Branche Business Services
STUDIEHANDLEIDING ICT- en mediabeheer Uitstroom Netwerkbeheerder Leerweg Opleidingsvariant Niveau Cohort Opleidingsduur (jr) Crebo start Crebo uitstroom
BOL Standaard 4 2011 2 95320 95323
1
Inhoud Voorwoord ................................................................................................................................3 Inleiding ....................................................................................................................................4 De onderwijsvisie van het Albeda College ...............................................................................5 Over het beroep .......................................................................................................................6 Zo ziet je toekomstige beroep er uit ......................................................................................6 Hier ga je werken ..................................................................................................................7 Dit kun je ...............................................................................................................................7 Het hoe en wat van het onderwijs ............................................................................................8 Het wat van het onderwijs ........................................................................................................8 Competentiegericht onderwijs...............................................................................................8 Competenties, werkprocessen en kerntaken in het door jou gekozen beroep .....................9 Competenties.....................................................................................................................9 Werkprocessen................................................................................................................10 Kerntaken ........................................................................................................................10 Algemene competenties, werkprocessen en kerntaken ..................................................10 Doorstroommogelijkheden ..................................................................................................11 Het hoe van het onderwijs......................................................................................................11 Onderwijs in ontwikkeling....................................................................................................11 Basisvaardigheden en Projecten ........................................................................................12 Begeleiding .........................................................................................................................12 Beroepspraktijkvorming (BPV) ............................................................................................12 Programmering van het onderwijs ......................................................................................12 Examinering ...........................................................................................................................15 Examenprogramma.............................................................................................................15 Minimale eisen voor het behalen van het diploma ..............................................................15 Aanwezigheid en examinering ............................................................................................15 Examenreglement ...............................................................................................................16 Nadere bepalingen toetsafname .........................................................................................16 Uitslag en inzage ................................................................................................................16 Taken van de subexamencommissie..................................................................................16 Vrijstellingsregeling .............................................................................................................17 Procedure van bezwaar en beroep .....................................................................................17 Belangrijk adres ..................................................................................................................17 Geldigheid, Wet studiefinanciering, TOP model.....................................................................18
2
Voorwoord Welkom bij het Albeda College! Je hebt gekozen voor een opleiding bij de branche Business Services. Ik hoop dat de opleiding bij je past en dat je hierna een leuke baan zult vinden of verder gaat studeren. De docenten en alle andere medewerkers doen hun best om jou veel te leren en te zorgen dat je een leuke tijd hebt bij het Albeda College. In deze studiehandleiding staat alles wat jij moet weten over jouw opleiding. Bewaar dit document dus goed. Ik wens je veel succes met je opleiding!
Herman Klop Branchedirecteur Business Services
3
Inleiding Je ontvangt verschillende documenten van je opleiding. Je leest nu in de studiehandleiding. In deze studiehandleiding vind je informatie over hoe de inhoud van je opleiding eruit ziet, zoals de jaarplanning van de opleiding, examens, stage en begeleiding tijdens je studie. In een ander document, het studentenbulletin, staat informatie over het Albeda College en over de locatie waar je naar school gaat. Daar staan de praktische zaken zoals wie je waarvoor kunt bellen, enzovoorts. Dit krijg je aan het begin van je opleiding. Tijdens je opleiding kun je steeds weer andere informatie nodig hebben. Deze informatie is vaak in een handleiding of op een website te vinden. De meest handige manier om hier aan te komen is er naar te vragen bij je mentor of teamleider.
4
De onderwijsvisie van het Albeda College De opleidingen in het Albeda College worden uitgevoerd op basis van een onderwijsvisie waarin de volgende 5 ankerpunten centraal staan. Loopbaan van de studenten als vertrekpunt Om recht te doen aan de loopbaan van de student, bouwen we voort op alles wat de student kan, weet en ervaren heeft in voorgaande opleidingen, (vrijwilligers) werk en/of in verenigingen. Het is de start voor een persoonlijke leerroute naar het doel: duurzaam werk en actief burgerschap. Samenwerking met VMBO, HBO en bedrijfsleven evenals een goede loopbaanbegeleiding zijn hierbij onontbeerlijk. Leren in reële, betekenisvolle (beroeps)contexten Wij bieden jongeren en volwassenen een weg naar werk en burgerschap. Of iemand optimaal functioneert in zijn werk of in de samenleving wordt duidelijk uit zijn handelingen in de praktijk. Het leren moet daarom voor het belangrijkste deel in de context van het beroep plaatsvinden. Pedagogisch-didactische benadering: binding, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid De relatie tussen docent en student is van cruciaal belang. Niet de keuze van één bepaald didactisch concept leidt tot succes, maar een op dialoog gerichte benadering van de student. Een benadering waarbij de student zelf verantwoordelijk is, eigen keuzes kan maken en waarbij leren, ontdekken mag zijn. Individueel maar niet alleen. Voor ieder verschillend, maar niet zonder structuur. Ondernemerschap en ondernemend zijn Ondernemende mensen die creatief kunnen inspelen op voortdurende veranderingen in functies, hebben meer kansen om zich te handhaven op de arbeidsmarkt. Het ondernemend zijn wordt een belangrijk bestanddeel van de loopbaan van de student. Ook zetten we in op het ondersteunen van studenten die een eigen bedrijf willen starten. Geïntegreerde begeleiding en zorg tijdens de loopbaan Begeleiding van de loopbaan en het leren tijdens de loopbaan zien we als een logisch en integraal bestanddeel van het onderwijs in ons instituut. Bij ernstige belemmeringen in de loopbaan is soms extra zorg nodig die wij realiseren in samenwerking met jeugdzorg, GGD en anderen.
5
Over het beroep Zo ziet je toekomstige beroep er uit Het werk binnen netwerkbeheer bestaat uit drie kerntaken: 1. De netwerkbeheerder inventariseert de informatiebehoefte en/of de vraag binnen een afdeling of (delen van) een organisatie. Vervolgens onderzoekt hij hoe aan de vastgestelde informatiebehoefte/vraag kan worden voorzien en levert, eventueel op basis van het projectplan, een functioneel ontwerp op. De netwerkbeheerder maakt aan de hand van het projectplan en/of het (eventueel aangeleverde) functioneel ontwerp een technisch ontwerp. Op basis van beide ontwerpen inventariseert de netwerkbeheerder de uit te voeren activiteiten en maakt een plan van aanpak. Vervolgens realiseert de netwerkbeheerder een testomgeving, voert tests uit en bewaakt de voortgang van de testfase. De netwerkbeheerder kan deze werkzaamheden zelfstandig doen als het gaat om de wat kleinere informatiesystemen, maar hij zal niet verantwoordelijk zijn voor het zelfstandig uitvoeren van alle aspecten als het gaat om grote bedrijven met grote afdelingen van bijvoorbeeld honderden werkplekken. 2. De netwerkbeheerder inventariseert de consequenties van de implementatie van (onderdelen van) een informatiesysteem binnen een organisatie. Deze bespreekt de beheerder met de betrokkenen, waarna hij het implementatieplan opstelt. De netwerkbeheerder vertaalt delen van het implementatieplan naar een plan van aanpak voor deelwerkzaamheden. De netwerkbeheerder presenteert, ter informatie en voorbereiding op de veranderingen, zijn bijdrage aan de implementatie aan de betrokkenen waarna hij (de onderdelen van) het informatie- of mediasysteem volgens het eerder opgestelde implementatieplan implementeert. De netwerkbeheerder kan deze werkzaamheden zelfstandig doen binnen de wat kleinere bedrijven. Als het gaat om grootschalige implementatietrajecten binnen de grotere bedrijven, dan zal de beheerder vaak niet eindverantwoordelijk zijn. 3. De netwerkbeheerder voorkomt niet alleen (ver)storingen door het informatiesysteem te beheren en te testen, hij ontdekt en lokaliseert ook storingen, achterhaalt de oorzaak en verhelpt deze. Indien nodig doet de netwerkbeheerder verbetervoorstellen om (ver)storingen in de toekomst nog beter te voorkomen. Daarnaast doet hij voorstellen m.b.t. de kwaliteitsnormen waaraan een informatiesysteem dient te voldoen. De netwerkbeheerder stelt beheer- en gebruiksprocedures op. De netwerkbeheerder zorgt er eveneens voor dat de verschillende soorten documentatie (systeemdocumentatie, licenties etc.) goed gearchiveerd worden. De netwerkbeheerder beveiligt het informatiesysteem. Hij ziet er op toe dat de integriteit en betrouwbaarheid van het informatiesysteem gegarandeerd is.
6
Hier ga je werken In vrijwel alle organisaties speelt netwerkbeheer een grote rol. Een functionaris kan dan ook vrijwel overal terecht komen. Zo is hij werkzaam bij ICT-dienstverlenende (faciliterende) organisaties, maar ook binnen ICT-afdelingen van commerciële bedrijven en (non-)profit organisaties, beide in zowel het midden- en klein bedrijf (MKB) als in het grootbedrijf. De netwerkbeheerder is verantwoordelijk voor de technische inrichting van een netwerk en kan daardoor ook werkzaam zijn bij bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in datatransmissie- en telecommunicatiesystemen.
Dit kun je De netwerkbeheerder richt zich primair op het onderhoud, het beheer en de beveiliging van kleine tot middelgrote hybride netwerken. Medewerkers maken namelijk de gehele dag gebruik van het netwerk. Ze maken documenten, versturen e-mails, geven presentaties en voeren telefoongesprekken. Het netwerk verbindt hen met elkaar en met het internet, ook draadloos. Vanuit zijn specialisme adviseert hij collega's en/of opdrachtgevers. Om optimaal te kunnen functioneren is het voor de netwerkbeheerder van groot belang om goed op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen het vakgebied. De netwerkbeheerder kan goed samenwerken. Hij heeft verstand van telecommunicatie en internet, maar uiteraard ook van netwerken inclusief de beveiliging daarvan.
7
Het hoe en wat van het onderwijs Het onderwijs dat je wordt aangeboden is op verschillende manieren te beschrijven. De beschrijving van waar het over gaat is het wat van het onderwijs. De manier waarop dit wordt uitgevoerd is het hoe van het onderwijs. Bij het MBO onderwijs dat je nu volgt wordt het wat bepaald door het ministerie van onderwijs. Het hoe wordt bepaald door de school. De school is daar niet helemaal vrij in: het ministerie van onderwijs heeft allerlei regels waar de school zich aan moet houden, ook over de uitvoering van het onderwijs.
Het wat van het onderwijs Competentiegericht onderwijs De door jou gekozen opleiding werkt met competentiegericht onderwijs. Bij competentiegericht onderwijs staat jouw ontwikkeling centraal. Er wordt sterk gekeken naar je kennis, inzicht, vaardigheden en attitude (houding) die je tegelijkertijd in een werksituatie kan laten zien. Je leert dus om goed te functioneren in een beroep. Door een juiste balans tussen al deze onderdelen kun je goed presteren op de arbeidsmarkt of kun je succesvol doorstromen naar een vervolgopleiding. Tijdens de opleiding proberen wij om jouw talenten verder te ontwikkelen. Veel is gericht op de praktijk van het door jou gekozen beroep. Tijdens je opleiding werk je aan opdrachten of projecten zowel in de school als daar buiten. Je vaardigheden, houding, kennis en inzicht die je ontwikkelt, komen goed van pas in je hele leven. Goed communiceren doe je bijvoorbeeld ook met familie en vrienden. Het ministerie van onderwijs heeft vastgesteld wat er per beroep geleerd moet worden. De school geeft onderwijs en neemt examens af. Per mbo-opleiding is een kwalificatiedossier opgesteld waarin staat aan welke eisen jij moet voldoen om een diploma te krijgen. Veel informatie die je in deze studiehandleiding leest komt uit het kwalificatiedossier. Deze informatie is samengevat en eenvoudiger gemaakt. Wil je weten hoe het precies zit, vraag dan om het kwalificatiedossier.
8
Competenties, werkprocessen en kerntaken in het door jou gekozen beroep Competenties Bij een competentie wordt gekeken naar je kennis, inzicht, vaardigheden en attitude (houding) die je tegelijkertijd in een werksituatie kan laten zien. Het ministerie van onderwijs heeft bepaald welke competenties voor jou van belang zijn. Dit zijn ze: A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. K. L. M. N. O. P. Q. R. S. T. U. V. W. X. Y.
Beslissen en activiteiten initiëren Aansturen Begeleiden Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Relaties bouwen en netwerken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Formuleren en Rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materiaal en Middelen inzetten Analyseren Onderzoeken Creëren en innoveren Leren Plannen en Organiseren Op de behoefte en de verwachtingen van de klant richten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Omgaan met verandering en aanpassen Met druk en tegenslag omgaan Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commercieel handelen Bedrijfsmatig handelen
9
Werkprocessen De competenties laat je zien tijdens je beroep. Dit doe je tijdens werkzaamheden die je regelmatig verricht in steeds wisselende situaties. Dit heten werkprocessen. Het ministerie van onderwijs heeft bepaald welke werkprocessen voor het door jou gekozen beroep belangrijk zijn. Dit zijn ze:
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de opdrachtgever vast Maakt een functioneel ontwerp Maakt een technisch ontwerp Maakt een plan van aanpak Realiseert een testomgeving
2.1 2.2 2.3 2.4
Levert een bijdrage aan het implementatieplan Implementeert het informatie of mediasysteem Biedt ondersteuning bij de acceptatietest Evalueert de implementatie
3.1 3.2 3.4 3.5
Voorkomt (ver)storingen Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen Stelt procedures op en bewaakt deze Beveiligt het informatie- of mediasysteem
Kerntaken Een aantal werkprocessen bij elkaar wordt een kerntaak genoemd. Kerntaken zijn de belangrijkste taken die kenmerkend zijn voor het beroep. Het ministerie van onderwijs heeft bepaald welke kerntaken voor het door jou gekozen beroep belangrijk zijn. Per kerntaak doe je een examen. Dit zijn de kerntaken:
1. 2. 3.
Ontwikkelen van (onderdelen van) informatiesystemen Implementeren van (onderdelen van) informatiesystemen Beheren van (onderdelen van) informatiesystemen
Algemene competenties, werkprocessen en kerntaken Hierboven staat wat je allemaal voor het door jou gekozen beroep gaat leren. Maar er is meer. De opleiding is ook gericht op een leven lang leren. Het gaat er dan over dat je altijd op de hoogte blijft van de nieuwste ontwikkelingen binnen jouw beroep. De opleiding is ook gericht op hoe je als burger in het leven staat. Bij elkaar wordt dit Leren, Loopbaan en Burgerschap genoemd. Het ministerie van onderwijs heeft bepaald welke thema’s en kerntaken hierbij horen. Dit onderdeel van je opleiding is ook bij het ministerie van onderwijs nog in ontwikkeling. Het is mogelijk dat de regels tijdens je opleiding veranderen. Je wordt daarvan op de hoogte gesteld. Dit zijn de kerntaken: 1. Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken 2. Stuurt de eigen loopbaan 3. Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding 4. Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie 5. Functioneert als kritisch consument 6. Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte 7. Zorgt voor de eigen gezondheid (vitaal burgerschap)
10
Tenslotte is er binnen de door jou gekozen opleiding ook aandacht voor taal en rekenen. Het ministerie van onderwijs heeft bepaald wat voor je opleiding passend is en op welk niveau je dit moet kunnen. Er zijn er verschillende onderdelen. Per onderdeel doe je een examen. Dit zijn de onderdelen en niveaus:
Nederlands mondelinge taalvaardigheid Nederlands leesvaardigheid Nederlands schrijfvaardigheid Nederlands taalverzorging en taalbeschouwing
niveau 3F niveau 3F niveau 3F niveau 3F
Engels luisteren Engels lezen Engels gesprek voeren Engels spreken Engels schrijven
niveau B1 niveau B1 niveau B1 niveau B1 niveau B1
Rekenen getallen Rekenen verhoudingen Rekenen meten en meetkunde Rekenen verbanden .
niveau 3F niveau 3F niveau 3F niveau 3F
Dit onderdeel van je opleiding is ook bij het ministerie van onderwijs nog in ontwikkeling. Het is mogelijk dat de regels tijdens je opleiding veranderen. Je wordt daarvan op de hoogte gesteld. Wat de onderdelen en niveaus precies inhouden en hoe deze meetellen voor je diploma kun je navragen bij je mentor of teamleider.
Doorstroommogelijkheden Met een opleiding op niveau 2 kun je doorstromen naar een opleiding op niveau 3. Met een opleiding op niveau 3 kun je doorstromen naar een opleiding op niveau 4. Met een opleiding op niveau 4 kun je doorstromen naar een HBO - opleiding. Op school kun je alle informatie hierover krijgen.
Het hoe van het onderwijs Onderwijs in ontwikkeling De opleiding die je gaat doen is nog in ontwikkeling. Binnen landelijke overleggen (Ministerie, MBO raad, MBO2010, Kenniscentra) wordt nog druk gewerkt aan deze nieuwe opleiding. Er is nog geen praktijkervaring opgedaan met de nieuwste versie (het kwalificatiedossier) van de opleiding. Dit betekent dat nog niet alle details kunnen worden ingevuld. Daar waar gaten zijn zullen deze door aanvullingen en bijlagen zo snel mogelijk worden gevuld.
11
Basisvaardigheden en Projecten De opleiding bevat basisvaardigheden en projecten. Hierbij is het woord “basisvaardigheden” gebruikt zoals dat in de spreektaal voorkomt. Dit betekent dat het hierbij niet alleen gaat om je vaardigheden, maar ook om je kennis en je inzicht. In de opleiding gebruik je allerlei lesmaterialen gebruikt, van boeken tot interactief materiaal op internet. Het is de bedoeling dat je de inhoud van de lesmaterialen leert: dat is dan je basisvaardigheid. Je verschillende basisvaardigheden worden dan samengebracht en in praktische situaties geoefend. Vaak is dat in projecten. Aan het eind van de opleiding zijn er dan ook meer projecten dan aan het begin. Tenslotte heb je alle basisvaardigheden zo goed in de praktijk geoefend dat het competenties geworden zijn.
Begeleiding Tijdens de opleiding word je begeleid. Regelmatig zul je met je mentor / studieloopbaan begeleider gesprekken hebben over de studievoortgang. Je zult van je mentor / studieloopbaan begeleider ook opdrachten krijgen die je helpen bij het leren en bij het plannen van je (studie-) loopbaan. Als je tijdens je opleiding vastloopt, is hij je eerste aanspreekpunt. Je mentor / studieloopbaan begeleider zal je vorderingen in de gaten houden en hij zal je helpen om zaken bij te sturen als dat nodig is.
Beroepspraktijkvorming (BPV) Je hebt gekozen voor een beroepsopleiding. Een belangrijk deel van de opleiding wordt gevormd door de stage; door het leren in de praktijk van het beroep. De stage heet met een mooi woord ‘Beroeps Praktijk Vorming’. Wij noemen het afgekort BPV. BPV is erg belangrijk als voorbereiding op je latere beroepsuitoefening. Je doet werkervaring op, je ontwikkelt het tonen van eigen initiatief en je zelfstandigheid, je leert verantwoordelijkheid dragen, je leert omgaan met collega’s en leidinggevenden en je leert beroepsvaardigheden. Voor het BPV gedeelte van de opleiding wordt een BPV overeenkomst afgesloten tussen je werkgever, de school en jijzelf. In het bedrijf word je begeleid door een praktijkopleider. Die weet alles over het bedrijf en de werkzaamheden die horen bij de opleiding. Vanuit de school word je begeleid door de BPV begeleider. De BPV begeleider zal je regelmatig op je leerbedrijf bezoeken en samen met jou en je praktijkopleider je vorderingen bespreken. BPV is een verplicht onderdeel van de opleiding en moet met een voldoende worden afgerond. Als de BPV niet met een voldoende is afgerond kun je geen diploma halen.
Programmering van het onderwijs De opleiding moet ervoor zorgen dat je tenminste 850 klokuur per jaar begeleid onderwijs krijgt aangeboden. Dit kan zijn in de vorm van lessen, individuele begeleiding, excursies, groepsopdrachten of de beroepspraktijkvorming. Ook zelfstandig werken en leren op school is begeleide onderwijstijd. Per jaar dien je 1600 klokuren met je studie bezig te zijn. De uren die niet aan begeleid onderwijs worden besteed, ben je dus met je huiswerk bezig. In de overzichten hieronder zie je hoe je opleiding is opgebouwd. De overzichten hebben drie kolommen. In de eerste kolom staat de week waar het over gaat. In de tweede kolom staat hoeveel klokuren begeleid leren je op school aangeboden krijgt. In de derde kolom staat hoeveel klokuren begeleid leren in de BPV mogelijk is. De tijd die in de week overblijft is bedoeld voor huiswerk.
12
Deze uren zijn zo goed mogelijk gepland. In de loop van het jaar of de jaren kunnen er allerlei onverwachte gebeurtenissen zijn. Dan worden de planningen aangepast. Dit geldt zeker voor de planning van het tweede leerjaar of een nog later leerjaar. De precieze vakanties in deze jaren zijn bijvoorbeeld nog niet bekend. Het overzicht geeft wel een goede indruk van hoe het er uit gaat zien. In ieder geval geldt altijd dat de 850 uur in een jaar gehaald moeten worden. Over de BPV staat aangegeven hoeveel uur je in die week kunt besteden aan BPV. Nu vindt niet iedereen op dezelfde tijd een stage adres. Soms kun je er langer werken, bijvoorbeeld in het weekend. Daarom hoef je niet alle uren die in de weken staan aangegeven ook echt aan de BPV te besteden. Het kan zijn dat je een dag niet terecht kunt op je BPV plaats, of juist dat je gevraagd wordt meer uren te maken. Dat kan allemaal. Er is wel een minimum aantal uren dat verplicht is. Dit minimum aantal uren is aangegeven. Het is mogelijk dat er examens in de BPV worden afgenomen. Dit kun je vinden in de informatie over de uitvoering van je examens of navragen bij je mentor of teamleider. Als het zo is dat er examens in de BPV worden afgenomen moet je er voor zorgen dat die examens ook mogelijk zijn binnen de BPV periode. Spreek dit af met je mentor of teamleider. Zo kan het voorkomen dat je al genoeg BPV uren hebt behaald maar toch nog een tijdje op je BPV plaats blijft zodat de examens kunnen worden afgenomen.
13
Leerjaar
2011
Week van School BPV 08-08-11 0 0 15-08-11 0 0 22-08-11 10 0 29-08-11 30 0 05-09-11 25 0 12-09-11 25 0 19-09-11 25 0 26-09-11 25 0 03-10-11 25 0 10-10-11 25 0 17-10-11 0 0 24-10-11 22 0 31-10-11 25 0 07-11-11 23 0 14-11-11 25 0 21-11-11 25 0 28-11-11 25 0 05-12-11 25 0 12-12-11 25 0 19-12-11 22 0 26-12-11 0 0 02-01-12 0 0 09-01-12 23 0 16-01-12 25 0 23-01-12 25 0 30-01-12 11 24 06-02-12 11 24 13-02-12 11 24 20-02-12 11 24 27-02-12 0 24 05-03-12 11 24 12-03-12 11 24 19-03-12 11 24 26-03-12 11 24 02-04-12 5 24 09-04-12 6 24 16-04-12 11 24 23-04-12 11 24 30-04-12 0 24 07-05-12 11 24 14-05-12 5 24 21-05-12 11 24 28-05-12 6 24 04-06-12 11 24 11-06-12 11 24 18-06-12 11 24 25-06-12 11 24 02-07-12 0 24 09-07-12 0 24 16-07-12 0 24 23-07-12 0 24 30-07-12 0 24 Totaal school Mogelijk BPV Minimaal BPV
675 648 400
Leerjaar
2012
Week van School BPV 13-08-12 0 24 20-08-12 0 24 27-08-12 0 24 03-09-12 11 24 10-09-12 11 24 17-09-12 11 24 24-09-12 11 24 01-10-12 11 24 08-10-12 11 24 15-10-12 11 24 22-10-12 0 24 29-10-12 5 24 05-11-12 11 24 12-11-12 11 24 19-11-12 11 24 26-11-12 11 24 03-12-12 11 24 10-12-12 11 24 17-12-12 11 24 24-12-12 8 24 31-12-12 0 24 07-01-13 0 24 14-01-13 9 24 21-01-13 11 24 28-01-13 11 24 04-02-13 25 0 11-02-13 25 0 18-02-13 25 0 25-02-13 25 0 04-03-13 0 0 11-03-13 25 0 18-03-13 25 0 25-03-13 25 0 01-04-13 25 0 08-04-13 13 0 15-04-13 17 0 22-04-13 25 0 29-04-13 25 0 06-05-13 0 0 13-05-13 13 0 20-05-13 15 0 27-05-13 25 0 03-06-13 22 0 10-06-13 25 0 17-06-13 25 0 24-06-13 25 0 01-07-13 25 0 08-07-13 0 0 15-07-13 0 0 22-07-13 0 0 29-07-13 0 0 05-08-13 0 0 0 0 0 0 Totaal school 650 Mogelijk BPV 0 600 Minimaal BPV 0 400
14
Examinering Examenprogramma In examen komen alle door het ministerie van onderwijs vastgestelde onderdelen uit het kwalificatiedossier voor. De competenties die je tijdens het examen behaalt staan in het kwalificatiedossier. De (kwalificatie)dossiers kun je inkijken bij je mentor of teamleider. De examinering van het kwalificatiedossier is door middel van:
Een proeve van bekwaamheid per kerntaak. De examinering van talen en rekenen is door middel van:
Schriftelijke of mondelinge toets per onderdeel Indien een mbo-er studievertraging oploopt waardoor hij later dan voorzien de studie zal afronden, dan geldt bij uitzondering mogelijkerwijs de examinering van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen niet meer verloopt zoals aan het begin van de opleiding afgesproken, maar wellicht (deels) in de vorm van centraal ontwikkelde examens taal en rekenen moet worden afgenomen. Uitwerkingen van de manier van examineren zoals toetsplannen, examenroosters, enzovoorts kun je inkijken bij je mentor of teamleider.
Minimale eisen voor het behalen van het diploma De minimale eisen voor het behalen van het diploma zijn: alle examenonderdelen zijn met minimaal “voldoende” beoordeeld de BPV is met minimaal “voldoende” beoordeeld
Aanwezigheid en examinering Alle aangeboden onderwijsactiviteiten van de kwalificatie moet je volgen en / of uitvoeren zodat je een redelijke kans van slagen bij het examen hebt. Je mentor beoordeelt, na overleg met het onderwijsteam, of je in voldoende mate de aangeboden onderwijsactiviteiten hebt gevolgd en / of uitgevoerd. Je mentor rapporteert hierover naar jou in een gesprek. Hierbij geeft hij uitleg en wordt eventueel verzuim en de gevolgen daarvan aangetoond. Ook geeft hij aan op welke wijze je eventueel verzuim kunt goedmaken. Tenminste elke drie maanden wordt je op de hoogte gesteld van eventueel verzuim. Als er sprake dreigt te zijn van verzuim dat als gevolg heeft dat je naar verwachting geen redelijke kans van slagen bij het examen meer hebt dan word je onmiddellijk door een gesprek met je mentor hiervan op de hoogte gebracht. Uitgaande van het bovenstaande wordt de volgende regel gehanteerd: De school zal geen medewerking verlenen aan de toetsing en / of examinering van een student als in het halve jaar direct voorafgaande aan de toetsing en / of examinering de student niet in voldoende mate de aangeboden onderwijsactiviteiten heeft gevolgd en / of uitgevoerd zodat er voor de student, naar het oordeel van het onderwijsteam, geen aanvaardbare kans van slagen bij het examen is. De student dient daarbij zoals hierboven beschreven door het onderwijsteam hierover benaderd te zijn. Als ondersteuning van dit alles dient het volgende artikel uit de onderwijsovereenkomst: 15
Artikel 10, lid 1: De student is gehouden de opleidingsactiviteiten conform de bepalingen van de Onderwijsen Examenregeling, daadwerkelijk te volgen en de in het kader van de opleiding gegeven opdrachten uit te voeren, tenzij dit om dringende redenen niet van hem / haar gevergd kan worden.
Examenreglement Het Examenreglement Experimenten Herontwerp MBO van het Albeda College kun je (net als het handboek Examinering) inkijken bij je mentor of teamleider.
Nadere bepalingen toetsafname Afwijkende wijze van examineren 1. De subexamencommissie kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de subexamencommissie de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. De commissie doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de branchedirectie. 2.
Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 25%, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in de deskundigenverklaring.
3.
De in het tweede lid onder b bedoelde afwijking bestaat slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met ten hoogste 25% en/of het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
4.
Van elke afwijking op grond van het tweede lid onder c wordt mededeling gedaan aan het bevoegd gezag, in dezen vertegenwoordigd door de directie.
Uitslag en inzage De school maakt uiterlijk binnen 15 werkdagen na afname van de toets of het examen(onderdeel) de uitslag bekend aan de student. De student kan op eigen verzoek inzage krijgen in het beoordeeld werk. Het recht op inzage geldt tenminste tot en met 10 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag.
Taken van de subexamencommissie De subexamencommissie is verantwoordelijk voor het op een verantwoorde wijze doorlopen van de examenprocedures voor de opleidingen waarvoor zij is aangesteld door het College van Bestuur van het Albeda College. De subexamencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van taken met betrekking tot de voorbereiding, de ontwikkeling, de vaststelling, eventuele inkoop van toetsen, de planning en afname, de beoordeling en de uitslag, bewaren en beheren en de evaluatie van examens. Een uitwerking van de taken van de examencommissie is te vinden in het Handboek Examinering.
16
Vrijstellingsregeling De subexamencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer toetsen en examenonderdelen. De subexamencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de richtlijnen van het bevoegd gezag.
Procedure van bezwaar en beroep Wanneer je een klacht hebt over de beoordeling, ga je die klacht eerst rustig bespreken met de docenten. Kom je er met de docenten niet uit, dan is het mogelijk je klacht te bespreken met de subexamencommissie. Dat gaat via een bezwaarschrift’. Wanneer je het met de uitspraak van de subexamencommissie ook niet eens bent, kun je hiertegen in ‘beroep’ gaan. Hoe deze procedures verlopen, kun je horen van je mentor of teamleider.
Belangrijk adres Branche examencommissie Business Services: Dhr. H. Klop Stolwijkstraat 8 3079 DN Rotterdam
17
Geldigheid, Wet studiefinanciering, TOP model Deze studiehandleiding geldt voor: Naam instelling Brin nummer Naam opleiding Crebo start Crebo uitstroom Cohort
: : : : : :
Albeda College 00GT ICT- en mediabeheer 95320 95323 2011
Toepassing Wet op de Studiefinanciering (van toepassing bij BOL) Naar het oordeel van het bevoegd gezag omvat elk studiejaar van bovengenoemde opleiding tenminste 850 klokuren, zoals neergelegd in artikel 9, lid 1a van de Wet op de studiefinanciering en de nadere invullingen die daarna zijn gegeven. Toepassing Transparante Onderwijsprogrammering Naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoet de programmering aan het Convenant inzake onderwijsprogrammering in het middelbaar beroepsonderwijs; d.d. 4 / 9 juli 2001 en brief Ministerie OC&W BVE/B/2002/731.
TOP en WSF Tabel Cohort 2011 opleidingsduur 2 jaar in 2 schooljaar 2011 2012 2013 2014 Begeleid leren: Leren in de school. Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan begeleid leren wordt besteed 675 650 0 0 Leren in de arbeidssituatie. Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan beroepspraktijkvorming wordt besteed 400 400 0 0 Het totaal aantal klokuren dat wordt besteed aan de andere hieronder genoemde begeleide activiteiten die binnen het kader van de opleiding worden aangeboden: 0 0 0 0 1. Practicum 2. Mentoruren 0 0 0 0 3. Excursies e.d. 0 0 0 0 0 0 0 0 4. Introductie activiteiten 5. Overige activiteiten 0 0 0 0 WSF en TOP-model: Subtotaal aantal klokuren In 1075 1050 0 0 Instellingstijd Verzorgd Onderwijs 525 550 0 0 TOP-model: Aantal klokuren onbegeleid leren 1600 1600 0 0 TOP-model: Totaal aantal klokuren 2125 800 38% BOL
Totaal aantal begeleide IIVO uren Totaal aantal uren BPV Percentage BPV van totaal aantal uren Leerweg
Datum Datum expiratie
: :
15 juli 2011 15 juli 2013
Handtekening van of namens bevoegd gezag:
De heer H. Klop Branche directeur Openbaar gemaakt
:
15 juli 2011
18
