omgeving van scholen veiliger, ruimte voor buitenspelen, rust brengen, natuur; besparing op volksgezondheid.
THEMA Wonen
Wonen Werken Werken Werken
Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs 42
INVESTERING (2) 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
39.
Openbaar Vervoer bevorderen, dan neemt particulier vervoer af. Dit leidt tot minder wegen aanleggen. Parkeerdruk vermindert. Economische aantrekkelijkheid stad verbetert. De naam van de parkeerplaatsen op de DPRIS verlichten: is in het donker niet te lezen. Blijf investeren in haalbare (nut/noodzaak) projecten. Stimuleer investeringen marktpartijen. Bedrijven moeten betalen voor parkeerterreinaanleg. Geef bedrijven daar ook de ruimte voor. Aanleg transferia zorgt voor het aantrekkelijker maken van de binnenstad. Benut hiervoor het CSM-terrein. Maak van bestaande bedrijven-/NAC- parkeerterreinen transferia voor piekmomenten – combineer met Openbaar Vervoer Shuttle bussen door bedrijven/parkmanagement. Meer controle op uitgevoerde straatwerken. Kies voor goede, verantwoorde kwaliteit m.b.t. materiaal en uitvoering. Besparing door betere kwaliteit op regulier beheer. In één keer goed oplossen (goede, verantwoorde kwaliteit) i.p.v. lapmiddelen (minder kwaliteit). Meer woningen maakt het voor bedrijven makkelijker om personeel uit het hele land aan te trekken. Gebrek aan betaalbare woningen is een negatieve impuls en leidt o.a. tot leegstand van kantoren. Bij provincie pleiten voor meer woningen. Kwaliteit van de stad blijven uitdragen dus investeren in zichtbare stadszaken; geen braakliggende terreinen bij de ingang van de stad. Prioriteit voor de gebieden die langs de routes liggen naar de binnenstad. Als de kwaliteit van wat nieuw ontwikkeld wordt goed is, trekt dat bedrijvigheid aan. Nu op onderhoud bezuinigen betekent extra kosten in de toekomst. Braakliggende terreinen ten gelde maken. Als de gemeente haar grond nu iets goedkoper verkoopt, brengt dat in de toekomst werkgelegenheid en dus belastinginkomsten op. Inventariseren in kwaliteitsverbetering: revitaliseren door verbeteren (openbaar) vervoer, infrastructuur, openbare ruimte. Accent op bestaande stad: investeren in onderhoud en kwaliteit. Voor bedrijven en hun klanten is de omgeving van het bedrijventerrein heel belangrijk. Het moet uitnodigen. Het aanbod moet aan de vraag aangepast worden. Bestaande bedrijventerreinen beter ontwikkelen/revitaliseren is beter dan alleen nieuwe bedrijventerreinen ontwikkelen. Kwaliteit omhoog en eventueel rotte plekken opkopen en in orde maken, waardoor ongewilde ontwikkelingen (bijvoorbeeld wietkwekerijen) worden voorkomen. Voorbeeld van een bedrijventerrein dat eens opgeknapt moet worden, is het gebied tussen de Tilburgseweg en de spoorlijn. Handhaving en sanctionering om verpaupering tegengaan. Door bezuiniging op groen, extra nodig voor veiligheid.
Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling
Veiligheid
43
INVESTERING (3) 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65.
Openbare ruimte (ook groen) zodanig inrichten en onderhouden zodat geen onveiligheid ontstaat. Zorg dus dat de verlichting o.a. op de fietspaden/parken goed zijn en groen geen gelegenheid geeft voor onveiligheid. Investeren in jeugd: dan bezuinigen (bijvoorbeeld geen opvang voor jongeren). Eerst investeren dan bezuinigen. Prioriteiten stellen bij energiebeleid: investering op programma besparing leidt op de langere termijn tot bezuiniging. De nieuwe samenleving: investeren op besparen energie: 25% van de besparing gaat naar gemeente. Gemeente helpt huis te isoleren: 25% van de besparing is voor Breda. Kijk verder dan enkel kostenbeheer. Kijk naar effecten, zoals energiebesparing, werkgelegenheid, kostenverlaging, integrale aanpak, etc. Investeer in duurzame energie. Gemeenten: geef gebouwen jaren in concessie (verduurzamen i.s.m. groenfonds). Leidt tot energiebesparing. Wil de gemeente vergroenen, dan moet ze zorgen dat Staatsbosbeheer kapt met kappen in de bossen, en geld inzetten voor `groene` daken, zonnecellen, en meer windmolens. Achterstallig onderhoud van het groen inhalen om veiligheid te vergroten. Deskundigheid vereist voor aanleg/onderhoud ter voorkoming van onjuiste zaken/te snelle reparatie. Ook toezicht in de buitenwijken van Breda door Stadstoezicht i.s.m. stadsmarinier. Goedkoop is duurkoop: let op kwaliteit en niet alleen op prijs (voorbeeld: duurdere ZOAB die duurzamer is dan de goedkope soort). Veilige omgeving vereist op peil hebben van de voorzieningen (verlichting, openbaar groen) om vervolgens te kunnen bezuinigen door het juiste niveau van onderhoud te bieden (samen met buurt). Straatmeubilair moet meer hufterproof zijn, bijvoorbeeld de borden langs de fietspaden in de Haagse Beemden. Meer parkeerplaatsen om schade te voorkomen. Aanleg parkeervoorzieningen waar nodig betekent minder overlast en onderhoud (Haagse Beemden). Meer parkeerplaatsen bij bedrijven. Geeft minder overlast/schade in de toekomst. Investeren in die zaken die later besparing kunnen opleveren (naar verwachting). Bij Brabant Culturele Hoofdstad 2018 lopen de kosten voor de baten uit, het levert ook veel op. Maak keuzes, maak het inzichtelijk, toon meerwaarde aan. Na de stadsmarinier ook investeren in cultuurmarinier of sportmarinier. Verdient zichzelf terug als makelaar. Meer experts van de provincie inschakelen. Meer investeren in preventie (dus subsidie aan laagdrempelige organisatie) voorkomt hulpverlening aan dure instelling. Talentontwikkeling van senioren; eerst investeren, daarna levert het op. Met subsidies problemen oplossen die elders niet opgevangen worden; daar zitten dan bezuinigingen.
Veiligheid Veiligheid Veiligheid Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
44
INVESTERING (4) 66.
67.
68.
69.
70. 71. 72.
Inzet senioren bevorderen, hun talenten gebruiken, investeren in opzet/organisatie. De laatste jaren is er een toenemende inzet van professionelen. Tegelijk is er een grote groep mensen, waaronder ook veel senioren, die na hun professionele leven graag op vrijwillige basis iets willen doen voor de maatschappij. Binnen deze groep is veel kennis en kunde die deels onbenut blijft. Deze groep kan deels professionele inzet op het gebied van zorg en welzijn vervangen/verminderen. Dat moet echter wel goed georganiseerd worden en vanuit bijvoorbeeld Breda Actief gefaciliteerd worden. Relatief lage kosten gaan hier voor de relatief snelle baten uit. Versterking positie vrijwilligers. Professionals deels vervangen door inzet van vrijwilligers. Dit vergt een investering in kennis en wellicht ook het versterken van de rechtspositie van vrijwilligers. In sommige gevallen kan een professional wellicht vervangen worden door een semivrijwilliger. Haal meer nationale en Europese subsidies binnen voor zorg en welzijn (gemeente wegwijzer). Er zijn, naast gemeentelijke subsidies, nog altijd rijksgelden en Europese gelden die te weinig worden gebruikt. Er moet ingezet worden op het vergroten van de kennis over de mogelijkheden hiervan bij organisaties en gemeente. Een mooie taak voor our man in Brussels? Betere ondersteuning mantelzorgers (ter voorkoming inzet professionals en armoedeval/beroep op WWB). Mantelzorg (informele zorg) is een zware taak. Het is voor de continuïteit van belang dat de belasting van de mantelzorger niet te groot wordt. Dat kan op het praktische vlak zijn. Bijvoorbeeld, kan een professional of een andere mantelzorger de taak op gezette tijden overnemen zodat er even rust genomen kan worden? Een goed geoutilleerd steunpunt, dat wellicht ook enkele administratieve taken kan overnemen, is ook welkom. Daarnaast moet voorkomen worden dat het op zich nemen van een zorgtaak niet als gevolg heeft dat de mantelzorger zelf in een financieel moeilijke positie terecht komt. Investeren om extra kosten te voorkomen. Meer sportvoorzieningen jeugd. ‘Betaalde’ mantelzorgers.
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn
45
3.13. Beëindiging taken/investering KEUZE 11 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
BEËINDIGING TAKEN/INVESTERING Besparing op integratie: kwaliteit i.p.v. kwantiteit. Vele (re)integratiebureaus hebben geen resultaat bereikt. Stop ermee! Geen chipknip OV: is niet transparant. Niet duidelijk hoe duur een rit is. Ook duurder voor de reiziger. De aanleg van vrije busbanen is te ver doorgeschoten (bijvoorbeeld op de Ettensebaan). Ook de doorgevoerde versmallingen van eertijds vierbaanswegen geeft een erg rommelig stadsbeeld. Geen onnodige investeringen, zoals fietsbrug/vrije busbanen. Niet door laten gaan van de bussluis in Nieuw Wolfslaar. De fietsbrug in Nieuw Wolfslaar is een onnodige investering. Stoppen en/of beperken van het inrichten van vrijwel alle woonwijken tot 30km-zone, omdat er niet wordt gehandhaafd. Als het nodig is het verkeer af te remmen is het beter de weg hier en daar te versmallen, zodat een doorgang voor een richting tegelijk ontstaat. Geen bouw projecten ‘kantoren’ aannemen waar niemand op zit te wachten. Niet door laten gaan van de stadsmariniers. Stoppen met geld pompen in een biomassacentrale. Milieuvoordeel is niet duidelijk. Geen geld naar Brabant Culturele Hoofdstad 2018, niet van de provincie en niet van de gemeente. Geld gebruiken als vangnet/reserve. Niet participeren Brabant Culturele Hoofdstad organisatie. Kost teveel, bevolking heeft er minder aan. Alle subsidies stoppen aan culturele activiteiten, want het resultaat daarvan komt voornamelijk ten goede aan de goed gesitueerde burgers die ook de kostprijs kunnen betalen. Voor veel ouderen is de enige mogelijkheid om aan cultuur te doen de tv. Bezuinigingsmogelijkheden op erfgoed: bijvoorbeeld archeologische opgravingen en kandidatuur Unesco-werelderfgoedlijst. Géén curator Graphic Design Museum (er is voldoende expertise intern). Filmfestival afschaffen. Er zijn er voldoende in de omliggende steden. Stoppen van het project digitale dienstverlening. Stop uitgaven van allerlei papier: gemeentegidsen/plattegronden/info-brieven/afvalkalenders e.d. Alle inwoners beschikken over internet, telefoon of ontvangen gratis krantjes. Waarom altijd die herinneringen voor paspoort of rijbewijs? Geen of weinig subsidie aan buurtfeesten. Geen subsidies op activiteiten in het buitenland. Dit is geen lokale maar een nationale verantwoordelijkheid. Geen subsidies op integratie activiteiten. Mensen kunnen dit zelf betalen. Geen subsidies aan organisaties die strijdig zijn met de nationale wetgeving, zoals opvang uitgeprocedeerde asielzoekers.
THEMA Werken Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Veiligheid Natuur&Milieu Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Dienstverlening Dienstverlening Dienstverlening Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
46
BEËINDIGING TAKEN/INVESTERING (2) 24. 25. 26. 27. 28.
29. 30. 31. 32.
33. 34. 35. 36. 37.
Stop op subsidie. Alle subsidies afschaffen. Stop met de subsidiëring van praatgroepen, zoals het SWOB. Minder geld uitgeven buiten de gemeente, zoals aan de samenwerking met de provincie of andere landen (overheidstaak). Geen subsidies om groepen rustig of bezig te houden, maar juist korten ( besparing) op uitkering als zij geen bijdrage willen leveren aan de arbeidsmarkt. Dat sommigen geen sollicitatieplicht hebben en met behoud van uitkering bepaalde activiteiten mogen uitvoeren, is op zich al een beloning. Stedelijk jongerenwerk afschaffen en per wijk bekijken welke vergelijkbare aanbieders er zijn levert veel geld op, omdat de stedelijke aanbieder Surplus duur is met weinig resultaat. Geen ontwikkelingshulp aan Zuid-Afrika, want dit is geen taak voor de gemeente. Ontwikkelingshulp is geen taak voor gemeenten. Is taak van ministerie en ambassades. Ontwikkelingshulp overlaten aan landelijke overheid. Gemeenten - en dus ook Breda - hebben te weinig geld, capaciteit en deskundigheid om de rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en doelgerichtheid van daar gedane bestedingen van geld, capaciteit en tijd te kunnen vaststellen. Uit de lucht halen van de website Breda-Morgen (n.a.v. stadsgesprekken), omdat er op deze site nauwelijks wordt gereageerd. Opheffen tv-raad (Programmaraad). Geen controle op hondenbelasting. Minder inzetten van stadswachten, parkeercontroleurs, etc. Gemeente kan de volgende taken minimaliseren/stoppen: alle taken behalve politie, brandweer en uitgifte van identiteitgegevens. Gemeente dient zich in beginsel te beperken tot de van origine gemeentetaken.
Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
Overig Overig Overig Overig
Overig
Overig
47
3.14. Efficiency KEUZE 12 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
EFFICIENCY Verschillende fondsen beter laten samenwerken/samenvoegen. Overlap uit organisaties halen: efficiënter. Beter gebruik maken van de al bestaande kennis: bijvoorbeeld GWI i.p.v. het wiel steeds opnieuw uitvinden. Betere communicatie = meer samenwerken = meer besparen. Minder externe adviseurs bij gemeente, o.a. door meer samenwerking met woningbouwverenigingen. Kleinere en efficiëntere overheid, die de regie goed in handen houdt. Vooral efficiency levert geld op. Als er gewerkt wordt op basis van vertrouwen dan kunnen veel regels worden geschrapt en kunnen de taken door een kleinere efficiëntere overheid uitgevoerd worden. Gemeente moet zichzelf als bedrijf beter runnen. Meer innovatie en efficiënter en leren. Er moet meer projectmatiger gewerkt worden door ambtenaren. Enkele suggesties voor verbetering van de gemeentelijke organisatie: - invoering van een norm voor een maximum aantal ambtenaren per burger - het reïntegratiebudget kan omlaag door niet meer te gaan aanbesteden en minder klantmanagers het werk laten doen - bezuinigen op ambtenaren van communicatie - niet alle disciplines hoeven vertegenwoordigd te zijn in de werk(project)groepen - (externe) waakhonden binnen de eigen organisatie inzetten - diensten meer verzelfstandigen Blijvende groeistad, maar wel subsidies gebruiken die er zijn. Multifunctioneel gebruik schoolgebouwen (als accommodatie). Divers gebruik accommodaties onderzoeken cq. faciliteren. Naschoolse opvang op school (niet elders). Brede school: één beheerder (i.p.v. meerdere). Alles ‘delen’, niet apart. Ook één bestuur. Muziekschool toevoegen aan brede school/Breda Noord, e.a. zaken (sporten); creëer laagdrempeligheid. Schoolgebouwen kunnen ook als ‘gewone’ huizen dienen indien er te weinig leerlingen zijn. Leegstand inzetten voor (tijdelijke) studentenhuisvesting. Indikken aantal schoollokalen, want er komen steeds minder leerlingen; oplossing zou brede school kunnen zijn, tegengaan leegstand. Beter een paar goede locaties dan van alles een beetje. Voorkeur voor kleine kwalitatieve scholen.
THEMA Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Werken Werken Werken Werken
Werken Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs
48
EFFICIENCY (2) 21. 22. 23. 24. 25.
26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43.
Voorlichtingsaanbod richting onderwijs bundelen. Veel tijd kwijt met filteren van de informatie. Werken beter op elkaar afstemmen. En dus niet binnen enkele weken/maanden een net aangepakte straat of stoep weer opengooien om het riool te repareren. Verbeteren van logistiek/planning voor het ophalen van snoeiafval; de rijroutes zijn niet logisch. Probleemoplossend werken i.p.v. probleemverschuivend. Met name in verkeerssituaties (‘doe het in één keer goed!’). De stadsbussen rijden nu vanuit het centrum volgens vaste routes de wijken in en uit. Deze symmetrie is bijvoorbeeld in de vroege ochtend niet nodig, als iedereen naar het centrum wil. Laat de bussen op dat tijdstip dan via een korte snelle route naar hun startpunt rijden en vervolgens door de wijk naar de stad. Dit principe zou ook voor de nachtbus kunnen gelden. Die rijdt om 03:30 onnodig door de wijk terug richting stad. Voordelen: minder kosten, CO² uitstoot, geluidsoverlast en fijn stof in de wijken. Clusteren van bedrijven die met elkaar te maken hebben (thematisch bundelen). Van andere steden leren hoe het eigen beheer van bedrijventerreinen kan worden onderhouden. Beter plannen/regie zorgt voor de juiste capaciteit: betere afstemming vraag en aanbod. Procedures verkorten, minder ‘herhaling’, niet alles hoeft meerdere keren de inspraak in. Efficiënter, bundelen. Overlap bij sociale organisaties. Elke wijk/buurt/straat heeft eigen veiligheidsvraagstukken, maatwerk leveren. Veel subsidiegeld niet bij de projecten, maar bij de interim-bureaus. Geen dure organisaties inhuren voor projecten, mede vanwege politieke overwegingen/keuzes. Ze kosten dan onnodig veel geld (Buurtvaderproject Geeren-Noord). Op het gebied van veiligheid werken er wellicht teveel projecten langs elkaar heen. Er zou één persoon moeten zijn die het overzicht houdt en regisseert. De buurtvader staat bij sommigen ter discussie, deze kan te weinig krachtdadig optreden. Politie en gemeente moeten beter (beleidsmatig) samenwerken, bijvoorbeeld handhaven. Gemeente kleiner, van sturen naar partnerschap. Minder adviesbureaus (minder externe inhuur), minder topambtenaren, lager loon. Veel geld naar bodemsanering: kies voor milieu en besparing. Ambtenaren moeten oren en ogen uit de stad zijn. Bijvoorbeeld de chauffeur van de vuilniswagen ziet schade, moet die melden aan het eind van de dag. Juiste begroeiing, bijvoorbeeld bomen, planten die minder worteldruk geven. Juiste wijze van repareren met juiste materiaal voorkomt herhaling, en dus extra kosten, van het probleem. Bladeren blazen als het blad van de bomen is en niet al beginnen als de bomen nog half vol met blad hangen. Eén evenementenloket. In relatie tot BrabantStad: samen, niet ieder apart/voor zichzelf dezelfde dingen organiseren.
Onderwijs Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer
Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Natuur&Milieu Natuur&Milieu Natuur&Milieu Openbare ruimte Openbare ruimte Openbare ruimte Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen
49
EFFICIENCY (3) 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.
53. 54. 55.
56.
57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64.
Efficiency(slag) vergroten: minder, kwalitatief betere evenementen, die zich op inhoud van elkaar onderscheiden. Evenementen niet én subsidiëren én hand-spandiensten verlenen vanuit gemeente. Gemeentelijk Archief en Breda’s Museum deels fuseren of overlappende delen. Eén directeur voor zowel Nieuwe Veste als bibliotheek (gezamenlijk). Samenvoeging bibliotheek en de Nieuwe Veste is ook één gebouw (besparing). Combineer Graphic Design Museum met Beyerd ‘oude stijl’. Wat voegt een ‘apart’ Centrum voor Beeldcultuur toe? Laat het onderdeel zijn van St. Joost. Graphic Design Museum splitsen, één deel voor de beeldende kunst (besparing één gebouw). Samenvoeging Breda’s Museum en Archiefdienst wat betreft organisatie. Een efficiënter gebruik van accommodaties, zowel sport- als wijkaccommodaties levert rendement over. Nu zijn accommodaties regelmatig gesloten. Vaak valt dit samen met de vakantieperioden, wanneer er door groepen juist goed gebruik van de accommodaties gemaakt zou kunnen worden. Dus: liever minder accommodaties die jaarrond geopend zijn. Succesvol project Sterren van Morgen krijgt in weekend ‘aanloop’ van jeugd ook uit wijken Heuvel en Haagse Beemden. Capaciteit in Noord is onvoldoende om dit aan te kunnen. Hoe accommodaties in andere wijken ook op flexibele manier in te zetten? Beter contact en kennisuitwisseling tussen initiatieven bespaart op inhuur van betaalde krachten. Sportkantines moeten opengesteld worden voor andere wijkactiviteiten. Wat doen we met al die loketten als er heel veel op digitale dienstverlening wordt overgegaan? Hoewel de gemeente niet meer om de digitale dienstverlening heen kan, zal het toch wel altijd mogelijk moeten blijven om hulp te bieden aan mensen die computeronbekwaam zin. Dus: waar het kan digitaal, maar fysiek moet mogelijk blijven. Waar eindigt de verantwoordelijkheid van de gemeente? Wat wordt er van de gemeente verwacht en waar liggen de grenzen en zijn er niet veel meer zaken die door minder managementslagen kunnen worden gedaan? Elke keer kijken hoe iets zo efficiënt mogelijk kan worden gedaan. Efficiëntere subsidiestromen. Dubbele subsidies voorkomen. Door samenbundeling kunnen de subsidiestromen beter beheerd en geminimaliseerd worden. (Sport)subsidies bundelen. Subsidiebeleid goed doornemen, kijken naar efficiëntie. Minder bureaucratie bij verstrekken subsidie. Organisaties die dezelfde doelgroep bedienen meer en beter laten samenwerken en kijken naar effecten, prestaties evalueren. Clusteren van subsidie die ongeveer voor dezelfde doel(groep) wordt verstrekt door meerdere gemeentelijke diensten (de ene dienst weet niet wat de andere doet dus meer dwarsverbanden binnen gemeentelijke organisatie).
Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Sport
Sport Sport Dienstverlening
Dienstverlening
Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
50
EFFICIENCY (4) 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71.
72. 73. 74. 75. 76. 77.
78.
79. 80.
Minder van hetzelfde. Transparant maken, bijvoorbeeld op de website van de gemeente, welke organisatie voor welke doelen subsidie krijgen, dat bevordert de samenwerking tussen organisaties en dus efficiëntie. Organisatiekosten van de grote instellingen omlaag, besteding gelden efficiënter, meer op management bezuinigen, meer concurrentie toestaan in het maatschappelijk middenveld werkt ook kostenbesparend en resultaatafspraken maken. Clusteren/samenvoegen van subsidies/activiteiten voor dezelfde doelgroepen met duidelijke coördinatie en doelstellingen. Signaleringsprojecten zoals Grote Broer en buurtvaders kunnen met behoud van uitkering doorgaan, maar zonder de dure coördinatiekosten van de initiatiefnemers. Dit moet onder de stadsmarinier vallen bijvoorbeeld. Minder naar beleid en minder naar coördinatie (door kleine stichtingen organisaties, maar ook door Surplus en Breda Actief) betekent dat er meer over blijft voor de uitvoering. Er blijft te veel aan de strijkstok hangen volgens vrijwilligers in het veld. Moet worden bezuinigd op armoedebeleid of kan het ook met een efficiencyslag: - slimmer werken - niet nog een derde (vierde) reïntegratietraject Laat preventief werk doen door Surplus Welzijn i.p.v. achteraf door de gemeente. Als organisaties meer samenwerken, zijn er minder clubjes die hetzelfde doen. Zo wordt voor een efficiencyslag gezorgd. Het is soms onduidelijk waarvoor clubs subsidies krijgen. Leer mensen van grote organisaties (IMW, Kentron, GGZ) samenwerken met vrijwilligers/kleine organisaties; zorgt op lange termijn voor besparing. Meer efficiency binnen organisaties/gemeente (minder papierwerk). Eerder vaststellen of een reïntegratietraject werkt. Bieden van maatwerk bij nieuwe instroom Sociale Zaken, door goede intake. - door goede intake: vraag wat cliënt écht nodig heeft - luister naar de cliënt Kijk eerst naar inzet vrijwilligers/lichte hulp vóór inzet zware professionals (jeugdzorg). Lichte hulp kent minder wachtlijsten en kan in een vroegtijdig stadium inspelen op zorgvragen of problemen. Door dit goed te organiseren kan zwaardere en duurdere hulp in een later stadium worden voorkomen en worden zorgbehoevenden direct geholpen. Neem hulpvraag/-vrager als uitgangspunt. Vraaggericht werken, maar wel inventariseren of de uitgesproken vraag gelijk is aan de impliciete zorgbehoefte. Het omzetten van het beheer gemeenschapshuizen in een gemeentelijk digitaal systeem zoals bij de gymzalen al het geval blijkt te zijn. Dit zorgt dan voor een goede spreiding van de beheerders en een goede bezetting van de ruimtes waardoor er meer duidelijkheid kan komen waar de gemeenschaphuizen ten volle benut kunnen worden.
Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Sociale zekerheid
Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn
51
EFFICIENCY (5) 81.
82. 83.
84.
85. 86. 87. 88. 89. 90.
91. 92. 93. 94. 95.
Samenwerking bestaande organisaties (synergievoordelen + efficiencyvoordelen). Er zijn te veel projecten in de zorg- en welzijnssector die met doelgroepen en doelstellingen bezig zijn die overlappen of zelfs vrijwel identiek zijn. De verantwoordelijke organisaties moeten zich samen sterk maken en veel meer de handen in één slaan. Dat verhoogt de effectiviteit en het bereik en verlaagt kosten. Verschillende maatschappelijke organisaties samenbundelen (bijvoorbeeld: Ouderenzorg, Surplus, etc.). Behalve sobere en doelmatige voorzieningen, moeten in sommige gevallen voorzieningen meerdere malen worden aangeboden, bijvoorbeeld als gevolg van verhuis. Soms kan een verhuis voordelig zijn, bijvoorbeeld vanwege de afstand tot een mantelzorger. Als stelregel zou echter moeten worden genomen dat een voorziening slechts eenmalig (behoudens afschrijvingstermijnen en dergelijke) wordt verstrekt. Daarnaast: ontmantel niet direct voorzieningen zoals beugels en trapliften, maar kijk of een dergelijke woning bij vrijkomst niet aan een andere zorgbehoevende cliënt ter beschikking gesteld kan worden. Hergebruik (Wmo) voorzieningen. Veel Wmo-voorzieningen worden vergeven, in plaats van in bruikleen beschikbaar gesteld. Het overbekende voorbeeld is de rollator die in de gangkast aan het verstoffen is wanneer de cliënt deze niet meer kan of hoeft te gebruiken. Dit wordt kostbaarder naarmate voorzieningen duurder worden, zoals een scootmobiel of een traplift. Door goed bij te houden wie van welke voorziening gebruik maakt, kan meer werk gemaakt worden van hergebruik. Zorgaanbieders meer samenwerken en bekijken welke taken door vrijwilligers gedaan kunnen worden. Ook hier geldt: zoeken naar efficiëntere werkwijzen. Zorgaanbieders moeten minder concurreren en meer samenwerken om overheadkosten te drukken. Voorkom meervoudige informatieverstrekking aan gemeente. Gestroomlijnde communicatie. Rollator alleen in bruikleen. ‘Witte’ scootmobiel. Betere samenwerking zorgaanbieders en gemeente op gebied AWBZ en Wmo. Zorgaanbieders en andere organisaties zijn vaak beter in staat zaken in kaart te brengen dan dat de gemeente dat is. Maak daar gebruik van in plaats van dubbel werk te verrichten. Gedachte van maatwerk: soms vragen mensen niet om een voorziening omdat ze deze voorziening daadwerkelijk nodig hebben of omdat het de voorziening is die het beste bij ze past. Soms vragen mensen een voorziening aan, simpelweg omdat ze er op dat moment recht op hebben. Het is van belang om bij een intake goed de zorgbehoefte van de cliënt in beeld te brengen en ook te achterhalen wat de vraag achter de vraag is. Daarmee kan een meer op maat gesneden aanbod gedaan worden dat goedkoper kan zijn of andere zorgvragen kan voorkomen. Indicatiestelling op maat. Durf onderscheid te maken. Niet iedereen is hetzelfde, niet iedereen heeft dezelfde behoefte. Generieke voorzieningen zijn er dus niet. Een goede intake is noodzakelijk voor een op maat aangeboden zorgpakket. Korte procedures /doorlooptijd. Continueren goede processen i.p.v. steeds weer nieuwe manieren van werken en ad hoc oplossingen. Bijvoorbeeld GWI in Prinsenbeek. Hier is ervaring mee opgedaan. Gebruik die ervaring om vergelijkbare projecten in de rest van de stad op te zetten. Goede ervaringen uit andere gemeenten overnemen. Meer digitaal, minder papier/inkt.
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad
52
EFFICIENCY (6) 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115.
116. 117.
Intern beter afstemmen van allerlei uitvoerende werkzaamheden. Afstemmen wijkplannen en afdelingsplannen. Afstemmen verschillende werkzaamheden (bundelen). Continuïteit in beleid waardoor zaken niet weer opnieuw opgestart moeten worden. Gezondheidszorg alles in één hand: of overheid of markt, maar niet zoals nu verdeeld. Er zijn te veel projecten, die langs elkaar heen werken. Coördineer dat beter. 1 loket: ook in uitvoering back office, gegevens op usb-stick. Plattere organisatie, directere lijnen. Betere kennis van de organisaties/behoefte van de stad. Minder ambtenaren op sociaal maatschappelijk vlak. Managementlagen eruit. Besparing op overhead, organisatie, gebouwen, etc. Best practices/benchmarken. Digitaal platform. Ook binnen wijken in Breda. Goede voorbeelden uitwisselen. Minder besturen, overhead, koffieapparaten, accommodaties, etc. Lijst met mogelijkheden om efficiënter om te gaan met fte’s van gemeente, bijv. AIV, werken 2.0. Minder bureaucratie. Tussenlagen uit organisatie halen, korte lijnen en eigen verantwoordelijkheid voor werknemers. Ambtenaren aan de loketten moeten meer bevoegdheid krijgen antwoorden te geven (op schrift) zodat andere ambtenaren zich niet meer hoeven buigen over de antwoorden. Laat de ambtenaren meer en meer de wijken intrekken om te horen welke zaken er spelen. Gebruik sociale overwaarde en sociaal kapitaal (bijvoorbeeld: zijn ergens computers nodig: ga ze zoeken, er zijn er heel veel ‘werkloos’). Activiteiten op gebied van (subsidiëring van) internationale samenwerking/ontwikkelingssamenwerking en wereldburgerschap. Meer focussen op netwerken, faciliteren, exposure/bekendheid van wat al gebeurt, stimuleren van ondernemerschap en benadrukken van waarde voor Breda zelf van internationaal beleid. Bundeling van allerlei initiatieven, stimuleren van kennisdeling en uitwisseling van ervaringen. Ook fysiek een hoop initiatieven onder één dak brengen, faciliteiten en locaties delen, gebruik maken van dezelfde pr, van hetzelfde publiek. Bijvoorbeeld in de vorm van een Mondiaal Centrum waar Breda, Europa en de Wereld letterlijk en figuurlijk samenkomen. Op een bestaande beschikbare locatie, al dan niet gekoppeld aan wijkontwikkeling. Gemeentelijke organisatie: afdeling economische zaken/sociale zaken opwaarderen en uitbreiden met andere bedrijfslevengerichte taken, waardoor efficiencyvoordelen optreden. Onderscheid tussen primaire zorgtaken (‘dichtbij’; zorg voor zwakkeren in de samenleving) en ruimtelijke economie (regionaliseren); levert efficiencywinst op.
Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Thuis in Breda Krachten bundelen Krachten bundelen Krachten bundelen Krachten bundelen Krachten bundelen Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig
Overig Overig
53
3.15. Bewustwording/voorlichting KEUZE 13 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
BEWUSTWORDING/VOORLICHTING Voorlichting = bewustwording. Voorlichten en bewust laten worden van eigen beheer. Goed voorbeeld doet goed volgen: gemeente = voorbeeld. Openbaar maken convenant GWI. Het is niet duidelijk in welke wijken het GWI al uitgevoerd is en waar nog niet. Nu kunnen bewoners niets controleren omdat ze niet zeker weten of hun wijk al GWI-proof is. Het is moeilijk om als burger mee te praten in de takendiscussie, omdat het onduidelijk is wat de wettelijke en niet wettelijke taken zijn en wat dat op korte termijn en de lange termijn oplevert voor de gemeentelijke financiën. Het zou goed zijn als er een cultuuromslag binnen de gemeente komt, zodat de sense of urgency meer naar de burgers overgebracht wordt. Het moet niet over bezuinigingen gaan, maar over hoe de gemeente meer geld binnen krijgt. Het is ontluisterend dat deze discussie pas n.a.v. de bezuinigingen wordt gevoerd. Taken moeten dynamisch zijn en tot investeringen leiden waardoor meer mensen aan het werk kunnen en als gevolg daarvan er ook meer geld bij de gemeente binnenkomt. Kinderen op school meer leren duurzaam om te gaan met bijvoorbeeld afval. Maatschappelijke stages m.b.t. onderhoud stad: stad schoon en kinderen leren rommel opruimen. Deel plattegrond met parkeergaragelocaties uit in de Barones-file. Investeer in de medemens, leer ze respect tonen voor omgeving en anderen. Dit levert minder vandalisme op. Bewustwording burger is van belang: educatie. De gemeente moet vooral aan de burgers laten zien waar de gemeente zelf op bezuinigt. Het goede voorbeeld geven stimuleert de bewoners en maakt de noodzaak van bezuinigen duidelijker. Overheid moet de weg wijzen in het lobbyen voor subsidie. Preventief; door informatie en onderwijs aan met name jongeren. Goede voorlichting door gemeenten om niet in de schulden te belanden. Digitale sociale kaart maken, zodat organisaties/mensen elkaar weten te vinden. Helpt mensen bij het vinden van de hulp of ondersteuning die ze nodig hebben. Breng in kaart welke zorg er is. Ga voor ‘Bruto Bredaas Geluk’. Enthousiasmeer mensen. Ze gaan weer in beweging. Meer geluk = meer activiteit. Goed voorbeeld: ‘Geluksbudget’ provincie Overijssel. Denk buiten kaders: geef mensen eigen regie terug: maak mensen vaardig in het terugkrijgen van hun eigen regie.
THEMA Wonen Wonen Wonen Wonen Werken Werken
Onderwijs Onderwijs Verkeer&Vervoer Veiligheid Natuur&Milieu Dienstverlening Subsidies Sociale zekerheid Sociale zekerheid Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Vitale Stad Vitale Stad
54
3.16. Overige suggesties KEUZE 14 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
OVERIGE SUGGESTIES Beïnvloeding van samenstelling van wijken om leefomgeving te verbeteren, meer diversiteit. Koppelen van OZB-inkomsten. Beter kijken naar diversiteit: bijvoorbeeld koop/huur. Open, transparant beleid. Met negativiteit wordt niks bereikt, met open dialoog wel. VVV-openingstijden: nu op maandag en dinsdag dicht. Steenakker heeft verkeersplan. Lossen/laden op fietspad is verboden. Er zal meer gehandhaafd moeten worden. Internationaler en creatiever denken door Kenniscentra en bedrijfsleven. Door het inzetten van werklozen kunnen diensten die nu uitbesteed worden in eigen beheer plaatsvinden. Goed inzetten van vrijwilligers in relatie tot toekomstig werk. Werkzoekenden eerst vrijwilligerswerk laten doen zodat ze daaruit kunnen opmaken welk betaald werk voor hen geschikt is. Laat uitkeringsgerechtigden enkele uren per week het materiaal van de gemeente gebruiken. Dit zorgt bij hen voor een stuk eigenwaarde, waardering vanuit de gemeenschap, onderhoud van sociale contacten, etc. Reïntegratietrajecten laten uitvoeren door de gemeente en het UWV en niet meer door commerciële bureaus. Laat daklozen meehelpen de stad schoon te houden. Deel bij afvalstation Slingerweg fel gekleurde zakken uit. Tegen inlevering van een volle zak met blikjes ontvangt men een bon voor een overnachting in 't IJ die dag. Bij nog een zak ook een gratis maaltijd. Bedrijven uit China/India naar Breda. Breda kan nog leren van de Randstad. Kinderen kennis laten maken met ‘interessante’ zaken als fysica, musea (óók in de zomer). Onderwijs ‘leuker’, aantrekkelijker maken. Ouders ‘meenemen’ bij het onderwijs. (Meer) rekening houden met bioritme van het kind (9-11). Weekendschool. Gelijkheid in beoordelen van kwaliteit onderwijs. Diversiteit aanpakken binnen onderwijs. Geen bijzondere scholen qua godsdienst, alles onder 1 dak. Mentoraat project groot succes. Gat tussen inburgering en werk: taal wordt nog niet goed beheerst.
THEMA Wonen Wonen Wonen Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Werken Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs
55
OVERIGE SUGGESTIES (2) 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51.
Gemeente veel meer traineeplaatsen bieden. Brede scholen (af van verzuiling). Bus naar het Mastbos (minder parkeerproblematiek rond Mastbos). Cirkelbus om het centrum (singels) langs alle ziekenhuizen. Niet bezuinigen op hoofdinfrastructuur. Overcapaciteit van winkels is negatieve impuls op de economische groei. De gemeente moet zich terughoudend opstellen in het grondbeleid. Meer kaderstellend optreden dan als ontwikkelaar. De gemeente moet meer in de rol van ‘vlottrekker’ treden. Voorfinancieren en coördineren levert geld op. Herontwikkeling/inbreiden, ook voor woningen. Actief optreden bij leegstand. Vraaggericht ontwikkelen. De grond van de gemeente die beschikbaar is zoveel mogelijk benutten met name voor de logistieke sector. Gevoel van onveiligheid blijft bestaan. Ingeslagen weg werkt dus niet. Te veel reactiviteit. Focus op de groep die wil. Stoppen FMO brengt goede projecten in gevaar. Waar kiezen we voor: de rotte appels of de vele goede? Meer bliksemacties i.p.v. het strakke handhaven. Ken de geschiedenis en de achtergronden. Nieuw regime openingstijden horeca brengt grote problemen met zich mee, happy-hours afschaffen. Drank- en drugsgebruik bij uitgaan is een probleem. Niet alleen spierballentaal/-inzet gebruiken, dat heeft vaak averechtse effect (stadsmarinier maakt jongeren defensief). Kritiek op de handhavingacties: als een hele straat breed wordt aangepakt, dan is bij het tweede pand al de rest van de straat gealarmeerd en zijn onwettige zaken al in auto’s gestopt o.i.d. Bureau Halt/taakstraf. Herkenbaar maken dat het een taakstraf is. Bijvoorbeeld schoonmaken. Bij voorkeur taakstraffen in eigen buurt. Luister ook beter naar tips van de bewoners over vermoed illegaal gedrag. Geen grootschalige acties, maar bliksemacties. Bezuinigen: naar verhouding begroting kijken. Klimaattafels n.a.v. Klimaattop Breda. Mentaliteit van de bevolking moet verbeteren door te handhaven.
Onderwijs Onderwijs Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Verkeer&Vervoer Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Stedelijke ontwikkeling Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Natuur&Milieu Natuur&Milieu Openbare ruimte
56
OVERIGE SUGGESTIES (3) 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75.
Elke cultuur moet bediend worden: voor ieder wat wils (niet alleen inzetten op grote evenementen, maar ook kleine evenementen in de buurt). Breda Photo behouden en meer geld geven. Buurtbudgetten behouden. Carnaval moet blijven. Het schrappen van evenementen is (te) makkelijk. Waarom niet kiezen voor het uitstellen van dingen? Combineer sport – participatie – betrokkenheid (via kleinschalige projecten). Wijkgerichte evenementen zijn noodzakelijk, voor cohesie, veiligheid. Communicatiebeleid: intercultureel – gezamenlijk. Kansen voor andere culturen: vergroten kansen voor andere doelgroepen – intercultureel festival. Veel aanvragen worden afgewezen. Geen privatisering van de bibliotheken. Jazz Festival: topacts in Chassé Theater, rest buiten. Meer sport is minder overlast. Uitgezonderd risicowedstrijden van NAC uiteraard. Beoordeel de praktijk, niet alleen papier. Het geeft ook een beter beeld van doel en werkwijze van een project. Dit advies was met name ook aan de politiek gericht. Zwembad en ijsbaan weer door de gemeente laten beheren in plaats van door een commerciële instelling. Openstelling stadskantoor op zaterdag. Behoud van Hart voor je buurt, deze samenwerking van de gemeente en bewoners word breed gedragen. Eventueel te denken valt aan een Hart voor je buurt commissie stadsbreed. Behouden subsidies wijkraden (= vrijwilligerswerk). Ontwikkelingssamenwerking via Derde Wereldwinkel moet blijven bestaan (minder organisatiekosten, efficiëntere inzet van de middelen). Ontzie in de kerntakendiscussie het punt van subsidiering aan de Stichting Ontwikkelings Samenwerking Breda zoveel mogelijk bij eventuele bezuinigingsplannen. Laat Breda vooral een zichzelf respecterende Millenniumgemeente blijven. Vrijwilligerspopulatie vergrijst harder dan rest van Nederland; dus zorgen dat die op stand blijft. Geld anders laten stromen; andere nieuwe manier van denken. Veel meer afvragen hoe professioneel de subsidieaanvrager is. Indien te weinig, daar dan in investeren. Dat is rol overheid. In Breda te weinig aandacht voor diversiteit en voor verhouding jong en oud/senior. Kijk naar verschuiving problemen als de overheid subsidies afschaft of ambtenaren ontslaat (bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid kan verschuiving plaatsvinden).
Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Cultuur&Evenementen Sport Sport Sport Dienstverlening Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies Subsidies
57
OVERIGE SUGGESTIES (4) 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86.
87. 88. 89. 90. 91. 92. 93.
94. 95. 96. 97. 98.
Maatschappelijke stages gaan via Breda Actief. Kost € 25,- per student, ook al bieden ze alle studenten hetzelfde, dat kan goedkoper, bijvoorbeeld via de aanbieders zelf. Veel geld dat vanuit het Rijk beschikbaar is voor sociale zekerheid is geoormerkt geld. Daar is niet op te bezuinigen. Parkeertarieven verhogen, en opbrengst naar Sociale Zaken. Geld van Filmfestival naar sociale zekerheid. Haal geld uit ‘overbodige’ projecten (stadsmarinier, aanleggen van drempels) en stop dat in sociale zekerheid. Jongeren door jongeren laten helpen bij jongerenloket (WIJ). Armoedebestrijding in plaats van armoedebeleid. Laat jongeren niet stikken. Werkloosheid op jonge leeftijd zorgt voor demotivatie en gevoel van uitsluiting en kan ertoe leiden dat ze ‘kiezen’ voor criminaliteit. Gemeente moet bij jongere uitkeringstrekkers ook kijken naar financieel verleden. Wijkgericht (ga naar de mensen toe). Inloophuizen open houden: - laagdrempelig, wijkgericht - veel partners met kennis van de personen Kleine bezuinigingen op inloophuis zullen resulteren in meer toestroom van mensen, en dus meer werk en uitgaven, voor de gemeente. Dus niet doen! Maatwerk i.s.m. wijkgerichte aanpak. Breda Actief, inloophuizen kunnen daarbij helpen. Meer stageplaatsen, niet alleen voor jongeren maar ook voor gehandicapten. Niet korte termijn denken, geef mensen tijd om aan de nieuwe eigen verantwoordelijkheid te wennen. Inkrimping BSW zorgt voor thuiszittende mensen met beperking. Leidt tot meer kosten op lange termijn. Mensen die niet meer ‘meedoen’ in de maatschappij kosten pas echt geld. Inzet weggeefwinkel ter voorkoming/beperking bijzondere bijstand. De weggeefwinkel kan een belangrijke rol spelen in het verlagen van kosten m.b.t. bijzondere bijstand. Beleid moet zijn mensen direct door te verwijzen naar dergelijke winkels. Dat kan aanzienlijk besparen op de uitgaven van Sociale Zaken. Dat betekent overigens dat de gemeente een belang heeft bij het openhouden van dergelijke initiatieven. Niet stoppen met sociale dingen, al teveel van gedaan. Meer waardering voor vrijwilligers. Voer dienstverleningscheque voor witte werkster in. Sluit enigszins aan op de alfacheque. Laagdrempeligheid is belangrijk. Creatiever naar voorzieningen kijken.
Subsidies Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid
Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Sociale zekerheid Zorg&Welzijn
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn 58
OVERIGE SUGGESTIES (5) 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126.
Zorg is niet alleen voor ouderen. Anders denken: ook ouderen moeten gewoon betalen. Meer concurrentie = lagere prijzen. Green weels. Ook armoedeval binnen welzijn/zorg. ‘Durf te vragen’ sessies te organiseren om ideeën te genereren. Doe mee aan 7DI (7 days of inspiration). Heel veel upgrade initiatieven feb/mrt 2011. Beloften nakomen. Concrete afspraken. Denk niet in geld, mensen willen mensen helpen. Figuurlijke ‘leegstand’ ten nutte maken door mensen kansen en uitdaging te geven. Wachtgeldregelingen versoberen. Interim-krachten verminderen. Verwarming minderen. Betere klimaatbeheersing op Stadskantoor. Versoberen nieuwjaarsreceptie: consumptiebonnen, minder luxe hapjes. Pieter Vastbinder – de stadsfilosoof: biedt zich 1 middag in de week gratis aan voor gesprekken met ambtenaren en heeft 2018 Spiegelstad onder zijn hoede. Allemaal iets inleveren. Overheid, bedrijven en hogere inkomens. Lijkt alsof altijd de lage of middeninkomens eerste worden geraakt. Stimuleren euro’s te laten rollen, bijvoorbeeld meer euroshoppers, aanbiedingen, acties. Geen symbool bezuinigingen. Door te versoberen in kantine. Voorbeeld: geen zakenlunches meer van gemeente, of mensen ontvangen bij cateraar. Koffieautomaten leeggemaakt terwijl niet nodig was. Leesbaarheid vergroten stadsblad (groter corps en letters). Vergroot participatie. Overdracht informatie. St.Aya.com. Weeskinderen in Ghana. Kerstcadeau: niet op bezuinigen, maar proberen meer partijen uit de stad oppakken. Meedoen aan www.gemeentewerf.nl. Marktplaats voor gemeenten: spullen ruilen, overschotten verkopen. Verlagen van de vergoeding van raadsleden met 20%. Declaratiesysteem van wethouders, raadsleden en ambtenaren bekijken. Geen lastenverzwaringen bij bewoners doorvoeren. Meer zoeken naar besparingen. Het opvoeren van belastingen/parkeergelden werkt averechts, omdat de gemeente niet de enige partij is die op zoek is naar geld.
Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Zorg&Welzijn Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Vitale Stad Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig Overig 59
OVERIGE SUGGESTIES (6) 127. 128. 129. 130.
Politieagenten in Wisselaar moeten niet langer voor niks rondjes rijden in hun dienstauto’s. Worden de kerstpakketten eigenlijk wel wegbezuinigd? De samenwerking met de deelnemers aan de takendiscussie zou meer kunnen opleveren met een overzicht voor de deelnemers van een schatting van de omvang (% van begroting en % aantal ambtenaren) van ieder van de genoemde 20 taken. Zet na de takendiscussie een ouderwetse ideeënbus in de hal van het Stadskantoor, voor mensen die later nog iets bedenken (en geen PC hebben).
Overig Overig Overig Overig
60
John Stubenitsky (Leefbaar Breda) over de takendiscussie Ik heb drie van de avonden met de stad actief meegemaakt en weet voor mezelf nog niet of ik er enthousiast of negatief over moet zijn. Laten we er maar eens met elkaar hardop denkend over filosoferen. Ik heb expres niet eerst de andere columns gelezen, want dan krijg je 9 identieke verhalen. Ook ben ik niet diep in de aantekeningen en trefwoorden gaan graven. Ik beschouw een column als een vrije vorm van meningsuiting en gedachtekronkels die eigenlijk niet eens volkomen waarheidsgetrouw hoeft te zijn. Maar dat is gewoon hoe ik erover denk. Gelukkig heb ik totaal geen onzinverhalen gehoord. Zo van: de burgemeester en de wethouders de helft van hun salaris in laten leveren en dergelijke. Nee, de mensen, en vaak zag je op alle avonden veel dezelfde gezichten kwamen met goed onderbouwde argumenten. Dat was voor mij, en ik denk dat ik mag zeggen voor ons, een heel prettige ervaring. En dat is eigenlijk het heel positieve element van de hele exercitie; een heel open ontmoeting met onze bewoners die volkomen vrijuit konden spreken en niet bepaald een blad voor de mond hielden. Het was de bedoeling dat de politici alleen maar noteerden en verder hun mond hielden, maar probeer maar eens een politicus zijn of haar mond te laten houden. Onmogelijk, maar gelukkig werden onze toevoegingen door de gesprekleiders getolereerd en maakten de discussie levendiger. Nu de vraag wat de takendiscussie voor financiële resultaten heeft opgeleverd. In de groepen waar ik aan deel nam, kwamen vooral bezuinigingen en/of verdiensten op langere tijd ter sprake. Er was een eigenaar van een bedrijf die een pleidooi hield voor meer bereikbare woningen op korte termijn, waardoor het voor zijn bedrijf gemakkelijker zou zijn personeel aan te trekken. Die extra bewoners van Breda zouden op termijn als belastingbetalers en consumenten meer geld in het laatje van de gemeente brengen. Alleen moet je dan eerst meer investeren in woningen, en die gaan we zoals het er nu voor staat slechts mondjesmaat bouwen. Datzelfde dilemma kwam ik tegen in de groep “Zorg en Welzijn”. Hier werd geopperd dat als je nu meer geld en aandacht aan de zorg besteedt, de mensen in de toekomst langer en menswaardiger zelfstandig kunnen blijven wonen wat in de toekomst weer heel veel geld zou kunnen besparen. Dit zijn maar twee van de heel veel suggesties die ik heb ervaren. Dus eigenlijk zou ik moeten concluderen dat deze hele takendiscussie 5 of 10 jaar geleden had moeten plaatsvinden. Dan hadden we nu die discussie niet hoeven houden, maar waren die bezuinigingen al lang gerealiseerd. Natuurlijk is het achteraf gemakkelijk zo te redeneren. Dat mag en zal ik ook niet doen. Hoe is nu na er wat over gefilosofeerd te hebben mijn conclusie; positief of negatief over de takendiscussie? Ik ben er uit. Positief. Het waren allemaal heel positieve en open contacten met onze inwoners, die aangegeven hebben best mee te willen denken over de problemen waar we als “stad in het geheel en met z‟n allen” mee geconfronteerd worden. John Stubenitsky Fractievoorzitter Leefbaar Breda
62
Sietzke Schokker (GroenLinks) over de takendiscussie De gemeenteraad aan zet! De informatierondes en de internetdiscussie zitten er op. De laatste bijeenkomst was een goede afsluiting omdat op die avond ongeveer 100 bewoners hun mening hebben gegeven over de mogelijkheden voor Breda om te bezuinigen. Terugkijkend op al deze activiteiten kan geconcludeerd worden dat er met creativiteit en betrokkenheid veel informatie bijeen gebracht is. Nu is het aan de gemeenteraad om uit deze grote hoeveelheid aan informatie de goede keuzes te maken. Daarbij is het belangrijk dat die keuzes geplaatst worden in een visie hoe Breda in de toekomst sociaal, economisch, ruimtelijk maar vooral duurzaam bestuurd zou moeten worden. Daarbij zal niet alleen gekeken moeten worden naar de korte termijn effecten. Voor een duurzame en gezonde stad is ook belangrijk keuzes te durven maken om te investeren in maatregelen waarmee later veel geld bespaard kan worden. Als er nu middelen gereserveerd worden voor milieu- en energiebesparende maatregelen, krijgen we daarvoor een duurzaam rendement terug. Voor deze maatregelen is naast de eigen investering vaak externe subsidie mogelijk. Een bijkomend voordeel is dat ondanks de bezuinigingen de stad haar milieuvriendelijke imago kan behouden. Dit aspect is ook door veel inwoners op de bijeenkomsten ingebracht. Daarnaast verwacht ik dat er een efficiency slag te maken is met de regionale samenwerking, maar dan moeten we echt in de regio gaan samenwerken en vooral ook regionaal gaan denken. Op dit moment is het nog niet duidelijk hoeveel miljoen bezuinigingen de aangedragen suggesties zullen opleveren. Vergelijkbare discussies in andere steden maken duidelijk dat er ook in Breda te verwachten is dat er meer voorstellen zijn aangedragen dan de nagestreefde 10 miljoen. Het zal nog een hele klus worden om de aangedragen bezuinigingsvoorstellen te vertalen in maatschappelijke effecten en gevolgen. Het zou kunnen zijn dat een grote bezuiniging goed op te vangen is en maar weinig gevolgen heeft, terwijl mogelijk een kleine bezuiniging grote gevolgen kan hebben. Dit inzicht is van groot belang om goede keuzes te kunnen maken. Daarnaast moet er ook kritisch gekeken worden naar stapeling van effecten binnen bepaalde thema‟s of doelgroepen. In de komende tijd zal de gemeenteraad zich buigen over alle resultaten. Waarna de raad in maart kaders zal stellen voor een opdracht aan het college voor de uitwerking in de begroting van 2012 en voor vele jaren daarna. Daarbij is het van belang dat ook bij de uitwerking de stad betrokken wordt. Sietzke Schokker Raadslid GroenLinks
63
4. Analyse reacties takendiscussie 4.1. Inleiding Dit hoofdstuk staat in het teken van een analyse van de door inwoners en organisaties ingebrachte reacties in het kader van de takendiscussie. Deze analyse volgt de ordening van de keuzevragen, die in het vorige hoofdstuk is aangebracht. Op basis van dit ordeningskader wordt allereerst een beeld op hoofdlijnen geschetst. Vervolgens wordt per keuzevraag een bondige analyse opgemaakt: per keuzevraag wordt aantal observaties gemaakt.
4.2. Algemeen beeld De aangereikte suggesties uit de takendiscussie zijn zeer divers van karakter en de mate van concreetheid loopt uiteen. In het algemeen zijn beknopte statements gemaakt, zonder nadere toelichting. Uitgezonderd enkele suggesties die zijn opgetekend in de reactieformulieren op de website. De ideeën zijn verdeeld naar de (centrale) thema’s uit de takendiscussie. Hierbij geldt uiteraard dat algemenere opmerkingen voor meerdere thema’s opgaan. Er wordt in dit rapport geen uitgebreide kwantitatieve analyse opgesteld. Het gaat immers niet om het aantal ideeën, maar om de bruikbaarheid van de ideeën voor de bezuinigingsopgave. Die keuze is overigens aan de politiek. Daarnaast vormt de externe oriëntatie geen representatieve weerspiegeling van de inwoners van de stad Breda, waardoor een uitvoerige kwalitatieve studie van de resultaten niet zinvol is. In dit rapport wordt desondanks een globaal kwantitatief beeld geschetst om enig inzicht te verschaffen in welke mate de keuzevragen, die als opmaat kunnen dienen voor het oordeelsvormende debat, in de oriëntatie met de stad een rol hebben gespeeld. Fig. 1 Verdeling reacties naar keuzevraagstukken (in percentages)
Totaal (688) 18,9%
Overige suggesties
18,3%
Eigen verantwoordelijkheid
17,0%
Efficiency 10,5%
Investering 5,4%
Beëindiging taken/investeringen
4,8%
Regionale taakdifferentatie Vereenvoudiging regelgeving
4,5%
Aansturing
4,4%
Generen extra inkomsten
4,2% 3,3%
Kwaliteitsniveau Bewustwording/voorlichting
2,8%
Privatisering/uitbesteding
2,8%
Meer zelfvoorzienend
1,6%
Ex-ante analyse
1,6% 0%
5%
10%
15%
20%
65
Uit de verdeling van de 688 reacties uit de takendiscussie kan het volgende algemene beeld worden opgetekend (zie figuur 1): - Uitgezonderd de categorie ‘overige suggesties’ zijn de meeste reacties onder te brengen bij de keuzevraag ‘eigen verantwoordelijkheid’ (18,3%), gevolgd door de keuzevragen ‘efficiency’ (17,0%) en ‘investering’ (10,5%). Deze drie keuzevragen zijn samen goed voor bijna de helft van de voorstellen. - Een fors aantal ideeën laat zich niet vertalen naar een keuzevraag: ongeveer een vijfde valt in categorie ‘overige suggesties’. - Ongeveer eenzelfde aantal reacties (tussen 4% en 5,5%) kan worden toegeschreven aan de volgende keuzevragen: ‘beëindiging taken/investeringen’, ‘regionale taakdifferentiatie’, ‘vereenvoudiging regelgeving’, ‘aansturing’ en ‘genereren extra inkomsten’. - De volgende keuzevragen leveren het minste aantal reacties op (minder dan 3,5%): ‘kwaliteitsniveau’, ‘bewustwording/voorlichting’, ‘privatisering/uitbesteding’, ‘meer zelfvoorzienend’ en ‘ex-ante analyse’.
Fig. 2 Verdeling reacties naar thema’s en centrale thema’s* (in percentages)
6
Werken
9,7%
Zorg&Welzijn
7,8%
Openbare ruimte
7,6%
Cultuur&Evenementen
7,0%
Overig
6,8%
Veiligheid
6,3%
Verkeer&Vervoer
6,0%
Sociale zekerheid
5,2%
Onderwijs
5,2%
Wonen
5,1%
Stedelijke ontwikkeling
4,9%
Vitale Stad*
3,8%
Natuur&Milieu
3,8%
Regionale samenwerking
3,6%
Sport
3,1%
Dienstverlening
1,7%
Krachten bundelen*
1,3%
Thuis in Breda*
0,3% 0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
6
De reacties uit de takendiscussie zijn zoveel mogelijk verdeeld naar de afzonderlijke thema’s. Voor niet alle ideeën uit de publieksavond was dit echter mogelijk. Vandaar dat enkele suggesties onder de centrale thema’s (‘Vitale stad’, ‘Thuis in Breda’ en ‘De krachten bundelen’) zijn ondergebracht. 66
Een overzicht van de reacties verdeeld naar thema’s en centrale thema’s toont dat geen enkel thema meer dan tien procent van de reacties oplevert. Het thema werken (9,7%) spreekt kennelijk het meest tot de verbeelding in de takendiscussie en het thema dienstverlening (1,7%) het minst (zie figuur 2).
4.3.
Analyse keuzevragen
1. Eigen verantwoordelijkheid Observaties: - De ordening van de suggesties naar de verschillende keuzevragen leert dat de categorie ‘eigen verantwoordelijkheid’ de meeste ideeën oplevert. - Uit de suggesties spreekt de wens dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken een groter beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van maatschappelijke instellingen en inwoners. - Het valt op dat op alle thema’s ideeën worden aangedragen die aansporen tot meer eigen verantwoordelijkheid. Het thema regionale samenwerking vormt hierop een uitzondering. - Het feit dat de roep om meer eigen verantwoordelijkheid groot is, betekent niet dat er geen enkele rol voor de gemeente is weggelegd. Integendeel, veelvuldig wordt bepleit dat de gemeentelijke overheid zich een actieve houding dient aan te meten om de eigen verantwoordelijkheid in de samenleving meer tot uiting te laten komen. Zo vallen herhaaldelijk termen als meer ‘faciliteren’, ‘ruimte geven’, ‘regie voeren’, ‘vertrouwen geven’, ‘investeren’, ‘samenwerken’, ‘stimuleren’, ‘aanspreken’, ‘overlaten aan’, ‘dwingen’, ‘beroep doen op’ en ‘overtuigen’. - In de suggesties wordt naar een breed palet aan actoren verwezen waaraan de gemeente taken kan overlaten. Genoemd worden buurtbewoners, vrijwilligers, studenten, bedrijven, organisaties, instellingen, organisatoren van evenementen, ondernemers, horeca, zorgverleners, uitkeringsgerechtigden, verenigingen, dorps- en wijkraden, jongeren, ouderen en agrariërs. - De boodschap om meer eigen verantwoordelijkheid te stimuleren wordt geregeld in algemene termen uitgedrukt. Maar er worden ook legio concrete voorbeelden genoemd. Een kleine greep: het stimuleren van sporten door zorgverzekeraars, het organiseren van opschoondagen in buurten om afval en bladeren te verzamelen of sneeuw te ruimen, het sponsoren van de Bredapas door ondernemers en het vervangen van subsidies door microkredieten. 2. Kwaliteitsniveau Observaties: - Op de vraag uit de takendiscussie of de gemeente taken kan minimaliseren of stoppen wordt onder meer gesteld dat op de kwaliteit van bepaalde taken kan worden ingeleverd. En dan wordt met name de kwaliteit van de openbare ruimte genoemd. Zo wordt bijvoorbeeld gepleit om het gras minder vaak te maaien, het groen uit te dunnen, speelveldjes goedkoper en spannender te maken, minder rigoureus te snoeien en minder onderhoud te plegen in het Valkenberg. - Naast de opmerkingen die grotendeels betrekking hebben op de kwaliteit van de openbare ruimte, wordt de gemeente ook de suggestie aan de hand gedaan om te komen met ‘minder prestigieuze plannen: basiskwaliteit is genoeg’. Weer andere deelnemers zien mogelijkheden om te versoberen, bijvoorbeeld bij het onderhoud van de wegen in het centrum, de kunst in de openbare ruimte en de uitvoering van woningaanpassingen.
67
3. Vereenvoudiging regelgeving Observaties: - Voor diverse thema’s spreken deelnemers de wens uit dat de gemeente haar regelgeving vermindert dan wel vereenvoudigt. Dit moet de weg openen voor onder meer bouwen in eigen beheer, minder administratie voor scholen/bedrijven, verkoop van kleine (snipper-)percelen, soepelere procedures voor projectontwikkelaars, minder bureaucratie bij bijvoorbeeld woningaanpassingen en aanvragen van evenementen. - Daarnaast verwijzen enkele reacties naar het vereenvoudigen van regelgeving voor ouderen. Zo wordt voorgesteld om inwoners boven de 75 jaar een geldig blijvende identiteitskaart te geven, ouderen uit te sluiten van de sollicitatieplicht en oudere (langdurig) werkzoekenden niet in een reïntegratietraject te plaatsen. - Ten slotte zijn er ook suggesties die zich niet alleen focussen op de besparing door het vereenvoudigen van regels of het verminderen van de regeldruk, maar tegelijkertijd ook aansporen tot het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid. In dit kader kunnen de volgende voorbeelden worden genoemd: ‘aanbouw voor mantelzorgers bij bestaande bouw makkelijker/mogelijk maken’ en ‘maak deeltijd ondernemen mogelijk en makkelijk vanuit de bijstand en de UWV’.
4. Privatisering/uitbesteding Observaties: - Het uitbesteden van gemeentelijke taken of het privatiseren wordt door sommige deelnemers aan de takendiscussie als optie om te bezuinigen/verdienen aangedragen. - Concreet wordt voorgesteld om in Breda meer taken (groenvoorziening, bezorgen gemeentepost, schoonmaak, kantine, repro, drukwerk) door de BSW uit te laten voeren, de BSW op afstand te plaatsen, de gemeente de regie te laten voeren op taken die kunnen worden uitbesteed (bijvoorbeeld ophalen afval), waar mogelijk gemeentelijke bedrijven te privatiseren, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte af te stoten aan private partijen of de BSW, het parkeerbedrijf te privatiseren en/of beheertaken af te stoten, ‘Park&Boat’ uit te besteden, de uitvoering van de WSW, WWB en WIJ te privatiseren, de arbeidsbemiddeling via de marktpartijen te laten lopen, alle beheertaken op de markt te brengen, de indicatiestelling van de Wmo aan zorgaanbieders uit te besteden, de zorg te privatiseren (maar wel met een vangnet), het ontwerp en de aanleg van de infrastructuur aan de markt over te laten en alle uitvoeringtaken die door de markt efficiënter kunnen worden uitgevoerd af te stoten of op afstand te plaatsen.
5. Aansturing Observaties: - Bij deze keuzevraag over het aanscherpen van de eisen die de gemeente stelt aan instellingen die zij faciliteert/subsidieert vallen termen als ‘strikter handhaven’, ‘strenger controleren’, ‘sturing geven’ en ‘meer toezicht’. Twee voorbeelden: strenger toezicht houden op de uitvoering van openbare werken en maatschappelijke organisaties dwingen meer samen te doen op bijvoorbeeld één locatie. Maar ook het tegenovergestelde wordt ingebracht: ga bij indicatieinstelling/toewijzing uit van vertrouwen en controleer zorgaanbieders steekproefsgewijs. - Een groot deel van de suggesties bij deze keuzevraag stelt strengere eisen aan de subsidieverlening. Zo passeren onder meer de volgende ideeën voor een zakelijkere subsidieverlening de revue: meer sturen op effecten, betere handhaving bij overtreding van subsidieregels, bij aanvraag strenger selecteren op maatschappelijke relevantie en vraag (in 68
-
plaats van aanbod), meer controleren op bereik en doeltreffendheid en bij subsidieverlening clubs dwingen samen te werken. Kijkend naar de diverse thema’s wordt in het kader van de subsidieverlening bijvoorbeeld voorgesteld om resultaten van projecten inzichtelijk te maken (veiligheid), subsidieaanvragen te beoordelen op innovativiteit en beschikbaarheid van stageplekken (onderwijs), scherpere afrekeningcriteria op te stellen voor gesubsidieerde projecten (sport), alleen subsidie te verstrekken aan projecten waarnaar vraag is en subsidies niet te verlenen op basis van ledental, maar op grond van doelstellingen (cultuur&evenementen) en de gemeente als opdrachtgever van bedrijven te laten eisen dat zij maatschappelijk ondernemen, een bepaald percentage jongeren en werklozen in dienst nemen en de Bredapas sponsoren (sociale zekerheid).
6. Genereren extra inkomsten Observaties: - Naast de vele suggesties om te bezuinigen heeft de takendiscussie ook voorstellen opgeleverd over de wijze waarop de gemeente extra inkomsten kan genereren. - Een deel van deze suggesties spoort aan tot extra handhaving, zoals tolgeld voor auto’s die door bussluizen rijden, kleine boetes voor asociaal gedrag, bekeuringen voor foutparkeerders tijdens schoonmaakacties door de gemeente en meer boetes voor vervuiling op straat. - Andere voorstellen vragen om een hogere bijdrage van de inwoners of de bezoekers van Breda. Te denken valt aan het verhogen van de OZB voor huizen boven een bepaalde OZB-waarde, het verhogen van de parkeertarieven op piekmomenten op gewilde locaties, geen gratis fietsenstallingen, het invoeren van toeristenbelasting, het verhogen van de huren van gemeenschapshuizen of het vragen van een eigen bijdrage voor diensten die tot nu toe gratis zijn. - Verder stellen deelnemers aan de takendiscussie onder meer voor een Stadsloterij in te voeren, een gemeentelijk energiebedrijf op te richten, weesfietsen en -wrakken op te knappen en/of te verkopen als oud ijzer, gemeentelijke restpercelen bij huizen te verkopen (snippergroen) en meer te lobbyen om Europese subsidies binnen te halen.
7. Regionale taakdifferentiatie Observaties: - Met het oog op de bezuinigingsopgave zien diverse deelnemers aan de takendiscussie heil in het gezamenlijk uitvoeren van taken door de verschillende gemeenten in de regio. Zo worden onder meer mogelijkheden gezien voor gezamenlijke inkoop, een gezamenlijk grondbedrijf, een regionale brandweer, een gezamenlijke lobby richting Brussel, samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen, een regionale uitvoering van uitkeringen, gezamenlijke aanbesteding van gemeente(grens)overstijgende projecten, het opschalen van de stedelijke ontwikkeling naar regionaal niveau, het combineren van de bedrijfsvoering en back-office (zoals belastingen), het centraal regelen van bouwen en bouwcontroles en regionale samenwerking op het gebied van leerlingenvervoer, rijbewijzen en paspoorten. - Daarnaast luidt een van de voorstellen om gemeenten in de regio onderling taken te laten verdelen, en wel door het opsplitsen van cultuur (beeldcultuur voor Breda, podiumkunsten voor Tilburg, etc.). - Het niveau waarop moet worden samengewerkt loopt uiteen: soms wordt verwezen naar de regio West-Brabant, soms naar de B5. Een suggestie reikt nog verder: ‘De grootste besparing zou zijn Brabant één gemeente.’ - Regionale samenwerking is niet alleen gewenst tussen de gemeentelijke organisaties. Volgens deelnemers aan de takendiscussie is in de regionale samenwerking ook een rol weggelegd voor 69
-
grotere organisaties (zoals Amarant, Surplus, GGD, Breda Actief), grote ondernemers en woningbouwcorporaties. Ook de politieke partijen en de gemeenteraden dienen bij te dragen aan het beter stroomlijnen van de regionale samenwerking. Tot slot wordt opgeroepen om beter gebruik te maken van de expertise van andere gemeenten, door bijvoorbeeld te leren van elkaars ‘best practices’, regionale (en internationale) verbanden aan te spreken, kennis en ambtenaren tussen gemeenten onderling uit te ruilen of ambassadeurs uit andere gemeenten beter te benutten.
8. Ex-ante analyse Observaties: - Volgens deelnemers aan de takendiscussie kan de gemeente ook bezuinigen door voorafgaande aan het invoeren van beleids- of dienstverleningsprocessen een goede analyse op te stellen. Bijvoorbeeld van de vraag en het aanbod op de woningmarkt, de krapte op de arbeidsmarkt, de doubleurs in subsidieverlening, de bezetting van accommodaties in de wijken en de taken die de gemeente kan uitbesteden aan derden. Ook wordt gevraagd de besparingen van de buurtpreventie en de resultaten van de stadsmariniers in beeld te brengen. Verder wordt aanbevolen de zorgvraag (‘vraag achter de vraag’) te onderzoeken in plaats van de vraag naar voorzieningen. - In meer algemene termen wordt er vanuit de stad gewaarschuwd om grote investeringen goed door te denken (verkeer&vervoer), realistische toekomstbestendige plannen te ontwerpen (natuur&milieu) en bij het plannen en ontwikkelen met alle betrokken een goede analyse vooraf te maken (‘Vitale Stad’).
9. Meer zelfvoorzienend Observaties: - In de takendiscussie wordt een enkele maal naar voren gebracht dat bepaalde instellingen het met minder financiële steun van de gemeente kunnen stellen. In dit kader worden NAC, het Graphic Design Museum, het Chassé Theater, MEZZ en grote organisaties, zoals IMW, GGZ en Kentron, genoemd. - Er wordt een pleidooi gehouden om organisaties die (te) subsidieafhankelijk zijn meer zelfredzaam te maken. Hier is een rol voor de gemeente weggelegd. - Tevens brengen sommige deelnemers aan de takendiscussie in dat bepaalde organisaties worden geacht zelfvoorzienend te zijn. Zo wordt gesteld dat zowel NAC als evenementen in Breda met een landelijke uitstraling zichzelf moeten bedruipen.
10. Investering Observaties: - In de takendiscussie zijn vele reacties (ruim tien procent) ingediend die onder de noemer ‘kosten voor de baat’ kunnen worden geschaard. Of zoals in de takendiscussie soms ook is verwoord: ‘de beste manier om te bezuinigen is te investeren’ of ‘nu investeren om later te bezuinigen’. - Aan de aanbevelingen om te investeren liggen diverse redenen ten grondslag. Allereerst kan worden gedacht aan het stimuleren van de economische groei en het aantrekkelijker maken van de stad Breda. Deze reacties zijn vooral te vinden bij de thema’s wonen, werken, onderwijs, verkeer&vervoer en stedelijke ontwikkeling. Het gaat dan bijvoorbeeld om het creëren van werkgelegenheid, het investeren in de kenniseconomie, het aanleggen van transferia, het revitaliseren van bedrijventerreinen, het stimuleren van woningbouw (onder meer door het verlagen van grondprijzen), het investeren in braakliggende terreinen, het niet bezuinigen op de 70
-
-
-
hoofdinfrastructuur van de stad, het uitbreiden van de sociale werkvoorziening, het oprichten van een lobbygroep om bedrijven zich in Breda te laten vestigen, het investeren in kwaliteitsverbetering (vervoer, infrastructuur en openbare ruimte) en het bijdragen aan Brabant Culturele Hoofdstad 2018. Een andere reden om te investeren is vanwege de preventieve werking, het voorkomen van extra kosten in de toekomst. Ter illustratie de volgende suggesties: investeer in de jeugd (om bijvoorbeeld opvang te voorkomen), geef prioriteit aan duurzame energie om op langere termijn kosten te besparen, investeer in cultuur- en sportmariniers die zich later als makelaars terugbetalen, zet in op de talentontwikkeling van senioren die zich zal vertalen in een bijdrage op het gebied van zorg en welzijn, versterk de positie van vrijwilligers en mantelzorgers, investeer in sportvoorzieningen voor de jeugd, verstrek subsidie aan laagdrempelige organisaties ter voorkoming van hulpverlening aan dure organisaties, houd ook toezicht in de buitenwijken van Breda en vergroot de kennis over de subsidiemogelijkheden. ‘Goedkoop is duurkoop’, luidt een ander motief om te investeren. Oftewel, let op de kwaliteit en niet alleen op de prijs. Zo wordt bijvoorbeeld aanbevolen om bij straatwerken te kiezen voor een goede kwaliteit van materiaal en uitvoering, om zo op het reguliere beheer te sparen. Of om straatmeubilair meer hufterproof te maken, zoals de borden langs de fietspaden in de Haagse Beemden. Tot slot wordt gewaarschuwd om niet alleen naar het kostenbeheer te kijken, maar ook naar de effecten. Ter illustratie hiervan worden de bezuinigingen op het openbaar groen genoemd: achterstallig onderhoud bij het openbaar groen geeft gelegenheid tot onveiligheid.
11. Beëindiging taken/investeringen Observaties: - In de takendiscussie worden ook suggesties aangereikt om bepaalde gemeentelijke taken te beëindigen of te stoppen met investeringen. Een duidelijke lijn in deze suggesties is nauwelijks te ontwaren. - Ten aanzien van het thema verkeer&vervoer wordt onder meer voorgesteld niet langer te investeren in zowel vrije busbanen als de bussluis en de fietsbrug in Nieuw Wolflaar en te stoppen met het inrichten van 30km-zones in woonwijken. - Wat betreft het thema cultuur&evenementen wordt geadviseerd niet te participeren in Brabant Culturele Hoofdstad 2018, te bezuinigen op erfgoed en geen curator aan te stellen voor het Graphic Design Museum. - Op het terrein van de gemeentelijke dienstverlening wordt de suggestie gedaan om te stoppen met het project digitale dienstverlening en met de herinneringen voor paspoort en rijbewijs en de papieren uitgaven (gemeentegidsen, stadsplattegronden, informatiebrieven, afvalkalanders, etc.). - Verder wordt onder meer voorgesteld om geen subsidies meer te verlenen voor buurtfeesten, ontwikkelingshulp, integratieactiviteiten, culturele activiteiten en jongerenwerk, niet langer te investeren in de biomassacentrale, te stoppen met reïntegratiebureaus, de tv-raad (Programmaraad) op te heffen, de invoering van de stadsmariniers niet door te laten gaan, de website Breda-Morgen uit de lucht te halen en geen controle uit te voeren op het betalen van hondenbelasting. Of zelfs alle subsidies af te schaffen.
71
12. Efficiency Observaties: - Een flink aantal reacties uit de takendiscussie kan bij de keuzevraag inzake efficiency worden ondergebracht. Op bijna alle thema’s kan een efficiencyslag worden gemaakt, aldus deelnemers van de takendiscussie. Keer op keer vallen dezelfde termijnen, zoals ‘samenwerken’, ‘clusteren/samenvoegen’, ‘beter afstemmen’, ‘overzicht houden’, ‘regisseren’, ‘betere logistiek en planning’, ‘maatwerk leveren’, ‘dubbels voorkomen’, ‘transparant maken’, ‘coördineren’, ‘betere communicatie’, ‘beter gebruikmaken van bestaande kennis’, ‘leren van andere steden’, ‘multifunctioneel gebruik’ en ‘minder bureaucratie’. - Een selectie uit de concrete voorbeelden: leegstand bij scholen inzetten voor (tijdelijke) studentenhuisvesting, aanpassen busroutes buiten de spitstijden, bomen planten die minder worteldruk opleveren, één evenementenloket, samenvoeging bibliotheek en Nieuwe Veste, fuseren Gemeentelijk Archief en Breda’s Museum, sport- en wijkaccommodaties jaarrond openstellen, waar het kan digitale dienstverlening inzetten, sportkantines openstellen voor andere wijkactiviteiten, het beheer van gemeenschapshuizen omzetten in een gemeentelijk digitaal systeem, verschillende maatschappelijke organisaties samenbundelen, efficiëntere subsidiestromen en hergebruik van Wmo-voorzieningen.
13. Bewustwording/voorlichting Observaties: - Tussen de bijna 700 reacties in de takendiscussie is er een beperkt aantal waarin een rol is weggelegd voor de gemeente om via bewustwording/voorlichting de mogelijkheden tot bezuinigen/verdienen te bevorderen. Er zijn enkele concrete voorstellen, zoals ‘goede voorlichting door gemeente om niet in de schulden te belanden’, ‘maatschappelijke stages m.b.t. onderhoud stad: stad schoon en kinderen leren rommel opruimen’, ‘voorlichten en bewust laten worden van eigen beheer’ en ‘een digitale sociale kaart laten maken, zodat organisaties/mensen elkaar weten te vinden’. Maar er zijn ook meer algemene suggesties om bijvoorbeeld inwoners vaardig te maken in het terugkrijgen van de eigen regie en te investeren in bewustwording. - Ook wordt de gemeente gevraagd de ‘sense of urgency’ om te bezuinigen/verdienen beter aan de inwoners van Breda over te brengen en het goede voorbeeld te stellen door aan de stad te laten zien waarop de gemeente zelf bezuinigt.
14. Overige suggesties Observaties: - Het hoogste percentage reacties (bijna een vijfde) laat zich niet vertalen naar de keuzevragen die zijn geformuleerd om ordening te brengen in de takendiscussie. Deze reacties zijn in de categorie ‘overige suggesties’ geplaatst. - In deze categorie zijn vele suggesties opgenomen die in zeer algemene bewoordingen zijn geformuleerd, waardoor de relatie met de bezuinigingsopgave, de keuzevragen of de thema’s moeilijk is te leggen. - Het overzicht van de ‘overige suggesties’ bevat de nodige wensen om op bepaalde zaken juist niet te bezuinigen.
72
73
Gaston de Jong (Trots op Nederland) over de takendiscussie De (kern)takendiscussie. Onlangs bereikte mij het verzoek om ook een column te schrijven over de takendiscussies die wij als leden van de gemeenteraad met de inwoners van onze mooie stad hebben gehouden. Ik moet zeggen dat ik in het begin, toen besloten werd om met de stad in gesprek te gaan, niet veel vertrouwen in een succesvolle afloop had. Heel eerlijk gezegd kwam de gedachte in mij op dat het niet meer dan een strategie van de coalitie was om de oppositie, de stakeholders en de burgers de wind uit de zeilen te halen, zo van “jullie hebben toch de gelegenheid gehad om overal over mee te praten, maar daar kwam weinig uit en dus bezuinigen we maar op onze eigen manier.” Toegegeven: ik heb mij daarin vergist. In mijn ervaring zijn alle deelnemende raadsleden en commissieleden met een open mind de discussieavonden ingegaan, en werden alle ideeën serieus genomen en ijverig op de flip-overs genoteerd. Tim Jené en ik hadden ons voor alle avonden aangemeld en geënthousiasmeerd door de positieve geluiden uit Eindhoven, waar ze al dergelijke discussieavonden hadden gehouden, togen we naar de eerste discussieavond. Ik herinner mij nog dat ik onderweg dacht, “stel dat er straks honderden burgers zich verdringen om de tafels, hoe gaan wij dat dan handelen?” Nog geen half uur later waren die zorgen echter als sneeuw voor de zon verdwenen omdat de opkomst in mijn ogen teleurstellend was. Gelukkig waren er wel de bekende gezichten, namelijk de vertegenwoordigers van wijkraden en de dorpsraden en andere al bekende stakeholders, maar weinig mèèr. Na die ervaring tijdens de eerste algemene discussieavond heb ik mijn verwachtingen flink bijgesteld maar, zoals het vaak gaat als de verwachtingen niet al te hoog gespannen zijn, dan valt het vaak mee. Dat bleek tijdens de tweede, wèl themagerichte discussieavond over “Vitale Stad”, de opkomst was een stuk hoger dan de eerste avond, de sfeer was goed en optimistisch en er kwamen ook veel ideeën op de flip-overs. Hoopvol gestemd gingen Tim Jené en ik dan ook naar de derde discussieavond over “Thuis in Breda”, maar helaas was de opkomst tijdens die avond weer een stuk lager. Op de vierde en laatste avond van de takendiscussie, met als onderwerp het thema “Krachten bundelen”, was het druilerig weer: met de lage opkomst van de derde avond in het geheugen, vreesde ik het ergste voor de avond. Ook nu werd ik weer verrast. Ondanks het regenachtige weer was de opkomst hoog en op het eind van de avond stonden de flip-overs vol met ideeën. Terugkijkend op het geheel hebben de discussieavonden mij verrast. Weliswaar heb ik niet het de verwachting dat het Ei van Columbus aanwezig is tussen de ingediende ideeën, die nog door de gemeenteraad besproken moeten worden. Maar ongeacht wat voor resultaat het straks financieel gaat opleveren tijdens de raadsvergaderingen, is voor mij persoonlijk het grote winstpunt van de vier avonden geweest, de energie die ik gekregen heb door kennis gemaakt te hebben met behoorlijk veel betrokken burgers uit alle geledingen van de maatschappij, die net als ik begaan zijn met het lot van onze mooie stad. Gaston de Jong Fractievoorzitter Trots op Nederland
74
Joyce van der Sanden (SP) over de takendiscussie Verwachtingen. Toen duidelijk werd dat in Breda miljoenen euro‟s bezuinigd moest worden vond de hele raad dat we bij die bezuinigingen ook naar de ideeën van de Bredanaars moesten luisteren. De gemeenteraad had de verwachting dat Bredanaars zelf ook de noodzaak van de bezuinigingen inzien en dat vanuit de maatschappij goede voorstellen zouden komen waarop de gemeente zou kunnen bezuinigen. Zo ontstond het idee voor de takendiscussie. Een mooi instrument om Bredanaars mee te laten denken hoe dingen anders, beter of goedkoper gedaan kunnen worden. De verwachting van de SP over deze takendiscussie was wisselend. Het is natuurlijk geweldig dat je Bredanaars wilt laten meedenken over de toekomst van de stad. De SP is er groot voorstander van mensen te betrekken bij de besluitvorming in hun staat, naar ze te luisteren en serieus te nemen. Maar er was ook twijfel. Bereiken we met deze takendiscussie wel de mensen die we willen bereiken. Komen er niet alleen de mensen op af die we al kennen vanuit de wijk- en dorpsraden, belangenverenigingen, instellingen, etc. En kun je wel van mensen vragen dat ze voorstellen doen over bezuinigingen die henzelf aangaan? De takendiscussie is nu bijna afgerond. Plannen zijn ingediend via twitter, internet en de brievenbus. De themaavonden zijn geweest. Er zijn honderden uiteenlopende voorstellen ingediend. Het ene voorstel is goed toepasbaar en kan morgen worden ingevoerd waardoor direct bezuinigd kan worden. Het andere voorstel is niet meer dan een proefballon dat juridisch niet haalbaar is. En dan is er nog die hele berg voorstellen die daar tussenin zit. Zijn mijn verwachtingen over de takendiscussie uitgekomen? Ten dele. De avonden werden wisselend bezocht. Er waren veel bekenden, vanuit de politiek, wijkraden, betrokken burgers die vaker inspreken. Maar er waren gelukkig ook nieuwe gezichten. Bredanaars die we normaal gesproken niet in de raadszaal zien maar nu met prima ideeën kwamen. En de ideeën zelf. Het ei van Columbus zat er niet bij, er waren geen wereldschokkende ideeën. Maar er was wel veel enthousiasme, verbeterpunten, suggesties, waar we zeker iets mee kunnen. Dan heb ik nog één verwachting over. Alle voorstellen en ideeën gaan nu besproken worden in de gemeenteraad. Ik hoop dat alle goede ideeën ook een eerlijke kans krijgen om ingevoerd te worden. Waar ik bang voor ben is dat de coalitie die ideeën eruit haalt die goed passen bij hun eigen coalitieakkoord. Dat ze die bezuinigingen gaan doorvoeren en daarbij kunnen zeggen: dit is wat de stad wil, want het is ook ingebracht tijdens de takendiscussie. Laten we hopen dat die laatste verwachting niet uitkomt. Joyce van der Sanden Raadslid SP
75
Bernie van den Berg (Breda ‘97) over de takendiscussie Geachte inwoners van Breda, Mij valt de eer te beurt als laatste een column te mogen schrijven met de takendiscussie als onderwerp. Normaliter ben je dan in het voordeel, je hebt de epistels van anderen kunnen lezen, de stadsgesprekken hebben plaatsgevonden en de eerste papieren aanzet tot een concept ligt al in de bus. Velen hebben zich afgevraagd of een en ander nu positief dan wel negatief van aard is geweest. Ook ik sta er een beetje gemengd in. Helaas is “het gouden idee” dat in een klap 10 miljoen oplevert (nog) niet gevonden, maar eigenlijk is dit niet verbazingwekkend. Was dit namelijk wel gebeurd dan kun je je met recht afvragen of we in het verleden als gemeentebestuur niet iets gemist hebben. Eigenlijk zou ik hier over twee dingen willen schrijven die mij zijn opgevallen; 1. Opvallend was de positieve houding van alle bewoners die zich de moeite hebben getroost om deel te nemen aan de stadsgesprekken. Na een wat magere start, qua opkomst, was de zaal op de laatste avond goed gevuld. Een uitermate gemêleerd publiek, met zoals al genoemd een hele positieve insteek. Mocht het hier bij blijven hebben we in ieder geval aan de tweede doelstelling van de takendiscussie m.i. met verve voldaan: begrip en draagvlak kweken voor de bezuinigingen waar we de komende jaren mee te maken krijgen. 2. De tweede rode draad die door de gesprekken liep is eigenlijk de hamvraag ”kun je op sommige dingen überhaupt wel bezuinigen?”. Als voorbeeld wil ik hier aanhalen het pleidooi van enkele tot op het bot gemotiveerde dames, vrijwilligers in een Inloophuis, om op deze Inloophuizen toch vooral niet te korten. En ik denk eigenlijk dat dit ook zo is. Bij heel veel onderwerpen gaan de kosten voor de baten. Kijk maar naar de steeds voortgaande digitalisering. Uiteindelijk wordt de service voor een ieder beter en goedkoper, maar eerst moet er geld op de plank om de zaak in gang te zetten. Een beleidsterrein waar dit volgens Breda „97 bij uitstek zo werkt is, de sociale sector (vreselijk woord, trouwens). Heel simpel gaat daar op: preventie voorkomt hoge correctieve kosten. Schooluitval, drop-outs, vult u zelf maar verder in,…… investeren in de frontoffice, voorkomt uiteindelijk een hoop ellende aan de achterdeur. Wij kunnen het onszelf niet veroorloven, financieel noch moreel, na te laten om te streven naar een zo volwaardig mogelijk plaatsje in de maatschappij voor iedereen. En nee, dit is geen pleidooi voor de “maakbare-maatschappij”, want natuurlijk bestaat er zoiets als een eigen verantwoordelijkheid. Maar mensen die er aan de onderkant uitvallen, die kosten ons uiteindelijk pas ècht veel geld. Goed, de stadsgesprekken zijn klaar. Alle, en neemt U van mij aan, echt àlle ideeën worden nu verzameld, gewogen en bewerkt. Stopt u echter niet met meedenken. Want mocht U ineens een “Gouden-10-miljoen-idee” te binnen schieten, weet ik zeker dat het college de rode loper voor u naar het stadskantoor uitrolt. Met vriendelijke groet, Bernie van den Berg Commissielid Breda ’97
76
77