Brazilië – een land van tegenstellingen Presentatie voor de Stichting Sociaal en Cultureel Werk in Holten maandag 18 november 2013.
A – het moderne BRIC-land (voor de pauze) B – het Brazilië van de Indianen (na de pauze met fotopresentatie) Eerst “het moderne BRIC-land” . Ik ben al 4 jaar weg uit Brazilië, dus - ik zal geen cijfers en economische analyses geven, hoe Brazilië het nu doet. - Wel wil ik wat langere termijn kenmerken en trends aangeven, vooral op economisch terrein (economische belangenbehartiging was en is immers de hoofdtaak van de ambassade). - Ik wil beginnen niet met: ‘hoe kijkt de wereld tegen Brazilië aan?’ , Maar: ‘hoe kijkt Brazilië tegen de wereld aan?’
1 – het BRIC-land Brazilië en de wereld.
Hoe ziet BRAZILIE zichzelf?
- 2001 Goldman Sachs rapport introduceert term BRIC voor 4 opkomende markten. - Brazilië keek er vreemd tegen aan. Het heeft weinig gemeen met andere BRIC’s (politiek, economisch). Soms zijn er zelfs fricties (China over goedkope textiel import) - Topconferenties geïnitieerd door Rusland leverden dan ook weinig op. - Toch was en is BRIC-status belangrijk voor Brazilië. Het is de erkenning van zijn status als opkomende economische macht. - Dit versterkte Brazilië’s zelfvertrouwen en paste goed in beeld dat Brazilië graag van zich zelf heeft, n.l. als Kampioen voor de kleinere en middelgrote ontwikkelingslanden (m.n. in Afrika en LA) - bijv. in de Wereld Handels Organisatie (woordvoerder van de G-77), bij klimaatonderhandelingen, n.a.v. de financiële crisis kwam naast de G-8 ook de G-20 - Brazilië eiste dan ook meer stemrecht voor ontwikkelingslanden (lees: ‘ voor zichzelf’) in Wereld Bank en IMF. - stelde zijn kandidatuur voor Permanent Lid van de Veiligheidsraad van de VN (met Duitsland, India en Japan). - successen zijn tot nu toe bescheiden (m.n. door weerstand van andere landen in die organisaties om te hervormen, in IMF en WB bijv. van Nederland; in VNVR van VS, China) - Ik vroeg wel eens: “De wens meer invloed en stemrecht te hebben, is begrijpelijk. 1
Maar wat gaat Brazilië daar dan mee doen? Welke inzet kunnen we verwachten? Is Brazilië dan ook bereid meer verantwoordelijkheid te nemen voor mondiale problemen (bijv. deelname aan vredesoperaties, schuldverlichting voor armste landen, toezegging om CO2-uitstoot t verminderen ?) Ik kreeg dan geen of een ontwijkend inhoudelijk antwoord. - Maar dat neemt niet weg: Brazilië wil een speler op het wereldtoneel zijn en vindt erkenning daarvan terecht. - tegenover VS ziet Brazilië zich als belangrijke partner van VS in Latijns-Amerika: - m.n. politiek als bemiddelaar tussen VS en linkse regimes in LA (Venezuela, Bolivia, Ecuador, Peru en Paraguay) - er zijn geen fricties met VS over uitvoer grondstoffen en landbouwproducten naar derde landen (de wereldvraag is groot genoeg) - wel fricties over VS-subsidies aan biobrandstoffen en katoen, die de Braziliaanse export naar de VS belemmeren. - er is nu wat ruis door internet-aftappraktijken van NSA (afzeggen bezoek president Rousseff) - Brazilië ziet de EU niet of nauwelijks als politieke of economische eenheid - is geïnteresseerd in handel met grote lidstaten (Dui, FR, VK, IT) - in culturele banden met Portugal (taal) en in mindere mate DUI en IT (immigranten) - ziet NL vnl. als invoerhaven voor zijn producten naar de rest van Europa (ertsen, soja, vlees, vruchtensappen, biobrandstoffen) - de rest van de EU telt voor Brazilië eigenlijk helemaal niet. China is voor Brazilië - belangrijke afzetmarkt voor delfstoffen (ijzererts) en landbouwproducten (soja!), - maar troeft Brazilië op de wereldmarkt af m.b.t. goedkope industrieproducten - en bedreigt zelfs de binnenlandse Braziliaanse markt m.b.t. textiel en sportschoenen Vaak wordt er in Latijns-Amerika hoog opgegeven over de regionale samenwerking, m.n. in MERCOSUL. Maar die blijkt in de praktijk meer verbaal, dan inhoudelijk, zeker als het gaat om een gezamenlijk onderhandelingsstandpunt over handelsvraagstukken te bepalen.
Hoe staat dat zelfverzekerde Brazilië er nu binnenlands voor? (Eerst: sterke punten, enkele kenmerken van economische beleid en zwakke punten Tenslotte: kansrijke sectoren voor Nederland, en milieu).
2
2 – Wat zijn sterke punten van Brazilië ? 1 – natuur: vruchtbare grond, warm klimaat, veel regen, - enorme landbouwproductie en nog groter potentieel: rundvlees, pluimvee, soja, mais, rijst, katoen, rietsuiker (voor biobrandstof), tropisch fruit (sappen). 2 – delfstoffen: metalen, aardolie (Brazilië is zelfvoorzienend), gas. Toekomst wellicht: zeldzame metalen (voor computers, vliegtuigindustrie e.d.)! Maar Brazilië is niet alleen een land van export van grondstoffen, zoals zo veel OS-landen Het heeft zeer hoogwaardige technologische capaciteiten 3 – landbouwkundig onderzoek. Het overheidsinstituut EMBRAPA is gespecialiseerd in tropische landbouw. Heeft veel connecties met Wageningen . EMBRAPA is erin geslaagd om veel landbouwproducten uit het gematigde Zuiden geschikt te maken voor verbouw in de tropische delen van het land. Een voor Europa wat gevoelig aspect zijn experimenten met genetisch gemodificeerde organismen. 4 - oliewinning in de diepe zee. Dat gebeurt in de zeebodem in 3.000 meter diep water. Recentelijk is daar olie-exploratie onder zoutlagen op 6.000 meter diepte bij gekomen, zgn. pre-sal, (d.w.z. door 3.000 m water en dan 3.000-4.000 m door basalt en zoutlagen). Staatsbedrijf PETROBRAS is enige ter wereld die grote kennis en ervaring heeft op dit terrein, op afstand gevolgd door Shell. 5 – vliegtuigbouw. Staatsbedrijf EMBRAER is de derde vliegtuigproducent ter wereld na Boeing en Airbus. Het is gespecialiseerd in vliegtuigen voor de middelgrote afstand (KLM cityhoppers) 6 – gezondheidszorg (voor wie het kan betalen). Veel vooraanstaande artsen zijn in Amerika opgeleid. Het is het land met de meeste plastische chirurgie. 7 – Er zijn grote binnenlandse industriële en dienstensectoren, opgezet met lokaal of buitenlands kapitaal
3
Voordat ik op de zwakke punten kom, eerst
3 – enkele belangrijke kenmerken van economische beleid (Zonder oordeel sterk of zwak. Het zijn politieke keuzen van Brazilië, maar wel van belang voor buitenlandse exporteurs en investeerders)
1 – Tijdens de militaire dictatuur (1964-1984): een beleid van import-substitutie. Niet meer, maar nog altijd wel: een beleid van protectie van de eigen industrie en de eigen dienstverlenende sector. -
Door de grote eigen markt kon Brazilië veel buitenlandse bedrijven dwingen om te investeren in productie in Brazilië, i.p.v. te exporteren naar Brazilië.
- Zo worden vrijwel alle auto’s en motorrijtuigen lokaal gemaakt door gemiddeld 35% invoerrechten op auto’s te heffen. Ook elektronica wordt grotendeels lokaal geproduceerd. - De grote oliereserves voor de kust worden grotendeels geëxploiteerd door het olie- en gasbedrijf PETROBRAS, dat geheel onder staatscontrole staat. - En als er zgn. ‘blokken’ op zee worden geveild, waarop ook buitenlandse maatschappijen mogen bieden, geldt vaak dat PETROBRAS in de exploitatie een 30% aandeel moet hebben. - Voor de bouw van boorplatforms en schepen voor de olie-industrie geldt zelfs een verplichting om deze in Brazilië te bouwen met een ‘local content’ van 70%. - Dit heeft geleid tot een grote opleving van de scheepsbouw (met ca. 40 werven), terwijl de scheepsbouw in de jaren 80 vrijwel non-existent was. - Voor Nederlandse bedrijven in de scheepsbouw en offshore betekent dit, dat er goede kansen zijn voor toeleveringsbedrijven, maar dat samenwerking met een lokale Braziliaanse partner vrijwel altijd noodzakelijk is. - N.B. als vraag te groot is, zijn soms uitzonderingen mogelijk, bijv. order voor IHC van EUR 1 miljard ! - Een maatregel voor industrie en handel uit 2010 (Brasil Maior) stelt, dat bij overheidsaanbestedingen Braziliaanse bedrijven de voorkeur krijgen, ook al bieden zij tot 25% hoger dan buitenlandse bedrijven. Een soort Buy Brazil Act naar voorbeeld van de VS. - Ook het kopen of huren van landbouwgrond door buitenlanders of Braziliaanse maatschappijen met buitenlands kapitaal wordt beperkt. Deze mogen niet meer dan ¼ van de grond in eenzelfde gemeente kopen of huren.
4
2 – naast deze protectie van de eigen markt, er is veel staatsinvloed op het bedrijfsleven, - o.a. door deelnemingen van de staatsontwikkelingsbank BNDES, - diverse grote banken zijn staatsbanken, - PETROBRAS heeft niet alleen een bijna-monopolie op olie- en gaswinning, het bezit alle raffinaderijen en ca. 60% van de benzinestations. 3 - Er is een gedetailleerde arbeidswetgeving met een grote mate van bescherming voor de werknemers. Deze dateert al uit de tijd van de corporatistische staat van President/dictator Getulio Vargas in de jaren ’30, en is gebleven onder de militaire dictatuur, de liberalere presidenten daarna en zeker ook onder de sociaal-democratische regering van President Lula. -
Dat betekent niet, dat ontslag van werknemers met een arbeidscontract voor onbepaalde tijd onmogelijk is, maar het is wel duur. En als een werkgever zich niet strikt aan de arbeidswetgeving houdt, kan dit leiden tot processen tegen de werkgever (Brazilianen zijn mondig).
4 – Groot land: leidt tot grote verschillen in welvaart en inkomen tussen de regio’s. Daardoor ook grote verschillen in de kracht van de vakbonden en in de organisatiegraad. Dat heeft ertoe geleid, dat er geen landelijke cao’s zijn (ook geen landelijke bedrijfs-cao’s van bijv. Philips of Unilever). Cao’s worden per bedrijfstak per regio overeen gekomen. 5 - Er zijn zoals in zo vele landen ‘export processing zones’ met speciale belastingfaciliteiten voor de uitvoer. Aandacht: “Zona Franca de Manaus” in de staat Amazonas, die belastingfaciliteiten heeft ook voor de verkoop op de Braziliaanse markt. In feite gaat ca. 80% van de productie van de zone naar het Zuid-Oosten van Brazilië (Sao Paulo en Rio de Janeiro). Dat leidt daar uiteraard tot weerstand. Toch is die zone van groot belang, a - om economische activiteiten aan te trekken voor de stad Manaus in het oerwoud, b - om uitzaaiing van industrieën over het hele kwetsbare Amazone-gebied te voorkomen. 6 – Een belangrijk sociaal programma is: Bolsa Familia - soort bijstandsuitkering aan 12 miljoen arme gezinnen, met bijzondere kenmerken: - wordt uitgekeerd aan de vrouw in het gezin (niet aan de man) - voorwaarden: kinderen naar school en - kinderen moeten worden ingeënt - publieke controle op fraude: alle uitkeringsgerechtigden staan op internet 5
4 – wat zijn zwakke punten van Brazilië? 1 - er is een grote bureaucratie met veel overheidscontrole op het particuliere bedrijfsleven. Hetzelfde geldt voor de banken, die onder straffe controle van de Nationale Bank staan. - Dit betekent o.a. dat voor het opzetten van een bedrijf veel tijd en veel vergunningen vereist zijn. Voor het opzetten van een bedrijf zijn ongeveer 115 (werk)dagen vereist. In Nederland zijn dat 15 dagen. - In de Index of Economic Freedom 2010 van de Amerikaanse Heritage Foundation staat Brazilië op de 113e plaats (Nederland is 15e) 2 – de concurrentiekracht op de wereldmarkt is nog gering. Op de zgn. Global Competitiveness Ranking 2011-2012 van het World Economic Forum staat Brazilië 53e, na China (26) en Zuid-Afrika (50), maar voor India (56) en Rusland (66). Nederland staat 7e Kenmerkend: er is een grote uitvoer van grondstoffen, m.n. ijzererts, maar die worden vaak onbewerkt uitgevoerd 3 – er is een zeer gedetailleerde grondwet met veel economische en sociale bepalingen - begrijpelijk als reactie op de militaire dictatuur (terugkeer dictatuur voorkomen) - maar geeft veel rigiditeit. Wijziging vereist 3/5e meerderheid in Huis en Senaat 4 – Voorts is er een zeer gecompliceerd belastingsysteem, met wel 25 verschillende belastingen. Dit levert veel papierwerk op voor bedrijven, maar natuurlijk ook goede zaken voor belastingconsulenten. 5 – er is veel corruptie, vooral bij overheidsaanbestedingen. - Dat wordt in de hand gewerkt, doordat er ca. 25.000 gekozen volksvertegenwoordigers en overheidsfunctionarissen zijn op federaal, deelstatelijk en gemeentelijk niveau! - Een factor die dit nog verder compliceert, is de partij-politieke krachtenverdeling. Links is er de Arbeiderspartij (van presidenten Lula en Rousseff) Rechts is er de Sociaal-Democratische Partij. Maar de bijna onvermijdelijke coalitiepartner voor deze beide is de centrumpartij PMDB, die vooral bestaat uit lokale politici, die het normaal vinden dat een gekozen politicus wat bijverdient middels corruptie. - Dat leidde o.a. tot het Mensalao-schandaal. Illegaal verkregen fondsen van de Arbeiderspartij werden gebruikt voor maandelijkse uitkeringen aan parlementsleden van andere partijen in ruil voor politieke steun aan regeringsvoorstellen. (Nooit bewezen, dat president Lula daarvan wist)
6
-
Weliswaar staat daar tegenover, dat er een volstrekt vrije pers is. En bij schandalen, of zelfs vermeende schandalen, worden man-en-paard genoemd en foto’s afgedrukt, maar veel effect op de corruptie heeft het niet. - Bij de rechterlijke macht is er overigens minder corruptie, dan in sommige Oost-Europese landen. Waarschuwing: Nederlandse bedrijven die zich in het buitenland schuldig maken aan corruptie zijn in Nederland strafbaar. En Nederlandse overheidsfunctionarissen, die daarvan kennis krijgen, zijn verplicht deze bedrijven in Nederland aan te geven. 6 – voorts is er veel en grote criminaliteit - Brazilië is een doorvoerland (geen productieland) voor cocaïne - problemen concentreren zich in de sloppenwijken (favela’s) in de grote steden, waar de politie niet durft te komen, behalve in pantserwagens. - anekdote Nederlandse handelsdelegatie op weg naar scheepswerf bij Rio de Janeiro. En Tom-Tom die weg door favela’s aangeeft. 7 – Minder probleem, maar toch voor investeerders vermeldenswaard: Brazilië heeft met bijna geen enkel land een Investering Beschermings Overeenkomst (IBO), ook niet met Nederland. - IBO’s zouden meer bescherming geven aan buitenlandse ondernemingen, dan de Braziliaanse wet geeft aan Braziliaanse ondernemingen, m.n. wat betreft nationalisatie/compensatie, - IBO’s voorzien i.g.v. conflicten tussen het gastland en een buitenlandse onderneming veelal in arbitrage door een internationaal hof van arbitrage, bijv. bij de Wereldbank in Washington. Brazilië wenst zich echter niet te onderwerpen aan buitenlandse jurisdictie in dit soort gevallen. De consequentie hiervan is, dat geschillen tussen de Braziliaanse overheid en buitenlandse ondernemingen moeten worden beslecht door Braziliaanse rechtbanken. 8 – In juni (2013) plotseling massale demonstraties en protesten tegen: Eerst verhoging van openbaar-vervoer-tarieven, vervolgens tegen corruptie, slecht onderwijs, geld verspillen voor WK-voetbal en OS. Begin van Braziliaans equivalent van Arabische lente (of herfst?). Ik denk van niet. Lijkt eerder ‘revolution of the rising expectations”. Een opkomende middenstand ziet dat het beter gaat, maar het gaat niet snel genoeg. Maar het protest had geen georganiseerde structuur en geen politieke richting. Het was als de ‘occupy beweging’: een protest waar de politieke leiders rekening mee moeten houden, maar die zelf geen politiek alternatief biedt. 7
5 – kansrijke sectoren voor Nederland 1 – transport en logistiek: multi-modaal vervoer, masterplan voor 40 havens, binnenvaart, achterlandverbindingen 2 – industriële toelevering voor de offshore olie- en gaswinning en scheepvaart (short-list PETROBRAS). Holland Marine House in Rio de Janeiro Samenwerking met Braziliaans bedrijf essentieel (i.v.m. local content vereisten) 3 – luchtvaart-infrastructuur: Inspelen op de privatisering van aanleg, onderhoud en exploitatie van vliegvelden. 4 – milieutechnologie / afvalmanagement: scheiding van afval, afvalverwerking, compostering, recycling, waterzuivering, luchtverontreiniging) 5 – waterbeheer 6 – WK-voetbal 2014 in 12 steden, OS 2016 in Rio de Janeiro Lokale infrastructuur (vervoer vliegveld-stadion, hotels, beveiliging) In mindere mate: 6 – landbouw: - zaadveredeling (uitgangsmateriaal) - agro-industrie: bijv. machines voor de voedselverwerkende industrie - biobrandstoffen twijfelachtig (groeiende kritiek in Europa, concurrentie uit andere bronnen) Bij investeringen in landbouwbedrijven is risico betrokken te raken bij: - illegale ontbossing, - corruptie, - witwassen van maffiageld, - gedwongen arbeid in afgelegen gebieden (m.n. de staat Pará). 7 – diensten ????? (financiële diensten, verzekering, telecom, vervoer/cabotage, pakketpost?) Er is in Brazilië veel angst voor concurrentie, veel protectie, veel overheidscontrole op deze terreinen.
8
Vaak wordt er gezegd, en het doet het ook goed in speeches, dat Nederland de 2e buitenlandse investeerder in Brazilië is na de VS (en in sommige jaren zelfs de 1e buitenlandse investeerder). Deze cijfers zijn afkomstig van de Braziliaanse Centrale Bank. Daarbij moet wel worden gezegd, dat de Centrale Bank uitsluitend naar de formele juridische herkomst van de buitenlandse investering kijkt en niet naar de herkomst van het bedrijf, dat de uiteindelijke bedrijfs-economische controle over de investering heeft. Carrefour is een Nederlandse investering in Brazilië Zoals u bekend is Nederland een geliefd land bij buitenlandse bedrijven vanwege zijn gunstige, stabiele en betrouwbare belastingklimaat, om van hier uit hun buitenlandse deelnemingen en investeringen te regelen. Zo waren de PETROBRAS raffinaderijen in Bolivia een Nederlandse investering (totdat ze door Bolivia onteigend werden) In Nederland hecht men zeer aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), ook (of juist vooral) van Nederlandse bedrijven in het buitenland: - geen corruptie, geen kinderarbeid, goede en veilige arbeidsomstandigheden, - positie van de vrouw op de werkvloer - inspraak van werknemers bijv. via een ondernemingsraad (stakeholdermanagement), - oog voor de milieu-gevolgen van de eigen productie, zuinig energiegebruik enz., - samengevat met de woorden ‘people, planet, profit’. In Brazilië wordt MVO wel vertaald met ‘Corporate Social Responsibility (CRO)’, maar daar verstaat men er iets heel anders onder. I.h.a. houdt CRO in, dat - een bedrijf bijdraagt aan de ontwikkeling van de gemeenschap in de plaats waar het een vestiging heeft, - bijv. bijdragen aan een schooltje, zwembad, kinderopvang, voetbalclub, tehuis voor ouderen enz. Het is goed dit verschil voor ogen te houden.
5 - milieu Milieu-vraagstukken zijn voor Brazilië zeer belangrijk en zeer omstreden, m.n. ontbossing in Amazone. Strijd tussen a - milieu-activisten, NGO’s (binnen- en buitenlands), indianen, enerzijds b - landeigenaren (land in jaren ’70 verkregen onder militaire dictatuur, maar worden nu geconfronteerd met zgn. reserva legal van 80, 35 of 20%), - inwoners van kleine plaatsen (werkgelegenheid), - werklozen (kappen illegaal stukken oerwoud), 9
Regering zit er tussenin: wil ontbossing tegengaan, maar ook economische ontwikkeling stimuleren (Programma voor Versnelling van de Groei PAC). Tegengaan ontbossing lukt niet goed door volgende: - grondeigenaren mogen delen van hun terrein ontbossen (in Amazone 20%, Cerrado 65%, rest van land 80%). Ontbossing is dus gedeeltelijk legaal! - politieke druk op lokaal niveau (grondeigenaren zitten in gemeenteraad), - onvoldoende controle en vaak onmogelijkheid van controle door overheid, - corruptie, - maffia (witwassen van drugsgeld). - onduidelijkheid over grondeigendom tussen federale overheid en deelstaten, - gebrekkig kadaster of zelfs afwezigheid ervan (omschrijving stukje oerwoud van een Nederlandse) - aanleg van wegen bijv. van Mato Grosso naar Santarem voor soja export Lokale controle door slachthuizen, banken en supermarkten op rundvlees uit illegaal ontboste gebieden is twijfelachtig. Is gedetailleerd rapport van Greenpeace uit 2009 “Slaughtering the Amazone”. Soja moratorium van de eigen soja-verwerkende industrie kan effect hebben, indien strikt toegepast. Bij ontbossing is veeteelt de grootste drijvende kracht. Houtwinning is een bijproduct. Volgorde is vaak: bos in brand, veeteelt tussen de verbrande stammen en stronken, na 10 jaar stronken uit de grond, dan landbouw (soja, mais enz.) Wij hebben 200 km. door dichte rook gereden in Parà. Biobrandstoffen: bio-ethanol (voor benzine) uit suikerriet, bio-diesel uit soja Bio-ethanol uit suikerriet heeft een lange geschiedenis: - Begonnen in jaren 70 n.a.v. de oliecrisis toen. Om de invoer van benzine te beperken, werden auto’s gebouwd, die geheel reden op ethanol (in Brazilië alcool genaamd). - Maar de olieprijs daalde weer en de suikerprijs steeg. Daarom werd er geen ethanol meer geproduceerd, maar suiker en de ethanol-auto’s stonden stil. - Vervolgens kwam bijmengen in benzine. In Brazilië is nu 20-25% bijmengen verplicht. De regering bepaalt van dag tot dag het verplichte bijmengpercentage. - Daarnaast is er de flex-car ontwikkeld, die op ieder mengsel kan rijden van 100% benzine tot 100% ethanol. Vrijwel alle Braziliaanse auto’s zijn nu flex-cars. Er is daardoor een nauwe relatie tussen prijs van aardolie (benzine) en van suiker, die bepaalt of de consument ethanol zal tanken, of benzine met 20-25% ethanol. 10
Bio-diesel wordt geproduceerd uit soja. Kritiek op biobrandstoffen uit eetbare plantendelen (suikerriet, soja) m.n. van NGO’s: - zij zijn een directe concurrent voor de voedselproductie - Daarom onderzoek naar de biobrandstoffen uit niet-eetbare bestanddelen van planten (zgn 2e generatie: niet uit suikers, maar uit cellulose, bijv. uit takken, bladeren, enz. ) - Ook daarop is kritiek, nl. dat grootschalige productie van biobrandstoffen uit niet-eetbare bestanddelen evenzeer een concurrentie met de voedselvoorziening vormt, omdat landbouwgrond voor biobrandstoffen niet gebruikt kan worden voor voedselproductie. - dan is er nog de kritiek, dat biobrandstoffen een bedreiging vormen voor het tropisch regenwoud.
Ik heb enige kenmerken en trends aangegeven van het moderne Brazilië met zijn sterke en zwakke punten. Maar Brazilië is een Land van tegenstellingen. Tegenover geavanceerde industrieën bestaan er niet alleen sloppenwijken. Er is ook: - ‘subsistence farming’ in het Noord-Oosten van afstammelingen van negerslaven, die in hutjes van stro wonen, niet over schoon drinkwater beschikken en zichzelf nauwelijks in leven kunnen houden. - En zijn er indianen in de Amazone, die nog in het stenen tijdperk leven, die geen Portugees spreken en in wier taal je niet verder kan tellen dan tot drie. Dat is voor na de pauze.
11