B+U 1 2014 31
Gebouwautomatisering blinkt uit
Bouwen voor de biotechnologie
Niemand minder dan Koning Willem-Alexander opende het nieuwe pand van Applikon Biotechnology. Na zorgvuldig onderzoek bleek nieuwbouw de beste keuze voor deze specialist op het gebied van bioreactorsystemen. Het werd een bouwproces om met trots en tevredenheid op terug te kijken. De vijfde business case van de Nederlandse Brancheorganisatie Gebouw Automatisering brengt B+U naar Delft. TEKST Charlotte Maassen BEELD Leon van Woerkom (cepezedprojects) & Kajo Bezemer (www.kajobezemer.nl)
Foto: Kajo Bezemer
32 B+U 1 2014
B+U 1 2014 33
I
n Delft treffen we een goed gevulde tafel. Jos Fransen, Purchasing Engineer Projects, was als deskundige eindgebruiker bij het nieuwbouwproject van Applikon Biotechnology betrokken. Menno Rubbens, directeur cepezedprojects, was als projectontwikkelaar van het prilste begin deelgenoot in het project, maakte deel uit van het ontwerpteam en schreef mee aan het bestek. Die rol van business developer vervulde hij samen met Joep Brouwers, directeur van installatieadviesbureau Tree Delft. De laatste vormde de schakel naar de techniek van het gebouw. De technische installaties ten slotte zijn gerealiseerd door Wolter & Dros, met een door Priva geleverd gebouwbeheersysteem.
Betrokken partijen Opdrachtgever: Applikon Biotechnology www.applikon-biotechnology.nl Projectontwikkelaar: cepezedprojects www.cepezedprojects.nl Architect: architectenbureau cepezed www.cepezed.nl Installatieadvies: Tree Delft www.treedelft.nl Hoofdaannemer: Heembouw www.heembouw.nl Technische installaties: Wolter & Dros www.wolterendros.nl Gebouwautomatiseringssysteem: Priva www.priva.nl
Vertrekpunt
Hoewel spiksplinterniew, heeft het pand van Applikon toch al een verhaal. Het wordt verteld door Jos Fransen: ‘Het verhaal van het huidige Applikon begint in 2008. Voorheen bestond Applikon uit Applikon Biotechnology en Applikon Analysers. De tak Biotechnology is via een management buy-out in handen van de drie huidige directeuren gekomen. Het nieuwe Applikon opereerde geheel zelfstandig en maakte al snel een veelbelovende groei door. Destijds waren we gehuisvest in twee huurpanden, dus op twee verschillende locaties. Die jas werd echt te klein. Zo’n 2,5 jaar geleden zijn we gaan zoeken naar een alternatief in de vorm van een te kopen pand. Eerst werden bestaande locaties onderzocht, in de omgeving van Rotterdam. Maar het bleek moeilijk een pand te vinden dat compact was en tegelijk de functies van kantoor, productielocatie en laboratorium kon invullen. Het renoveren en aanpassen van een bestaande locatie bleek geen optie in termen van haalbaarheid en betaalbaarheid. Toen kwam deze locatie op het terrein van de TU Delft in beeld.’ Menno Rubbens gaat verder: ‘De TU Delft was eigenaar van de grond. Er lag al een ontwerp klaar voor het dep-gebouw (Delft Engineering & Production) op deze locatie. Hierin zou het Biotechnology cluster gehuisvest worden, als onderdeel van Technopolis Delft. Die plannen hebben we als projectontwikkelaar uitgewerkt voor Applikon, maar dat resulteerde in een te hoge huurprijs voor Applikon. Samen met de TU Delft zijn we toen opnieuw om de tafel gegaan met Applikon om tot een maatwerkoplossing te komen, waarbij Applikon zelf de financiering op zich zou nemen. Het oorspronkelijke ontwerp voorziet in een aantal gebouwen met een gezamenlijk oppervlak van twintigduizend vierkante meter. Applikon heeft hiervan de eerste fase van circa 3700 vierkante meter in gebruik. Voor de overige delen worden nu gebruikers gezocht onder biotechnologie bedrijven.’ Joep Brouwers vult aan: ‘Ook hebben we heel kritisch naar de indeling gekeken. Het doel was compact te bouwen. En dat is zeker gelukt. Het gebouw mocht namelijk niet hoger worden dan zestien meter. Wij hebben er voor gekozen om binnen deze bouwhoogte geen twee, maar drie bouwlagen aan te brengen, met behoud van kwaliteit en functionaliteit. De vloerconstructie bestaat uit iets uit elkaar geplaatste kanaalplaten met daartussen staalplaatvloerdelen, gelegd in een bepaald
Laboratoriumomgeving van Applikon Biotechnology
stramien waardoor er als het ware nissen ontstaan aan de onderkant. Die nissen fungeren nu als geïntegreerde installatiezone en herbergen alle luchtkanalen, het leidingwerk en de verlichting. De vloerdikte zelf bedraagt slechts 34 centimeter. Hoe compact kan het zijn?’
Functionaliteit
De voorwaarde om compact te bouwen, heeft deels met de verzameling functies te maken die samenkomen binnen Applikon. Het toekomstige pand moest ruimte bieden aan een kantoor, een productieruimte en een laboratorium. Dat zijn drie werkomgevingen die alle drie even toegankelijk, comfortabel en gebruiksvriendelijk moesten zijn voor de medewerkers. Jos Fransen: ‘Gelet op het precisiewerk dat wij verrichten, was het een harde eis om te voorzien in goede lichtvoorzieningen. Onze mensen moeten gewoon goed licht hebben om hun werk te kunnen doen. Dat geldt niet alleen voor het lab, maar ook voor de productie- en serviceafdelingen. Overal is de lichtsterkte nu minimaal 500 lux, we
Jos Fransen over Applikon Biotechnology
‘Wij ontwikkelen en produceren innovatieve bioreactor systemen. Een bioreactor is een roestvaststalen of glazen vat of een kunststof zak met een gecreëerd klimaat, waarin bacteriën en cellen gekweekt worden. Onze systemen worden gebruikt voor research & development en de productie van vaccins en geneesmiddelen. Alle producten worden in Delft ontwikkeld en wereldwijd vermarkt.’
B+U 1 2014 35
profiteren van veel daglicht door de glazen gevels, er is aanwezigheidsdetectie en speciale beglazing.’ Maar er is meer. Want wat direct opvalt tijdens de rondleiding, is het klimaat. Niet te koud, niet te warm, precies goed. Niet bedompt zoals in veel kantoortuinen, niet kil zoals in veel productiehallen en niet klam zoals in veel laboratoriumomgevingen. Joep Brouwers legt uit: ‘Overal is gebruik gemaakt van betonkernactivering. Dit type vloerverwarming heeft een temperende werking, waarbij koude en warmte elkaar continu in balans houden. Hiervan gaat een zelfregulerende werking uit. Dit gebouw regelt zichzelf als het ware.’ Een nauwelijks zichtbare, maar nadrukkelijke rol op de achtergrond is weggelegd voor gebouwautomatisering en -beheer. Simon Noorda van Priva, de leverancier van de ‘gebouwcomputer’, vertelt hoe dat werkt: ‘Het bewaken en regelen van het binnenklimaat, het werken met tijdprogramma’s, het afstemmen van de technische installaties op elkaar en vanzelfsprekend het minimalise-
ren van het energiegebruik, het wordt allemaal door een gebouwbeheersysteem van Priva verzorgd. Verder is gebruik gemaakt van warmte- en koudeopslag in de bodem. WKO is een duurzaam hulpmiddel waarmee energie in waterhoudende lagen in de bodem langdurig wordt opgeslagen. In de winter wordt opgeslagen warmte gebruikt voor verwarming en in de zomer wordt opgeslagen koude gebruikt voor koeling. Het gebouwbeheersysteem van Priva bestuurt dit hele proces.’
Route
De bouw is in oktober 2012 van start gegaan. In juli 2013 werd het pand opgeleverd en een maand later in gebruik genomen. Geen hobbels op de weg tegengekomen? Joep Brouwers antwoordt: ‘Er was één serieuze hobbel, en die was achteraf wel verklaarbaar. Omdat het oorspronkelijke plan een oppervlak besloeg van twintigduizend vierkante meter, was er vanuit de universiteit alleen middenspanning voorzien voor de stroomvoorziening. Voor onze uitvoering was een middenspanningstrafo overdreven en overbodig. Wij waren van plan om te wer-
B+U 1 2014 37 Ontwerp van het Biotechnology cluster met rechts op de hoek het pand van Applikon Biotechnology
ken met laagspanning die we naar onze locatie zouden leiden. Maar de universiteit wilde daar niet aan. Die eiste middenspanning en wilde niet wijken. Uiteindelijk zijn we er in goed overleg uitgekomen door het plaatsen van een distributietrafo waar wij laagspanning van krijgen. Hierdoor hadden we tot aan de oplevering geen stroom en dergelijke, zodat de technische installaties pas ingeregeld konden worden na de oplevering. Al met al geen onoverkomelijk probleem, zo bleek.’
Bouwteam
Menno Rubbens benadrukt: ‘Het is heel normaal dat problemen van dit kaliber tijdens zo’n complex en omvangrijk project opdoemen. Veel belangrijker is hoe je die oplost, samen. De lijnen waren kort met de aannemer, opdrachtgever en uitvoerders. Ook de communicatie met de TU Delft verliep prima. Het is cruciaal voor het resultaat dat de betrokken partijen in staat zijn om hun verantwoordelijkheden te organiseren en af te bakenen. De Branchevereniging voor Gebouw Automatisering hamert daarbij op een goede invulling van de rollen van business developer, systeemarchitect en deskundige eindgebruiker. Ik zou daar nog aan toe willen voegen dat in dit project de rollen van business developer en systeemarchitect werden ingevuld door verschillende partijen. Voor het eindresultaat heeft dit uitstekend gewerkt.’
Jos Fransen vult aan: ‘Als vertegenwoordiger van de opdrachtgever en gebruiker van het pand heb ik de samenwerking binnen dit project in zijn totaliteit als heel prettig en professioneel ervaren. Als er een probleem was, kon ik mijn partners, want zo zie ik ze, aanspreken. Bovendien schoof ik aan bij de bouwvergaderingen waar rechtstreekse communicatie natuurlijk helemaal gemakkelijk was.’ Joep Brouwers: ‘En wij op onze beurt hebben geboft met een opdrachtgever die vierkant achter zijn visie bleef staan, en tegelijkertijd altijd openstond voor argumenten om bepaalde keuzes te maken. En zijn durf, dat heeft ook wel geholpen.’ Business cases zoals de nieuwbouw van Applikon zijn voorbeeldig voor toekomstige gebouwautomatiseringsprojecten. In een vroeg stadium om tafel, een gestroomlijnde communicatie en een goede invulling van de rollen van business developer, systeemarchitect en deskundige eindgebruiker. Het zijn de voorwaarden voor een geslaagde implementatie en integratie van gebouwautomatiseringsinstallaties. Dat het de moeite waard is, beaamt Jos Fransen: ‘Er is hier niemand die nog terug zou willen naar de oude situatie.’ BOUW+ UITVOERING info www.gebouwautomatisering.org