B&R
Va k b l a d v o o r d e N e d e r l a n d s e V e r e n i g i n g v o o r B u r g e r z a k e n
Taart bij de 100.000ste vraag aan Adviesbureau NVVB Invoering van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand NVVB organiseert Serious Ambtenaar editie 5
2015 #3
Inhoud Taart bij 100.000ste vraag aan Adviesbureau NVVB
Voorwoord
Het verschil maken Vijftien jaar geleden waren er geen smartphones; Facebook en Twitter bestonden nog niet. De ontwikkelingen zijn heel erg snel gegaan. Men voorspelt dat er het komend decennium een technologische evolutie komt die we nog niet eerder hebben gezien. Elk bedrijf, iedere organisatie moet over een snelle en efficiënte digitale klantenrelatie beschikken om te overleven. De klantenrelatie wordt volledig gedigitaliseerd.
4
Tegelijkertijd wordt het menselijk contact een schaarser goed en van grotere waarde. Ik kan digitaal de meest denkbare producten en diensten afnemen. Maar op het moment dat iets echt in het honderd loopt wil ik een mens die me helpt. Een mens die met zijn creatieve vermogen oplossingen vindt. De linker hersenhelft, waar ons empathisch vermogen, creativiteit, vernieuwingsgerichtheid, inlevingsvermogen, emotie een plaats hebben, kan nooit door computers vervangen worden. Zie daar de uitdagingen voor organisaties de komende jaren, digitale excellentie waardoor ik volledig zelfservice en zelfcontrole over mijn zaken krijg.
Invoering wet elektronische BS
12
Gert-Jan Buitendijk over de rol bij fraudebestrijding
16
Is registratie van geslacht nog zinvol?
20
Simon Rijsdijk,
Het verschil maken door menselijke interactie
voorzitter NVVB
Digitalisering wordt gemeengoed. Organisaties onderscheiden zich door de kwaliteit van menselijke interactie die het te bieden heeft. Alleen als beiden optimaal georganiseerd zijn, zullen bedrijven nog overleven. Bedrijven als Coolblue, die enerzijds digitaal excelleren en anderzijds bewust inzetten op 24/7 bereikbaarheid van specialisten die je helpen bij problemen.
Het verschil maken: “Serious Ambtenaar” NVVB organiseert Serious Ambtenaar editie 5
28
In gesprek met burgemeester Westmaas (Meppel)
32
Digitale dienstverlening in 2017
38
Algemeen 03 Voorwoord voorzitter NVVB 04 Taart bij 100.000ste vraag aan Adviesbureau NVVB 28 NVVB organiseert Serious Ambtenaar editie 5 35 Jurisprudentie 44 Dagmar Winkelhorst Jonge Ambtenaar van het Jaar 2015 46 Kaaskop in Kassel 49 Persoonlijke berichten 50 Colofon Persoonsinformatiemanagement 11 Column Arre Zuurmond 12 Invoering van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand 20 Is registratie van geslacht nog zinvol? 22 Legale naamswijziging Balkan 27 Ondertussen bij de EU Identiteitsmanagement 16 Gert-Jan Buitendijk over de rol bij fraudebestrijding 32 In gesprek met burgemeester Westmaas (Meppel) Verkiezingen 41 Column Melle Bakker Dienstverlening & Innovatie 08 Move to Improve! 38 Digitale dienstverlening in 2017 2
B&R
Het verschil maken is ook bijdragen als organisatie aan een duurzame samenleving en wereld. Overheden dragen op eigen schaal bij op basis van politiek,- bestuurlijke prioriteiten en/of wat de wet, -en regelgeving voorschrijft. Merken als Pampers, Tom’s (schoenen), Triodos creëren meerwaarde bij de klant door expliciet haar zorg en bijdrage aan een duurzame wereld te betrekken bij haar product en merkbeleving. Non-profit organisaties krijgen met Serious Ambtenaar een zelfde kans om haar zorg en bijdrage aan de wereld te etaleren. Is uw organisatie al aangehaakt en klaar om als organisatie het verschil te maken voor de “Next Generation” in landen waar onderwijs geen zelfsprekendheid is omdat er oorlog of onrust heerst? Ik ben trots dat de NVVB dit jaar drager is van Serious Ambtenaar, onderdeel van Serious Request van 3FM en het Rode Kruis.
Tegen deze achtergrond is het dat de ontwikkelingen maken dat het KCC als organisatorische blauwdruk zijn langste tijd heeft gehad. Zeker niet conceptueel, maar dat zal vooral digitaal gestuurd zijn. De menselijke achtervang zal meer en meer moeten bestaan uit direct contact met specialisten. Deze kanteling zal het komend decennium het nodige organisatievermogen van overheden gaan vragen. De meeste organisaties met een analoge achtergrond, zoals gemeenten, hebben vandaag een achterstand in het digitaliseren van de klantenrelatie. Zij moeten, gegeven de toekomstige versnelling van ontwikkelingen, deze achterstand snel inhalen. Ik wil geen e-formulieren meer. Ik wil intelligente digitale klantinteracties. De bouwstenen daarvoor, zoals bijvoorbeeld eID, gloren gelukkig aan de horizon. Handen aan de ploeg en meters maken nu. Onze gezamenlijke opgaven vragen om focus en samenwerking. Het bestuur van de NVVB heeft de Digitale Agenda 2020 van de VNG als richtinggevend benoemd. Focussen, versnellen en opschalen is ons devies. Wat de NVVB betreft zetten we daar samen met andere koepelorganisaties, VNG en gemeenten de schouders er onder. Dat zal in de verschillende geledingen een appèl doen op leiderschap.
B&R
3
Foto: Jessica Brouwer
Algemeen
Taart bij 100.000ste vraag aan Adviesbureau NVVB Feest bij het Adviesbureau van de NVVB ter gelegenheid van de 100.000ste vraag die recent gesteld werd. Een vraag bovendien die direct en adequaat beantwoord kon worden, zodat er zonder meer een aanleiding bestond om het hele team in Amsterdam eens in het zonnetje te zetten. Met een groepsfoto en maar liefst twee taarten! Klaas Schipper, journalist
Medewerkers bij gemeenten worden dagelijks geconfronteerd met uiteenlopende vragen. De meeste kunnen zij of hun collega’s uitstekend zelf beantwoorden. Maar er zijn ook kwesties die zo specifiek of vakspecialistisch zijn, dat er meer kennis van zaken nodig is om een gedegen antwoord te kunnen geven. In dat soort gevallen kan door gemeenten contact opgenomen worden met het Adviesbureau van de NVVB.
E
n dit was zeker niet de laatste vraag die we beantwoord hebben. We voorzien nog altijd in een behoefte en we gaan er vrolijk mee door’, aldus manager Erik van Tellingen van het Adviesbureau NVVB op 28 mei in het kantoor aan de Jodebreestraat terwijl het hele verzamelde team zich tegoed deed aan de taarten. Hij bedankte de medewerkers voor hun grote inzet en wees er in zijn korte speech ook nog even op dat er altijd twee zeer deskundige mensen aan de telefoon zitten en dat een groot aantal vragen – er worden er circa 11.000 per jaar gesteld – daardoor vaak direct beantwoord kan worden.
Specifiek Medewerkers bij gemeenten worden dagelijks geconfronteerd met uiteenlo pende vragen. De meeste kunnen zij of hun collega’s uitstekend zelf beantwoorden. Maar er zijn ook kwesties die zo specifiek of vakspecialistisch zijn, dat er meer kennis van zaken nodig is om
4
B&R
een gedegen antwoord te kunnen geven. In dat soort gevallen kan door gemeenten contact opgenomen worden met het Adviesbureau van de NVVB. En dat deed ook Ramazan Avci, senior medewerker van de afdeling Burgerzaken van de gemeente Terneuzen, vertellen Sandra Bekking en Sandra de Ridder, adviseurs van het Adviesbureau werkzaam bij de helpdesk. De heer Avci kreeg de vraag van een in Terneuzen woonachtige Oeigoer (een in China gevestigde Turks-Mongoolse stam die niet als een officiële nationaliteit te boek staat) of zijn in Egypte volgens het Islamitisch recht gesloten huwelijk hier wel rechtsgeldig was. Het betrof een jong stel van 25 dat reeds een in Nederland geboren kind had. ‘Geen simpele vraag dus, maar wel een leuke en toevallig ook nog eens de 100.000ste”, aldus Sandra Bekking. ‘Een volgens het Islamitisch recht door iemand die verstand heeft van de Koran en in het bijzijn van twee mannelijke getuigen gesloten huwelijk, is zonder meer rechtsgeldig’, zo kon aan
Ramazan Avci worden meegedeeld. Die kon de betreffende reeds geregistreerde inwoner overigens niet verblijden met zijn antwoord. De man wilde namelijk weg bij zijn vrouw en verkeerde in de veronderstelling geen echtscheiding te hoeven aangaan. ‘Ik had het natuurlijk zelf ook wel uitgezocht, maar ik wilde het in dit toch wel complexe geval even checken’, vertelt de heer Avci die zich totaal niet bewust was dat zijn vraag volgens het registratiesysteem de 100.000ste zou zijn en dat hij dientengevolge in Amsterdam taart zou gaan eten.
Geschiedenis Komt vervolgens het door Dave Wurms van SCM (Service Call Management) uit Tilburg ontworpen en sinds 2005 door het Adviesbureau van de NVVB gebruikte registratiesysteem ter sprake, dan wordt er door de beide Sandra’s op ons verzoek even in de geschiedenis gedoken. Al betrekkelijk kort na de invoering van de burgerlijke stand voor heel Nederland
in 1811 verscheen het eerste ‘Handboek voor den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand’ en er zouden nog veel soortgelijke boeken volgen. Hetzelfde deed zich voor op het gebied van de bevolkingsadministratie, dat rond 1850 gestalte kreeg.
gemeenteraden. Het blad werd echter al snel te klein om alle onderwerpen aangaande de gemeente te behandelen. Men moest gaan selecteren en daarvan waren o.a. de burgerlijke stand en het bevolkingsregister de dupe. De handen
Per jaar worden komen 11.000 diverse vragen binnen bij het Adviesbureau. Het gros daarvan kan direct worden beantwoord Kort na het van kracht worden van de Gemeentewet in 1851, verscheen het blad ‘De Gemeente-Stem’. Hierin verschenen artikelen die te maken hadden met de werkzaamheden van de
werden ineengeslagen er verschenen diverse tijdschriften op dit vakgebied. Na ‘Hartmans Tijdschrift’ zagen o.m. ‘Burgerzaken’ en ‘Het Personeel Statuut’ het licht.
NEVABS Kort na de oprichting van de NEVABS (Nederlandse Vereniging van Ambtenaren Burgerlijke Stand) in 1934 werd tevens een adviesbureau opgericht, dat zowel telefonisch als schriftelijk benaderd kon worden. De naam van de directeur Geuzinge komt spontaan ter tafel. Dit adviesbureau gaf adviezen op het gebied van buitenlands personenrecht en het Nederlands internationaal privaatrecht. Het was destijds gedeeltelijk gevestigd bij de secretarieafdeling ‘Burgerlijke Stand’ van de gemeente Amsterdam. Ook bij de gemeenten Rotterdam (elf jaar) en ’s-Gravenhage (een korte periode) was een gedeelte van het Adviesbureau gevestigd. Het adviesbureau van de NEVABS werd benaderd voor problemen omtrent de burgerlijke stand; adviezen betreffende bevolking werden uitsluitend ingewonnen bij de Rijksinspectie. Door de complexiteit van de materie en de uitbreiding van de taken van de bevolkingsambtenaar, kon de Rijksinspectie
B&R
5
w
SEGMENT
Scholingsoverzicht Burger- en Publiekszaken september 2015 Uw aanmelding is welkom op segment.nl BRP Wet BRP voor ervaren medewerkers Opleiding BRP-Specialist Adresonderzoek in de praktijk Bestuurlijke boete De nieuwe regels voor toezicht op de naleving van de Wet BRP Multidisciplinair & Risicogestuurd Adresonderzoek
Foto: Jessica Brouwer
Er werd gesmuld van een prachtig opgemaakte taart ter gelegenheid van de 100.000ste vraag bij het adviesbureau van de NVVB.
Aantal vragen In de loop der jaren waarin de samenleving en de wetgeving steeds complexer werden en het aantal asielzoekers steeds groter, nam het aantal vragen uiteraard toe. Was er in het verleden nog sprake van 57 per jaar, thans zijn het er zoals gesteld rond de 11.000. Volgt uiteraard de vraag hoe men nu precies aan de 100.000ste komt, dan vertellen de Sandra’s dat dit het aantal is sinds gewerkt wordt met het registratiesysteem van SCM in 2005. Foto: Jessica Brouwer
op den duur niet meer in de adviestaak voorzien. Grote gemeenten, die in het algemeen meer met probleemgevallen te maken kregen dan kleine, namen deze taak geleidelijk over. In de jaren zestig bestond het adviesbureau uit de directieleden van de gemeentelijke dienst voor het Bevolkingsregister van Amsterdam. ‘Zij hadden op adviesgebied een dubbele functie. Enerzijds landelijk het adviesbureau van de NEVABS en anderzijds regionaal de ten dele van de Rijksinspectie overgenomen adviestaak. In de loop der jaren kwamen er steeds meer verzoeken om advies binnen en in 1981 besloot de heer Kampers, de toenmalige directeur van de Dienst, tot het benoemen van een aantal medeadviseurs. Dit waren op hun terrein zeer gespecialiseerde medewerkers van verschillende afdelingen. Na diverse reorganisaties werden deze specialisten bij elkaar gevoegd tot één afdeling Advies Burgerzaken. Behalve het bieden van ondersteuning aan de eigen organisatie, in casu de gemeente Amsterdam, is deze afdeling landelijk bekend als het adviesbureau van de NVVB. Op 1 januari 1994 kwam de fusie tot stand tussen de NEVABS en de VBM en is het adviesbureau van de NEVABS, als vanzelf verdergegaan als adviesbureau van de NVVB.
‘In totaal werken we binnen het Adviesbureau met elf adviseurs die rouleren, ook is er een secretariaat en hebben we correctiemedewerkers’, aldus Sandra Bekking en Sandra de Ridder.
6
B&R
Dave Wurms meldt op zijn beurt dat er in de loop der jaren, mede dankzij de alerte reacties van de gemeente Amsterdam, nog verschillende verbeteringen in het softwarepakket aangebracht konden worden. De dames werken beiden al sinds 2001 bij het Adviesbureau. Daarvoor deden ze al jarenlang front en back office voor de gemeente Amsterdam, dus zijn ze gepokt en gemazeld in de materie. ‘In totaal werken we binnen het Adviesbureau met elf adviseurs die rouleren, ook is er een secretariaat en hebben we correctiemedewerkers’, lichten de beide Sandra’s toe als we na het maken van de groepsfoto aan hen vragen wie nu eigenlijk allemaal precies deel uitmaken van het Adviesbureau. Wanneer het beantwoorden van een vraag niet à la minute kan gebeuren, wordt in principe gepoogd dit binnen vijf dagen te doen. ‘Het komt wel eens voor dat je vragen bij Buitenlandse Zaken moet voorleggen en dan kan het wat langer duren’, verduidelijkt Sandra de Ridder, ‘ook verwijzen we wel eens door naar de VNG of de RvIG (Rijksdienst voor Identiteitsgegevens).’ Het enthousiasme waarmee de dames De Ridder en Bekking hun werk doen, valt van hun stralende gezichten af te lezen. Op de valreep vertellen ze ook nog dat de drukte bij de helpdesk afneemt bij carnaval, de verkiezingen en tijdens de zomervakantie.
Burgerlijke stand Actualiteiten digitalisering burgerlijke stand Burgerlijke stand – helemaal bij in vier dagen Het Marokkaanse familierecht Het actuele naamrecht in de praktijk Huwelijksrituelen voor trouwambtenaren
datum 10-09-2015 22-09-2015 28-09-2015
03-09-2015 08-09-2015 In company In company In company
BABZ-opleiding = investeren in uw persoonlijk vakmanschap! Schrijf u nu in, start in september 2015 en haal een diploma in juni 2016! Er zijn allerlei nieuwe ontwikkelingen op het gebied van opleidingen, maar deze opleiding is nog steeds het fundament onder uw professionaliteit. Natuurlijk worden alle actualiteiten ook in deze opleiding behandeld. Wij adviseren u graag bij het maken van de juiste keuze voor uw opleidingswens.
Basisjaar + Bestuursspel = Certificaat SEGMENT
+
Nationaliteit Actualiteitencollege Nederlands Nationaliteitsrecht (RWN)
07-09-2015
Verkiezingen Basiscursus De Kieswet en organisatie van verkiezingen Actualiteitencollege Gemeenteraadsverkiezingen voor projectleiders/-medewerkers Verkiezing van de leden van de gemeenteraad voor stembureauleden Algemene Burger- en Publiekszaken Omgaan met lastig gedrag en agressie Koninklijke onderscheidingen; een leuke klus om te klaren Actualiteitencollege Burgerzaken
Specialisatie Burgerzaken = Certificaat NVVB
= NVVB-diploma MLO-BZ/BABZ
03-09-2015 22-09-2015 In company of e-learning
15-09-2015 28-09-2015
Basisopleiding Burger-/Publiekszaken (BO-BZ/BOP) Schrijf u nu in voor de Basisopleiding Burgerzaken. Nog steeds dé NVVB-gecertificeerde diplomalijn voor de professional aan de balie!
29-09-2015
Naar betrouwbare persoonsgegevens (nbp) MBO 2 MBO 4 HBO NBP
Kijk voor de actuele data op www.segment.nl/opleidingen/agenda en schrijf u in!
www.segment.nl VERANDEREN • VERDIEPEN • VERBINDEN • VISIE
B&R
7
Dienstverlening & Innovatie
Move to Improve! We zijn verschoven van een samenleving waarin de focus lag op lifetime employment naar een samenleving die het accent legt op lifetime employability. Dit vraagt om een werknemer die zijn eigen groeipad ontwerpt en een werkgever die daar de ruimte en kansen voor biedt. Een groep Serious Ambtenaren (editie 4) bekeek voor de NVVB hoe dit gerealiseerd kan worden. Hoe kan de NVVB ambtenaren en hun managers meer bewust maken van de aanwezige capaciteiten en bijdragen aan het optimaal inzetten van talenten binnen de overheid? De conclusie luidt als volgt: het Dashboard Dienstverlening, pijler 4, van de NVVB biedt uitkomst. Sanne Giesen en Giulietta Marani, procesbegeleiders opdracht SA4
Aanwezig tijdens de uitvoeringsdagen van Serious Ambtenaar bij de NVVB: (v.l.n.r.) Giulietta Marani, Arthur Dallau, Steef-Jan van Adrichem, Ank Mokveld, Emmy Hoogstraten, Elisabeth Eenkhoorn, Sanne Giesen en Anette van Dijk – Leek.
‘A
ls iedereen een dag per week elders aan het werk mag, zijn we een stuk effectiever. Daar ben ik van overtuigd,’ vertelt Arthur Dallau, directeur van de NVVB. ‘Mede daarom zijn we gestart met het ontwikkelen van het Dashboard Dienstverlening. Het Dashboard Dienstverlening wil de NVVB de kwaliteit en prestaties van de gemeentelijke dienstverlening en de betrokken medewerkers inzichtelijk maken, vergroten en ondersteunen. Het Dashboard is een integraal kwaliteitsmodel en bestaat uit vier pijlers. Eén van die vier pijlers is mobiliteit. Binnen de overheid lijkt vrijwillige mobiliteit langzamer op gang te komen dan in andere sectoren en dat is zonde van al het talent!’
Volgens Ank Mokveld, projectleider Interne mobiliteit bij het Uitvoeringsbedrijf Bedrijfsvoering Rijksoverheid, komt dit door de focus op procedures en con-
8
B&R
Serious Ambtenaar 4 Steef-Jan van Adrichem, Ank Mokveld, Emmy Hoogstraten, Elisabeth Eenkhoorn Annette van Dijk – Leek, Marianne Heijndijk en Lana Siebelink gaven advies over vrijwillige mobiliteit aan de NVVB als Serious Ambtenaar.
tracten. ‘In China is er een spreekwoord: ‘als je het raam openzet voor frisse lucht, komen er altijd wel een paar vliegjes mee naar binnen’. We focussen erg veel op die vliegjes bij mobiliteit. Negatieve zaken, procedures en dergelijke, spelen een te grote rol. Laten we de focus meer leggen op dat wat er mee mogelijk wordt gemaakt! Accepteer de frisse lucht, dan blijken die vliegjes vanzelf minder erg!’ En dat is precies wat het Dashboard Dienstverlening tracht te doen.
Laat zien waar je waarde toe kunt voegen via het Dashboard Dienstverlening ‘Mobiliteit is ook zoeken naar waar je waarde kunt toevoegen. Bijvoorbeeld door team- of afdelingsoverschrijdend samen te werken. Dat dit dan kan leiden tot een nieuwe rol heb ik zelf ervaren. Mobiliteit inspireert en brengt je van de comfort zone in de magic zone. Het Dashboard Dienstverlening vind ik een sterk instrument. Het geeft een goed beeld van waar je nu staat, wat je ontwikkeld hebt en wat je nog verder in de toekomst kunt ontwikkelen,’ geeft SteefJan van Adrichem, contractbeheerder bij gemeente Schiedam, aan. Gemeente Alkmaar zet ook in op blijvend waarde toevoegen met het traject Vernieuwen Met Ervaring. Oudere werknemers geven hun eigen plek op voor een ander, om hun ervaring en kennis
elders in te zetten, als coach of voor overdracht van kennis, om zo de kwaliteit die ze hebben opgebouwd te borgen en blijvend waarde toe te voegen. ‘Doordat ze zelf heel mobiel zijn, zijn ze een voorbeeld voor anderen, ze lopen rond in andere organisatieonderdelen en doen nog meer ervaring op. Het Dashboard Dienstverlening kan helpen bij dit traject door de oudere werknemers in beeld te brengen: welke kennis hebben zij, wat hebben ze allemaal gedaan en hoe kunnen anderen en de organisatie daarvan nog gebruik maken’, vertelt Annette van Dijk – Leek, coördinator programma Metamorfose.
Vind als manager talenten met het Dashboard Dienstverlening ‘Mobiliteit in de toekomst, dat vraagt ook wat van de manager: bewuste keuzes maken, een faciliterende rol aannemen en vertrouwen geven aan de mensen in
B&R
9
Column
je team’, voegt Steef-Jan van Adrichem toe. ‘Dit is een nieuwe rol die de manager zich moet aanmeten. Als organisatie moet je kijken of je die verandering kunt bewerkstelligen.’ Managers zullen mobiliteit als gegeven moeten gaan zien. Met het Dashboard Dienstverlening kan de manager die bril makkelijker opzetten. Emmy Hoogstraten, manager HRM Rivierenland bij de Belastingdienst is het daar helemaal mee eens: ‘Mijn droom over mobiliteit: in Amsterdam staat de Knip, een mooi groot gebouw, waar mensen van de arbeidsparticipatie, UWV of andere integratiebedrijven kunnen komen. Daar staat een marktkraampje, met allemaal pakketjes werk. Mensen kunnen zien ‘goh, is dat werk wat jullie hebben liggen? Nou dat kan ik denk ik wel, ik neem dat pakketje mee’. Maar dat gesprek over mobiliteit en de pakketjes werk wordt niet of nauwelijks gevoerd. Met het Dashboard Dienstverlening wordt het makkelijker om het gesprek aan te gaan. Het biedt begeleiding en toont mogelijkheden. Als je weet dat je allebei met hetzelfde dashboard kan werken, en het is een tool die binnen de organisatie, maar ook overheidsbreed gebruikt wordt, biedt het inzicht in de mogelijkheden en kun je dat bespreken.’
Elisabeth Eenkhoorn, onderzoeker analyseteam fraudebestrijding bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), heeft ervaring met precies dat gesprek over mobiliteit: ‘Mijn voormalig manager bij het CBS heeft me altijd gestimuleerd
die perfect voor jou. Ik wil absoluut niet van je af, maar ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om het niet naar je te sturen.’ Zo kwam deze detacheringsplek bij RvIG bij mij terecht. Dus ik had echt de ultieme manager als het gaat om mobi-
‘Mobiliteit inspireert en brengt je van de comfort zone in de magic zone’
Arre Zuurmond, Gemeentelijke Ombudsman Amsterdam
om andere dingen naast mijn specifieke opdracht te doen. Na een tijd merkte ik dat ik onrustig werd, ging kijken wat er verder was. Mijn manager voelde dat aan en vroeg gewoon eens ‘ik heb het idee dat je aan het rondkijken bent, klopt dat?’. Vanuit die insteek kwam het gesprek op gang. Op een dag stuurde mijn manager me een mailtje met de boodschap: ‘ik weet dat je aan het rondkijken bent, ik kreeg deze vacature doorgestuurd voor een detacheringsplek, en volgens mij is
liteit. Ik werd dan ook heel enthousiast van het Dashboard Dienstverlening. Met het Dashboard Dienstverlening kunnen managers het potentieel van kandidaten, zowel extern als intern, zien en op (interne) functies wijzen. Net als mijn manager deed!’ Het Dashboard Dienstverlening is sinds 15 april beschikbaar op www.gemeente.nl.
Stemmen met een handicap VN-verdrag geeft gehandicapten politieke rechten Twee Op 18 maart van dit jaar werden er verkiezingen gehouden voor de waterschappen en de Provinciale Staten. Hoewel formeel gezien iedereen vanaf 18 jaar met de Nederlandse nationaliteit daarbij zijn stem mag uitbrengen, zie ik steeds weer dat dit voor veel mensen niet vanzelfsprekend is. Na verkiezingen ontvang ik van mensen met een lichamelijke beperking nog altijd klachten over problemen bij het uitbrengen van hun stem. Zo beklaagden enkele rolstoelgebruikers zich dit jaar over de te smalle toegangsdeuren en gangen in hun stemlokaal. Daarnaast waren ook de stemhokjes soms te smal en vonden sommigen van hen dat de gemeentelijke informatieverstrekking over de locaties van rolstoeltoegankelijke stemlokalen tekortschoot. Ook hoorde ik een verhaal over een man met een visuele beperking die zich moest laten bijstaan door een medewerker van een stemlokaal. Vanwege zijn beperking zou hij geen volmacht kunnen invullen, dus kon hij zich volgens het stembureau niet laten bijstaan door zijn vader. Dit laatste geval is een kwestie van de juiste werkinstructies onder de aandacht te brengen van stembureaumedewerkers. Immers, volgens de Kieswet kunnen mensen met een fysieke beperking zich gewoon laten bijstaan in het stemhokje. Maar er is meer – Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap stelt dat zij ook politieke rechten hebben. Dat betekent dat mensen met een beperking zo veel mogelijk zelfstandig hun stem moeten kunnen uitbrengen, en dat de overheid ze daarbij dient te faciliteren. Nederland zal de uitvoeringswet naar verwachting dit jaar bekrachtigen. In een advies aan het kabinet over deze wet pleitte het College voor de Rechten van de Mens er eerder voor dat alle stembureaus voor mensen met een lichamelijke beperking toegankelijk worden gemaakt. De Kieswet schrijft momenteel voor dat per gemeente 25 procent van de stemlokalen toegankelijk moet zijn. Ik heb met instemming vernomen dat dit in de gemeente Amsterdam al voor 65 procent van de stemlokalen geldt voor deze groep. Uit een korte rondgang langs een aantal belangengroeperingen blijkt dat deze stemlokalen – op bovengenoemde incidenten na – naar de mening van deze groep ook
Enkele rolstoelgebruikers beklaagden zich over de te smalle toegangsdeuren en gangen in hun stemlokaal
Move to Improve Stel, je zou een open vliegticket tot je beschikking hebben. Zou je dan niet de kans aangrijpen om meerdere bestemmingen te bezoeken, elk met hun eigen cultuur, mensen en gebruiken? Als je dit voorbeeld zou doortrekken naar je werksituatie, zou je dan ook niet willen bewegen in de richting van nieuwe uitdagingen, om je verder te kunnen blijven ontwikkelen? Binnen het opleidingstraject Move to Improve hebben Sanne Giesen, projectleider Move to Improve vanuit Disgover, en Giulietta Marani, opdrachtgever Move to Improve, zich
10
B&R
gericht op het in beweging brengen van een grote groep ambtenaren om hun eigen kennis, baan, netwerk en profilering binnen de overheid vorm te geven. ‘We zien een groeipad naar grenzeloze mobiliteit. Het Dashboard Dienstverlening helpt hierbij. Samen kunnen we de uitwisseling van opdrachten tussen verschillende overheidsorganisaties daadwerkelijk genereren!’, aldus Giulietta Marani. Hoewel het opleidingstraject vanuit DisGover afgerond is, zal de beweging van Move to Improve door Sanne en Giulietta worden voortgezet om grenzeloze mobiliteit te blijven stimuleren.
toegankelijk waren. Of de stemlokalen feitelijk ook aan de hiervoor gestelde richtlijnen voldeden, zal bij de evaluatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan bod moeten komen. Aangezien nog niet elk stemlokaal rolstoeltoegankelijk is, vind ik het des te belangrijker dat de informatie hierover makkelijk vindbaar moet zijn. Zou het dan geen goed idee zijn om op het stembiljet aan te geven waar de dichtstbijzijnde rolstoeltoegankelijke stemlocatie zich bevindt? De gemeente Amsterdam onderschrijft mijn aanbeveling en zal deze bij de volgende verkiezingen in praktijk brengen. Om aan het verdrag te voldoen en mensen met een beperking zo veel mogelijk in staat te stellen deel te nemen aan het politieke leven, zou er verder ook onderzocht moeten worden hoe mensen met een visuele beperking zelfstandig hun stem uit kunnen brengen.
B&R
11
Persoonsinformatiemanagement
Invoering van de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand Op 1 juli was het dan zover. De Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand (Stb. 2014/380) zal gefaseerd inwerkingtreden. De wet bestaat uit een zogenoemd digitaal deel en een niet digitaal gerelateerd deel. De pilot digitale overlijdensaangifte in de gemeente ’s-Hertogenbosch is succesvol afgerond. De eerste fase van de elektronisch burgerlijke stand is op 1 juli ingevoerd en betreft de digitale aangifte van overlijden. Het staat iedere gemeente vrij om met ingang van die datum digitale aangifte van overlijden aan te bieden. Het streven is om begin 2016 met een pilot te starten voor de digitale melding van voorgenomen huwelijk en geregistreerd partnerschap. Léon Evers en Maurice Gordijn, leden NVVB commissie Persoonsregistratie
I
n de tweede fase van de elektronische dienstverlening burgerlijke stand zal dan de melding van voorgenomen huwelijk en geregistreerd partnerschap worden ingevoerd en het sluitstuk zal de digitale aangifte van geboorte vormen. Een besluit omtrent de digitale opslag van de akten van geboorten, huwelijk, geregistreerd partnerschap en overlijden, alsmede de digitale afgifte van afschriften van die akten is pas voorzien na de wetsevaluatie. Deze evaluatie vindt drie jaar na
12
B&R
de inwerkingtreding (medio 2018) plaats. De akten die niet in registers worden opgenomen, zoals de akten van erkenning en naamskeuze, worden niet digitaal opgemaakt. De niet elektronische dienstverlening gerelateerde onderwerpen in de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand treden op 1 september aanstaande in werking.
Huwelijksaangifte en voornemen geregistreerd partnerschap (*): De invoering van de wet leidt ertoe dat de artikelen 1:43 en 1:80a lid 4 BW komen te vervallen. Trouwlustigen kunnen zich derhalve rechtstreeks tot de ambtenaar van de burgerlijke stand van de huwelijksgemeente wenden om aldaar het voornemen om in het huwelijk te treden kenbaar te maken. Dit kan schriftelijk of in persoon.
Partijen dienen de ambtenaar van de burgerlijke stand de in artikel 1:44 lid 1 BW (nieuw) genoemde gegevens te verstrekken. Zoals het in veel gemeenten in Nederland al gewoon was hoeven in principe geen bewijsstukken meer te worden overgelegd. Immers de persoonsgegevens van de trouwlustigen zijn veelal geregistreerd in de Basisregistratie Personen. De ambtenaar van de burgerlijke stand zal de door partijen ingevulde verklaring moeten toetsen.
Daar waar twijfel bestaat kan en zal hij om aanvullende documenten moeten vragen, zoals een nooit eerder getoonde buitenlandse geboorteakte of een bewijs van echtscheiding uit het buitenland. Indien trouwlustigen hun melding kenbaar hebben gemaakt in een andere gemeente dan de beoogde trouwgemeente, zal de ambtenaar van de burgerlijke stand hen naar die gemeente moeten verwijzen.
Het huidige artikel 1:43 BW wordt op 1 september 2015 ingetrokken. Dit heeft tot gevolg dat het met ingang van die datum mogelijk wordt dat iedere vreemdeling ongeacht waar hij ter wereld woont in iedere gemeente in Nederland moet worden toegelaten tot een huwelijk. Pas na inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang (Wetsvoorstel 33 488) zal de omissie worden hersteld. De Wet tegengaan huwelijksdwang moet nog worden behandeld in de Eerste
B&R
13
Kamer. Het is nog onduidelijk op welke termijn deze Wet inwerking zal treden. Het is dan ook aan te raden om bruidsparen goed voor te lichten en te wijzen op mogelijke consequenties als deze Wet voor de geplande huwelijksdatum in werking mocht treden. Trouwlustigen woonachtig in het buitenland en waarvan tenminste één van de partners de Nederlandse nationaliteit bezit, zullen op grond van artikel 1:44 lid 2 BW (nieuw) nog steeds verplicht zijn zich te vervoegen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van ’s-Gravenhage. Met ingang van 1 september 2015 komt de M46 te vervallen. Iedere aanstaande echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000 zal een verklaring moeten overleggen. Deze verklaring dient op grond van artikel 1:44 lid 1 onder j BW (nieuw) juncto artikel 28 BBS 1994 (nieuw) tenminste te bevatten: • Een verklaring dat men het huwelijk niet aangaat met als oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen; • Een verklaring omtrent het verblijfsrecht van de aanstaande echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit bezit. Deze verklaring dient op grond van het bepaalde in artikel 28 lid 2 BBS 1994 (nieuw) gedurende twaalf jaar te worden bewaard ten behoeve van de Immigratieen Naturalisatiedienst. De ambtenaar van de burgerlijke stand dient voordat hij het huwelijk voltrekt opnieuw de rechtmatigheid van het verblijf in Nederland van de aanstaande echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit bezit te controleren. Is de ambtenaar van de burgerlijke stand van oordeel dat er sprake is van schijn zal hij zijn medewerking aan dit huwelijk moeten weigeren overeenkomstig artikel 1:18c, tweede lid BW. Nu de verplichte overlegging van een geboorteakte in beginsel is komen te vervallen is er geen reden meer om de akte van bekendheid ex artikel 1:45 lid 1 BW te handhaven. Dit artikel wordt geschrapt en vervangen door een nieuw artikel 45.
14
B&R
In het nieuwe artikel 1:45 BW bestaat de mogelijkheid om in sommige bijzondere gevallen betrokkene toe te laten tot een beëdigde verklaring af te leggen ten overstaan van de de ambtenaar van de burgerlijke stand die het huwelijk zal voltrokken. Deze verklaring bevat: het geslacht, de plaats, het land en, zo nauwkeurig mogelijk, de datum van geboorte alsmede de persoonsgegevens van de ouders. In de huwelijksakte wordt melding gemaakt van deze afgelegde verklaring. Deze verklaring mag op grond van artikel 1:16a lid 2 BW ook door de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand worden afgenomen.
zoals opgenomen in artikel 1:22 BW. Dus bij een geboorteakte dient de ambtenaar van de burgerlijke stand niet te verbeteren: plaats, dag en uur van geboorte, de gegevens van de moeder (denk aan haar identificerende gegevens) en het geslacht van het kind. Bij de overlijdensakte moet u denken aan: plaats, dag en uur en de daarin genoemde persoon (dus niet de identiteit wijzigen). Samenvattend, de Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand wordt gefaseerd ingevoerd. Op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip zullen de artikelen, die het digitaal kenbaar maken
De Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand zal gefaseerd inwerkingtreden De wijziging van de artikelen 1:44 BW en 1:45 BW hebben tot gevolg dat de artikelen 2.8 en 2.9 van de Wet Basisregistratie Personen met ingang van 1 september aanstaande dienovereenkomstig zullen wijzigen.
Kennelijke schrijf- spelfouten en kennelijke misslagen: De ambtenaar van de burgerlijke stand krijgt op grond van het nieuwe artikel 1:24a BW de mogelijkheid om kennelijke misslagen ambtshalve te verbeteren. De toestemming van de officier van justitie om een dergelijke fout te verbeteren is geschrapt. De wijziging van dit artikel leidt er niet toe dat de ambtenaar van de burgerlijke stand iedere misslag zo maar kan verbeteren. De volgende stelregel kan gehanteerd worden: pas de misslag niet ambtshalve aan indien de misslag de bijzondere bewijskracht van een geboorte- of overlijdensakte raakt
van het voornemen om een huwelijk aan te gaan of het digitaal aangifte doen van geboorte mogelijk maken, in werking treden. Zeker in het proces van digitale aangifte van geboorte moeten nog enkele hobbels worden genomen, immers het vastleggen van de afstamming in een authentieke akte dient met waarborgen te worden omkleed. Datzelfde geldt voor de opslag van de akten van de burgerlijke stand. Pas nadat een fundamentele discussie is gevoerd zal een besluit worden genomen omtrent de wijze van opslag, tot dat moment zullen wij de akten die deel uitmaken van een register van de burgerlijke stand moeten opslaan conform de huidige wet- en regelgeving.
NVVB Congressen Najaar 2015 7 oktober:
Regiocongres Limburg & Noord-Brabant in Eindhoven
15 oktober: Regiocongres Friesland, Noord-Oost & Overijssel in Assen (verplaatst) 3 november: Regiocongres Gelderland in Westervoort 10 november: Regiocongres Zuid-Holland/Zeeland & Utrecht in Vianen 17 november: Najaarsvergadering Noord-Holland Meer informatie over de programma`s en inschrijven volgt nog.
(*) daar waar over huwelijk wordt gesproken wordt eveneens geregistreerd partnerschap bedoeld.
B&R
15
Identiteitsmanagement
In de recent verschenen congresspecial van de NVVB stond een artikel over
Cruciale rol voor medewerkers bij fraudebestrijding
de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA). We spraken daarvoor toen met Sylvia Kuilboer, coördinator ICTU Fraudeteam, en Kim Boermans, adviseur Fraudebestrijding van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). Tevens besteedden we aandacht aan de workshops over fraudebestrijding op het congres in Noordwijkerhout. Daarbij tekenden we op dat de medewerkers van Burgerzaken van de deelnemende gemeenten zich duidelijk uitspraken voor een gezamenlijke aanpak. Drs. Gert-Jan Buitendijk, directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties van het ministerie van BZK, is het daar van harte mee eens. We spraken met hem o.a. over de rol van de medewerkers op de werkvloer en de ketenafhankelijkheid bij adresgerelateerde fraude. Klaas Schipper, journalist
Foto: Wiebe Kiestra
D
Gert-Jan Buitendijk signaleert een enorme drive bij ambtenaren van Burgerzaken om hun werk zo goed mogelijk te doen. Hij is zelf met name vooral geïnteresseerd in patronen. Als je die in beeld hebt, kun je nog efficiënter werken. ‘Bij grensgemeenten heb je een andere fraude dan bij gemeenten midden in het land. Eind dit jaar willen we de zaak evalueren en dan besluiten we hoe we verder gaan’, antwoordt hij op de vraag wanneer er zijns inziens sprake is van een succesvolle afronding van dit project.
16
B&R
e ontvangst op het ministerie aan de Turfmarkt 147 is allerhartelijkst. De DG is graag bereid om nog eens van gedachten te wisselen over deze uiterst belangrijke materie. ‘De kwaliteit van de GBA, nu BRP, is zeker ook onze zorg. Een gezamenlijke zorg van de centrale units in Den Haag en van de gemeenten. Natuurlijk was er altijd al een behoorlijke ambitie om de inschrijving in de BRP zo goed mogelijk te doen, maar de laatste paar jaar kreeg het element fraude veel meer een politieke lading. Het kabinet wilde de fraude grondig aanpakken en daarmee zijn we aan de slag gegaan. En zo ontstond het project LAA. Al tijdens de pilots bleek bij de huisbezoeken dat tal van gegevens niet juist waren. Maar dan hoeft het nog niet per definitie om fraude te gaan’, aldus Gert-Jan Buitendijk als wij hem vragen waarom het ministerie van BZK met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit startte. Hij benadrukt tevens dat de BRP het voorportaal voor tal van voorzieningen is en dat een achterliggende business case uitwijst dat het loont om 13 miljoen te investeren, omdat de daarmee te realiseren opbrengsten veel groter zijn. ‘Het project bleek overigens eenvoudig van de grond te tillen’, voegt hij er ter verduidelijking aan toe.
Ketens Stellen we dat het voorkomen van adresgerelateerde fraude enkel kan slagen als de gehele keten meewerkt, dan knikt de heer Buitendijk instemmend. ‘Je ziet op zich al een trend van ketens bij de overheid. Want iedereen is van iedereen afhankelijk. De ketenafhankelijkheid is de laatste jaren veel groter geworden. Gemeenten kijken nu nog scherper dan voorheen naar de inschrijving in de BRP. Dat is al winst, maar binnen de keten moeten meldingen ook teruggespeeld worden naar de gemeenten. Er moet dus sprake zijn van een terugmelding van de diensten, de gebruikers van de BRP. Dit jaar is er een planning voor 10.000 huisbezoeken. We wilden dat met 135 gemeenten gaan doen. Dat streefgetal werd op het NVVB-congres bereikt. Inmiddels hebben zich al 150 gemeenten aangemeld. We moeten het aantal huisbezoeken dus wel verdelen.’ Gert-Jan Buitendijk signaleert een enorme drive bij ambtenaren van Burgerzaken om hun werk zo goed mogelijk te doen. Hij is zelf met name vooral geïnteresseerd in patronen. Als je die in beeld hebt, kun je nog efficiënter werken. ‘Bij grensgemeenten heb je een andere fraude dan bij gemeenten midden in het land. Eind dit jaar willen we de zaak evalueren en dan besluiten we hoe we verder gaan’,
antwoordt hij op de vraag wanneer er zijns inziens sprake is van een succesvolle afronding van dit project.
Opleiding Vragen we de DG naar de rol van de medewerkers op de werkvloer als het om voorkomen van fraude gaat, dan is hij zeer stellig. ‘Ze vervullen een cruciale rol. Het goed registreren is van het allergrootste belang. Men is zich dat ook terdege bewust. In de pilotfase hebben we al middelen beschikbaar gesteld voor een opleiding. Daar hebben 800 mensen gebruik van gemaakt. Naast vaardigheden is alertheid zeer belangrijk. Als men denkt: dit is gek, daar staan al vijf mensen ingeschreven, moet er een belletje gaan rinkelen. Mijn stelling zou zijn bij fraude de signalen goed op te pakken en vervolgens snel te acteren’, stelt GertJan Buitendijk. Hij noemt als voorbeeld een gecombineerd kijken naar patronen door de RvIG en Logius (Dienst Digitale Overheid) en het vervolgens uitwisselen van de gegevens. Buitendijk laat zich niet expliciet uit over de minimum vereiste waaraan medewerkers die met deze materie te maken hebben, zouden moeten voldoen. ‘De mensen bij Burgerzaken zijn zich terdege bewust hoe belangrijk een goede registratie en de aanpak van fraude zijn en bij twijfel is er voldoende
B&R
17
Foto: Wiebe Kiestra
Diverse projecten zijn in opdracht van BZK opgezet om fraude te
‘Medewerkers op de werkvloer vervullen een cruciale rol. Het goed registreren is van het allergrootste belang. Men is zich dat ook terdege bewust. In de pilotfase hebben we al middelen beschikbaar gesteld voor een opleiding. Daar hebben 800 mensen gebruik van gemaakt’, aldus de directeur-generaal. informatiemateriaal beschikbaar’, stelt hij. Daarbij legt hij ook De kleine gids voor gemeenten over wat er mag bij de aanpak van fraude met de BRP op tafel.
Internet Als we stellen dat er de afgelopen twee jaar veel aandacht is ontstaan voor het voorkomen van identiteits- en adresgerelateerde fraude, dan merkt de DG op dat met de komst van internet fraude sowieso is toegenomen en dat die daardoor ook meer aandacht krijgt. ‘Wel vijf à zes procent van de mensen heeft in de afgelopen jaren last gehad van identiteitsfraude. Dat is zonder meer zorgelijk. De politiek moet er zich zeker mee bemoeien. Het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude is er al een aantal jaren en voorziet in een behoefte. Het is ook nuttig en noodzakelijk dat fraude op de politieke agenda is gezet omdat de solidariteit van onze systemen onder druk komt te staan. Het bewustzijn van de burgers is op dit punt helaas niet altijd voldoende’, verzucht de heer Buitendijk, om er direct aan toe te voegen dat die toegenomen aandacht van de overheid voor fraude zeker een positief effect heeft. Hij is ervan overtuigd dat adresonderzoek nog effectiever kan worden als je al op een rij hebt welke risico’s er zijn. Dan wordt het voor de gemeenten ook makkelijker. De DG noemt voorbeelden als Enschede waarbij het inschrijfadres
18
B&R
van een student in samenwerking met de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt gecontroleerd, de wijze van aanpak van sociale fraude in Zaandam en het werken met digitale verhuisgegevens in Tilburg. ‘Het doen van een extra check kan belangrijk zijn’, stelt hij. Ook dan komt het gesprek weer op De kleine gids en de waaier Fraudepatronen van de RvIG.
ontwikkelingen zijn die op vooruitgang duiden. Hij noemt DigiD en het scannen bij banken. De behoefte aan een betrouwbare vaststelling van de identiteit wordt steeds belangrijker, concluderen we. Programma’s als Digitaal 2017 en eID vormen eveneens een nieuwe uitdaging als het om het voorkomen van fraude gaat. ‘Natuurlijk gaat het er simpelweg om dat vastgesteld wordt dat jij degene bent die je bent, maar daar komt toch nog wel het nodige bij kijken. Moeten we niet naar een digitaal paspoort?’, merkt hij spontaan op. Op de vraag aan de DG of hij de mening deelt dat het bij het voorkomen van fraude van groot belang is dat de ontwikkelingen op het gebied van de fysieke en digitale identiteit dicht tegen elkaar aan georganiseerd worden, antwoordt hij: ‘De vaststelling van de identiteit gebeurt nu nog gewoon aan de balie en als dat in de toekomst eventueel digitaal gebeurt, moet het er wel op lijken. Maar dan is de vraag of de gemeente daar wel bij betrokken is. Datzelfde geldt voor het uitgeven van een digitaal paspoort.’ Gert-Jan Buitendijk wil tot slot nog wel even kwijt dat hij heel veel waardering heeft voor de werkzaamheden van
‘Ketenafhankelijkheid is veel groter geworden’
Digitaal paspoort Geconfronteerd met de opmerking dat de focus op dit moment vooral ligt op de fysieke aspecten van fraude en dat de BV Nederland al een slag zou kunnen slaan in het voorkomen van fraude via de digitale weg, dan merkt de heer Buitendijk op dat die digitale weg weliswaar nog altijd gevoelig ligt maar dat er zeker
verminderen en te voorkomen. Maar welke projecten zijn dat nu en hoe verhouden deze projecten zich ten opzichte van elkaar? Hier leest u in een notendop welke projecten momenteel door ICTU en de RvIG zijn georganiseerd.
Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Wonen mensen waar ze zeggen te wonen? Die vraag heeft prioriteit in fraudebestrijding. Het ICTU-project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit maakt risicogericht adresonderzoek mogelijk van personen op zo’n 10.000 adressen. Gemeenten controleren daarin de adressen waar twijfels over bestaan. Ze doen dat risicogericht, namelijk op basis van risicosignalen van andere organisaties. De gemeente kan er adresfouten mee herstellen en de gebruikers van adresgegevens die zo gecontroleerd zijn kunnen daarmee fraude bestrijden, zoals bij uitkeringen, aftrekposten en toeslagen of het ontwijken van schulden, boetes en opsporing. Gemeenten kunnen zich aanmelden voor deelname. Vanuit uitvoeringsorganisaties en gemeenten zelf worden data verzameld, geanalyseerd en worden risicosignalen vastgesteld. Hiermee kunnen gemeenten adresonderzoek en huisbezoeken doen.
Digitale filters voor gemeenten De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) is in 2015 begonnen met digitale preventie van adres- en identiteitsfraude. Risicoprofielen worden ontwikkeld en effectieve methoden worden in kaart gebracht. Risicogericht onderzoek kan namelijk ook preventief worden ingezet. Verschillende gemeenten zijn dit jaar
al gaan experimenteren met het digitaal herkennen van mogelijke fraude. Door het ‘inbouwen’ van een filter met risicoprofielen, kunnen risicovolle adreswijzigingen automatisch worden herkend en apart gezet voor controle vóór inschrijving. Dat is niet alleen handig voor controles op digitaal doorgegeven aangiftes, maar ook voor ondersteuning van de medewerker aan de balie. Bovendien leidt controleren vóór inschrijving ertoe dat foutieve gegevens doorwerken richting de rest van de overheid.
Kennisdelingsplatform aanpak fraude bij ‘eerste inschrijving’ Het ICTU-project Aanpak Fraude richt in opdracht van ministerie van BZK een kennisdelingsplatform in samen met gemeenten, NVVB, RvIG, IND, politie en RCF kenniscentrum handhaving, in de eerste instantie voor kennisdeling van de aanpak van fraude bij het proces ‘eerste inschrijving’. Het kennisdelingsplatform is bedoeld om kennis te delen over bestaande barrières om zwakke plekken, die iemand bewust kan gebruiken om fraude te plegen, weg te nemen. Het platform biedt daarvoor een visualisatie van het proces ‘eerste inschrijving’. Gemeenten kunnen aan de hand van het proces aangeven waar ze extra op letten om fraude te voorkomen en welke barrières ze opwerpen. Zo worden alle bruikbare oplossingen gedeeld.
Wat mag wel en niet bij aanpak fraude met de BRP Medewerkers Burgerzaken weten niet altijd wat ze mogen delen binnen of buiten de gemeente en welke handhavingmethoden goed werken. Die onzekerheid is een remmende factor bij de bestrijding van adres- en identiteitsfraude. Niets doen bij serieuze twijfel, dat mag geen optie zijn. RvIG en ICTU maken de mogelijkheden voor fraudebestrijding duidelijker voor gemeenten. Met praktische tips en praktijkvoorbeelden over wat er mag en wat niet bij samenwerking op aanpak fraude en hoe u effectief handelt bij vermoeden van fraude. Een eerste publicatie is gereed: http://www.rijksdienstvooridentiteitsgegevens.nl/Fraudebestrijding/Nieuws/ De_kleine_gids_voor_gemeenten_ over_aanpak_fraude.
Aanwezig bij regiocongressen NVVB Dit najaar worden weer vier regiocongressen georganiseerd door de NVVB. Uiteraard zijn de projecten uitgevoerd in opdracht van BZK ook aanwezig. RvIG en ICTU (namens Naar Betrouwbare Persoonsgegevens, Landelijke Aanpak Adreskwaliteit en Aanpak Fraude) staan op de informatiemarkt.
de ambtenaren van Burgerzaken. ‘Mede daarom doen we als BZK ook graag mee aan de NVVB-congressen. De ene keer komt de minister, een andere keer een van ons’, licht hij toe, ‘het is een uitgelezen manier om de contacten met de werkvloer te onderhouden en met elkaar van gedachten te wisselen.’
B&R
19
Persoonsinformatiemanagement
‘afwijkend’ werden zij buiten de rest van de samenleving geplaatst, terwijl ook de verschillen tussen mannen en vrouwen daardoor juist werden benadrukt en vergroot. Logisch dus dat transgenders dat niet willen.
Is registratie van geslacht nog zinvol?
Niet ‘m’ of ‘v’ maar wat dan wel? Welke mogelijkheden zijn er dan wel voor de registratie van transgenders? Of moeten we misschien maar helemaal ophouden met het registreren van iemands geslacht? De onderzoekers hadden al geconcludeerd dat, als we daarmee in Nederland zouden ophouden, dit tot grotere en kleinere uitvoeringsproblemen zou leiden. Ook constateerden onderzoekers dat op die manier het onderzoek naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen lastiger wordt. Veel informatie kan weliswaar op een andere manier verkregen worden, maar het nadeel is dat die andere manieren vaak ingewikkelder en duurder zijn. Uit de onder NVVB-leden uitgevoerde enquête bleek dat ambtenaren veel problemen verwachten als de registratie m/v zou worden afgeschaft. Een aantal
Begin maart 2015 is het rapport M/V en verder verschenen. In dit rapport wordt de registratie van het geslacht in de BRP onderzocht. De NVVB heeft actief meegewerkt aan het rapport, onder andere via een enthousiast door NVVB-leden ingevulde enquête. Het rapport werd gepresenteerd tijdens een studiemiddag in Utrecht op 13 maart 2015. Burgerzakencollega’s van Schiedam tot Groningen mengden zich tussen de wetenschappers, beleidsmedewerkers en transgenders voor de presentatie van dit rapport. Eric Gubbels, adviesbureau NVVB
D
e directe aanleiding voor het onderzoek was een motie tijdens de behandeling van het wetsvoorstel dat op 1 juli 2014 heeft geleid tot vereenvoudiging bij het wijzigen van de geslachtsvermelding in de geboorteakte van transgenders. De motie verzocht de staatssecretaris om de mogelijkheden en gevolgen te laten onderzoeken van het onbepaald laten van het geslacht. Al eerder was er de wens van een transgender geweest om niet meer als man, maar zonder geslachtsaanduiding te worden geregistreerd. De Hoge Raad weigerde dat in 2007, omdat deze mogelijkheid ‘de rechtsvormende bevoegdheid van de rechter te buiten ging’. Met andere woorden: dit moest de wetgever maar regelen. De wetgever heeft nu door de Universiteit Utrecht laten onderzoeken of het een goed idee is om de huidige geslachts registratie M/V aan te passen. Tijdens een
20
B&R
studiemiddag op 13 maart zijn de conclusies van het rapport besproken. En het blijkt nog niet zo simpel te zijn om de gangbare registratie van mannen en vrouwen aan te passen. Het onderzoek van de Universiteit Utrecht richtte zich in de eerste plaats op bestaande wet- en regelgeving waarin onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen. Dat onderscheid is er niet alleen in het afstammingsrecht en namenrecht, maar bijvoorbeeld ook in bouwvoorschriften (denk aan damestoiletten, herenk leedkamers), voorkeurswetgeving (zwangerschaps verlof ) en regelingen voor gevange nissen. Sommige regelgeving pakt discriminerend uit voor transgenders (denk aan voorzieningen voor zwangere vrouwen, die niet vanzelfsprekend ook voor zwangere mannen gelden) en zouden moeten worden aangepast. Verder is onderzocht of het mogelijk is om naast registratie als ‘m’ of ‘v’ ook registratie
als ‘o’ (onbekend) toe te staan. Praktisch levert dat weinig problemen op: tijdens het onderzoek is een query uitgevoerd. Het bleek dat er al 67 mensen stonden geregistreerd als ‘o’. Van hen was er één in Nederland geboren. Deze persoon was vermoedelijk sinds de geboorte al geregistreerd zonder vermelding van geslacht. Veel anderen waren afkomstig uit Duitsland en Italië. Bij hen bleek het geslacht waarschijnlijk niet uit hun identiteitsbewijs, zodat de ambtenaar dus geen geslacht kon registreren. Organisaties die opkomen voor de belangen van transgenders zijn tegen de registratie van het geslacht als ‘onbekend’, en tijdens de studiemiddag kon de Nijmeegse historicus Geertje Mak prachtig uitleggen waarom. Eind negentiende eeuw bleek een wetenschapper al eens bepaald te hebben wat nu mannelijke en vrouwelijke eigenschappen waren, om daaraan te kunnen ontlenen hoe mannelijk of vrouwelijk iemand was. Dus:
Het blijkt nog niet zo simpel te zijn om de gangbare registratie van mannen en vrouwen aan te passen die met die stevige pas is een man, zij met die wiegende heupen is een vrouw, hij die zo goed voor zijn kinderen zorgt, is een nogal vrouwelijke man. Uiteindelijke conclusie was dat er, naast een groep mannen en een groep vrouwen, ook nog een ambigue restgroep overbleef. Door de vaststelling dat sommigen noch tot de mannen- noch tot de vrouwengroep behoorden, en door deze groep apart te benoemen als ‘onbekend’, ‘anders’ of
daarvan is al genoemd. Veel ambtenaren wezen ook op de internationale gevolgen. Ik heb daar tijdens de studiemiddag een toelichting op gegeven. In Nederland wordt nog maar in een beperkt aantal gevallen onderscheid gemaakt naar geslacht, maar in het buitenland is dat veel vaker het geval. Een man en een vrouw die willen huwen op het populaire trouweiland Bali zullen eerst moeten aantonen dat zij van verschillend geslacht
zijn. Als dat niet meer wordt geregistreerd, wordt zoiets ingewikkelder. Een Russische ambtenaar zal twee mensen niet als ouders van een kind beschouwen zolang hij niet weet wie de vader is en wie de moeder. En zelfs in Nederland hebben we problemen met het erkennen van ouderschap als uit een buitenlandse geboorteakte niet blijkt waarop de in die akte vermelde afstamming is gebaseerd. Voor de moeder uit wie het kind is geboren, spreekt het ouderschap voor zich. Maar welke van de twee is dat? En heeft de andere ouder wel echt het juridisch ouderschap? Het afschaffen van de registratie m/v is een diep gevoelde wens van transgenders en hun belangenbehartigers. Maar het is verstandig om – voordat we helemaal ophouden met het geslacht te registreren – eerst oplossingen te zoeken voor de vele grote en kleine problemen die daardoor zullen ontstaan. Wat zou dan wel de oplossing zijn? Patrick Reijnen van de gemeente Amsterdam sprak over de verstrekking van gegevens uit de BRP. Wanneer verstrekken we eigenlijk gegevens over het geslacht? Dat blijkt in alle gevallen te gebeuren waarin een afnemer erom vraagt, ook als de afnemer die informatie alleen nodig heeft voor de aanhef van zijn brieven. Ook onderschreef hij de conclusie uit het onderzoek dat men daar voortaan meer over zou moeten nadenken. Van de meeste afnemers is het maar de vraag of zij zo’n gegeven echt nodig hebben. Vanuit de zaal werd hij erop gewezen dat er in de hele samenleving voortdurend gevraagd wordt naar geslacht. Is dat wel altijd terecht? Waarom moet iemand verplicht ‘man’ of ‘vrouw’ invullen bij de aankoop van een boek of van een nieuwe laptop? Dat is misschien zo om redenen van marketing, maar het betekent ook een inbreuk op de privacy van de koper. Waarom wordt er in tientallen formulieren gevraagd naar het geslacht? In veel gevallen is het niet relevant, of hooguit voor identificatie. Het lijkt erop dat de informatieverstrekking over de sekse dus wel een onsje minder kan.
B&R
21
Persoonsinformatiemanagement
Legale naamswijziging Balkan Het naamrecht in het buitenland houdt geen rekening met de Nederlandse systematiek van eenmalige en eenduidige identiteitsvastlegging. Het veranderen van je naam is een recht in de Balkan. Vanaf 1 juni 2015 wordt het EU-persoonsnummer op de persoonslijst opgenomen. Corrie Ebbers, privacy-jurist
O
m dubbele identiteiten te voorkomen wordt bij alle eerste inschrijvingen in de BRP het persoonsnummer op de persoonslijst opgenomen van mensen die in het bezit zijn van een of meer EU-nationaliteit(en). De maatregel van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) heeft alleen betrekking op EU-onderdanen.
In dit artikel wordt de voorgeschiedenis van deze maatregel beschreven. Als aanvulling op de maatregel van de RvIG worden een aantal Balkanlanden genoemd die niet tot de EU behoren, behalve Kroatië, waar ook legale naamswijziging mogelijk is, met daarbij een beschrijving van de systematiek van de persoonsnummers uit die landen.
Legale naamswijziging Een van de bekendste ‘naamswijzigingen’ die zich in de Balkan heeft voorgedaan is die van Radovan Karadžić, de voormalig leider van Republika Srpska. Hij leefde jarenlang onder de valse identiteit Dragan Dabic. Hij kon zo, naast zijn ‘vermomming’, lang uit handen van politie en justitie blijven. Net als de oud-leider gaan
22
B&R
gewone burgers in de Balkan ook over tot naamswijzigingen want het is legaal. De betrokken personen krijgen nieuwe identiteitsdocumenten die qua personalia afwijken van eerder vastgelegde gegevens. Het is niet duur; in Kroatië kost een naamswijziging ongeveer € 9,16. Het gevolg kan zijn dat een vreemdeling zich bij een Nederlandse gemeente heeft ingeschreven in de basisregistratie personen onder naam A, aan de hand van een brondocument, zoals een geboorte-akte. En onder de naam B komt dezelfde persoon op grond van een reisdocument (paspoort), voor in de strafrechtketendatabank (SKDB). De naamswijzigingen leveren niet alleen in Nederland problemen op. Ook in Zwitserland en Duitsland is dit een probleem. Zo heeft het Duitse Bundespolitzeipräsidium hierover in september 2011 reeds een waarschuwing doen uitgaan naar haar Europese partners. Deze bevindingen zijn beschreven in de scriptie ‘De impact op de Nederlandse Strafrechtketen van legitieme naamswijzigingen in de Balkan’ van E. Postma. 1
Ministers in verlegenheid De scriptie van deze HBO-student heeft twee ministers in verlegenheid gebracht (BZK en V&J). De student is werkzaam bij de MatchingsAutoriteit (MA), een afdeling van de Justitiële Informatiedienst. De MA beheert onder meer de strafrechtsketendatabank (SKDB) en heeft als taak de identiteit van verdachten eenduidig vast te stellen. De student heeft een onderzoek verricht naar de impact van legitieme naamswijzigingen in de Balkan op de Nederlandse strafrechtketen. De resultaten zijn verwerkt in de scriptie waarmee hij de studie Identiteitsmanagement afrondde (dec. 2014). Een maand eerder, in november 2014, had RTL nieuws een item gemaakt over deze naamswijzigingen. Hun uitzending was gebaseerd op een politierapport van april 2014. De uitkomst van dat rapport was prettig voor een kabinet dat van fraudebestrijding een topprioriteit heeft gemaakt: er was ‘geen evidentie van fraude gevonden’.2 Volgens (toenmalig) staatssecretaris Teeven waren deze signalen pas eind 2013 bij de politie binnengekomen. Na het bekend worden van de onderzoeksresultaten uit de scriptie, waarin stond dat
hierover al in september 2011 door Duitsland een waarschuwing was uitgaan naar de Europese partners, leidde dit opnieuw tot media-aandacht en werden er Kamervragen gesteld.3
Albanië Van 2004 tot 2007 werd het identificatienummer aangegeven als ‘Burger identiteitsnummer’ (Identitetit të Shtetasit (NISH)). Bij de introductie van biometrische ID cards en paspoorten (2007) heet
het ‘personal no.’ Het nummer bestaat uit 10 karakters: YYMMDDSSSC. YY: is een gedeelte van de geboortedatum bepaald aan de hand van de volgende tabel4
Maatregelen Naar aanleiding van deze publiciteit heeft het ministerie van BZK besloten om persoonsnummers van EU-documenten op te nemen, als de dragers van deze documenten in aanmerking komen voor inschrijving in de basisregistratie personen (zie kader).
Het persoonlijk identificatie nummer in de Balkan (geen EU-lid) Het volgende overzicht is gebaseerd op een bericht van de Vreemdelingenpolitie: ‘Aandachtsvestiging Identiteitswisseling Balkanstaten en Kaukasus’ (feb. 2013).
0–09: 1800–1809
A0–A9: 1900–1909
K0–K9: 2000–2009
10–19: 1810–1819
B0–B9: 1910–1919
L0–L9: 2010–2019
20–29: 1820–1829
C0–C9: 1920–1929
M0–M9: 2020–2029
30–39: 1830–1839
D0–D9: 1930–1939
N0–N9: 2030–2039
40–49: 1840–1849
E0–E9: 1940–1949
O0–O9: 2040–2049
0–59: 1850–1859
F0–F9: 1950–1959
P0–P9: 2050–2059
60–69: 1860–1869
G0–G9: 1960–1969
Q0–Q9: 2060–2069
70–79: 1870–1879
H0–H9: 1970–1979
R0–R9: 2070–2079
80–89: 1880–1889
I0–I9: 1980–1989
S0–S9: 2080–2089
90–99: 1890–1899
J0–J9: 1990–1999
T0–T9: 2090–2099
1 vindplaats: rtlnieuws.nl – 5 januari 2015 ‘De dode hoek van het kabinet’. 2 rapport ‘legale identiteitswisselingen in de Balkan en Oost-Europa’, Kamerstuk 17 050, nr. 493. 3 www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2015/02/11/tk-bijlage-schriftelijke-vragen-vkc-bzk-legale-identiteitswisselingen.html 4 http://en.wikipedia.org/wiki/National_identification_number#Albania 5 http://en.wikipedia.org/wiki/Unique_Master_Citizen_Number
B&R
23
MM: 01-12 voor mannen, voor vrouwen start dit bij 50. DD: dag van geboorte. SSS: serienummer van personen die op dezelfde dag zijn geboren. C: is een versleutelde letter. Het persoonlijk identificatienummer van Albanië en Kosovo kan worden geverifieerd via http://www.valideaza.ro/ valideaza-cnp.php
Bosnië
van burgers in veel overheids- en bedrijfssystemen. Het OIB-system heeft in 2009 het oude JMBG systeem vervangen. Tot die tijd identificeerde men bij de overheid met het Master Citizen Number (Croatian: Matični broj građana (MBG) wat ook werd gebruikt in voormalig Joegoslavië. Het personal indification nummer bestaat uit 11 karakters. Het laatste nummer is een controle nummer.
Elke burger ontvangt bij geboorte een uniek burgernummer (JMB nummer)5. Bestaande uit 13 karakters DDMMYYY RR XXX C. DD: dag van geboorte. MM: geboortemaand. YYY: laatste 3 cijfers van het geboortejaar. RR: geboortegemeente. BBB: 000-499 = mannen, 500-999 = vrouwen. C: de uitkomst van een formule. RR duidt 1 van de 10 geboorte-regio’s aan: 10: Banja Luka, 11: Bihać, 12: Doboj, 13: Goražde, 14: Livno, 15: Mostar, 16: Prijedor, 17: Sarajevo, 18: Tuzla, 19: Zenica.
Macedonië Macedonië gebruikt een 13-cijferig nummer DDMMYYYRRSSSC, oftewel het unieke burgernummer. DD: dag van geboorte. MM: geboortemaand. YYY: laatste 3 cijfers van het geboortejaar. RR: geboortegemeente. BBB: 000-499 = mannen 500999 = vrouwen. C: is uitkomst van een formule. RR is een registernummer van de gemeente waar de houder is gebo-
Het veranderen van je naam is een recht in de Balkan
software | formulieren | verkiezingen
software
formulieren
verkiezingen
Postbus 135, 1700 AC Heerhugowaard Industriestraat 11, 1704 AA Heerhugowaard T (072) 571 25 05 www.procura.nl
Kosovo Werkt met hetzelfde identificatienummer als Bosnië en Macedonië. Volgens het rapport van het Nederlands Vreemdelingen Informatie Knooppunt (NVIK) verandert dit nummer niet als de geboortedatum wijzigt.
Kroatië (nb is EU-lid) In Kroatië wordt het Personal Identification Number (Croatian: Osobni identifikacijski broj (OIB)), gebruikt bij de identificatie
Het nummer bestaat uit 13 karakters: DD MM YYY RR BBB K. DD: dag van geboorte. MM: geboortemaand. YYY: laatste 3 cijfers van het geboortejaar. RR: geboortegemeente. BBB: 000-499 = mannen 500-999 = vrouwen. K is uitkomst van een formule. Het nummer van Kroatië kan worden geverifieerd via http://oib.oib.hr/SaznajOibWeb/ fizickaOsoba.html
ren. Voor het registernummer zijn er 9 codes: 41 Bitola, Demir Hisar en Resen; 42 Kumanovo, Kratovo en Kriva Palanka; 43 Ohrid, Struga, Debar en Kičevo; 44 Prilep, Kruševo en Makedonski Brod; 45 City of Skopje; 46 Strumica, Valandovo en Radoviš; 47 Tetovo en Gostivar; 48 Veles, Gevegelija, Kavadarci en Negotino; 49 Štip, Berovo, Vinica, Delčevo, Kočani, Probištip en Sveti Nikole.
TMU
Invoeren EU-persoonsnummer op PL Een van de maatregelen die minister Plasterk (BZK) heeft genomen om ongewenst gebruik van identiteit tegen te gaan, is het opnemen van buitenlandse persoonsnummers in de basisregistratie personen (BRP). Gebleken is dat, wanneer iemand in het buitenland zijn naam laat wijzigen, het persoonsnummer, dat veelal in het paspoort staat, niet wijzigt. Met ingang van 1 juni 2015 wordt bij alle eerste inschrijvingen in de BRP, van personen die in het bezit zijn van een of meer EU-nationaliteit(en), het buitenlands persoonsnummer op de persoonslijst
24
B&R
opgenomen. Het gaat hier dus om persoonsnummers van personen uit landen die behoren tot de Europese Unie. De RvIG heeft op 29 mei een Nieuwsbericht gepubliceerd waarin beschreven is op welke wijze het buitenlands persoonsnummer op de persoonslijst moet worden bijgeschreven. Ook wordt de Presentievraag uitgebreid met de mogelijkheid om te zoeken op het buitenlands persoonsnummer. Hiervoor is het Logisch Ontwerp gewijzigd. RvIG zorgt voor een permanente monitoring op mogelijke dubbelinschrijvingen. Als er een dubbel
TogaMakerij Utrecht
nummer gevonden wordt dan neemt RvIG onmiddellijk contact op met de gemeente(n) waar de personen zijn ingeschreven. Let wel: het buitenlandse persoonsnummer mag door een gemeente nooit of te nimmer verstrekt worden, niet binnengemeentelijk en ook niet aan andere overheidsorganen of derden. Dit nummer is alleen bedoeld voor de bijhouding van de gegevens in de basisregistratie personen in het kader van een juiste en actuele bevolkingsadministratie.
... is een ambachtelijk bedrijf dat zorgt voor kwaliteit, service en een vlotte afwerking van uw opdrachten. Wij bieden u een uitgebreide collectie hoogwaardige lichtgewichtstoffen, een grote variatie aan modellen en hand geborduurde gemeentewapens. De toga’s zijn gemaakt voor langdurig en intensief gebruik en behoeven weinig onderhoud.
Aanmeten in heel Nederland Kantoor: Weerribben 21 8244 EA Lelystad-Haven tel. 0320-261548 Utrecht tel. 030- 8894566 e-mail :
[email protected]
B&R
25
Persoonsinformatiemanagement
Ondertussen bij de EU… Niet alleen burgerzakenambtenaren praten over de burgerlijke stand in Europa. Ook de EU heeft oog gekregen voor ons vakgebied. Op dit moment wordt er druk gewerkt aan een Europese legalisatieverordening. Die moet het mogelijk maken dat documenten zonder legalisatie worden uitgewisseld tussen EU-lidstaten. Eric Gubbels, adviesbureau NVVB
Kijk, zo eenvoudig maak je een planning :-) #plannenismakkelijk #iedereenblij Een efficiënte planning van medewerkers op het actuele werkaanbod is van essentieel belang. Voor veel gemeenten blijkt dit complex, tijdrovend en foutgevoelig te zijn. JCC-Personeelsplanning ondersteunt roosteraars om de juiste bezetting voor zowel de front- als backoffice te realiseren. Indien u op afspraak werkt, dan zorgt een efficiënte koppeling met ons afsprakensysteem ervoor dat de juiste medewerkers tijdig worden ingepland om de afspraken snel en vakkundig af te handelen. Zo zorgen wij met onze oplossingen en kennis ervoor dat u op een efficiënte wijze kwalitatieve dienstverlening kunt blijven aanbieden die precies aansluit bij de wensen van uw burgers en medewerkers. Vandaag en morgen.
H
et EU-wetgevingsproces verloopt in een aantal stappen. Het begon in 2010 met een ‘groenboek’, waarin voorstellen stonden voor het afschaffen van legalisatie binnen de EU en voor wederzijdse erkenning van rechtsfeiten. De erkenning van elkaars rechtsfeiten ligt voorlopig in een lade. In 2013 heeft de Europese Commissie vervolgens een voorstel gedaan voor een legalisatieverordening1. Legalisatie werd daarin voorgesteld als ‘red tape’. In het Nederlands zou je dat kunnen vertalen als ‘paarse krokodil,’ dus bureaucratie. Het voorstel ging vrij ver: niet alleen akten van de burgerlijke stand moesten voortaan vrij zijn van legalisatie, maar ook allerlei andere documenten, zoals verklaringen omtrent het gedrag of eigendomsakten. Vertalingen mochten voortaan van Google Translate komen. Bij twijfel kon navraag worden gedaan bij de autoriteiten van het land van herkomst. Dit voorstel is daarna doorgestuurd aan het Europees Parlement en aan de Raad van ministers van de lidstaten. Die twee kunnen allebei
amendementen inbrengen. Die voegen ze samen tot een verordening van de Raad en het Parlement, die vervolgens in de hele EU zal gelden.
De Europese Raad spreekt nog over het voorstel en het is nog niet openbaar. Wel is duidelijk dat de Raad terughoudender is.3
Alleen als een ambtenaar heeft vastgesteld dat er aan een document iets niet klopt, mag hij navraag doen bij de autoriteiten die het hebben afgegeven Het Europees Parlement heeft begin 2014 een standpunt ingenomen.2 Het EP gaat nog verder dan de commissie. Zo worden ook schooldiploma’s vrijgesteld van legalisatie. Alleen als een ambtenaar heeft vastgesteld dat er aan een document iets niet klopt, mag hij navraag doen bij de autoriteiten die het hebben afgegeven.
Een zorgpunt is dat de verordening fraude gemakkelijker zou kunnen maken. De Raad vindt dat alleen akten van de burgerlijke stand onder de verordening moeten vallen. Nederland vindt dat de verordening niet te veel moet kosten en niet tot meer fraude mag leiden.4
1 Com (2013) 228 2 http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P7-TA-2014-0054+0+DOC+XML+V0//NL 3 http://www.europa-nu.nl/9353000/1/j4nvgs5kjg27kof_j9vvj9idsj04xr6/vjs36qjrjmze/f=/6812_15.pdf; 4 Kst 32317, 272
+31 (0)541 62 70 62 •
[email protected] • www.jccsoftware.nl
B&R
27
Algemeen
Serious Ambtenaar 5 geweldige uitdaging voor NVVB
Tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Sint-Joris Doele in Schiedam werd op 1 juli officieel bekendgemaakt dat de Nederlandse Vereniging Voor Burgerzaken de geweldige uitdaging Serious Ambtenaar 2015 aangaat. De NVVB neemt het stokje over van de gemeente Schiedam die dankzij een geweldige inzet van een leger vrijwilligers en heel veel opdrachtgevers ruim 750.000 euro bijeen wist te brengen voor Hands off our girls en daarmee tevens in het Glazen Huis in Haarlem de cheque met het grootste bedrag kon overhandigen aan Serious Request 2014. Voorzitter Simon Rijsdijk en directeur Arthur Dallau deelden mee de uitdaging voor de vijfde editie van Serious Ambtenaar graag aan te gaan en zich met een breed kernteam en in samenwerking met veel anderen in te zetten voor The Next Generation in oorlogsgebieden. Klaas Schipper, journalist
‘D
ank voor de opdracht, we zijn zeer vereerd en we gaan graag voor dit prachtig mooie doel. Het wordt een kwestie van oppakken, aanpakken en doorpakken’, luidde de eerste reactie van Arthur Dallau nadat projectleider Schiedam Arzu Catakli het bij Serious Ambtenaar horende beeldje, voorstellende mensen die elkaar oppakken en optillen, aan Simon Rijsdijk overhandigd had. Cynthia van der Heyden van het Rode Kruis gaf eerst een terugblik op de oprichting van Serious Ambtenaar, het concept dat fantastisch aansloeg en al vier jaar een geweldig resultaat opleverde. Zij zette ook het doel uiteen voor 2015: de generatie van de toekomst in de grootste oorlogs- en conflictgebieden ter wereld zoals bijvoorbeeld Syrië en ZuidSoedan. ‘Alleen al in Syrië hebben ruim 12 miljoen mensen hulp nodig, van wie
28
B&R
6,2 miljoen kinderen. In gebieden die geteisterd worden door conflicten kunnen bijna 50 miljoen kinderen en jongeren niet of onregelmatig naar school of een beroepsopleiding volgen. Deze kinderen lopen een enorme achterstand op. Ze missen een mooie, belangrijke fase van het leven. Daarbij kan het Rode Kruis hulp bieden. Noodhulp als voedsel, water, medische zorg en onderdak. Maar we willen jongeren ook zoveel mogelijk perspectief op een betere toekomst geven. We willen scholing bieden, beroepstrainingen verzorgen en psychische hulp bieden. Het gaat om een breed hulppakket dat ook heel belangrijk is voor de traumaverwerking’, aldus Cynthia van der Heyden. Dit zeer aansprekende doel wordt door de NVVB graag omarmd. Simon Rijsdijk: ‘Ik word er enorm warm
van. Wat voor toekomst hebben deze kinderen zonder hulp? Het leven staat er niet stil. We gaan ervoor’.
Geschiedenis Het spreekt vanzelf dat er in de Sint-Joris Doele ook nog een stukje geschiedenis van Serious Ambtenaar 4 onder de aandacht werd gebracht. Dit gebeurde zowel door gemeentesecretaris Jan van Ginkel als door projectleider Arzu Catakli. Volgens Van Ginkel doet een serious ambtenaar wat nodig is, vanuit de grond van zijn hart waarbij hij al zijn voelsprieten uitzet. ‘Wij mochten het organiseren, al die vrijwilligers pakten het op. Het was met elkaar zoeken wat op dat moment goed was om te doen. Daardoor ontstond een tsunami aan dynamiek’, Van Ginkel gaf nog het advies mee om tevoren niet al te veel op papier te zetten. Het gaat erom
zoveel mogelijk vrijwilligers en opdrachtgevers over de streep te trekken. Er kon, aldus Arzu Catakli, worden gewerkt met ambassadeurs uit het hele land. In Schiedam zelf was er sprake van veel enthousiasme en veel sponsoren, waardoor er budgetloos kon worden georganiseerd. Er werden bijzondere opdrachten voor innovatie en samenwerking uitgevoerd en Schiedam kreeg zelfs een eigen Glazen Huis. Belangrijk advies van Schiedam dat ook de eerdere edities van Serious Ambtenaar als Jonge Ambtenaren van het Jaar, Slimmernetwerk en DisGover er zeer bewust bij betrok: het is belangrijk met minder strakke regels te werken waardoor projecten snel te realiseren zijn. Er werd gewerkt met een gepassioneerd team – het kreeg op 1 juli door de NVVB bloemen aangeboden – en de media verleenden eveneens alle medewerking.
Breed De NVVB gaat uit van een klein doch breed samengesteld kernteam van negen personen samengesteld, onder wie ook medewerkers van ICTU, maar kiest ook voor een brede opzet. ‘We willen de bewegingen wat groter maken en ons niet alleen beperken tot Serious Ambtenaar, maar daar ook Serious Student en Serious Society aan toevoegen. Universiteiten en jongeren erbij betrekken en de hele samenleving. Het gaat immers om mensen die elkaar helpen en steunen’, zette Dallau uiteen. De thema’s – eveneens breed qua opzet – zijn: vakmanschap, leiderschap, mobiliteit, dienstverlening en informatiemanagement, partnerships, innovatie en collectivisering. In de weken voor de bekendmaking is al nauw samengewerkt met andere organisaties om deze
B&R
29
Fotograaf: Sanne van der Most
Dagvoorzitter Hans Cordfunke (directeur BECIS) spreekt van een ‘grand depart’.
Officiële overhandiging van de organisatie van Serious Ambtenaar door Arzu Catakli (gemeente Schiedam) aan Simon Rijsdijk (NVVB)
forse opgave optimaal voor te bereiden. Onder andere met informatiespecialist BECIS waarvan directeur Hans Cordfunke bij de aftrap de hoop uitsprak dat de opbrengst van Serious Ambtenaar 2015, in lijn met voorgaande jaren, een verdubbeling van het bedrag van 2014 zal opleveren. Hij sprak in zijn welkomstwoord van een grand départ voor Serious Ambtenaar 5, ‘ gelet op het doel een mooiere grand départ dan van de Tour de France’. Naast BECIS hebben ook FUTUR, IKPOB, A+Ofonds Gemeenten, Ambtenaar 2.0, Wij zijn kantelaars, de Vereniging voor OverheidsManagement, Ynnovate, Jonge Ambtenaren Almere ’15, LCB2015, de Erasmus Universiteit en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hun medewerking toegezegd.
30
B&R
Robin de Raad, Suzanne Hooijberg (BECIS) en Arthur Dallau (NVVB) maken onderdeel uit van het nieuwe kernteam SA5.
Aanpak Arthur Dallau zette uiteraard ook de aanpak uiteen. Het goede doel van het Rode Kruis wordt gespiegeld naar Nederland waarbij de scope zal liggen op publiek, privaat, wetenschap en verenigingen. Het SA5-netwerk wordt georganiseerd door een netwerk met een klein kernteam. Er zal een intensieve relatie worden onderhouden met het Rode Kruis, 3FM waarvan Ben Houdijk ook bij de aftrap aanwezig was en met Heerlen, de stad die dit jaar het Glazen Huis krijgt. Er wordt uitgegaan van een kostenneutrale organisatie, stelde Arthur Dallau, en er zullen sponsoren en business partners worden benaderd voor de benodigde financiën. Er wordt duidelijk gemikt op de inzet van jongeren, WAjongeren en WAouderen. In
september en november worden er inspiratiebijeenkomsten georganiseerd. Dallau deed ook nog de toezegging dat de best presterende ambassadeurs in december meegaan naar het Glazen Huis in Heerlen. Er wordt gewerkt met één website en één matchingsportal en er wordt gestuurd op kwaliteit, snelheid en financiën. Ook wordt in dit lustrumjaar een boek uitgegeven over vijf jaar Serious Ambtenaar.
Uitdaging De NVVB zou de NVVB natuurlijk niet zijn, als er geen uitdaging in dit bijzondere project gestopt zou worden. ‘We dagen serious ambassadeurs uit om twee opdrachten en/of tien vrijwilligers te leveren. Tevens dagen we serious organisaties uit om een opdracht, tien vrijwil-
Cynthia van der Heyden (Rode Kruis) blikte terug op 2015 een kijkt vooruit naar het thema van 2015.
ligers en een nieuwe opdrachtgever te leveren’, aldus Arthur Dallau die, gelet op het goede doel, zijn bijdrage vergezeld liet gaan van de oproep ‘let’s make them happy’ . Simon Rijsdijk die tot slot van de bijeenkomst een inspiratiesessie Host-
manship verzorgde, stelde dat Serious Ambtenaar eigenlijk ‘één bak vol hostmanship’ is. Het enthousiasme spatte er tijdens de overdrachtsbijeenkomst vanaf en er wordt nu op korte termijn met volle inzet gezocht naar opdrachtgevers
Arthur Dallau: ‘Het wordt een kwestie van oppakken, aanpakken en doorpakken’
die een adviesopdracht indienen binnen één van de zeven thema’s. Een team van acht tot tien ambtenaren en professionals gaat met die opdracht aan de slag in ruil voor een donatie van 5000 euro aan Serious Ambtenaar. Van vrijwilligers (ambtenaren en professionals) wordt gevraagd twee dagen in eigen tijd te werken aan het oplossen van de verstrekte opdrachten. Daarbij is sprake van een win win situatie omdat er enerzijds wordt bijgedragen aan het goede doel en anderzijds kennis gedeeld, genetwerkt en samengewerkt wordt met collega’s uit andere vakgebieden. De NVVB gaat ervoor, dat is duidelijk!
B&R
31
Dienstverlening & Innovatie
Dienstverlening bouwen via digitalisering Jan Westmaas, burgemeester van de gemeente Meppel, ging op 12 juni in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Commissie Dienstverlening en Informatiebeleid van de VNG in gesprek met NVVB-directeur Arthur Dallau. Natuurlijk werd er in het markante uit 2005 daterende stadhuis met een breedte van 15 meter en een lengte van 125 meter terloops ook gesproken over Meppel, waar behalve bijna 33.000 inwoners Foto: Toos Heinen
ook 450 paren ooievaars verblijven. Maar het ging toch vooral over dienstverlening bouwen via digitalisering. Klaas Schipper, journalist
Jan Westmaas: ‘We blijven zaken op termijn nog wel lokaal doen, maar de verwerking gebeurt dan misschien op vijf plekken. Hoeveel dingen doen we hier nu specifiek voor de gemeente Meppel? Weinig gemeenten hebben iets unieks, misschien 20 procent. We doen eigenlijk alles wat op basis van landelijke wetgeving gebeurt. Daar moeten we wel degelijk rekening mee houden. De toekomst zit in jezelf, wij maken de toekomst. Die moeten we dus zelf creëren.
J
uist voor de komst van Arthur Dallau bleek mr. J.C. Westmaas (CDA) in gesprek geweest te zijn met drs. Henk Duinkerken van Doorbraak in dienstverlening. ‘Een uitstekende kraamkamer voor digitale dienstverleningsconcepten’, aldus Jan Westmaas, ‘en nu wordt de verbinding gemaakt met de VNG en de NVVB. We hebben veel in te halen qua dienstverlening. Gezamenlijk gaan wij dienstverlening bouwen via digitalisering. Een must. Mensen die er in de praktijk mee werken, moeten beter gezegd kunnen, ervoor zorgen dat het bestuur het belangrijk gaat vinden.’ Westmaas zegt verheugd te zijn over de uitkomst van de ALV van de VNG om aan kansrijke projecten waaraan behoefte is ondersteuning te bieden vanuit de
32
B&R
financiële ruimte van de Digitale Agenda 2020. Er zijn nu vijf projecten gekozen.
Inhaalslag Jan Westmaas is blij dat een sub commissie van de VNG die zich met digitale dienstverlening bezig hield in 2014 transformeerde in de Commissie Dienstverlening en Informatiebeleid. Het gaat om een inhaalslag. ‘Die subcommissie hield zich met tal van zaken bezig, ook met personeninformatie. Het was een goed besluit om die naar een hoger platform te verheffen, een commissie die gevraagd en ongevraagd advies geeft. Neem alleen de Omgevingswet die eraan komt, waarbij je van 25 wetten naar één wet gaat. Een heel proces, waarbij de implementatie gelijk goed moet zijn. Je kunt dan niet automatiseren zoals je wilt.
Een aantal uitgangspunten is leidend bij de totstandkoming van de wetgeving en daarbij moet je dan wel over de juiste programmatuur beschikken. Daar zijn we sturend in. Er is veel ervaring opgedaan bij de drie decentralisaties. Degenen die ermee moeten werken, blijken niet altijd over de juiste tools te beschikken. En dat moet je dan met Living Labs oplossen.’ Als Arthur Dallau stelt dat er dus duidelijk voor een andere insteek gekozen is, merkt Jan Westmaas op: ‘Ja, zeker waar het de uitvoering betreft. Alle goede ideeën ontstaan op een zolderkamer of in de garage. Zo groeit er dan iets en ben je bezig met de praktijk. In de commissie is veel praktijk binnengehaald. In principe kan alles, denk mee en als het goed is, gaat het naar het hele land. Eerst met koplopers en daarna uitbreiden.
Bestuurlijk moet ingezien worden dat digitalisering belangrijk is.’
Apparatuur Er komen over en weer voorbeelden van nut en noodzaak van digitalisering. Jan Westmaas noemt geboorteaangifte. ‘Een vader komt met een briefje van de vroedvrouw een kind aangeven. Dat vertrouwen we blindelings. Maar zeker weet je het niet. Digitaal werkt veel beter, maar ook dan moet je wel over de juiste apparatuur beschikken’, zegt hij. Arthur Dallau wijst op identiteitsfraude en stelt dat het voor iedere burger belangrijk is dat zijn ware identiteit gebruikt kan worden. Die stelling brengt Jan Westmaas tot de uitspraak: ‘Wij kunnen als overheid niet garanderen dat alles goed gaat voor de samenleving. We zijn
feilbaar, dat is gewoon een gegeven. Het moet natuurlijk wel zo zijn dat je als klant goed geholpen wordt, niet alleen in winkels maar ook door de overheid. We hebben veel cursussen georganiseerd om ambtenaren te laten begrijpen hoe ze met mensen om moeten gaan. We verwachten dat iemand binnen 24 uur antwoord op een vraag krijgt. Voor het klantencontactcentrum geldt dat er gelijk gemeld wordt dat er een vraag of verzoek ontvangen is. In het kader van dienstverlening geldt hier in Meppel, waar dienstverlening in de collegeperiode 2010-2014 een project werd, ook, dat als er een klacht over de publieke ruimte is, we die gelijk oplossen. Vakmanschap is heel belangrijk, ook in de toekomst. Hoe makkelijk is het niet dat je met een telefoon foto’s kunt maken.’
Afstemming Arthur Dallau merkt op dat er ook binnen de VNG teruggegaan wordt naar de basis. De aanpak richt zich op projecten waarvan de gemeenten aangeven dat ze beter of bij voorkeur gezamenlijk opgepakt kunnen worden. ‘Hoe kijk je nu naar hetgeen gebruikt wordt via netwerken en instanties?’, vraagt hij aan Jan Westmaas. ‘We moeten veel meer tot afstemming komen. Iedereen doet vaak nu nog zijn eigen dingetje. Neem Economische Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maar we moeten gezamenlijk iets doen en gezamenlijk iets oplossen. Gezamenlijk zit ook in het afstemmen van projecten. Bas Eenhoorn is eigenlijk voor iedereen de Digicommissaris. We moeten snelheid maken maar ook overheidsbreed gelijke snelheid houden. Onze commissie is een
B&R
33
Algemeen
Woonde de ander er wel of niet? Burger X ontvangt in 2011 een besluit van de Belastingdienst dat hij de ontvangen huurtoeslag over 2008, 2684 euro, moet terugbetalen.
Jurisprudentie
De reden is dat in 2008 op het adres in Enschede van X nog een andere persoon, Y, stond ingeschreven en dat telt mee voor de huurtoeslag. X stelt dat deze inschrijving onjuist was, maar de Belastingdienst baseert zich op de GBA en verklaart het bezwaar ongegrond. X gaat in beroep bij de rechtbank Amsterdam.1
‘Wij kunnen als overheid niet garanderen dat alles goed gaat voor de samenleving. We zijn feilbaar, dat is gewoon een gegeven. Het moet natuurlijk wel zo zijn dat je als klant goed geholpen wordt, niet alleen in winkels maar ook door de overheid’, aldus burgemeester Westmaas. combinatie van beroepsverenigingen, griffies, gemeentesecretarissen, de NVVB en bestuurders. Het onderwerp is niet alleen een bestuurlijke aangelegenheid maar een gezamenlijke uitdaging. We moeten echt een voorloper worden’, stelt hij klip en klaar. Hij merkt op dat burgers niet voor alles naar een stadhuis of stadskantoor hoeven te komen. ‘In principe moet alles via internet kunnen. Komt iemand er niet uit, dan kan hij het klantencontactcentrum bellen. En als het dan nog niet lukt, kan hij een afspraak maken. Klantencontacten face tot face zullen voor een bepaalde groep altijd nodig blijven. Ik zie in de toekomst ook fysiek geen loketten meer. Het werk wordt voor iedereen interessanter door digitalisering ‘, vindt Jan Westmaas.
heel belangrijk. Neem de gezamenlijke inkoop van telefonie. Daarmee kunnen we als gemeenten miljoenen besparen. Dat geldt ook bij alle programmatuur. We betalen miljoenen aan licenties. We moeten gewoon gezamenlijk opdrachten geven, waarbij wat we voor ons werk nodig hebben het uitgangspunt is.
34
B&R
de inschrijving van Y op X’s adres onjuist was. Enschede weigert dit, ook in bezwaar. X gaat in beroep bij de rechtbank Oost-Nederland.
voor de lokale democratie heeft, brengt Jan Westmaas tot de uitspraak: ‘We blijven zaken op termijn nog wel lokaal doen, maar de verwerking gebeurt dan misschien op vijf plekken. Hoeveel dingen doen we hier nu specifiek voor de gemeente Meppel? Weinig gemeenten hebben iets unieks, misschien 20 procent.
Die verwijst de zaak naar de rechtbank Amsterdam.2 De rechtbank behandelt de beide beroepen gelijktijdig. Hans Tomson, adviesbureau NVVB
Uitspraak rechtbank3
‘We moeten voorloper worden bij digitalisering’
Houding Over de vraag van Arthur Dallau of ambtenaren Burgerzaken in de toekomst ook andere vaardigheden nodig hebben en meer dan een mbo-plus opleiding, hoeft Jan Westmaas niet lang na te denken. ‘Vakmanschap en kennis van zaken blijven nodig, maar daarbij gaat het niet per definitie om een hogere opleiding. Het zijn al specialisten, je kunt wel de vaardigheden versterken. Het is mijns inziens meer een kwestie van houding en gedrag. Met digitalisering kun je veel meer dan je nu kunt. Ik ben nooit tevreden. Alle gemeenten moeten aangesloten zijn op de Generieke Digitale Infrastructuur. Daar moet de Digicommissaris op hameren. Samenwerking en afstemming zijn
Ook vraagt X de gemeente Enschede om in de GBA op te nemen dat
In de GBA-zaak: X heeft wel aannemelijk gemaakt dat Y niet op het adres woonde. Maar aannemelijk is niet genoeg. Om de aantekening ‘onjuist’ te plaatsen, is er vereist dat onomstotelijk vaststaat dat een gegeven onjuist is. De bewijslast hiervoor ligt bij X. Maar X kon dit niet bewijzen en daarom is het beroep dus ongegrond. Maar: ‘De gevolgen voor X zijn echter niet zo onvriendelijk als het lijkt nu de rechtbank vandaag ook uitspraak doet’. In de belastingzaak4 oordeelt de rechtbank dat aannemelijk is dat Y niet op het adres woonde. Daarom mocht de Belastingdienst niet afgaan op de GBA-gegevens. Dus is dit beroep gegrond en hoeft X niet terug te betalen.
Hoger beroep, tussenuitspraak Daar gaat het om.’ Arthur Dallau: ‘Samenwerking in de breedste zin van het woord dus, privaat, publiek, wetenschap, bedrijfsleven.’ Jan Westmaas stelt dat het heel nuttig is om over de grenzen te kijken. ‘Bij banken zijn ze veel verder als het om bescherming van privacy gaat. Het is nuttig daar ook je licht eens op te steken. We moeten vooral niet te eng denken op het gebied van digitalisering.’
Unieks De stelling van Arthur Dallau dat een verdergaande digitalisering gevolgen
We doen eigenlijk alles wat op basis van landelijke wetgeving gebeurt. Daar moeten we wel degelijk rekening mee houden. De toekomst zit in jezelf, wij maken de toekomst . Die moeten we dus zelf creëren.’ Westmaas prijst tot slot de samenwerking met de NVVB en de kwaliteit van het congres. ‘De goede boodschap van voorzitter Simon Rijsdijk om vooral samen te werken, mee te doen aan digitalisering en ervoor te zorgen dat er nog meer van vakmanschap gevraagd wordt, was me uit het hart gegrepen’, besluit hij.
X gaat in hoger beroep in de GBA-zaak. De Afdeling gaat dieper in op het onderzoek dat Enschede heeft ingesteld.5 Y stond op het adres ingeschreven van juni 2004 tot mei 2006. Na een melding van een andere bewoner dat hij er niet woonde, heeft de gemeente een adresonderzoek ingesteld en Y uitgeschreven van het adres, met onbekend adres. Op 13 februari 2007 is Y opnieuw op dit adres ingeschreven. In
juli 2009 heeft X gemeld dat Y er niet woonde. De gemeente stelde onderzoek in. Feitelijk onderzoek bleef achterwege omdat Y conform zijn verhuisaangifte op een ander adres werd opgenomen. In 2012 verzocht X om de aantekening ‘onjuist’ te plaatsen bij deze inschrijving van Y. Hij legt vier verklaringen over, van zichzelf en van drie toenmalige medebewoners, met als inhoud dat Y nooit op het adres heeft gewoond. De gemeente doet onderzoek en neemt contact op met Y en de eigenaar van het pand, die beiden verklaren dat Y wel op het adres woonde. Daarom wordt het verzoek afgewezen. De Afdeling vindt dat dit onderzoek onvoldoende was: omdat Y tweemaal is uitgeschreven van het adres was er gerede twijfel aan de juistheid van de inschrijving van Y in 2007 op het adres.
Gemeente moet beter onderzoeken De Afdeling geeft dan een algemene aanwijzing. Het gaat hier niet om een correctieverzoek van de ingeschrevene zelf, maar van een derde om het plaatsen van een aantekening bij gegevens van een ander. Indien de verzoeker gemotiveerd concrete
1 Kennelijk woonde X toen in Amsterdam. 2 Omdat bij de rechtbank Amsterdam de procedure tegen de Belastingdienst al aanhangig was. 3 Rechtbank Amsterdam, 24 september 2013, zaaknummer AMS 12/5201, ECLI: NL: RBAMS:2013:6141 4 Rechtbank Amsterdam, 24 september 2013, zaaknummer AMS 13/727, ECLI: NL: RBAMS:2013:6144 5 Raad van State, 4 juni 2014, zaaknummer 201310041/1/A3, ECLI: NL:RVS:2014:2014
B&R
35
aanknopingspunten heeft aangedragen die gerede twijfel zaaien met betrekking tot de inschrijving, wat hier het geval is, dient het college de juistheid van de inschrijving te onderzoeken, aangezien de verzoeker, die met de gevolgen van een inschrijving van een ander op zijn adres wordt geconfronteerd, in beginsel niet over de noodzakelijke gegevens beschikt of kan beschikken om zo onomstotelijk de onjuistheid van die inschrijving aan te tonen. Vervolgens somt de Afdeling op hoe de gemeente had moeten onderzoeken: ■ horen van de eigenaar en een verslag van het gesprek, met informatie welke kamer Y had bewoond, of er een huurcontract was, hoeveel huur Y betaalde, waarom Y zich tweemaal heeft laten uitschrijven; ■ onderzoeken of Y belang had bij de bewering op het adres te wonen; ■ bewijsstukken vragen, zoals aan Y gerichte correspondentie, bankafschriften en huurbetalingen. De Afdeling draagt de gemeente op dit onderzoek alsnog te verrichten binnen dertien weken.
Vervolg De gemeente hoort nogmaals Y en de eigenaar. Ook informeert zij bij de Belastingdienst naar de inkomsten uit verhuur van de eigenaar. De conclusie van het college: ‘Naar het oordeel van het college kan niet onomstotelijk worden vastgesteld dat Y tussen 2007 en 2009 feitelijk een kamer in het pand heef bewoond. Ten tijde van de inschrijving van Y hoefde niet te worden getwijfeld aan de juistheid van de aangifte en heeft de inschrijving op grond van de toen beschikbare gegevens op juiste wijze plaatsgevonden.’
Kritiek op het onderzoek De Afdeling heeft kritiek op dit onderzoek6: ‘(...) dat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht,(...) gelet op het onder 3.1 overwogene in de tussenuitspraak. Zo heeft het college Y niet gevraagd bewijsstukken over te leggen, zoals een huurovereenkomst en aan hem gerichte correspondentie, waaruit zou blijken dat hij op het adres woonachtig is geweest. Evenmin heeft het college onderzocht waarom Y zich tweemaal van het adres heeft laten uitschrijven nadat bewoners van het pand bij de gemeente hadden gemeld dat Y niet op het adres woonachtig was. X betoogt evenzeer terecht dat de nadere verklaringen van de eigenaar en Y elkaar tegenspreken. Bovendien zijn de verklaringen innerlijk tegenstrijdig. De eigenaar heeft verklaard dat Y de kleinste kamer op de eerste verdieping van de woning huurde, terwijl Y heeft verklaard op de tweede verdieping te hebben gewoond. Uit de eerder overgelegde plattegrond blijkt echter dat de kleine kamer op de eerste verdieping door Y werd gehuurd. Het had op de weg van het college gelegen hier op door te vragen. Dit geldt evenzeer met betrekking tot het door de eigenaar verklaarde dat hij destijds
36
B&R
vier kamers verhuurde, waarvan drie aan Duitse studenten en één aan Y, terwijl hij daarvoor verklaarde dat X een van de huurders was. Y daarentegen heeft verklaard dat er slechts drie personen in de woning woonden. Naast hemzelf waren dat X en een persoon waarvan hij zich de naam niet meer kan herinneren. Voorts heeft Y verklaard zich op 18 juni 2004 te hebben ingeschreven op het adres en daar nooit te zijn weggeweest, terwijl vaststaat dat hij op 24 mei 2006 van het adres is uitgeschreven en hij zich daarna opnieuw heeft laten inschrijven. Tot slot heeft Y verklaard dat hij veel weg was. Hij was dan vaak bij zijn vriendin of sliep bij vrienden dan wel op straat. Uit de brief van 1 september 2014 blijkt verder dat uit de informatie van de Belastingdienst niet kan worden nagegaan of de verklaringen van Y en de eigenaar aangaande de huurperioden en de huurbedragen juist zijn, aangezien de eigenaar de woning heeft opgegeven in box 3 met een fictieve rendementsheffing. De conclusie is dat geen bevestiging van de juistheid van de inschrijving van Y op het adres is verkregen. Nu de gerede twijfel over de juistheid van de inschrijving is blijven bestaan, heeft het college zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat het van de juistheid van de aangifte van Y mocht uitgaan en dat de inschrijving op de juiste wijze heeft plaatsgevonden.’
De rol van de GBA, nu BRP, als basisregistratie wordt steeds belangrijker
En dan de slotconclusie: ‘Ingevolge artikel 2.26 van de Wet basisregistratie personen, die op 6 januari 2014 ter vervanging van de Wet GBA in werking is getreden, wordt een aantekening geplaatst omtrent een onderzoek naar de juistheid van een opgenomen algemeen gegeven bij het desbetreffende gegeven. De Afdeling zal het college opdragen een dergelijke aantekening te plaatsen bij de inschrijving van Y op 13 februari 2007, inhoudende dat na onderzoek gerede twijfel over de juistheid van het gegeven bestaat.’
Toelichting Deze procedures zijn begonnen vóór 2014, toen de Wet GBA nog van kracht was. Daarom worden de ‘oude’ wetsartikelen nog genoemd. De rol van de GBA, nu BRP, als basisregistratie wordt steeds belangrijker. Andere bestuursorganen moeten de authentieke
gegevens gebruiken, tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie, zie artikel 1.7, tweede lid Wet BRP. Inschrijving van een derde op een woonadres kan vervelende gevolgen hebben voor de ingeschrevene. Het terugvorderen van de woonkostentoeslag is hiervan een bekend voorbeeld. Helaas gebeurt dit pas jaren later. De gedupeerde zal dan de gemeente verzoeken de BRP-gegevens aan te passen. Lange tijd stuurden wij deze burger het bos in. Het correctierecht was er alleen voor de gegevens van de ingeschrevene zelf. In 2008 besliste de rechtbank Rotterdam anders en de Raad van State deelde deze benadering.7 Een verzoek van een derde, A, om een adresgegeven op de persoonslijst van B op grond van artikel 54 Wet GBA onjuist te verklaren, moest de gemeente wel degelijk in behandeling nemen en onderzoeken. De bewijslast dat onomstotelijk vaststaat dat een gegeven onjuist was, rustte wel op A. A moest dus bewijzen dat B nooit op het adres had gewoond.
In deze uitspraken komt de Afdeling de bonafide burger verder tegemoet. Dat is mooi. Het betekent echter wel dat de gemeente een zwaardere onderzoeksplicht krijgt. Gelet op de beperkte onderzoekcapaciteit zal dat niet gemakkelijk zijn. De positie van de gemeente is hierbij niet zo sterk, want medebewoners en de verhuurders zijn namelijk niet verplicht om informatie te verstrekken in het kader van een onderzoek naar de juistheid van een inschrijving van een derde.8 De eindconclusie is wat cryptisch geformuleerd. Maar, gelet op de verwijzing naar artikel 2.26 Wet BRP, zal de gemeente de aantekening ‘onjuist’ moeten opnemen op de PL van Y. Wat betekent dit? ‘Herleeft’ het vorige adres van Y weer als zijn woonadres? Dit kan gevolgen hebben voor de andere ingeschrevene(n) op dat adres. Als uit het onderzoek is gebleken dat Y zijn vorige woonadres nooit heeft verlaten, is dat terecht. Als Y toch wel was verhuisd, lijkt standaardwaarde (puntadres) de oplossing.
6 Raad van State, 15 oktober 2014, zaaknummer 201310041/2/A3, ECLI: NL:RVS:2014:3685 7 Raad van State , 1 maart 2009, zaaknummer 200805067/1. Door mij besproken in ‘Rechter opent achterdeur in GBA’, B&R 2009, nr. 6/7, pagina 240,. 8 De burger die aangifte doet of al is ingeschreven op een adres, is wel verplicht inlichtingen te verstrekken en ook geschriften over te leggen, maar dat geldt voor hemzelf, 2.45 en 2.47, en voor zijn kinderen, 2.48 Wet BRP.
B&R
37
Dienstverlening & Innovatie
Digitale dienstverlening in 2017: kanalenstrategie met verleiding als uitgangs punt Publieke dienstverlening is er om burgers en ondernemers te helpen. Het is in hun belang dat de dienstverleningskanalen (zoals telefoon, balie, website) gebruikersvriendelijk zijn ingericht. Van een gemeentelijke organisatie vergt dit inleving in de behoeften van burgers. Het hanteren van dit gebruikersperspectief is ook profijtelijk voor gemeenten zelf, want het levert meer kostenefficiëntie op door minder onnodige herhaalcontacten en minder klachten. Het programma Digitaal 2017 is een beleidsprogramma dat onder andere het digitale kanaal bevordert en verder praktische adviezen geeft om de online-dienstverlening gebruikersvriendelijk in te richten. En het organiseert bijeenkomsten voor professionals die aan meer digitaal gebruiksgemak vormgeven. Frank Faber, Ministerie van BZK
H
et doel van het programma Digitaal 2017 is dat burgers en bedrijven uiterlijk in 2017 de mogelijkheid hebben om zaken met de overheid – die eerder op papier plaatsvonden – digitaal af te handelen (regeerakkoord). Nu is elektronisch berichtenverkeer met de overheid alleen mogelijk als een overheidsorganisatie zich daarvoor openstelt. Door een wijziging in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt digitale openstelling de regel. Het meest basale – digitale – niveau is dan het downloaden van een formulier in pdf dat wordt ingevuld, gescand en vervolgens per e-mail verzonden. Het digitale verkeer wordt beter bevorderd als gemeenten webformulieren gebruiken waarin functionaliteiten ingebouwd zijn, zoals invoercontrole, vooringevulde vel-
den, identificatie, intelligentie waarmee vragen die niet van toepassing zijn worden overgeslagen, betaalvoorzieningen of rekenhulpen. Dat is niet altijd in volle omvang nodig of financieel haalbaar. Om het belang van digitale afwikkeling te ondersteunen, is het ‘digitaal, tenzij …’-beginsel geformuleerd. Dit betekent zaken digitaal afhandelen tenzij er een reden is om dit niet te doen. Bijvoorbeeld als persoonlijk contact beter werkt (een gemeente wil graag een ondernemer ontmoeten) of als het bedrijfseconomisch niet verantwoord is om DigiD in te richten voor een bepaalde dienst. De doorontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur biedt veel mogelijkheden om de digitale dienstverlening te verbeteren. Hierop gaat dit artikel niet in.
Multichannel Digitaal 2017 past in een maatschappij met een toenemend digitaal verkeer. De overheid kan niet achterblijven in een wereld waarin burgers steeds meer digitaal doen (hotel boeken, boek kopen, internetbankieren). Ook persoonlijk contact – via balie en telefoon – blijft essentieel voor een effectieve interactie tussen de overheid en digi-onvaardige burgers, maar evengoed in sommige gevallen voor hen die wel vaardig zijn maar andere kanalen willen blijven gebruiken. Zo blijken de inwoners van Amsterdam ‘“bewuste kanaalkiezers”, die afwegen welk kanaal ze gebruiken om met de gemeente te communiceren gezien hun vraag of situatie’1. Minister Plasterk heeft ook uitgesproken dat het uiteindelijk om de dienstverlening aan burgers gaat (‘alles digitaal aanbieden, zo veel
1 De kanalen van Amsterdam, Universiteit Twente, Center for e-Government Studies, 4 juni 2014, p. 54.
38
B&R
mogelijk digitaal uitvoeren, maar het gaat uiteindelijk om service aan de burger’). Profijt, gemak en vertrouwen zijn de belangrijkste factoren die burgers ertoe aanzetten gebruik te maken van de digitale diensten van de (e-)overheid. Deze factoren bieden de sleutel om burgers te verleiden meer van het digitale kanaal gebruik te maken. Bestaande voorkeuren voor telefoon en balie zijn geen statisch gegeven. Bovendien zijn ze productafhankelijk. Een verleidingsstrategie is de meest aangewezen weg om het gebruik van digitale dienstverlening te bevorderen en deze niet alleen beter maar ook kostenefficiënter te maken (minder onnodig herhaalverkeer, minder klachten). Daarvoor is kennis van het gebruikersperspectief nodig en van daaruit kan bij de voorkeuren van burgers worden aangesloten. Het gebruikersperspectief tot uitgangspunt nemen voor digitale dienstver-
leningsprocessen betekent onder andere dat gemeentelijke websites toegankelijk en gebruikersvriendelijk dienen te zijn.
Toegankelijkheid van websites Om de toegankelijkheid van digitale dienstverlening voor mensen met een functiebeperking te bevorderen (maar ook om meer algemeen voor een site te zorgen die in alle browsers werkt en door zoekmachines gevonden wordt), moeten alle overheidswebsites voldoen aan de open standaard van 38 webrichtlijnen. Overheden moeten deze webrichtlijnen toepassen, en alleen bij ‘redenen van bijzonder gewicht’ hoeven ze een of meer elementen niet toe te passen, op voorwaarde dat ze de reden gemotiveerd toelichten op de website. Ongeveer de helft van de overheden had in mei 2015 aantoonbaar voldaan aan dit beleid. Om overheden te ondersteunen is een monitor ontwikkeld
die websites toetst op 17 automatisch te meten webrichtlijnen (www.gewoontoegankelijk.nl). In het toepassingskader vindt u veelgebruikte oplossingen voor veelvoorkomende fouten, zoals slordigheden in de html en verkeerd gebruik van kleur. Minister Plasterk heeft aangekondigd een wettelijke regeling voor toegankelijke overheidswebsites medio 2016 aan de Tweede Kamer aan te bieden. Maar ook als de toegankelijkheid goed geregeld is, blijft een deel van de burgers niet digivaardig. Zij kunnen terecht op het Digitaal Hulpplein (https://digitaalhulpplein.nl/) of via telefoonnummer 0800 - 023 4444. Soms zijn burgers uit deze groep ook onvoldoende taalvaardig. Voor hen wordt het extra moeilijk. Maar voor alle burgers geldt dat meer gebruikersvriendelijkheid van websites het gebruik ervan verhoogt.
B&R
39
Gebruikersvriendelijkheid Gebruikersvriendelijkheid ontstaat door de vindbaarheid op websites te vergroten (bijvoorbeeld via ‘toptaken’) of beter aan te sluiten bij het zoekgedrag en de voorkeuren van gebruikers. Dat laatste kan door het toepassen van een grote variëteit aan usability tests. Ook de kwaliteit van formulieren helpt. Om gemeenten te ondersteunen met slimme webformulieren en het gebruik van digitale dienstverlening te bevorderen zijn – door BZK, KING en NVVB – standaard-e-formulieren geactualiseerd op basis van goede praktijkvoorbeelden van vooroplopende gemeenten. Uiterlijk in de tweede helft van 2015 komen ze beschikbaar voor gemeenten (vaak via hun ICT-leveranciers). De overzichtelijkheid wordt bevorderd door formulieren zo mogelijk te beperken tot één scherm (one-page checkout). Een verleidelijke benadering is het ontwikkelen van responsive design-websites (in combinatie met toptaken) met een goede zichtbaarheid op smartphones of tablets (zie voorbeeld).
Meer aandacht voor responsive design ligt voor de hand, gezien de sterke ontwikkeling van smartphones en tablets en door de komst van snelle 4G-verbindingen. Het aantal apps is bij de overheid (nog) beperkt, want burgers hebben vaak weinig frequente contacten met de overheid. Voorbeelden waar dat wel gebeurt, zijn een app voor het doen van meldingen over de openbare ruimte (‘Buiten beter’) of een app in Rotterdam voor burgers met een bijstandsuitkering. Zij belden in het verleden vaak over het tijdstip van bijschrijving op de rekening. Met de stijging van het verkeer van smartphones en tablets op gemeentewebsites (in april 2015 gebruikt circa 42% van de websitebezoekers een mobiel of tablet) wordt de noodzaak tot het ontwikkelen van responsive websites groter (en is dit waardevoller dan het ontwikkelen van apps).
Tips voor kanaalsturing Slimme tips2 – al door diverse gemeenten toegepast – kunnen burgers een zetje in de digitale richting te geven, zoals: ■ prijsdifferentiatie (bijvoorbeeld een uittreksel BRP digitaal goedkoper aanbieden dan aan de balie; 22% van de gemeenten doet dit al3); ■ met goed zichtbare knoppen het gebruik van online transacties stimuleren (bijvoorbeeld een knop om digitaal een uittreksel BRP aan te vragen of een verhuizing door te geven).
Meer aandacht voor gebruikersvriendelijkheid Om verhoging van de gebruikersvriendelijkheid van online-dienstverlening meer in de schijnwerpers te zetten, biedt het programma Digitaal 2017 – in samenwerking met KING en NVVB – u aan: 1. Een kennisplatform via het netwerk GebruikerCentraal.nl en bijeenkomsten (eerstvolgende op 2 juli a.s.). Aanmelding en informatie via gebruikercentraal.nl voor deelname aan het netwerk en de bijeenkomst. 2. Voorbeelden van goede oplossingen van en voor gemeenten die gebaseerd zijn op de voorkeuren van burgers, geactualiseerde GEMMAformulieren en productteksten (zie GoedOpgelost.nl). 3. Een inspiratiesessie op 9 september a.s. (’s middags) in Rotterdam. Onder de titel When Digital becomes Human zal Steven van Belleghem professionals en bestuurders stimuleren naar het bedrijfsleven te kijken om als overheidsorganisaties digitale diensten kostenefficiënter en effectiever aan te kunnen bieden. Aanmelding en informatie via kinggemeenten.nl.
Omdat burgers vaak aan oude gewoonten hechten, kan een duwtje richting digitale afwikkeling worden bevorderd door op een onopvallende plek de knop te zetten die de mogelijkheid biedt een afspraak te maken voor een bezoek aan de balie. Het platform voor professionals ‘Gebruiker Centraal’ biedt een inspirerende mogelijkheid voor de uitwisseling van tips en ervaringen.
2 Zie GBBO, Effecten van toptakenwebsites en elf tips om het aandeel digitale transacties te verhogen, Utrecht, december 2014, p. 12–24. 3 EY, Benchmark digitale dienstverlening overheid – periode maart t/m juli 2014, december 2014, p. 22.
40
B&R
Het versplinterende politieke landschap? Column
Met grote regelmaat wordt er aandacht gevraagd voor een verschijnsel dat wordt aangeduid met “versplintering van het politieke landschap”. Na afloop van de provinciale statenverkiezingen, maar ook na recente afsplitsingen van fracties in de Tweede Kamer, klinken er wederom dergelijke geluiden. ‘Is dit land nog wel bestuurbaar’, vraagt een enkeling zich af en het presidium van de Tweede Kamer stelde een notitie op met voorstellen tot wijziging van het – eigen – Reglement van Orde. Je kunt dit onderwerp van diverse kanten bekijken. Laat ik dat eens doen vanuit de Kiesraad. Het aantal partijen dat haar aanduiding voor Tweede Kamerverkiezingen bij de Raad laat registreren, is groot. Op dit moment (mei 2015) bedraagt dit aantal al meer dan vijftig! Maar dit aantal wijkt niet noemenswaardig af van aantallen uit het verleden (in 2006 zelfs 74!). Was het niet Godfried Bomans die in 1984, sprekend over de aard van de Nederlander, stelde dat diens ideaal eigenlijk is een eigen politieke partij, met hem of haar als enig lid!? Het aantal partijen dat daadwerkelijk deelneemt aan Tweede Kamerverkiezingen varieert, maar ook dat aantal blijft door de jaren heen vrijwel gelijk. Dat geldt ook voor het aantal partijen dat na een verkiezing toetreedt tot de Tweede Kamer (zie tabel 1).
Melle Bakker, secretaris-directeur Kiesraad
Wat wel lijkt toe nemen, is het aantal leden van de Tweede Kamer dat zich “tijdens de rit” van een fractie afscheidt en verder gaat als zelfstandig kamerlid of als zelfstandige groep. Een verschijnsel dat internationaal bekend staat als “crossing the floor”, maar in ons land bekender is onder de benaming “zetelroof”. Overigens, een beladen en ongelukkig woord, zoals ook nog maar weer eens bleek tijdens een recent Algemeen Overleg in de Tweede Kamer. Tabel 1: TK-verkiezing Deelname partijen (begin zittingsperiode) 2006 24 2010 19 2012 21
Aantal partijen met zetels (eind zittingsperiode) 10 10 11
Aantal fracties 11 13 16 (tot op heden)
Een volgende constatering is dat het aantal grote(re) partijen in de Tweede Kamer al enige tijd afneemt (zie tabel 2). Tabel 2: TK-verkiezing 2006 2010 2012
Aantal zetels vier grootste partijen 121 106 109
Waartoe leidt dit alles? Mijns inziens allereerst tot de constatering dat onze democratie een zeer levende is! Iets waar wij op zich best trots op kunnen zijn. Of dat ook geldt voor de tendens richting kleinere fracties en meer in het bijzonder de tussentijdse afsplitsingen – overigens, een verschijnsel dat op lokaal niveau al langer bekend is – is primair een vraag voor de politiek zelf!
B&R
41
Advertorial
Kwaliteitskringen
Een plek waar dit type onderwerpen besproken kunnen worden zijn de zogeheten kwaliteitskringen. Kwaliteitskringen zijn overleggen tussen betrokken ambtenaren van verschillende (buur)gemeenten om de kwaliteit van het werk te verbeteren. ‘Een mooi initiatief, blij dat gemeenten dat zelf op pakken. Voor ons is het ook een goed en praktisch podium om informatie te halen en te brengen’, zegt Tromp. De onderwerpen die er besproken worden lopen nogal uiteen. ‘Ik ken een kwaliteitskring’, geeft Twigt aan, ‘waar men met elkaar persoonslijsten naloopt, of ze op dezelfde manier zijn ingevuld. Maar het kan ook om vragen over werkprocessen gaan en hoe deze te vertalen in de praktijk of toekomstige ontwikkelingen in de BRP en de voorbereiding daarop. Ook is bekend dat grote gemeenten die ook deelnemen aan het 100.000 plus overleg, deze uitkomsten delen in hun regionale kwaliteitskring. ‘Voor ons, voor RvIG zijn gemeentelijke kwaliteitskringen van grote waarde. Niet vanuit de rol van controlerende instantie, maar als meedenkende ketenpartner’, geeft Winsemius aan. ‘Zo kan via korte lijnen van beide kanten gezorgd worden voor optimalisatie van de kwaliteit. We zitten dichter op de praktijk en lopen daardoor ook minder achter de feiten aan.’ Inmiddels zijn er 10 à 11 kwaliteitskringen en er zijn nieuwe onderweg. Een kring bestaat meestal uit 6 tot 12 gemeenten. De langstlopende kwaliteitskring is die rond Alkmaar.
Sturen op kwaliteit zonder te duwen
Winsemius: ‘Ik snap dat een bestuurder vaak het overzicht niet heeft van wat er allemaal bij komt kijken achter de schermen. Voor hem of voor haar is het adagium: ik wil dat de paspoorten op tijd geleverd worden. Dat gaat niet vanzelf. Dat vraagt om het doorlopen van vastgestelde procedures tot aan het op orde hebben van je informatiebeveiligingsbeleid en -praktijk. ‘Laten we voorop stellen dat iedereen van goede wil is. Gemeenten willen hun zaken goed op orde hebben’, zegt Twigt, ‘en je ziet bij de zelfevaluatie ook dat de aandacht bij het bestuur groeiende is en dat men verder kijkt dan alleen de balie van Burgerzaken. Zo heeft één gemeente organisatiebreed een ‘week van de BRP’ uitgeroepen. Er is een plan van aanpak opgesteld voor de hele organisatie, inclusief dus doorwerking naar sectoren als wonen en bouwen of het sociale domein. Kijk daar word ik nou blij van, daar krijg ik energie van.’ Een boodschap van de relatiebeheerders voor hun gemeentelijke collega’s?
Regionaal Kwaliteitsoverleg kring Alkmaar bijna twintig jaar actief
Dat is onderdeel van het werk van de relatiebeheerders van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), voorheen BPR. Het team relatiebeheerders gemeenten bij RvIG bestaat uit Laura Klooker, Evert Tromp, Evert-Jan Twigt en Marc Winsemius. Zij zijn de voelsprieten van RvIG naar de dagelijkse praktijk op lokaal niveau. Naast deze vier zijn er ook relatiebeheerders voor de zogeheten afnemers, zoals de Belastingdienst en de pensioenfondsen. Sedert een paar jaar zijn er relatiebeheerders gemeenten benoemd. Gemeenten zijn natuurlijk niet alleen bronhouders, maar ook afnemers. De relatiebeheerders hebben het land onder elkaar verdeeld, zodat ieder een eigen ‘regio’ onder zijn hoede heeft (zie kader).
en gemeentelijke herindelingen. Wat nog best een lastige kan zijn. De BRP beschouwt de afzonderlijke gemeenten binnen zo’n samenwerking toch nog als apart bestuursorgaan met de daarbij horende verantwoordelijkheden. Vaak zijn zaken bij mandaat geregeld, waardoor de nieuw ontstane samenwerking niet zelfstandig kan aansluiten op de BRP.
Wat doet een relatiebeheerder? Een relatiebeheerder haalt de informatie van buiten naar binnen en andersom. En voor het kwaliteitsaspect kan je ‘Heel deftig zeggen dat wij een adequaat beheer van de stelsels nastreven en van daaruit onze ketenpartners ondersteunen om de kwaliteit van het werken conform de protocollen op orde te krijgen en te houden’, zegt Tromp. Dat kan soms complexe vraagstukken betreffen en soms is het iets heel simpels. Tromp geeft een voorbeeld. ‘Bij een gemeente bleken burgers aan de balie letterlijk mee te kunnen kijken op het scherm van een ander. Mijn advies was: zet er een stukje matglas tussen. Twigt: ‘Er zijn natuurlijk ook meer complexe zaken, die dieper ingrijpen in de organisatie. Zo blijken veel gemeenten best moeite te hebben met functiescheiding. Ook dat is vaak relatief eenvoudig op te lossen door over de grenzen van de afdeling Burgerzaken heen te kijken en een tweede set ogen te zoeken bij aanpalende afdelingen. Dan moet je natuurlijk wel de autorisaties goed regelen, maar dat is overkomelijk.’
Aan de andere kant zie je dat er ook nog aandacht nodig is en blijft voor de ‘gewone’ aangelegenheden. Het is belangrijk om medewerkers goed op te leiden als je taken aan de balie laat uitvoeren. Fouten in een geboorteakte werken later door in de berichten naar gebruikers van de BRP. Tromp: ‘Dat kan doorwerken in de hele gemeentelijke organisatie. De gegevens worden immers ook gebruikt bij een aanvraag voor een uitkering of een bouwvergunning. Dat besef is nog niet overal doorgedrongen.’
De relatiebeheerders besteden veel tijd aan adviseren en voorlichten. Over de stelsels van RvIG zelf of het begeleiden bij gemeenschappelijke regelingen (bijvoorbeeld in het kader van de decentralisaties)
Tromp: ‘Bij zo’n zelfevaluatie merk je ook hoe belangrijk het is dat er verder gekeken wordt dan alleen de afdeling Burgerzaken. Wat cruciaal is, is ook de aandacht die het onderwerp heeft bij het management en het bestuur. Waar wij kunnen geven we de medewerkers een duwtje in de rug richting bestuur.’
Regioverdeling relatiebeheerders gemeenten • • • •
aura Klooker: 100.000+ gemeenten L Evert Tromp: Utrecht, Overijssel, Gelderland, Limburg, Zeeuws-Vlaanderen Evert-Jan Twigt: Zuid-Holland, Noord-Brabant, Zeeland (behalve Zeeuws-Vlaanderen) Marc Winsemius: Noord-Holland, Flevoland, Friesland, Groningen, Drenthe
Na een wat aarzelende start eind 1994 bij de start van de GBA, is de kwaliteitskring sinds juni 1996 actief. Het overleg is oorspronkelijk een initiatief van de gemeenten Alkmaar en Akersloot. Inmiddels zijn in het kader van het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland meerdere gemeenten aangesloten. De behoefte aan een inhoudelijk overleg bleek groot en is er nog steeds. Al wisselt de samenstelling wel eens wat betreft personen, deelnemende gemeenten en plek van vergaderen, het overleg bewijst nog steeds zijn nut. Vanaf het begin wordt de kring bijgestaan door een extern deskundige en ook dat werpt zijn vruchten af. Hij zorgt voor de nodige stabiliteit en kan in een dynamisch werkveld goed aangeven hoe het met de regelgeving is. En waar nodig schuift de relatiebeheerder van RvIG aan.
Twigt: ‘We stimuleren de kwaliteitskringen van harte, maar ik vind het belangrijk te benadrukken dat het echt van de gemeenten zelf is. Zij bepalen hoe zij zo’n kring vormgeven. Wij kunnen adviseren en informatie delen, maar gemeenten staan zelf aan de lat.’ Daarbij gaat het er dus om een goede balans te vinden tussen de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten en, want daar ontkomen we ook niet aan, de plicht voor een adequate uitvoering’, voegt Winsemius daar aan toe. Tromp: ‘En dat kan wel eens tot wat wrijving leiden. Ik wilde bij een gemeente een afspraak maken naar aanleiding van de zelfevaluatie en toen kreeg ik te horen dat ik niet welkom was, want het was toch de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten? Toen moest ik toch even aangeven dat uiteindelijk onze minister verantwoordelijk is voor de gehele keten en dat we elkaar nodig hebben om de kwaliteit die we nastreven ook te bereiken. Uiteindelijk kwamen we nader tot elkaar.’
Zelfevaluatie BRP en PNIK
In plaats van de gebruikelijke GBA audits, vinden voor de BRP en PNIK zelfevaluaties plaats onder alle gemeenten. Aan de relatiebeheerders om alle zaken op te pakken waarbij gemeenten minder dan 90% scoren.
Bijna in koor: ‘Zoek ons op als je ergens mee zit. Aarzel niet! En tref nu alvast voorbereidingen voor de komende zelfevaluatie van september 2015. Kijk vooruit en wij zijn altijd bereikbaar als je hulp nodig hebt’.
Colofon Rijksdienst voor Identiteitsgegevens Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 10451 2501 HL Den Haag
[email protected] www.rvig.nl T (088) 900 10 00
Algemeen
DAGMAR WINKELHORST JONGEDAGMAR AMBTENAAR WINKELHORST VAN HET JAARAMBTENAAR 2015 JONGE VAN HET JAAR 2015
Op 22 januari 2015 is Dagmar Winkelhorst, vice-voorzitter de NVVB, tot Op 22van januari 2015uitgeroepen is Dagmar Winkelhorst, Jonge Ambtenaar van het 2015. uitgeroepen In een vice-voorzitter van Jaar de NVVB, tot eerdere editie van B&R werd er al vermeld Jonge Ambtenaar van het Jaar 2015. In een hoe trotseerdere de NVVB is dat ons er deze editie vaneen B&Rvanwerd al vermeld bijzondere titel heeft verworven. En wat een hoe trots de NVVB is dat een van ons deze impact heeft deze titel prijs!heeft Na de uitreikingEn in wat een bijzondere verworven. januari stond de landelijke pers op de en impact heeft deze prijs! Nastoep de uitreiking in werd Dagmar uitgenodigd om koffiepers te komen januari stond de landelijke op de stoep en drinken inwerd het Torentje bij de minister-president! Dagmar uitgenodigd om koffie te komen drinken in het Torentje bij de minister-president! Onder andere het Algemeen Dagblad, Trouw, Binnenlands West, Dagblad, Public Trouw, OnderBestuur, andere Omroep het Algemeen Mission en VNG Magazine besteedden aandacht Binnenlands Bestuur, Omroep West, Public aan het Mission succes en vanVNG Dagmar. Soms met eenaandacht Magazine besteedden artikeltje aan op de regelmatig metmet een hetwebsite, succes maar van Dagmar. Soms interviews waarin op Dagmar uitgebreid ingaat op artikeltje de website, maar regelmatig met hoe ze deinterviews toekomst van de overheid ziet. In Trouw waarin Dagmar uitgebreid ingaat op zegt ze: ‘Ikhoe zalze ditdejaar als ambassadeur voor jonge toekomst van de overheid ziet. In Trouw ambtenaren optreden en ze met elkaar verbinden, zegt ze: ‘Ik zal dit jaar als ambassadeur voor jonge zodat weambtenaren samen deoptreden overheid blijven en kunnen ze met elkaar verbinden, ontwikkelen. Als ik zo kan laten zien dat het niet suf zodat we samen de overheid kunnen blijven is om ambtenaar te zijn, juistlaten sexy,zien dandat is dat ontwikkelen. Alsmaar ik zo kan het niet suf een mooiisneveneff ect. ’ om ambtenaar te zijn, maar juist sexy, dan is dat een mooi neveneffect.’ Nieuwsgierig naar de interviews met Dagmar? Lees de artikelen terugnaar op de vanmet de Dagmar? NVVB: Nieuwsgierig de website interviews www.nvvb.nl Lees de artikelen terug op de website van de NVVB: www.nvvb.nl
44
B&R
LEID ERS CHA P
R VERZET AR VAN HET JAA JONGE AMBTENALEID ERS CHA P
ZICH TEGEN AFV
INKCULTUUR
MURS CULTU SO AFVINK EZETGZICEHLTEGSENIS VER RR E JAA D HET N VAN VA N E K ‘AFWIJ JES’ OEN AAN LIJGST D L O V N A S IS SOMS D L R E E T E BE DE R N VA N E K IJ W F ‘A JES’ DOEN AAN LIJST BETER DAN VOL AR JONGE AMBTENA
burger die ng dienen van de afdeling: het bela
haar aagt waarom voor e. voortdurend afvr lopt bij de gemeent zo getraind in is iemand die zich aan aank ambtenaren zijn ‘Een ambtenaar daarmee toevoegt Winkelhorst: ‘Wij et, deadlines of welke waarde hij en t, het nou om budg doe een of hij als ycli, t jurist hij doet wat niet gedraag de burger die verantwoordingsc . Ik ben zich id gaat n jkhe rake keli afsp belang dienen van politieke Als de wer afdeling: het gaan.’ het vervullen van uit haar van voor niet de samenleving. zijn en e.waartoe regelsgem aagt waaromander wat de bij ar daar ook eent rend de rtdu - afvr moet de ambtena eroe aanklopt rges maken,ren zijn zo getraind in uitg die zich en weet als geen and ngs werdvoo chikt aanamb iem blauwdruk, dan is aan ar tena onla onde oegt die tena , alles toev ‘Wij e daar Winkelhorst hij daarme Winkelhorst: maramb zelf op om budget, deadlines of Dag‘Een ze dienen. Maar zonderhet tom ycli, en welke waarde nou t, 5. de Tomngsc Aan het woord is doe eenrijden opntwo of alsvan: 201 t wat Jaar ordi doe gedtraag hethij es: hijaar iets tweg ben jurist van vera id zich niet heef bten jeuk van lijstj afspraken gaat. Ik t lui. Ik krijg Als de werkelijkhe pen tot Jonge Am van politiekeerhe gaan n. Je.’ word lette id vanteuit het vervullen niet de weg de samenleving. nzek zijn en waartoe ook schij r de daa t, ar werk afge als geen ander wat de regels eenm - aal die moet de ambtena tjes eroe weet maken, dan klijs uitg en d aan uk, ikt.’ afvin t wer wdr bere blau onlangs ondergeschik , dieagen kwaliteit hebt orstgedr gde eind r daar alles lijstkelhvoor st (34) Winwerd lhor mar inke Dag ze dienen. Maa geven dat je de beoo los vanop de Tomtom zonder zelf op nigin ambtenarenrijde Vere Aan het woord is n dse 5. g or dat erlan 201 Ned Jaar deaar het r hoe zorg je ervo door t iets weg van: op- krijg jeuk van lijstjes: van en Maa heef ing bten train viAm van ze pen tot Jonge en? ‘Door middel n. Je wordt lui. Ik erzaken, waarvan
W
voor Burg erheid de weg te lette jes durven te werk en aan de corewerkt, de schijnzek trouw te blijv heeft als hoofd die eenmaalzeafge ze om altijd leren agen cevoorzitter is. Ze ikt.’ afvinklijstjes leidingen en of wateinddoen lening, te vrag kwaliteit hebt bere werd voorgedr dienstver s weernafdat je de beoogde zich steed inkelhorst (34)busi lijsten van de afdeling en: van ness geve zegg los wil g dertig er is. Dat dse Verenigin or dat ambtenaren de burg ng over ruim belang van Maa r hoe zorg je ervo door de Nederlan informatie de leidi werkelijk in het persvragen, van training en opze viraken van communicatie en land.voor Burgerzaken, waarvan van de leg en? ‘Door middel ze nietjes coreeente Midden Delf zorgen dat durven te werk de or gem aan ici.’ de ervo en in d polit ren blijv hoof en van ers om altijd trouw te deel ambtena Ze heeft alsiek, vragen van bestuurd wezenlijk cevoorzitter is.druk doen houwt het als een te, hect lening, leidingen leren ze vragen of wat ze Winkelhorst besc stver mogelijk elf ‘zo vervan steeds weer af te de afdeling dien e rol dat ze zichz business en zich wil zeggen: vend Dat ig ngge is. dert er mijn leidi burg ruim wat haar van de te zienmatie de leiding over TEIT ben er eom het belangente BILI ‘Ik in t. en, EMO elijk infor een duw vrag CTI el en nd’ werk pers FUN raken van communicati werk goed te doen.den Delfland. heden mom naar de achtergro veel over ze niet van de leg is bij ervo en om hunin de gemeente Mid obiliteitvan or zorgen dat g hebb thema Arbeidsm en politici.’ ambtenaren orst, het is een sen sterk medewerkers nodi wezenlijk deel van bestuurders re men Winkelh t het als een r als je ande Maar, zegtdruk hectiek, vragen houw rd. leide te, e besc werk rwoo sterk ‘Ik orst tove en. een kelh elijk Win t word Je bent pas elf ‘zo ver mog erd gedacht moe e rol dat ze zichzwaarover genuance mijn eente, dus daar haar leidinggevend kunt maken.’ lfde gemBILI er om te zien watlf jaar bij deze TEIT del een nd’ duwt. ‘Ik ben al bijna twaa FUNCTIEMO heb inmiover . heden momente Maar ik naar de achtergro goed te doen veel te zitten. om hun werkwein teit is bij Ons iliteit in en obili a mob ig hebb idsm g colArbe nodi ED lijkt mensen sterk kersN GO het is een them ewerZIJ med ties vervr,uld. ERS re func ande ERK nde zegt Winkelhorst, je hille als r DEW Maa E ME toverwoord. rs wil graag breedmoet worden. ‘Ik werk dels wel vijf versc pas een sterke leide bent JeWE oude cht ‘BREED INZETBAR geda RK’ en weth T emeester waar genuanceerd HE burg daar over hun VAN van dus T e, naar lege en.’ TEI d eent kunt mak lfde gem t ze zelflf bree VOOR DE KWALI jaar bij deze kers, zoda tting.’ al bijna twaa heb inmidinzetbare medewer die opva te zitten. Maar ik n. Ikig deel kijkewein mobiliteitt in kunn EDen blijven lijkt r met N GO vervuld. Ons colis nooi klaa zegtZIJwerk ERS FACILITEREND st is, hijversc en? Ja, nderERK hillende functies vera ook in dien DEW het nd ME vijf E aan iema AR wel breed heid lang beeld hoe dels over En INZETB van de tegen het de rolEED ouders wil graag ‘BR Is de en.TWan ‘Ik verzet mij WEt RK’ gemeent kelhorst: emeester en weth van HE erT VAN uitstek lege van burg d naar hun ontwikkelen. Win ‘Bij KW ALIdieTEI orst. DE kelhOR ten hebben. Mijn er treedt WinVO zodat ze zelf bree van moe daar niets terug en de burg medewerkersn, om ren t e tena tting.’ tbar een treed amb opva inze heid dat die oeke landelijke over voor hij een bekomen met verz en kijken. Ik deel vaak zelf atieven, waar dat ze zegt ND meer facili- varing isen? werk kunnen blijv eigen initi nooit klaar met Ja, FACILITrERE naar voren met nder in dienst is, hij is CvR rol is veel e. Haa van heid aan het vera lang iemand ook te volgen.’ beeld eent hoe over ling het En de gem n scho de tege de op t rol mij het et de die Is roep doet eenten. Wan kelhorst: ‘Ik verz minder de overheid ek die van gem eris veel ontwikkelen. Win inkelhorst. ‘Bij uitst oeten hebben. Mijn llega’s er treedt nd geworden. Ze
W
˚
Algemeen
Kaaskop in Kassel ‘Hello, dobry wieczór, buona sera.’ Eén keer per jaar komt de Europese vereniging van ambtenaren van de burgerlijke stand (EVS) bij elkaar. Zo ook afgelopen mei, in het Duitse Kassel. Net als bij ons eigen NVVB-congres is dat altijd een groot, gezellig weerzien van collega’s die elkaar een jaar lang hooguit eens aan de telefoon hebben gehad. Nederlandse collega’s van Almere tot Zoeterwoude zijn in de auto gesprongen voor deze bijeenkomst. Eric Gubbels, adviesbureau NVVB
M
aar vanzelfsprekend is het niet alleen maar gezellig. Het is ook de gelegenheid waarbij vakdeskundigen uit heel Europa elkaar bijpraten over de laatste ontwikkelingen in hun eigen land en ervaringen uitwisselen over ontwikkelingen en gebeurtenissen waar we in Europa allemaal mee te maken hebben. Identiteitswijziging? Draagmoeders? De nieuwe Europese legalisatieverordening? Iedereen heeft dezelfde vragen. Maar hoe zit het met de antwoorden? In een welkomstwoordje krijgen we de opdracht mee om er vooral met elkaar over te praten. Dat hoeft echt niet in correct Engels, want de inhoud is veel belangrijker dan de vorm: ‘Because ze problums ahr waeting for us!’ Op maandagochtend om 9 uur verzamelen we ons voor de eerste lezing. In een noodtempo neemt dr. Claudia Mayer ons mee langs de ontwikkelingen rondom draagmoederschap. Daarop wordt in Europa uiteenlopend gereageerd. In sommige landen is het strikt verboden (zoals Frankrijk en Duitsland), in andere landen mag het soms wel (Griekenland bijvoorbeeld). Medisch kan het zonder problemen en buiten Europa mag bijna
46
B&R
alles, bijvoorbeeld in Oekraïne, Rusland of de VS. Het Europese mensenrechtenhof in Straatsburg heeft inmiddels in twee uitspraken (Menesson-Labassee) beslist dat het recht van “private life” van het kind ook het recht omvat om zijn genetische ouders te kennen. Het recht op private life is, net als het recht op family life, gebaseerd op artikel 8 EVRM. Een absoluut verbod op draagmoederschap, zoals Frankrijk dat kent, is dus in strijd met 8 EVRM. Frankrijk beraadt zich op een wetswijziging, Duitsland heeft een commissie ingesteld, volgens mevrouw Mayer onder het motto ‘instellen is uitstellen.’
maar moeder nog in de lappenmand ligt. Kiezen de ouders niet dan krijgt het kind een samengestelde geslachtsnaam in alfabetische volgorde. Het kind van mevrouw Andreotti en mijnheer Berlusconi heet dan dus Andreotti Berlusconi. Kinderen ouder dan 18 kiezen zelf hun naam; vanaf 15 jaar kunnen voorkomen dat hun naam wijzigt (door bijvoorbeeld erkenning). Er komt een overgangsregeling. En koffie voor de deelnemers. Daar waren we aan toe. De Duitsers hebben inmiddels de driekoppige Haagse delegatie ontdekt, “Das holländische Standesamt 1.” Er worden vragen gesteld en kaartjes uitgewisseld.
We kunnen even bijkomen als een Duitstalige Italiaanse collega in kalmer Duits nieuw Italiaans recht toelicht. Het Italiaanse afstammingsrecht is in 2012 gemoderniseerd. Daarbij is onder meer het verschil tussen wettige en onwettige kinderen afgeschaft. Binnenkort wordt het namenrecht aangepast, zodat ouders ook naamskeuze kunnen doen voor de naam van hun moeder, of voor een dubbele naam. Overigens is niet duidelijk wie die keuze moet doen, als vader aangifte doet
Voor mij was het namelijk schokkend dat in Italië nog tot zo kort geleden buitenhuwelijkse kinderen door de wetgever werden achtergesteld. Andersom worden de Poolse en Italiaanse collega’s zichtbaar onrustig als de Nederlandse en Belgische situatie wordt toegelicht: dat kinderen twee moeders kunnen hebben, getrouwd bovendien, is voor hen nog duidelijk een brug te ver. Als kers op de taart vertelt Leon Evers hen dat in Nederland de commissie herijking ouderschap is inge-
steld, die nadenkt over meerouderschap. Gelukkig is het dan juist lunchtijd... Na de lunch vertellen onze Roemeense collega Renata Marin en de Italiaanse professor Luisa Pascucci over het echtscheidingsrecht in hun land. De systemen blijken op elkaar te lijken: zowel Roemenië als Italië heeft een regeling voor administratieve echtscheiding, zonder tussenkomst van de rechter. Afhankelijk van de aard van de scheiding kan dat bij de ambtenaar van de burgerlijke stand (grof gezegd: als er geen minderjarige kinderen zijn) of bij een advocaat (als dat wel het geval is). Alleen als partijen er samen niet uitkomen gaan ze nog naar de rechter. In Italië houdt de president van de rechtbank bovendien toezicht: hij moet de huwelijksontbinding bekrachtigen. Hoewel de eerste dag met een lange feestavond wordt afgesloten zit de volgende ochtend om 9 uur de zaal weer helemaal vol voor de workshops. Terwijl Leon Evers de zaal animeert met een voordracht over huwelijk en partnerschap sluit ik mij aan bij een workshop overlij-
den. De eerste inleider is een beetje een dooie. Halverwege schudt onze Vlaamse collega Christoph Cuypers ons ruw wakker. In vlot Engels confronteert hij ons met de ene ramp na de andere: vliegtuigen, treinen, tsunami’s. Eerst vertellen we nog trots dat we de overlijdensaktes van de MH17-slachtoffers binnen enkele weken geproduceerd hadden. Maar daar lachen
Een transgender vertelt over haar leven. Ze verdeelt de zaal in een helft mannen en een helft vrouwen. Ze vraagt aan enkelen waarom zij kozen voor de kant man, of juist vrouw. Dat blijkt nog niet zo’n eenvoudige vraag. Want als je je voelt zoals je eruit ziet, waarom zou je daar dan nog over nadenken? Zelf heeft zij haar coming-out tot haar 41e uitgesteld.
Het is de gelegenheid om bij te praten met vakdeskundigen uit heel Europa! die Belgen om. De Belgische ambassade in Oekraïne heeft simpelweg vier overlijdensaktes opgemaakt van de omgekomen Belgische slachtoffers. Mag dat dan zo van de Belgische wetgever? ‘Ach, iedereen vond het prima. Kom, dan pakken we koffie.’
Pas daarna kon ze zijn wie ze echt is. De zaal kan even bijkomen als de Zwitserse dr. Reusser juridische kanttekeningen plaats bij transseksualiteit. Het is geen ziekte, maar wordt overal in de EU toch zo genoemd. Waarom? Omdat anders zorgverzekeraars niet langer bereid zijn om
B&R
47
Algemeen
de kosten van een geslachtsoperatie te vergoeden. Veel transseksuelen hebben voor hun welzijn wel nodig dat hun identiteit en hun lichaam met elkaar in overeenstemming zijn. Maar niet allemaal: het is daarom in strijd met het EVRM dat transgenders hun geslacht verplicht aan moeten passen, voordat hun geboorteakte wordt gewijzigd. Pfoe, daar was Nederland vorig jaar dus maar net op tijd bij… Een Poolse collega vertelt dat daar momenteel een elektronische burgerlijke stand wordt ingevoerd. We zullen dus in de komende tijd nieuwe Poolse aktemodellen zien verschijnen. Ik ben onder de indruk van de snelheid waarmee de Polen digitaliseren, maar in de wandelgangen gonst wel dat er invoerproblemen
zijn. Heeft u al nieuwe Poolse uittreksels gezien? In een tweede ronde workshops komt opnieuw geslachtswijziging aan de orde (met-heel slim-dia’s in het Engels en uitleg in het Duits) terwijl “onze” Jan Otten de zaal ernaast prikkelt met stellingen over naamrecht. Op de stelling “ouders moeten vrij zijn om voor hun kind een vooren geslachtsnaam te kiezen” barst een stevige discussie los. Daarna sluiten we af met een voordracht over personeelsbeleid. Hoe hou je goede mensen vast? Met een goede sfeer. En goede koffie. Wij nemen nog een bakkie.
buffet, met een glas wijn aan tafel, rokend buiten in de frisse lucht: overal zie je collega’s met elkaar in discussie over alles wat we vandaag gehoord hebben. Er worden kaartjes uitgewisseld en nummers in telefoons gezet. En o ja. ‘You must come to Sicily! You call me! No problems! I take care for you.’ Nou ja, voor de koffie hoef ik daar in ieder geval niet weg te blijven. Wilt u dit volgend jaar ook eens meemaken? Op 26 en 27 mei 2016 is er weer een EVScongres, in het Belgische Leuven
Persoonlijke berichten
In Memoriam: Ari Hilgeman Op 27 maart 2015 is NVVB erelid en Ridder in de Orde van Oranje-Nassau Ari Hilgeman overleden. Ari is 82 jaar geworden.
Voordat we terugreizen is er nog een feestje. En het werkt. In de rij voor het
Namens het bestuur van de NVVB
Wie Willeke van Dijk Wat Strategisch adviseur NVVB Waar Mijn ‘standplaats’ is het NVVB bureau in Zoetermeer, maar ik wil ook door het land trekken om te voelen/weten wat er leeft. Waarom Na mijn tijd te hebben gecombineerd tussen mijn functie als adviseur dienstverlening bij de gemeente Molenwaard en nevenfunctie als bestuurder bij de NVVB, wil ik graag nu al mijn energie steken in de NVVB. Het creëren van meerwaarde voor de maatschappij geeft mij voldoening en energie. Fijn Mijn gezin, vakantie (zowel zon als sneeuw), lezen, bordspelen, (Scandinavische) tv-series. Contact
[email protected] of 06-10988798 Een groep Nederlandse collega`s reisde af naar Kassel om het congres van de Europese vereniging van ambtenaren van de burgerlijke stand (EVS) bij te wonen.
48
B&R
Wie Géke Uninge Wat Adviseur Communicatie en evenementen NVVB Waar Van de Friese kleigrond, na wat omzwervingen, geland op het Diemensche veen. Daar waar het dorpse en groot stedelijke tegelijkertijd kan worden genoten, maar nog immer door water omringd. Waarom Mijn liefde en passie voor het communicatievak zit in het toegankelijk maken van complexe materie voor iedere denkbare doelgroep. Strategisch en ondernemend denken, maar altijd pragmatisch en realistisch handelen. De NVVB biedt mij hierin volop kansen. Fijn In alle vroegte, roeiend over de Amstel, de stad en de rivier zien ontwaken. Ik blijf mij verbazen over de afwisselende schoonheid hiervan. Contact
[email protected]
B&R
49
Algemeen
Colofon editie 3: 10 juli 2015 Burgerzaken & Recht is een vakblad van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) en verschijnt zes keer per jaar.
Rectificatie In het artikel ‘Enthousiasme over kweekvijver publiekszaken Amstelveen en Aalsmeer’ van Burgerzaken & Recht editie 2 2015 is in de tekst opgenomen dat er groei mogelijk is van schaal 10 naar 11. Dit moet zijn ‘groei mogelijk van schaal 5 tot schaal 11’
Redactiesecretariaat Merlin Niesten (eindredacteur) telefoon: 079 – 361 77 47 / 06 30 95 76 81 e-mail:
[email protected] website: www.nvvb.nl
Aan deze editie werkten mee: Melle Bakker, Jessica Brouwer, Arthur Dallau, Corrie Ebbers, Léon Evers, Frank Faber, Sanne Giessen, Maurice Gordijn, Eric Gubbels, Toos Heinen, Jan Hulzebosch, Wiebe Kiestra, Rico de Lange, Giulietta Marani, Sanne van der Most, Merlin Niesten, Simon Rijsdijk, Tom Rijsdijk, Klaas Schipper, Mariëlle Slooff, Hans Tomson en Arre Zuurmond.
Uitgever, vormgeving, opmaak, druk en verzending Koninklijke van Gorcum B.V., Assen
Correctie (gedeeltelijk) Taalanatomisch bureau De Twee Hanen, Kimswerd
Abonnementen Burgerzaken & Recht abonnement is gratis voor leden van de NVVB. Niet-leden kunnen zich abonneren voor een bedrag van € 115,- per jaar. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 november voorafgaande aan het jaar van gewenste beëindiging worden opgezegd.
Advertenties Bureau NVVB t.a.v. Vera Nugteren e-mail:
[email protected] telefoon: 079 – 361 77 47
Najaarsbijeenkomsten Heeft u het NVVB Congres bij u in de omgeving al in de agenda staan? 7 oktober Regiocongres Limburg & Noord-Brabant in Eindhoven 15 oktober Regiocongres Friesland, Noord-Oost & Overijssel in Assen (verplaatst) 3 november Regiocongres Gelderland in Westervoort 10 november Regiocongres Zuid-Holland/Zeeland & Utrecht in Vianen 17 november Najaarsvergadering Noord-Holland Meer informatie over de programma`s en inschrijven volgt nog.
Auteursrechten voorbehouden Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden zonder schriftelijke toestemming van de NVVB, die daartoe door de auteur(s) met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk gemachtigd is. Foto’s zonder bronvermelding zijn stockfoto’s.
Verantwoording De inhoud van artikelen en de meningen die daarin worden verkondigd, vertolken niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie of van het bestuur van de NVVB. ISSN 0929-9262
Planning, kopij & advertenties volgende nummers De volgende editie van B&R verschijnt op 28 augustus 2015. Voor het inleveren van kopij, advertenties en nadere informatie over de planning van B&R kunt u contact opnemen met de NVVB via 079 – 361 77 47.
50
B&R
Ook een artikel schrijven? Een opvallende gebeurtenis bij uw gemeente, een ingewikkelde casus op uw afdeling of een leuke anekdote? Neemt u contact op met de redactiesecretariaat om de mogelijkheden te bespreken voor het plaatsen van een artikel.
Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en volg ons op Abonneer u op onze wekelijkse nieuwsbrief via www.nvvb.nl
AL UW BURGERZAKEN GOED VOOR ELKAAR
Wat als u álle burgerzaken in uw gemeente kon uitvoeren met één complete oplossing? In minder handelingen? Met Key2Burgerzaken kan het. Van het thuisbezorgen van reisdocumenten en koppelen met het klantverwijssysteem tot het digitaliseren van documenten, met Key2Burgerzaken hebt u de juiste tools in handen voor dienstverlening die past bij deze tijd. De applicatie maakt deel uit van onze totaaloplossing voor de dienstverlening van de lokale overheid. Stap nu over en begin Operatie BRP met een voorsprong. Geïnteresseerd? Bekijk voor meer uitleg de film op www.centric.eu/burgerzaken
SOFTWARE SOLUTIONS | IT OUTSOURCING | BPO | STAFFING SERVICES
www.centric.eu