BISDOM
BREDA 2011 | NR. 1
Geloof en zorg ‘Een mens is niet alleen, toevallig of te veel’ Zorg organiseren met de mens voorop
Ook als mensen niet meer beter worden
IN DEZE UITGAVE Dit magazine is een uitgave van het bisdom Breda. Het verschijnt als kwartaalblad. Een individueel postabonnement is mogelijk tegen betaling van een bijdrage voor de verzend- en administratiekosten. Het blad is gratis. Stuur voor een postabonnement voor 2011 een e-mail naar:
[email protected] en maak ten minste E 10,- over op girorekening 1066316 t.n.v. Uitgeverij bisdom Breda, o.v.v. postabonnement magazine, postbus 90.189, 4800 RN Breda. Of bel T 076 5223444. Nummers worden toegestuurd na ontvangst van uw betaling.
4|
8|
10|
'Een mens is niet alleen, toevallig of te veel'
Samen geloven
Zorg organiseren met de mens voorop
16|
18|
24|
Nederlandse Kerk ontwikkelt richtingwijzer voor categoriaal pastoraat
Ook als mensen niet meer beter worden
Handboek medische ethiek
Redactie Monique van Delft, Peter Hoefnagels, Hans de Jong, Frank van der Linden, Daphne van Roosendaal (hoofdredacteur). Beeld/fotografie J. Wouters (p. 1, p. 4, p. 7, p. 10, p. 14 - 15, p. 17, p. 20, p. 23) R. Mangold (p. 13) Stock.xchng (p. 9, p. 22, p. 25) De Wever (p. 18) Aartsbisdom Utrecht (p. 24) Bisdom van Breda (p. 26) Adres redactie E
[email protected] T 076 5223444 F 076 5216244 Postbus 90189 4800 RN Breda Advertentieverkoop Acta Uitgeversorganisatie E
[email protected] T 0475 463465 Postbus 7160 6050 AD Maasbracht
www.roeping.nu
6| Goede zorg als relationeel afstemmen 12| Activiteiten van parochies 20| Contact, caritas, communio, concrete ethiek 22| Oog voor mensen met een verstandelijk beperking Impulsmiddag in Breda 16 maart 2011
Vormgeving en druk Brainstorm & Concept, Breda
23| Gelovig omgaan met de dood, Kloosterdagen 12 t/m 14 mei 2011
Issn nummer: 1874-0480
26| Kerk in de steigers: Johannes Nepomuk te Woudrichem
WJD EN BISDOMBEDEVAART 2011 Het bisdom van Breda organiseert in 2011 twee bedevaarten. In augustus 2011 gaan jongeren (16-30 jaar) op bedevaart naar de Wereldjongerendagen in Madrid. Van 22 tot 29 oktober vindt de bisdombedevaart naar Padua en Assisi plaats.
VAN DE REDACTIE
Aan beide bedevaarten liggen de woorden van Christus ten grondslag: “Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied” (Joh. 15, 12-14).
Op 1 januari 2010 creëerde bisschop Van den Hende een nieuwe functie met de benoeming van een bisschoppelijk gedelegeerde voor het categoriaal pastoraat, het niet-parochiële pastoraat in onder meer de zorg.
Wjd: Kosten: E 800* Aanmelden vóór: 15 april 2011. Aanmelden via: www.groepsreisopmaat.nl/wjd2011 Meer info: E
[email protected], T 076 5223444. * De eerste 50 jongeren uit het bisdom die zich aanmelden krijgen van het bisdom van Breda een korting op de reis van E 125. Dit is een tegemoetkoming in de kosten.
Bisdombedevaart: Kosten: E 595 Aanmelden vóór: 1 juni 2011. Aanmelden via: www.groepsreisopmaat.nl/bisdombreda Meer info: E
[email protected], T 076 5223444 Voor beide bedevaarten is Pelikaan Reizen logistiek partner van het bisdom. Pelikaan Groepsreizen & Incentives T 088 7354550
‘Zorg’ is een van de vier thema’s waar het bisdom van Breda heel gericht aan werkt
vanwege de sociale leer van de Kerk. Andere thema’s zijn: onderwijs, arbeid, publiek bestuur. En armoede vraagt algemeen om aandacht. Het bisdommagazine dat u in het najaar van ons zult ontvangen, zal geheel in het teken staan van de sociale leer van de Kerk en deze onderwerpen. Nu echter reeds, aansluitend op het magazine ‘Geloof en onderwijs’ (2009-4), deze speciale uitgave ‘Geloof en zorg’.
Christenen worden opgeroepen de naaste en juist de minsten te dienen. Deze gelovige opdracht is een roeping, omdat we in mogen zetten wat we te bieden hebben: de bezieling van het geloof, onze tijd, onze talenten. In de sociale leer van de Kerk staat de waardigheid van de menselijke persoon centraal. Een mens in nood, die zorg behoeft, is daarom nooit te veel.
E
‘Een mens is niet alleen, toevallig of te veel’ Kerk en zorg
Veel van wat we nu als ‘de zorg’ kennen is lang geleden, soms al eeuwen terug, ontstaan uit de werken van barmhartigheid, waartoe christenen zich al van oudsher geroepen weten (cfr. Mt 25). Nog steeds wordt veel werk verricht door verzorgers, verplegenden, behandelaren, familie en mantelzorgers in antwoord op die roep om barmhartigheid, die zij vanuit hun geloof beleven. Al heeft het begin bij de Kerk gelegen, en al is nog steeds een kwart van de gezondheids instellingen in beheer bij de katholieke kerkelijke organisaties, zorg is een algemene menselijke opdracht. De Kerk versterkt die opdracht en voegt aan die opdracht iets toe, namelijk het besef dat het dienen van de naasten tegelijk ‘het dienen van God’ is. En andersom. Dienen van God doe je met met je lijf, met je handen, met je aandacht en je gebed voor degenen die op welke manier dan ook hulp nodig hebben. Christenen worden opgeroepen juist de minsten te dienen: mensen voor wie er eigenlijk geen hulp (meer) is, voor wie elke hulp tekort schiet, voor wie de situatie niet meer te veranderen is. Ook al is de hulp volgens zakelijke normen niet efficiënt, staat er niets tegenover, vinden anderen het ‘nutteloos’, dan kan dat dienstwerk ‘nuttig’ zijn, omdat het uitdrukking geeft aan de gelovige opdracht om in te zetten wat we te bieden hebben: de bezieling van het geloof, onze tijd, onze aandacht, onze talenten. Het bisdom van Breda heeft een lange traditie op het terrein van de diaconie, caritas en ‘Kerk in de samenleving’. De bisdomleiding zet, naast en in samenhang met de aandacht voor de sacramenten, speciaal in op de sociale leer van de Kerk. Want hoe doe je dat,
hoe breng je die kerkelijke bedoeling met de zorg in de praktijk van alledag en hoe breng je die praktijk in verband met het leven van de Kerk? Sociale leer In de sociale leer van de Kerk staat concreet beschreven en samengevat wat de Kerk ontdekt en geleerd heeft vanuit de zorg om het leven zelf. Met de sociale leer wil de Kerk tonen wat vanuit het geloof geldt. Dat is: de waardigheid van het menselijk leven en het respect voor ieders leven. Altijd en overal. Want het leven is een geschenk van God. Dat is de fundamentele richting in elke concrete situatie. De sociale leer van de Kerk vraagt voortdurende afweging en toepassing en daarom zijn beraadslagingen, onderling of in eigen geweten, van groot belang. De centrale vraag daarin is: betuigen we respect aan het leven? Dat is de opdracht die mensen hebben gekregen, en die concretiseert zich in iedere situatie anders. De Kerk toont de weg. Aan ons is het om de goede afweging te maken en ons geweten te (laten) vormen. Kerkelijke zending Deze opdracht hebben alle leden van de Kerk, maar de pastorale beroepskrachten die van de bisschop een kerkelijke zending hebben gekregen, om daarmee de Kerk te vertegenwoordigen in instellingen waar mensen moeten verblijven, zijn daar speciaal mee belast, en daarvoor ook toegerust. Dat betekent dat zij mensen die zorg nodig hebben in staat stellen om aan hun geloofsleven vorm te geven, hen en andere betrokkenen ondersteunen bij het maken van afwegingen en daarbij het oog gericht houden op de bedoeling van de sociale leer en het kerkelijk leven. Dat alles vindt plaats in zorgorganisaties die
onder grote druk staan, en die, hoewel gedwongen tot een heel scherpe meetbare efficiëntie, zoeken naar barmhartigheid en goede zorg. Een prachtige en heel concrete hedendaagse vertaling leverden de bisschoppen van Frankrijk. Het tekstje is te vinden in het geloofsboekje ‘Geloven’, een van de geloofsboekjes die achter in de kerken van het bisdom van Breda te vinden zijn: “Door te getuigen van ons geloof in de Schepper geven wij een antwoord op de vragen die de mens in het diepst van zijn bewustzijn met zich meedraagt: wij zijn niet alleen op aarde; we zijn er niet bij toeval noch per ongeluk op terechtgekomen; we zijn niet te veel.” Menselijke maatschappij Echte zorg vanuit ons geloof doet mensen beseffen dat er anderen zijn, dat elk leven zin en betekenis heeft en dat iedereen telt. Elke keer weer en overal. Zowel zorg verlenen als zorg ontvangen maken deel uit van het geloof. Ook degenen die alleen maar zorg kunnen vragen, dragen er aan bij dat anderen zorg kunnen verlenen en zodoende aan hun roeping gevolg kunnen geven. Marc Desmet, arts en jezuïet, vatte het samen in een artikel in de brochure ‘Met de jaren, gelukkig en gelovig oud worden’ (Halewijn, 2010, p. 32): “De mate waarin je tot last mag zijn is een graadmeter voor de menselijkheid van een maatschappij.” Bob van Geffen Bisschoppelijk gedelegeerde categoriaal pastoraat Het Compendium van de Sociale leer van de Kerk is uitgegeven door uitgeverij Licap (www.cslk.be). Zie ook www.rkdocumenten.nl.
|5
G
Goede zorg als relationeel afstemmen
Bewogen om mensen met dementie Door het voortschrijdende proces van dementie wordt een mens meer en meer zorgbehoeftig. Het verstandelijk vermogen en vaak ook de gesproken taal brokkelen af, waardoor de dementerende steeds minder in staat is te zeggen wat er aan scheelt of argumenten te begrijpen. Van toenemend belang blijkt de nadruk op het momentane: hier en nu moet het veilig en goed zijn. Uit mijn onderzoek blijkt dat als de dagelijkse zorghandelingen goed afgestemd worden op die ene specifieke mens met dementie, de dementerende mens momenten van weldadigheid en geborgenheid ervaart en aandacht krijgt die hem of haar goed doet. Ook blijkt dat indien deze relationele afstemming niet gebeurt, of niet lukt, de dagelijkse zorg als een hel ervaren kan worden, elke dag weer opnieuw. ‘Au, au, au’ Juist schijnbaar kleine dingen kunnen van groot belang blijken, bijvoorbeeld een harde handdoek gebruiken bij een mevrouw die hier pijnlijk hinder van heeft. Elke dag weer uit deze mevrouw op rudimentaire wijze haar klacht als ze afgedroogd wordt: ‘Au, au, au.’ Maar de verzorgende heeft dovemansoren; zij vindt
6|
Madeleine Timmermann is theoloog/ zorgethica en verpleegkundige en werkt momenteel als freelancer. Ze geeft o.a. scholingen en lezingen op het gebied van zorg en ethiek, presentie en dementie. Daarnaast is ze verbonden aan het Lectoraat Verslavingszorg Hogeschool Inholland en bezig met een landelijk project innovatie in de Korsakovzorg.
het wel vervelend maar zij kan er immers ook niets aan doen dat er alleen maar harde handdoeken zijn op de afdeling. Daarmee wordt er elke dag door goed bedoelde zorghandelingen een beetje leed toegevoegd aan deze kwetsbare mevrouw wier wereld door dementie erg klein geworden is. Voor haar doet een lekkere zachte handdoek ertoe! Relationeel afstemmen Stel, als zorgverleners streven naar relationele afstemming, wat zou dat van hen vragen? Allereerst is er de noodzakelijke erkenning dat de ander hoe dement, beperkt of tegendraads dan ook, als mens in tel is. Hij of zij en diens uitingen moeten vol serieus genomen worden. Het vraagt vervolgens om het openwrikken en het systematisch bevragen van vanzelfsprekendheden in de zorgroutine. Deze omslag in mens- en zorgvisie geeft ruimte om op persoonlijke maat goede zorg te realiseren. Toen de zorgverlener in het bovengenoemde voorbeeld van binnenuit snapte wat voor deze ene mevrouw het verschil betekent tussen zacht en hard, kwam ze in beweging en creatief als ze toen bleek had ze diezelfde dag nog via de familie een hele stapel lekker zachte handdoeken geregeld.
Goede zorg bieden geeft voldoening. Het punt is natuurlijk niet dat alle mensen met dementie voortaan beter af zijn met zachte handdoeken. Het draait telkens weer om relationele afstemming die de ander goed doet. Dat geldt ook in de thuissituatie. De kunst is om het oude vertrouwde dat verdampt, zowel te blijven koesteren als ook los te durven laten en af te stemmen op het andere, het onbekende. Rummicubben als vroeger lukt misschien niet meer, maar als de naaste er echt voor de ander is, is er wat anders van belang dan de officiële spelregels. Van waarde is het samenzijn en het samen bezig zijn. Anders dan voorheen, maar in de gegeven omstandigheden wel waardevol. Soms lukt relationeel afstemmen niet (meer). Dan komt het erop aan dat naasten en zorgverleners in staat zijn de eigen onmacht en de leegte van dementie uit te houden. Dan betekent goede zorg: de dementerende ander niet afschrijven of alleen laten, maar hem of haar als mens nabij blijven. In beweging komen Goede zorg voor mensen met dementie gaat ons allen aan. In deze context baseer ik mijn christen zijn op het geloof dat
mensen hun waarde als mens niet kwijtraken in geval van dementie. Maar dat verplicht wel tot een visie en een praktijk waarin deze kwetsbare mensen zo goed mogelijke zorg krijgen. Puur vaktechnische of hygiënische correctheid is niet genoeg. Goede zorg baseert zich op relationeel afstemmen en dat kan niet zonder in beweging te komen. In de parabel van de barmhartige Samaritaan wordt in de Bijbeltekst de Griekse term ‘splanchidzomai’ gebruikt, wat slaat op geraakt worden ofwel diep van binnen bewogen worden. Omdat hij geraakt is, laat de Samaritaan zich onderbreken en doet wat in de gegeven omstandigheden voor die gekwetste ander nodig is. In de zorg voor mensen met dementie betekent het streven naar een zo optimaal mogelijke relationele afstemming, dat zorgverleners het bolwerk van routinehandelingen en vanzelfsprekendheden in beweging zetten ten gunste van de mens die in zijn ontdaanheid door dementie zorg behoeft zonder dat deze zorg hem extra leed oplevert. Waarom niet streven naar goede zorg die voor de ander weldadig is?
van Stabat Mater; Maria die onder het kruis van haar zoon blijft staan. Haar machteloosheid, pijn en verdriet zijn voelbaar, maar ze blijft erbij, tot voorbij het einde. Dat zie ik als de kerntaak van hedendaagse zorgverleners: dat ze - ook als er echt niets meer te verbeteren valt het uithouden en de mens met dementie nabij blijven. Het is allesbehalve eenvoudig en verdient waardering en support van ons allemaal. Madeleine Timmermann Proefschrift: Madeleine Timmermann, Relationele Afstemming. Presentieverrijkte verpleeghuiszorg voor mensen met dementie, Lemma, 2010. Voor informatie en bestellen van het proefschrift:
[email protected], zie ook: www.zorgethiek.nu.
Machteloosheid en verdriet Een christelijke bron voor ultiem relationeel nabij blijven is het beeld
|7
S
Samen geloven Willy Halters (43 jaar) woont in de Regenboog te Zundert, een woonvoor ziening van Amarant, instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Samen met Anja Verbraak, een van de geestelijk verzorgers van Amarant, praat hij over zijn leven en zijn geloof. Willy heeft zich goed voorbereid. Zijn fotoboeken en diploma’s liggen op tafel. “Ik woonde eerst thuis bij mijn papa en mama, later verhuisde ik naar Etten-Leur en sinds een paar jaar woon ik weer in Zundert,” vertelt Willy Halters. “Ik heb het hier goed naar mijn zin.” Trots laat hij zijn appartement zien. “Kijk, hier is mijn magnetron. Ik krijg dagelijks een maaltijd uit de koelkast en die maak ik hierin warm.” “De broodmaaltijden maak je zelf klaar?”, vult Anja Verbraak aan. Halters doet wekelijks boodschappen. Aan de muur hangt een schema waarop per dag de huishoudelijke werkzaamheden van Willy aangegeven zijn. Voor elke dag een taak, zodat hij zo veel mogelijk zelfstandig leeft en woont. Willy werkt op de kinderboerderij de Leijakker in Rijsbergen. “Deze boerderij ligt op het terrein van Amarant,” zegt Verbraak. “Daar zijn kippen, schaapjes, konijnen, ezels en geiten. Er is ook een echte Hollandse koe,” zegt Willy. “Zelf verzorg ik de kippen. Pas heb ik hiervoor een diploma gehaald. Ik moet ze iedere dag voeren.” Op bedevaart Willy heeft ook hobby’s. Hij borduurt, zit op dansles en gaat elke maandag naar de instuif. Daar drinkt hij zijn wekelijkse glas wijn. Willy en zijn medebewoners worden ook betrokken bij het bloemencorso in september.
8|
“Dat is een groot evenement in het dorp,” aldus Anja. “Iedereen loopt ervoor uit.” Daarnaast gaat Willy graag op vakantie. “Vorig jaar ben ik naar Emmen geweest. Dit jaar weet ik nog niet wat ik ga doen. In 2006 ben ik naar Lourdes gegaan.” Anja Verbraken geeft nadere gegevens. “Deze reis was georganiseerd door Amarant en SOVAK in Terheijden. We zijn met de Limburgse bedevaart meegegaan. We waren met honderd mensen, begeleiders inbegrepen. “Het was wel een beetje spannend,” vindt Willy. “We gingen met de trein. Er werd gebeden en we hebben geslapen. Toen we in Lourdes aankwamen zijn we naar de grot geweest.” Aan de hand van foto’s haalt hij herinneringen op. “Ik heb een kaars bij de grot aangestoken. We zijn ook in de kerk geweest en daar maakten we een uitstapje in de bergen.” “We volgden ons eigen aangepaste programma,” zegt Anja. “Zo zijn er ook vieringen in hotels geweest.” Lourdes Het is voor Willy duidelijk dat zijn bedevaart naar Lourdes iets anders is dan een gewone vakantie. “Ik heb meer gebeden dan anders. Mijn zus is mee geweest. Zij heeft mij geholpen.” Tot nu toe is dit de enige bedevaart voor Willy. “Ik ben niet naar Rome geweest,” weet hij. Of hij naar Madrid naar de Wereld jongerendagen gaat? “Ik weet niet of het mag,” bekent hij eerlijk. “Het lijkt me leuk om met zoveel jongere mensen samen te zijn en de paus te zien. Ik kijk altijd met Kerstmis en Pasen naar de paus. De huidige is de derde paus in mijn leven. Madrid is wel ver weg, nog verder dan Lourdes.” Willy ziet toch wel wat op tegen de lange reis.
Naar de kerk Buiten de bedevaarten gaat hij af en toe naar de kerk. “Met Kerstmis en Pasen. Ik heb ook mijn Eerste Communie gedaan en ben gevormd.” Na enig aandringen weet hij de naam van zijn vormheer. “Dat was bisschop Ernst.” Vroeger bezocht Willy Halters de kerk meer. “Toen leefden papa en mam nog. In het weekend ging ik naar hen toe en was ik op de boerderij.” De leiding van het huis laat ruimte voor kerkbezoek. Moeiteloos noemt Willy namen van bewoners die bijna wekelijks naar de parochiekerk in Zundert gaan. Geloof Na het gesprek met Willy praten we in de huiskamer van het woonzorgcentrum even na met Anja Verbraak. “Vanuit onze huizen gaan mensen regelmatig op bedevaart,” vertelt ze. “Het gaat dan meestal om ouderen. We gaan ieder jaar naar Meersel-Dreef. Vanuit Tilburg reist
jaarlijks een groep naar Scherpenheuvel. Het is wel van belang dat de leiding openstaat voor geloofsvragen. De cliënten zijn eenvoudig te beïnvloeden. Toch is er interesse. De meesten kunnen niet abstract denken maar hebben wel een gevoel bij een begrip als hemel. Als een mede bewoner sterft, vinden ze het vreselijk maar het geloof geeft hun wel troost. Zeker als je vertelt dat de doden op een plaats zijn waar het echt fijn is. Ze hechten ook sterk aan rituelen. Deze roepen een sfeer op en bieden houvast. In Lourdes maken de kaarsenprocessie, de sacramentsprocessie en de ziekenzegening een grote indruk, zelfs bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Je merkt de impact van rituelen ook bij een uitvaart. In het begin kan het nog erg onrustig zijn. Ze maken hun eigen geluiden klappen en roepen. Gaandeweg worden ze stil. Er gebeurt iets. Je merkt dat. Ze beleven dan hun geloof heel puur.”
Samen geloven Vanuit haar betrokkenheid op mensen met een verstandelijke beperking is Anja Verbraak lid van de kerngroep ‘Samen geloven gewoon doen’. “Dit is een landelijk oecumenisch platform voor integratie van mensen met een verstandelijke beperking in parochies en gemeentes. Het platform ondersteunt deze onder meer door het ontwikkelen van materiaal op het gebied van liturgie, catechese en pastoraat. In ons bisdom zijn al verschillende initiatieven die goed lopen. We zoeken naar wegen om onze bewoners met parochies of anderszins op bedevaart te laten gaan. Op zo’n reis kan iedereen de rijkdom van onze bewoners ervaren.” Hans de Jong
|9
Fusies en bezuinigingen zijn de grote zorgen in de zorg. Jef Pelgrims heeft er ook mee te maken: hij staat aan het hoofd van Tante Louise-Vivensis, de grootste organisatie in de regio Bergen op Zoom op het gebied van verpleeghuiszorg en thuiszorg. Tante Louise-Vivensis is tot stand gekomen door fusies van een groot aantal instellingen, waaronder het oude Algemeen Burger Gasthuis. De afgelopen jaren heeft de nieuwe organisatie te maken gekregen met ingrijpende bezuinigingen. Wie aan het hoofd staat van zo’n organisatie houdt zich dus vooral bezig met organisatiestructuren en financiën, zou je denken. Maar bij Jef Pelgrims staan de mensen voorop. Een ‘misvorming’ die het gevolg is van zijn katholieke opvoeding, zegt hij zelf.
Meer aandacht Jef Pelgrims is opgeleid als verpleeg kundige. “Ik heb zelf aan het bed gestaan en ik heb altijd gevochten voor de bewoners van de instellingen waar ik werkte”. Dat leidde tot opmerkelijke initiatieven. In 1978 kreeg hij de leiding over het woon- en zorgcentrum De Bijster in het Belgische Essen. Hij maakte er het eerste psycho-geriatrisch verpleeghuis van. Tot die tijd werden dementerende bejaarden op bed vastgebonden of geplaatst in een psychiatrische inrichting. In Essen toonde Pelgrims aan dat je met meer aandacht deze mensen een beter leven kunt geven. Het was een baan brekend experiment, dat internationale aandacht kreeg. Maar het was ook heel kostbaar. De verantwoordelijke minister kon hem op langere termijn niet de nodige middelen verschaffen omdat de ingewikkelde Belgische staatsstructuur en deelbelangen van verzuilde organisaties dit in de weg stonden. Pelgrims trok daarom naar Nederland waar de budgetten veel groter waren, maar waar ook de verambtelijking van
10|
Z
Zorg organiseren met de mens voorop
de zorg al veel verder was voortgeschreden. Ook hier nam hij opmerkelijke en tegen draadse initiatieven. Hij kreeg onder meer de leiding over de Stichting Zorgverlening voor Verstandelijk Gehandicapten Venlo. In 1995 organiseerde hij een congres waarvoor hij niet alleen deskundigen maar ook verstandelijk gehandicapten uitnodigde en het was uitdrukkelijk de bedoeling dat zij aan het woord kwamen en niet mensen die namens hen spraken. “Op de uitnodiging stond nadrukkelijk dat begeleiders niet welkom waren, tenzij om een rolstoel te duwen. Ze verklaarden me voor gek, maar de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid, Erica Terpsta, heeft de lijst met congresbesluiten op haar kamer opgehangen.” Op zijn eigen kamer hangen schilderijen. Ze zijn gemaakt in het kader van een project dat werd gestart bij de opening van Residentie Moermont, in oktober van het vorig jaar. Moermont verving het totaal verouderde verpleeghuis Algemeen Burger Gasthuis in het centrum van Bergen op Zoom. Een kunstenaar kreeg
de opdracht om alle bewoners en medewerkers van de residentie te portretteren. Veertig van die portretten komen in de kamer van Pelgrims te hangen. “Dat zijn de mensen voor wie we werken, zo laat je zien voor wie je het doet.”
‘Er zit meer in u’ Waar komt zijn motivatie vandaan? “Ik ben ‘misvormd’ door mijn afkomst. Ik kom uit een katholiek middenstands gezin. De klant stond bij ons voorop.” En ook zijn middelbare school, het Sint-Jozefcollege van de jezuïeten in Turnhout was bepalend: “Ik ben een product van de jezuïeten. Ik heb daar geleerd dat wat je doet, je moet doen vanuit een bepaalde verantwoordelijkheid. In de zorg heb ik dat proberen waar te maken. Bij mij gaat het erom dat de mensen gelukkig kunnen zijn.” Het adagium van de jezuïeten ‘Plus est en vous’ (Er zit meer in u) betrekt Pelgrims op zichzelf en op de ander. “Het betekent dat je het beste uit jezelf moet halen, maar ook uit anderen, bijvoorbeeld uit demente
mensen. Natuurlijk moet ik me bezig houden met strategische keuzes, maar ik moet tenminste de illusie hebben dat die keuzes ten goede komen aan de mensen waarvoor we werken.”
Het is méér Zorg is meer dan strategie of techniek. Wat onderscheidt werken in de zorg van andere beroepen in de visie van Pelgrims? Voor het eerst tijdens het interview moet hij even nadenken en zegt dan: “Betrokkenheid. Het begint bij interesse in mensen. Medewerkers moeten iets weten van de mensen voor wie ze zorgen. Dat moet een bevlogenheid zijn, daar zit ik op te drammen: hoe heette de hond van die meneer, waar heeft die mevrouw gewoond? Als je dat weet kun je anders in contact komen met die man of die vrouw, ook al zijn ze dement. Dat is mijn stokpaard.” Engagement Toen Jef Pelgrims opgroeide, was het doorgeven van waarden zoals die op het Jezuïetencollege in Turnhout werden
onderwezen nog vanzelfsprekend. Hoe moet de Kerk dat nu doen? Pelgrims is nog steeds betrokken bij zijn oude middelbare school, nu als lid van de Raad van Toezicht. “Er zijn geen jezuïeten meer, maar ze zijn erin geslaagd mensen rond zich te verzamelen die hun gedachtengoed doorgeven. De leerlingen kunnen inleidingen in de Ignatiaanse spiritualiteit volgen en zijn verplicht maatschappelijke stages te volgen. Ze komen in contact met bejaarden, zieken, gehandicapten maar ook met gevangenen. Dat moet de Kerk ook doen vindt hij: ze moet laten zien wat de nood van de mensen is, zich engageren en tussen de mensen staan, inspirerend zijn.” Jef Pelgrims eist veel van zichzelf en ook van zijn personeel. Dat beseft hij. Maar alles overwegende komt hij steeds tot de conclusie: ‘ik kan niet anders, ik wil niet anders.’ Jan Brouwers
|11
A
Activiteiten van parochies
Van oudsher zijn er sterke banden tussen Kerk en zorg. Veel zorginstellingen hebben een kerkelijke binding. Vaak zijn ze door zusters opgericht. In andere gevallen vroeg een college van regenten, vaak met de Kerk verbonden, zusters om in een instelling te werken. Ook nu veel huizen losser van de Kerk staan, kunnen parochies contacten met bewoners onderhouden. Zorg voor ouderen en mensen met een beperking hoort immers tot het hart van het geloof.
Ziekentriduüm In verschillende plaatsen van het bisdom van Breda vindt jaarlijks een ziekentriduüm plaats. Dit is onder andere het geval in Dongen, Breda, Moerdijk en Roosendaal. Mevrouw Koos Kortsmit tekent voor de organisatie in Moerdijk. “Het triduüm vindt jaarlijks plaats in de eerste volle week na Pinksteren, rond Sacramentsdag. Het was een initiatief van pastoor Van Kessel, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw pastoor van Moerdijk was. In de Tweede Wereldoorlog is onze kerk verwoest. In 1957 is hij herbouwd. Toen dit klaar was, in 1959, besloot de pastoor tot de organisatie van een eucharistisch triduüm. De grote lijnen van deze opzet zijn er nog steeds. Tijdens het triduüm vieren we tweemaal de eucharistie. Op één van de drie dagen is er een Woord- en Communieviering. Op donderdag (de vroegere Sacramentsdag) sluiten we de driedaagse af met een ziekenzegening. Op deze dag dienen de priesters aan aanwezige zieken ook het sacrament van de ziekenzalving toe.” De deelname is goed met tussen de 85 en 100 personen. “Er is ook ruimte voor ontspanning,” licht mevrouw Kortsmit toe. “In de middag treedt wel eens iemand op met zang of cabaret. De vrijwilligers van het triduüm verzorgen ook voordrachten. De mensen stellen dit zeer op prijs.
12|
Ze kennen de vrijwilligers ten slotte.” Koos Kortsmit heeft niet te klagen over de medewerking van de verzorgings- en verpleeghuizen. “Onze deelnemers komen uit de verzorgingshuizen binnen de Immanuëlparochie. Deze huizen kampen met personeelstekort. Gelukkig stellen verpleegkundigen hun vrije tijd ter beschikking om dit triduüm mogelijk te maken.” Bijbelgroep In de Michaëlparochie te Breda-Oost werkt de parochie mee aan een oecumenische Bijbelgroep voor mensen met een verstandelijke beperking. Eens in de maand leiden diaken Ben Hendriksen en dominee Bram Heringa van de Protestantse Marcuskerk (PKN) afwisselend deze groep. “De groep telt 10 leden,” vertelt diaken Hendriksen. “We komen op maandag bij elkaar en bespreken samen de lezing van de voorafgaande zondag. We doen dit volgens een vast ritueel. We beginnen en eindigen met een lied. Dat lied kennen ze allemaal. We steken in het begin een kaars aan, openen het boek en lezen het verhaal voor. Je moet niet vergeten dat de meesten niet kunnen lezen. Dit Bijbelverhaal is een vereenvoudigde versie, bestemd voor kinderen in de leeftijd van 7 tot en met 10 jaar. Daarna volgt een gesprek. Je moet, als begeleider, veel improviseren, vragen stellen en heel concreet zijn. Dan komt er toch van alles los. We hebben ook een gespreksrondje waarin ieder vertelt wat hij of zij de afgelopen periode heeft meegemaakt. Het zijn heel geanimeerde bijeen komsten,” aldus Hendriksen. “De groep is genoemd naar de woonunit Siereveld, een voorziening voor begeleid wonen in Breda. Daar komen de meesten vandaan. Enkele deelnemers komen uit andere huizen in Breda-Oost en
Teteringen. We komen bij elkaar in de Michaëlkerk. Met taxi’s worden ze daar naar toe gebracht.” Hendriksen vindt het een uitstekende vorm om met de mensen in contact te komen. “Ik denk dat het niet goed is om er een gemengde groep met mensen met normale verstandelijke vermogens van te maken. Dat doet afbreuk aan het geheel. Integratieprocessen verlopen moeilijk. Ook de mensen met een verstandelijke beperking voelen zich vaak beter thuis binnen de veiligheid van de eigen groep.” Vieringen Het pastorale team van de Jeruzalem parochie in Breda en de parochies van Ulvenhout en Bavel verzorgt vieringen in de verschillende woonvoorzieningen in de parochie. Wim Klein, die als pastoraal werker deel uitmaakt van dit team, vertelt dat in deze huizen alle typen vieringen aangeboden worden, van kerstvieringen en paaswakes tot woord- en communie vieringen. “Verder kan ik alleen spreken over Woon- Zorgcentrum De Donk in Ulvenhout. Dat valt onder de Stichting Elisabeth in Breda. In De Donk is een psychogeriatrische afdeling, maar er wonen ook gezonde ouderen. Eertijds celebreerden emeritipriesters daar eucharistievieringen. Dit werd te veel en toen moest het team inspringen.” “Twee jaar geleden merkten we dat in Ulvenhout het aantal kerkgangers op zaterdagavond afnam. We zijn toen gestopt met deze vieringen en deze vinden nu plaats in De Donk, waar de zondagochtendviering verviel. Die is wekelijks in de parochiekerk. De viering op zaterdagavond is een parochiële viering,” verduidelijkt Klein. “Buiten de bewoners van het zorgcentrum bezoeken ook parochianen deze viering.” Hans de Jong
D
“Jezus Christus zelf ons gedeeld bij zijn “De mate waarin je tot heeft last mag zijnleven is een graadmeter menswording en is naast ons komen staan, het voor de menselijkheid van een maatschappij.” Marc Desmet sj meest nog als broeder van de mens in nood, de kleine en de arme.” “Jezus Christus zelf heeft ons “Jezus Christus zelf heeft ons leven gedeeld bij zijn menswording en is naast ons komen staan, het meest nog als broeder van de mens in nood, de kleine en de arme.” Bisschop Van den Hende
N Al een aantal jaren werkt de bisschoppenconferentie aan een handboek, een vademecum, om het categoriaal pastoraat van een doordacht en samenhangend kader te voorzien en een leidraad te geven in een aantal complexe vraagstukken. Categoriaal pastoraat is pastoraat dat wordt uitgevoerd in instellingen, omdat de daar verblijvende mensen niet deel kunnen nemen aan het gewone parochie leven. Denk aan zorginstellingen, gevange nissen, en leger- en schipperspastoraat. Richtingwijzer voor pastoraat Het vademecum is geen medisch-ethische richtlijn - daar zijn andere publicaties over - maar een richtingwijzer voor het pastoraat. De behoefte aan een algemene beleidslijn was toegenomen vanwege ontwikkelingen in de zorg (‘vermarkting’ en secularisering) en in de Kerk (schaal verandering). Beide staan onder financiële en personele druk. Ook bestaat er in de bisdommen van de Nederlandse kerk provincie en in de (zorg-)instellingen in Nederland nog geen gezamenlijk stelsel voor kerkelijke zending. Kerkelijk werk De bisschoppen hebben een werkgroep aangewezen. Deze heeft na beraad slagingen met de bisschoppenconferentie een tekst gemaakt, onder de titel Herkenbaar en betrouwbaar pastoraat. De nota (75 pagina’s) probeert vooral om temidden van alle ontwikkelingen het eigene van het pastoraat als kerkelijk werk voor het voetlicht te brengen en overeind te houden. De nota is niet bedoeld om organisatorische ontwik kelingen te evalueren. Voor wie het denken van de Kerk over deze zaken heeft gevolgd en voor wie vertrouwd is met de sociale leer van de Kerk staat er weinig nieuws in de tekst, maar wie de ontwikkelingen in de zorg van de laatste jaren als vanzelfsprekend heeft aanvaard, zonder daar vragen vanuit de kerkelijke leer bij te stellen, kan wel voor verrassingen komen te staan.
16|
De inhoud van de nota In de nota wordt een groot aantal onderwerpen besproken, die in een viertal delen is verzameld. Het eerste bespreekt de grondslagen en karakteristieken van het categoriaal pastoraat. Het belicht de strategische partners en bespreekt daar onder meer de - voor de sector belangrijke verhouding tussen Kerk en staat en de wettelijke verplichtingen op dit terrein. Daarnaast komen de (snelle en omvang rijke) ontwikkelingen in beeld die in de instellingen spelen. Het eerste deel sluit af met een katholieke visie op dat geheel. Daarbij komt een duidelijk spanningspunt naar voren: de instellingen zetten het pastoraat in de vorm van geestelijke verzorging steeds meer algemeen in voor de mensen die in die instellingen verblijven, terwijl kerkelijke richtlijnen zijn gebaseerd op de zielzorg van de leden van de Kerk. Een instelling ziet een bewoner als een zorgbehoevende met een levensbeschouwelijke behoefte. De Kerk ziet die persoon als een lid van de geloofsgemeenschap, die voor een parochie moeilijk of niet bereikbaar is. En dat alles wordt nog ingewikkelder, omdat er niet alleen een Katholieke Kerk is die een rol speelt, maar ook verschil lende protestante, en bovendien verblijven er vaak niet alleen christenen (in verschil lende mate van betrokkenheid) maar ook moslims, hindi, boeddhisten.
In een tweede deel worden de pastorale richtlijnen behandeld. Deze worden bekeken vanuit de vraagstukken die in de loop der tijd zijn gerezen, onder andere op het terrein van de ambten en bevoegdheden, de oecumene, de verkondiging, de liturgie, en de (medische) ethiek. De bovengenoemde spanning komt hier opnieuw, maar nu concreet in allerlei vraagstukken naar voren. Bijvoorbeeld: hoe de aandacht te verdelen tussen katholieke of niet-katholieke bewoners? Tenslotte worden voorstellen gedaan ten aanzien van regelgeving, vooral ook rond het verlenen van een zending vanuit de Kerk.
De heer H.R. van den Hengel, directeur van Zorgcentrum Stichting De Wijngaerd in Made, en bisschop Van den Hende in gesprek. De bisschop bracht op vrijdag 5 november 2010 een diaconaal werkbezoek aan De Wijngaerd. (Foto: J. Wouters)
In dialoog In de wereld van de zorg, waar veel instellingen oude kerkelijke wortels hebben, kunnen kaders en richtlijnen voor de zielzorg alleen tot stand komen door middel van dialoog tussen instellings besturen, die de werkgevers zijn, en bisdommen, die de zending verlenen en die het werk van de geestelijke verzorging als onderdeel van het kerkelijke leven zien. Daarom heeft bisschop Punt, die namens de bisschoppenconferentie verantwoor delijk is, de tekst, voor zover gereed, nog niet vastgesteld of vrijgegeven, maar eerst in gesprek gebracht met de beroepsvereniging (VGVZ). De beroepsvereniging heeft de tekst vervol gens verspreid onder haar achterban. Daarmee lijkt de tekst vrijgegeven, maar dat is nog niet zo. Tekstvoorstel De zeer uitgebreide, en veel lagen bevattende tekst in wording is inmiddels van commentaar voorzien en daarover werd op 29 november 2010 een werk conferentie gehouden. De opstellers zullen nu een bijgestelde versie ter goedkeuring aan de bisschoppen voorleggen.
De inhoud van de nota brengt bijeen wat er in het kerkelijk denken is ontwikkeld ten aanzien van ingewikkelde kwesties in het categoriaal pastoraat. Daarom biedt de tekst een goed overzicht van wat er allemaal speelt. Hij bevat eigenlijk geen wezenlijke vernieuwingen, maar verzamelt wel pijnpunten die samenhangen met de oplossingen die in de praktijk zijn ontstaan. Afgezien van de inhoud laat de nota zien dat het de laatste jaren ontbroken heeft aan het overleg tussen de instellingen en de kerkleiding. Des te beter dat de samenspraak nu op gang komt. Bob van Geffen Bisschoppelijk gedelegeerde categoriaal pastoraat
Nederlandse Kerk ontwikkelt richtingwijzer voor categoriaal pastoraat |17
O “In mijn praktijk spitst de zorg zich toe op ouderen en chronisch zieken. Je kunt daarbij twee vragen stellen: Waarom verleen je die zorg? En wat is de grondslag voor je handelen? Voor mij vormt respect voor het menselijk leven het fundament voor mijn handelen. Als het leven geen zelfstandige eigen waarde zou hebben, zou heel veel grond wegvallen onder wat ik doe. Want je kunt mensen niet beter maken. En je kunt mensen soms ook niet tevreden stellen.”
Kees Veelenturf is ouderenarts bij De Wever in Tilburg en heeft er een taak in het management als hoofd Medische Dienst. De Wever beheert verschillende verpleeg- en verzorgingshuizen en woonzorgcentra voor ouderen.
Respect voor het leven Het leven op zich is van waarde. “Een verpleger helpt iemand die bijna niet meer weet dat hij of zij bestaat. Hij geeft die persoon eten, drinken, ruimt zijn of haar ontlasting op. Waarom doe je dit? Je zou immers kunnen zeggen: ‘Het leven heeft geen zin meer, iemand kan niks meer, waarom zou je dan nog?’ Zelf vind ik vanuit mijn religieuze achtergrond dat het leven een waarde op zich is en daarom respect verdient, maar ook bij niet-gelovige collega’s zie ik dat terug. Het betekent dat er ook als mensen niet meer beter worden een grond is voor je handelen.” Dit is niet hetzelfde als zo lang mogelijk behandelen, geeft hij aan. De patiënt In deze tijd van inspraak en zelfbeschik king wordt een grote last gelegd bij mensen, vertelt hij. “Wat wil de patiënt? Je legt daarmee een beslissing bij de persoon zelf, maar vaak moet je ook zeggen dat een behandeling niet meer mogelijk is. Als arts weet je bijvoorbeeld
Ook als mensen niet meer beter worden dat het lijden dat ervoor in de plaats komt groot is. De patiënt zelf weet dat niet als die het proces nog niet eerder heeft meegemaakt.” “Bij alle haast die er kan zijn, probeer ik rust in het werk te brengen. Ik ga bij de patiënt zitten, houd zijn of haar hand vast, probeer te luisteren, vraag ‘Hoe gaat het?’ Misschien wil iemand niet behandeld worden, maar durft hij of zij het niet te zeggen. Of spreekt iemand er wel over tegen de zuster, maar niet tegen de arts als die langskomt.” Draagkracht van de familie Veelenturf: “Hoe ver ga je in het behandelen? Weegt het lijden van een behandeling op tegen het resultaat? Soms zijn er dilemma’s. Kinderen kunnen het moeilijk vinden om hun vader of moeder te laten gaan, maar je moet ook het lijden van de patiënt in de gaten houden.” “Je stemt af op wat de patiënt wil en op de draagkracht van de familie.” Dat is niet altijd eenvoudig: “Als ik als arts weet dat iemand lijdt, maar ik doe wat de familie wil, ben ik dan goed bezig?” De omgeving van een persoon speelt een belangrijke rol. Veelenturf: “Als de omgeving zegt: ‘dit is toch geen leven meer’, dan wordt de ziekte moeilijker te dragen. Dat kan het lijden van iemand versterken en weer afbreuk doen aan de draagkracht van de omgeving.” “Vaak wordt de zin van het leven gekoppeld aan ervan kunnen genieten, of aan hoe lang men nog leeft. Maar de
Kerk geeft aan dat de roeping van de mens te maken heeft met de gemeen schap. Dat is voor een patiënt ook zo: familie, medepatiënten, verpleging. Wat moet ik nog, kan iemand vragen, wat heeft het nog voor zin?” De zin van het bestaan is echter niet afhankelijk van het nut dat iemand heeft of van het kunnen genieten. Veelenturf: “Het leven is waardevol op zich én het is waardevol in relatie tot anderen. Beide horen bij elkaar en noch het één, noch het ander moet je verabsoluteren.” Veelenturf: “En als je ziek bent, ben je soms zo intens met dingen bezig, je laat zoveel los, dat er weer plaats is voor andere waardevolle zaken.” Dienstbaar “Mijn geloof is een verrijking voor mijn arts zijn. Het helpt om dingen in het belang van de patiënt niet te doen en wel te doen. Mijn geloof dwingt me om me af te vragen: heb ik wel genoeg tijd aan iemand besteed? Arts zijn is een dienstbaar beroep, maar ben ik er wel altijd voor die ander? Het gaat niet alleen om mezelf.” “Dat klinkt wat ouderwets,” zegt hij wat beschroomd, “maar je moet misschien niet bang zijn om ouderwets te zijn. Waarom heb ik moeite met avonddiensten, moest ik me op een gegeven moment afvragen. Ik heb toch een mooi dienst verlenend beroep waarin ik er ben voor de ander? Dan mag dat toch geen bezwaar zijn? Daardoor werd het makkelijker die diensten te draaien.” “Ik ontleen steun en inspiratie aan het
geloof. Vroeger werden mensen meer ‘gedwongen’ tot sociale inzet. Kun je die sociale inzet nu ook uit jezelf opbrengen en iets van jezelf opofferen voor anderen?” Medisch zinvol handelen Veelenturf is een man van denken en vragen: “Kan ik voor mezelf goed verantwoorden wat ik doe? Gaan er oneigenlijke motieven meespelen? Is het medisch verantwoord? En wanneer is iets zinloos medisch handelen?” Dat kan ook te maken hebben met ver doorgevoerde protocollen, geeft hij aan, met artsen die gezamenlijk een verantwoordelijkheid hebben maar niet tot een gezamenlijke beslissing rond een ziekbed komen. “De techniek maakt het ons ook moeilijk. Paus Pius XII zei op een congres voor anesthesisten in de jaren ’40 dat de katholieke leer niet zegt dat we mensen niet dood mogen laten gaan. Mensen mogen ook op een menswaardige manier overlijden.” “Mijn ervaring is overigens dat ethisch verantwoord handelen en medisch verantwoord handelen meestal samenvallen.” Daphne van Roosendaal
|19
C
Contact, caritas, communio, concrete ethiek Bob van Geffen in gesprek met bewoners van De Wijngaerd in Made. Op vrijdag 5 november 2010 bracht bisschop Van den Hende met de bisdomstaf een werkbezoek aan het zorgcentrum. (Foto: J. Wouters)
Per 1 januari 2010 benoemde bisschop Van den Hende een bisschoppelijk gedelegeerde voor het categoriaal pastoraat. De bisschop stelde deze nieuwe functie in om de aandacht voor de geestelijke verzorging vanuit de Kerk en de Bijbelse visie op menselijke waardigheid te borgen. De aanstelling van de bisschoppelijk gedelegeerde was tevens een antwoord op vragen vanuit de werkers in het categoriaal pastoraat om meer gestruc tureerd en permanent contact met het bisdom. Via de gedelegeerde onderhoudt het bisdom van Breda nu de banden met de categoriale instellingen, dit wil zeggen het niet-parochiële pastoraat in de zorg, het gevangeniswezen, et cetera. De bisdomleiding keurde een werkplan goed dat zich voor een belangrijk deel richt op de zorg. In het werkplan staan vier c’s centraal: contact, caritas, communio, concrete ethiek. Deze vier c’s worden hier uitgelegd. Ook leest u meer over de activiteiten die werden ondernomen. Contact Contacten worden gelegd in de vorm van kennismakingsbezoeken en werkbezoeken met de pastorale beroepskrachten, directies/ besturen en leidinggevenden. In deze gesprekken komt de werksituatie ter
20|
sprake, maar ook ondersteuningsbehoefte, verwachtingen etcetera. Caritas Het categoriaal pastoraat is voortgekomen uit het belangeloze dienstwerk van de Kerk aan mensen die verstoken zijn van hulp, rechten en bestaansmiddelen kortom: mensen die zorg behoeven. Het evangelie is er duidelijk over wie daarmee bedoeld zijn. Maar Caritas is niet alleen het maatschappelijk werk van de Kerk. Het is ook de geloofsverkondiging in de vorm van dienst voor de naasten. In het categoriaal pastoraat is het de kunst die twee kanten tegelijk aandacht te geven. Hiervoor zullen inhoudelijke bezinningen aangeboden worden. Communio Het categoriaal pastoraat is een volledig onderdeel van de katholieke communio. Katholieke zielzorg (de term komt weer in zwang) krijgt er zo goed mogelijk gestalte. Daarom ontvangen de rooms-katholieke pastoraal werkenden van de bisschop een zending en zij zijn gemachtigd - en aansprakelijk - om de Kerk ter plaatse te representeren. De kerkelijke zending dient een plaats te hebben in het personeelsbeleid van de instellingen. De bisschoppelijke gedelegeerde behartigt de communicatie hierover tussen de Kerk
en de instellingen. Communio staat ook voor de relatie met de parochies. De samenwerking tussen instellingen en parochies neemt toe. Parochieteams helpen mee in de pastorale bereikbaar heid, instellingen bieden faciliteiten (voor bijvoorbeeld liturgie) en de extramurali sering van de zorg heeft allerlei nieuwe woonvormen in parochies tot gevolg. De samenwerking levert ook vragen op, waarbij de gedelegeerde behulpzaam kan zijn. Concrete ethiek In de sociale leer van de Kerk staat verwoord hoe elke mens haar en zijn eigen waardigheid heeft, en hoe het leven een kostbaar goed is. Het vraagt grote zorgvuldigheid en een grote wijsheid om een goede afweging te maken wat in een bepaalde situatie een goed keuze is. De sociale leer helpt met aanwijzingen over hoe het geloof bron van handelen is en bewaard kan blijven in tal van situaties. Geen enkele situatie is gelijk en elke keer opnieuw moeten betrokken personen tot besluiten komen, handelen en de situatie als moment van geloof uitdiepen. Het pastoraat helpt daarbij. Echter als de kosten van zorg naar beneden moeten, kan er druk komen te staan op de ethische en de menselijk kant, bij alle goede aandacht die er is voor zorgverlening
(aandacht voor patiënten, voor de mantelzorgers en voor behandelaren) en voor de mogelijkheden van pastoraat binnen de zorg. Activiteiten en eerste indrukken Bob van Geffen: “Sinds de start van mijn aanstelling begin 2010 is er het nodige gebeurd. Ik heb veel kennismakingen gehad met pastorale beroepskrachten en directies en raden van bestuur. Ook heb ik het netwerk leren kennen, dat enorm uitgebreid is. Als bisschoppelijk gedelegeerde heb ik meegewerkt met instellingen bij vacatures en benoemingen en meegedacht bij beleidsplannen. Daarnaast heb ik deelgenomen aan enkele studiedagen.” Van Geffen analyseert: “Duidelijk is dat er twee grote probleemcomplexen over elkaar schuiven. Enerzijds het beheer en de organisatie van de zorg, waarbinnen de financiële ruimte voor pastoraal werk en ook het beleidsmatig draagvlak voor de geestelijke verzorging onder druk staan. Anderzijds de uitdaging, of ook wel moeilijkheid, om als gelovigen het kerkelijk leven en denken vorm te geven in een omgeving die, anders dan een parochie, niet allereerst is ingericht om dat geloof te beleven.” “Ik heb in korte tijd grote bewondering
gekregen voor de pastorale beroeps krachten, leidinggevenden, besturen en vrijwilligers die deze kwesties het hoofd bieden. Waar ik als gedelegeerde aan hoop te kunnen werken is de vraag hoe je vanuit de geloofsvisie van de Kerk kunt bijdragen aan het beleid dat de instelling voor ogen heeft en het geloof kunt versterken. Het pastoraat heeft geen kant en klare oplossingen voor medische of managementproblemen, maar het kan wel vanuit het geloof bijdragen aan de kwaliteit van de beoogde aanpak op die gebieden, en daarbinnen tevens wegen vinden voor geloof,” aldus Van Geffen. Er worden vanuit het bisdom activiteiten opgezet ter ondersteuning van het ter sprake brengen van het geloof in specifieke situaties (zie p. 23 in dit magazine voor kloosterdagen). Inzake de samenwerking van parochies en instellingen is veel gaande. Ook hiervoor wordt een aanbod gedaan (zie p. 22 in dit magazine voor een impulsdag). De bisschoppelijk gedelegeerde bemiddelt in contacten en is ook vraagbaak vanuit de Kerk ten dienste van het pastoraat en de zielzorg en het werken in instellingen met het oog op de mens. Bob van Geffen Daphne van Roosendaal
|21
O
Oog voor mensen met een
Kloosterdagen voor de zorg
Impulsmiddag in Breda 16 maart 2011
Steeds meer mensen met een verstan delijke beperking wonen in begeleide woongroepen of zelfstandig in wijken van steden en dorpen. De decentralisering van de zorg maakt hen meer tot gewone parochianen en minder tot een groep mensen met eigen pastorale zorg verbonden aan een instelling. Op 16 maart 2011 vindt daarom op het bisdomkantoor een impulsmiddag plaats voor parochies (14.00 - 16.30 uur). De impulsdag wordt georganiseerd door een impulsgroep die actief is in het dekenaat de Baronie. De impulsgroep bestaat uit pastorale beroepskrachten, ouders van mensen met een beperking en vrijwilligers. De groep wil parochies stimuleren mensen met een verstandelijke beperking beter in het vizier te krijgen. Hebben parochies zicht op de mensen in hun dorp of wijk? Zijn deze mensen betrokken bij parochieactiviteiten? Hoe kunnen zij daar hun inbreng in hebben? Na een gesprek met bisschop Van den Hende werd besloten tot een middagbijeenkomst voor parochies op het bisdomkantoor waarop deze vragen centraal staan. Naast uitwisseling van
22|
ervaringen van ‘best practices’ wordt op 16 maart een pastorale quickscan aangeboden, waarop parochies kunnen toetsen hoe zij al dan niet ingericht zijn op mensen met een beperking. Zijn ze bekend en gekend als parochianen? Vaak worden zij nog bezocht door de geestelijk verzorger van de instelling, maar de parochie heeft daarin ook haar eigen taak en verantwoordelijkheid. Zeker als mensen alleen wonen is het contact van belang. In parochies in het bisdom zijn diverse initiatieven voor en van mensen met een verstandelijke beperking. Het project Samen Kerk in Zeeland werkt aan integratie van mensen met een beperking in de parochies Oost-Zeeuws-Vlaanderen. In Breda-Oost bestaat er al vele jaren in oecumenisch verband een Bijbelleesgroep van mensen met een verstandelijke beperking. In verschillende parochies zijn zij als misdienaars en acolieten actief. Omgekeerd zingt het koor van Amarant in Rijsbergen in vieringen in parochies zoals die van Baarle-Nassau. In Etten-Leur kent men oecumenische vieringen waarin ook uitdrukkelijk mensen met een verstandelijke beperking welkom zijn.
G
Gelovig omgaan met de dood
verstandelijk beperking
Op de website van het landelijk platform ‘Samen Geloven? Gewoon Doen!’ (SGGD) zijn allerlei initiatieven te vinden. In dit platform, dat opgericht is in 2000, werken mensen met een protestantse en katholieke achtergrond samen. De SGGD hoopt dat geloofsgemeenschappen hun gemeenschap zo vorm geven dat mensen met een verstandelijke beperking ‘gewoon’ mee kunnen doen en erbij horen. Diaken Peter Hoefnagels Hoofd pastorale dienstverlening
Meer informatie impulsmiddag 16 maart: Diaken Peter Hoefnagels Hoofd pastorale dienstverlening E
[email protected], T 076 5223444 Aanmelden: E
[email protected]
NB Deze impulsmiddag werd nog niet vermeld in de Programmagids 2011. Aanmelden kan echter wel via het betreffende e-mailadres.
Meer informatie kloosterdagen 12 t/m 14 mei: Bob van Geffen Bisschoppelijk gedelegeerde categoriaal pastoraat E
[email protected] T 076 5223444 Aanmelden: E
[email protected] Kosten: E100,NB De kloosterdagen werden aangekondigd in de Programmagids 2011 (p. 24). De data zijn echter herzien.
Van donderdagavond 12 mei tot en met zaterdagochtend 14 mei 2011 worden vanuit het bisdom kloosterdagen georganiseerd voor pastorale beroepskrachten in de zorg. De kloosterdagen zijn studieen bezinningsdagen om het gelovig staan in het werk te versterken.
De kloosterdagen voor de zorg worden in 2011 voor het eerst gehouden. De dagen gaan over pastoraat en gebed bij het overlijden. Hoe kun je vanuit het geloof van de Kerk omgaan met de dood en met wat daar in geloof op volgt? Hoe versta je het leven na de dood en hoe kun je bidden wanneer de dood in het spel is? In de sfeer van een kleine klooster gemeenschap worden de gebedstijden meegemaakt. De bezinning is zowel theologisch als persoonlijk. De klooster dagen sluiten op zaterdag 14 mei af met een lunch met ontmoeting en gesprek met bisschop Van den Hende. Deze kloosterdagen zijn intensieve dagen, waarin de deelnemers aan hun eigen geloofsbeleving en geloofsinhoud werken. Daarom geldt een maximum van tien deelnemers. De pastorale beroepskrachten in de zorg ontvangen een definitieve uitnodiging met gedetailleerd programma.
|23
H
Handboek medische ethiek Onze kennis van het menselijk lichaam neemt exponentieel toe. Tegelijkertijd groeien onze mogelijkheden om ziektes te genezen en te voorkomen. Ons genetisch paspoort verraadt of we vatbaar zijn voor kwalen als diabetes, de ziekte van Alzheimer, andere vormen van dementie of reuma. Deze kennis roept ethische vragen op. Mag een verzekeraar genetische tests eisen voordat iemand een polis ontvangt? Mag deze test de hoogte van de premie bepalen? Vragen die ook om een doorlichting vanuit roomskatholiek perspectief vragen. De Stichting Medische Ethiek vatte in 2008 het plan op om in een handboek haar gedachtegoed uit te dragen. Ze vond een aantal deskundige auteurs buiten en in haar kring bereid om bijdragen te leveren. De leiding van de uitgave berustte bij de aartsbisschop van Utrecht, mgr. dr. W.J. Eijk. In de zomer van 2010 kwam de uitgave gereed. Het boek volgt in grote lijnen de opbouw van het Handvest van de werkers in de gezondheidszorg, dat in 1995 door de Pauselijke Raad voor het Pastoraat in de gezondheidszorg uitgegeven is. Alle facetten van de gezondheidszorg komen aan de orde. Men vindt hoofdstukken over orgaandonatie, de ethische aspecten
24|
W.J. Eijk, L.J.M. Hendriks, J.A. Raymakers (red.), Handboek medische ethiek: verantwoorde gezondheidszorg vanuit katholiek perspectief. Almere, Parthenon, 2010. ISBN: 978-907957811-5
van het gebruik van psychofarmaca, de geoorloofdheid van niet-therapeutische ingrepen en de sociale aspecten van de gezondheidszorg. We bespreken in dit artikel het eerste hoofdstuk. Gods beeld en gelijkenis Mgr. dr. Eijk schetst in het eerste hoofdstuk de principes van de katholieke medische ethiek, gebaseerd op het katholieke mensbeeld. De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Hij is het enige schepsel dat door God omwille van zichzelf gewild is. De mens is geschapen als een lichamelijk wezen. Het lichaam deelt in de waardigheid van de mens. Het schenden van het lichaam is een intrinsiek kwaad, een handeling die altijd en overal slecht is. De mens heeft de opdracht het leven in stand te houden. Nu hoeft dit niet ten koste van elke prijs. Het is niet verplicht het menselijk leven eindeloos te rekken als dat ongeproportioneerde consequenties heeft. De mens is echter geen eigenaar van zijn lichaam. Hij heeft het gekregen. Op basis van dit mensbeeld formuleert de aartsbisschop een aantal principes. Zo is preventieve en therapeutische geneeskunde toegestaan. Deze is erop gericht het menselijk lichaam in zijn normale welbevinden te houden of te herstellen. De zogenaamde verbetergeneeskunde (‘enhancement’) wordt
afgewezen. Door deze vorm van genees kunde wordt het lichaam gedegradeerd tot een middel om maatschappelijk gewenste doelen (bijvoorbeeld betere sportprestaties) te bereiken. Het lichaam wordt geïnstrumentaliseerd. Dit tast de waardigheid van de mens aan.
eenieder in stand te houden. Het leven en de gezondheid vormen een belangrijk onderdeel van het algemeen welzijn. Daarom kan een samenleving van gezonde en rijke mensen grotere offers vragen ten behoeve van medemensen die het minder goed getroffen hebben.
Intrinsieke waarde De Katholieke Kerk leert dat elke menselijk leven, hoe geschonden ook, een intrinsieke waarde heeft vanaf de conceptie tot de natuurlijke dood. Dit geldt ook wanneer de persoon in kwestie de waarde van zijn eigen leven nog niet of niet meer beseft. Vanuit dit perspectief wijst de Kerk onder meer directe abortus, experimenten waarbij menselijke embryo’s worden gebruikt, direct levensbeëindigende handelingen bij gehandicapten en directe euthanasie af.
Subsidiariteitsbeginsel Het solidariteitsprincipe wordt in even wicht gehouden door het subsidiariteits beginsel. Het is de taak van de overheid om personen en groepen te helpen zelf initiatieven te nemen om bepaalde voorzieningen te realiseren. Modern gezegd: de overheid is voorwaarden scheppend. In een verzorgingsstaat bestaat het risico dat de overheid alles naar zich toe trekt en weinig verantwoordelijkheid laat aan familieleden, artsen, verpleegkundigen en zorginstellingen. Tegenwoordig lijkt de overheid zich weer terug te trekken en ook de werking van de gezondheids zorg voor een belangrijk deel over te laten aan de werking van de vrije markt.
Solidariteitsprincipe De mens is wezenlijk sociaal. Hij leeft binnen een gemeenschap. Juist daarom heeft de medische ethiek ook raakvlakken met de sociale leer van de Kerk. Elke mens heeft de verplichting zorg te dragen voor het welzijn van zijn medemensen. In de sociale leer noemt men dit het solidariteitsprincipe. Voor de gezondheids zorg betekent dit dat de samenleving de opdracht heeft de gezondheid van
een directe bemoeienis van de overheid noodzakelijk. Zij moet erop toezien dat eenieder voldoende zorg ontvangt. Hierbij is het ook nodig om te bezien welke voorzieningen in het basispakket thuishoren. De stijging van de zorgkosten is ook het gevolg van de ontwikkeling van steeds nieuwe therapieën. Als deze allemaal in het basispakket komen zal het budget voor de zorg astronomisch stijgen. Eijk wijst ook op de rol van de ziektekostenverzekeraars. Deze bepalen feitelijk op welke behandeling iemand recht heeft. Hij vraagt zich af of zo wel recht gedaan wordt aan de deskundigheid van artsen. Het Handboek medische ethiek is al met al een rijk boek. De lezing vraagt wel enig doorzettingsvermogen. De stijl is helder, maar niet altijd eenvoudig. Hans de Jong
De Kerk erkent de waarde van de markt, maar vraagt zich wel af of daarmee ieder de juiste zorg krijgt. De markt bestaat immers dankzij ‘ruilrechtvaardigheid’ en zieken hebben niets aan te bieden. Volgens de aartsbisschop dr. Eijk blijft
|25
K KERK IN DE STEIGERS
Johannes Nepomuk
te Woudrichem
Woudrichem is een van de mooiste vestingstadjes van het bisdom, op de grens van Zuid-Holland en Noord-Brabant. Vanuit Woudrichem is het een mooie tocht naar Slot Loevestein, aan de overkant van de Merwede. Tot 1815 behoorde de plaats tot het graafschap Holland. Reden dat hierdoor de uitoefening van het katholieke geloof niet was toegestaan. De trotse middeleeuwse Martinuskerk is in handen van de protestantse gemeente.
De zielzorg werd uitgeoefend door de pastoor van Dussen. Als gevolg van de grote afstanden in het Land van Heusden en Altena moesten de weinige katholieken zich alleen redden. Dit verandert pas in de eerste helft van de negentiende eeuw. Vooraanstaande katholieken uit Woudrichem richten een verzoek tot de apostolisch vicaris van Den Bosch (onder welk bisdom de parochie van Woudrichem van 1853 tot 1956 viel) om in het centrum van de Woudrichemse vesting een kerk te bouwen. De rijke familie Machen biedt een huis voor de kerkdienst aan. In 1836 komt de parochie
tot stand. Naast de katholieke inwoners van Woudrichem en omgeving behoren ook de katholieke soldaten, die in slot Loevestein gelegerd zijn, tot de eerste parochianen. Bernardinus Johannes van Miert wordt de eerste pastoor. Hij kampt met tegenslagen. Het aantal katholieken blijkt kleiner dan aanvankelijk was berekend. De noodkerk voldoet niet. Pastoor Van Miert toont zich een goed fondsenwerver. Hij schrijft in bedelbrieven dat de kerk van Woudrichem de eerste is die aan de Tsjechische heilige Johannes Nepomuk gewijd wordt. Johannes Nepomuk is de heilige van het biecht geheim en de beschermer van degenen van wie de goede naam bedreigd wordt door laster en kwaadsprekerij. De bedelactie wordt een groot succes en in 1837 is zoveel geld verzameld dat de bouw van een kerk kan worden aanbesteed. De kerk wordt gebouwd onder toezicht van het ministerie van Waterstaat. Het is een neoclassicistisch gebouw, gelegen aan de Vissersdijk, enigszins buiten het centrum. Momenteel is de kerk een rijksmonument. De parochie beschikt over
fraaie kunstschatten. Boven het hoog altaar hangt een schilderij met een kerstafbeelding. Dit is door de katholieke schilder J.B. van der Hulst voor deze kerk gemaakt. Hij is in de kunstgeschiedenis bekend als de hofschilder van de koningen Willem I en Willem II. Iets meer dan veertig jaar geleden is het gebouw ingrijpend gerestaureerd. Momenteel is weer een duurzaam herstel noodzakelijk. Het pleisterwerk aan de voorgevel wordt ingrijpend vernieuwd. Het torentje dat de voorzijde siert wordt drastisch aangepakt. Het hout in de toren is danig aangetast. De glas- in loodramen moeten verlood worden. De scheuren in de gevels worden constructief hersteld. Daaruit vloeien ook de nodige binnenwerkzaamheden voort. Daarnaast worden toiletvoorzieningen in de kerk aangebracht. De werkzaamheden moeten volledig in 2011 geklaard zijn. De subsidiebijdrage komt volledig van de provincie Noord-Brabant. Hans de Jong
Word lid! Gebedskring roepingen bisdom van Breda. Alles wat ons bezighoudt mogen wij in gebed voorleggen aan God. Ook de vraag om arbeiders die het dienstwerk in de Kerk op zich willen nemen. Speciaal in het jaar van de priesters (2009-2010) startte in het bisdom van Breda een gebedskring voor roepingen tot priester, diaken en roepingen tot het religieuze leven. Leden van de gebedskring worden elk jaar persoonlijk uitgenodigd voor het gebed op roepingenzondag en ontvangen een fraai gebedsboekje. Leden ontvangen ook informatie over de Priester- en diakenopleiding Bovendonk, waarvoor in het bijzonder om gebed wordt gevraagd. De eerstvolgende bijeenkomst van de gebedskring roepingen is een vesperviering op roepingenzondag 15 mei 2011 om 17.00 uur in de H. Antoniuskathedraal in Breda. E
[email protected] • T 076 52 23 444