Brandveiligheid PGS 15 opslagen
Kennemerplein 6-8 Postbus 1006 2001 BA Haarlem
Verslag Expertmeeting 4 juni 2009
Contactpersoon Caroline Altena
Organisatie: Voorzitter:
VROM-Inspectie drs. Arie Deelen, lid dagelijks bestuur DCMR Milieudienst Rijnmond
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Inleiding In twee recente onderzoeken van de VROM-Inspectie is gebleken dat de milieuvergunningen en tevens het onderhoud, de inspectie en de certificering van automatische brandbeveiligingssystemen in PGS 15 opslagen van verpakte gevaarlijke stoffen veel te wensen over laat. In 2008 heeft de VROM-Inspectie een aanvullend onderzoek gedaan naar alle types brandbeveiligingsystemen bij een representatieve steekproef van de doelgroep. Hieruit komt hetzelfde beeld naar voren. Dit onderzoek wordt naar verwachting deze zomer openbaar gemaakt. Om oplossingen te vinden voor de veiligheidsrisico’s die hierdoor ontstaan heeft de VROM-Inspectie het initiatief genomen om samen met alle betrokken partijen deze bevindingen te bespreken en te zoeken naar oorzaken en oplossingsrichtingen. Hiertoe is op 4 juni 2009 een expertmeeting gehouden met ruim 30 specialisten (zie bijlage 2) die de meest direct betrokken partijen vertegenwoordigen. De doelstelling van de expertmeeting was het toetsen of de betrokken partijen het met elkaar eens zijn over zowel de knelpunten als de effectiviteit van een nog te kiezen aanpak. De expertmeeting is voorbereid aan de hand van een vooraf opgesteld achtergronddocument en diverse voorgesprekken met betrokkenen. Op die wijze is een analyse gemaakt van de manier waarop automatische brandbeveiligingssystemen tot stand komen en worden gebruikt en het totaal van de daarbij betrokken partijen. Er zijn knelpunten verzameld en ingedeeld in vijf thema’s en gekoppeld aan mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen. De volgende centrale thema’s zijn onderkend: 1. De Wet milieubeheervergunningen zijn niet op orde; 2. De handhaving is niet op orde; 3. Er zijn geen (kwaliteitscriteria voor) uitgangspuntendocumenten; 4. Installaties zijn niet goedgekeurd door inspectie instellingen; 5. De normstelling, inzichten en het gebruik van opslagplaatsen veranderen voortdurend. Deze thema’s zijn met de betrokken partijen besproken aan de hand van Factsheets. Ter introductie is een inleiding gehouden door Caroline Altena van de VROM Inspectie. Bespreking Tijdens de expertmeeting is door alle aanwezigen met enthousiasme en inzet meegedacht en gesproken over dit onderwerp. Alle gemaakte opmerkingen zijn
Pagina 1 van 11
uitgeschreven in bijlage 1 en een lijst met de namen en organisaties van de aanwezigen is opgenomen als bijlage 2 bij dit verslag. De onderwerpen die in detail zijn besproken zijn divers en zeer uiteenlopend van aard. Om die reden is ervoor gekozen een uitgebreid verslag op te nemen in bijlage 1. Het bleek tijdens de bespreking regelmatig dat niet alle betrokkenen evenveel, of dezelfde kijk hebben op de verschillende deelgebieden die van belang zijn bij brandbeveiliging van PGS 15 opslagen. Nu is het weliswaar zo dat niet iedere partij bij alle stappen in even grote mate is betrokken, maar er is grote behoefte aan meer overzicht en inzicht op diverse deelgebieden. Op het eind van de meeting zijn dan ook diverse acties afgesproken die hier in voorzien. Een belangrijk deelonderwerp tijdens de meeting was: “de uitgangspunten voor ontwerp, aanleg, beheer, onderhoud en inspectie van een brandbeveiligingsinstallatie” (ook wel programma van eisen/PVE, BdB e.d. genoemd). Geconcludeerd is dat deze uitgangspunten een centrale positie innemen bij de kwaliteitsborging van brandbeveiligingssystemen. Ook is duidelijk dat er nog veel vragen bestaan over het doel, de reikwijdte en de inhoud van deze uitgangspunten en ook over de manier waarop die moeten zijn of worden vastgelegd. Actiepunt 2 gaat hierover. Daarbij is afgesproken te werken aan verduidelijking en standaardisatie van uitgangspuntendocumenten. Ook is afgesproken een werkwijzer op te stellen over de manier waarop bij bestaande installaties toegewerkt kan worden naar een situatie met een kwalitatief goed uitgangspuntendocument. Tijdens de bespreking zijn ook juridische vraagstukken genoemd die daarbij in beeld komen, zoals de vraag of een CPR 15-2 bedrijf verplicht kan worden om een uitgangspuntendocument op te stellen. Dit actiepunt is opgepakt door het CCV, maar ook overheidsvertegenwoordigers hebben tijdens de meeting aangegeven acties te willen ondernemen op dit onderwerp. Onder andere bij het beschrijven van de route hoe er een uitgangspuntendocument kan worden opgesteld en wat de minimale vereiste informatie is die daarin moet zitten.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Een ander belangrijk gespreksonderwerp is gericht geweest op de vraag hoe moet worden omgegaan met veranderingen in normen, inzichten, richtlijnen en bedrijfsvoering. Wijzigingen van gebruik van opslagplaatsen, nieuwe inzichten en veranderende normen en richtlijnen hebben er in de afgelopen periode voor gezorgd dat verschillende bedrijfssituaties en installaties onderling afwijken, of ten opzichte van documentatie en vergunningen. Dit onderwerp is onder andere terug te vinden in actiepunt 2. Omdat het erop lijkt dat oplossingen voor bestaande situaties in de meeste gevallen maatwerk moet zijn is er ook besloten tot het uitvoeren van case onderzoeken. Dit is terug te vinden in actiepunt 6. Verder is in actie 1 afgesproken om te onderzoeken hoe informatie over het brand- en blusgedrag van bepaalde stoffen kan worden ontsloten en ook acties 3, 4, 7, 8 en 9 zijn gericht op het genereren van informatie en inzicht op diverse deelgebieden bij de vergunningverlening, ontwerp, aanleg, gebruik en inspectie van brandbeveiligingsinstallaties bij PGS 15 opslagen.
Afgesproken actiepunten met trekkers en deelnemers Aan het eind van de bijeenkomst is afgesproken om de onderstaande acties uit te voeren. Bij deze acties hebben zich trekkers en deelnemers opgeworpen. De
Pagina 2 van 11
trekkers hebben aangegeven deze acties te initiëren en zo nodig andere organisaties te betrekken bij het opzetten en uitvoeren van deze acties. VROM zal als organisator van zowel deze middag als van een vervolgbijeenkomst, contact opnemen en onderhouden met de trekkers van de negen acties over de opzet, invulling en voortgang van hun acties.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
1. Stoffenbank Onderzoek doen naar de mogelijkheden voor het ontsluiten van informatie over stoffen en bluseigenschappen. Hieronder valt ook het toegankelijk maken van de resultaten van uitgevoerde tests met stoffen en blussystemen. Trekker: VNCW. Deelnemers: VHCP, VNCI, producenten en leveranciers. 2. Uitgangspuntendocumenten Dit actiepunt is aangemerkt als breed actiepunt waarvoor nog nadere uitwerking nodig is. Het actiepunt omvat het zorgen voor het standaardiseren en kwalitatief verbeteren van uitgangspuntendocumenten en het verduidelijken van het doel en de reikwijdte van deze documenten. Ook omvat dit punt het opstellen van een werkwijzer voor de aanpak de bestaande installaties waar een kwalitatief goed uitgangspuntendocument ontbreekt. Trekker: CCV. Deelnemers: Overheid (VROM/IPO/VNG), verzekeraars, VNCW, VNCI, Agrodis, VIVB. 3. Scopes Zorg dragen voor een duidelijk afbakening van de reikwijdte van individuele inspecties door inspectie instellingen en zorgen voor toegankelijke informatie over deze inspecties. Trekker: RvA. Deelnemers: VIVB, CCV. 4. Informatiedocumenten certificering Met dit actiepunt wordt beoogd de verschillende doelgroepen en partijen te voorzien van informatie over de certificering en inspectie van brandbeveiligingssystemen. Daarvoor kan aansluiting gezocht worden bij de handreiking van de NVBR over het certificeren van brandbeveiligingssystemen. Trekker: NVBR. Deelnemers: Alle partijen. 5. Regie werkgroepen Dit betreft het geven van overzicht in alle bestaande normcommissies, programmaraden, werkgroepen ed. die betrokken zijn bij PGS en wijzigingen daarvan. Ook hoort bij dit actiepunt thuis het aanduiden van de juridische status en eventuele overgangstermijnen die gelden bij wijzigingen die door deze commissies worden voorgesteld. Trekker: Infomil. Deelnemers: VROM. 6. Case onderzoeken Met een werkgroep van deskundigen een aantal praktijksituaties analyseren en vlottrekken. Tevens benoemen welke soort wijzigingen hebben geleid tot knelpunten. Trekker: VROM. Deelnemers: Agrodis, Provincie NB, verzekeraars, VNCW, ea. 7. Informatieblad Regelmatig informatie verspreiden over PGS15 voortgang en specifieke onderwerpen aan alle doelgroepen. Hiermee kan worden voorzien in de
Pagina 3 van 11
geconstateerde informatiebehoefte op velerlei terrein (bijvoorbeeld veranderingen in normeringen) en moeten alle betrokken doelgroepen gestimuleerd worden om dit verbetertraject vol te houden. Trekker: VROM.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
8. Actualiteiten standaardnormen Nieuws over veranderingen in standaardnormen aanleveren aan branche organisaties. Deze actie moet invulling geven aan de wens van bedrijven om beter op de hoogte te blijven van zaken die kunnen spelen bij inspecties door inspectie instellingen. Trekker: VIVB. Deelnemers: VNCW. 9. Deskundigheidsbevordering bevoegd gezag Een deel van de oplossingen schuilt in het verbeteren van het opleidingsniveau en de samenwerking bij de overheid. Deze actie moet daartoe bijdragen door bijvoorbeeld aansluiting te zoeken bij het BRZO-LAT traject en/of het ontwikkelen van specifieke maatlat. Ook het stimuleren van regionale projecten behoort tot de mogelijkheden. Trekker: Infomil. Deelnemers: Bevoegd gezag, NVBR, VROM.
Vervolgbijeenkomst Er komt in het najaar van 2009 een vervolgbijeenkomst. In deze vervolgbijeenkomst zullen de resultaten van de 9 acties worden besproken. De VROM-Inspectie zal als organisator van zowel deze eerste expertmeetingmiddag als van de vervolgbijeenkomst contact opnemen en onderhouden met de trekkers van de 9 acties over de opzet, invulling en voortgang van hun acties.
Pagina 4 van 11
Bijlage 1 Verslag van de inhoudelijke bespreking aan de hand van de agenda: Tijdens de inleiding zijn door de deelnemers de volgende opmerkingen gemaakt:
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Macco Korteweg Maris: Het is belangrijk om het probleem te benaderen vanuit de optiek van het bedrijfsleven. Stukken zijn vaak teveel geschreven vanuit de achtergrond van de wetgeving en te weinig vanuit een risicobenadering. Willem Hamer: Het rapport Dieper Duiken in het Schuim bevat onduidelijkheden. Dré Mevissen: De branche vereniging wil graag inspraak op de inhoud en formulering van dit soort onderzoeksrapporten. Peter Bareman: Geeft aan hiermee rekening te houden bij het vaststellen van komende onderzoeksrapportages. Lucien Govaert: Uit een recente inventarisatie van het VNCW komen hele praktische zaken naar voren die aangepakt kunnen worden. Hij heeft de resultaten gebundeld op een A4 en deelt die uit. Anton van Ballegooijen: De VIVB onderschrijft dat er diverse knelpunten zijn. Het is complexe materie, veel soorten en variabelen, geen brede kennis. Uitgangspunten voor brandbeveiliging zijn essentieel om de beveiliging adequaat en verifieerbaar te maken. Iskander Haverkate: Benadrukt dat de status van documenten, handreikingen en richtlijnen goed in het oog gehouden moet worden. We moeten niet alleen een technisch organisatorische oplossing bedenken, maar ook zorgen voor de juridische houdbaarheid daarvan. Rene Dirven: Geeft aan dat er in Nederland weinig inhoudelijke kennis is over dit onderwerp. Verzekeraars maken gebruik van Amerikaanse onderzoeksgegevens. Arie Deelen: Concludeert het volgende: Het onderwerp is inhoudelijk complex; De kennis is verspreid en deels alleen in het buitenland aanwezig; Er bestaan veel spelregels, met soms onduidelijke status; Bedrijven zijn niet goed thuis in dit vakgebied; De samenwerking tussen inspectie instellingen en bedrijven moet beter.
13.30 – 14.30 Algemene inhoudelijke bespreking De voorzitter geeft ruimte aan de deelnemers om inhoudelijk de bevindingen te bespreken. Dré Mevissen: Bedrijven worden vaak geconfronteerd met nieuwe regels en inzichten. Hierdoor kan het gebeuren dat investeringen die te goeder trouw zijn gedaan plotseling versneld afgeschreven moeten worden. Rinus Corbijn: Bij sommige bedrijven bestaat er echt een veiligheidsprobleem. Dit kan te maken hebben met de uitbreiding van het assortiment of verandering van opgeslagen stoffen of verpakkingen. Geerlof Bijsterbosch: Onderschrijft dat de BIO-aspekten (Bouwkundig, Installatietechnisch, Organisatorisch) bij verschillende opslagen niet op elkaar zijn afgestemd.
Pagina 5 van 11
Rob Duijghuisen: Het vormgeven van opslaglocaties, vergunningen en installaties is maatwerk. Dit valt moeilijk te rijmen met gestandaardiseerde en uniforme inspecties en handhaving. Gerrit Marinus: Geeft aan dat inspecties door inspectie instellingen kostbaar zijn en vaak erg in detail gaan.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Iskander Haverkate: Stelt dat bedrijven in een ontwerp en aanvraagfase vaak meer eisen van het bevoegd gezaq en verzekeraars inwilligen dan strikt noodzakelijk omdat, als ze dat niet doen, (de planning van) het gehele project gevaar kan lopen. Leon Smolders: Van den Anker heeft 16 stoffen laten testen op blusbaarheid met Hi-Ex. Alle 16 stoffen bleken te blussen. Deze tests zijn kostbaar. Hij vraagt zich af of er bij andere bedrijven ook tests zijn uitgevoerd en pleit voor het openbaar maken van deze gegevens. Ook pleit hij voor het uitvoeren van nog meer van dergelijke tests, omdat naar zijn mening de effectiviteit van een Hi-Ex installatie naar zijn mening wordt onderschat. Jurgen Dorrestein: Dit soort testgegevens zijn eigendom van de klanten. Deze kunnen de leveranciers niet zomaar openbaar maken. Hij doet het verzoek aan de overheid om een testlocatie te realiseren. Arie Deelen: concludeert het volgende: Het onderwerp daagt uit tot besprekingen op detailniveau; De deelnemers zijn betrokken bij het onderwerp; Het is handig om het onderwerp in stukken te knippen en per deelgebied te bespreken. De voorzitter gaat over tot inhoudelijke bespreking van de thema’s aan de hand van de 5 genoemde Factsheets. Factsheet 1 en 2 Vergunningen en handhaving Corné van Dijk: Bij diverse dossiers bestaan onderlinge tegenstrijdigheden. Dit kan eigenlijk niet in een vergunning geborgd worden, zeker niet als de vergunning flexibel moet zijn. Als de tegenstrijdigheden niet zijn opgelost kan niet verwacht worden dat de problemen in dit taakgebied worden opgelost door aanpassingen in de sfeer van de Wet milieubeheervergunning. Wim Derksen: Ook bij de aanvraag van een milieuvergunning stuit men al op problemen. Bijvoorbeeld hoe definieer je stoffen in een vergunning. Dat kan nl. niet per specifiek product, omdat dat er teveel zijn en deze vaak wisselen. Willem van Oppen: Stelt voor verder te gaan met Factsheet 3, omdat hij denkt dat veel knelpunten daar een oorzaak vinden. Factsheet 3 Uitgangspuntendocument Arie Deelen: daagt de deelnemers uit om aan te geven wat een goed uitgangspuntendocument is. Jörgen Gros: Verzekeraars beschouwen het uitgangspuntendocument als een product risico inventarisatie. Geerlof Bijsterbosch: Er bestaat geen normering voor brandrisico inventarisaties. Gerrit Marinus: Je mag verwachten dat een uitgangspuntendocument een bepaalde juridische status heeft want ook de overheid en verzekeraars zijn daar bij betrokken. Jörgen Gros: geeft aan dat het moeilijk is om uitgangspunten documenten te (laten) beoordelen omdat de benodigde kennis niet voorhanden is.
Pagina 6 van 11
Iskander Haverkate: stelt dat er bij niet-PGS bedrijven geen juridische basis is om een uitgangspuntendocument te verlangen. Unaniem: Iedereen is het met elkaar eens dat het uitgangspuntendocument toch het startpunt moet zijn van een betrouwbare brandbeveiligingsinstallatie.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Willem Hamer: Een uitgangspuntendocument moet een beschrijving zijn van de techniek, niet alleen een enkele aanduiding over welke stoffen wel of niet mogen worden opgeslagen. Leon Smolders: vindt het niet nodig om op detailniveau te beschrijven welke stoffen en installaties samengaan. Een uitgangspuntendocument kan niet op een dergelijk detailniveau ingaan. Lucien Govaert: zij hebben bij 3 verschillende adviseurs gevraagd om advies over de opslag van spuitbussen en ontvlambare producten in plastic verpakking. Hier zijn 3 verschillende adviezen over gegeven. Rene Dirven: de aard van de stoffen en de wijze van opslag zijn wel bepalend voor de effectiviteit van de brandbeveiliging. Hij pleit ervoor dat deze informatie in internationaal verband moet worden ontsloten. Ernst Rijkers: op grond van de normen (NFPA) moet deze informatie door de fabrikant geleverd worden. Hij pleit ervoor dat spoor te bewandelen en daar “handen en voeten aan te geven”. Willem Hamer: Diezelfde normen bieden ook de mogelijkheid om uitzonderingen te maken. Piet Pasveer: Er is geen norm die aangeeft op welke manier er een motivatie of risico-inschatting gemaakt moet worden. Daarom is memorandum 61 opgesteld. Arie Deelen: concludeert het volgende: Een uitgangspuntendocument is essentieel; Waarom is het er vaak niet? o Het is een inhoudelijk ingewikkeld document, zeker als het over stoffen gaat; o Het is niet duidelijk volgens welke route zo’n uitgangspuntendocument tot stand moet komen. Meer eenduidigheid over route en inhoud van een uitgangspuntendocument kan een oplossing bieden. Willem van Oppen: In PGS 15 zit geen model voor een uitgangspuntendocument. Wel bestaat er het model IBB (integrale brandveiligheid bouwwerken). Dat is een generiek model. Rene Entken: CPR 15 loodsen hoeven geen uitgangspuntendocument. Stan Smeulders: vraagt of het mogelijk is om voor bestaande installaties een uitgangspuntendocument op te stellen. Het antwoord van de VIVB hierop is dat het wel mogelijk is bij bestaande installaties. Anton van Ballegooijen: Er is niet goed afgesproken wat er dan gemaakt moet worden en wie het beoordeelt. Jörgen Gros: heeft de ervaring dat er in een uitgangspuntendocument of programma van eisen gefixeerd wordt op de installatie. Hij benadrukt dat het belangrijk is om een integrale beoordeling van de risico’s en maatregelen te hebben. Arie Deelen: Concludeert het volgende:
Pagina 7 van 11
Er zijn afspraken nodig hoe CPR 15 bedrijven kunnen doorgroeien naar een situatie conform PGS 15 met een uitgangspuntendocument. De route die hierbij bewandeld moet worden kan worden uitgezocht bij enkele casussen.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Jörgen Gros: vraagt of er in algemene zin is vastgelegd welke risico’s aanvaardbaar zijn bij PGS 15 opslagen. Piet Pasveer: antwoordt dat er is gerekend naar een 10-6 contour. Wel is het begrip gelijkwaardig gebruikt om grote flexibiliteit te bieden en maatwerk mogelijk te maken. Gelijkwaardigheid is echter niet objectief genormeerd. Geerlof Bijsterbosch: geeft aan dat er geen formele adviesrol voor de brandweer is geregeld, terwijl die wel moeten oordelen over de gelijkwaardigheid van voorzieningen. Wim Derksen: Er zijn eisen gesteld aan wat een aanvraag voor een Wmvergunning allemaal moet omvatten. Een uitgangspuntendocument kan daar onderdeel van zijn. Rob Duijghuisen: bedrijven vinden dat een uitgangspuntendocument ook later aangeleverd kan worden, als maar in de aanvraag is aangegeven dat voldaan zal worden aan de PGS 15. Corné van Dijk, Geerlof Bijsterbosch, Wim Derksen: zijn van mening dat een uitgangspuntendocument wel nodig is bij de aanvraag omdat allerlei onderdelen samenhangen (bijvoorbeeld met de QRA en VR). Jörgen Gros: dit staat niet duidelijk in de wet. Is er een analyse gemaakt op welke tijdstippen in een vergunningaanvraag de diverse documenten beschikbaar moeten komen. Piet Pasveer: geeft aan dat er twee mogelijkheden zijn: 1 het uitgangspuntendocument is onderdeel van de aanvraag; 2 het uitgangspuntendocument is voorgeschreven in de vergunning. Hij stelt voor de route te beschrijven hoe er een uitgangspuntendocument kan worden opgesteld en wat de minimaal vereiste informatie is die daarin moet zitten.
Factsheet 4 Inspecties door ii’s Arie Deelen: constateert dat er kennelijk lang niet altijd inspecties door inspectie instellingen worden uitgevoerd. Hij vraagt of er wel genoeg inspectie instellingen zijn. Hierop wordt door de VIVB ja geantwoord. Dit is dus niet een van de oorzaken van de knelpunten. De volgende oorzaken worden aangedragen:
In oude vergunningen zijn vaak slechte formuleringen gebruikt, waardoor onduidelijk is wat er verplicht is aan inspecties en door wie die moeten worden uitgevoerd; De situatie is bij sommige bedrijven zo gegroeid vanuit het verleden.
Jörgen Gros: de enige eis die gesteld is aan inspectie instellingen is dat zij geaccrediteerd moeten zijn. In Nederland vinden wij dat een integrale beoordeling nodig is. In het buitenland wordt vaak louter en alleen de installatie beoordeeld. Dat zou geharmoniseerd moeten worden met het buitenland. Albert Hoogendoorn: Bij het huidige accreditatie schema bestaan nog onduidelijkheden over de scopes en de eis dat een conformiteitverklaring moet worden afgegeven tegen een norm én een uitgangspuntendocument. Hier wordt
Pagina 8 van 11
overleg over gevoerd waarbij ook het CCV aan tafel zit. Binnenkort worden hier stukken van openbaar gemaakt. Diversen: Er is een korte discussie over rollen en plichten van principaal en inspectie instellingen bij afwijkingen.
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Jörgen Gros, Willem van Oppen: Constateren dat er veel onduidelijkheid bestaat over het verschil tussen certificaten en inspectie rapporten. Jos Jalving: Vraagt of scopes ook in EU-verband worden getoetst. Albert Hoogendoorn: antwoordt ja, er wordt door de RvA geharmoniseerd met de buitenlandse zusterorganisaties. Factsheet 5 Veranderingen Jörgen Gros: vindt dat de beheersorganisatie van de PGS goed moet beoordelen of er onderliggende normen veranderen. Vervolgens moet zij motiveren waarom veranderingen noodzakelijk zijn en daar zo nodig overgangstermijnen aan verbinden. Rene Dirven: vindt dat bij een wijziging van een norm of inzicht de overheid moet aangeven welke nieuwe normen per wanneer gelden. Dré Mevissen: vindt dat het in gevallen met grote risico’s dat wel kan om wijzigingen voor te schrijven. Maar het kan niet zo zijn dat iedere wijziging in een detail meteen aangepast moet worden. Een kleine wijziging in een Memo kan grote (financiële) gevolgen hebben. Piet Pasveer: zegt dat die onderwerpen in onderhandeling met het bevoegd gezag moeten worden opgelost. Dat kan nooit met een algemene regeling worden opgelost. Marco Rams: vermeldt dat er een PGS werkgroep bestaat waarin bedrijfsleven en overheid samen deelnemen. Wijzigingen worden daar besproken. Anton van Ballegooijen: de rectificatie van de PGS 15 over de beoordeling van het uitgangspuntendocument iedere 5 jaar is daar een voorbeeld van. Dat heeft geen directe gevolgen voor de installaties. Het bevoegd gezag moet namelijk in individuele situaties nog oordelen of een aanpassing van het document en/of de installatie noodzakelijk is. Lucien Govaert: vermeldt dat er grote verschillen en tegenstrijdigheden zijn bij locale overheden. Zo is het bijvoorbeeld soms niet mogelijk om afvalwater van verplichte testen te lozen. Jörgen Gros: vermeldt dat er een Nederlandse Norm Commissie is die gaat over blusinstallaties. In die commissie worden geen Memoranda behandeld. Hij vraagt zich af wat in zo’n geval de juridische status is van een Memorandum. Rene Entken: De regie bij deze materie ontbreekt. Ook de arbeidsinspectie ontbreekt, terwijl zij een belangrijke rol speelt. Arie Deelen: Concludeert het volgende: Er bestaan diverse overleggen waar zaken behandeld worden (normcommissie, scope-overleg, PGS werkgroep); De verschillende partijen moeten meer met elkaar in gesprek komen; Het is nodig dat dit beter georganiseerd wordt; 15.40 – 16.00 16.15
Vaststellen vervolgtraject Afsluiting
Pagina 9 van 11
In de slotfase van de bijeenkomst zijn op basis van de gemaakte opmerkingen diverse acties benoemd. De volgende acties zijn benoemd: 1. “Stoffenbank”: Onderzoek naar mogelijkheid voor ontsluiten van informatie over stoffen en bluseigenschappen. Trekker Lucien Govaert; Deelnemers: VHCP, VNCI en producenten
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
2. “Uitgangspuntendocumenten”: standaardiseren van doel, reikwijdte en inhoud van uitgangspuntendocumenten bij PGS 15 opslagen; tevens werkwijzer voor bestaande installaties. Trekker: Willem van Oppen Deelnemers: René Dirven, René Entken, Macco Korteweg Maris , Agrodis , VIVB? Agendalid: Piet Pasveer, Wouter Tuijnman
3.
“Scopes”: Duidelijk afbakenen inspecties bij PGS 15 opslagen. Trekker: Albert Hogendoorn RvA Deelnemers: VIVB
4. “Informatiedocumenten certificering”: toespitsen handreiking NVBR op verschillende doelgroepen. Trekker: Geerlof Bijsterbosch Deelnemers: Alle doelgroepen 5. “Regie werkgroepen”: Overzicht maken van bestaande normcommissies, programmaraden, werkgroepen ed. die betrokken zijn bij PGS. Trekker: Marco Rams Deelnemers: Piet Pasveer 6. “Case onderzoeken”: Met werkgroep van deskundigen praktijksituaties analyseren en zo mogelijk vlottrekken. Trekker: Caroline Altena Deelnemers: Conno de Ruijter, Wim Derksen, Jörgen Gros, René Entken e.a. 7. “Informatieblad”: Regelmatig informatie verspreiden over PGS15 voortgang en specifieke onderwerpen aan alle doelgroepen Trekker : Peter Bareman Deelnemers: pm 8. “Actualiteiten standaardnormen”: Nieuws over veranderingen in standaardnormen aanleveren aan branche organisaties Trekker: Anton van Ballegooijen Deelnemers: Lucien Govaert “ 9. "Deskundigheidsbevordering bevoegd ge”ag": Het opleidingsniveau en de samenwerking bij overheid op dit onderwerp vergroten, bijvoorbeeld door aansluiting bij BRZO-LAT traject en/of ontwikkelen van specifieke maatlat. Trekker: Marco Rams Deelnemers: aanwezigen van bevoegd gezag, NVBR, VROM
Pagina 10 van 11
Bijlage 2 Naam deelnemer Caroline Altena Anton van Ballegooijen Peter Bareman Geerlof Bijsterbosch Rinus Corbijn Arie Deelen Wim Derksen René Dirven Jurgen Dorrestein Rob Duijghuisen Corné van Dijk Rene Entken Albert Hoogendoorn Lucien Govaert Jörgen Gros Willem Hamer Iskander Haverkate Jos Jalving Macco Korteweg Maris Marc Leker Gerrit Marinus Dré Mevissen Sanne Muijser Willem van Oppen Piet Pasveer Marco Rams Conno de Ruiter Ernst Rijkers Stan Smeulders Leon Smolders Wouter Tuijnman Lex Wagemaker
Organisatie VROM-Inspectie/ Organisatie R2B / VIVB VROM-Inspectie NVBR, cluster Milieu & Industrie Veiligheidsregio Zeeland DCMR / Voorzitter Provincie Brabant CvD / verzekeringen Ajaxfire Tanatex BV /VNCI Milieudienst RMD VTK-Logistics / VNCW RvA Te Winkel & Oomes / VNCW Allianz Tebodin Gijs Heutink Advocaten AM&V VNCI Milieudienst NWU Schaepman / VVVF Helm Chemicals /VNCI VHCP CCV VROM Infomil Agrodis Veritas / VIVB VROM-Inspectie Van den Anker / VHCP TAG advies / Organisatie DCMR Milieudienst Rijnmond
Overige betrokkenen Paula Bohlander Klaas Gravensteijn Kees Huijgens Soedesh Mahesh Robert Mout Eric Ruwiel
NEN NAV Hisafe / VEBON RIVM DCMR Milieudienst Rijnmond VROM beleid
Betreft Verslag expertmeeting 4 juni 2009
Pagina 11 van 11