BREDA BASIS KADER SUBSIDIE UITVRAAG 2016 Inleiding Wij zijn de stad. Dat wil zeggen dat bewoners, maatschappelijke organisaties, initiatieven, ondernemers, onderwijs en gemeente, samen vorm en inhoud geven aan een leefbare, creatieve, ondernemende en vitale stad. Een stad waarin we met elkaar leven, wonen en zorgen voor onszelf, elkaar en samen voor degenen die daarin (tijdelijk) kwetsbaar zijn. Op basis van gedeelde afspraken, vastgelegd in beleid, financiert de gemeente burgers en organisaties voor het realiseren van voorzieningen en activiteiten hiervoor. Dit doen we middels een jaarlijkse “subsidie uitvraag”. Ten behoeve van de subsidie uitvraag 2016 hebben we ervoor gekozen om één kader te maken dat fungeert als formele grondslag voor de uitvraag van subsidies in 2016. Dit kader beschrijft de ambities en doelstellingen t.a.v. de ‘basisinfrastructuur’1 van Breda en komt in de plaats van het geheel van zogenoemde @nota’s, dat de afgelopen jaren de basis vormde voor de uitvraag voor subsidies. Het kader biedt een beknopt, integraal en eenduidig beeld van onze ambities en doelen die zijn samengevat in de volgende vier thema’s: Samenredzaamheid, Opvoeden, onderwijs & jeugd, Vitaal en gezond en Werk en participatie. Aanvullend op de basisinfrastructuur zijn er voor bewoners(groepen) die dat (tijdelijk) nodig hebben aanvullende voorzieningen nodig. In het kader is de verbinding gelegd met de afspraken die daarover het afgelopen jaar zijn gemaakt over de gedecentraliseerde taken op het gebied van Jeugdhulp, Wmo en participatie.
Samen aan de basis en de basis op orde Bredanaars geven met elkaar invulling aan wat nodig is in hun woon-, leef- werksituatie. Daar waar nodig ondersteunt de gemeente hen daarbij. Daarmee zijn we aanvullend op de eigen kracht van bewoners. Dit doen we vanuit onze ambities en doelen, op een transparante, resultaatgerichte wijze. Daarin staat altijd de vraag van de bewoners in de wijk en in de stad centraal en werken we integraal. Deze integraliteit verwachten we van iedereen die meewerkt aan het bereiken van deze doelen. Een doel is zelden door één organisatie te realiseren. Dat betekent dat we van de maatschappelijke partners verwachten dat zij hun kracht en expertise bundelen en vanuit die samenhang tot voorstellen of een aanpak komen. Er is in dat opzicht de afgelopen tijd enorm veel positiefs gebeurd in de stad, wijken en dorpen. Er zijn veel nieuwe initiatieven ontstaan. Onder het motto ‘goede zorg doen we samen’ heeft zich met Zorg voor elkaar Breda een uiterst sterk netwerk van maatschappelijke Bredase organisaties en de gemeente Breda ontwikkeld. Ook de maatwerk- en wijkgerichte aanpak van de zorg is een beweging die vanuit de gemeente, met wijkteams en het CJG, goed is ingezet.
1
Basisinfrastructuur: Het geheel aan algemene (individuele en collectieve) voorzieningen en activiteiten die de gemeente financiert om mensen in staat te stellen ‘samenredzaam’ te zijn en mee te doen. Denk hierbij aan sportvoorzieningen, maatschappelijk werk, scholen, taallessen, kinderactiviteiten, bibliotheken, schuldhulpverlening, etc.
1
Deze voorbeelden zijn voor de gemeente ook toongevend voor de rest van de stad. In plannen voor activiteiten uit de stad moet het belang van de bewoners en hun vraag centraal staan, gebiedsgericht of stedelijk. De ‘eis’ om in samenhang en samenwerking met anderen tot voorstellen te komen wordt uitgewerkt in de ‘algemene criteria voor subsidie’. De mate waarin (burger)initiatieven en organisaties er invulling aan geven zal zwaar wegen bij de beoordeling van de voorstellen. Dit geldt ook voor alle andere ‘algemene criteria’, zoals social return en inclusief beleid.
Eenjarig kader, op weg naar een nieuwe visie Bij de start van deze bestuursperiode hebben wij - in nauwe samenwerking met vele partijen in de stad de finale voorbereidingen getroffen voor de overgang van taken op het gebied van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie naar de gemeente per 1 januari 2015. Momenteel ronden wij die voorbereidingen ook af voor de opvang en begeleiding van kwetsbare groepen onder de noemer “Breda geeft Thuis”. Het was onze eerste prioriteit om per 1 januari 2015 zorggarantie te bieden. Dat is gelukt. Wij hebben ons daarbij vooral sociaal hard gemaakt voor de continuïteit van zorg voor Bredanaars, die dat (tijdelijk) niet zelf of samen met hun omgeving voor elkaar krijgen. Breda blijft werken aan veranderingen in het sociale domein. Vanuit welzijn en zorg en met een brede ambitie voor de hele stad, op aangrenzende gebieden als, jeugd (0-24 jaar), wijk & dorp, veiligheid, onderwijs, sport, cultuur en vooral ook werk, omdat werk de beste manier is om zelfredzaam te zijn en mee te kunnen doen. We zijn er echter nog niet. We merken dat met name onze eigen (gemeentelijke) benaderings- en werkwijzen nog onvoldoende zijn ingericht op de nieuwe verhoudingen en uitvoeringspraktijk van het sociaal domein. In 2015 en 2016 willen we in dat opzicht de beoogde en noodzakelijke overgang van ‘transitie’ naar ‘transformatie’ maken. We moeten leren om minder te willen sturen op initiatief uit de stad. We moeten leren om anders met regels om te gaan. Hervorming van ons totale zorgsysteem, is even wenselijk als noodzakelijk. We willen daarvoor ruimte en voorwaarden scheppen voor zorg voor jezelf en elkaar en tegelijkertijd zware, dure zorg en ondersteuning toegankelijk en betaalbaar houden. Dat gaat niet alleen over zorg, maar over de totale ‘leefbaarheid’ in de stad. Door een vraaggerichte benadering stimuleren wij meedenken, meedoen, talentontwikkeling en het zelf verantwoordelijkheid nemen voor woon- en leefomgeving.
Verbindend bestuur in dialoog met de stad In de Voorjaarsnota schetst het Bredase college van burgemeester en wethouders de plannen voor 2016. Op basis van de pijlers van verbindend bestuur, dynamiek en economische vitaliteit, mensen maken de stad, en ruimte voor ontwikkeling wordt in 2016 gewerkt aan een sterker Breda. Dat doet de gemeente samen met instellingen, organisaties, inwoners en bedrijven op allerlei fronten en in talrijke projecten. Het college benoemt voor 2016 zes accenten: Breda Doet, Breda Begroot, Werk, Perspectief voor jongeren, Accommodaties en Evenementen. ‘Breda Begroot’ is het experiment waarmee het college inwoners uitdaagt om mee te denken over de besteding van een deel van de gemeentelijke begroting. Welke keuzes maken we samen? Waar moet de gemeente haar schaarse middelen aan uitgeven? Wat heeft volgens Bredanaars prioriteit en wat kan de gemeente minder doen of niet doen? Dit experiment krijgt in 2016 in co-creatie met de gemeenteraad en bewoners verder vorm. Wijkplannen, het Wijkavontuur, de Wijkimpuls en Opgeruimd Breda worden doorontwikkeld. 2
Met 'Breda Doet' kunnen Bredanaars invloed uitoefenen op het nieuwe sociale beleid, op datgene wat onze inwoners belangrijk vinden om gelukkig en zelfstandig te leven. Het gaat om samen antwoorden vinden op vragen als: zijn we de stad die we willen zijn? wat regelen mensen zelf? waar moet de gemeente bijdragen? Met Breda Doet werken aan een herontwerp van het gemeentelijk beleidsdenken en -doen op het sociaal domein. Dit doen we intensief met en door partijen en mensen in Breda met als doel te komen tot één innovatieve, inspirerende en geïntegreerde aanpak voor het hele sociaal domein, waarmee we de beoogde transformatie gezamenlijk verder vormgeven en stimuleren. Deze aanpak zal begin 2016 gereed zijn en het nu voorliggende eenjarige kader Breda Basis vervangen. Ambities in het kader Er zijn vanuit de volgende vier thema’s ambities benoemd en uitgewerkt. 1. Samenredzaamheid 2. Opvoeden, onderwijs en jeugd 3. Vitaal en gezond 4. Werk en participatie Om deze ambities te realiseren benoemen wij de doelen per ambitie. Hieronder wordt geschetst binnen welk kader deze doelstellingen worden gerealiseerd.
Breda Doet
Aan de ambities koppelen wij indicatoren die een beeld gegeven van de huidige situatie en de gewenste richting die zich in de komende jaren zou moeten ontwikkelen. Deze set indicatoren is samengesteld uit gegevens van bestaande registraties of periodieke onderzoeken. De ambities bij de vier genoemde thema’s kunnen we alleen realiseren samen met de stad. De mate waarin burgers zich vrijwillig inzetten is dan ook een cruciale factor. Daarom hanteren we de volgende uitgangspunten voor de vier thema’s: 3
o o o o o
o
Vrijwillig waar het kan en betaald waar het moet. Stimuleren van vrijwillige inzet en met name bij uitkeringsgerechtigden, vrijwillige inzet in de openbare ruimte, binnen zorg(instellingen) en ondersteuning en bij taalverwerving. Ondersteunen en continueren van vrijwillige inzet. Keurmerk goed geregeld (kwaliteit van dienstverlening en tevreden vrijwilligers) bij grote gesubsidieerde organisaties. Binnen (vrijwilligers)organisaties is aantoonbaar aandacht voor een veilig sociaal klimaat en aandacht voor vroeg signalering van ongewenst gedrag binnen en buiten de organisatie (bijv. huiselijk geweld, pesten). Iedereen werkt en doet mee naar vermogen
1. Samenredzaamheid In Breda zijn de inwoners betrokken bij elkaar om zo voor iedereen een goede leefomgeving te vormen. De inwoners participeren zowel economisch als sociaal waar mogelijk en worden hierbij ondersteund als dit nodig is. Deze ondersteuning wordt vrijwillig geboden waar kan en met betaalde inzet waar moet. De gemeente wil vrijwillige inzet stimuleren en zorgen voor een goede match tussen vraag en aanbod. We willen zorgen voor zo weinig mogelijk drempels om vrijwillige inzet en mantelzorg te verrichten. De ontwikkeling die al ingezet is met Zorg voor elkaar Breda, moet doorgaan. Zorg voor elkaar Breda is een samenwerkend netwerk die gezamenlijk zorgen voor de ondersteuning van inwoners. Tevens zijn zij het aanmeldpunt voor inwoners met een ondersteuningsvraag. Aan Zorg voor Elkaar nemen verschillende partijen uit het maatschappelijke veld deel, de gemeente is één van hen o.a. via het wijkteam en het telefoonteam. Mensen ontmoeten elkaar in maatschappelijk vastgoed, zoals bijvoorbeeld buurthuizen, zorgcentra of een sportkantine. In 2013 zijn met wijkcentra afspraken gemaakt over de periode t/m 2015. In het licht van toekomstige ontwikkelingen rondom Breda Doet zullen we de gemaakte afspraken met een jaar verlengen. Ambitie Bewoners zijn samenredzaam en komen samen in gemeenschappen/groepen om gedeelde doelen te realiseren of om hun invloed te vergroten in hun eigen leefomgeving. Door samenredzaam te zijn, kunnen kwetsbare burgers2 geholpen worden waar dit nodig is. Doel Meer bewoners zijn samenredzaam door bijvoorbeeld buurtcontacten, (burger)initiatieven, vrijwilligerswerk, werk, cultuur, verenigingswerk en mantelzorg omdat bewoners elkaar helpen en de zelfredzaamheid van alle bewoners wordt vergroot. Subdoel: a. Inwoners nemen deel aan de Bredase samenleving en realiseren een evenredige maatschappelijk en/of economische participatie 2
Definitie kwetsbare burger: Zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie zijn in grote mate afhankelijk van het sociaal netwerk, inkomen, gezondheid en etnische afkomst van bewoners. Bewoners zijn kwetsbaar naarmate zij een combinatie van bepaalde kenmerken hebben en lopen een groter risico dat hun zelfredzaamheid afneemt.
4
b. Inwoners blijven langer zelfstandig wonen (met ondersteuning in buurt en wijk) c. Inwoners zijn actief betrokken bij hun woon/leef en werkomgeving en worden daarbij indien nodig ondersteund d. Inwoners voelen zich thuis in hun wijken en dorpen e. Doorontwikkeling van Zorg voor elkaar Breda om gezamenlijk te zorgen voor de ondersteuning van inwoners die actief betrokken zijn en/of een hulpvraag hebben op basis van het principe vrijwillig waar kan en betaald waar moet. Overzicht indicatoren Indicator b. Inwoners met hulpvragen zijn met behulp van samenkracht /ondersteuning in staat zelfstandig te functioneren a. Maatschappelijke participatie van bewoners in vrijwilligerswerk, verenigingswerk en mantelzorg e. Mantelzorgers is bekend met en/of maakt gebruik van mantelzorgondersteuning e. Bereik kwetsbare Bredanaars (inclusief 55+ers) door maatschappelijke organisaties
c. Initiatieven vanuit wijken/burgers b. Burgers blijven langer zelfstandig wonen in de buurt en zijn maatschappelijk actief d. Aantal en beleving van sociale contacten en informele netwerken in de buurten; inclusief impulswijken
Streefwaarde Meer dan 60% kan veel sociale steun krijgen bij hulpvragen in de eigen omgeving hulpvragen bron wijkmonitor 2012) Vrijwillige inzet ligt op 35% Minstens 65% van de mantelzorgers en zorgvragers zijn op de hoogte van het ondersteuningsaanbod Gebruik van de laagdrempelige vraagbaak Bereik en ontwikkeling van Zorg voor Elkaar Breda is toegenomen. Ervaren zelfredzaamheid van ouderen (65+) blijft minimaal gelijk. Minimaal 40% van de kwetsbare Bredanaar (drie of meer risicofactoren) wordt bereikt Toename aantal initiatieven Gemiddeld wonen 55+ ers langer dan 12,5 jaar in de eigen buurt Sociale cohesie score ligt minimaal op 6.0 Meer tevredenheid met leefbaarheid
2. Opvoeden, onderwijs en jeugd Breda zet in op de ontwikkeling van talenten en competenties van jeugd en gaat daarin uit van hun eigen kracht en die van hun ouders. Het beleidskader Jeugdhulp, vastgesteld door de gemeenteraad in januari 2014, beschrijft de gemeentelijke visie en doelstellingen op het gebied van jeugdhulp, de samenhang met de verantwoordelijkheid rond het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling en de relatie met de Wet passend onderwijs. Jongerenwerk kan een forse bijdrage leveren aan de begeleiding van jongeren. Dat vraagt om vraag- en wijkgerichte samenwerking en afspraken met ruimte voor eigen initiatieven van jongeren. Koppeling aan het VSV beleid is daarbij noodzakelijk. Zo wordt voorkomen dat duurdere zorg nodig is. In het kader van de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) wordt voor de zomer door partijen het manifest Taalvaardig in Verbinding getekend voor de periode 2015 -2018. Het manifest, gericht op de ontwikkeling van kinderen tot 6 jaar, door de inzet van spel als belangrijkste middel, is onderdeel van de onderwijsagenda. Met het onderwijs, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en gemeente wordt een strategische onderwijsagenda Breda 2015/16 – 2018/19 opgesteld op basis van bestaande en nieuwe onderwijsplannen. Met het Bestuurlijk Overleg Breda wordt de gezamenlijk de agenda Onbegrensd
5
ontdekken voor de leeftijd 0-18 jaar ontwikkeld. De strategische onderwijsagenda wordt voor de zomer gepresenteerd aan de gemeenteraad en is onder meer gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - Elk kind krijgt het onderwijs dat bij hem of haar past; - Elk kind leert zelf spelend taal te ontdekken, te ontwikkelen en optimaal te gebruiken; - Elk kind krijgt de mogelijkheid om naar vermogen op te groeien passend bij de eigen talenten met kansen voor brede ontwikkeling en ontplooiing. - Elke jongere werkt of gaat naar school, of krijgt de nodige zorg om daar te komen. Ambitie Breda is een kennisstad met goede basisvoorzieningen voor opgroeien en opvoeden, dat aansluit op de vraag. Er is een aanbod van kwalitatief hoogwaardig onderwijs voor alle leeftijden, waar iedereen het onderwijs krijgt dat bij hem of haar past en zich optimaal kan ontplooien. Doel Stimuleren van ontwikkeling van kinderen en jongeren, met als subdoelen: a. Meer ouders en kinderen stimuleren tot vroegtijdig ontplooien en brede ontwikkeling. b. Meer kinderen komen voorbereid in het basisonderwijs. c. Meer jongeren participeren door werk of opleiding en zijn voorbereid op de arbeidsmarkt. d. Meer eerstejaars studenten krijgen een gezamenlijke introductie op hun studietijd in Breda. e. Meer jeugd participeert in cultuur en sport op school en in de vrije tijd. f. Meer eigen initiatieven van jeugd en (kwetsbare) jongeren worden ondersteund. Overzicht indicatoren Indicator b. Aantal kinderen dat deelneemt aan de voorschool c. Aantal kinderen en jongeren met ongeoorloofd schoolverzuim c. Aantal jongeren dat voortijdig de school verlaat c. Aantal jongeren met een startkwalificatie c. Aantal jongeren dat wordt toe geleid tot de entreeopleiding a. Aantal kinderen in primair onderwijs dat deelneemt aan cultuuronderwijs (De Ontdekking / Culturele Ladenkast) d. Aantal eerstejaars studenten dat deelneemt aan een gezamenlijke introductieperiode Het aantal Bredanaars (incl. volwassenen) in taalprogramma’s, ter voorkoming en bestrijding van laaggeletterdheid Uitvoering strategische onderwijsagenda 2015/2016-2018/2019, inclusief Onbegrensd Ontdekken van 0-18 jaar.
Streefwaarde * Toename t.o.v. 2014/2015 Afname t.o.v. 2014/2015 Afname t.o.v. 2014/2015 Toename t.o.v. 2014/2015 Toename t.o.v. 2014/2015 Toename t.o.v. 2014/2015 Invoering vanaf 2016/2017 Toename van het aantal deelnemers Opleveren van de monitor
* waar mogelijk op basis van recente beschikbare gegevens
3. Vitaal en gezond Breda is een vitale stad, met aantrekkelijke mogelijkheden om te bewegen en sport te beleven. Bewoners zijn op de hoogte van het belang van een actieve en gezonde leefstijl, waarbij men voldoende beweegt en gezond eet. Sport is voor veel mensen een sociale en zinvolle activiteit die zij uit eigen beweging ondernemen. De stad heeft baat bij de positieve neveneffecten van deze invulling van vrije tijd, zoals bevordering van de gezondheid, tegengaan van overgewicht en stimulering van de algemene ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het sportaanbod heeft kwaliteit en is goed georganiseerd en sluit aan op de behoeften en mogelijkheden van alle Bredanaars. Door ondersteuning van vitale en maatschappelijk betrokken 6
verenigingen, bijvoorbeeld door verenigingsadvisering, bieden sportaanbieders een veilige omgeving voor alle gebruikers en wordt de enorme kracht van vrijwilligers in de sport optimaal benut. Kinderen moeten op jonge leeftijd kennis kunnen maken met verschillende sporten en essentiële (motorische) vaardigheden aanleren. Bewoners waarvan de sportdeelname achterblijft worden gestimuleerd meer of weer te gaan bewegen. De inrichting van de leefomgeving nodigt uit tot sport-, spel- en beweging. Sportaccommodaties zijn toegankelijk en betaalbaar voor alle doelgroepen en gericht op multifunctioneel gebruik. Het aanbod sluit goed aan op de vraag. Verenigingen stellen hun accommodatie open voor andere doelgroepen en leveren een bijdrage op het gebied van welzijn, gezondheid, participatie en zorg. Voor kwetsbare groepen wordt sport ingezet als middel als middel om te voorkomen dat zij in het hulpverleningscircuit terecht komen. Ambitie Een vitale en gezonde leefstijl is binnen handbereik voor iedereen. De omgeving stimuleert sporten en bewegen. Wanneer we vitaal en gezond zijn, hebben we energie, zitten we lekker in ons vel en zijn we lichamelijk in goede toestand. Vanuit verschillende betrokken partijen uit de stad worden mensen gestimuleerd om voldoende te bewegen en gezond te eten. Er is in de leefomgeving een ruim aanbod aan sport- en beweegmogelijkheden, toegankelijk voor alle doelgroepen. Onze inzet richt zich vooral op bewoners waarvan de sportdeelname achterblijft. Doel Meer bewoners voelen zich vitaal en gezond door een actieve leefstijl en de beoefening van sport-, of bewegingsactiviteiten, met als subdoelen: a. Meer bewoners zijn zich bewust van het belang van een actieve en gezonde levensstijl. b. Kinderen en jongeren eten gezonder. c. Bewoners bewegen en sporten meer. d. Bewoners zijn meer tevreden over het aanbod van sport- en speelvoorzieningen e. Het overgewicht onder kinderen en jongeren neemt af, met name in de wijken Geeren en Heuvel. Overzicht indicatoren Indicatoren a. Gezondheidsbeleving van bewoners b. Gezonde eetgewoonten van kinderen en jongeren c. De sportparticipatie en het bewegingsgedrag van de inwoners.
d. Tevredenheid van bewoners over het aanbod van sport- en speelvoorzieningen in de buurt d. Rapportcijfer voor de aantrekkelijkheid van hun leefomgeving, daar waar het gaat om sport-, spel- en beweegactiviteiten. e. Het overgewicht onder kinderen en jongeren in Breda en specifiek in de wijken Geeren en Heuvel Sportaanbieders hebben een aanbod voor mensen van jong tot oud met een beperking (lichamelijk, verstandelijk, chronisch zieken)
Sportverenigingen in Breda geven hun maatschappelijke functie vorm en zijn actief binnen de brede scholen, de naschoolse opvang en of wijk
Streefwaarden Meer bewoners vinden de eigen gezondheid goed (bron wijkmonitor 2012) Kinderen en jongeren eten meer groenten en fruit en drinken meer water (bron GGD) Sportparticipatie en bewegingsgedrag zijn minimaal gelijk aan het landelijk gemiddelde en laten een stijgende lijn zien. Meer tevredenheid over sport- en speelvoorzieningen. Hoger rapportcijfer in 2017 dan de 7,5 voor de aantrekkelijkheid van hun leefomgeving Het overgewicht is gedaald. (bron GGD) Ten minste 30 sportaanbieders hebben een aanbod voor mensen van jong tot oud met een beperking (lichamelijk, verstandelijk, chronisch zieken) (bron verenigingsmonitor) In 2017 hebben minimaal 25 sportverenigingen in Breda hun
7
Meer sportverenigingen stellen hun accommodatie open voor andere doelgroepen
maatschappelijke functie vormgegeven en zijn actief binnen de brede scholen, de naschoolse opvang en of wijk (bron verenigingsmonitor) In 2017 heeft minimaal 25% van de sportverenigingen hun accommodatie opengesteld voor andere doelgroepen
4. Werk en participatie Ambitie Bewoners participeren zoveel mogelijk, ieder naar vermogen, om zelfredzaam te zijn en te blijven. Het liefst hebben zij betaald werk. ‘Participeren’ houdt in dat mensen meedoen naar vermogen, en dat zij betaalde arbeid verrichten of activiteiten ondernemen die hiertoe leiden, als dit nog niet het geval is, of maatschappelijk actief zijn. Als mensen hun eigen inkomen verdienen, zijn zij beter in staat om voor zichzelf te zorgen, en dus zelfredzaam te zijn. Deze ambitie is vastgesteld in het beleidskader Participatie, vastgesteld in januari 2015. Doel Meer bewoners werken of participeren of ondernemen activiteiten naar vermogen die hiertoe te leiden, of zijn maatschappelijk actief , met als subdoelen: a. Meer bewoners hebben een betaalde baan. b. Meer bewoners verrichten vrijwilligerswerk. c. Meer bewoners verrichten een maatschappelijke inspanning voor het ontvangen van een bijstandsuitkering. d. Meer bewoners in impulswijken3 ontplooien innovatieve initiatieven ter bevordering van hun sociaaleconomische positie. e. Meer bewoners in impulswijken leveren een bijdrage aan een leefbare omgeving. Overzicht indicatoren Indicatoren Een paar relevante indicatoren staan bij andere thema’s a. Sociaal economische positie bewoners
c. Mensen met een gemeentelijke uitkering participeren naar vermogen.
e. Mensen zijn tevreden over hun leefomgeving, vooral in impulswijken
Streefwaarden Verbetering van indicatoren sociaal economische participatie verbeteren (bron wijkmonitor) Jaarlijks verbetert 20% van de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zijn uitgangspositie voor participatie. Leefbaarheid scoort minimaal een 7,3.
3
De impulswijken zijn: Geeren-Noord, Geeren-Zuid, Biesdonk, Wisselaar, Heuvel, Muizenberg/Kesteren; vastgesteld in beleidskader Wijkimpuls 2015-2018.
8
Bijlage 1 In het kader van de decentralisaties is voor het sociaal domein een achttal leidende de principes geformuleerd (mrt 2012). a. b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
Eenduidigheid in de bejegening van burgers: in lijn met het uitgangspunt dat de burger centraal staat in plaats van de ‘regeling’ of het domein. Eenduidigheid in wijze waarop bepaald of beoordeeld wordt welke ondersteuning nodig is. We hebben op onderdelen al ervaring met vormen en werkwijzen die pasten bij de uitgangspunten van meedoen@Breda (focus op zelfsturend vermogen en eigen kracht, ruimte aan burgers en instellingen om daar invulling aan te geven). Deze bouwen we eenduidig uit. Voor burgers en gezinnen die op meerdere fronten of vanuit diverse gezinsleden ondersteuning nodig hebben, streven we naar een integrale aanpak die aansluit bij de vraag en de draagkracht van dat gezin. Wat kan je aan ondersteuning redelijkerwijs samenvoegen (bij bepalen van wat nodig is, bij inzet van professionals, bij samenvoeging van middelen) en waarvoor blijft een specifieke of aparte inzet nodig. Waar mogelijk bundelen we daartoe middelen/budgeten om daadwerkelijk vraaggestuurd en integraal ondersteuning of begeleiding te bieden. Hiervoor geldt dat we zoeken naar manieren om die ontschotting zo maximaal als haalbaar te realiseren zonder transparantie (waar gaan welke middelen naar toe en met welk resultaat) te verliezen. NB: de mate waarin het mogelijk is om te ontschotten is nu nog niet bekend. Het wetgevingstraject voor de respectievelijke decentralisaties is nog niet afgerond. Prikkels voor zelf doen en ontzorgen. We zoeken naar effectieve prikkels om burgers en professionals te stimuleren om vooral zoveel mogelijk zelf te doen respectievelijk te ontzorgen in plaats van zorg te stapelen of te intensiveren. We willen de inzet van en aanspraak op individuele voorzieningen terugbrengen door een effectievere inzet en ondersteuning vanuit collectieve voorzieningen. We gunnen burgers en professionals ruimte. Dat betekent dat we als overheid een stap opzij en naar achter doen. Wat ons betreft timmeren we als gemeente dus niet alles dicht met regels en procedures. We focussen op de kracht en de talenten van burgers. En van professionals. Bij vertrouwen en ruimte geven hoort tegelijkertijd het serieus sanctioneren/straffen wanneer misbruik van dat vertrouwen wordt gemaakt (‘high trust, high penalty’) . NB: Het ruimte laten en werken vanuit vertrouwen vergt van ons allen kritische zelfreflectie (consistent blijven) en een gezonde dosis zelfbeheersing (niet bij het eerste beste incident ruimte ‘terugclaimen’ van burgers en professionals). Eenduidigheid in de manier waarop we als gemeente sturen op het realiseren van de gewenste (maatschappelijke) resultaten. Uiteindelijk gaat het erom dat competenties en (draag)kracht van burgers versterkt worden. Dat zal dan ook de toetssteen moeten zijn bij het meten, verantwoorden en beoordelen van de effectiviteit van de inzet (van professionals, instellingen en budgetten). Schaal waarop ondersteuning wordt vormgegeven volgt vraag. In het algemeen hanteren we (zoals bijvoorbeeld ook bij het CJG) het uitgangspunt dat de ondersteuning zo dichtbij mogelijk bij de burger (school, thuis, wijk) georganiseerd is. Sommige vragen zijn zo specifiek (en beperkter in aantal) dat we de ondersteuning of zorg regionaal of bovenregionaal regelen (subsidiëring of inkoop van bijvoorbeeld zeer specifieke vormen van zorg, zoals mogelijkerwijs residentiële jeugdzorg, uitvoering van de jeugdreclassering etc.). Bij toeleiding naar werk gaat het vooral ook om de vraag naar arbeid vanuit het bedrijfsleven. Daarbij is de meest logische schaal vaak regionaal of zelfs bovenregionaal.
9