Brandveiligheidscan aanmeldcentra voor asielzoekers Versie :

brandveiligheidscan aanmeldcentra voor asielzoekers

Brandveiligheidscan aanmeldcentra voor asielzoekers Versie : 31.8.2006

Projectnummer: 411N6009

Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 00 F 026 351 50 51 [email protected]

NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID NIBRA

1


Auteur: Ing. J. Weges Onderzoeker-adviseur


2


Inhoud Management rapportage .................................................................... 5 1. Inleiding .................................................................................. 5 2. Conclusies naar aanleiding van de inspecties en interviews............. 6 1 Aanleiding.................................................................................... 9 2 Doel, opzet en resultaat van het onderzoek ............................. 9 2.1 Doel .................................................................................... 9 2.2 Opzet .................................................................................... 9 2.2.1 Voorbereiding voor uitvoeren veiligheidsscan ...................... 9 2.2.2 Uitvoering veiligheidsscan ................................................ 9 2.2.3 Het houden van interviews ............................................. 10 2.3 Resultaat ............................................................................... 10 3 Beoordelingskaders ................................................................... 11 3.1 Niveau van de beoordeling ....................................................... 11 3.2 Opzet van de beoordeling......................................................... 11 3.2.1 Inspectie op onderdelen ................................................. 11 3.2.2 Aspecten voor beoordeling.............................................. 12 4 Beoordeling ............................................................................... 13 4.1 Ter Apel ................................................................................. 13 4.1.1. Algemene beschrijving van het object .............................. 13 4.1.2 Voorbereiding ............................................................... 13 4.1.3 Waarneming tijdens Inspectie ......................................... 15 4.1.4 Waarnemingen bij check van gebruikvergunning ............... 18 4.1.5 Waarnemingen bij check ontruimingsplan......................... 18 4.2 Schiphol................................................................................. 18 4.2.1 Algemene beschrijving van het object .............................. 18 4.2.2 Voorbereiding ............................................................... 19 4.2.3 Waarnemingen tijdens inspectie ...................................... 19 4.2.4 Waarnemingen bij de scan van de gebruikvergunning ........ 21 4.2.5 Waarnemingen bij de scan van het ontruimingsplan........... 22 5 Conclusies en aanbevelingen ..................................................... 23 5.1 Conclusies .............................................................................. 23 5.1.1 Ter Apel ....................................................................... 23 5.1.2 Schiphol ....................................................................... 25 5.2 Aanbevelingen ........................................................................ 27 5.2.1 Ter Apel ....................................................................... 27 5.2.2 Schiphol ....................................................................... 28 Bijlage 1........................................................................................... 31 Bijlage 2........................................................................................... 33 Bijlage 3........................................................................................... 39 Bijlage 4........................................................................................... 43 Bijlage 5........................................................................................... 51


3



4


Management samenvatting 1. Inleiding De IND ( Immigratie en naturalisatiedienst) heeft het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra, naar aanleiding van de brand in het cellencomplex te Schiphol, gevraagd een onderzoek naar de brandveiligheidssituatie bij de aanmeldcentra te Ter Apel en Schiphol te maken. Het doel van doel onderzoek is zowel een inventarisatie als een beoordeling van de situatie te maken om zo een natwoord te kunnen geven op de vraag: • Is er sprake van een brandveilige situatie bij de aanmeldcentra te Ter Apel en Schiphol? Om een beeld te krijgen van de gebouwen, een oordeel te kunnen vormen over het volgens de vergunningen verplichte niveau van brandveiligheid en zich voor te bereiden op een inspectie, heeft het NIFV, de door het IND geleverde ontwerp c.q. bouwvergunning- en gebruiksvergunningstekeningen, BHV-plan1 (bedrijfsnoodorganisatie), het bedrijfsnoodplan, het calamiteitenplan en/of het ontruimingsplan, onderhoudscontracten van brandbeveiligingsinstallaties en mogelijk certificaten en het programma van eisen van het gehele complex grondig bestudeerd. De inspectie bestond uit: • een steekproefsgewijze visuele inspectie op en beoordeling van de bouwkundige uitvoering van de brandveiligheidsvoorzieningen van het gehele object, • het steekproefsgewijs visueel controleren van de brandbeveiligingsinstallaties en de aanwezige logboeken, onderhoudscontracten en certificaten van deze brandbeveiligingsinstallaties, • het steekproefsgewijs controleren en beoordelen van het brandveilige gebruik. Daarnaast zijn met sleutelfiguren interviews gehouden over de interne organisatie. Omdat de gebouwen recent zijn gebouwd en opgeleverd (1997 t/m 2001) is de toetsing uitgevoerd op het niveau van nieuwbouw van het Bouwbesluit 2003 en de Model bouwverordening (VNG, 10e wijziging). Voor dit niveau is gekozen in overleg met de opdrachtgever.

1

BHV = bedrijfshulpverlening


5


2. Conclusies naar aanleiding van de inspecties en interviews Ter Apel 1. De bouwkundige en installatie-technische gebreken veroorzaken bij brand een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en de hulpverleners. 2. De slechte staat van onderhoud van o.a. de brandkleppen, het onvoldoende brandveilige gebruik en het ontbreken van doorlopend toezicht op brandveiligheidsvoorzieningen veroorzaakt een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en hulpverleners bij brand. 3. De kwaliteit van de gebruiksvergunning is onvoldoende. 4. De huidige uitvoering en training van het ontruimingsplan is nog onvoldoende (Nb. Is nog in ontwikkeling). De kennis bij de gebruikers en personeel over de toepassing van het plan is onvoldoende. Schiphol 5. De bouwkundige en installatie technische gebreken veroorzaken bij brand een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en de hulpverleners. De wachtruimtes zijn uitgevoerd maar niet ingericht als een celfunctie, hierdoor ontstaat een extra hoog risico bij brand voor de gebruikers van deze ruimtes. 6. De slechte staat van onderhoud van brandveiligheidinstallaties o.a. de brandkleppen, het onvoldoende brandveilige gebruik en het ontbreken van doorlopend toezicht op brandveiligheidsvoorzieningen veroorzaakt een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en hulpverleners bij brand. 7. De kwaliteit van de gebruiksvergunning kon niet worden beoordeeld. 8. De huidige uitvoering van het ontruimingsplan is nog onvoldoende. De kennis bij de gebruikers over de toepassing is onvoldoende Naar aanleiding van deze conclusies heeft het NIFV totaal 24 aanbevelingen gedaan, een aantal zijn hieronder opgenomen die voor beide locaties gelden 1. Het is noodzakelijk de uitvoering van de brandwerende en rookwerende scheidingen in het gehele gebouw controleren en waar nodig te repareren, aan te passen of te verbeteren. 2. Het is noodzakelijk om in alle doorvoeringen van ventilatiekanalen door brandwerende scheidingen brandkleppen aan brengen. 3. Het is noodzakelijk de brandwerendheid van deuren in brandwerende scheidingen te controleren. Tevens moet worden gecontroleerd of de deuren (bij brand) goed en zelf sluiten. 4. Het is noodzakelijk de rookwerendheid van deuren in rookwerende scheidingen te controleren. Tevens moet worden gecontroleerd of de deuren (bij brand / rook) goed en zelf sluiten. 5. Het is aan te bevelen structureel en gepland onderhoud te plegen aan brandbeveiligingsinstallaties en kleine blusmiddelen. Dit onderhoud als gebruiker ook steekproefsgewijs te controleren.


6


6. Het is volgens de gebruiksvoorwaarden verplicht de activiteiten, die zijn gedaan bij het onderhoud aan installaties, vast te leggen in een logboek. 7. Het is aan te bevelen een systeem van werkbriefjes in te stellen voor werkzaamheden in het gebouw, zodat zo spoedig mogelijk na de werkzaamheden kan worden gecontroleerd of geen brandveiligheidsvoorzieningen teniet zijn gedaan. Zo nodig kunnen reparaties aan de brandveiligheidsvoorzieningen aansluitend worden uitgevoerd. 8. Het is aan te bevelen het personeel en de gasten op de hoogte brengen van de noodzaak en uitvoering van het brandveilige gebruik. De voorlichting hierover kan bij indiensttreding of binnenkomst worden gedaan. 9. Het is noodzakelijk personeel en gasten op de hoogte brengen en waar nodig te trainen in "wat te doen bij brand".


7



8


1

Aanleiding

De IND ( Immigratie en naturalisatiedienst) wil naar aanleiding van de brand in het cellencomplex te Schiphol een inventarisatie en een beoordeling van de brandveiligheidssituatie bij de aanmeldcentra te Ter Apel en Schiphol. Naar aanleiding van de bijeenkomst op 8 februari 2005 met het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra en de IND is een voorstel gemaakt voor een onderzoek naar de brandveiligheidsituatie van aanmeldcentra voor asielzoekers met overnachtingsmogelijkheid. Het doel van dat document was om de IND op hoofdlijnen een idee te geven van de wijze waarop het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra de door de IND gestelde vraag denkt te kunnen beantwoorden. De offerte heeft invulling gegeven aan de definitieve aanpak om te komen tot een opdracht.

2

Doel, opzet en resultaat van het onderzoek

2.1 Doel Het doel van het onderzoek is de brandveiligheid van de genoemde aanmeldcentra te beoordelen. Hiertoe moet het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra de volgende vraag beantwoorden: • Is er sprake van een brandveilige situatie bij de aanmeldcentra te Ter Apel en Schiphol?

2.2 Opzet 2.2.1 Voorbereiding voor uitvoeren veiligheidsscan Om een beeld te krijgen van de gebouwen en een oordeel te kunnen vormen over het volgens de vergunningen verplichte niveau van brandveiligheid heeft het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra de door het IND geleverde ontwerp c.q. bouwvergunning- en gebruiksvergunningstekeningen, BHV-plan2 (bedrijfsnoodorganisatie), het bedrijfsnoodplan, het calamiteitenplan en/of het ontruimingsplan, onderhoudscontracten van brandbeveiligingsinstallaties en mogelijk certificaten en het programma van eisen van het gehele complex grondig bestudeerd3. 2.2.2 Uitvoering veiligheidsscan Een deskundige van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra heeft op de locatie van de beide aanmeldcentra een inspectie uitgevoerd. De inspectie bestond uit:

2

BHV = bedrijfshulpverlening De geleverde documenten waren allen incompleet en gaven geen volledig beeld van de vergunde situatie.

3


9


•

•

•

een steekproefsgewijze visuele inspectie op en beoordeling van de bouwkundige uitvoering van de brandveiligheidsvoorzieningen van het gehele object, het steekproefsgewijs visueel controleren van de brandbeveiligingsinstallaties en de aanwezige logboeken, onderhoudscontracten en certificaten van deze brandbeveiligingsinstallaties, het steekproefsgewijs controleren en beoordelen van het brandveilige gebruik.

2.2.3 Het houden van interviews Om inzicht te krijgen in de interne organisatie met betrekking tot de brandveiligheid zijn gesprekken gevoerd met sleutelfunctionarissen over de interne organisatie. • In overleg met de opdrachtgever zijn door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra gesprekken gevoerd met de verantwoordelijke functionaris voor onderhoud van brandbeveiligingsinstallaties en met het hoofd van de interne veiligheidsorganisatie (BHV).

2.3 Resultaat Het resultaat van het onderzoek is deze rapportage waarin de brandveiligheid van de genoemde centra wordt beoordeeld. Dit betekent dat de werkelijke uitvoering van het aanmeldcentrum (bouwkundig en brandveiligheidinstallaties) in relatie met de organisatorische maatregelen worden beoordeeld. De rapportage zal aanbevelingen bevatten op die onderdelen die, volgens het onderzoek, niet voldoen aan het toetsniveau. Tevens wordt een second opinion gegeven over de afgegeven gebruiksvergunning.


10


3

Beoordelingskaders

3.1 Niveau van de beoordeling De toetsing is uitgevoerd op het niveau van nieuwbouw van het Bouwbesluit 2003 en de Model bouwverordening (VNG, 10e wijziging). Voor dit niveau is gekozen in overleg met de opdrachtgever. De gebouwen zijn gebouwd in de periode van 1997 t/m 2001. Het nieuwbouw niveau van het Bouwbesluit 2003 komt vrijwel geheel overeen met het niveau van het Bouwbesluit fase I (1993). Voor de onderdelen logiesfunctie en kantoorfunctie zijn ook in het Bouwbesluit fase I al prestatie-eisen opgenomen. De huidige geldende prestatie-eisen (Bouwbesluit 2003) wijken niet of nauwelijks af van de eisen van 1993. Voor de overige aanwezige functies, bijeenkomstfunctie en celfunctie waren in de toelichting van het Bouwbesluit fase enkele aanwijzingen opgenomen op welke mannier invulling gegeven zou kunnen worden aan de prestatie-eisen. Deze aanwijzingen kwamen ook vrijwel overeen met de huidige prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2003. Dezelfde redenering geldt voor de eisen uit de Model Bouwverordening. Er is geen toetsing gedaan aan de hand van de gemeentelijke bouwverordening omdat deze niet of nauwelijks afwijkt van het model van het VNG. Door de modelverordening te gebruiken kan het IND ook de resultaten onderling vergelijken. Waar grote afwijkingen zijn wordt daarvan in de rapportage melding gemaakt.

3.2 Opzet van de beoordeling Om een oordeel te kunnen geven of wordt voldaan aan het brandveiligheidniveau zoals is aangeven in het beoordelingskader worden de panden op de bouwkundige en installatietechnische uitvoering beoordeeld. Daarnaast wordt het werkelijk brandveilige gebruik en de interne organisatie beoordeeld. 3.2.1 Inspectie op onderdelen 3.2.1.a Bouwkundig • een steekproefsgewijze visuele inspectie op en beoordeling van de bouwkundige uitvoering van de brandveiligheidsvoorzieningen van het gehele object. o het betreft hier zowel de bouwkundige constructie als ook de toegepaste materialen. 3.2.1.b Installatietechniek • het steekproefsgewijs visueel controleren van de brandbeveiligingsinstallaties en de aanwezige logboeken, onderhoudscontracten en certificaten van deze brandbeveiligingsinstallaties.


11


o Het testen van de installatie is geen onderdeel van de scan. 3.2.1.c Brandveilig gebruik • het steekproefsgewijs controleren en beoordelen van het brandveilige gebruik.

3.2.2 Aspecten voor beoordeling Bouwbesluit en bouwverordening Bij de toetsing, als genoemd bij 3.2.1, is zowel gekeken naar de bouwkundige situatie als naar het gebruik (gebruiksvergunning). De toetsing is gedaan aan de hand van een checklist. (zie bijlage 4 en 5). In deze checklist zijn de onderdelen van de bouwregelgeving, het Bouwbesluit voor het bouwkundige deel, en de Model Bouwverordening, voor de brandbeveiligingsinstallaties4 opgenomen. Het brandveilige gebruik is getoetst aan de hand van de ontvangen gebruiksvergunningen (voor zover aanwezig), zowel op technische aspecten (inrichting gebouw en installaties) als organisatorisch aspecten (bedrijfsnoodorganisatie). Hierbij is beoordeeld op de werkelijke situatie. Daarnaast is tevens een toets uitgevoerd op de van kracht zijnde gebruiksvoorwaarden zoals opgenomen in de model Bouwverordening van het VNG. De aspecten waarop is getoetst en beoordeeld zijn opgenomen in het volgende hoofdstuk.

4

Brandbeveiligingsinstallaties zijn o.a.: brandmeldinstallatie met daaraan gekoppelde sturingen, ontruimingsalarm-installatie, transparante vluchtroute aanduiding met verlichting, noodverlichtingsinstallatie, sprinklerinstallatie, slanghaspel en brandweeringang


12


4

Beoordeling

4.1 Ter Apel 4.1.1. Algemene beschrijving van het object Het object is gelegen in een buitengebied van de gemeente Ter Apel. Het object bestaat uit twee gebouwen welke zijn gerealiseerd in respectievelijk 1997 en in 2002. De gebouwen hebben twee bouwlagen (net daarboven in een van de gebouwen nog een technische laag) en bestaan voor meer dan 80 % uit een kantoorfunctie. Voor het overige zijn in het gebouw als belangrijkste andere gebruiksfuncties: bijeenkomstfuncties en logiesfunctie. In een van de gebouwen is tevens een celfunctie gelegen. De gebouwen zijn op de traditionele manier gebouwd van staal, steen, beton en hout. De vooraf gevraagde bouwvergunning is niet ter beschikking gesteld en was ook niet aanwezig op de locatie. 4.1.2 Voorbereiding Ten behoeve van de inspectie is daaraan vooraf een studie gemaakt van alle ontvangen documenten. Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra had vooraf aangegeven welke documenten zij graag wilde ontvangen om een goede beoordeling te kunnen geven over het object (zie bijlage 1). Van de gebruiksvergunning zijn in eerste instantie slechts de voorwaarden ontvangen (geen bijlagen en tekeningen). Nadat de inspectie op locatie was uitgevoerd heeft het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra op 25 juli de gebruiksvergunning ontvangen. De aangeleverde bouwkundige tekeningen waren niet compleet, maar met behulp van wel aanwezige werktuigbouwkundige en elektrotechnische tekeningen kon toch een goede indruk worden verkregen van de opbouw van en de voorzieningen in het gebouw. Op de dag van de controle ontving het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra een set tekeningen met bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen van de aanwezige vertegenwoordiger van de Rijksgebouwendienst, (zie voorbeeld van begane grond gebouw 1 hieronder).


13


De twee gebouwen zijn onderling verbonden met een tussenbouw waarin gevestigd een gang, vergaderzalen en de kantine. Van beide gebouwen was de bouwvergunning met bijbehorende tekeningen niet aanwezig. Ook zijn vooraf geen calamiteiten of ontruimingsplannen ontvangen. Wel is het certificaat van de brandmeldinstallatie en de globale beschrijving van de ontruimingsalarminstallatie ontvangen. Tijdens kantooruren bevinden zich maximaal 650 personen in het pand en tijdens de nachturen zijn dat ca. 190 personen. Gebouw 1 {C} Het betreft hier de functie kantoorgebouw, met in het centraal gelegen gedeelte een bijeenkomst functie voor onderzoek en opvang asielaanvragers. Het gebouw is gebouwd in 1997 en bevat 2 bouwlagen, heeft 3 vleugels die gelegen zijn rondom het bijeenkomstgedeelte. Aansluitend hieraan is het centrale trappenhuis gelegen. De hoogste verblijfsvloer is lager dan 5 meter. (Nb. Hoogte criterium vanuit het Bouwbesluit.) Het gebouw is voorzien van een luchtbehandelinginstallatie. De aanwezige brandmeldinstallatie is niet automatisch (alleen handbrandmelders bij de brandslanghaspels). Vluchtdeuren zijn voorzien van elektrische sluitingen die ontgrendeld kunnen worden door groene drukknopmelders naast de deur. Via de hoofdingang kan het gebouw worden verlaten via een tourniquet, echter alleen met behulp van een speciale legitimatiepas of via een normale deur die is voorzien van een groene drukknopmelder. Het gebouw heeft een centraal gestuurde ontruimingsalarminstallatie. Gebouw 2 {D} Het betreft hier de functie kantoorgebouw, met daarin een gedeelte logiesfunctie en twee celfuncties, gebouwd in 2002. Boven het centraal gelegen gedeelte is een ruimte techniek aanwezig. Het gebouw bevat (naast de ruimte techniek) 2 bouwlagen en is gebouwd rondom een viertal patio's. Op de verdieping zijn 12 slaapzalen aanwezig die ruimte bieden aan maximaal 250 personen. De celfunctie ( 2 cellen) is op de begane grond. De hoogste verblijfsvloer is lager dan 5 meter. (Nb. Hoogte criterium vanuit het Bouwbesluit.) Het gebouw is voorzien van een luchtbehandelinginstallatie. De aanwezige brandmeldinstallatie is automatisch (rookdetectoren en handbrandmelders bij de brandslanghaspels). Vluchtdeuren zijn voorzien van elektrische sluitingen die ontgrendeld kunnen worden door groene drukknopmelders naast de deur. Via de hoofdingang kan het gebouw worden verlaten via elektrische schuifdeuren en een tourniquet, echter alleen met behulp van een speciale legitimatiepas. De blokkering van elektronisch aangestuurde deuren kan worden opgeheven bij de ingang door het naast de ingang (24 uur) aanwezige bewakingspersoneel en bij de overige deuren door een brandmelding (informatie uit ontruimingsplan versie 1.0 d.d. 02-05-2006).


14


4.1.3 Waarneming tijdens Inspectie Het gebouw is in overeenstemming met de samengestelde gegevens opgebouwd uit meerdere brandcompartimenten. Door het NIFV zijn de aanwezige tekening aangegeven brandwerende scheidingen gecombineerd en zo kon een indeling in brandcompartimenten worden opgemaakt. Op geen van de tekeningen waren van het logiesgedeelte de logieseenheden (slaapkamers) als sub- brandcompartiment aangegeven. (Nb. Wel op de tekeningen van de later geleverde gebruiksvergunning.) De inspectie was er op gericht te beoordelen of de brandveiligheidsvoorzieningen, zoals brandwerende en rookwerende scheidingen, brandbeveiligingsinstallaties e.d. in overeenstemming zijn met het gestelde in de regelgeving en goed waren uitgevoerd. Er is door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra geen oordeel gegeven over de afgegeven bouwvergunning. Daarnaast is beoordeeld of aan het brandveilige gebruik werd voldaan. Hiervoor zijn tevens interviews gehouden om te kunnen bepalen welke activiteit vanuit de organisatie worden ondernomen met betrekking tot onderhoud van de brandveiligheidinstallaties en de interne organisatie bij brand. In de bijlage 4 is een tabel opgenomen die samenvat wat deze inspectie en de interviews totaal aan informatie opgeleverd hebben. De onderstaande tabellen 1 en 2 geven een samenvatting weer van de aspecten zoals zijn opgenomen in de hiervoor genoemde tabel van bijlage 4 met daarbij een oordeel over de uitvoering van de brandveiligheidsvoorzieningen en het brandveilige gebruik. De toelichting op de aspecten is opgenomen in bijlage 3.


15


Tabel 1

aspecten

Ter Apel

opmerkingen

Ove rzicht sca n re sulta te n Bouwk undig (b ouwb esluit)

Beperking van uitbreiding v an 1 brand

--

V erdere beperking van uitbreiding

2 van brand

--

Beperking van verspreiding v an

3 rook

--

de oppervlakken v an de brandcompartimenten voldoen, maar de uitv oering van de w bdbo (technische uitvoering) niet. Bij brand is snelle uitbreiding mogelijk naar andere brandcompartimenten de brandw erendheid (w bdbo) en de technis che uitvoering v an de s ubbrandcompartimenten is niet goed, bij brand is snelle uitbreiding naar andere brandcompartimenten mogelijk de grootte van de rookc ompartimenten voldoet, maar de rookw erendheid ( technische uitv oering) niet. Gebruikers lopen bij brand z eer s poedig gevaar door de mogelijkheid van snelle rookvers preiding

V luchten binnen een rook compartiment en een sub- brand 4 compartiment

++

geen opmerkingen.

5 V luchtroutes

++

geen opmerkingen.

6 Inric hting van rookvrije vluc htroutes 7 Sterkte bij brand

-

de uitvoering v an de rook- en brandw erende deuren in en de brandw erende sc heiding tus sen tw ee vluc htroutes voldoen in enkele gevallen niet. Door het ontbreken van dez e scheidingen lopen gebruikers bij brand mogelijk spoedig gevaar door de kans op onbelemmerde rookv erspreiding. De noodzakelijke gescheiden v luchtroutes kunnen daardoor beide geblokkeerd geraken.

nb

geen of onvoldoende gegevens voor beoordeling aanw ezig.

++

de brandeigenschappen van de in de bouw toegepaste materialen v oldoen.

Beperking van ontw ikkeling v an

8 brand Beperking van het ontstaan v an

9 een brandgevaarlijke situatie

10 Beperking van ontstaan v an rook

+/+

de brandveilige uitvoering v an de sc hac hten en kanalen is op s ommige plaats en onv oldoende. de inrichting (materiaalkeuz e) van de vluc htroute v an de cellen hebben zw aardere eis en dan de rest van het gebouw . De uitvoering hiervan is niet in overeenstemming met de eis en.

V oorkoming en beperking v an 11 ongevallen bij brand

++

het betref t hier de brandw eer lif ten, die zijn niet aanw ezig.

12 Bes trijding van brand

++

de aanw ez igheid en de hoev eelheid aan blus middelen v oldoet.

Elektriciteits- en 13 noodstroomv oorziening

+

14 (nood)V erlichting

+

alleen beoordeling op aanw ezigheid uitgevoerd. De aanw ezigheid van noodverlic hting is beoordeeld, de lichts terkte bij stroomuitval niet. Deze luxmetingen moeten 's -nachts gebeuren, daarom niet beoordeeld op dat aspect.

Voorschriften inzak e b randveiligheidinstallaties (b ouwverordening) 15 Brandmeldinstallatie

++

16 Ontruimingsalarmins tallatie

+

17 V luchtroute aanduiding

+

certif icaat aanw ezig geen certif icaat aanw ezig, geluids sterkte tes t, i.v.m. c ontinuïteit bedrijf , niet mogelijk. Wel bew ijs v an oplevering aanw ezig. Geen geheel oordeel mogelijk De vluc htroute aanduiding is niet geënt op de s pec iale gasten die hier verblijven. Goede voorlichting of begeleiding bij v luchten door het pers oneel noodzakelijk


16


Tabel 2

aspecten

Ter Apel

opmerkingen

voorschriften inzak e het b randveilig geb ruik (b ouwverordening en vergunning) Algemeen

+/-

alleen tekst kopie aanw ez ig, geen bijlagen en tekeningen. Niet v olledig

19 v rij gebruik melding en alarmering

-

ins tructie bew akingspersoneel onv oldoende, gebruik door gasten niet duidelijk

20 v rij gebruik vluchtroutes

-

drukknopen bij nooduitgangen niet logisch en niet gebruiks vriendelijk voor gas ten

--

onderhoud installaties w el op contract maar niet goed uitgevoerd, o.a. brandkleppen, zie ook as pec t 1

--

doorvoeringen niet onderhouden, z ie ook as pec t 1, 2 en 3

18 aanw ezigheid v ergunning

b ijlage 3 b ouwverordening 21 onderhoud ins tallaties e.d. rook en brands cheidingen

22 onderhoud v rijhouden routes brandw eer en 23 blus w ater

24 v rijhouden v luc htroute aanduiding

++ ++

25 logboeken aanw ezig en ingev uld

+/-

geen opmerkingen, buitenterrein ziet er goed uit goed zic htbaar niet alle w erkzaamheden in logboek opgenomen. Ook niet v an alle ins tallaties logboeken

b ijlage 4 b ouwverordening v astzetten brandw erende deuren

26 met kleef magneten 27 uitvoering bekleding en vers iering 28 c ontrole blusmiddelen

-nb +

deuren op diverse ingenieuz e w ijzen f out v as tgezet, stoelen dozen, keggen touw tjes e.d. geen of onv oldoende gegevens van bekend 1 blusser ontdekt die w as v ergeten

b ijlage 2 van toelichting 29 doorlopend toez ic ht

-

30 brandv eiligheidins tructie

-

geen structurele controle op brandv eiligheid, geen kennis bij personeel ov er brandveiligheid algemeen. w ordt niet actief geven aan personeel, w el c onc ept plan aanw ezig maar niet of f icieel ingevoerd.

Renvooi

+

voldoet aan de eisen redelijk, voldoet plaatselijk niet geheel aan de eisen, geen direct veiligheidsprobleem

+/-

net voldoende, voldoet op meerdere plaatsen niet aan de eisen, geen direct algemeen brandveiligheidsprobleem, moet wel opgelost worden

-

onvoldoende, oplossing noodzakelijk om de veiligheid te kunnen waarborgen

--

slecht, zo spoedig mogelijk actie nodig, de veiligheid van gebruikers loopt (bij een brand) mogelijk direct gevaar. niet beoordeeld

++

nb


17


4.1.4 Waarnemingen bij check van gebruikvergunning De door het NIFV ontvangen gebruiksvergunning was niet compleet, niet alle tekeningen van alle bouwlagen waren aanwezig. (begane grond gebouw 1 {C} was niet aanwezig). De gebruiksvergunning bevat voorwaarden die niet in de gebruiksvergunning mogen worden opgenomen. De gebruiksvergunning gaat over het brandveilige gebruik. Er mogen daarom geen voorwaarden in staan over eisen met betrekking tot het aanbrengen van zaken die zijn geregeld in het Bouwbesluit en in de Bouwverordening bij het verlenen van de bouwvergunning. Voorbeelden hiervan zijn: slanghaspels, transparanten, materialen van wanden, noodverlichting, brandwerende scheidingswanden, draairichting deuren en brandwerendheid hoofddraagconstructie. De gemeente heeft als bijlage bij de vergunning, de van kracht zijnde voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de bouwverordening, bijgevoegd. Tegen deze voorwaarden kan de gebruiker n.l. niet in beroep. In de vergunning is er niet gewezen op de mogelijkheid om in beroep te gaan, dit is wettelijk wel verplicht. 4.1.5 Waarnemingen bij check ontruimingsplan Het ontruimingsplan is onderdeel van het calamiteitenplan. In dit calamiteitenplan is tevens opgenomen dat er jaarlijks onderhoud wordt gepleegd aan de brandbeveiligingsinstallaties en de cv / koelinstallaties. De BHV organisatie omvat 49 personen, exclusief de aanwezige bewakers (minimaal 6, waarvan 3 inzetbaar), die ook allen een opleiding en training voor BHV'er hebben. De ploegleiders zijn nog niet opgeleid en aangesteld. In het ontruimingsplan staat aangegeven, dat het personeel op de hoogte moet zijn van het ontruimingsplan, maar de realisatie daarvan is geen onderdeel van het ontruimingsplan. De ontruimingsplattegronden waren nog niet aanwezig in het plan. Er is geen systeem van ontruimingsbegeleiders maar alleen van na controle op achtergebleven personen.

4.2 Schiphol 4.2.1 Algemene beschrijving van het object Het object is gelegen in het kantorengebied van de luchthaven Schiphol. Het object bestaat uit een gebouw met 5 bouwlagen en is gebouwd in 2001. Het gebruik bestaat voor ongeveer 70 % uit een kantoorfunctie. Voor het overige zijn in het gebouw als belangrijkste andere gebruiksfuncties: bijeenkomstfuncties (wachtruimtes) en logiesfunctie ( 8 slaapkamer voor 84 personen maximaal). Op de begane grond is een niet in gebruikzijnde celfunctie met twee cellen gelegen. De gebouwen zijn opgetrokken uit betonnen segmenten en is verder traditioneel afgebouwd. De vooraf gevraagde bouwvergunning is niet ter beschikking gesteld en was ook niet aanwezig op de locatie.


18


4.2.2 Voorbereiding Ten behoeve van de inspectie is daaraan vooraf en studie gemaakt van alle ontvangen documenten. Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra had vooraf aangegeven welke documenten zij graag wilde ontvangen om een goede beoordeling te kunnen geven over het object (zie bijlage 1). Van de gebruiksvergunning zijn slechts de voorwaarden ontvangen (geen bijlagen en tekeningen). De aangeleverde bouwkundige tekeningen waren incompleet, en van een slechte kwaliteit. Dankzij contact met de Rijksgebouwendienst tijdens de controle in Ter Apel zijn een dag voor de controle een set tekeningen met bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen geleverd (gelijk als die van ter Apel). Van het gebouw was de bouwvergunning wel maar de bijbehorende tekeningen niet aanwezig. Ook zijn vooraf geen calamiteiten of ontruimingsplannen specifiek geënt op dit gebouw ontvangen. Wel is het certificaat van de brandmeldinstallatie en de globale beschrijving van de ontruimingsalarminstallatie ontvangen. Het gebouw is op de verdiepingen in gebruik als kantoorfunctie en op de begane grond zijn de opvangfunctie (bijeenkomst) en logiesfunctie voor de asielzoekers gelegen. Een deel van de 4e verdieping is ingericht als de ruimte techniek. De celfunctie ( 2 cellen) is op de begane grond (niet meer in gebruik). De hoogste verblijfsvloer is hoger dan 5 meter. (Nb. Hoogte criterium vanuit het Bouwbesluit.) Het gebouw is voorzien van een luchtbehandelinginstallatie. De aanwezige brandmeldinstallatie is automatisch (rookdetectoren en handbrandmelders bij de brandslanghaspels). Vluchtdeuren zijn voorzien van elektrische sluitingen die ontgrendeld kunnen worden door groene drukknopmelders naast de deur. Via de hoofdingang kan het gebouw worden verlaten via een draaideur met daarnaast een nooddeur (mede ingang minder validen). 4.2.3 Waarnemingen tijdens inspectie Het gebouw is in overeenstemming met de gegevens opgebouwd uit meerdere brandcompartimenten. Op de tekening waren van het logiesgedeelte de logieseenheden (slaapkamers) niet als subbrandcompartiment aangegeven. De inspectie was er op gericht te beoordelen of de brandveiligheidsvoorzieningen, zoals brandwerende en rookwerende scheidingen, brandbeveiligingsinstallaties e.d. in overeenstemming zijn met het gestelde in de regelgeving en goed waren uitgevoerd. Er is door het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra in verband met onvoldoende gegevens geen oordeel gegeven of de afgegeven bouwvergunning correct was. Daarnaast is beoordeeld of aan het brandveilige gebruik werd voldaan. Hiervoor zijn tevens interviews gehouden om te kunnen bepalen welke activiteit vanuit de organisatie wordt ondernomen met betrekking tot onderhoud van de brandveiligheidinstallaties en de interne organisatie bij brand.


19


De wachtruimtes voor de asielzoekers zijn voorzien van sloten die van binnenuit niet door de daar aanwezigen (zonder hulp van buitenaf) kunnen worden ontgrendeld (ook niet in het geval van een calamiteit). In de bijlage 5 is een tabel opgenomen die samenvat wat deze inspectie en de interviews totaal aan informatie opgeleverd hebben. De onderstaande tabellen 3 en 4 geven een samenvatting van de aspecten zoals zijn opgenomen in de hiervoor genoemde tabel van bijlage 5 met daarbij een oordeel over de uitvoering van de brandveiligheidsvoorzieningen en het brandveilige gebruik. De toelichting op de aspecten is opgenomen in bijlage 3. Tabel 3

aspecten

Schiphol

opmerkingen

--

de oppervlakken van de brandcompartimenten voldoen, maar l de uitvoering van de wbdbo (technische uitvoering) voldoet niet. De schachten hebben geen of nauwelijks brandwerendheid.

--

de brandwerendheid en de technische uitvoering van de subbrandcompartimenten is niet goed

3 Beperking van verspreiding van rook

--

de grootte van de rookcompartimenten is goed, maar de rookwerendheid (technische uitvoering) niet.

Vluchten binnen een rook compartiment en een sub- brand compartiment

++

geen opmerkingen.

5 Vluchtroutes

+/-

vluchttrappenhuizen niet uitgevoerd als brand en rookvrij, uitgang één trappenhuis komt niet uit op openbare weg en er liggen obstakels (bouwhekken).

6 Inrichting van rookvrije vluchtroutes 7 Sterkte bij brand

nb

8 Beperking van ontwikkeling van brand

++

Overzicht scan resultaten Bouwkundig (bouwbesluit) 1 Beperking van uitbreiding van brand 2

4

Verdere beperking van uitbreiding van brand

Beperking van het ontstaan van een

9 brandgevaarlijke situatie 10 Beperking van ontstaan van rook 11

Voorkoming en beperking van ongevallen bij brand

12 Bestrijding van brand 13

Elektriciteits- en noodstroomvoorziening

14 (nood)Verlichting

+ ++ ++ ++

hier is vooral het probleem van de uitvoering van de rookwerende deuren en de brandwerende scheiding tussen twee vluchtroutes. geen of onvoldoende gegevens voor beoordeling aanwezig. de bouwmaterialen van het logies gedeelte en celgedeelte (wachtruimtes) kan mogelijk niet voldoen, geen materiaal gegevens bekend. de materialen op risicovolle plaatsen moeten aan hogere eisen voldoen, niet alle schachten en kanalen voldeden aan de gesteld eisen. geen opmerkingen, bouwmaterialen steenachtig en mineraalwoltegels. het betreft hier de brandweerliften, die zijn niet aanwezig en niet verplicht. de aanwezige en hoeveelheid blusmiddelen voldoen.

+

alleen beoordeeld op aanwezigheid.

+

een volledig oordeel is niet mogelijk, lichtsterkte is niet gemeten, wel de aanwezigheid van noodverlichting.

Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties (bouwverordening) 15 Brandmeldinstallatie 16 Ontruimingsalarminstallatie 17 Vluchtroute aanduiding

++ +

certificaat aanwezig geen certificaat aanwezig, test niet mogelijk. Geen bewijs van oplevering vluchtroute aanduiding wel aanwezig maar niet geënt op speciale gasten die daar aanwezig zijn.


20


Tabel 4

aspecten

Schiphol

opmerkingen

voorschriften inzake het brandveilig gebruik (bouwverordening en vergunning) Algemeen 18 aanwezigheid vergunning

-

alleen tekst kopie aanwezig, niet volledig

19 vrij gebruik melding en alarmering

+

wel mogelijk maar niet altijd duidelijk voor gastgebruikers, instructie bewakingspersoneel voor alarmering wel voldoende

-

wel mogelijk maar niet altijd duidelijk voor gebruikers, drukknop wordt ook voor ander doel gebruikt (noodalarm slaapkamers). De vluchtroute via een van de noodtrappenhuizen naar een veilige plaats (verzamelplaats buiten het gebouw) wordt geblokkeerd door bouwhekken in combinatie met de terreinafscheiding. De bouwhekken stonden zodanig dat er ook in de route langs de bouwhekken obsatkels lagen (steunpoten hekken)

--

niet alle onderhoud wordt goed uitgevoerd, b.v. brandkleppen

--

niet alle scheidingen zijn goed onderhouden, b.v. deuropvolging systeem defect

20 vrij gebruik vluchtroutes bijlage 3 bouwverordening 21

onderhoud installaties e.d.

22 rook en brandscheidingen onderhoud 23

vrijhouden routes brandweer en bluswater

24 vrijhouden vluchtroute aanduiding 25 logboeken aanwezig en ingevuld

++ ++ --

geen opmerkingen, geen eigen terrein

-nb +/-

deuren vastgezet met planten bakken e.d.

altijd goed zichtbaar alleen logboek Brandmeldinstallatie aanwezig

bijlage 4 bouwverordening 26

vastzetten brandwerende deuren met kleefmagneten

27 uitvoering bekleding en versiering 28 controle blusmiddelen

geen gegevens bekend wel contract maar enkele blussers "vergeten"

bijlage 2 van toelichting 29 doorlopend toezicht 30 brandveiligheidinstructie

+/-

geen sprake van, geen kennis van de inhoud van de gebruiksvergunning bij personeel weel aanwezig, maar in concept en nog niet bekend gemaakt

renvooi ++ +

voldoet aan de eisen redelijk, voldoet plaatselijk niet geheel aan de eisen, geen direct veiligheidsprobleem

+/-

net voldoende, voldoet op meerdere plaatsen niet aan de eisen, geen direct algemeen brandveiligheidsprobleem, moet wel opgelost worden

-

onvoldoende, oplossing noodzakelijk om de veiligheid te kunnen waarborgen

--

slecht, zo spoedig mogelijk actie nodig, de veiligheid van gebruikers loopt (bij een brand) mogelijk direct gevaar. niet beoordeeld

nb

4.2.4 Waarnemingen bij de scan van de gebruikvergunning De door het NIFV ontvangen gebruiksvergunning was niet compleet (geen tekeningen aanwezig, zoals aangeven op het aanvraag formulier voor de vergunning) en is niet gedateerd. De aanvraag vond plaats op 19-02-2001. Het gebouw mag worden gebruikt om 100 personen te laten overnachten en er mogen in totaal 220 personen aanwezig zijn.


21


De aanvrager heeft een verzoek gedaan voor totaal 120 personen. Alle voorwaarden met betrekking tot het brandveilige gebruik, die bij de gebruiksvergunning zijn bijgevoegd, zijn voorwaarden die al automatisch van kracht zijn op grond van hoofdstuk 6 van de bouwverordening van de gemeente. Tegen deze voorwaarden kan men in tegenstelling tot de aangegeven mogelijkheid in de vergunning (beschikking) niet meer in beroep gaan. De in werking zijnde vergunning verwijst naar een intussen verouderde uitgave van het NVBR. In vergunningvoorwaarde 8 is aangeven, dat de gemeente de kosten voor de controle (handhaving) in rekening gaat brengen bij de vergunninghouder. Toezicht is een wettelijke taak van de gemeente op grond van artikel 100 van de Woningwet. 4.2.5 Waarnemingen bij de scan van het ontruimingsplan Het ontruimingsplan is onderdeel van het calamiteitenplan. In dit calamiteitenplan is tevens opgenomen dat er jaarlijks onderhoud wordt gepleegd aan de brandbeveiligingsinstallaties en de cv / koelinstallaties. De BHV organisatie omvat 15 personen exclusief de aanwezige bewakers (minimaal 4), die ook allen een opleiding en training voor BHV'er hebben. De ploegleiders zijn nog niet opgeleid en aangesteld. In het ontruimingsplan wordt aangegeven, dat ontruimers (ook lid van BHV) te herkennen zijn aan een gele band. In de beschrijving van de uitrusting van de BHV komt deze band niet voor. In het plan is geen plan voor instructie /voorlichting voor gebruikers (alle aanwezige personen) opgenomen.


22


5

Conclusies en aanbevelingen

5.1 Conclusies 5.1.1 Ter Apel Bouwkundig De bouwkundige gebreken in de beide panden betreffen vooral de slechte uitvoering van de brandwerende en rookwerende scheidingen. Hoewel de vluchtroutes voldoen aan de eisen, kunnen hierdoor gebruikers al in een vrij vroeg stadium van brand gevaar lopen te worden verrast door de rookverspreiding en branduitbreiding. De aanwezige onvoldoende uitvoering en de inrichting van de scheiding tussen de diverse vluchtroutes kan dit effect nog vergroten. De uitvoering van de schachten is zodanig dat brand en rook zich ook hierlangs eenvoudig kunnen verspreiden. De grootte van sommige brandcompartimenten is ook meer dan is toegestaan volgens de bouwregelgeving voor nieuwbouw, dit heeft geen directe invloed op de veiligheid. Door het ontbreken of de verkeerde uitvoering en / of plaatsing van brandkleppen ter plaatse van de doorvoeringen van ventilatie kanalen door brandwerende wanden, zal de branduitbreiding niet gestopt worden. Rookverspreiding kan via het kanalenstelsel van de luchtbehandeling eveneens snel plaatsvinden. De inzetmogelijkheden van de brandweer kunnen hierdoor sterk beïnvloed worden: door de rookverspreiding kan redding en blussing bemoeilijkt, zo niet onmogelijk, worden. Een eenmaal ontstane brand in dit pand is mogelijk vrij snel niet meer beheersbaar en zal mogelijk tot een total-loss leiden. Conclusie 1 De bouwkundige en installatie technische gebreken veroorzaken bij brand een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en de hulpverleners. Gebruik Het onderhoud van de installaties gebeurt op sommige onderdelen niet goed. Het uitgevoerde onderhoud wordt niet altijd vastgelegd in een logboek. Hierdoor worden de gebreken, zoals hierboven aangegeven, ook niet opgemerkt. Het vastzetten van brandwerende of rookwerende deuren in geopende stand anders dan met kleefmagneten zal het in de eerste alinea van "Bouwkundig"genoemde effect vergroten. Doordat er geen structureel doorlopend toezicht is op het brandveilige gebruik en op de eventuele


23


effecten van wijzigingen in het pand zijn bovenstaande gebreken en tekortkomingen te verklaren en te voorzien. Het personeel (met uitzondering van de BHV'ers) en de aanwezige gasten zijn niet of onvoldoende op de hoogte van het brandveilige gebruik van het pand. Ze worden daarover ook bij indiensttreding of bij aankomst niet of nauwelijks geïnformeerd. Om bij een calamiteit de noodzakelijke ontruimingsalarmering in werking te stellen moet het personeel, dat daarvoor verantwoordelijk is, goede instructie en oefeningen hebben gehad. Bij navraag bleek het daar aan te ontbreken. Conclusie 2 De slechte staat van onderhoud van o.a. de brandkleppen, het onvoldoende brandveilige gebruik en het ontbreken van doorlopend toezicht op brandveiligheidsvoorzieningen veroorzaakt een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en hulpverleners bij brand. Gebruikvergunning Bij de inspectie was de gebruiksvergunning niet (compleet) beschikbaar op de locatie. Hierdoor wordt niet voldaan aan de gebruiksvoorwaarde als genoemd bij aspect18 (bijlage 3). De door de gemeente afgegeven gebruiksvergunning is niet in overeenstemming met de wettelijke eisen die worden gesteld aan de inhoud van een dergelijke vergunning. In de vergunning zijn voorwaarden opgenomen die niet in een gebruiksvergunning, maar in een aanschrijving op grond van artikel 17 van de Woningwet moeten zijn opgenomen. Conclusie 3 De kwaliteit van de gebruiksvergunning is onvoldoende. Ontruimingsplan Het personeel wordt niet structureel geïnstrueerd over het ontruimingsplan. De ontruimingsplannen waren nog niet compleet en nog niet uitgewerkt. Bij ontruiming wordt geen begeleiding gegeven aan de aanwezigen, er wordt alleen gecontroleerd op achtergebleven personen. Conclusie 4 De huidige uitvoering en training van het ontruimingsplan is nog onvoldoende. De kennis bij de gebruikers en personeel over de toepassing van het plan is onvoldoende.


24


5.1.2 Schiphol Bouwkundig De bouwkundige gebreken in het pand betreffen vooral de slechte uitvoering van de brandwerende en rookwerende scheidingen. Omdat ook de vluchtroutes niet voldoen aan de eisen, kunnen hierdoor gebruikers al in een vrij vroeg stadium van brand gevaar lopen om te worden verrast door de rook- en brandverspreiding. De onvoldoende brandveilige uitvoering van de inrichting van de twee noodtrappenhuizen (deze trappenhuizen voldoen waarschijnlijk niet aan het criterium van een "niet besloten ruimte") kan dit effect nog vergroten. De uitvoering van de schachten is zodanig dat brand en rook zich ook hierlangs eenvoudig kunnen verspreiden. Door het ontbreken en de verkeerde uitvoering en / of plaatsing van brandkleppen, ter plaatse van de doorvoeringen van ventilatie kanalen door brandwerende wanden, zal de branduitbreiding niet gestopt worden. Rookverspreiding kan via het kanalenstelsel van de luchtbehandeling kan eveneens snel plaatsvinden. De inzetmogelijkheden van de brandweer kunnen hierdoor sterk beïnvloed worden: door de rookverspreiding kan redding en blussing bemoeilijkt, zo niet onmogelijk, worden. Een eenmaal ontstane brand in dit pand is mogelijk vrij snel niet meer beheersbaar en zal mogelijk tot een total-loss leiden. De uitvoering van de (grote) wachtruimtes is zodanig dat deze moeten worden beschouwd als een "meermanscel". Om de ruimte te kunnen verlaten is altijd hulp van buitenaf nodig. De inrichting van de ruimte en zijn omgeving voldoen niet aan de eisen voor celfuncties. Conclusie 5 De bouwkundige en installatie technische gebreken veroorzaken bij brand een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en de hulpverleners. De wachtruimtes zijn uitgevoerd maar niet ingericht als een celfunctie, hierdoor lopen gebruikers van deze ruimtes een extra hoog risico bij brand. Gebruik Het onderhoud van de installaties wordt op sommige onderdelen niet goed uitgevoerd. Het gepleegde onderhoud wordt meestal niet vastgelegd in een logboek (van slechts van twee installaties zijn logboeken aanwezig). Hierdoor worden de gebreken, zoals hierboven aangegeven ook niet opgemerkt. Niet alle kleine blusmiddelen zijn op tijd gekeurd. Het vastzetten van brandwerende of rookwerende deuren in geopende stand anders dan met kleefmagneten zal het in de eerste alinea van "Bouwkundig"genoemde effect vergroten.


25


De vluchtroute via een van de noodtrappenhuizen naar een veilige plaats (verzamelplaats buiten het gebouw) wordt geblokkeerd door bouwhekken in combinatie met de terreinafscheiding. De bouwhekken staan zodanig dat in de route, langs de bouwhekken, obstakels liggen (steunpoten hekken). Er is geen structureel doorlopend toezicht op het brandveilige gebruik en op de eventuele effecten van wijzigingen in het pand. Hierdoor worden bovenstaande gebreken en tekortkomingen ook niet opgemerkt. Het personeel (met uitzondering van de BHV'ers) en de aanwezige gasten zijn niet of onvoldoende op de hoogte van het brandveilige gebruik van het pand. Ze worden daarover ook bij indiensttreding of bij aankomst niet of nauwelijks geïnformeerd. Om bij een calamiteit de noodzakelijke ontruimingsalarmering in werking te stellen, moet het personeel, dat daarvoor verantwoordelijk is, goede instructie en oefeningen hebben gehad. Er was hiervoor nog slechts een conceptplan aanwezig. Bij navraag bleek het verantwoordelijke personeel wel te weten hoe op te treden bij een calamiteit de juiste procedures te kunnen volgen. Conclusie 6 De slechte staat van onderhoud van brandveiligheidinstallaties o.a. de brandkleppen, het onvoldoende brandveilige gebruik en het ontbreken van doorlopend toezicht op brandveiligheidsvoorzieningen veroorzaakt een sterk verhoogd risico voor de gebruikers en hulpverleners bij brand. Gebruikvergunning Bij de inspectie was de gebruiksvergunning niet beschikbaar op de locatie. Hierdoor wordt niet voldaan aan de gebruiksvoorwaarde als genoemd bij aspect18. Ook de in een eerder stadium ontvangen gebruiksvergunning was niet compleet. Er kan dan ook geen conclusie worden getrokken over de kwaliteit van de vergunning Conclusie 7 De kwaliteit van de gebruiksvergunning kon niet worden beoordeeld. Ontruimingsplan Het personeel en gasten worden niet structureel geïnstrueerd over het ontruimingsplan. De ontruimingsplannen waren nog niet compleet en nog niet uitgewerkt. Deze gebreken kunnen de conclusie zoals bij het bouwkundig is getrokken versterken. Conclusie 8 De huidige uitvoering van het ontruimingsplan is nog onvoldoende. De kennis bij de gebruikers over de toepassing is onvoldoende.


26


5.2 Aanbevelingen 5.2.1 Ter Apel Naar aanleiding van conclusie 1 Aanbeveling 1 Het is noodzakelijk de uitvoering van de brandwerende en rookwerende scheidingen in het gehele gebouw te controleren en waar nodig te repareren, aan te passen of te verbeteren. Hierbij kan als uitgangspunt worden genomen de in de gebruiksvergunning aangegeven brandwerende scheidingen. Aanbeveling 2 Het is noodzakelijk om in alle doorvoeringen van ventilatiekanalen door brandwerende scheidingen brandkleppen aan brengen zoals beschreven in hoofdstuk 13 van het boek "Brandbeveiligingsinstallaties" van de NVBR. Aanbeveling 3 Het is noodzakelijk de brandwerendheid van deuren in brandwerende scheidingen te controleren. Tevens moet worden gecontroleerd of de deuren (bij brand) goed en zelf sluiten. Aanbeveling 4 Het is noodzakelijk de rookwerendheid van deuren in rookwerende scheidingen te controleren. Tevens moet worden gecontroleerd of de deuren (bij brand) goed en zelf sluiten. Naar aanleiding van conclusie 2 Aanbeveling 5 Het is aan te bevelen structureel en gepland onderhoud plegen aan brandbeveiligingsinstallaties en kleine blusmiddelen. Dit onderhoud als gebruiker ook steekproefsgewijs te controleren. Aanbeveling 6 Het is volgens de gebruiksvoorwaarden verplicht de activiteiten, die zijn gedaan bij het onderhoud aan installaties, vast te leggen in een logboek. Aanbeveling 7 Het is aan te bevelen een systeem van werkbriefjes in te stellen voor werkzaamheden in het gebouw, zodat zo spoedig mogelijk na de werkzaamheden kan worden gecontroleerd of geen brandveiligheidsvoorzieningen teniet zijn gedaan. Zo nodig kunnen reparaties aan de brandveiligheidsvoorzieningen aansluitend worden uitgevoerd.


27


Naar aanleiding van conclusie 3 Aanbeveling 8 Het is aan te bevelen de gemeente Vlagtwedde verzoeken om een nieuwe gebruikvergunning, die wel voldoet aan de wettelijke eisen. Naar aanleiding van conclusie 4 Aanbeveling 9 Het is noodzakelijk het ontruimingsplan af te maken, volgens het model dat het Ministerie heeft uitgebracht. Het definitieve plan kan worden getoetst door de plaatselijke brandweer. Dit plan moet tenminste één maal per jaar worden geoefend. Aanbeveling 10 Het is aan te bevelen het personeel en de gasten op de hoogte brengen van de noodzaak en uitvoering van het brandveilige gebruik. De voorlichting hierover kan bij indiensttreding of bij binnenkomst worden gedaan. Aanbeveling 11 Het is noodzakelijk personeel en gasten op de hoogte brengen en waar nodig trainen in "wat te doen bij brand". 5.2.2 Schiphol Naar aanleiding van conclusie 5 Aanbeveling 12 Het is noodzakelijk de uitvoering van de brandwerende en rookwerende scheidingen in het gehele gebouw te controleren en waar nodig te repareren, aan te passen of te verbeteren. Voor deze controle kan als uitgangspunt worden genomen de, op de ontvangen tekeningen van de Rijksgebouwendienst, aangegeven brandwerende scheidingen. Aanbeveling 13 Het is noodzakelijk in alle doorvoeringen, van ventilatiekanalen, door brandwerende scheidingen brandkleppen aan brengen zoals beschreven in hoofdstuk 13 van het boek "Brandbeveiligingsinstallaties" van de NVBR. Aanbeveling 14 Het is noodzakelijk de brandwerendheid van deuren in brandwerende scheidingen te controleren. Tevens moet worden gecontroleerd of de deuren (bij brand) goed en zelf sluiten.


28


Aanbeveling 15 Het is noodzakelijk de rookwerendheid van deuren in rookwerende scheidingen te controleren. Tevens moet worden gecontroleerd of de deuren (bij brand) goed en zelf sluiten. Aanbeveling 16 Het is aan te bevelen van de noodtrappenhuizen te laten bepalen of ze mogen worden beschouwd als "niet besloten ruimte" (zie hiervoor het Bouwbesluit 2003, artikel 2.169). Indien daaraan niet wordt voldaan moet het trappenhuis worden aangepast aan de eisen van "een niet besloten ruimte" of moet worden voldaan aan artikel 2.158 van het Bouwbesluit Aanbeveling 17 Het is aan te bevelen de wachtruimtes zodanig inrichten dat de aanwezigen zelfstandig kunnen vluchten. Indien dat niet mogelijk is, moet de wachtruimtes en de omgeving worden aangepast aan de eisen, volgens het Bouwbesluit, voor celfuncties. Naar aanleiding van conclusie 8 Aanbeveling 22 Het is noodzakelijk het ontruimingsplan af te maken, volgens het model dat het Ministerie heeft uitgebracht. Het definitieve plan kan worden getoetst door de plaatselijke brandweer. Dit plan, moet tenminste één maal per jaar worden geoefend Aanbeveling 23 Het is aan te bevelen het personeel en de gasten op de hoogte brengen van de noodzaak en uitvoering van het brandveilige gebruik. De voorlichting hierover kan bij indiensttreding of binnenkomst worden gedaan. Aanbeveling 24 Het is noodzakelijk personeel en gasten op de hoogte brengen en waar nodig trainen in "wat te doen bij brand"


29



30


Bijlage 1 Opgevraagde documenten ter voorbereiding Bouwkundige tekeningen (bouwvergunning) met daarop de brandveiligheidsvoorzieningen zoals rook- of brandwerende scheidingen, rook- of brandwerende deuren, de brandcompartimentering e.d. De complete gebruiksvergunning inclusief bijbehorende tekeningen Tekening met daarop aangegeven de plaats van de slanghaspels, vluchtroute aanduiding (transparanten) en ruimtes met noodverlichting. Programma van eisen van de brandmeldinstallatie en de ontruimingsalarminstallatie Overzichtstekening van het complex met terrein.


31



32


Bijlage 2 Foto's van situaties van aspecten ter Apel

Aspect 1, brandscheiding, niet brandwerend of onvoldoende brandwerend.

Aspect 2, geen brandklep in scheiding tussen slaapkamer en de gang.

Aspect 3, spleet in rookwerende scheiding of borstel als rookwerende scheiding.


33


Aspect 21, onderhoud installaties, brandklep vastgezet met pur of met bouwplaat.

Aspect 17, druknop naast loopdeur, bordje "uit" boven draaideur.

Aspect 28, keuring kleine blusmiddelen, over tijd.


34


Foto's van situaties van aspecten Schiphol

Aspect 1, brandscheiding, niet meer brandwerend.

Aspect 1, afdichten opening in brandwerende scheiding, onderaanzicht en bovenaanzicht, met goed- keuringsticker van leverancier.

Aspect 1, brandklep verkeerd geplaatst, tussen brandklep en brandmuur links een niet brandwerend kanaaldeel.


35


Aspect 1, verspringende brandwerende scheiding, de deur staat scheef op de muur en is brandwerend, Boven het plafond is brandwerende scheiding in verlengde van de muur doorgetrokken. Hierdoor ontstaat open verbinding in brandscheiding (zie pijl).

Aspect 5, noodtrappenhuizen, ventilatie openingen onvoldoende om te kunnen voldoen aan de criteria van "niet besloten ruimte".


36


Aspect 21 onderhoud installaties, brandklep nog nooit getest, het plastic zit er vanaf de bouw op.

Aspect 26, deur vastgezet met keg.


37



38


Bijlage 3 Toelichting bij tabel 1 t/m 4. Voor en totaal overzicht van de eisen per aspect zie ook de voorwaarden per aspect in de checklist van bijlage 4. Hieronder staat in het kort de inhoud van ieder aspect. In bijlage 2 geven de foto's voorbeelden van situaties weer, die werden aangetroffen van de diverse aspecten. Aspect 1 De brandwerende scheidingen noodzakelijk om de uitbreiding van brand te voorkomen zijn niet goed uitgevoerd. Er was bij bijna elke scheiding die is gecontroleerd wel een uitvoeringsprobleem. De eisen die aan dergelijke scheidingen worden gesteld zijn opgenomen het bouwbesluit die voor de uitvoering verwijst naar de NEN 6068. In de praktijk betekent dat in brandwerende scheidingen geen openingen aanwezig mogen zijn. De samenstelling van de constructie moet zodanig zijn dat deze de hitte en rook van brand tegenhoudt. Omdat zowel deuren in deze scheiding zitten en ventilatiekanalen door deze scheidingen heen gaan, moeten daarvoor speciale maatregelen worden getroffen. Dit is nodig om te blijven voldoen aan de hiervoor genoemde eisen. Zo moeten o.a. deuren brandwerend en zelfsluitend zijn, in de ventilatiekanalen moet ter plaatse van de scheiding een brandklep worden aangebracht. Aspect 2 Dit aspect gaat ook over brandwerende scheidingen maar dan van zogenaamde subbrandcompartimenten. Dit zijn in dit gebouw de slaapkamers en de cellen. Aspect 3 Bij brand is rookverspreiding de grootste bedreiging voor de gebruikers. Brandwerende scheidingen zijn ook rookwerende scheidingen. In een groot gebouw zijn de loopafstanden binnen een brandcompartiment echter soms te groot om nog veilig te kunnen vluchten. In dat geval moeten op sommige plaatsen extra rookwerende scheidingen worden aangebracht. Deze rookscheidingen zijn allen bedoeld om gedurende de ontruimingstijd de rook tegen te houden. Deze scheidingen moeten dus rookdicht (geen gaten) en als er deuren in zitten, moeten die zelfsluitend zijn. Aspect 4. Bij brand moeten aanwezigen voldoende snel kunnen vluchten hiervoor zijn eisen gesteld aan onder andere breedte van deuren, loopafstanden en aantal uitgangen. Aspect 5 Het belangrijkste uitgangspunt op vluchtgebied is: er moeten in principe altijd twee onafhankelijke vluchtroutes zijn (uitzondering zijn onder voorwaarden mogelijk). Deze vluchtroutes moeten buiten uitkomen. Aspect 6.


39


De inrichting van de vluchtroutes moet zodanig zijn dat ze veilig gebruikt en snel gepasseerd moeten kunnen worden. Aspect 7 Om te voorkomen dat een gebouw bij brand te snel instort worden eisen, met betrekking tot brandwerendheid tegen bezwijken, gesteld aan de draagconstructie. Aspect 8 Bij brand zijn het mede de bouwmaterialen die branden. Opdat een brand zich niet te snel langs deze materialen kan ontwikkelen, worden eisen gesteld aan de brandbaarheid van de bouwmaterialen. Aspect 9 Op sommige plaatsen in een gebouw zijn de risico's op het ontstaan van brand groter, b.v. bij een schoorsteen. Op die plaatsen worden extra eisen gesteld aan de brandbaarheid van materialen. Aspect 10 Bij brand ontstaat altijd rook, afhankelijk van de plaats waar materialen worden toegepast mogen ze bij brand meer of minder rook produceren. Aspect 11 Bij brand moet de brandweer soms reddend optreden. In dit aspect zijn de voorwaarden opgenomen voor maatregelen, die de brandweer daarbij ondersteunen. Aspect 12 Hier worden de noodzakelijk blusmiddelen voorgeschreven Aspect 13 Verlichting is noodzakelijk om te allen tijde voldoende zicht te hebben om te kunnen vluchten. Aspect 14 Noodverlichting is nodig als de stroom uitvalt. Aspect 15 Om snel brand te kunnen melden of te ontdekken zijn brandmeldinstallaties nodig in gebouwen waar veel mensen zijn of slapen. Aspect 16 Ontruimingsalarminstallaties zijn nodig in gebouwen waarin een brandmeldinstallatie is vereist. Aspect 17 Vluchtroutes zijn niet altijd bekend, door ze aan te geven hoeven mensen bij een calamiteit de uitgang niet te zoeken. Aspect 18 Om goed te kunnen omgaan met brandveilig gebruik, moet de gebruiker de beschikking hebben over de vergunning. Aspect 19 Om op een calamiteit te kunnen reageren is een goede melding- en alarmeringsprocedure noodzakelijk. Aspect 20 Vluchtroutes moeten vrij blijven van opslag e.d.


40


Aspect 21 Onderhoud van installaties is noodzakelijk om ze ook bij b.v. een brand goed te laten functioneren. Aspect 22 De brand en rookwerende scheidingen behoeven onderhoud om zeker te zijn dat ze bij brand ook hun functie kunnen uitoefenen. Aspect 23 Bij brandbestrijding is het bluswater een noodzaak Aspect 24 Vluchtroutes moeten herkenbaar zijn, bij ontvluchten moeten vluchtroutes duidelijk zijn . Aspect 25 Door het invullen van logboeken is ook achteraf een goede check mogelijk op de uitvoering van het noodzakelijk onderhoud. Aspect 26 Als in verband met het dagelijkse gebruik brand- of rookwerende deuren open moeten staan, mag dat alleen maar met technische hulpmiddelen, die de deur dichtsturen bij brand. Aspect 28 Blusmiddelen kunnen bij een beginnende brand erger voorkomen, ze moeten dan wel goed werken. Aspect 29 Door doorlopend toezicht te houden op de uitvoering van alle brandveiligheidseisen en actie te ondernemen bij een ontdekte onvolkomenheid, wordt de kans op brand kleiner en zal het effect van een brand ook kleiner zijn. Aspect 30 Personeel moet weten wat te doen om brand te voorkomen, hoe brandveilig te gebruiken en wat te doen bij brand. Daardoor zal de totale brandveiligheid worden verhoogd.


41



42


Bijlage 4 Toetsingstabellen ter Apel Afdeling 2.13.

Gebruiksfunctie’s

celfunctie logiesfunctie kantoorfunctie

Ter Apel, gebouwen C en D

Beperking van uitbreiding van brand § 2.13.1. Nieuwbouw T

NT

R

NR

V

VN

Artikel 2.103 lid 1 Artikel 2.103 lid 2 beschrijving

aspect Artikel 2.104 lid 1

x

Artikel 2.104 lid 2

x

Artikel 2.104 lid 3

x

Artikel 2.105 lid 1 Artikel 2.105 lid 4

x x

x

x

x

x

gekwantificeerde grenswaarden bij AZC ter Apel

ruimten liggen in brandcompartiment

elke besloten ruimte, muv toilet-, badruimte, meterruimte en gebouw is brandcompartiment opstelplaats stooktoestel (geen stookruimte zijnde)

technische ruimte, opslag gevaarlijke stoffen, en stookruimte liggen in brandcompartiment

tech. ruimte > 50 m2, opslag stoffen volgens MR en stookruimte (> 130 KW)

zie beschrijving

x x

x

rook en brandvrije vluchtroute

liggen niet in brandcompartiment

brandcompartiment

over niet meer dan 1 perceel

Brandcompartiment opp.

tabel 2.103 ( 1000 m2 en logies500 m2)

Stookruimte is brandcompartiment

als voldoet aan art. 4.48 (> 130 kW)

Artikel 2.105 lid 7

x

Artikel 2.105 lid 8

x

Artikel 2.105 lid 9

Artikel 2.105 lid 10

x

x

x

x

x

x x

x

technische ruimte brandcompartiment

> 50 m2

opslag brandcompartiment

brandgevaarlijkr stoffen MR

zie beschrijving

Op de tekeningen zijn geen brandcompartimenten aangegeven, maar uit de plattegrond blijkt dat niet wordt voldaan aan de maximale grootte van en brandcompartiment voor o.a. logies gedeelte de stookruimte was uitgevoerd als apart brandcompartiment de TD-ruimtes waren wel uitgevoerd als brandcompartiment er is geen opslag gevaarlijke goederen in dit gebouw.

Brandcompartiment oppervlakte verdeling in cellengebouw

77 % van opp. totale gebruiksopp. aan bc van gebouw waarin celfunctie. Niet als tussen sub-bc'en, gem. ruimten (art. 2.116) en celfunctie wbdbo 60 minuten. Dan kan tussen gem. verkeersruimte en celfunctie 30 minuten, als de gem. verkeersruimte 2 toegangen, en afstand tussen toegangen > 5 m. Nb. onder deur mag opening tussen cel en gem. verkeersr. onderzijde max. 0,02 m2 en max 5 cm hoog zie beschrijving

Er waren slecht twee celfuncties in dit gebouw, ophoudcellen) de omgeving van deze cellen voldeed aan deze eis.

< 500 m²

voldoet niet, het oppervlakte van het brandcompartiment waarin de subbrandcompartimenten van celfunctie liggen is groter dan 500 m²

x

zie beschrijving zie beschrijving

x

x

x brandcompartiment waarin sub-bc volgens art. 2.116 (celfunctie)

Artikel 2.106 lid 1

x

x

gebruiks-opp. < 500 m2

wbdbo tussen bc en; bc, besloten ruimte waardoor brand en rook gevrijwaarde vluchtroute en niet besloten veiligheidstrappenhuis.

60 minuten

afw. 1e lid wbdbo

zie beschrijving Artikel 2.106 lid 3

x

x

x

Artikel 2.106 lid 5

x

x

bepalen wbdbo op erfscheiding

30 minuten tussen brandcomp. en brandcomp. op zelfde perceel, en maximale hoogte vloer VG (zie tabel 2.103) spiegelsymmetrie

Artikel 2.106 lid 7 Artikel 2.107

x x

x

Brandgevaarlijke opslag volgens MR beweegbaar deel bij brandcompartimenten

lid 3 geldt niet voor bc met deze opslag Inwendigscheiding alleen zelfsluitende deur

x

x

Afdeling 2.14. Verdere beperking van uitbreiding van brand § 2.14.1. Nieuwbouw

x

x

Artikel 2.116 lid 2

x

x

Artikel 2.116 lid 5

x

x

Artikel 2.117 lid 1

x

Artikel 2.117 lid 2 Artikel 2.117 lid 3 Artikel 2.118 lid 1

30 minuten

voldoet niet, de uitvoering van de brandwerende wanden en de aansluitingen daarvan en doorvoeringen daarin was vrijwel op elke gecontroleerde scheiding niet goed uitgevoerd. (geen of onvoldoende brandwerendheid) De verlaging zou mogen worden toegepast, zie ook vorig punt

zelfsluitend

gebouw ligt geheel vrij, buitenwanden geen eis met betrekking tot brandwerendheid. niet aanwezig deuren zijn zelfsluitende, maar die sluiten in veel gevallen niet goed

zie beschrijving

slaapkamer en cellen zijn sub brandcompartimenten

niet van toepassing

aleen voor logiesgedeelte en cellen

…………………………………….. T NT R NR V


in het gebouw zijn geen rook en brandvrije vluchtroutes aanwezig c.q. voorgeschreven gebouwen liggen op 1 perceel

x

< 500 m² x

wel brandcompartiment maar niet goed uitgevoerd

x zie beschrijving

Artikel 2.105 lid 6

aangetroffen voldoet

VN

x

Ligging niet gem. VG

in sub-brandcompartiment

Ligging gem. VG


x

Ligging sub-brandcompartiment

in brandcompartiment

x

x


maximaal in 1 brandcompartiment

x x x

x x x

x x x

Omvang in sub-bc van 2.116 lid 1 sub-brandcompartiment grootte wbdbbo tussen sub-bc en besloten ruimte

alleen niet gem. ruimte van 1 gebruiksfunctie max. 500 m2 tabel 2.115 (30 of 60 minuten)

Artikel 2.118 lid 5

x

x

x

Artikel 2.119

x

x

x

opening onder deur sub-bc ( cel en gezondheidszorg functie) beweegbaar deel tussen sub brandcompartiment

geen wbdbo eis voor onder deur 0,02 m2 (max. hoogte 0,05 meter t.o.v. vloer ) Inwendige scheiding zelfsluitende deur

x

zie beschrijving niet van toepassing


gemeenschappelijke ruimte moet sub brandcompartiment zijn, is niet zo uitgevoerd ieder sub brandcompartiment ligt in een brandcompartiment

30 minuten

de scheiding van het sub-brandcompartiment is ook de scheiding van het brandcompartiment voldoet voldoet de uitvoering van de brandwerende scheidingen is niet voldoet

opening maximaal 5 mm hoog

spleet onder deur mag, alleen bij cellen

zelfluitende deur

Deuren van slaapkamers waren niet zelfsluitend

niet van toepassing alleen cellen of logies 500 m²

43


Afdeling 2.16. Beperking van verspreiding van rook §2.16.1. Nieuwbouw T Artikel 2.134 lid 1 Artikel 2.134 lid 2 Artikel 2.135 lid 1

NT

x

R

NR

x

V

VN

x

indeling brandcompartimenten

in 1 of meer rookcompartimenten niet van toepassing

Artikel 2.135 lid 2

x

Artikel 2.136 lid 2

x

x x

Artikel 2.136 lid 3

x

Artikel 2.136 lid 4

x


x x

x

Artikel 2.137

x

x

Artikel 2.138

gebouwen vloer VG > 50 meter x

x

x x x x

x

x

x

x

Afdeling 2.17. Vluchten binnen een rook -compartiment en een sub- brand compartiment § 2.17.1. Nieu wbouw T NT R NR V Artikel 2.145 lid 1 Artikel 2.145 lid 2 Artikel 2.146 lid 8

loopafstand tussen punt in verblijfsgebied en toegang in rookcompartiment loopafstand tussen punt in verblijfsruimte en toegang in rookcompartiment hoogteverschil in looproute in rookcompartiment

x

x

in het zelfde rookcompartiment wrd rookcompartiment

30 minuten

x

breedte = {opp. in m2 } maal {waarde van tabel 2.145.1}, en

draairichting deuren toegang VG en VR


x x

x x

x x


x x

x x

x x

loopafstand punt VR en toegang VR loopafstand punt ruimte en toegang ruimte met brandb. stoffen volgens MR uitvoering toegang van lid 10


x

x

x


x

x

x

x

30 minuten

niet aanwezig de uitvoering van vrijwel geen enkele gecontroleerde scheiding voldoet

zelfsluitend

deuren van slaapkamers waren niet zelfsluitend

zelfsluitend constructie (dus ramen, deuren, luiken mogen)

> 850 mm niet tegen vluchtrichting als vloeropp. > waarde in tabel

x

Artikel 2.148 lid 3

niet van toepassing

vrije doorgang van toegang VG en VR

x

x x

niet van toepassing 22,5 meter

gebouw lager dan 50 meter loopafstanden binnen rookcompartiment voldoen loopafstanden binnen rookcompartiment voldoen ie niet aanwezig als enige vluchtroute binnen rookcompartiment voldoet bij cellen

VN

x

x x

< 30 meter 30 meter

22,5 meter 12 meter

beweegbaar constructie onderdeel in inwendige scheiding rookcompartiment

niet van toepassing

maximaal 4 meter

afwijking lid 2, loopafstand hoogte verschil tussen vloeren verblijfsgebieden

Artikel 2.146 lid 9


voor trappenhuizen verkeersruimte 2 meter lang. Indien besloten als rookcompartiment. Afstand volgens tabel 2.134, bij loopafstand geen rekening houden met constructie die geen bouwconstructie is en tabel 2134, werkelijke looproute

Ieder brandcompartiment is ook een rookcompartiment

afw. lid 12, voor VR in sub-bc , geen eis

ligt VR in sub-brandcompartiment

aanvulling lid 1 t/m 4, 10 en 12, als twee toegangen nodig "doodlopend eind" binnen rookcompartiment

afstand omnderling toegangen > 5 m.

x

afstand stookplaats - trap aantal toegangen rookcompartiment

x

vrije doorgang van toegang rookcompartiment

20 meter b - zie beschrijving niet van toepassing

niet aanwezig voldoet binnen een sub brandcompartiment geen verdere eisen

> 5 meter

niet van toepassing

15 meter niet van toepassing

niet van toepassing

15 meter van deur VR naar uitgang rookcompartiment verticale projectie > 1,5 m > 2 als gebruiksopp. > waarde tabel 2.145.2

verkeersoute volgens lid 2 twee toegangen

voldoet, rookcompartimenten > 750 m² hebben 750 m² twee uitgangen breedte = {opp in m2 } maal {waarde van tabel 2.145.2}, en zie beschrijving voldoet > 850 mm niet tegen vluchtrichting als vloeropp. < waarde in tabel aangewezen oppervlakte > 187 m² voldoet 2.145.2 niet tegen vluchtrichting als niet toegestaan bij art. 2.146 lid 9 waarde van tabel 2.145.2 gangen mogen zonder onderbreking of uitgang niet langer zijn dan 40 meter kantoorgedeelte en 30 meter logies gedeelte de gangen voldoen niet van toepassing toegangen afstand > 5 meter

rookvrije vluchtroute tot openbare weg

rv-route vrij doorgaand tot openbare weg, deuren te openen

gem. rv-route celfunctie rv-route rv-route vanaf toegang rc,

(geen sleutels) naar ander bc naar ander bc minimaal twee routes, die nergens samenvallen (muv bij

zie beschrijving zie beschrijving zie beschrijving

uitgang). Een eis bij opp. rc < 250 m2, waarin geen VR rookcompartiment heeft meer dan 1 toegang, > 2 routes vallen niet samen samenvallende routes in veiligheidstrappenhuis

niet van toepassing twee uitgangen per rookcompartiment

Artikel 2.148 lid 4

x

x

draairichting deuren toegang rookcompartiment

Artikel 2.148 lid 5

x

x

draairichting deuren toegang rookcompartiment

Artikel 2.148 lid 6

x

x

afstand tussen toegangen besloten ruimte als

Artikel 2.148 lid 7

x

x

2.145.1 < waarde tabel 2.145.1 < 20 meter a - toegang rookcompartiment,

uitgangen en doorgangen breed genoeg, met uitzondering van de toegang- tourniquetten bij hoofdingang gebouw D de oppervlakten aangewezen op uitgangen 125 m² cel en logies gedeelte, 375 weren voldoende klein om hier geen eis aan te m² kantoor gedeelte aangewezen hoeven stellen 20 meter < 20 meter

niet van toepassing

Afdeling 2.18. Vluchtroutes §2.18.1. Nieuwbouw T Artikel 2.153 lid 1 Artikel 2.153 lid 2 Artikel 2.154 lid 1

x

NT

R

NR

x


x x x

x x

Artikel 2.156 lid 2

x

x

Artikel 2.156 lid 3

x

V

x

x x x

x x


x x x

x x x

Artikel 2.156 lid 9

x

x

VN

bij opp. rc < 250 m2 ,waarin geen VR geen eis afw. lid 1 en 2; 1 vluchtrouteroute afw. lid 1 t/m 3 ivm veiligheidstrappenhuis afw. lid 1; samenvallende vluchtoutes rc afw. lid 1; samenvallende vluchtoutes rc


x

x

bij toepassing lid 6; maximale lengte samenvallende vluchtroutes van rookcompartiment hoogte verschil tussen vloer in verblijfsgebied en meetniveau als bij lid 7 vluchtroute

Artikel 2.158

x

x

vluchtrappenhuis > 8 meter overbrugt

rv routes . opp. rc < waarde van tabel 2.153 brand en rv-route en opp. rc < waarde van tabel 2.153 lengte samenvallende routes < als in tabel 2.153, in veiligheidstrappenhuis samenvallend geen eis.

voldoet niet, plaatsing drukknoppen bij uitgang soms vreemd, drukknoppen niet helder voor gebruikers voldoet voldoet een rookcompartiment heeft twee uitgangen dan kijken naar volgende artikel voldoet

zie beschrijving 30 75 187,5 450 1125 m² 120 300 750 1800 4500 m²

niet van toepassing niet van toepassing

30 20 15 5 meter

niet van toepassing

hoogteverschil < 12,5 meter, voor logies, portiekuitvoering kan gemeenschappelijk zijn ruimte uitgevoerd als brand en rookvrij


niet van toepassing

niet van toepassing



44


Afdeling 2.19. Inrichting van rookvrije vluchtroutes § 2.19.1 Nieuwbouw T

NT

R

NR

V

VN

Artikel 2.166 lid 1 Artikel 2.166 lid 2 Artikel 2.167 lid 1 Artikel 2.168 lid 1

x x

x x

Artikel 2.168 lid 2 Artikel 2.169

x x

x

Artikel 2.170 lid 1

x


x x

x x

x x

draairichting deur in rv-route draairichting deur in rv-route

Artikel 2.172

x

x

x

afstand tussen toegangen van een besloten rvroute, woningen, logies opvangcapaciteit van rv route

Artikel 2.173

x x x

x

x x

x

afmetingen doorgang rv-route wbdbo tussen rv -routes verbinding tussen rv-routes niet besloten rv-route

vuurlast veiligheidstrappenhuis

x

vrije doorgang breedte > 0,85 m en hoogte > 2,3 m 30 minuten, muv samenvallende routes art. 2.156 lid. 1 en 2 en art. 2.157 lid 1 inwendige scheiding; (bewegend) zelfsluitende deuren Voldoende zicht (100 m), tem (< 45 °C) en straling (< 1kW/m2) {perm. vuurlast (NEN 6090)} maal {netto vloer opp./ bouwlaag } = < 3500 MJ

zie beschrijving 30 minuten zelfsluitend

voldoet de uitvoering van de brandwerende scheidingsconstructies is niet goed. sommige deuren sluiten niet goed

niet van toepassing

er is geen sprake van niet besloten ruimtes

niet van toepassing niet tegen vluchtrichting als gebruiksopp.aan 30 75 187,5 450 1125 m² rookcompartiment > waarde in tabel 2.145.1volgens art. 2.148 draairichting / schuiven niet tegen vluchtrichting als niet toegestaan

niet van toepassing voldoet.

nooddeur geen schuifdeur

voldoet

30 meter

voldoet in logies gedeelte heeft alleen effect voor hoge trappenhuizen, berekening niet nodig.

loopafstand < 30 m ministeriele regeling (onvolledig) wordt NEN

niet van toepassing Afdeling 2.2 Sterkte bij brand § 2.2.1. Nieuwbouw T Artikel 2.8 lid 1 Artikel 2.8 lid 2 Artikel 2.9 lid 1

x

Artikel 2.9 lid 4

x

Artikel 2.9 lid 5

x

NT

R

NR

x

V

VN

x

strekte bouwconstructie bij brand rv route

brandwerendheid 30 minuten

brandwerendheid op bezwijken hd-constructie

gebouw vloer vg > 5 meter , 90 minuten

brandwerendheid op bezwijken hd-constructie

waarde volgens tabel 2.9.2.

90 minuten

voldoet, gezien uitvoering constructie, geen berekening van gezien geen vloer VG > 5 meter, twee bouwlagen maximaal, dus geen eis

vloer < 5 meter= 60 minuten

niet te bepalen , zonder goede gegevens van constructie, deze waren niet aanwezig, voor deel van logies is er wel een eis,

vuurlast < 500 MJ

geen vuurlast bepaling aanwezig, ook niet gedaan. Inschatting in verband met bouwwijze < 500 MJ, dus eis vorige lid 30 minuten

klasse 1 (rv route ) en klasse 3 overige, kantoor klasse 4

klasse 1 in rookvrije vluchtroute van logies niet voldoet, ivm de deuren (hout), in cel geen klasse 3 (multiplex plafond , overige voldoet

klasse 4 klasse 2 > bij 13 meter

voldoet geen gevel > 13 meter

gevel klasse 1

geen vloeren van verblijfsgebieden > 5 meter

rv routes 30 minuten

Artikel 2.9 lid 6

x x

x

?

x

x

verlagen brandwerendheid van lid 4 en5 ivm

vuurlast < 500 MJ/m2

lage vuurlast Afdeling 2.12. Beperking van ontwikkeling van brand §2.12.1 Nieuwbouw T Artikel 2.91 lid 1 Artikel 2.91 lid 2 Artikel 2.92

NT

x

Artikel 2.93 lid 1

x


x x

Artikel 2.94 lid 2

x

Artikel 2.95 lid 1

x

R

NR

x

V

VN

x

x

constructie onderdeel binnenkant

x

constructie onderdeel buitenzijde muv deuren en ramen gevel hoger 13 meter gevel van gebouw met vloer verblijfsgebied > 5 meter brandvoortplanting bovenzijde vloer, trap,

x x x

x

klasse tabel 291

klasse tabel 2.91klasse 4 klasse 2 0-2,5 meter klasse 1 waarde tabel 2.91

hellingbaan 5% van de toegepaste materialen bij art. 2.92 t/m 5 % verspreid over ruimte

x

art. 294 geen eis

voldoet. Nb. Geldt alleen voor bouwconstructie T-1 (rv route) en T-2 overig niet voor vloerbedekking e.d. aanwezigheid kleine hoeveelheid materiaal dat niet voldoet aan vorige eisen voldoet

Afdeling 2.11. Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie §2.11.1. Nieuwbouw T

NT

R

Artikel 2.81 lid 1 Artikel 2.81 lid 2 Artikel 2.82

x

Artikel 2.83

x

x

Artikel 2.84 lid 1 Artikel 2.84 lid 2 Artikel 2.84 lid 3 Artikel 2.85 lid 1 Artikel 2.85 lid 2

x x x x x

x x x x x

NR

V

VN

x

stookplaats x

x x x x x

kanaal, schacht > 0,015 m2, niet uitsluitend bestemd voor boven elkaar liggende toilet/badruimtes rookkanaal rookkanaal rookkanaal dak bij dak, bij hoogte vloer gebruiksfunctie < 5 m en

onbrandbaar materiaal bij stookplaats, als maximale straling > 2 KW/m2, of temp >363 K. materiaal over dikte 1 cm onbrandbaar

brandveilig vlgs, NEN 6062;. bij temp in materiaal mogelijk > 363 K , onbrandbaar horizontale uitmonding tot brandgev. dak > 15 m niet brandgevaarlijk vloer > 5 m en afstand tot erfscheiding > 15 m

afstand t.o.v. erfscheiding >15m geen eis


niet van toepassing

onbrandbare schachten onbrandbare rookkanaal maximale temp dak niet brandgevaarlijk dak niet brandgevaarlijk

voldoet niet in alle gevallen van cv ruimte voldoet van gasgestookte cv ruimte voldoet niet aanwezig voldoet, geen eis zie lid 2

uitzondering lid 1, zie beschrijving

door uitzondering, geen eis lid 1

45


Afdeling 2.15 Beperking van ontstaan van rook § 2.15.1. Nieuwbouw T Artikel 2.125 lid 1 Artikel 2.125 lid 2 Artikel 2.126 lid 1 Artikel 2.126 lid 2

x x

Artikel 2.126 lid 3

x

NT

R

NR

x x

V

VN

x x

constr. onderdeel zijde binnenlucht constr. onderdeel binnenlucht besloten ruimte waardoor rookvrije vluchtroute constr. onderdeel binnenlucht besloten ruimte waardoor rookvrije vluchtroute constr. onderdeel binnenlucht besloten niet gem. ruimte constr. onderdeel binnenlucht besloten niet gem. ruimte

x

Artikel 2.126 lid 6

x

x

Artikel 2.126 lid 7

x

x

Artikel 2.126 lid 8

x

x

Artikel 2.126 lid 9

x

x

rookdichtheid 10 m-1 (nen 6066) rookdichtheid 2,2, m-1 bij materiaal klasse 2 (nen 6065)

zie beschrijving

voldoet

zie beschrijving

alleen voor logies gedeelte = voldoet niet van toepassing wordt voldaan aan vorige artikel .

rookdichtheid 5,4, m-1 bij materiaal klasse 1 ( nen 6065) zie beschrijving rookdichtheid 2,2, m-1 bij materiaal klasse 2 of 3 (nen 6065) rookdichtheid 5,4, m-1 bij materiaal klasse 1 ( nen 6065)

zie beschrijving, zie beschrijving

is niet aanwezig dus geen eis niet van toepassing wordt voldaan aan vorige artikel .

zie beschrijving

geldt alleen voor celfunctie, voldoet


geldt alleen voor celfunctie, mogelijk niet voldoet voldoet voldoet


niet aanwezig niet aanwezig

niet van toepassing

niet aanwezig

afw. 1e lid. constr. onderdeel binnenlucht besloten

x

rookdichtheid 5,4 m-1 (nen 6066) ruimte waardoor rookvrije vluchtroute x

afw. 1e lid. constr. onderdeel binnenlucht besloten verkeersruimte tussen toegang RC en

Artikel 2.127 x Artikel 2.128 x Opmerkingen / grenswaarde

x x

rookdichtheid 5,4 m-1 (nen 6066)

sub-brandcompartiment in dat rookcompartiment art. 2.126 lid 2 t/m 11, 13 en 14 n.v.t. bovenzijde vloer, hellingbaan en trap 5% van elke afzonderlijke ruimte geen eis vrijstelling onderdelen van art. 1.126

x x

Afdeling 2.20. Voorkoming en beperking van ongevallen bij brand §2.20.1. Nieuwbouw T

NT

R

NR

V

VN


x

x

brandweerlift


x x

x x

Loopafstand naar brandweerlift Niet besloten ruimte als rv-vluchtroute

Bij verblijfsgebeid > 20 meter boven meetniveau een brandweerlift Tussen toegang rc en brandweerlift < 30 m Voldoende zicht (100 m), tem (< 45 °C) en straling (< 1kW/m2)

Opmerkingen / grenswaarde

Afdeling 2.21. Bestrijding van brand §2.21.1 Nieuwbouw T

NT

R

NR

V

NV


x x

x

x

Droge blusleiding slanghaspels

Verblijfsgebied > 20 meter boven meetniveau Afh. opp. in gebouwen genoemd in tabel 2.190

Artikel 2.191 lid 3

x

x

x

slanghaspel

Artikel 2.192 lid 2

x

Verplicht in celfunctie, gezondheidszorgfunctie (bedgebonden)en logiesgebouw en functie vervoer personen (> 50 m2) Afstand tussen aansluitpunt en toegang aangewezen rc < 35 m Zodanig dat ieder punt bereikbaar is met 35 meter Bij loopafstand geen rekening houden met constructie die geen bouwconstructie.(in verblijfsgebied) is loopafstand in VG * 1,5 NEN 1594 Aangesloten op DWL (art.3.120) en niet in vluchttrappenhuis Lengte 30 m eter, statische druk 100 kPa (1 bar), capaciteit 1300 l/uur (bij gebruik van 2 gelijk)

x

x

Aantal droge blusleidingen


x x

x x

x x

Aantal slanghaspels Afstand lid 3


x x x x

x

x

Afstand lid 3 Eisen droge blusleiding 2.191 Eisen slanghaspel 2.191 Eisen slanghaspel 2.191

x x x

x x

niet van toepassing niet aanwezig, voldoet aanwezigheid kantoorgedeelte > 500 m² voldoet

aanwezigheid

voldoet

< 35 meter met touwtje werken door muren heen meten, passer systeem de cirkel afstand maal 1,5 niet van toepassing niet in trappenhuis

niet aanwezig, voldoet voldoet

maximale lengte 30 meter

voldoet voldoet voldoet voldoet is onderdeel van het onderhoudscontract, voldoet.

niet van toepassing aanwezigheid verplicht bij grotere ruimten niet relevant voor controle

aanwezig aanwezig, voldoet niet gecontroleerd op lichtsterkte voldoet

logboek, testen

niet gecontroleerd, voldoet volgens logboek


Afdeling 2.7. Elektriciteits- en noodstroomvoorziening §2.7.1 Nieuwbouw T

NT

R


x

Artikel 2.47 lid 2

x

x

Artikel 2.48 Artikel 2.49 lid 3

x x

x

NR

V

x

VN

Gebruiksfunctie heeft voorziening electriciteit

verplicht

x

Noodstroomvoorziening in gebruiksfunctie

uitvoering en aanwezigheid volgens artikel 2.59

x

Verplichting meterkast noodstroom

Aangesloten op distributienet binnen 15 seconden ingeschakeld en gedurende 60 minuten branden

x



46


Afdeling 2.8. Verlichting § 2.8.1. Nieuwbouw T Artikel 2.56 lid 1 Artikel 2.56 lid 2 Artikel 2.57 lid 2 Artikel 2.57 lid 3 Artikel 2.58

NT

R

x x x

Artikel 2.59 lid 2

NR

V

VN

x x x x

verlichting in rookvrije vluchtroute 10 lux op de vloer Lifkooi heeft verlichting 10 lux op de vloer Verlichtinsindtallatie van 2.57 is aangesloten op als in art. 2.47.1 en 2 voorziening elctriciteit verlichting aangesloten op noodverlichting uitvoering als genoemd in 2.47 lid 2

x

Artikel 2.60 x Opmerkingen / grenswaarde

x

eisen noodverlichting art. 2.59

Hoofdstuk 2, Model Bouwverordening Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheids-installaties

T Artikel 2.6.1 lid 1 Artikel 2.6.1 lid 2 Artikel 2.6.1 lid 3 Artikel 2.6.2 lid 1 a Artikel 2.6.2 lid 1 b Artikel 2.6.2 lid 1 c Artikel 2.6.2 lid 1 d Artikel 2.6.2 lid 2 a Artikel 2.6.2 lid 2 b Artikel 2.6.2 lid 3 c Artikel 2.6.3 lid 1 a Artikel 2.6.3 lid 1 b Artikel 2.6.3 lid 1 c Artikel 2.6.3 lid 1 d Artikel 2.6.3 lid 2 Artikel 2.6.4 lid 1 Artikel 2.6.4 lid 2 Artikel 2.6.4 lid 3 Artikel 2.6.5 lid 1 Artikel 2.6.5 lid 2 Artikel 2.6.5 lid 3

NT

R

x

x x

x

x x x x x

x

x

x x x x

x x x x

x x x x

x

x

x

niet relevant voor controle

niet gecontroleerd

niet van toepassing niet relevant voor controle

voldoet op aanwezigheid niet op lichtsterkte

volledige detectie pve niet van toepassing niet van toepassing volledige detectie

voldoet, certificaat aanwezig niet van toepassing niet van toepassing voldoet, certificaat aanwezig

niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing programma van eisen niet van toepassing doormelding logboek programma van eisen programma van eisen certificaat

niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing niet van toepassing voldoet, certificaat aanwezig niet van toepassing voldoet voldoet, certificaat aanwezig voldoet, certificaat aanwezig voldoet, certificaat aanwezig

Brandbeveiligingsinstallaties VN

hoogste vloer van VR > in tabel 2.6.1 van bijlage 10 gebruiksoppervlakte >in tabel 2.6.1 van bijlage 10 verblijfsruimten voor bezoekers > in tabel 2.6.1 grens in een bouwwerk met meer bouwlagen zie tabel 2.6.1 loopafstand toegang van VR tot een punt waar > 2 richtingen een BMI vlgs NEN 2535 vanaf de toegang van vluchten > 10 meter; een verblijfsruimte slechts in één richting kan oppervlak ruimten met 1richting vluchten > 200 m²; worden gevlucht, verblijfsruimten > 2. niet-automatische bewaking; De omvang van de bewaking van de gedeeltelijke bewaking; brandmeldinstallatie als bedoeld in NEN 2535, uitgave 1996, en NEN 2535/ A1, uitgave 2002, is volledige bewaking; zie tabel 2.6.1 van bijlage 10 uitgevoerd als: ruimte bewaking voor gedeeltelijk samenvallende rechtstreeks doormelden naar de RAC BMI vlgs artikel 2.6.2, lid 1a, b en c, voldoet aan NEN 2535, uitgave 1996, en NEN 2535/A1 Een BMI op grond van artikel 2.6.2 programma van eisen crtificaat regeling CCV BMI artikel 2.6.3, lid 2 met doormelding een brandmeldinstallatie als bedoeld in NEN 2535, uitgave 1996, en NEN 2535/A1, uitgave 2002.

ontruimingsalarminstallatie

x

x

x

x

Artikel 2.6.7 lid 1 Artikel 2.6.7 lid 2 Artikel 2.6.8 lid 1 Artikel 2.6.8 lid 2

gebruiksfunctie met bmi op grond van artikel 2.6.2. gebruiksfunctie met bmi op grond van artikel 2.6.2, lid 2 op grond van artikel 2.6.6 aanwezige ontruimingsalarminstallatie op grond van artikel 2.6.6, aanwezige ontruimingsalarminstallatie

een ontruimings -alarminstallatie NEN 2575, uitgave 2004 betreffende verblijfsruimten voorzien van auto -matische ontruimingsalarminstall., NEN 2575, 2004 voldoet aan het gestelde in NEN 2575, uitgave 2004. ontworpen en aangelegd overeenkomstig aanvaard PVE als bedoeld in NEN 2575, uitgave 2004.

aanwezigheid

voldoet, geen certificaat aanwezig

niet van toepassing

niet van toepassing

programma van eisen

niet aanwezig

logboek

voldoet

vluchtroute aanduiding x

x

x

x

Artikel 2.6.9

NR V VN

x x

Artikel 2.6.6 lid 2

T NT R

x

x x

x

Artikel 2.6.10 lid 3

V

niet gecontroleerd niet gecontroleerd

brandmeldinstallatie x

Artikel 2.6.6 lid 1

Artikel 2.6.10 lid 1 Artikel 2.6.10 lid 2

NR

1 lux op de vloer gedurerde tijd als in art. 2.49.3

niet relevant voor controle niet relevant voor controle

x x

x x

Een gebruiksfunctie, genoemd in tabel 2.6.8 van bijlage 12 Een op grond van artikel 2.6.9 aanwezige vluchtrouteaanduiding Een vluchtrouteaanduiding . de zichtbaarheidsaspecten van de in artikel 2.6.9 vermelde vluchtrouteaanduiding

voorzien van vluchtrouteaanduidingen, als bedoeld in NEN 6088 uitgave 2002 voldoet aan het gestelde in NEN 6088, uitgave 2002. goed zichtbaar en voldoende herkenbaar aangebracht dient te voldoen aan artikel 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838, uitgave 1999.

aanwezigheid

voldoet

pictogrammen en transparanten zichtbaarheid

voldoet voldoet

logboek

niet aanwezig

wanneer het lid van toepassing is als het lid niet van toepassing is als het voorschrift relevant is voor dit bouwplan. Als het relevant is, moet worden nagegaan of aan het voorschrift wordt voldaan als het voorschrift niet relevant is voor dit bouwplan. als het gebouw voldoet aan het voorschrift als het gebouw niet voldoet aan het voorschrift


47


Gebruiksvergunning gebruikseisen algemeen en opgenomen in vergunning aanwezigheid vergunning

6.1.7

op maat naar verwezen

6.2.1

in gebouw / bij controle bijlage 3

vrijhouden terrein gedeelte

bijlage 3

elektrische installatie

bijlage 3

verwarming en koken

bijlage 3

rookgasafvoer

bijlage 3

verbod open vuur

bijlage 3

blusleidingen pompen

bijlage 3

brandweerlift

bijlage 3

brandmeldinstallatie

bijlage 3


bijlage 3

automatische blusinstallatie

bijlage 3

V N R R V N aspecten uitvoering x x x x x x

x x

automatische deuren, sluizen

bijlage 3

x

deuren overdruktrappenhuis

bijlage 3

x x

gasflessen

bijlage 3 bijlage 3

rook brandscheidingen

bijlage 3

logboek

bijlage 3

gevaarlijke werkzaamheden

bijlage 3

roltrap

bijlage 3

opslag goederen

bijlage 3

bluswaterwinplaats

bijlage 3


6.2.1

verbindingsweg voldoet

gevaar brand, NV 1 * jaar controle

voldoet

veilige opstelling, voldoende ventilatie

voldoet, cv ruimtes

gereinigd., veilig

voldoet c.v ruimte logboek

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

onderhoud logboek

voldoet

onderhoud logboek

voldoet

nvt

nvt

x onderhoud, bij brand buiten werking nvt

x zichtbaarheid, controle logboek x x

x x x

x

x x

geen logboek wel stickers, niet alles gecontroleerd (stookruimte) zelfsluitende deuren sloten niet allemaal goed nvt geen logboek wel aanwezig, wel onderhoudscontract met opmerkingen

verbod in dit gebouw

geen gasflessen aangetroffen

certificaat

nvt niet goed uitgevoerd, o.a. deuren en brandkleppen

x onderhoud x alle werkzaamheden x vergunning met voorwaarden x

vergunning incompleet aanwezig, wel voorschriften deel was gedeeltelijk opgenomen in deel van vergunning

bluswater, verbindingsweg

x onderhoud logboek x

bijlage 3

rwa

x x x

x

vluchtroute aanduiding

x controle op bijlage 3 algemeen x x x x x x x

bijlage 3

brand slh

x aanwezigheid

aangetroffen

niet aanwezig niet aanwezig

onderhoud logboek

nvt

eisen materiaal zie BB 2.12 en 2.15

geen gegevens van materialen ook niet gecontroleerd

onderhoud opeigen terrein

nvt

bijlage 4 vrijhouden, kleefmagneten, panieksluiting >

uitgangen vluchtroutes

bijlage 4

bekleding en stoffering

x 100 personen

x x

x x

elektrische verlichting vuurwerk

x

opstelling inventaris

x

verduistering begeleidingslicht

x

x x

blustoestellen

op maat naar verwezen gereedhouden bluswater

6.2.2. 6.3.1

gebruik middelen en voorz.

6.3.2 a 6.3.2.b

bijlage 5 en 6 op eigen terrein melding / alarmering ontvluchten en redding

brandveilig

x x

geen bioscoop zaal o.d. aanwezig

x tekening grotere ruimtes

voldoet voldoet niet, geen tekening aanwezig

x periodieke controle

geen logboek wel stickers met keuringsdata, niet allemaal op tijd gecontroleerd

verbod

opslag brandstof e.d. brandkranen

nvt niet op gecontroleerd

x

x

beschikbaar houden

wel goed vrij gehouden

x

x

beschikbaar houden



48


extra eisen (bijlage 2 toelichting) installaties

3

standbouw / podiumbouw

4

telefoontoestel / elektr. komfoor eisen aan uitvoering

verbrandingsmotoren

5

aftappen reservoirs en accuklem

verbod open vuur / vuurwerk

6

toestemming / plaatsen verbod

bewaking / controle

7

ventilatie / werkzaamheden

8

gevaarlijke stoffen

9

opstellingsplan

10

cdt bepaalt/ gedipl. personeel openhouden / niet verstoren dagvoorraad en plaats goedgekeurd / op tekening

afval

11

voor iedere voorstelling weg

doorlopend toezicht

12

brandveiligheidsinstructie

13

openingstijden

13c 14

x

x

aanwezigheid

nvt

x

nvt

nvt

x

nvt

nvt

x

x

nvt, verboden

nvt

x

x

bij werkzaamheden door opgeleid personeel

geen regeling

x

x

veiligheid van systemen

voldoet

x

x

verbod in celgedeelte

voldoet

x

voor grotere zalen

nvt

x

nvt

nvt

op veiligheidvoorzie ningen aanwezig / geoefend

x

x logboek

niet voor alles aanwezig

x

x logboek


ontruimingsplan

x

x aanwezigheid

slechts in concept aanwezig

x

aangegeven

nvt

nvt

Overige gebruikseisen in vergunning aantal personen

plaats aangeven

organisatie bij brand wijzigingen bouwwerk /gebruik

tijdig aangegeven

x

?

niet aangegeven

x

x instructie hoe op te treden bij brand

instructie voor gebruikers niet aanwezig, organisatie wel, maar niet goed geregeld, geen goedgekeurd plan aanwezig

x

x

niet aangegeven


49



50


Bijlage 5 Toetsingstabellen Schiphol Afdeling 2.13.

Gebruiksfunctie’s

celfunctie, gedeelte logiesfunctie kantoorfunctie

Schiphol

Beperking van uitbreiding van brand § 2.13.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


x

x

x

Artikel 2.104 lid 2

x

x

x

Artikel 2.104 lid 3

x

x

x

Artikel 2.105 lid 4

x

x

x

gekwantificeerde grenswaarden bij AZC Schiphol

beschrijving

aspect Artikel 2.104 lid 1

elke besloten ruimte, muv toilet-, badruimte, ruimten liggen in brandcompartiment meterruimte en opstelplaats stooktoestel (geen stookruimte zijnde)

technische ruimte, opslag gevaarlijke tech. ruimte > 50 m2, opslag stoffen volgens stoffen, en stookruimte liggen in MR en stookruimte (> 130 KW) brandcompartiment rook en brandvrije vluchtroute

liggen niet in brandcompartiment

Brandcompartiment opp.

tabel 2.103 ( 1000 m en logies500 m )

Stookruimte is brandcompartiment

als voldoet aan art. 4.48 (> 130 kW)

2

gebouw is brandcompartiment

voldoet

zie beschrijving

voldoet

zie beschrijving

voldoet

zie beschrijving

Op de tekeningen zijn geen brandcompartimenten aangegeven, maar uit de plattegrond blijkt dat niet wordt voldaan aan de maximale grootte van en brandcompartiment voor o.a. logies gedeelte de stookruimte was uitgevoerd als apart brandcompartiment de TD-ruimtes waren wel uitgevoerd als brandcompartiment er is geen opslag gevaarlijke goederen in dit gebouw.

zie beschrijving

Er waren slecht twee officiële celfuncties in dit gebouw, ophoudcellen) de omgeving van deze cellen voldeed aan deze eis. De wachtruimte van de asielzoekers was ook op slot dus ook soort cel. Als zodanig ook beschouwd.

2

< 500 m² Artikel 2.105 lid 6

Artikel 2.105 lid 7

Artikel 2.105 lid 8

Artikel 2.105 lid 9


x

x

x

x

x

x

x x

x

technische ruimte brandcompartiment > 50 m2

x x

opslag brandcompartiment

brandgevaarlijkr stoffen MR

Brandcompartiment oppervlakte verdeling in cellengebouw

77 % van opp. totale gebruiksopp. aan bc van gebouw waarin celfunctie. Niet als tussen sub-bc'en, gem. ruimten (art. 2.116) en celfunctie wbdbo 60 minuten. Dan kan tussen gem. verkeersruimte en celfunctie 30 minuten, als de gem. verkeersruimte 2 toegangen, en afstand tussen toegangen > 5 m. Nb. onder deur mag opening tussen cel en gem. verkeersr. onderzijde max. 0,02 m2 en max 5 cm hoog

x

x


x brandcompartiment waarin sub-bc volgens art. 2.116 (celfunctie)

gebruiks-opp. < 500 m2

wbdbo tussen bc en;

60 minuten

< 500 m² Artikel 2.106 lid 1

x

x

x

-

bc,

besloten ruimte waardoor brand en rook gevrijwaarde vluchtroute en niet besloten veiligheidstrappenhuis. Artikel 2.106 lid 3

x

Artikel 2.106 lid 5

x

Artikel 2.106 lid 7

x

Artikel 2.107

x

e

x x

afw. 1 lid wbdbo x

x

bepalen wbdbo op erfscheiding

zie beschrijving, er is geen niet besloten veiligheidstrappenhuis . 30 minuten tussen brandcomp. en brandcomp. 30 minuten op zelfde perceel, en maximale hoogte vloer spiegelsymmetrie

voldoet niet, het oppervlakte van het brandcompartiment waarin de subbrandcompartimenten van celfunctie liggen is groter dan 500 m² voldoet niet, de uitvoering van de brandwerende wanden en de aansluitingen daarvan en doorvoeringen daarin was vrijwel op elke gecontroleerde scheiding niet goed uitgevoerd. (geen of onvoldoende brandwerendheid) Nb. de beide buitentrappen op de kopgevel lijken wel niet besloten maar dat is niet zo, deze trappen moeten of niet besloten worden gemaakt of een De verlaging zou niet mogen worden toegepast, zie ook vorig punt gebouw ligt geheel vrij, buitenwanden geen eis met betrekking tot brandwerendheid.

Brandgevaarlijke opslag volgens MR lid 3 geldt niet voor bc met deze opslag niet van toepassing

x

aangetroffen

x

beweegbaar deel bij

Inwendigscheiding alleen zelfsluitende deur

brandcompartimenten


zelfsluitend

niet aanwezig voldoet niet, deuren zijn zelfsluitend, maar die sluiten in sommige gevallen niet goed. Sluitvolgorde instalatei werkte niet goed

51


Afdeling 2.14.

Verdere beperking van uitbreiding van brand § 2.14.1. Nieuwbouw

…………………………………….. T

N T

R

N R

V

V N


x

x

x

Ligging niet gem. VG

in sub-brandcompartiment zie beschrijving

Artikel 2.116 lid 2

x

x

x

Ligging gem. VG


niet van toepassing

gemeenschappelijke wachtruimte moet sub brandcompartiment zijn, is niet zo uitgevoerd ieder sub brandcompartiment ligt in een brandcompartiment de scheiding van het sub-brandcompartiment is onderdeel van de scheiding van het brandcompartiment

alleen cellen of logies

akkoord

500 m²

akkoord de uitvoering van de brandwerende scheidingen is niet akkoord, van wachtruimtes is deze niet brandwerend

zie beschrijving Artikel 2.116 lid 5

x

x

x


in brandcompartiment

Artikel 2.117 lid 1

x

x

x


maximaal in 1 brandcompartiment

Artikel 2.117 lid 2

x

x

x

Omvang in sub-bc van 2.116 lid 1

alleen niet gem. ruimte van 1 gebruiksfunctie

Artikel 2.117 lid 3

x

x

x

sub-brandcompartiment grootte

max. 500 m2

Artikel 2.118 lid 1

x

x

wbdbbo tussen sub-bc en besloten

tabel 2.115 (30 of 60 minuten)

Artikel 2.118 lid 5

x

x

Artikel 2.119

x

x

ruimte opening onder deur sub-bc ( cel en gezondheidszorg functie) beweegbaar deel tussen sub brandcompartiment

30 minuten geen wbdbo eis voor onder deur 0,02 m2 (max. opening maximaal 5 mm hoog hoogte 0,05 meter t.o.v. vloer ) Inwendige scheiding zelfsluitende deur zelfluitende deur

niet van toepassing

x

x x

slaapkamer en cellen zijn sub brandcompartimenten

spleet onder deur mag, alleen bij cellen Deuren van slaapkamers waren niet zelfsluitend

Afdeling 2.16.

Beperking van verspreiding van rook §2.16.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N

beschrijving

aspect


aangetroffen


x

Artikel 2.135 lid 2

x

Artikel 2.136 lid 2

x

x

x

Artikel 2.136 lid 3

x

x

x

Artikel 2.136 lid 4

x

Artikel 2.136 lid 5

x

Artikel 2.136 lid 6

x

Artikel 2.137

x

x

x

Artikel 2.138

x

x

x

x

x x

x x

x x

indeling brandcompartimenten

in 1 of meer rookcompartimenten

gebouwen vloer VG > 50 meter

voor trappenhuizen verkeersruimte 2 meter lang. Indien besloten als rookcompartiment.

loopafstand tussen punt in verblijfsgebied en toegang in rookcompartiment loopafstand tussen punt in verblijfsruimte en toegang in rookcompartiment hoogteverschil in looproute in rookcompartiment afwijking lid 2, loopafstand

Afstand volgens tabel 2.134, bij loopafstand geen rekening

hoogte verschil tussen vloeren verblijfsgebieden in het zelfde rookcompartiment wrd rookcompartiment

12 meter

beweegbaar constructie onderdeel in inwendige scheiding rookcompartiment

zelfsluitend constructie (dus ramen, deuren,

brandcompartiment is rookcompartiment

Ieder brandcompartiment is ook een rookcompartiment

niet van toepassing

gebouw lager dan 50 meter

< 30 meter

loopafstanden binnen rookcompartiment voldoen

30 meter niet van toepassing

loopafstanden binnen rookcompartiment voldoen is niet aanwezig als enige vluchtroute binnen rookcompartiment

22,5 meter

voldoet bij cellen

niet van toepassing 30 minuten

niet aanwezig de uitvoering van vrijwel geen enkele gecontroleerde scheiding voldoet

zelfsluitend

deuren van slaapkamers waren niet zelfsluitend en sommige andere deuren sloten niet goed

houden met constructie die geen bouwconstructie is en loopafstand in VG * 1,5

tabel 2134, werkelijke looproute

maximaal 4 meter 22,5 meter

30 minuten

luiken mogen)



52


Afdeling 2.17.

Vluchten binnen een rookcompartiment en een subwbouw compartiment §brand 2.17.1. Nieu

T

N T

R

N R

V

V N


x

x

x

Artikel 2.146 lid 9

x

x

x


x


x


x

vrije doorgang van toegang VG en VR breedte = {opp. in m2 } maal {waarde van tabel 2.145.1}, en > 850 mm draairichting deuren toegang VG en niet tegen vluchtrichting als vloeropp. >

x x

x

VR loopafstand punt VR en toegang VR

waarde in tabel 2.145.1 < waarde tabel 2.145.1

loopafstand punt ruimte en toegang ruimte met brandb. stoffen volgens MR

< 20 meter

x uitvoering toegang van lid 10



x

x

x

x


x

Artikel 2.148 lid 1

x

Artikel 2.148 lid 2

x

x

niet van toepassing

uitgangen en doorgangen breed genoeg. de oppervlakten aangewezen op uitgangen weren voldoende klein om hier geen eis aan te hoeven stellen

20 meter

< 20 meter

20 meter

niet aanwezig

a - toegang rookcompartiment, b - toegang naar verkeersruimte uitkomend op toegang rookcompartiment, c - toegang van andere VR met tenminste 2 toegangen die voldoen aan a of b zie beschrijving

x

afw. lid 12, voor VR in sub-bc , geen eis aanvulling lid 1 t/m 4, 10 en 12, als twee toegangen nodig "doodlopend eind" binnen rookcompartiment afstand stookplaats - trap

15 meter van deur VR naar uitgang rookcompartiment verticale projectie > 1,5 m

x

aantal toegangen rookcompartiment

> 2 als gebruiksopp. > waarde tabel 2.145.2

x

125 m² cel en logies gedeelte, 375 m² kantoor gedeelte aangewezen

ligt VR in sub-brandcompartiment

zie beschrijving

niet aanwezig

> 5 meter

niet van toepassing

15 meter

geen doodlopend eind aanwezig

niet van toepassing

geen stookplaats voldoet, rookcompartimenten > 750 m² hebben twee uitgangen

afstand omnderling toegangen > 5 m.

750 m² Artikel 2.148 lid 3

x

x

x

Artikel 2.148 lid 4

x

x

x

Artikel 2.148 lid 5

x

x

x

Artikel 2.148 lid 6

x

x

x

Artikel 2.148 lid 7

x

vrije doorgang van toegang rookcompartiment draairichting deuren toegang rookcompartiment draairichting deuren toegang rookcompartiment afstand tussen toegangen besloten ruimte als verkeersoute volgens lid 2 twee toegangen

x

voldoet.

breedte = {opp in m2 } maal {waarde van tabel zie beschrijving 2.145.2}, en > 850 mm niet tegen vluchtrichting als vloeropp. < > 37 personen waarde in tabel 2.145.2 niet tegen vluchtrichting als niet toegestaan bij art. 2.146 lid 9 zie beschrijving waarde van tabel 2.145.2 30 meter toegangen afstand > 5 meter zie beschrijving

uitgangen breed genoeg logies gedeelte voldoet , kantoor gedeelte voldoet buitendeuren draaien naar buiten, voldoet niet van toepassing

Opmerkingen / grenswaarde Afdeling 2.18.

Vluchtroutes §2.18.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N

beschrijving

aspect


aangetroffen


x

x

Artikel 2.154 lid 2

x

x

Artikel 2.154 lid 3

x

x

Artikel 2.156 lid 1

x

x

rv-route vrij doorgaand tot openbare weg,

x

weg gem. rv-route celfunctie

deuren te openen (geen sleutels) naar ander bc

x

rv-route

naar ander bc

x

Artikel 2.156 lid 2

x

Artikel 2.156 lid 3

x

x

Artikel 2.156 lid 5

x

x

Artikel 2.156 lid 6

x

x

Artikel 2.156 lid 7

rookvrije vluchtroute tot openbare

x

x

x

x

Artikel 2.156 lid 9

x

x


x

x

Artikel 2.158

x

x

rv-route vanaf toegang rc, minimaal twee routes, die nergens samenvallen bij opp. rc < 250 m2 ,waarin geen VR (muv bij uitgang). Een eis bij opp. rc < 250 m2, waarin geen VR geen eis afw. lid 1 en 2; 1 vluchtrouteroute rookcompartiment heeft meer dan 1 toegang, > 2 routes vallen niet samen afw. lid 1 t/m 3 ivm samenvallende routes in veiligheidstrappenhuis veiligheidstrappenhuis afw. lid 1; samenvallende vluchtoutes rv routes . opp. rc < waarde van tabel 2.153 rc afw. lid 1; samenvallende vluchtoutes brand en rv-route en opp. rc < waarde van tabel 2.153 rc

x

bij toepassing lid 6; maximale lengte samenvallende vluchtroutes van rookcompartiment

lengte samenvallende routes < als in tabel 2.153, in veiligheidstrappenhuis samenvallend geen eis.

hoogte verschil tussen vloer in verblijfsgebied en meetniveau als bij lid 7 vluchtroute

hoogteverschil < 12,5 meter, voor logies, portiekuitvoering kan gemeenschappelijk zijn


voldoet, is mogelijk voldoet, is mogelijk

samenvallen

als een rookcompartiment twee uitgangen dan is dit artikel niet relevant voldoet, voor rookcompartimenten met twee uitgangen

zie beschrijving

niet aanwezig

30 75 187,5 450 1125 m²

niet aanwezig

120 300 750 1800 4500 m²

niet aanwezig

30 20 15 5 meter

niet aanwezig

zie beschrijving

niet aanwezig

zie beschrijving

niet aanwezig buitentrap is besloten en niet uitgevoerd als brand en rookvrij

zie beschrijving

vluchtrappenhuis > 8 meter overbrugt ruimte uitgevoerd als brand en rookvrij zie beschrijving


voldoet niet. Bij de noodtrap aan de zuidkant, wordt deze geblokkeerd door bouwhekken in combinatie met terreinafscheiding. Nooddeuren van wachtruimtes kunnen niet open. Zelfde soort drukknoppen voor nooduitgang en intern hulpalarm bij slaapkamers.

53


Afdeling 2.19.

Inrichting van rookvrije vluchtroutes § 2.19.1 Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


Artikel 2.170 lid 1

x

Artikel 2.171 lid 2

x

x

x

draairichting deur in rv-route

Artikel 2.171 lid 3

x

x

x

draairichting deur in rv-route

vrije doorgang breedte > 0,85 m en hoogte > 2,3 m 30 minuten, muv samenvallende routes art. 2.156 lid. 1 en 2 en art. 2.157 lid 1 inwendige scheiding; (bewegend) zelfsluitende deuren Voldoende zicht (100 m), tem (< 45 °C) en straling (< 1kW/m2) {perm. vuurlast (NEN 6090)} maal {netto vloer opp./ bouwlaag } = < 3500 MJ niet tegen vluchtrichting als gebruiksopp.aan rookcompartiment > waarde in tabel 2.145.1 niet tegen vluchtrichting als niet toegestaan

Artikel 2.172

x

x

x

afstand tussen toegangen van een

volgens art. 2.148 loopafstand < 30 m

Artikel 2.173

x

besloten rv-route, woningen logies opvangcapaciteit van rv route

ministeriele regeling (onvolledig) wordt NEN

Artikel 2.167 lid 1

x

x

Artikel 2.168 lid 1

x

x

x

wbdbo tussen rv -routes

Artikel 2.168 lid 2

x

x

x

verbinding tussen rv-routes

Artikel 2.169

x

x

niet besloten rv-route

x

afmetingen doorgang rv-route

x

vuurlast veiligheidstrappenhuis

x

zie beschrijving 30 minuten zelfsluitend niet van toepassing

voldoet voldoet niet, brandwerende scheidingen vaak niet goed uitgevoerd voldoet buitentrap voldoet hieraan niet, dus besloten vluchtroute

niet van toepassing

nvt

30 75 187,5 450 1125 m² draairichting / schuiven nooddeur geen schuifdeur

voldoet


voldoet niet nodig te berekenen bij relatief kleine en lage gebouwen, voldoet

rv routes 30 minuten

niet te bepalen , zonder goede gegevens van constructie, deze waren niet aanwezig

90 minuten


90 minuten


vuurlast < 500 MJ

Volgens inschatting op basis via controle bouwconstructie permanente vuurlast < 500 MJ, dus eis vorige lid 30 minuten

voldoet

Opmerkingen / grenswaarde Afdeling 2.2

Sterkte bij brand § 2.2.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


Artikel 2.9 lid 4

Artikel 2.9 lid 5

Artikel 2.9 lid 6

x

x

x

x

x

x

x

x

?

strekte bouwconstructie bij brand rv

?

route brandwerendheid op bezwijken hd-

?

constructie brandwerendheid op bezwijken hd-

x

constructie verlagen brandwerendheid van lid 4

brandwerendheid 30 minuten

gebouw vloer vg > 5 meter , 90 minuten

waarde volgens tabel 2.9.2.

vuurlast < 500 MJ/m2

en5 ivm lage vuurlast Opmerkingen / Grenswaarde Afdeling 2.12.

Beperking van ontwikkeling van brand §2.12.1 Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N

beschrijving

aspect


aangetroffen


x

x

constructie onderdeel binnenkant

klasse tabel 291 klasse 1 (rv route ) en klasse 3 overige, kantoor klasse 4

x Artikel 2.93 lid 1

x

x x

Artikel 2.93 lid 2

x

Artikel 2.93 lid 3

x

Artikel 2.93 lid 5

x

Artikel 2.94 lid 1

x

Artikel 2.94 lid 2

x

x x x x x x x x x

Artikel 2.95 lid 1

x

x

constructie onderdeel buitenzijde muv klasse tabel 2.91klasse 4 deuren en ramen klasse 2 gevel hoger 13 meter gevel van gebouw met vloer verblijfsgebied > 5 meter lid 2 t/m 4 m.b.t., deur, raam, kozijn o.d. geen eis art. 2.92 en 2.93 mbt; vloer, hellingbaan, trap en dak geen eis brandvoortplanting bovenzijde vloer, trap, hellingbaan 5% van de toegepaste materialen bij

voldoet voor celgedeelte en logies gedeelte mogelijk niet , geen verder gegevens ontvangen.

klasse 4

voldoet. Nb. Platen vielen van gevel

klasse 2

voldoet. Nb. Platen vielen van gevel

gevel klasse 1

voldoet onderzijde gevel

geen eis deuren en ramen

voldoet

geen eis trappen T-1 (rv route) en T-2 overig

voldoet voldoet (Nb. Geldt voor bouwconstructie niet voor vloerbedekking

5% , stopcontacten e.d. geen eis

voldoet

0-2,5 meter klasse 1 deur en ramen geen eis vloer, hellingbaan, trap en dak geen eis waarde tabel 2.91 5 % verspreid over ruimte

art. 2.92 t/m art. 294 geen eis Opmerkingen / grenswaarde Artikel 2.92:


54


Afdeling 2.11.

Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke §2.11.1. situatieNieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


x

Artikel 2.83

x

x

x

Artikel 2.84 lid 1

x

x

x

schacht > 0,015 m2, niet uitsluitend bestemd voor boven elkaar liggende toilet/badruimtes rookkanaal

Artikel 2.84 lid 2

x

x

x

rookkanaal

Artikel 2.84 lid 3

x

x

x

rookkanaal

Artikel 2.85 lid 1

x

x

x

dak

bij temp in materiaal mogelijk > 363 K , maximale temp onbrandbaar horizontale uitmonding tot brandgev. dak > 15 dak niet brandgevaarlijk m niet brandgevaarlijk dak niet brandgevaarlijk

rookdichtheid 10 m-1 (nen 6066)

x

stookplaats

onbrandbaar materiaal bij stookplaats, als maximale straling > 12 cm KW/m2, of temp >363 materiaal over dikte onbrandbaar

brandveilig vlgs, NEN 6062;.

onbrandbaar materiaal

niet aanwezig

onbrandbare schachten

voldoet, op enkele details na.

onbrandbare rookkanaal

cv ruimte, voldoet bij gasgestookte ketel geen probleem, komt temp niet voor. geen brandgevaarlijk dak in omgeving voldoet

Opmerkingen / grenswaarde Afdeling 2.15

Beperking van ontstaan van rook § 2.15.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


x

x

x

constr. onderdeel zijde binnenlucht

Artikel 2.126 lid 2

x

x

x

constr. onderdeel binnenlucht besloten rookdichtheid 2,2, m-1 bij materiaal klasse 2

Artikel 2.126 lid 3

x

Artikel 2.126 lid 4

x

Artikel 2.126 lid 5

x

Artikel 2.126 lid 6

x

Artikel 2.126 lid 7

x

Artikel 2.126 lid 8

x

zie beschrijving

Artikel 2.126 lid 9

zie beschrijving ruimte waardoor rookvrije vluchtroute (nen 6065) constr. onderdeel binnenlucht besloten rookdichtheid 5,4, m-1 bij materiaal klasse 1 (

x

x

zie beschrijving ruimte waardoor rookvrije vluchtroute nen 6065) constr. onderdeel binnenlucht besloten rookdichtheid 2,2, m-1 bij materiaal klasse 2

x

(nen 6065) zie beschrijving ruimte waardoor brand en rv-route constr. onderdeel binnenlucht besloten rookdichtheid 5,4, m-1 bij materiaal klasse 1

x

x

ruimte waardoor brand en rv-route constr. onderdeel binnenlucht besloten niet gem. ruimte constr. onderdeel binnenlucht besloten niet gem. ruimte

x x

x

x

e

x

x

afw. 1 lid. constr. onderdeel binnenlucht besloten ruimte waardoor rookdichtheid 5,4 m-1 (nen 6066) rookvrije vluchtroute e afw. 1 lid. constr. onderdeel binnenlucht besloten verkeersruimte rookdichtheid 5,4 m-1 (nen 6066) tussen toegang RC en subbrandcompartiment in dat rookcompartiment bovenzijde vloer, hellingbaan en trap art. 2.126 lid 2 t/m 11, 13 en 14 n.v.t.

x

Artikel 2.127

x

x

x

Artikel 2.128

x

x

x

( nen 6065) zie beschrijving rookdichtheid 2,2, m-1 bij materiaal klasse 2 zie beschrijving of 3 (nen 6065) rookdichtheid 5,4, m-1 bij materiaal klasse 1 ( nen 6065) zie beschrijving

vrijstelling onderdelen van art. 1.126

5% van elke afzonderlijke ruimte geen eis

voldoet geldt alleen voor logies gedeelte, voldoet (wanden steenachtig, plafond mineraalwol tegels.

vorig artikel voldoet niet van toepassing alleen van toepassing op centraal trappenhuis en trappenhuis aan de kopgevels, voldoet

niet van toepassing vorige lid voldoet geldt alleen voor cel en wachtruimtes die op slot zitten, voldoet niet van toepassing vorige lid voldoet

zie beschrijving

geldt alleen voor cel en wachtruimtes die op slot zitten, wanden steenachtig, plafond mineraalwol tegels.,voldoet

zie beschrijving

geldt alleen voor cel en wachtruimtes die op slot zitten, wanden steenachtig, plafond mineraalwol tegels., voldoet

niet van toepassing

niet van toepassing op vloeren

zie beschrijving

voldoet

Opmerkingen / grenswaarde Afdeling 2.20.

Voorkoming en beperking van ongevallen bij brand §2.20.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N

aspect

beschrijving


aangetroffen


x

x

brandweerlift

Artikel 2.185 lid 5

x

x

Loopafstand naar vluchttrappenhuis

Bij verblijfsgebeid > 20 meter boven meetniveau een brandweerlift Tussen toegang rc en vluchttrap < 30 m

Artikel 2.185 lid 6

x

x

Loopafstand naar brandweerlift

Tussen toegang rc en brandweerlift < 30 m


niet van toepassing

niet aanwezig

afstand < 30 meter

niet aanwezig

niet van toepassing

niet aanwezig

55


Afdeling 2.21.

Bestrijding van brand §2.21.1 Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

N V


x

Artikel 2.191 lid 2

x

Artikel 2.191 lid 3

x

Artikel 2.192 lid 2

x

Artikel 2.192 lid 3

x

x

Droge blusleiding

x

x

slanghaspels

x

slanghaspel

x

Aantal droge blusleidingen

x

x

Aantal slanghaspels

Verblijfsgebied > 20 meter boven meetniveau > 20 m Afh. opp. in gebouwen genoemd in tabel 2.190 voor kantoorgedeelte > 500 m² Verplicht in celfunctie, gezondheidszorgfunctie aanwezigheid (bedgebonden)en logiesgebouw functie rc Afstand tussen aansluitpunt en toegangen aangewezen niet van toepassing < 35 m

niet van toepassing aanwezig aanwezig niet van toepassing

Zodanig dat ieder punt bereikbaar is met 35 meter loopafstand (slanglengte + 5 m.) muv niet binnen door bereikbare (geen verblijfs-) ruimtes

Artikel 2.192 lid 4

x

x

x

Afstand lid 3

Artikel 2.192 lid 5

x

x

x

Afstand lid 3

Bij loopafstand geen rekening houden met constructie die geen bouwconstructie.(in loopafstand in VG * 1,5

Artikel 2.193 lid 1

x

Eisen droge blusleiding 2.191

NEN 1594

Artikel 2.193 lid 2

x

Eisen slanghaspel 2.191

Aangesloten op DWL (art.3.120) en niet in vluchttrappenhuis Lengte 30 m eter, statische druk 100 kPa (1 bar), capaciteit 1300 l/uur (bij gebruik van 2

Artikel 2.193 lid 3

x x

x

x

x

x

Eisen slanghaspel 2.191

met touwtje werken door muren heen meten, passer systeem

voldoet

de cirkel afstand maal 1,5

voldoet

niet van toepassing

niet van toepassing

niet in trappenhuis

voldoet

maximale lengte 30 meter

zie jaarlijkse keuring

niet van toepassing aanwezigheid verplicht bij grotere ruimten

voldoet

zie beschrijving

voldoet

logboek, testen

akkoord volgens logboek


niet gecontroleerd


niet gecontroleerd


niet gecontroleerd

ruimten met > 75 personen

niet aanwezig

voldoet

Opmerkingen / grenswaarde Artikel 2.191 lid 2: Afdeling 2.7.

Elektriciteits- en noodstroomvoorziening §2.7.1 Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


x

x

x

Artikel 2.47 lid 2

x

x

x

Artikel 2.48

x

x

Artikel 2.49 lid 3

x

x

verplicht

x

Gebruiksfunctie heeft voorziening electriciteit Noodstroomvoorziening in gebruiksfunctie Verplichting meterkast

x

noodstroom

binnen 15 seconden ingeschakeld en gedurende 60 minuten branden

Afdeling 2.8.

uitvoering en aanwezigheid volgens artikel 2.59 Aangesloten op distributienet

aanwezig

Verlichting § 2.8.1. Nieuwbouw

T

N T

R

N R

V

V N


x

x

verlichting in rookvrije vluchtroute

10 lux op de vloer

Artikel 2.57 lid 3

x

x

Lifkooi heeft verlichting

10 lux op de vloer

Artikel 2.58

x

x

Verlichtinsindtallatie van 2.57 is

als in art. 2.47.1 en 2

Artikel 2.59 lid 1

x

x

aangesloten op voorziening elctriciteit verblijfsruimte met noodverlichting opp. tabel 2.56 en art. 2.47

Artikel 2.59 lid 3

x

x

x

noodverlichting in besloten ruimte

in ruimtes van art. 2.57.2 en uitvoering art.

x

x

x

waardoor rv-route (2.57.2) nv in liftkooi

2.47.2 vlgs artikel 2.47

verkeersruimtes en trappenhuizen

Artikel 2.59 lid 4

lift

aanwezig aanwezig

Artikel 2.60

x

x

?

eisen noodverlichting art. 2.59

1 lux op de vloer gedurerde tijd als in art. 2.49.3

ontwerp criterium

niet gecontroleerd, geen gegevens

Opmerkingen / grenswaarde eisen noodverlichting art. 2.59Artikel 2.57 lid 2: Artikel 2.59 lid 1:


56


Hoofdstuk 2, Model Bouwverordening Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheids-

T

N T

R

N R

V

Brandbeveiligingsinstallaties V N

Artikel 2.6.1 lid 1


Artikel 2.6.1 lid 2 Artikel 2.6.1 lid 3 Artikel 2.6.2 lid 1 a Artikel 2.6.2 lid 1 d

x

x

x

x

x

x x

Artikel 2.6.2 lid 2 a

x

x

x

x

x

x

een brandmeldinstallatie als bedoeld in NEN 2535, uitgave 1996, en NEN 2535/A1, uitgave 2002.

hoogste vloer van VR > in tabel 2.6.1 van bijlage 10 in een bouwwerk met meer bouwlagen zie tabel 2.6.1

een BMI vlgs NEN 2535 vanaf de toegang van een verblijfsruimte slechts in één richting kan worden gevlucht,

loopafstand toegang van VR tot een punt waar > 2 richtingen vluchten > 10 meter; volledige bewaking; zie tabel 2.6.1 van bijlage 10

x

x

x

x

x

x

x

x

x


Artikel 2.6.4 lid 3

voldoet

volledige detectie

voldoet

niet van toepassing

nvt

programma van eisen

voldoet

doormelding logboek

voldoet

Een BMI op grond van artikel 2.6.2

voldoet aan NEN 2535, uitgave 1996, en NEN programma van eisen 2535/A1 uitgave 2002. programma van eisen programma van eisen

voldoet

BMI artikel 2.6.3, lid 2 met doormelding

crtificaat regeling CCV

Artikel 2.6.3 lid 1 c

Artikel 2.6.3 lid 2

volledige detectie pve

BMI vlgs artikel 2.6.2, lid 1a, b en c, rechtstreeks doormelden naar de RAC

voldoet

certificaat

voldoet

aanwezigheid

voldoet

programma van eisen

voldoet

logboek

voldoet

aanwezigheid

voldoet, niet alle plaatsen gecontroleerd, steekproef voldoet

pictogrammen en transparanten

voldoet niet op alle plaatsen, maar wel duidelijk. Nb. Niet altijd voor buitenlandse gebruikers

zichtbaarheid

voldoet

logboek

voldoet

Artikel 2.6.5 lid 1



x

x

x

x

x

x

x

x

x

Artikel 2.6.6 lid 1

Artikel 2.6.7 lid 1

gebruiksfunctie met bmi op grond van artikel 2.6.2.

een ontruimings -alarminstallatie NEN 2575, uitgave 2004

op grond van artikel 2.6.6 aanwezige voldoet aan het gestelde in NEN 2575, uitgave 2004. ontruimingsalarminstallatie

Artikel 2.6.7 lid 2

ontworpen en aangelegd overeenkomstig op grond van artikel 2.6.6, aanwezige aanvaard PVE als bedoeld in NEN 2575, ontruimingsalarminstallatie uitgave 2004.

Artikel 2.6.8 lid 1


Artikel 2.6.8 lid 2

x

x

x

x

x

x

Artikel 2.6.9


x

x

x

x

x

x



T NT R NR V VN G

Een gebruiksfunctie, genoemd in tabel voorzien van vluchtrouteaanduidingen, als bedoeld in NEN 6088 uitgave 2002 2.6.8 van bijlage 12 Een op grond van artikel 2.6.9 aanwezige vluchtrouteaanduiding

voldoet aan het gestelde in NEN 6088, uitgave 2002.

Een vluchtrouteaanduiding .

goed zichtbaar en voldoende herkenbaar aangebracht

de zichtbaarheidsaspecten van de in artikel 2.6.9 vermelde vluchtrouteaanduiding

dient te voldoen aan artikel 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838, uitgave 1999.

wanneer het lid van toepassing is als het lid niet van toepassing is als het voorschrift relevant is voor dit bouwplan. Als het relevant is, als het voorschrift niet relevant is voor dit bouwplan. als het gebouw voldoet aan het voorschrift als het gebouw niet voldoet aan het voorschrift als aan een grenswaarde moet worden ingevuld, deze eis dan aangeven


57


Gebruiksvergunning gebruikseisen algemeen en opgenomen in vergunning aanwezigheid vergunning

6.1.7

in gebouw / bij controle


6.2.1

bijlage 3

V N R R V N aspecten uitvoering

aangetroffen

x

x aanwezigheid

vergunning niet compleet aanwezig, wel voorschriften deel

x

x controle op bijlage 3 algemeen voorschriften deel van de vergunning

was gedeeltelijk opgenomen in

vrijhouden terrein gedeelte

bijlage 3

x

x

elektrische installatie

bijlage 3

x

x

verwarming en koken

bijlage 3

rookgasafvoer

bijlage 3

verbod open vuur

bijlage 3

blusleidingen pompen

bijlage 3

brandweerlift

bijlage 3


bijlage 3

x x x x x x x x x x x x


bijlage 3

x

automatische blusinstallatie

bijlage 3

x x

brand slh automatische deuren, sluizen

bijlage 3

x

x onderhoud logboek

bijlage 3

x

x werking

deuren overdruktrappenhuis

bijlage 3

x x

bluswater, verbindingsweg gevaar brand, NV 1 * jaar controle veilige opstelling, voldoende ventilatie

bijlage 3

gasflessen

bijlage 3

rwa

bijlage 3

rook brandscheidingen

bijlage 3

logboek

bijlage 3

gevaarlijke werkzaamheden

bijlage 3

roltrap

bijlage 3

opslag goederen

bijlage 3

bluswaterwinplaats

bijlage 3

voldoet voldoet, cv ruimtes

gereinigd., veilig

voldoet c.v ruimte logboek

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing

onderhoud logboek

voldoet

x onderhoud logboek

voldoet

niet van toepassing

onderhoud, bij brand buiten


niet van toepassing, ligt aan openbare weg

niet van toepassing

niet van toepassing geen logboek wel stickers met keuringsdata zelfsluitende deuren sloten niet goed, o.a. volgorde inrichting stuk niet van toepassing

geen logboek wel aanwezig, wel algemeen onderhoudscontract met zichtbaarheid, controle logboek opmerkingen

x x x x x x

verbod in dit gebouw

geen gasflessen aangetroffen

certificaat

niet van toepassing

x x

x onderhoud x alle werkzaamheden

x x x

x vergunning met voorwaarden

x x x x


niet goed uitgevoerd, o.a. deuren en brandkleppen geen onderhoud (plastic van montage zat er nog op niet aanwezig niet aanwezig

onderhoud logboek niet van toepassing eisen materiaal zie BB 2.12 en geen gegevens van materialen ook 2.15 niet gecontroleerd onderhoud opeigen terrein

niet van toepassing

58


6.2.1


uitgangen vluchtroutes

bijlage 4

bijlage 4

bekleding en stoffering

x x

x ?

x x

x

vuurwerk opstelling inventaris

x

x

blustoestellen

x x x x

elektrische verlichting

op maat naar verwezen 6.2.2. gereedhouden bluswater

6.3.1

gebruik middelen en voorz.

6.3.2 a 6.3.2.b

bijlage 5 en 6 op eigen terrein melding / alarmering ontvluchten en redding

x

x

vrijhouden, kleefmagneten, panieksluiting > 100 personen

voldoet

brandveilig

geen gegevens van bekend

verduistering begeleidingslicht

geen bioscoop zaal o.d. aanwezig

verbod

voldoet

tekening grotere ruimtes

voldoet niet, geen tekening aanwezig geen logboek wel stickers met keuringsdata, voldoen

periodieke controle

x opslag brandstof e.d.

niet van toepassing

x

x

x

beschikbaar houden


x

x

beschikbaar houden

nee

aanwezigheid

nee

x

niet van toepassing

niet van toepassing

x

niet van toepassing

niet van toepassing

niet van toepassing, verboden bij werkzaamheden door opgeleid personeel

niet van toepassing

extra eisen (bijlage 2 toelichting) installaties

3

standbouw / podiumbouw

4

verbrandingsmotoren

5

verbod open vuur / vuurwerk 6 bewaking / controle

7

ventilatie / werkzaamheden 8 gevaarlijke stoffen

9

opstellingsplan

10

afval

11

doorlopend toezicht

12

brandveiligheidsinstructie

13 13c 14

openingstijden

overige voorwaarden

telefoontoestel / elektr. komfoor eisen aan uitvoering aftappen reservoirs en accuklem toestemming / plaatsen verbod cdt bepaalt/ gedipl. personeel openhouden / niet verstoren dagvoorraad en plaats goedgekeurd / op tekening voor iedere voorstelling weg op veiligheidvoorzieni ngen aanwezig / geoefend ontruimingsplan

x

x x x

x

niet geregeld

x

x

veiligheid van systemen

voldoet

x

x

verbod in celgedeelte

voldoet

x

x voor grotere zalen x

niet van toepassing


x

x logboek


x x

x logboek x aanwezigheid


x

aangegeven

controleren op inhoud

x

x x

slechts in concept aanwezig

niet van toepassing

niet van toepassing

ter plaatse bekijken

in gebruiksvergunning mogen geen bouwkundige en aan te brengen installatie technische eisen staan

Overige gebruikseisen in vergunning aantal personen

organisatie bij brand wijzigingen bouwwerk / gebruik

plaats aangeven

x

instructie en organisatie

x

tijd aangegeven

x

?

niet aangegeven

x hoe op te treden bij brand

instructie voor gebruikers niet aanwezig, organisatie wel, maar niet goed geregeld, geen goedgekeurd plan aanwezig

x


niet aangegeven

59

Brandveiligheidscan aanmeldcentra voor asielzoekers Versie :

Recommend Documents