Vooronderzoek Rat Verleghstadion Gemeenteraad Breda
Definitieve rapportage
Gemeente Breda De heer Paul Piket raadsgriffier Postbus 90156 4800 RH Breda T. 076-5293846 E.
[email protected]
Onderzoekers: drs. A.L. (Lauryan) Bakker drs. G.J. (Gert-Jan) Broer drs. R.M. (Roel) Freeke J. (Jan) Karens MSc Contactpersoon: Roel Freeke T. 06 - 26026019 E.
[email protected] Kenmerk: GO 14572 Datum: 13-07-2015
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
Inhoudsopgave Onderzoeksrapportage
1
1 Toelichting bij het vooronderzoek
3
1.1 / Aanleiding
3
1.2 / Proces van het vooronderzoek
4
1.3 / Het onderzoeksdossier
5
2 Tijdlijn Rat Verleghstadion
6
2.1 / Inleiding
6
2.2 / Vijf belangrijke perioden in de tijdlijn
6
2.3 / Belangrijke bevindingen bij de tijdlijn
8
3 Scope van het onderzoek
9
3.1 / Verkenning onderzoeksbenaderingen
9
3.2 / Onderzoeksvragen
11
4 Advies voor vervolgonderzoek
14
4.1 / Mogelijkheden vervolgonderzoek
14
4.2 / Overzicht instrumenten met voor- en nadelen
16
4.3 / Ons advies
18
4.4 / Plan van aanpak
18
4.5 / Budget
19
Bijlagen
20
Tijdlijn Rat Verleghstadion
20
Bevoegdheids- en verantwoordelijkheidsverdeling
28
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
i
Onderzoeksrapportage
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
1
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
2
1 Toelichting bij het vooronderzoek 1.1 / Aanleiding Op 29 april 2015 heeft de gemeenteraad van Breda een motie aangenomen voor het uitvoeren van een onderzoek naar de besluitvorming en verantwoordelijkheden rondom de bouw, de aankoop, de verkoop, het gebruik, de constructie en de verbouwing van het Rat Verleghstadion.1 Concrete aanleiding voor het onderzoek is de problematiek rond de scheurvorming in het beton van de hoofdtribune van het stadion, en de onduidelijkheid over de ernst van deze constateerde problematiek. Zo bleek uit een onderzoek dat de gemeente het constructiebureau ABT recent liet uitvoeren, dat het stadion niet voldoet aan de (huidige) veiligheidseisen. De scheuren in het beton, die in 2012 en 2013 zijn geconstateerd, zijn te groot. Ook buigen elementen van de hoofdtribune te ver door. 2 Het college nam noodmaatregelen om de voetbalwedstrijd NAC – Heracles doorgang te laten vinden. Het onderzoek van ABT is één van de vier onderzoeken dat is uitgevoerd naar scheurvorming. Het werd vooraf gegaan door een onderzoek van R² Constructie Adviesbureau, Arcadis en Den Boer CCI. Met name de verschillende bevindingen in deze onderzoeken zorgt voor veel onduidelijkheid. De vraag die de raad n.a.v. de motie van 29 april 2015 stelt, is: Hoe is rondom de momenten van bouw, aankoop, verkoop, verbouw en huurverlaging van het Rat Verleghstadion de bestuurlijke besluitvorming verlopen en hoe zijn de verantwoordelijkheden belegd, telkens voor zover het daarbij ging over de constructieve veiligheid van het stadion? Deze onderzoeksvraag is in dit vooronderzoek getoetst aan het dossier. Voordat met de uitvoering van het onderzoek gestart wordt, heeft de raad in de motie het fractievoorzittersoverleg (FVO) verzocht om aan de raad een voorstel voor te leggen waarin de volgende onderdelen in ieder geval worden benoemd: 1. de exacte vorm van het onderzoek (type onderzoek en opdrachtgeverschap); 2. de bemensing vanuit de raad (in het geval er een onderzoek in opdracht van de raad wordt gedaan); 3. nadere definiëring van de onderzoeksaanpak en onderzoeksvragen; 4. een inschatting van de benodigde financiële middelen die voor de uitvoering van het onderzoek nodig zijn. Het vooronderzoek werkt toe naar een voorstel voor de raad ten aanzien van deze vier aspecten. Daarmee kan de gemeenteraad op basis van de resultaten van dit vooronderzoek de definitieve focus en aanpak van het uiteindelijke onderzoek bepalen. Op woensdag 15 juli 2015 neemt de raad een besluit ten aanzien van het onderzoek.
1
Motie 1, Met betrekking tot een raadsenquête Rat Verleghstadion, 29 april 2015.
2
Raadsinformatiebrief, Rat Verleghstadion, 24 april 2015.
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
3
1.2 / Proces van het vooronderzoek Op maandag 22 juni jl. vond er een bijeenkomst plaats met een raadsvertegenwoordiging (grotendeels leden FVO) om een start te maken met het vooronderzoek. In de bijeenkomst is uitgelegd hoe het vooronderzoek wordt uitgevoerd en welke stappen daarin worden genomen. Daarnaast is onder de raadsleden (raadsfracties) geïnventariseerd waar het onderzoek zich op dient te richten en welke vragen zo doende beantwoordt dienen te worden. Tijdens dit gesprek hebben de verschillende fracties aangegeven op welke onderwerpen het onderzoek in moet gaan om de vragen die bij hen leven weg te nemen. In de kern leidde de verschillende vragen die op tafel werden gelegd toe naar de vraag: hoe zijn de scheuren ontstaan en wie is daarvoor verantwoordelijk? Deze kernachtige vraag roept op haar beurt ook een aantal vragen op die, vanuit de onderzoeksbril waarmee wij naar het verzoek van de gemeenteraad van Breda kijken, van belang zijn. Door het op tafel leggen van de vraag wie verantwoordelijk is geweest voor de scheurvorming worden onder meer de volgende vragen relevant: / Hoe zag de verantwoordelijkheidsverdeling er uit tussen de gemeente en NAC ten aanzien van het stadion? / Op welke manier hebben de verschillende betrokkenen hun verantwoordelijkheid ingevuld? / Op welke manier heeft de gemeente toezicht gehouden op de (ver)bouw van het stadion? / Onder welke omstandigheden is het stadion in 2003 door de gemeente aangekocht? / In welke mate heeft de gemeente zich laten informeren over de veiligheid en de bouwkundige kwaliteit van het stadion? / Op welke manier heeft de gemeente vanaf 2003 zijn rol als eigenaar van het stadion ingevuld? / Op welke manier heeft de gemeente als eigenaar van het stadion gestuurd op het beheer en het onderhoud van het stadion? / Op welke manier heeft de gemeente de verschillende publieke waarden tegen elkaar afgewogen? Met voornoemde vragen in het achterhoofd zijn wij gestart de feiten op een rij te zetten en te ordenen. Hierbij is gebruik gemaakt van het beschikbare dossier van de griffie en het dossier dat is aangelegd naar aanleiding van bestuursopdracht om het dossier m.b.t. het NAC-stadion vanaf 1990 te verzamelen, te ordenen en te ontsluiten. 3 Naast dossieronderzoek is met de volgende personen gesproken in een oriënterend gesprek: Datum
Naam
Functie
22 juni 2015
Dhr. Joost Rompa, dhr. Gerardus Bartels en mevr. Annemiek Balk
Strategisch adviseur CMT en college van B&W, juridisch adviseur, hoofd vergunningen
1 juli 2015
Mevr. Petra de Kam, dhr. Bruun Scheltema en dhr. Gijsbert van Herk
Directeur afdeling vergunning verlening en handhaving, directeur vastgoed, directeur ontwikkeling/gemeentesecretaris a.i.
1 juli 2015
Dhr. Peter Verheijden
Projectleider bouw gemeente Breda (1995)
1 juli 2015
Dhr. Gertjan Endedijk
Lid van de directieraad t.t.v. verbouw stadion
1 juli 2015
Dhr. Jelle Visser
Bouwadviseur gemeente Breda t.t.v. verbouw stadion
6 juli 2015
Dhr. Richard Meulenbroek
Concerncontroller t.t.v. aankoop stadion
3
Bestuursopdracht 28 april 2015
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
4
Ook is op 29 juni jl. een discussiebijeenkomst georganiseerd met de raadsvertegenwoordiging. In deze bijeenkomst is aan de hand van een presentatie door de onderzoekers gereflecteerd op de verwachtingen bij het onderzoek en de beoogde onderzoeksvragen. De input uit deze bijeenkomst hebben wij verwerkt in hoofdstuk drie van dit rapport. De ordening van de feiten en bevindingen hebben geleid tot de tijdlijn zoals opgenomen in hoofdstuk 2. Op basis van deze tijdlijn en bevindingen stellen wij in hoofdstuk 3 gerichte onderzoeksvragen voor die in het licht van de kernvraag (hoe is de scheurvorming ontstaan en wie is daarvoor verantwoordelijk?) om beantwoording vraagt.
1.3 / Het onderzoeksdossier In het vooronderzoek is gebruik gemaakt van twee dossiers; de griffie heeft een dossier aangelegd waar het de raad betreft. Op basis van de reeds genoemde bestuursopdracht is het NAC dossier van het college samengebracht. De onderzoekers hebben beide dossiers doorgenomen en hebben de indruk dat met name het dossier dat is aangelegd door de ambtelijke organisatie niet volledig is. Deze onvolledigheid is overigens ook onderkend door de betrokkenen. Dit dossier is in korte tijd samengebracht en daardoor heeft niet alle informatie hierin een plek gekregen. De onderzoekers hebben verschillende documenten niet aangetroffen maar hebben ook nog geen volledig beeld op welke informatie er nog meer is of zou moeten zijn. Vooralsnog missen de onderzoekers: / Het onderhoudsdossier, welke onderhoud is uitgevoerd (2003-2013) / Notulen/verslagen overleggen NAC – gemeente (2003-2008) / Collegenotulen/besluitenlijsten m.b.t. NAC (2003-2008) Het verzamelen van het onderzoeksdossier, in het kader van de reeds genoemde bestuursopdracht, is afgerond.
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
5
2 Tijdlijn Rat Verleghstadion 2.1 / Inleiding Op basis van het vooronderzoek is een tijdlijn opgesteld met de belangrijkste feiten en bevindingen die zijn opgedaan.4 De volledige tijdlijn is in de vorm van een beknopt feitenrelaas in bijlage 1 opgenomen. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste perioden – door de onderzoekers bepaald vanuit de vraag van de raad – uit de tijdlijn benoemd en toegelicht. Vervolgens worden twee belangrijke factoren beschreven die in het gehele dossier een rol blijven spelen.
2.2 / Vijf belangrijke perioden in de tijdlijn De volgende momenten in de tijdlijn merken wij aan als belangrijke momenten voor vervolgonderzoek: / Periode 1: Aankoop stadion 2003 / Periode 2: Beheer en onderhoud 2003-2008 / Periode 3: Verbouw 2008-2010 / Periode 4: Onderhoudsdiscussie 2011-2013 / Periode 5: Onderzoek naar scheurvorming 2014 De eerste periode start in 2003 omdat de gemeente vanaf dit moment een grote rol krijgt ten aanzien van het stadion. De vijfde periode eindigt in 2014 met het onderzoek naar de scheurvorming, omdat vanaf dat moment vragen ontstaan in de raad die hebben geleid tot dit vooronderzoek. De periode van de bouw is door de onderzoekers niet aangeduid als belangrijke periode. Ten tijde van de bouw van het stadion had de gemeente een beperkte rol (bestuurlijke/ambtelijke betrokkenheid). Hoewel zij wel aan het stadion meebetaalde heeft zij tijdens de bouw de reguliere rol van bouwplantoetser en vergunningverlener vervuld. Dit proces doorloopt de gemeente met veel meer particulieren/organisaties die vastgoed realiseren. Gelet hierop adviseren de onderzoekers om de bouw van het stadion niet in het onderzoek mee te nemen. Indien noodzakelijk kan ook later in het onderzoek (bij het opleveren van de conceptrapportage) nog worden gekozen voor onderzoek naar deze periode. In paragraaf 4.5 is een inschatting gemaakt van de meerkosten als deze periode wel in het onderzoek wordt meegenomen.
Periode 1: Aankoop stadion 2003 De aankoop van het stadion vindt plaats korte tijd nadat er financiële problemen bij NAC zijn geconstateerd. Betrokkenen geven aan dat de aankoop snel is doorgezet. Uitgangspunt was een budget neutrale aankoop voor de gemeente, dat wil zeggen dat de investering van de gemeente gedekt wordt door de huurinkomsten van NAC. Een belangrijke keuze daarbij is dat NAC verantwoordelijk blijft voor alle kosten die horen bij het eigenaarschap. Dat betekent dat NAC alle eigenaarslasten blijft betalen, verantwoordelijk is voor de inrichting van het stadion en verantwoordelijk blijft voor het onderhoud. Op basis van een taxatierapport wordt het stadion aangekocht voor € 15,7 miljoen (getaxeerd op 16 miljoen). De huurprijs wordt van het aankoop bedrag afgeleid. In het dossier is geen bouwkundige keuring van het stadion op het moment van aankoop aangetroffen. Het is onduidelijk of een dergelijke keuring na de aankoop alsnog is uitgevoerd. In
4
De tijdlijn is tot stand gekomen op basis van de dossierstudie, de oriënterende gesprekken en de resultaten van de in hoofdstuk één genoemde bestuursopdracht (een ambtelijke tijdlijn).
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
6
ieder geval is het op het moment van aankoop niet duidelijk wat de omvang van de eigenaarslasten is waarvoor NAC verantwoordelijk is. Ook is er ten tijde van de aankoop geen taxatie gemaakt van de staat van het onderhoud dat door NAC is uitgevoerd en de meerjarenplanning voor het toekomstig onderhoud (zie bevindingen periode 2).
Periode 2: Beheer en onderhoud 2003-2008 Bij aankoop van het stadion wordt besloten om de verantwoordelijkheid voor onderhoud aan het stadion bij NAC te beleggen. In het dossier worden kostencalculaties aangetroffen voor het onderhoud in de jaren 2005-2007. Gemiddeld moet er per jaar ruim € 400.000, - worden geïnvesteerd in onderhoud. Het is nog onduidelijk of het onderhoud daadwerkelijk conform deze calculaties is uitgevoerd. Betrokkenen hebben aangegeven dat er rondom het onderhoud ten tijde van de verbouwing onregelmatigheden zijn ontdekt, zoals toepassing van onveilige materialen en het gebruik van laagwaardige alternatieve oplossingen.
Periode 3: Verbouw 2008-2010 Vanaf 2006 wordt de verbouw van het stadion voorbereid. Op 1 november 2006 wordt een intentieovereenkomst getekend tussen de gemeente, NAC en projectontwikkelaars waarin de haalbaarheid van gebiedsontwikkeling in Steenakker-Zuid en de stadionontwikkeling wordt onderzocht. In december 2008 wordt ervoor gekozen om de stadionontwikkeling los te koppelen van de gebiedsontwikkeling. De gemeente Breda besluit om € 11,5 miljoen te investeren in de verbouw van het stadion. Tijdens de verbouw worden onrechtmatigheden gemeld. Zo is er geen bouwvergunning in fase 1, zijn er vertragingen in het verbouwproces, sluiten deelopdrachten tussen verschillende aannemers onvoldoende op elkaar aan en is er tussen NAC en de gemeente onduidelijkheid over de verantwoordelijkheidsverdeling.
Periode 4: Onderhoudsdiscussie 2011-2013 Vanaf 2011, na de verbouwing komt er een discussie naar voren in het bestuurlijk overleg tussen de gemeente en NAC over het groot onderhoud. Het lijkt erop dat het (groot) onderhoud niet conform de meerjarenonderhoudsplanningen is uitgevoerd. Uit het dossier blijkt dat er in 2005 een meerjarenonderhoudsplanning was waarvan in 2012 gezegd wordt dat deze moet worden geactualiseerd. NAC probeert alsnog verantwoordelijkheden voor onderhoud bij de gemeente te beleggen. De discussie resulteert in een wijziging op het (groot) onderhoud. Het college van B&W besluit om het groot onderhoud voor eigen rekening en risico te gaan uitvoeren, met uitzondering van het groot onderhoud dat is gerelateerd aan het voetbalbedrijf. Een belangrijke vraag is hoe deze keuze tot stand is gekomen en hoe de actuele onderhoudstoestand daarin is meegewogen.
Periode 5: Onderzoek naar de scheurvorming 2014 In 2014 worden verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de geconstateerde scheurvorming. Er worden vier onderzoeken in relatief korte tijd uitgevoerd. Het gaat om de onderzoeken van R², Arcadis, Den Boer CCI en ABT. Het onderzoeksrapport dat ABT oplevert vormt de aanleiding voor de discussie over de veiligheid van het stadion die in het najaar van 2014 naar voren komt. Met name de verschillende bevindingen in deze onderzoeken zorgt voor veel onduidelijkheid.
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
7
2.3 / Belangrijke bevindingen bij de tijdlijn Naast de voornoemde belangrijke momenten zien wij twee factoren die in de gehele dossier een bepalende rol spelen. 1 de voortdurende financiële problemen bij NAC, resulterend in huurachterstanden, niet uitvoeren van onderhoud etc. 2 de verantwoordelijkheidsverdeling en –uitoefening tussen de gemeente vanuit haar publieke rol en private rol (als eigenaar van hat stadion) en in de relatie tussen de gemeente en NAC. Ad. 1 Financiële problemen en gevolgen Reeds in 1999 worden er bij NAC financiële problemen geconstateerd. In 2003 is de financiële stand van zaken zo nijpend dat de gemeente besluit het stadion aan te kopen. Ook daarna blijven financiële problemen bij NAC het dossier beheersen. Vanaf 2002 worden er door de gemeente regelmatig leningen verstrekt aan NAC. De financiële problemen bij NAC zorgen voortdurend voor huurachterstanden. Betrokkenen geven aan dat vanaf 2003 er eigenlijk voortdurend een achterstand is geweest.
Ad. 2 Verantwoordelijkheidsverdeling en samenwerkingsrelatie Tussen de gemeente Breda en NAC is sinds de aankoop van het stadion een intensieve samenwerkingsrelatie. Uit het dossier blijkt dat er op verschillende momenten veel discussie bestond tussen de gemeente en NAC en ook reeds gemaakte afspraken worden ter discussie gesteld. De verdeling en uitvoering van verantwoordelijkheden en bevoegdheden is op meerdere momenten een punt van discussie. Dit wordt zichtbaar bij de aankoop en bij de verbouw, als soms onduidelijk is wie opdrachten verstrekt aan derden, en de discussie over het uitvoeren van (groot) onderhoud. Ook discussies en briefwisselingen over de huurprijs en de arbitragezaak in 2011 laten zien dat er regelmatig spanning stond op de samenwerkingsrelatie en er onduidelijkheid is over of en welke afspraken zijn gemaakt. Ook de verantwoordelijkheidsverdeling en –uitvoering ten aanzien van de dubbele rol van de gemeente (privaat en publiek) heeft voor spanning gezorgd.
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
8
3 Scope van het onderzoek 3.1 / Verkenning onderzoeksbenaderingen In de discussiebijeenkomst met de FVO op 29 juni jl. is gesproken over een mogelijke smalle en brede benadering van het onderzoek. Daarbij zijn de volgende dia’s gepresenteerd.
Voor de gemeente Breda zijn vier rollen te onderscheiden ten aanzien van dit dossier: / Vergunningverlener, toezichthouder en handhaver (VTH); voor onder andere de bouw en verbouw van het stadion heeft de gemeente een rol en verantwoordelijkheid gehad als VTH. Belangen die vanuit deze rol spelen, zijn het naleven van wet- en regelgeving en het borgen van o.a. veiligheid. / Eigenaar; vanaf 2003 is het stadion in eigendom van de gemeente en breidt de verantwoordelijkheid zich uit. Belangen die vanuit deze rol spelen, zijn financieel/zakelijk, inhoudelijk (activiteiten) en technisch (beheer en onderhoud) van aard. / Gebiedsontwikkelaar; het stadion bevindt zich in een gebied dat in ontwikkeling was. De belangen die vanuit deze rol spelen, zijn ruimtelijk van aard (inpassing stadion in het gebied). / Publieke waarden; de positie van NAC geeft een bepaald elan aan de stad Breda waar veel mensen liever geen afscheid van nemen en trots op willen zijn. Belangen die vanuit deze rol spelen, zijn het in financieel ondersteunen van NAC om haar positie in het betaald voetbal te kunnen behouden. De aanwezigheid van betaald voetbal in een gemeente van de omvang van Breda wordt als een publiek goed gezien. 1. Smalle benadering 1: rol VTH centraal In de gepresenteerde smalle benadering wordt een complete feitenreconstructie gemaakt vanuit de gemeentelijke rol van vergunningverlener, toezichthouder en handhaver. De andere rollen komen in de feitenreconstructie aan bod, daar waar ze (in de tijd) raken aan de bovengenoemde rol.
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
9
2. Brede benadering: vier rollen centraal In de brede benadering brengt de feitenreconstructie alle feiten in beeld voor de verschillende rollen afzonderlijk en in samenhang met elkaar, gedurende de gehele tijdslijn.
3. Alternatieve benadering: VTH en eigenaarsrol centraal Tijdens de discussie met de FVO is een derde benadering geopperd, die feitelijk een variant van de smalle benadering is. In deze benadering wordt niet alleen de rol van VTH centraal gesteld, maar ook die van eigenaar. In relatie tot het veiligheidsaspect en het fysieke stadion zijn dit immers de twee belangrijkste rollen geweest. Deze twee rollen, die van VTH en die van eigenaar, worden naast elkaar in de feitenreconstructie in beeld gebracht. De twee andere rollen, die van gebiedsontwikkelaar en daar waar het gaat om de publieke waarden BVO, worden dan in beeld gebracht daar waar ze in de tijd raken aan (en van invloed zijn op) de twee centrale rollen. Schematisch is deze benadering weergegeven in navolgende figuur.
Toelichting bij figuur Drie opmerkingen bij bovenstaande figuur: / In de tijdlijn hebben wij de belangrijke momenten (hoofdstuk 2) uit het dossier opgenomen. Uitzondering daarop vormt het moment ‘onderzoek naar scheurvorming (2014)’. Hoewel dit een belangrijk moment is omdat het de aanleiding vormt voor dit vooronderzoek, is het in feite daarmee ook het eindpunt in de analyse. De overige perioden adviseren wij om wel in het onderzoek te betrekken. / Naast belangrijke momenten hebben wij in het voorgaande hoofdstuk twee bevindingen genoemd die in het gehele dossier een rol lijken te spelen; het gaat om de financiële problemen bij NAC en de terugkerende discussie over de verantwoordelijkheidsverdeling en –uitvoering en het verloop van de
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
10
/
samenwerkingsrelatie. Wij adviseren om deze punten gedurende de verschillende perioden steeds terugkerend te onderzoeken. De punten op de tijdlijn bij de rollen van Gebiedsontwikkelaar en Publieke waarden BVO zijn indicatief.
3.2 / Onderzoeksvragen De onderzoekers is gevraagd te inventariseren welke onderzoekvragen passend zijn. Hieronder is een set vragen gepresenteerd op basis van de bevindingen uit het vooronderzoek en de mogelijke benaderingen zoals deze met het FVO zijn besproken. Overkoepelende vragen Het eerste deel van de onderzoeksvragen is gebaseerd op de twee voortdurende factoren (financiële ontwikkelingen en verdeling van verantwoordelijkheden): 1 Welke rol hebben de financiële ontwikkelingen bij NAC gespeeld? / Wat is per periode de financiële stand van zaken en hoe is het verloop van de huurachterstanden per periode? / Welke gevolgen hebben de financiële problemen gehad voor de wijze waarop het (groot) onderhoud is uitgevoerd vanaf 2003? / Hoe gaat de gemeente vanuit de rol als eigenaar en VTH om met de financiële problematiek en hoe adequaat is dit optreden gebleken? 2 Hoe is de verantwoordelijkheidsverdeling gemeente – NAC tot stand gekomen en hoe heeft deze verdeling in de praktijk gewerkt? / Welke afspraken zijn in de rol- en verantwoordelijkheidsverdeling gemaakt per periode? / Op welke wijze zijn afspraken in de praktijk nagevolgd in hoeverre waren de afspraken adequaat? Vragen geclusterd naar rol en periode Het tweede deel van de onderzoeksvragen is geclusterd naar de verschillende rollen en gemarkeerde perioden (conform bovenstaande figuur). Vragen t.a.v. de VTH rol 1 Hoe heeft de gemeente haar rol als vergunningverlener en toezichthouder ingevuld? Periode 1: / Op welke wijze heeft de gemeente haar rol van toezichthouder en ingevuld bij aankoop van het Rat Verleghstadion in 2003? Periode 3: / Welke vergunning(en) heeft de gemeente verleend (of moeten verlenen) voor de verbouw van het Rat Verleghstadion? / Op welke manier heeft de gemeente toezicht gehouden op de verbouw van het Rat Verleghstadion? Perioden 2 en 4: / In hoeverre zijn er afspraken gemaakt tussen de gemeente en NAC t.a.v. de verantwoordelijkheidsverdeling voor beheer en onderhoud? In hoeverre is invulling gegeven aan de gemaakte afspraken? / Op welke wijze zijn de (meerjaren)onderhoudsplannen tot stand gekomen? / Op welke wijze heeft de gemeente haar toezichthoudende en handhavende rol ingevuld t.a.v. het onderhoud dat is uitgevoerd na 2003 en de afspraken hierover?
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
11
Vragen t.a.v. de eigenaarsrol 2 Hoe heeft de gemeente haar rol als eigenaar ingevuld? Periode 1: / Wat waren de motieven voor de gemeente Breda om het Rat Verleghstadion aan te kopen? / Op basis van welke kennis/informatie heeft de gemeente het besluit tot aankoop genomen? o Welke (brede) risicoafweging is gemaakt bij de aankoop van het stadion? o Welke specifieke kennis was er én was bekend bij de gemeente t.a.v. het construct van het gebouw? o In welke mate had de gemeente inzicht in de planning en de staat van het onderhoud? / Op welke manier heeft de besluitvorming over de aankoop van het stadion plaatsgevonden? / Welke afspraken zijn bij de aankoop van het stadion gemaakt met NAC over de verdeling van verantwoordelijkheid en bevoegdheid? Periode 3: / Op basis van welke kennis/informatie heeft de gemeente het besluit tot verbouw genomen en hoe is de berekening van de kosten tot stand gekomen? / Op welke manier heeft de besluitvorming over de verschillende fasen van de verbouw van het stadion plaatsgevonden? / Hoe is de gemeente als eigenaar omgegaan met de onvoorziene ontwikkelingen tijdens de verbouw? Periode 2 en 4: / Op welke wijze houdt de gemeente de regie op het beheer en onderhoud van het stadion (zie ook onder vraag 1)? / Hoe acteert de gemeente op knelpunten t.a.v. beheer en onderhoud?
Vragen t.a.v. rol als gebiedsontwikkelaar 3 Hoe heeft de gemeente zijn rol als gebiedsontwikkelaar ingevuld? Periode 3: / Wat waren de motieven om het gebied rondom het Rat Verleghstadion te ontwikkelen? / Welke plannen zijn er voor het ontwikkelen van het terrein rondom het Rat Verleghstadion en op welke manier zijn de plannen ten uitvoer gebracht? / Waarom is ervoor gekozen om in de projectorganisatie de stadionontwikkeling los te zetten van de gebiedsontwikkeling? Vragen t.a.v. rol publieke waarden BVO 4 Welke plaats hebben de publieke waarden van het BVO gehad in de gemaakte keuzes t.a.v. het stadion? Periode 1: / Hoe zijn de publieke waarden waar de gemeente verantwoordelijk voor is, waaronder nadrukkelijk het belang van het voortbestaan van de club, ten opzichte van elkaar gewaarborgd in de afweging tot de aankoop van het stadion? / Op welke manier is bovengenoemde afweging voorgelegd aan de gemeenteraad? Periode 3: / Welke publieke waarden heeft de gemeente Breda betrokken in de afweging tot verbouw van het Rat Verleghstadion? / I Op welke manier is bovengenoemde afweging voorgelegd aan de gemeenteraad?
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
12
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
13
4 Advies voor vervolgonderzoek 4.1 / Mogelijkheden vervolgonderzoek De voorliggende opties In het memo van 26 mei waarin de motie raadsonderzoek NAC van 29 april is uitgewerkt zijn de volgende mogelijkheden uitgewerkt voor het vervolgonderzoek: / Inhuren van een extern onderzoeksbureau; / Verzoek aan de rekenkamer; / Raadsonderzoek o.b.v. 155 Gemeentewet of Raadsonderzoek o.b.v. 155a Gemeentewet, zonder verhoren onder ede. Daarnaast is tijdens de bespreking van het memo in het FVO een vierde optie toegevoegd namelijk het uitbesteden van het onderzoek aan een zogenaamde ‘club van wijze mensen’, i.p.v. een begeleidingscommissie bestaande uit raadsleden. Ten aanzien van de door u geschetste opties hebben wij de volgende opmerkingen en aanvullingen: Wij vinden het belangrijk een duidelijk onderscheid aan te brengen in de belegging van de regie voor het onderzoek. Bij de door u genoemde mogelijkheden heeft de raad regie als zij een bureau inhuurt voor een extern onderzoek of een raadsonderzoek uitvoert o.b.v. art. 155 Gw. Bij een onderzoek door de rekenkamer of door een ‘club van wijze mensen’ heeft de raad geen regie op het onderzoek. Dit is een belangrijk onderscheid om mee te wegen in de instrument keuze. De regievoering bij het inschakelen van een extern bureau kan op twee manieren worden ingevuld: 1 Onderzoek laten doen door een extern bureau waarbij de verantwoordelijkheid voor bevindingen en de conclusies en aanbevelingen bij het bureau ligt. Aansturing van het onderzoeksbureau in handen van griffie en begeleidingscommissie (vergelijkbaar met dit vooronderzoek) 2 Onderzoek laten doen door een extern bureau waarbij de verantwoordelijkheid voor bevindingen en de conclusies en aanbevelingen bij de raadscommissie/begeleidingsgroep ligt. De regievoering bij het uitvoeren van een raadsenquête kan ook op twee manieren worden ingevuld: 1 Het inrichting van een raadsenquête art. 155 Gw 2 Afwegen na en o.b.v. dossieronderzoek en interviews of het instellen van een raadsenquête (c.q. het houden van verhoren) al dan niet gewenst is. Samenvattend, in het verkennen van de mogelijkheden voor vervolgonderzoek in dit hoofdstuk hanteren wij de volgende 6 opties ondergebracht in twee categorieën:
Regie bij de raad A. Onderzoek door een extern bureau (verantwoordelijkheid bij bureau en aansturing bij griffie/begeleidingsgroep) B. Onderzoek door een extern bureau (verantwoordelijkheid bij raadscommissie/begeleidingscommissie ex art. 84 Gemeentewet) C. Raadsenquête o.b.v. 155a Gw D. Raadsenquête o.b.v. 155a Gw na optie A of B
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
14
Regie niet bij de raad E. Rekenkameronderzoek F. Onderzoek door ‘club van wijze mensen’ Conform de vraag van de raad is in de tabel op de volgende pagina inzichtelijk gemaakt welke instrumenten er zijn en welke voor- en nadelen deze instrumenten hebben.
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
15
4.2 / Overzicht instrumenten met voor- en nadelen In navolgende tabel hebben wij de voor- en nadelen per optie uitgewerkt: Instrument
Voordelen
Nadelen Regie bij de raad
A. Onderzoek door een extern bureau (verantwoordelijkheid bij bureau en aansturing bij griffie/begeleidingsgroep)
/ / / / / /
B. Onderzoek door een extern bureau (verantwoordelijkheid bij raadscommissie/begeleidingscom missie)
/ / / /
C. Raadsenquête o.b.v. 155a Gw
/ / /
Objectief onderzoek uitgevoerd door deskundigen en in korte doorlooptijd Politiek blijft er manoeuvreerruimte Onderzoeksmethode is passend in een dossier waarover weinig politieke eensgezindheid is Politieke oordeelsvorming na het onderzoek Beperkte tijdsbelasting voor raadsleden en griffie De huidige werkwijze (griffie en FVO) in het vooronderzoek kan worden voortgezet
/ /
Raadcommissie/begeleidingsgroep neemt verantwoordelijkheid voor onderzoek Politiek minder beladen t.o.v. een raadsenquête Er is een wettelijke inlichtingenplicht voor het college van B&W richting de raad Binnen een onderzoek op basis van artikel 84 zijn er verschillende mogelijkheden om de betrokkenheid vanuit de raad vorm te geven:
/
Een onderzoekscommissie (bestaande uit raadsleden)
Een begeleidingscommissie (bestaande uit raadsleden)
Een klankbordgroep.
Krachtig statement van de gemeenteraad Zwaar instrument dat rechtdoet aan breed gedeelde gevoelens van misstanden of disfunctioneren Stevige wettelijke bevoegdheden van de raadscommissie, waaronder het onder ede verhoren van betrokkenen (ook ex raadsleden en – bestuurders) en de verplichting voor ambtenaren om
/
/
/ /
/ / / /
In beperkte mate ‘een statement’ vanuit de raad Bevoegdheden van onderzoekers zijn beperkt, afhankelijk van vrijwillige deelname en openheid De raad heeft in dit onderzoek regie, maar ten opzichte van opties B,C en D staat de raad meer op afstand van het onderzoeksproces Raad is niet gecommitteerd aan uitvoering en kan dus makkelijk afstand nemen van uitkomsten
Onderzoeksmethode vraagt om politieke eensgezindheid bij onderzoekfocus en plan van aanpak Raadsleden en griffie zijn direct betrokken, dus het kost meer tijd en inzet t.o.v. optie A Bevoegdheden van onderzoekers zijn beperkt
Tijdsbelasting voor enquêtecommissie, griffie en ondersteuners Vraagt veel discipline van de enquêtecommissie (geheimhouding, flexibiliteit, onderzoekstraining) Hoge onderzoekskosten en bijkomende kosten Raadsenquête wordt vaak geassocieerd met afrekenen en aanwijzen van verantwoordelijken
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
16
alle gevraagde inlichtingen te verstrekken
/ /
D. Raadsenquête o.b.v. 155a Gw na optie A of B
/ /
/
De inzet van het zwaarste instrument wordt pas overwogen nadat er een gedegen feitenonderzoek ligt Als er zicht is op de feiten en duidelijk of er informatie ontbreekt/wordt achtergehouden kan als nog tot verhoren worden overgegaan Er kan een weloverwogen inschatting worden gemaakt van het belang van verhoren
/ / / / / /
Lastig om politiek buiten de uitvoering van het onderzoek te houden Niet meer mogelijk om na een raadsenquête te downsizen (mocht er niets boven water komen) of juist op te schalen Tijdsbelasting voor enquêtecommissie, griffie en ondersteuners bij organisatie van openbare verhoren Vraagt veel discipline van de en enquêtecommissie (geheimhouding, flexibiliteit, onderzoekstraining) Het organiseren van openbare verhoren is kostbaar Raadsenquête wordt vaak geassocieerd met afrekenen en aanwijzen van verantwoordelijken Lastig om politiek buiten de uitvoering van het onderzoek te houden Niet meer mogelijk om na een raadsenquête te downsizen (mocht er niets boven water komen) of juist op te schalen
Regie niet bij de raad E. Rekenkameronderzoek
/ / /
Onderzoekservaring bij de rekenkamer Kennis van de ‘colour locale’ Capaciteit en budget voor rekenkamer is reeds beschikbaar gesteld
/ / / / /
F.
Onderzoek door ‘club van wijze mensen’
/ / /
Feiten worden gespiegeld aan referentiekader van specifieke kenners en specialisten Politieke manoeuvreerruimte Gezaghebbende personen kunnen wat in gang zetten
/ / / /
/
Raad heeft geen regie in het onderzoek Geen grip op de doorlooptijd Rekenkamer is onafhankelijk en kan besluiten het onderzoek niet op te pakken Rekenkamer heeft doorgaans minder ervaring met politiek getinte onderzoeken Bevoegdheden van rekenkamer zijn beperkt, afhankelijk van vrijwillige deelname en openheid Raad heeft geen regie in het onderzoek Geen grip op de doorlooptijd Selectie van ‘de club’ is een lastige (politieke) opgave Goed onderzoek doen vraagt veel verschillende competenties en die moeten in de club terugkomen (inhoud, proces, onderzoek vaardigheden) Raad is niet gecommitteerd aan uitvoering en kan dus makkelijk afstand nemen van uitkomsten
Rapport / Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
17
4.3 / Ons advies Wij adviseren om de zogenaamde ‘Alternatieve benadering: VTH en eigenaarsrol centraal’ te kiezen omdat hierin de meest centrale rollen in relatie tot het fysieke stadion alle aandacht krijgen en er op deze rollen de meeste openstaande vragen zijn. Verder adviseren wij, gelet op de (politieke) context van het NAC-dossier, de aard van het onderzoeksdossier, de opstelling van betrokkenen en de voorgestelde onderzoeksfocus, om onderzoeksoptie A uit te voeren. De volgende argumenten hebben hiervoor de doorslag gegeven: /
/
/
/
Gelet op het feit dat het dossier NAC op dit moment erg politiek gevoelig ligt en er veel verschillende (politieke) opvattingen zijn, vinden wij het niet raadzaam om een raadscommissie een onderzoek te laten uitvoeren (zowel voor ex. 84 of ex. 155a). Optie A creëert de meeste politieke ruimte voor een objectief onderzoek, waarin de politiek tijdens de uitvoering geen plek heeft. Betrokkenheid van de raad kan in deze optie vormgegeven worden door een begeleidingsgroep van de raad te benoemen, die periodiek op de hoogte wordt gehouden van de voortgang, goedkeuring geeft over de onderzoeksopzet en het plan van aanpak en het conceptrapport beoordeelt. Deze begeleidingscommissie kan ook een rol spelen bij de advisering naar de raad om na het onderzoek een enquête (optie D) uit te voeren. Hoewel er vanuit de ambtelijke organisatie enige spanning werd gevoeld over hoe het onderzoek eruit gaat zien en welke focus wordt aangebracht, is onze ervaring ook dat er in de oriënterende gesprekken veel openheid was. Ook (oud) medewerkers, die soms zelfs al met pensioen waren, zijn zeer bereid gevonden om aan het onderzoek mee te werken. Draagvlak en openheid lijkt er op basis van het vooronderzoek voldoende te zijn. Er is geen reden om op voorhand te vermoeden dat er sprake is van het bewust achterhouden van informatie. Het instrument openbare verhoren is onzes inziens op voorhand niet nodig. Bovendien is er bij een keuze voor optie C geen mogelijkheid meer om op te schalen. De opties E en F zijn naar onze mening niet geschikt omdat u daarbij de regie volledig uit handen geeft, het selecteren van een club van wijzen (F) tijd vergt en ook de invloed op de doorlooptijd van het onderzoek beperkt is. Een spoedige doorlooptijd is echter voor u een belangrijke voorwaarde.
4.4 / Plan van aanpak Conform uw vraag en ons advies voor optie A is een voorzet voor een Plan van Aanpak voor het onderzoek gemaakt. Hierbij gaan wij uit van een spoedige doorlooptijd, zodat de resultaten nog dit jaar in de gemeenteraad behandeld kunnen worden.
Wat
Wanneer
Vaststellen onderzoeksopzet/plan van aanpak
September 2015
Benoemen begeleidingscommissie
September 2015
Dossierstudie en oriënterende gesprekken
September 2015
Tussentijds overleg begeleidingscommissie
Begin oktober 2015
Dossierstudie en interviews
Oktober 2015
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
18
Conceptrapportage
Begin november 2015
Bespreking conceptrapportage met begeleidingscommissie
Begin november 2015
5
Hoor en wederhoor
November 2015
Vaststellen rapportage door begeleidingscommissie
December 2015
Bespreking en vaststelling rapport in commissie en raad
December 2015
4.5 / Budget Het verdient aanbeveling dat de raad een budget beschikbaar stelt aan de begeleidingscommissie, zodat de commissie ook de aanbesteding van het onderzoek kan uitvoeren. Op basis van een inschatting van de te verrichten werkzaamheden verwachten wij dat een onderzoek zoals geschetst, het volgende zal kosten (exclusief BTW): / tussen de € 50.000- en € 60.000 voor het externe bureau / tussen de € 10.000,- en € 15.000,- voor de griffie / € 5000,- voor de interne en externe communicatie / meerkosten € 5000,- indien ook de bouwfase (fase 0) meegenomen wordt We hebben daarbij de volgende uitgangspunten gehanteerd: / / / / / / / / / /
Startbijeenkomst tussen het extern bureau en de begeleidingscommissie Communicatie (intern en extern) Griffiekosten (ambtelijke en secretariële ondersteuning aan begeleidingscommissie en op onderdelen aan extern bureau) Afstemmingsmomenten met de begeleidingscommissie Dossieranalyse in twee fasen Max. 15 oriënterende gesprekken (voorbereiden, afnemen, uitwerken) Max. 10 diepteinterviews (voorbereiden, afnemen, uitwerken) Rapportage (inclusief conclusies en aanbevelingen) Verwerken ambtelijk wederhoor Ondersteuning van extern bureau bij de presentatie aan commissie (technische behandeling rapport)
5
Dit is ook een geschikt moment om te bepalen of er nog vervolgonderzoek nodig is. Zijn er nog openstaande vragen? Moet er nog informatie boven tafel komen d.m.v. verhoren?
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
19
Bijlagen Tijdlijn Rat Verleghstadion 1993 – Besluit over verhuizing In de gemeenteraad wordt een besluit genomen over de verhuizing van het stadion van de Beatrixstraat naar de (huidige plek). 1995 – Vergunningverlening bouw stadion NAC was zelf opdrachtgever voor de bouw van het nieuwe stadion. Wel heeft de gemeente ook geld beschikbaar gesteld voor de bouw van het stadion. In 1995 heeft de gemeenteraad 9 miljoen gulden bijgedragen aan de bouwkosten van het Fujifilm-stadion en 1 miljoen gulden aan de bijvelden voor NAC. Daarnaast heeft de gemeente aan NAC 6 miljoen betaald voor het oude stadion.6 Januari 1995 – Tekening samenwerkingsovereenkomst De gemeente tekent een samenwerkingsovereenkomst met NAC. / In deze samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat de gemeente het ontwerp voor het nieuwe stadion dient goed te keuren. Volgens betrokkenen is dit een opvallende afspraak aangezien de gemeente niet eerder heeft afgesproken het ontwerp goed te keuren. In het dossier is geen goedkeuringsbesluit van de gemeente terug te lezen over het ontwerp. / Namens de gemeente wordt een supervisor aangewezen, M. Struis te Etten-Leur. Betrokkenen konden vanuit het dossier niet nagaan op welke wijze de supervisor is verbonden aan de gemeente en of betrokkene hiervoor betaald kreeg. Betrokkene kreeg als lid van de welzijnscommissie een aanwezigheidsvergoeding (op basis hiervan is betrokkene mogelijk te traceren). Betrokkene lijkt nu in ieder geval niet meer werkzaam voor de gemeente. 2002 en 2003 – Financiële crisis bij NAC Door de financiële crisis bij NAC wordt er met de gemeente gesproken over een lening. Nadat hiervan wordt gesproken wordt binnen een maand tijd besloten tot aankoop van het stadion i.p.v. het verstrekken van een lening. Ten tijde van dit raadsbesluit was er al sprake van een acute noodzaak bij NAC Breda voor aanvulling van de liquide middelen. Er wordt aanvankelijk gesproken over een liquiditeitsbehoefte van € 4,5 miljoen. [zie stuk dat ter inzage ligt] 13 juni 2002: Verzoek tot uitstel van betaling door NAC Investments BV Wethouder Oomen legt op 14 juni 2012 een persverklaring7 af waarin hij aangeeft dat NAC Investments BV om een uitstel van betaling heeft gevraagd voor de lening van € 181.512,09. Hierin heeft hij ook aan dat hij dat er ook zorgen zijn over de financiële positie en schuldenlast van NAC BVO (betaald voetbalorganisatie). Er zit een relatie tussen NAC Investments BV en NAC BVO als het gaat om het betalen van huur voor het stadion. De wethouder is voornemens samen met hen de ware situatie te onderzoeken. [zie stuk dat ter inzage ligt] 6
GEHEIM A3: Brief van gemeente Breda – Volkskrant, 28 maart 2000
7
Map: raadsgriffie 2002-2009. Sport NAC juni t/m november 2002. Persverklaring wethouder Oommen aan BN De Stem (14 juni 2012). Brieven wethouder Oomen aan het college en de fractievoorzitters (14 juni 2012), onderwerp: NAC Investments BV.
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
20
30 januari 2003 – Besluit over aankoop stadion De raad besluit op 30 januari 2003 het eigendom van het stadion van NAC over te kopen. Richting een financieel gezond NAC In het raadsvoorstel van 30 januari 2003 wordt allereerst ingegaan op de voorwaarden die de raad heeft gesteld aan NAC voor de financiële steun van 4,2 mln. euro en de kortlopende lening van 1 mln. euro in 2002. Aan deze voorwaarden moet vóór 1 februari 2003 voldaan zijn. Twee van de voorwaarden zijn: de wijze waarop en de frequentie waarmee verantwoording wordt afgelegd en een onderhoudsplan voor het stadion.8 [zie stuk dat ter inzage ligt] Afwegingen bij het besluit tot aankoop De belangrijkste reden voor het college om tot aankoop over te gaan, is het verkrijgen van een bepalende positie ten aanzien van de (toekomst van) het stadion en de daarbij behorende gronden.9 Het college geeft in het voorstel aan als eigenaar en verhuurder van het stadion belang te hebben bij een financieel gezonde huishouding van NAC. De huurverplichtingen wil het daarom met zoveel mogelijk zekerheden omkleden, hoewel het tegelijkertijd constateert dat NAC maar een beperkt aantal waardevolle bezittingen heeft. Toezicht op het gehele NAC-huis acht het college dan ook noodzakelijk, ook al is dat formeel niet vereist. De huur omvat: / Dekking van de rente en aflossing van het door de gemeente en de NV Brim geïnvesteerde vermogen; / Verwerking van de eigenaarslasten en de verzekeringskosten. Het college gaat uit van marktconforme huurprijzen en een looptijd van 30 jaar. Ook staat in het voorstel aangegeven: “De kosten die voortvloeien uit de verplichtingen voor onderhoud, instandhouding en aanpassing van de voorzieningen, ook om aan toekomstige (wettelijke of door de KNVB te stellen) functionele eisen te voldoen, komen voor rekening van NAC BREDA. De gemeente zal NAC BREDA op generlei wijze hiervoor op dat moment dan wel in de toekomst een vergoeding verstrekken”. 10 Volgens het college zal de grondexploitatie die is gemoeid met de herontwikkeling van het Spoorzone gebied, de investering van de aankoop afdekken. Zelfs als NAC BREDA niet aan de huurverplichtingen kan voldoen. In het raadsvoorstel worden de juridische en financiële consequenties geschetst, waarin ook de mogelijke risico’s aan bod komen. Genoemd wordt dat de exploitatie, het onderhoud en de toekomstige aanpassingen aan het stadion voor de rekening van NAC BREDA komen. Risico’s worden hier niet geschetst. Mocht NAC BREDA haar positie in het betaald voetbal verliezen, kan de gemeente overgaan tot herontwikkeling van het gebied om het verliesrisico te dekken, zo wordt aangegeven. Richting de aankoop Er wordt een projectgroep samengesteld met als opdracht de uitvoering van het raadsbesluit tot aankoop van het NAC-stadion. Deze projectgroep komt in het voorjaar van 2003 zeer regelmatig bijeen. [zie stuk dat ter inzage ligt] 8
Raadsvoorstel aankoop stadion NAC BREDA [20058], 30 januari 2003, p.1. Map raadsgriffie 2002-2009. Sport NAC juni t/m november 2002 9
Raadsvoorstel aankoop stadion NAC BREDA [20058], 30 januari 2003, p.6. Map raadsgriffie 2002-2009. Sport NAC juni t/m november 2002 10
Raadsvoorstel aankoop stadion NAC BREDA [20058], 30 januari 2003, p.7. Map raadsgriffie 2002-2009. Sport NAC juni t/m november 2002
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
21
13 maart 2003 [zie stuk dat ter inzage ligt] 23 april 2003 Gemeente en NAC zetten de handtekening voor de overdracht van het eigendom aan de gemeente. Onderdeel van de verkoop is dat NAC verantwoordelijk blijft voor alle kosten die horen bij het eigenaarschap. Dat betekent dat NAC alle eigenaarslaten blijft betalen, verantwoordelijk is voor de inrichting van het stadion en verantwoordelijk blijft voor het onderhoud. Dit is in de huurovereenkomst geregeld. Uitgangspunt was namelijk het budgettair neutraal aankopen van het stadion, de reddingsoperatie NAC mocht de gemeente geen geld kosten. / De gemeente laat een taxatierapport opstellen. [zie stuk dat ter inzage ligt] In het taxatierapport worden geen opmerkingen gemaakt over scheuren. / Afspraak was ook dat de gemeente een bouwkundige keuring zou laten uitvoeren (na aankoop). Een rapportage van deze keuring is noch door betrokkenen van de gemeente noch door de onderzoekers teruggevonden in het dossier. / Volgens betrokkenen is door de gemeente geen risicoanalyse opgesteld door de gemeente (wat voor mogelijke consequenties heeft het aankopen van een stadion voor een gemeente) / [zie stuk dat ter inzage ligt] 2004 / 2005 – Inspectierapport/nulmeting en onderhoudsplanning In 2004 is een bouwkundige inspectie uitgevoerd door Planon. Er zijn geen bijzonderheden.11 Na deze inspectie stelt NAC een kostencalculatie op naar aanleiding van de onderhoudsplanning voor het onderhoud op voor de jaren 2005, 2006 en 2007.12 In de calculatie is een overzicht opgenomen van de onderhoudswerkzaamheden en de kosten. Gemiddeld moet per jaar € 411.467 (incl. BTW) per jaar worden geïnvesteerd. Uit het dossier is niet op te maken wie deze calculaties heeft gemaakt. Mogelijk zijn deze opgesteld door Planon. Uit het dossier komt naar voren dat de gemeente op de onderhoudsplanning reageert en veel vragen heeft bij de planning, zowel in het najaar van 2004 al in het voorjaar van 2005. Op 25 januari 2005 wordt overlegt over de onderhoudsplanning. Streven is in april 2005 definitieve onderhoudsplanning op te nemen.13 November 2006 – consortium opgericht voor haalbaarheidsonderzoek Op 1 november 2006 sluiten de gemeente Breda, NAC Houdstermaatschappij B.V., HEJA Projectontwikkeling B.V. en Hofwegen Projectontwikkeling Breda B.V. een intentieovereenkomst om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden tot (her)ontwikkeling van de locatie Steenakker-Zuid. Voorbereiding van de bouw - 2008 In een brief14 die de raad ontvangt van het college op 16 december 2008 wordt een overzicht gegeven van de voorbereiding van de verbouw tot dan toe. Gemeld wordt dat op 1 november 2006 er een consortium is opgericht van gemeente, NAC en derde partijen om de herontwikkeling van het stadion en de directe omgeving (Steenakker-Zuid) te onderzoeken. In mei 2007 zijn de resultaten aan de raad gepresenteerd. 11
B2: Inspectierapport Planon
12
B2: Onderhoudsplanning
13
B2: Vragen gemeente naar aanleiding van onderhoudsplanning
14
B1: Brief aan de raad, Ontwikkeling Steenakker Zuid, 16 december 2008, p. 3
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
22
Gelet op diverse ontwikkelingen in de stad (waaronder de Bavelse Berg) heeft de raad zich in december 2007 uitgesproken met een heldere kaderstelling richting zowel het stadionkwartier als de Bavelse Berg. Bij het stadion is ruimte voor retail en detailhandel. Een megabioscoop, die eerder werd genoemd, is afgevallen. In september 2008 is het consortium gekomen tot een nieuw voorstel waar het projectteam twee sporen heeft bewandeld: dat van de gebiedsontwikkeling en dat van de stadionaanpassing en –financiering. [zie stuk dat ter inzage ligt] Tot het collegebesluit in december was er geen splitsing tussen gebiedsontwikkeling en stadionontwikkeling. Aanvankelijk zou ook het consortium de verbouw van het stadion op zich nemen. 15 Voorafgaande aan de verbouw is door het projectteam een uitvoerige analyse gemaakt van zowel de financiële situatie van NAC en het meerjarenperspectief van de BVO, als van de voorstellen voor aanpassing van het stadion en de consequenties van financiering door de gemeente, in relatie tot elkaar.16 Gemeld wordt dat “de geprognosticeerde meerjarencijfers laten zien dat de begroting een uitvoering van de eerste twee fasen met bijbehorende huurverhoging kan dragen, de derde fase is mede afhankelijk gesteld van de economische ontwikkelingen. Uit onderzoek is gebleken dat de totale investering door de gemeente vergezeld dient te worden door garanties van de zijde van NAC inzake de huurbetalingen. Hiervoor zijn mogelijkheden aangegeven”. Onduidelijk is welke mogelijkheden dit zijn. “De gebiedsontwikkeling is van belang voor NAC om op termijn tot een positief eigen vermogen te komen”17 In het kader van de gebiedsontwikkeling Steenakker-Zuid wordt op 9 juli 2009 een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de gemeente Breda en HEJA Projectontwikkeling.18 [zie stuk dat ter inzage ligt] Op 22 april 2009 wordt het projectplan gepresenteerd voor de realisering, upgrading en uitbreiding van het stadion. In dit projectplan is het spoor Stadion uitgewerkt (naast het spoor gebiedsontwikkeling). Bestuurlijk opdrachtgever is wethouder J. Oomen. Daarnaast is er een ambtelijk opdrachtgever en een bouwprojectmanager die bijgestaan wordt door een ontwerpteam en een realisatieteam. De bouwprojectmanager levert maandelijks een voortgangsrapportage, de risicomatrix en de financiële rapportage aan de ambtelijk opdrachtgever. Er worden twee wekelijkse bouwvergaderingen gehouden over de voortgang van de bouw. In het projectplan is ook een verantwoordelijkheidsverdeling opgenomen tussen NAC en de gemeente Breda.19 Uit een agenda van de externe projectgroep Steenakker Zuid blijkt dat er naast de gebiedsontwikkeling en de ontwikkeling en (ver)bouw van het stadion, ook nog een derde spoor was, namelijk de regulering van de rechtsverhouding gemeente en NAC.20 Voorafgaande aan de bouw worden er onregelmatigheden gemeld. Zo maakt NAC een terugtrekkende beweging tussen de commissiebehandeling en de raadsbehandeling t.a.v. de afspraak dat risico’s van de aanbesteding volledig bij NAC liggen. Ook trekt het feit dat het consortium de stadionontwikkeling niet op zich neemt, een enorme wissel op de inzet van de afdeling STAB. “die onder deze druk nauwelijks de gelegenheid heeft om zich conform de leidende principes van projectmatig werken en risicomanagement deze rol toe te eigenen.” Ook maakt de steller zich zorgen over het bestek en mogelijke overschrijdingen in de eerste fase. Binnen NAC “vindt men nauwkeurigheid een beetje onzin en geldverslindend” NAC zou advies willen inwinnen bij “gepensioneerde bouwmagnaten, dicht bij NAC”, iets wat de gemeente per 15
B8: E-mailcorrespondentie 23 april 2009
16
B1: Brief aan de raad, Ontwikkeling Steenakker Zuid, 16 december 2008, p. 3
17
B1: Brief aan de raad, Ontwikkeling Steenakker Zuid, 16 december 2008, p. 3
18
B1: Samenwerkingsovereenkomst gebiedsontwikkeling, 9 juli 2009
19
Projectplan 22 april 2009
20
Agenda externe projectgroep gebiedsontwikkeling Steenakker Zuid, 12 maart 2009
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
23
definitie niet wil. De steller mist professionaliteit in het proces tot nu toe. Rollen posities en verantwoordelijkheden zijn niet duidelijk omschreven.21 2008 – Verbouw fase 1 NAC start zelf met verbouw. NAC laat na hiervoor vergunningen aan te vragen. 2009 – Verbouw fase 2 Verbouwing vindt plaats in de zomer. Dan wordt tevens geconstateerd dat NAC verbouwingen heeft laten uitvoeren die niet voldoet aan de gebruikersvergunning van de brandweer. Ook blijkt dat tijdens de bouw gebruik is gemaakt van materialen die niet voldoen aan de gebruikersvergunning. De aanpassingen die hiervoor nodig zijn worden meteen meegenomen in deze verbouwing. [zie stuk dat ter inzage ligt] 2010 – Verbouw fase 3a en b In de timeline en het dossier van de ambtelijke organisatie is een overzicht opgenomen van alle verbouwingen. Fase 3a is uitgevoerd, fase 3b uiteindelijk niet. [zie stuk dat ter inzage ligt] Aanvankelijk is ook nog sprake van een verbouw fase 3b. idee was de tribunes nog verder uit te breiden. Deze verbouwplanning gaan uiteindelijk niet door omdat NAC niet instaat is de huurverhoging die dit mogelijk moet maken te betalen. Overigens leidt de verbouw fase 3a ook tot een huurverhoging voor NAC. 22
2011 – Arbitragezaak NAC gemeente Breda NAC wil financiële compensatie voor alle doorgevoerde verbouwingen: delen van het stadion zouden te laat zijn opgeleverd, ze zouden schoonmaakkosten hebben gemaakt en er zou schade zijn toegebracht aan het gebouw. NAC eist om die reden een schadevergoeding van rond de 520.000 euro. De gemeente vindt een bedrag van 30.000 euro gepast. De arbitragecommissie (bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente en NAC) besluit eindelijk dat de gemeente NAC een vergoeding dient te betalen van 40.000 euro. Najaar 2011 voorjaar 2012 – discussie over groot onderhoud stadion Op basis hiervan wordt een nieuwe huurovereenkomst opgesteld. Onderdeel van deze aanpassing is dat de gemeente een MJOP laat opstellen. Dit speelt in 2009. Vanwege alle navolgende verbouwplannen verschijnt er pas in 2012 voor het eerst een MJOP. Deze wordt opgesteld door Planon. [zie stuk dat ter inzage ligt] Eind 2013 wordt door de gemeente een wijziging op het (groot) onderhoud voorbereid. In een ambtelijke notitie wordt gewezen op het feit dat NAC op dit moment alle kosten verbonden aan het Groot Onderhoud (eigenaardeel) en klein onderhoud (gebruikersdeel) voor eigen rekening en risico zal uitvoeren. Het college van B&W heeft besloten om het groot onderhoud voor eigen rekening en risico te gaan uitvoeren, met uitzondering van het groot onderhoud dat is gerelateerd aan het voetbalbedrijf. Als extra voorwaarde neemt de gemeente maximaal € 250.000,- op zich, waarbij “alleen het onderhoud zal worden uitgevoerd dat hoogstnoodzakelijk is om de veiligheid van de gebruikers en de bezoekers te waarborgen en ernstige
21
E-mailcorrespondentie, 23 april 2009
22
Raadsbrief Huurbetaling NAC [5294868], 3 februari 2011. Map raadsgriffie 2002-2009. Sport NAC juni t/m november 2002
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
24
kapitaalvernietiging te voorkomen”. In het memo is globaal de verantwoordelijkheidsverdeling tussen NAC en de gemeente opgenomen. Over de vraag wie de herstelkosten voor zijn rekening gaat nemen m.b.t. de scheurvorming is nog geen uitsluitsel.23 Oktober 2012 - Opnieuw Inspectierapport/nulmeting door Planon In het inspectierapport dat Planon opstelt wordt scheurvorming geconstateerd aan de constructie. Vooralsnog is er echter geen reden tot actie. De geconstateerde scheuren moeten wel in ogenschouw worden genomen en gevolgd. December 2013 – opheffen exclusief gebruiksrecht stadion De gemeente besluit het exclusieve gebruiksrecht van het stadion op te heffen voor NAC. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen voetbal gerelateerde activiteiten in het stadion en niet-voetbal gerelateerde activiteiten. Op basis van dit besluit kunnen de onderhoudskosten voor NAC ook worden verlaagd, wordt een lagere rente op de hypotheek en de afschrijvingstermijn van de gemeente door vertaald in de huurprijs. De huurprijs gaat terug van 40.000 naar 30.000 euro. De prikkel om de afspraken met de huurder opnieuw aan te passen is opnieuw de slechte financiële situatie bij NAC. De gemeente besluit in het verlengde van het besluit het exclusieve gebruiksrecht op te heffen voor een periode van drie jaar (tot uiterlijk 1 januari 2017) zelf te gaan onderzoeken op welke wijze het stadion ook voor niet-voetbal gerelateerde activiteiten kan dienstdoen. Als blijkt dat dit niet mogelijk is treden de gemaakte afspraken weer in werking van voor december 2013 (met een hogere huurprijs dus voor NAC). 2014 – Rapporten over scheurvorming Er zijn in totaal vier rapport verschenen over staat stadion. 1 Rapport R2 over scheurvorming Dit betrof het eerste onderzoek naar scheurvorming. Het rapport verschijnt in vier deelrapporten. Deze rapportages zijn ook in het bezit van de raad. De gemeente is opdrachtgever van dit rapport. Conclusie is kort samengevat: scheuren leveren op korte en middenlange termijn geen gevaren op voor de veiligheid. 2 Rapport Arcadis De gemeente laat Arcadis onderzoek doen naar de levensduur van het gebouw. Arcadis gaat in conclusies verder dan MJOP van Panong uit 2012. Arcadis stelt24 dat met uitzondering van een aantal gebreken, de huidige staat van de betonconstructie als goed is te bestempelen. Er zijn wel drie ernstige gebreken die niet kunnen worden uitgesteld. 3 Den Boer CCI Den Boer voert een second opinion uit naar de deelrapportages van R2 4 ABT
23
B5: Voorstel verdeling uitvoeren groot onderhoud NAC Stadion, 13 februari 2014
24
B6: Onderzoek Arcadis, 9 april 2014
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
25
D66 vraagt ABT een second opinion uit te voeren naar de rapportages van Den Boer en R2. Een van de conclusies van ABT is dat men tegenwoordig anders aankijkt tegen de dynamiek van krachten op een hoofdtribune. Mogelijk is wel actie geboden. 2014/2015 – Vervolg scheurvorming na de onderzoeken Op 29 oktober 2014 ontvangt de raad (commissie Ruimte en Bestuur) een informatiebrief over vragen over scheurvorming. De conclusie van de wethouder is dat op dit moment de veiligheid niet in het geding is.25 In december 2014 stuurt de gemeente een brief aan de bouwer van het stadion (Ballast Nedam) over mogelijke aansprakelijkheidsstelling. Op dezelfde datum stuurt de gemeente ook een brief naar de vorige eigenaar van het stadion(NAC) over mogelijke aansprakelijkheidsstelling.26 Op 17 maart 2015 wordt het rapport van Den Boer CCI aan de gemeenteraad aangeboden. De wethouder stelt daarbij voor om een nader onderzoek te laten uitvoeren naar bruikbaarheid en duurzaamheid van liggende tribune. Op 8 april vindt de beantwoording van vragen van D66 en VVD plaats over door de gemeente genomen maatregelen na de conclusies van bureau ABT die lijken te verschillen van Den Boer. Op dit moment stelt de wethouder dat de veiligheid bij normaal gebruik niet in het geding is, daarover zijn beide bureaus het volgens hem eens.
25
B6: Raadsinformatiebrief 29 oktober 2014
26
B6: Brieven gemeente Breda aan Ballast Nedam en NAC, 16 december 2014
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
26
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
27
Bevoegdheids- en verantwoordelijkheidsverdeling Wie
Functie
Wanneer Gemeente
Jan-Willem van der Werff (inmiddels met pensioen)
Projectleider verhuizing, ontwikkeling, bouw stadion
1993-1995
Willem Krzeszewski (inmiddels uit dienst)
Vakdirecteur GEP/EZ (betrokken bij bouw)
1995
Paul van de Grinten
Bouw- en woningtoezicht (betrokken bij bouw)
1995
Jan Govers (inmiddels met pensioen)
Hoofd grondbedrijf (betrokken bij bouw en verkoop aan gemeente en verbouw)
1995 - 2009
Andrew van der Zee
Directeur RME (betrokken bij bouw en verkoop aan gemeente)
1995 - 2003
M. Struis
Welzijnscommissie / supervisor bij de bouw
1995
A.G.J. Oomen
Portefeuillehouder rondom de aankoop
2002
R. Meulenbroek
Directeur concernstaf, lid projectgroep aankoop. Is nu controller
2003
F. van Dorst
Hoofd CAF van de bestuursdienst, lid projectgroep aankoop
2003
M. Nanne
Hoofd CAJZ van de bestuursdienst, lid projectgroep aankoop, voert het besluit tot aankoop uit.
2003
Th. Kwaaitaal, B. Lans en J. Hellemans
Overleggen met NAC over onderhoudsplanning
2004-2005
Bas Kohlmann
Afdeling stadsbedrijven, betrokken bij verbouw
2009
Peter Verheijden (inmiddels uit dienst)
Projectleider bij de bouw
1995
Arnoud van Vliet/ later Gertjan Endedijk
Leden directieraad gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion
2007-2009
Hans Thoolen/ Dirk Oudshoorn
Projectmanager integrale aanpak (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion). (Dirk vervult deze functie nu)
2007-2015
Marjolein Jurrius
Vastgoedjurist grondbedrijf (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion).
2007-2009
Jos van Esch en Mario Damen
Afdeling financiën (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion).
2007-2009
Edwin Vermeulen
Bouwprojectmanager verbouw Rat Verleghstadion
2007-2009
Jelle Visser (uit
Bouw- en woningtoezicht (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en
2007-2009
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
28
dienst)
verbouw stadion).
John Hellemons
Adviseur (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion).
2009
Wiebe Akse
Adviseur (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion).
2009
Willem Raaijmakers
vml. directeur stadsbedrijven- nu hoofd vastgoedbeheer, (bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion).
2009
Joost Rompa
Strategisch adviseur CMT en college. Heeft bestuursopdracht uitgevoerd om dossier in beeld te brengen n.a.v. scheurvorming
2015
Annemiek Balk
Hoofd vergunningen (huidig). Was van 2010-2013 adviseur van weth. Boerema op het NAC dossier. Heeft in 2015 bestuursopdracht mede uitgevoerd.
2010-2013 / 2015
Gerardus Bartels
Is vanaf 2009 als juridisch adviseur betrokken bij het dossier (o.a. huurovereenkomst en staatssteun). Heeft bestuursopdracht mede uitgevoerd.
2009- 2015
Petra de Kam
Huidig directeur dienstverlening (afdeling vergunningverlening/afdeling toezicht en handhaving)
2012-2015
Bruun Scheltema
Huidig directeur beheer (vastgoed beheer). Voor 2012 afdelingsmanager sport en accommodaties (directie beheer en bedrijven).
2012-2015
Gijsbert van Herk
Huidig secretaris a.i. Vanaf 2008 werkzaam bij de gemeente Breda. Vanaf zomer 2012 in de rol van directeur ontwikkeling.
2008-2015
NAC M. van de Pas
Directeur NAC Investments B.V., lid projectgroep aankoop
2003
C. van Haperen
Voert overleg namens NAC met gemeente over onderhoudsplanning
2004-2005
Theo Mommers en Willem Reijn
Betrokken bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion
2007-2009
Leon Aerssens
Contactpersoon (Hoofd veiligheid, facilitair en inkoop bij NAC) van bouw- en woningtoezicht voor schouw van scheuren in beton. Hij zou meer moeten weten over een schouwrapport wat niet meer kan worden achterhaald.
2012
R. Roovers
Deloitte & Touche, financiële en fiscale zaken, lid projectgroep aankoop
2003
R. van Meerwijk
AKD Prinsen van Wijmen, stadsadvocaat, lid projectgroep aankoop
2003
Aeisso Boelman en Melvin Pool
Fakton, planeconomie. Betrokken bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion
2007-2009
Jan Hoppen en Paul van Heeteren
Heja projectontwikkeling B.V. Betrokken bij gebiedsontwikkeling Steenakker en verbouw stadion
2007-2009
J.A.M. Van Vliet
Adviseur bij ABT (adviseerde n.a.v. scheurvorming
2014
Derden
Rapport / Vooronderzoek Rat Verleghstadion
29