Het inkomen van een land berekenen∗
Waar vind je het bruto binnenlands product van Belgi¨ e? Tabel 23.1C vult tabel 23.1 in Mankiw and Taylor (2011, p. 494) aan. Tabel 23.1C. De besteding van het Belgische bbp. Het bruto binnenlands product van de Belgische economie in 2012 tegen lopende prijzen en de verdeling van het bbp over de verschillende bestedingscategorie¨en.
Consumptie, C Investeringen, I Overheidsaankopen, G Uitvoer, EX Invoer, IM (−) bbp, Y
Totaal (in miljoenen euro)
Per persoon (in euro)
Procent van het totaal
198 898 79 048 93 788 323 734 (−)319 587 375 881
17 959 7 138 8 468 29 231 (−)28 857 33 940
53 21 25 86 (−)85 100
Bron: Nationale Bank van Belgi¨e (2013), Statistisch Tijdschrift, nr. 2013/IV, tabel 1.1.3 p. 22. De percentages en de cijfers per hoofd zijn eigen berekeningen. Voor de cijfers per hoofd gebruikte ik het gemiddelde van de geraamde bevolking op 1 januari 2012 (11 035 948) en op 1 januari 2013 (11 113 965) uit: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (2013), ‘Bevolking - Bevolking op 1 januari en per leeftijd 2011-2061,’ geraadpleegd op 6 februari 2024 op http://statbel.fgov.be/nl/ statistieken/cijfers/bevolking/vooruitzichten/
De Nationale Bank van Belgi¨e publiceert vier maal per jaar het Statistisch Tijdschrift, dat de macro-economische kerncijfers voor Belgi¨e bevat. Je kan het Statistisch Tijdschrift afhalen als een pdf-bestand: ga naar de webstek van de Nationale Bank van Belgi¨e (www.nbb.be) en volg de koppeling “Statistieken” en vervolgens “Publicaties.” Het nominale bruto binnenlands product en zijn besteding staat in tabel 1.1.3 (“tegen lopende prijzen” betekent: nominaal), het re¨ele bruto binnenlands product in tabel 1.1.4 (“in volume” betekent: re¨eel). De particuliere consumptie (C) is de som van “Consumptieve bestedingen van huishoudens (nationaal)” en “Consumptieve bestedingen van IZW’s” (instellingen zonder winstoogmerk). De investeringen (I) zijn de som van “Investeringen in ∗ Handreiking bij hoofdstuk 23 in Mankiw and Taylor (2011). Bijgewerkt op 6 februari 2014.
1
vaste activa (bruto)” en “Veranderingen in voorraden.” Overheidsaankopen van goederen en diensten (G) is “Consumptieve bestedingen van de overheid”. Je vindt dezelfde cijfers ook terug in tabel 2.1 van Instituut voor de Nationale Rekeningen, Nationale rekeningen: Kwartaalrekeningen, Brussel: Nationale Bank van Belgi (ook beschikbaar op www.nbb.be). Het bruto-binnenlands product vanuit de inkomensoptiek staat in tabel 1.1.5. In Belgi¨e maken de lonen van werknemers (inclusief de sociale premies ten laste van de werkgevers) ongeveer 53% uit van het bbp (ga na!). De rest bestaat uit winsten, landrentes, en de vergoedingen die zelfstandigen aan zichzelf uitkeren. Het bruto-binnenlands product berekend aan de hand van de toegevoegde waarde staat in tabellen 1.1.1 (nominaal) en 1.1.2 (re¨eel). Deze tabellen maken het mogelijk om het economische belang van een sector te berekenen. Zo zorgde in 2012 het onderwijs voor een goede 6% van het bbp (ga na!). Opdracht 1a. Zoek op de webstek van de Nationale Bank van Belgi¨e (www.nbb.be) het Statistisch Tijdschrift van 2013, 4de kwartaal. Localizeer tabel 1.1.3 (besteding van het nationaal product, lopende prijzen). Ga na of je in tabel 1.1.3. de gegevens kan terugvinden die de kolom “Totaal” van tabel 23.1C vormen. Het bevolkingscijfer van Belgi¨e voor midden-2012 is geraamd op 11 074 956 (statbel.fgov.be, Bevolking > Bevolkingsvooruitzichten > Loop van de bevolking 2012-2060; neem het gemiddelde van de bevolking op 1 januari 2012 en 1 januari 2013). Met dit bevolkingscijfer kan je het bbp per persoon (kolom 2) berekenen. Met kolom 1 of 2 kan je ook makkelijk C,I,G, EX , en IM als procent van het totaal (kolom 3) berekenen. Verifieer dat Y = C + I + G + EX − IM Opdracht 1b. Wat was het economisch belang (uitgedrukt als een percentage van het bbp) van de sector “vervaardiging van chemische producten” in het bbp van Belgi¨e in 2012?
Waar vind je het bruto binnenlands product van andere landen? Enkele veelgebruikte internationale bronnen voor gegevens over het bruto binnenlands product zijn: – de Penn World Table 7.1 (gegevens voor 189 landen, 1950–2010, beschikbaar op pwt.econ.upenn.edu), en de Penn World Table 8.0 (gegevens voor 167 landen, 1950–2011, beschikbaar op http://www.rug.nl/ research/ggdc/data/penn-world-table); – International Monetary Fund, International Financial Statistics Yearbook. Beschikbaar in druk in de universiteitsbiblioteek. Je vind het bruto binnenlands product en zijn componenten in de Country Tables onder het land in kwestie, afdeling “National Accounts.” Als er geen basisjaar vermeld is, gaat het om nominale bedragen. Het re¨ele bbp (in prijzen van 2010) is “GDP Volume 2010 Prices.” Wees voorzichtig als je het bbp per hoofd tussen landen wil vergelijken. Prijsverschillen tussen landen kunnen vergelijking bemoeilijken: met een maandelijks 2
inkomen van 2000 euro kan je doorgaans meer kopen in Griekenland dan in Finland. Cijfers uitgedrukt in koopkrachtpariteit houden rekening met zulke internationale prijsverschillen (koopkrachtpariteit is “Purchasing Power Parity (PPP)” in het Engels.) Om het bbp per hoofd te vergelijken tussen landen met een verschillende munt moeten de bedragen bovendien omgezet worden naar een gemeenschappelijke munt. Maar de wisselkoers kan erg schommelen van jaar tot jaar, wat de cijfers van het bbp per hoofd kan vertekenen. De gegevens van de Penn World Table zijn internationaal vergelijkbaar. Ook op de webstek van de Wereldbank (www.worldbank.org) kan je gegevens vinden die internationaal vergelijkbaar zijn. Opdracht 2. Ga naar de webstek van de Penn World Table (PWT): pwt.econ.upenn.edu. Zoek in de Penn World Table 7.1 het het bbp per hoofd van Belgi¨e en van een armer land uit Afrika, Azi¨e, of Zuid-Amerika voor een recent jaar. Neem reeks cgdp: “PPP Converted GDP Per Capita, G-K method, at current prices (in I$)”; dit is het nominale bbp per hoofd in koopkrachtpariteit, uitgedrukt in internationaal vergelijkbare dollars. Hoeveel maal was het bbp per hoofd in Belgi¨e hoger dan in het arme land? Opdracht 3. Zoek in de gevensbank van de universiteitsbibliotheek (www. vub.ac.be), doorklikken naar “Bibliotheek”) het plaatsnummer van International Financial Statistics Yearbook (de institutionele auteur is: International Monetary Fund). Noteer het plaatsnummer. Ga naar de bibliotheek en localiseer de meest recente editie (2013) van International Financial Statistics Yearbook in de rekken. Als je de editie voor 2013 van International Financial Statistics Yearbook niet kan vinden, zoek dan de maandelijkse editie van International Financial Statistics voor januari 2014 (omdat dat een lopende jaargang is van een tijdschrift, staat het in een andere afdeling van de bibliotheek; vraag de bibliothecaris om hulp als je niet weet waar de lopende jaargangen van tijdschriften staan). Zoek onder Country Tables de tabel voor Belgi¨e. Zoek in de tabel de afdeling “National Accounts.” Localiseer de gegevens voor het nominale bruto binnenlands product en zijn componenten. Consumptie is “Household Consumption Expenditures, incl. NPISHs [Non Profit Institutions Serving Households].” Investeringen zijn de som van “Gross Fixed Capital Formation” en “Changes in Inventories.” Overheidsaankopen van goederen en diensten zijn “Government Consumption Expenditures.” Cre¨eer een tabel zoals tabel 23.1C (enkel kolom 1). Voor 2012 zouden de cijfers in beide tabellen ongeveer hetzelfde moeten zijn. Noteer de gegevens en resultaten van opdrachten 2 en 3 op een afzonderlijk blad (zet je naam bovenaan) en breng het blad mee naar de volgende sessie van de werkcolleges, practica en oefeningen.
3
Het bbp en de economische welvaart Het United Nations Development Programme publiceert elk jaar het Human Development Report, dat bestaat uit een aantal artikelen over aspecten van de economische ontwikkeling en een statistische annex met tabellen. Tabel 23.3C werkt tabel 23.3 in Mankiw and Taylor (2011, p. 500) bij aan de hand van gegevens uit het Human Development Report 2013. Ze toon het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking en twee maatstaven van de levenskwaliteit van 14 landen. Tabel 23.3C. Het bbp, levensverwachting en scholing. Land
Verenigde Staten Nederland Duitsland Belgi¨e Japan Rusland Turkije Brazili¨e China Marokko India Pakistan Bangladesh Congo (Dem. Rep.)
inkomen per persoon (in US$) 43 480 37 282 35 431 33 429 32 545 14 461 ... 10 152 7 945 ... 3 285 2 566 1 785 319
Levensverwachting (jaar)
Gem. aantal jaren scholing
79 81 81 80 84 69 ... 74 74 ... 66 66 69 49
13 12 12 11 12 12 ... 7 8 ... 4 5 5 4
Noot. Data uit United Nations Development Programme, Human Development Report 2013, Statistical Annex: tabel 1 (“Human development index and its components”). Het inkomen per persoon heeft betrekking op 2012 en is uitgedrukt in koopkrachtpariteit en in prijzen van 2005. De levensverwachting heeft betrekking op 2012. De scholing heeft betrekking op 2010.
Opdracht 4. Ga naar de webstek van United Nations Development Programme (www.undp.org). Haal het Human Development Report 2013 (beschikbaar als pdf-document) af. Raadpleeg Statistical Annex tabel 1 (“Human development index and its components”). Vul tabel 23.3C aan waar de . . . staan. Lees ook: Joseph Stiglitz, ‘Towards a better measure of well-being,’ Financial Times, 13 September 2009 (je hebt toegang tot de Financial Times via de webstek van de VUB-bibliotheek. Volg de koppeling ‘Gegevensbanken’).
4
Het re¨ ele bbp op de lange termijn en de korte termijn Afbeelding 25.1C vult afbeelding 25.1 in Mankiw and Taylor (2011, p. 525) en afbeelding 34.1(a) in Mankiw and Taylor (2011, p. 728) aan. Op 60 jaar tijd is het re¨ele bbp per hoofd in Belgi¨e gestegen met een factor 5: van zowat $ 7 200 in 1950 tot bijna $ 35 500 in 2011 (prijzen van 2005). Reële bbp per hoofd van de bevolking, België 1950-2011
35000
30000
US dollars (prijzen van 2005)
25000
20000
15000
10000
1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
Afbeelding 25.1C. Het re¨ ele bbp per hoofd van de bevolking van Belgi¨ e sinds 1950. Noot. Recessies—perioden waarin het re¨ele bbp daalde—zijn aangegeven met verticale balken. Het re¨ele bbp per hoofd is berekend als de verhouding tussen de variabele rgdpe en pop uit de Penn World Table 8.0 (Feenstra et al., 2013).
Referenties Feenstra, R. C., Inklaar, R., and Timmer, M. P. (2013). The Next Generation of the Penn World Table. Available for download at www.ggdc.net/pwt. Mankiw, N. G. and Taylor, M. P. (2011). Economics. South-Western Cengage Learning, Andover, 2nd edition. 5