Inleiding – Asielzoekers Zingen: Psalm 146: 7 Asielzoekers, wie zijn dat? + Vraag aan jullie + Definitie + Asielzoekers in Nederland + Asielzoekers in de Bijbel - Oude Testament - Nieuwe Testament + Voor jou persoonlijk Ik wil het vanavond met jullie gaan hebben over Asielzoekers. Er wordt de laatste tijd wat minder over gesproken maar het is toch nog vaak in het nieuws. Een onderwerp wat veel vragen oproept maar waarbij ook iedereen een eigen mening heeft. Pim Fortuyn had er heldere maar ook harde stellingen over gepresenteerd waardoor dit onderwerp nog meer in de schijnwerpers kwam. Maar voordat ik meer over Asielzoekers ga vertellen, heb ik eerst een vraag aan jullie waar jullie over na mogen denken. Asielzoekers, een woord waar je ongetwijfeld een voorstelling bij heft. Maar heb je wel het juiste beeld voor je? En hoe denk je over deze groep mensen waarvan er ook heel veel in Nederland zijn? Daarom de vraag: Wat versta jij onder Asielzoekers? + Wie zijn ze als persoon? + Wat zijn hun dagelijkse bezigheden? Bedenk hierop kort een antwoord en deel dit met je buurman of buurvrouw. Daarna hoop ik verder te gaan en hoop dat je beeld tijdens de inleiding een beetje veranderd of misschien toch hetzelfde blijft. Definitie Asielzoekers zijn mensen die gevlucht zijn uit hun eigen land om bepaalde redenen. Dit kan voornamelijk om drie redenen: + Politieke redenen: dat de vluchteling in een land leeft waar oorlog is + Economische redenen: dat de vluchteling leeft in een land waar een hongersnood is, maar het kan ook zijn dat de vluchteling in een ander land betere economische kansen ziet + Godsdienstige redenen: De vluchteling wordt in zijn land om godsdienstige redenen vervolgd. Op het moment dat asielzoekers vluchten moeten ze asiel aanvragen bij een ander land. Zodra ze in een asielprocedure zitten geldt voor hen een apart huisvestingssysteem met beperktere rechten. Dit is bijvoorbeeld een asielzoekerscentrum.
Op het moment dat een asielzoeker asiel aanvraagt en hij een asielvergunning krijgt wordt hij een vluchteling genoemd. Als een vluchteling na vijf jaar met een asielvergunning in Nederland heeft gewoond en hij goed is geïntegreerd mag hij de Nederlandse identiteit aanvragen en dus wordt de vluchteling een Nederlander Asielzoekers in Nederland Misschien heb je zelf wel eens een bezoek gebracht aan een asielzoekerscentrum, heb je al eens gepraat met een asielzoeker of bent op een andere manier in contact gekomen met hen. Vaak zijn deze mensen getraumatiseerd; jarenlang onderdrukt, bedreigd, gediscrimineerd of aan de dood ontsnapt. Anderen zijn verkracht en mishandeld, van sommigen is hun huis aan puin geschoten. Ze zijn vaak zonder bezittingen en er is vaak geen of nauwelijks contact met familieleden mogelijk. Als de asielzoekers eenmaal gevlucht zijn en land zoals Nederland bereikt hebben, is alle moeite nog niet voorbij. Soms zitten gezinnen meerdere jaren met andere families in kleine huisjes of in een Asielzoekerscentrum. Ze kennen niemand en ze spreken evenmin onze taal. Ze vervelen zich omdat ze niet mogen werken. Bovendien hebben ze dagelijks de onzekerheid of ze wel of niet in ons lang mogen blijven! Ik ben zelf vorig jaar in het Asielzoekerscentrum van Grave geweest. Een plaatsje in Brabant. Het was heftig om te moeten zien hoe de mensen daar leven en hoe ze dat zelf ervaren. Een kamer voor vier personen bestaat uit vier bedden, vier kleine kledingkasten, een tafel, vier stoelen, een magnetron, een koelkast en een televisie. Alleen het broodnodige. Koken doen ze in een gezamenlijke keuken, een toilet en douche delen ze met meerdere kamers. Een situatie die wij ons haast niet kunnen voorstellen en die voor deze mensen al heel wat is. Verder leven deze mensen bij de dag, ze weten vaak niet wat hen de volgende dag te wachten staat. Ze kunnen niets en mogen niets omdat ze geen asielvergunning hebben, en niet weten of ze die krijgen. Het kan maar zo zijn dat ze weer terug moeten naar hun eigen land. Veel bezittingen hebben ze niet, ze konden alleen het broodnodige meenemen. We gaan het ons, onszelf eens voorstellen; Hier in Nederland breekt een vervolging uit, waarbij alle Christenen gedood moeten worden. Je ouders besluiten samen met de rest van het gezin te vluchten naar een ander land. Wat zou jij meenemen? Bedenk vijf dingen en schrijf die maar op! Waarschijnlijk hebben de meesten onder die vijf dingen het volgende bedacht: + Een Bijbel + Een mobiel (+ oplader) + Kleding + ID + geld + Persoonlijke bezittingen zoals foto’s Ontzettend moeilijk als je erover na gaat denken misschien om alles achter je te moeten laten! Een zware reis die je wacht naar iets onbekends. Verschrikkelijke dingen
maakten asielzoekers onderweg mee. En het was ontroerend om te zien hoe ze dan genieten van de kleine dingen in een asielzoekerscentrum. De zorg en liefde voor hen, een zonnetje dat buiten schijnt en de veiligheid die ze hebben. Ondanks alle moeite en zorgen, de onzekerheid en de onbekende toekomst. Een korte schets over Asielzoekers in Nederland. Maar ook in de Bijbel wordt gesproken over Asielzoekers, of beter gezegd vreemdelingen. We kunnen binnen Israël praten over drie verschillende groepen: 1) In de eerste plaats: De Nokri, een doorreizende vreemdeling, handelaar of reiziger. Een persoon die gisteren kwam en morgen weer gaat. Ze hadden geen bijzondere rechten. 2) Een tweede woord wat we tegenkomen is Zar. Zar is een vreemdeling in de meest negatieve zin van het woord. Een indringer. 3) Als laatste het woord Gerim. Deze groep mensen is vergelijkbaar met vluchtelingen / asielzoekers. Het is de meeste bevoorrechte vreemdeling in de Bijbel! In het Oude testament is veel aandacht voor de vreemdeling. De wetten die onder Israël golden boden vluchtelingen de bescherming en hulp die zij nodig hadden. Het volk Israël had namelijk ook als vreemdeling in het land Egypte verkeerd. Omdat de meeste vreemdelingen arm waren, vielen ze onder dezelfde beschermende wetten als de weduwen en wezen in Israël. De vreemden mochten delen in de opbrengst van de tienden en hadden recht op de nalezingen van de oogst. Vreemdelingen die konden werken, verhuurden zich als knecht, maar behoorden niet tot de slaven. De vreemdeling werd door de rechtbank gelijk behandeld als de Israëliet en mocht gebruik maken van de vrijsteden. Behalve rechten waren er ook plichten. De wet van de Israëlieten moest gehouden worden, zoals het sabbatsgebod en de verschillende reinheidswetten maar hij mocht ook offeren en deelnemen aan de verschillende feesten. Uit alle voorschriften en beschermende maatregelen waarmee de vreemdeling in Israël werd omringd, blijkt al iets van het heil en de genade van God, die uiteindelijk niet beperkt bleven tot het volk Israël alleen. In het nieuwe testament heeft het begrip vreemdeling vaker de betekenis van een godsdienstige vreemdeling. Het volk van God is niet langer meer een volk in nationaal opzicht, Christus heeft nieuwe verhoudingen gebracht. Hoe ging de Heere Jezus om met vreemdelingen? We lezen niets over vooroordelen die Hij had, alle grenzen laat hij radicaal wegvallen. Dit kun je teruglezen in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan en het gesprek met de Samaritaanse vrouw. Bij de gelijkenis van de barmhartige Sameritaan gaat het voornamelijk over de plicht tot naastenliefde maar die strekt zich dan ook uit tot de vreemdeling! In het Nieuwe testament treffen we een aantal plaatsen aan waarin de oproep om gastvrij te zijn, heel duidelijk doorklinkt. Hebreeën 13:2; ‘Vergeet de herbergzaamheid niet, want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.’
Het woord herbergzaamheid of ook wel gastvrijheid zoals andere vertalingen weergeven, kan ook vertaald worden met vreemdelingenliefde. Deze herbergzaamheid wordt zelfs genoemd als voorwaarde voor de bediening van het ambt. De eerste Christenen stonden bekend vanwege hun gastvrijheid en zorg voor anderen. Die zorg beperkten ze zeker niet tot hun geloofsgenoten. Concluderend kan dan ook gezegd worden dat openheid voor vreemdelingen uit allen volken één van de kenmerken van de christelijke gemeenten is. In Mattheüs 25 zegt Jezus in een rede over de laatste dingen onder andere: ‘Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij geherbergd. En dan even verder:’Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit aan een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.’ Hier ligt het karakter van de christelijke liefde. De gemeente mag en moet naar buiten treden met Woord en daad. Jezus is niet alleen een Heiland van Joden maar een Heiland der mensen, tot aan het uiterste eind van de wereld. De Christen wordt in het Nieuwe testament gekarakteriseerd als een vreemdeling op aarde. Elke zondag mogen we het horen: ‘Ik ben de Heere, uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis uitgeleid heb.’ Zou dat ook ons wat te zeggen hebben over de vreemdeling? De vreemdeling die weet wat het is onderdrukt te worden, die weet wat het is te moeten vluchten, die weet wat het is asiel te zoeken. Voor jou persoonlijk. Nu verwacht je misschien dat ik je hier een opdracht ga geven, het helpen van asielzoekers bijvoorbeeld. Nee, ik doet dat niet! Ik denk dat het beter is, dat je voor jezelf een conclusie trekt uit deze inleiding. De een zal dit alles misschien vanavond nog naast zich neerleggen en een ander zal er wat mee doen. En wat voor een conclusie je hieruit trekt, laat ik aan jou over! Het enige wat ik erover wil zeggen is het volgende: Vanuit het Nieuwe testament kun je best nog wel wat leren over hoe onze houding ten opzichte van de vreemdeling hoort te zijn. Denk maar aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Als christen heb je de opdracht om God lief te hebben boven alles en je naaste als jezelf. Gods Woord zegt ons dat we mensen die in moeilijkheden verkeren moeten helpen. Dat houdt niet op bij de leden van onze eigen gemeente of kerk. Dat houdt ook niet op bij zending en evangelisatie. De Heere acht ieder mens waardevol omdat hij een schepsel van Zijn hand is en Zijn beeld draagt.
Zingen: Psalm 103:7
Vragen: 1) Wie waren asielzoekers / vluchtelingen in de Bijbel? 2) ‘Wie zelf een vreemdeling is in deze wereld, weet wat dat betekent en zal ook andere vreemdelingen herbergzaamheid bewijzen.’ Probeer deze opmerking eens in eigen woorden uit te leggen. 3) In de inleiding werden wij vreemdeling op deze aarde genoemd: ‘De vreemdeling die weet wat het is onderdrukt te worden, die weet wat het is te moeten vluchten, die weet wat het is asiel te zoeken’. A) Hoe worden wij (soms) onderdrukt? B) Waarvoor moeten we vluchten? C) Waar moeten we asiel zoeken? 4) Welke lering heb jij getrokken uit deze inleiding?