Het inkomen van een land berekenen∗ Luc Hens 17 februari 2015
Waar vind je het bbp van Belgi¨ e? De Nationale Bank van Belgi¨e publiceert vier maal per jaar het Statistisch Tijdschrift, dat de macro-economische kerncijfers voor Belgi¨e bevat. Je kan het Statistisch Tijdschrift afhalen als een pdf-bestand: ga naar de webstek van de Nationale Bank van Belgi¨e (www.nbb.be) en volg de koppeling “Statistieken” en vervolgens “Publicaties.” Het nominale bruto binnenlands product en zijn besteding staat in tabel 1.1.3 (“tegen lopende prijzen” betekent: nominaal), het re¨ele bruto binnenlands product in tabel 1.1.4 (“in volume” betekent: re¨eel). De particuliere consumptie (C) is de som van “Consumptieve bestedingen van huishoudens (nationaal)” en “Consumptieve bestedingen van IZW’s” (instellingen zonder winstoogmerk). De investeringen (I) zijn de som van “Investeringen in vaste activa (bruto)” en “Veranderingen in voorraden.” Overheidsaankopen van goederen en diensten (G) is “Consumptieve bestedingen van de overheid”. Je vindt dezelfde cijfers ook terug in tabel 2.1 van Instituut voor de Nationale Rekeningen, Nationale rekeningen: Kwartaalrekeningen, Brussel: Nationale Bank van Belgi¨e (ook beschikbaar op www.nbb.be). Tabel 1 toont het Belgische bruto binnenlands product (bbp) opgesplitst in de componenten van de bestedingen. Het bruto-binnenlands product vanuit de inkomensoptiek staat in tabel 1.1.5. In Belgi¨e maakte in 2013 de beloning van werknemers en de sociale premies ten laste van de werkgevers ongeveer 51% uit van het bbp (ga na!). De rest bestaat uit winsten, landrentes, en de vergoedingen die zelfstandigen aan zichzelf uitkeren (die ook voor een deel een vergoeding zijn voor de productefactor arbeid). Het bruto-binnenlands product berekend aan de hand van de toegevoegde waarde staat in tabellen 1.1.1 (nominaal) en 1.1.2 (re¨eel). Deze tabellen maken het mogelijk om het economische belang van een sector te berekenen. Zo zorgde in 2013 het onderwijs voor een goede 6% van het bbp (ga na!). Opdracht 1a. Zoek op de webstek van de Nationale Bank van Belgi¨e (www.nbb.be) het Statistisch Tijdschrift van 2014, 4de kwartaal. Localizeer tabel 1.1.3 (besteding van het nationaal product, lopende prijzen). Ga na of je in tabel 1.1.3. de gegevens kan terugvinden die de kolom “Totaal” van tabel 1 vormen. Met het bevolkingscijfer voor midden-2013 (11 129 578) kan je het bbp per persoon (kolom 2) berekenen. Met kolom 1 of 2 kan je ook makkelijk C,I,G, ∗ Handreiking bij hoofdstuk 20 in Mankiw and Taylor (2014). Bijgewerkt op 17 februari 2015.
1
Tabel 1: De besteding van het Belgische bbp (2013, tegen lopende prijzen)
Consumptie, C Investeringen, I Overheidsaankopen, G Uitvoer, EX Invoer, IM (−) bbp, Y = C + I + G + N X
Totaal (in miljarden euro) 204 89 97 327 (−)322 395
Per persoon (in euro) 18 327 8 040 8 671 29 392 (−)28 916 35 515
Procent van het totaal 52 23 24 83 (−)81 100
Noot. De cijfers voor het totale bbp en zijn bestedingscomponenten komen uit: Nationale Bank van Belgi¨e (2014), Statistisch Tijdschrift, nr. 2014/IV, tabel 1.1.3 p. 22. De percentages en de cijfers per hoofd zijn eigen berekeningen. Om de cijfers per hoofd te berekenen gebruikte ik de geraamde bevolking voor midden-2013 (11 129 578) berekend als het gemiddelde van de geraamde bevolking op 1 januari 2013 en op 1 januari 2014. De bevolkingscijfers komen uit: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (2014), ‘Loop van de Bevolking van Belgi¨e 2013-2060,’ geraadpleegd op 6 februari 2015 op http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/ cijfers/bevolking/vooruitzichten/ EX , en IM als procent van het totaal (kolom 3) berekenen. Verifieer dat Y = C + I + G + EX − IM Opdracht 1b. Wat was het economisch belang (uitgedrukt als een percentage van het bbp) van de sector “vervaardiging van chemische producten” in het bbp van Belgi¨e in 2013?
Waar vind je het bruto binnenlands product van andere landen? Enkele veelgebruikte internationale bronnen voor gegevens over het bruto binnenlands product zijn: – de Penn World Table 7.1 (Heston et al. (2012): gegevens voor 189 landen, 1950–2010, beschikbaar op pwt.econ.upenn.edu), en de Penn World Table 8.0 (Feenstra et al. (2013): gegevens voor 167 landen, 1950–2011, beschikbaar op http://www.rug.nl/research/ggdc/data/pwt/); – International Monetary Fund, International Financial Statistics Yearbook. Beschikbaar in druk in de universiteitsbiblioteek. Je vind het bruto binnenlands product en zijn componenten in de Country Tables onder het land in kwestie, afdeling “National Accounts.” Als er geen basisjaar vermeld is, gaat het om nominale bedragen. Het re¨ele bbp (in prijzen van 2010) is “GDP Volume 2010 Prices.” Wees voorzichtig als je het bbp per hoofd tussen landen wil vergelijken. Prijsverschillen tussen landen kunnen vergelijking bemoeilijken: met een maandelijks inkomen van 2000 euro kan je doorgaans meer kopen in Griekenland dan in
2
Finland. Cijfers uitgedrukt in koopkrachtpariteit houden rekening met zulke internationale prijsverschillen (koopkrachtpariteit is “Purchasing Power Parity (PPP)” in het Engels.) Om het bbp per hoofd te vergelijken tussen landen met een verschillende munt moeten de bedragen bovendien omgezet worden naar een gemeenschappelijke munt. Maar de wisselkoers kan erg schommelen van jaar tot jaar, wat de cijfers van het bbp per hoofd kan vertekenen. De gegevens van de Penn World Table zijn internationaal vergelijkbaar. Ook op de webstek van de Wereldbank (www.worldbank.org) kan je gegevens vinden die internationaal vergelijkbaar zijn. Opdracht 2. Ga naar de webstek van de Penn World Table 7.1: pwt.econ.upenn.edu. Zoek in de Penn World Table 7.1 het het bbp per hoofd van Belgi¨e en van een armer land uit Afrika, Azi¨e, of Zuid-Amerika voor een recent jaar. Neem reeks cgdp: “PPP Converted GDP Per Capita, G-K method, at current prices (in I$)”; dit is het nominale bbp per hoofd in koopkrachtpariteit, uitgedrukt in internationaal vergelijkbare dollars. Hoeveel maal was het bbp per hoofd in Belgi¨e hoger dan in het arme land? Opdracht 3. Zoek in de gevensbank van de universiteitsbibliotheek (www. vub.ac.be), doorklikken naar “Bibliotheek”) het plaatsnummer van International Financial Statistics Yearbook (de institutionele auteur is: International Monetary Fund). Noteer het plaatsnummer. Ga naar de bibliotheek en localiseer de meest recente editie (2014) van International Financial Statistics Yearbook in de rekken. Als je de editie voor 2014 van International Financial Statistics Yearbook niet kan vinden, zoek dan de maandelijkse editie van International Financial Statistics voor januari 2015 (omdat dat een lopende jaargang is van een tijdschrift, staat het in een andere afdeling van de bibliotheek; vraag de bibliothecaris om hulp als je niet weet waar de lopende jaargangen van tijdschriften staan). Zoek onder Country Tables de tabel voor Belgi¨e. Zoek in de tabel de afdeling “National Accounts.” Localiseer de gegevens voor het nominale bruto binnenlands product en zijn componenten. Consumptie is “Household Consumption Expenditures, incl. NPISHs [Non Profit Institutions Serving Households].” Investeringen zijn de som van “Gross Fixed Capital Formation” en “Changes in Inventories.” Overheidsaankopen van goederen en diensten zijn “Government Consumption Expenditures.” Cre¨eer een tabel zoals tabel1 (enkel kolom 1). Voor 2013 zouden de cijfers in beide tabellen ongeveer hetzelfde moeten zijn.
3
Tabel 2: Het bbp, levensverwachting en scholing Land Verenigde Staten Duitsland Nederland Belgi¨e Japan Rusland Turkije Brazili¨e China Marokko India Pakistan Bangladesh Congo (Dem. Rep.)
Inkomen per persoon (in US$) 52 308 43 049 42 397 39 471 36 747 22 617 ... 14 275 11 477 ... 5 150 4 562 2 713 444
Levensverwachting (jaar) 79 81 81 81 84 68 ... 74 75 ... 66 67 71 50
Gem. aantal jaren scholing 13 13 12 11 12 12 ... 7 7 ... 4 5 5 3
Noot. Data uit United Nations Development Programme, Human Development Report 2014, Statistical Annex: tabel 1 (“Human development index and its components”). Het inkomen per persoon heeft betrekking op 2013 en is uitgedrukt in koopkrachtpariteit en in prijzen van 2011. De levensverwachting heeft betrekking op 2013. De scholing heeft betrekking op 2012.
Het bbp en de economische welvaart Het United Nations Development Programme publiceert elk jaar het Human Development Report, dat bestaat uit een aantal artikelen over aspecten van de economische ontwikkeling en een statistische annex met tabellen. Tabel 2 werkt tabel 20.2 in Mankiw and Taylor (2014, p. 451) bij aan de hand van gegevens uit het Human Development Report 2014. Ze toon het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking en twee maatstaven van de levenskwaliteit van 14 landen. Opdracht 4. Ga naar de webstek van United Nations Development Programme (www.undp.org). Volg de koppeling “Publications.” Haal het Human Development Report 2014 (beschikbaar als pdf-document) af. Raadpleeg Statistical Annex tabel 1 (“Human development index and its components”). Vul tabel 2 aan waar de . . . staan. Lees ook: Joseph Stiglitz, ‘Towards a better measure of well-being,’ Financial Times, 13 September 2009 (je hebt toegang tot de Financial Times via de webstek van de VUB-bibliotheek. Volg de koppeling ‘Gegevensbanken’).
Het re¨ ele bbp op de lange termijn en de korte termijn Figuur 1 vult afbeelding 30.1 in Mankiw and Taylor (2014, p. 639) aan. Op 60 jaar tijd is het re¨ele bbp per hoofd in Belgi¨e gestegen met een factor 5: van zowat
4
$ 7 200 in 1950 tot bijna $ 35 500 in 2011 (prijzen van 2005) (data berekend aan de hand van de Penn World Table 8.0 (Feenstra et al., 2013).
35000
bbp/hoofd (US dollar, prijzen van 2005)
30000
25000
20000
15000
10000
5000
0 1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
Figuur 1: Het re¨ele bbp per hoofd van de bevolking van Belgi¨e sinds 1950. Noot. Recessies—perioden waarin het re¨ele bbp daalde—zijn aangegeven met verticale balken. Het re¨ele bbp per hoofd is berekend als de verhouding tussen de variabelen rgdpe en pop uit de Penn World Table 8.0.
De formule voor de bbp-deflator Mankiw and Taylor (2014, pp. 447–448) geven de formule voor de bbp-deflator (een index van het prijzenpeil van de geproduceerde goederen en diensten) als bbp-deflator =
nominale bbp × 100 re¨ele bbp
Je bekomt deze formule als volgt. Het nominale bbp meet de marktwaarde van alle eindgoederen en –diensten die in een land geproduceerd zijn gedurende een
5
bepaalde periode (een kwartaal of een jaar). Als een economie n eindgoederen en –diensten produceert, dan is nominale bbp = P1 × Q1 + P2 × Q2 + . . . + Pn × Qn (zie Mankiw and Taylor (2014, tabel 20.1 p. 446); in het voorbeeld is n = 2). Deze uitdrukking impliceert dat dat het niveau van het nominale bbp ten opzichte van het basisjaar opgesplitst kan worden in twee factoren: hoeveel maal hoeveel maal hoeveel maal nominale bbp re¨ ele bbp prijzenpeil hoger is dan = hoger is dan × hoger is dan in basisjaar in basisjaar in basisjaar wat je (bijvoorbeeld voor het lopende jaar 2014) kan schrijven als: hoeveel maal prijzenpeil nominale bbp van 2014 re¨ele bbp van 2014 = × nominale bbp v/h basisjaar re¨ele bbp v/h basisjaar hoger is dan in basisjaar
Voor het basisjaar is het re¨ele bbp gelijk aan het nominale bbp, en dus: hoeveel maal prijzenpeil nominale bbp van 2014 re¨ele bbp van 2014 = × nominale bbp v/h basisjaar nominale bbp v/h basisjaar hoger is dan in basisjaar
Vermenigvuldig beide leden met het nominale bbp van het basisjaar, en je krijgt: hoeveel maal prijzenpeil nominale bbp van 2014 = re¨ele bbp van 2014 × hoger is dan in basisjaar Zonder de factor met het prijzenpeil af in het linkerlid: hoeveel maal prijzenpeil nominale bbp van 2014 hoger is dan = re¨ele bbp van 2014 in basisjaar Als we deze uitdrukking voor het prijzenpeil nu uitdrukken als een index die in het basisjaar de waarde 100 aanneemt, krijgen we bovenstaande formule: bbp-deflator =
nominale bbp × 100 re¨ele bbp
In het numerieke voorbeeld van Mankiw and Taylor (2014, tabel 20.1 p. 446) geeft dat: € 600 bbp-deflator voor 2014 = × 100 ≈ 171 € 350 De waarde 171 voor de bbp-deflator betekent dus dat in 2014 het prijzenpeil van de geproduceerde goederen en diensten een factor 1,71 hoger was dan in het basisjaar 2013. 6
Opdracht 5. Zoek in de meest recente editie (2014) van International Financial Statistics Yearbook onder Country Tables de tabel voor Belgi¨e. Zoek in de tabel de afdeling “National Accounts.” Localiseer de gegevens voor de bbp-deflator. Wat is het basisjaar? Wat is de waarde van de bbp-deflator in 2012? Leg in verstaanbare taal uit wat deze waarde betekent. Noteer de gegevens en resultaten van opdrachten 1 t.e.m. 5 op een afzonderlijk blad (zet je naam bovenaan) en breng het blad mee naar de volgende sessie van de werkcolleges, practica en oefeningen.
Referenties Feenstra, R. C., Inklaar, R., and Timmer, M. P. (2013). The Next Generation of the Penn World Table. Available for download at www.ggdc.net/pwt. Heston, A., Summers, R., and Aten, B. (2012). Penn World Table Version 7.1. Center for International Comparisons of Production, Income and Prices at the University of Pennsylvania, Philadelphia. Mankiw, N. G. and Taylor, M. P. (2014). Economics. Cengage Learning, Andover, 3rd edition.
7