BOOMTOP of TOPSHOP? Lessuggesties voor de middenbouw bij de theatervoorstelling De Boomhut De Dames Slier

0

BOOMTOP of TOPSHOP? Lessuggesties voor de middenbouw bij de theatervoorstelling

De Boomhut De Dames Slier

Boomtop of topshop? Lessuggesties middenbouw

1 Muzikale theatervoorstelling De Boomhut (6+) DE BOOMHUT In de tuin van Robin staat al jarenlang een prachtboom. En in die boom: De Boomhut. Van daaruit kijkt Robin naar de wereld, op eigen wijze, vol kleurrijke verbeeldingskracht! Dan komt mevrouw Van der Linde langs, een succesvol projectontwikkelaar. Ook zij heeft verbeeldingskracht: ze ziet een prachtige topshoptoren voor zich, met parkeergarage. Alleen die boom staat nog in de weg... Krijgt mevrouw Van der Linde haar zin? En als de boom sneuvelt, wat sneuvelt er dan nog meer? Er moet iets gebeuren! De boom moet gered! Maar... misschien moet mevrouw Van der Linde zelf óók wel gered! DE BOOMHUT gaat over fantasie en volwassen worden, maar ook over staan voor wie je bent en waar je in gelooft. Over de natuur versus (shop)cultuur. Plus twee houthakkers die denken dat ...nou, die denken eigenlijk niet zoveel. Spel en zang: Harmien Batjah Slier, Lydia Slier Tekst: Mariken Jongman Regie: Philippien Bos Decor en kostuums: Elvera van Bentum Muziek en decor: Niels Smit Duyzentkunst Foto: Patricia Hofmeester Flyer: Matty de Vries Met dank aan: VSB Fonds, Stichting Albino, Emma Foundation, Prins Bernhardfonds www.dedamesslier.nl


2

Inhoudsopgave Inleiding Les 1: Een ‘boomhut’ maken van snoeiafval of kranten Les 2: Dancebattle Boomhutcrew-Topshoptorencrew Les 3: Concert met koffiebekertjes Les 4: Zo hond, zo baasje

3 4 8 11 16


3

Inleiding De lessen voor de middenbouw bestaan uit de volgende elementen: <Een hut bouwen van snoeiafval of kranten (beeldend) <Een dancebattle tussen de Boomhutcrew en Topshoptorencrew (dans) <Een concert van koffiebekertjes en roerstaafjes (muziek)
© Lessuggesties middenbouw: Jothea Brouwer/Thuis In Kunst, Winde (november 2012)


4

Les 1: Een ‘boomhut’ maken van snoeiafval of kranten Robin heeft een boomhut. Een eigen plekje, waar alle dromen werkelijkheid worden. Wil jij ook zo’n eigen hut? Maak er één van takken en bladeren, samen met kinderen uit je klas! Wat wil je maken? Een zeeroversnest, legertent of topshoptorenhut? Duur: half uur à drie kwartier, hutten bouwen: dagdeel Werkvorm: klassikaal, tweetallen Kerndoelen: Kunstzinnige Oriëntatie (54, TULE beeldend: ruimte doorstekende vormen), Oriëntatie op jezelf en de wereld (techniek, 45)

Materialen inleiding
Inleiding Heb jij wel eens een hut gebouwd? Of iemand anders uit je klas? Hoe zag die hut eruit? Waar stond hij, waar was hij van gemaakt? Ken je nog andere soorten hutten? Of tenten? Wat voor hut zou jij het liefst willen maken? Een rovershoofdkwartier? Of een pizzahut?

Kern Hutten en tenten staan niet zomaar. Ze hebben een geraamte nodig. Net als de mens. Als wij geen geraamte hebben, zakken we als een plumpudding in elkaar. Zo gaat het ook met een hut of een tent. Hoe maak je zo’n geraamte of ‘constructie’? Probeer het eens uit met een klasgenoot. Gebruik hiervoor kleurpotloden (of lange satéprikkers) en stukjes touw (of elastiekjes). Als jullie willen, mogen jullie het eerst een tijdje zelf uitproberen. Maar jullie mogen ook de aanwijzingen hieronder opvolgen. Tip: leg een stukje keukenrol onder jullie bouwsels, dan glijdt het minder. Bind twee kleurpotloden aan de bovenkant aan elkaar en bekijk: kunnen ze blijven staan? Probeer het nu eens met drie kleurpotloden. Blijven ze nu staan? Hoe zou dat komen? Leg er nog wat meer kleurpotloden tegenaan. Blijven ze nog steeds staan? Dan is het vast een goede constructie. Wat voor tent hebben jullie nu gemaakt? Probeer eens om op hetzelfde te doen met twee korte potloden en één lange. Komt deze vorm je bekend voor? Maak nu twee constructies van drie kleurpotloden. Hoe kun je hiervan een grotere tent maken? Leg er maar eens een potlood bovenop. Blijft hij liggen? Leg er potloden tegenaan met de punten naar boven. Lijkt het al op een tent?


5

Afsluiting Bespreek samen met je klasgenoten wanneer de potloden wel bleven staan en wanneer niet. De hutten van takken kunnen jullie straks op dezelfde manier maken. Wie herkent op deze plaatjes dezelfde constructie als die van de potloden?

Straks gaan jullie hutten maken. Wat zou je nog meer kunnen gebruiken, naast takken en bladeren? Vraag thuis of je ouders iets over hebben - oude kleden, stukken ongebruikte vloerbedekking - wat je maar kunt gebruiken en neem het mee naar school.

Lesoptie 2: Bouw hutten van snoeiafval In deze les gaan jullie naar buiten. In het voorjaar worden de bomen en struiken gesnoeid. Verzamel takken voor de plek waar jullie gaan bouwen.

Materialen
Inleiding Weet je nog hoe je met kleurpotloden een tentconstructie hebt gemaakt? Dan weet je vast nog wel hoe de potloden het beste bleven staan. Als je straks hetzelfde met takken doet, dan heb je eigenlijk al een hut. Hoe maak je de takken aan elkaar vast? Rol er een paar keer stevig touw omheen en leg een knoop. Als je zeker wilt weten dat het goed vast zit, kun je dat met een ‘mastworp’ doen. Die is heel simpel te maken. Juf of meester deelt jullie in in groepjes van vier. Het zou fijn zijn als ieder groepje een volwassen begeleider heeft. Wat neem je nog meer mee? Een rol touw natuurlijk en een schaar. De volwassene krijgt een snoeischaar.

Kern Beslis buiten samen welke constructie jullie kiezen voor jullie hut. Zoek dan een plekje op waar je de hut wilt bouwen. Je kunt een ‘steuntak’ vastbinden tussen twee bomen. Of je neemt één boom als uitgangspunt. Als er geen bomen zijn, of je wilt geen boom als


6 uitgangspunt nemen, dan kun je een tak tussen twee driehoeken binden. Of maak je liever een tipi? Probeer bij elke handeling zo goed mogelijk de taken te verdelen. Als het geraamte staat, kun je dwarstakken aanbrengen als versteviging. Kleed vervolgens de hut aan met takken of kleden. Je kunt er ook een camouflagenet overheen leggen. Die kun je kopen bij een dumpwinkel. De volwassene kan aan de binnenkant van de hut eventueel te veel uitstekende takken wegsnoeien. Bedenk ondertussen wat voor hut het moet worden. Een dennenappelrestaurant of dassenburcht? Of een geheim-agentenschuilplaats? Misschien willen jullie wel een tuinkabouterwinkel maken of een houthakkershoofdkwartier. Bedenk wat voor spullen bij jullie hut horen en kijk eens wat je thuis nog hebt staan. Kom eventueel op een later tijdstip terug om de hut in te richten. Kijk ook eens wat je kunt maken van de stammetjes en takken die er nog liggen.

Afsluiting/presentatie Er komt bezoek! Laat je hut ‘in stijl’ aan anderen zien. Maken jullie een heksennest? Word een toverfee en lok de mensen in je tent. Hebben jullie een beautyfarm? Maak je mooi op en laat mensen wegzinken in heerlijke kussens. Of verwen je gasten met lekker eten in je restaurant. Is het niet mogelijk om je hut aan anderen te laten zien? Maak dan veel foto’s. Maak er een mooie collage van die iedereen kan zien.

Lesoptie 3: Hutten bouwen van krantenpapier Buiten werken aan je eigen hut van takken is natuurlijk het leukst. Maar is er geen snoeiafval voorhanden? Bouw dan een hut van krantenpapier. Door een aantal vellen op te rollen kun je van slappe kranten stevige buizen maken.

Materialen

7

Van vier buizen kun je een wand maken, maar dat is niet zo stevig. Door driehoeken te maken in de wanden worden ze veel steviger. Je kunt ook een hut maken op basis van een driehoek. Plak drie rollen met de uiteinden aan elkaar vast en leg ze op de grond. Plak dan drie rollen aan de bovenkant aan elkaar vast, zodat je een ‘driepoot’ krijgt. Als elke buis uit twee rollen bestaat, krijg je al een flinke hut. Maak je hut vervolgens dicht met krantenpapier. Laat één kant vrij als ingang!

TIP! Zoek in tijdschriften, op internet of in boeken naar plaatjes van bijzondere hutten en gebouwen. Knip, print uit of kopieer, en plak ze op een plaatjesmuur in de klas. Leuke boeken zijn: Het complete boek over hutten bouwen van Louis Espinassous en De boom in! Bouw je eigen boomhut van David Parfitt. Een leuk plaatjesboek over rare gebouwen en allerlei andere ‘gepimpte’ dingen is Eccentric Style van Deidi von Schaewen en Angelika Taschen. In de bibliotheek in het dorp of school zijn vast nog allerlei andere leuke boeken te vinden.


8

Les 2: Dancebattle Boomhutcrew-Topshoptorencrew In De Boomhut vechten zowel mevrouw Van der Linde als Robin voor iets wat ze heel erg belangrijk vinden. Dat gaan jullie óók doen. En wel in ‘the ultimate dancebattle’: de Boomhutcrew tegen de Topshoptorencrew! Duur: 1,5 uur Werkvorm: klassikaal, twee- of drietallen, groepen Kerndoelen: Kunstzinnige Oriëntatie (54, TULE dans: dansen met bestaande en zelfgemaakte passen, samen dans ontwikkelen en presenteren in groepjes)

Materialen
Inleiding Weet jij wat een dancebattle is? Kijk samen met je klas naar een filmpje van het Klokhuis: www.hetklokhuis.nl/tv-uitzendingen onder de ‘d’ (van dancebattle). Presentatrice Dolores krijgt er les! Van 1 minuut 30 tot 2 minuut 50 wordt uitgelegd wat een battle is, en vanaf 9 minuut 30 kun je zien hoe een battle in zijn werk gaat. Eigenlijk is het eenvoudig: er zijn twee teams (‘crews’), die elkaar uitdagen op vrolijke hiphopmuziek met mooie en stoere bewegingen. Belangrijk is dat je ‘attitude’ hebt, dat je laat zien dat je trots bent op wat je doet. Maar het is ook belangrijk dat je respect hebt voor de ander.

Opwarming Loop door de ruimte op rustige (hiphop)muziek, zoals Mr. Wendal van Arrested Development: http://www.youtube.com/watch?v=kyqp2f6VPos. Als juf of meester de muziek stopt, blijf je staan in een ‘freeze’: een bevriezing van de beweging waar je net mee bezig was. Dat herhaal je een paar keer. Vervolgens doen jullie hetzelfde, maar als de muziek stopt gaan jullie staan als een paspop in een etalage. Ook dat doen jullie een paar keer. Daarna lopen jullie weer rond en als de muziek stopt, gaan jullie staan als een boom: brede bomen, gedrongen bomen, met rare wortels of kromme takken tot aan de grond. Gebruik je hele lichaam!

Exploratie Robin had een prachtige boomhut. Hij/zij voelde zich een superheld. Wat voor bewegingen kun je bij een boom of boomhut maken? Bijvoorbeeld: de wind door de bladeren (een briesje of een grote storm), klimmen in de takken (waar staan de takken?, waar houd je je vast?), timmeren, houthakken (met zware bijl of samen met een zaag, zoals in de voorstelling), dieren in de boom (rupsen, kriebelbeestjes, slang). Probeer het uit en let erop dat je niet alleen iets nadoet (zoals het fladderen van een vogel), maar dat je je hele lichaam gebruikt. Wat zou er allemaal in of om de topshoptoren gebeuren? Misschien zit er wel een disco in of


9 een bowling- en kartbaan, wordt er een modeshow gehouden, kun je er skaten, voetballen of laat je zien wat voor mooie kleren je net hebt gekocht. Buiten kun je fietsen (gebruik je hele lichaam, bijvoorbeeld op je rug liggen en fietsbewegingen maken met je benen), autorijden (optrekken, afremmen, sturen, van richting veranderen), de ramen moeten gewassen worden (brede wasbewegingen van hoog naar laag). Laat je fantasie en lichaam maar gaan.

Aanleren ‘crewdans’ Straks gaan jullie in twee- of drietallen verzinnen wat voor bewegingen je verder nog kan of wilt maken. Maar eerst oefen je een ‘crewdans’. Dit is een dansje dat je uitvoert als je je eigen crew ondersteunt bij het battelen. Het is supersimpel! Je kunt er naar hartelust op variëren. Het gaat op de muziek van de Jungle Brothers: What U waitin’ 4. http://www.youtube.com/watch?v=f1-4SlvIlAM&feature=related Ga in een grote kring staan of verspreid door de ruimte. Doe met je rechterbeen een stap naar voren (1) en weer terug (2). Dan doe je met je linkerbeen een stap naar achter (3) en weer terug (4). Dat is alles! Je kunt er nog allemaal bewegingen bijmaken. Doe bijvoorbeeld in plaats van een stap met je rechterbeen een schop. Breng je handen eens naar buiten, omhoog en langs je lichaam weer naar binnen. Of leg je handen kruislings op je schouders. Als leden uit je crew gaan battelen, trek dan van alles uit de kast om ze te steunen! Bijvoorbeeld: Steek op de derde tel (als je je linkerbeen naar achter doet) je handen in de lucht en juich. Of steek twee handen in een stoer gebaar naar voren, met alleen je middelvinger, wijsvinger en duim. Wat jij maar lekker en/of stoer vindt.

Twee- of drietallen Waar voel jij je het meeste thuis? In de Topshoptoren- of de Boomhutcrew? Misschien deelt juf of meester jullie in. Daarna gaan jullie zonder muziek in twee- of drietallen (dat hangt af van de grootte van jullie groep) een paar minuten oefenen op eigen stukjes. Probeer bewegingen uit en beslis wat jullie gaan doen. Ga je uit je bol in de Topshoptorendisco? Of klimmen jullie in bomen en hakken jullie hout?

Oefenen in crew Ga met je eigen crew in een kring staan. Beslis wie als eerste, tweede, derde, enzovoort gaat. Jullie gaan de dansjes aan elkaar laten zien en het crewdansje oefenen op de muziek (What U waitin’ 4). Elk drietal laat vervolgens zijn of haar dansje zien. Moedig elkaar aan door flink je crewdans te dansen. Laat zien dat jullie trots zijn op jullie ‘crew’.


10

The ultimate dancebattle: Topshoptoren tegen Boomhut Spreek af welk team begint. Het nummer duurt ruim vier minuten, dus ieder twee- of drietal heeft genoeg tijd om op de middenvloer te staan, bewegingen te maken en terug te keren naar de eigen crew. Misschien kan ieder drietal nog wel een keer! De crews gaan om en om. Als jouw crew aan de beurt is, moedig ze aan in een uitbundige crewdans. Laat de ‘tegenstander’ zien dat de Topshoptoren de leukste plek is om te zijn. Of ben je fan van de Boomhut? Als jullie klaar zijn met battelen, geef je je ‘tegenstanders’ een grote ‘highfive’.

TIP! Doe, voordat je gaat dansen, met je crew een ‘raketje’. Dat is goed voor het teamgevoel. Ga in een kring staan en leg je handen op elkaar, vlak boven de grond. Beweeg je hand langzaam naar boven en ga ook met je stem van laag naar hoog. Stuur je raket hoog de lucht in! Als je gaat battelen voor publiek, kun je misschien nog nadenken over ‘crewkleding’. Welke kleding past bij de Topshoptorencrew? En bij de Boomhutcrew?


11

Les 3: Concert met koffiebekertjes Mevrouw Van der Linde maakt er maar een potje van. Haar plastic koffiekopjes gooit ze gewoon op de grond. Als iedereen dat straks in die topshoptoren gaat doen, zou het een mooie boel worden! Duur: twee lessen van een uur Werkvorm: klassikaal, groepjes Kerndoel: Oriëntatie op jezelf en de wereld (37, 39) en Kunstzinnige Oriëntatie (54, TULE muziek: maat en eenvoudige ritmische patronen, spelen van tegenstellingen, speelstukje ontwerpen, annotatie)

Materialen
Lesoptie 1: Wat kun je met afval? Vooraf: Ga samen met je klas een kwartiertje naar buiten. Neem een vuilniszak, loop op het schoolplein of om de school heen en ruim zoveel mogelijk spulletjes op die mensen hebben weggegooid.

Inleiding Bekijk ‘de buit’ met je klasgenoten. Iedereen is een Reuzerommelraper! Maar wie heeft het meeste afval gevonden? Die krijgt als ‘Superreuzerommelraper’ een mooie prijs (‘gepimpte’ medaille van een lipje van een colablikje o.i.d.). Waarom zou je een prijs moeten verdienen met het opruimen van rommel? De natuur werkt al het afval uiteindelijk weg. Maar dat duurt soms wel een tijdje. Houd een kwisje met je klas. Hoelang blijft een weggegooid appelklokhuis liggen? En een patatbakje? Een blikje fris? Een bananenschil?

Mevrouw Van der Linde gooide zomaar haar plastic koffiebekertje op de grond. Wat had ze beter kunnen doen? Maar nu ze het toch heeft weggegooid…kun jij er misschien nog wat mee!


12

Kern Leg het afval waar het hoort: in de vuilnisbak. Geef iedereen in je klas een plastic koffiebekertje en een roerstaafje. Hiermee kun je heel goed muziek maken. Probeer maar eens om zoveel mogelijk geluiden eruit te halen. Begin te roeren met het staafje. Hoe klinkt dat? Wat kun je allemaal nog meer? Laat na vijf minuten aan juf of meester horen welke geluiden je allemaal gevonden hebt. Misschien ontdekken jullie samen dat je mooie geluiden krijgt als je: • met een koffiestaafje roert • met het staafje aan de zijkant raspt • op de onderkant van het bekertje ‘drumt’ (ook met je vingers) • met de onderkant (of bovenkant) van het bekertje ronddraaiende bewegingen maakt op je tafelblad • het bekertje zachtjes laat vallen • het bekertje licht verfrommelt • op de randen blaast • de rand ‘breekt’ en het bekertje openscheurt tot de bodem • het bekertje schudt nadat je er allemaal repen in hebt gescheurd • …en misschien nog wel veel meer! Waar doen de geluiden je aan denken? Aan de wind, of regen, of krakende voetstappen? Maak dan samen met je tafelgroepje een klein verhaaltje. Verwerk hierin de volgende elementen: wind, regen, onweer, lopen (of rennen) en: ‘Wat hoor ik?!? Een eng geluid!’ Maak samen met de bekertjes klanken om jullie verhaaltje ‘kleur’ te geven.

Afsluiting Presenteer je klankstuk aan de klas. Luister ook goed naar de anderen. Wat vond je mooie geluiden? Pasten ze goed bij het verhaaltje? Jullie zijn niet de enigen die muziek maken met koffiebekertjes. Kijk eens op: http://www.youtube.com/watch?v=_RlzIFLLpAI http://www.youtube.com/watch?v=ubQkajDEXfw

Lesoptie 2: Zing Het Boevenlied met een koffiebekertjesconcert

Inleiding: Het Boevenlied Weet je nog welke geluiden je uit koffiebekertjes kon halen? Straks ga je met je klas een muziekstuk maken met koffiebekertjemuziek op Het Boevenlied. Je kunt het vinden in de bundel Eigenwijs, blz. 234. Vraag of juf of meester het je aanleert.


13 Het Boevenlied

Tekst en muziek: Nico Smit

Bij ‘Of zijn er boeven gekomen?’ staan kruisjes. Het is misschien verleidelijk dit luid te roepen, maar probeer eens te fluisteren. Klinkt dat niet veel spannender?

Kern: Ritmes en geluiden toevoegen Als je het liedje een paar keer hebt gezongen, ga je er een ritme bij maken. Dat kun je bijvoorbeeld doen door met het roerstaafje raspbewegingen aan de zijkant van je bekertje te maken. Bij ‘Stil, geen geluiden…’ hou je op met raspen. Je gaat weer verder bij ‘Zou het de wind of de regen?’, tot aan ‘Of zijn er boeven gekomen?’


14 Aan het begin van het liedje staat ‘Kch… kch…’ Een paar kinderen (twee tafelgroepjes) kunnen daarbij zacht met hun koffiebekertje kraken. Dat doen ze elke keer als er ‘Kch… kch…’ staat, behalve dus bij ‘Stil, geen geluiden maken!’ Bij ‘Zou het de wind of de regen, een kat of een egeltje wezen?’ raspt en kraakt iedereen. Kijk nu eens naar ‘Hoor ik de keukendeur kraken?’ Bij ‘kraken’ kunnen een paar kinderen (één of twee tafelgroepjes) de rand van het koffiebekertje breken en naar beneden opentrekken. Bij ‘Of zijn er boeven gekomen?’ tikt iedereen het ritme mee aan de onderkant van het bekertje (met roerstaaf of vinger). En dan nu het sluitstuk. Nadat je ‘Of zijn er boeven gekomen?’ hebt gefluisterd en getikt, houd je één tel rust (als je in de tekst vertraagt, is het nog spannender). Dan klap je met een groots gebaar je bekertje in elkaar. Vervolgens ga je kraken met de resten van je bekertje. Laat het gekraak zachtjes uitsterven. Als je precies wil weten wat je wanneer moet doen, kun je onderstaand schema volgen. Juf of meester kan het ‘notenschrift’ op het bord zetten en het concert zo ‘dirigeren’. Kraken?

Rare geluiden… KCH KCH

Of zijn er boeven gekomen? √ √√√√√

nn

KCHKCH

KCHKCH KCHKCH KCHKCH

Maar misschien heb je zelf allemaal andere ideeën. Probeer ze gerust uit.

Afsluiting/presentatie Als je een presentatie geeft, kun je het liedje aankondigen met een klankspel. Juf of meester, jij of iemand anders uit je klas kan het inleiden met een verhaaltje. Het kan iets zijn als: Het is een gure nacht in de winter. Je ligt in je bed, en de wind waait om het huis - maak met een paar kinderen windgeluiden door (bijvoorbeeld) met de onderkant van je bekertje rondjes te maken op een tafel of door de bovenkanten van twee bekertjes tegen elkaar aan te schuren. De regen zwiept tegen de daken - de andere helft van de klas begint zachtjes met een bekertje, dat al in repen is gescheurd, te schudden. Jullie schudden steeds harder en dan weer zachter. Onweer galmt door de straten! - kinderen laten hun bekertjes vallen op de grond. Het is er niet pluis… - de ‘krakers’ beginnen zachtjes te kraken met hun bekertjes. Het regenen (schudden met bekertjes in repen) sterft langzaam weg… Vervolgens begint het liedje zoals jullie hebben geoefend. Dat klinkt vast superspannend. En wat doen jullie met de bekertjes als het liedje klaar is? Juist, in de prullenbak!


15

TIP! Wil je Het Boevenlied begeleiden met meer afvalmateriaal? Bind een touwtje door het lipje van een frisblikje. Als je twee blikjes tegen elkaar aan slaat, krijg je een grappig ‘ploink’ geluid, net of er een druppel water valt. En plak eens het bovenste stukje van een colafles op een stuk tuinslang. Als je er met ontspannen lippen in blaast, is het net een trompet. Het klinkt nog beter als je aan de andere kant de bovenkant van een colafles plakt. Dit werkt als een trechter en versterkt de klank. Je kunt ook een paar flessen vullen met water en daar met een potlood of stokje tegenaan tikken. Je hoort dan verschillende - glazige - tonen. Als jullie dit gebruiken in je klankspel of liedje, klinkt het vast heel bijzonder. Maar je kunt natuurlijk ook heel goed afval mee van huis nemen en kijken wat voor geluiden je eruit kunt halen. Maak daar samen met de anderen je zelf verzonnen geluiden bij op Het Boevenlied.


16

Les 4: Zo hond, zo baasje Het hondje van de buurvrouw, Sorbo, lijkt veel op zijn/haar baasje. Of is het andersom? Sorbo heeft een strikje, baasje heeft een strikje. Sorbo heeft dreadlocks, baasje heeft ze ook. Sorbo is gemaakt van… een zwabber! In deze les pimp je je eigen zwabbersorbo en laat je hem op je lijken. Duur: 1 uur, exclusief modeshow Verwerking: klassikaal, individueel Kerndoelen: Kunstzinnige Oriëntatie (54, TULE beeldend: omwikkelen, vlechten, knopen, werken met textiel)

Materialen
Inleiding Wie van je klasgenoten heeft een hond thuis? Lijkt die hond ook op zijn baasjes? Doet hij ook wel eens wat zijn baasjes doen? Je hebt vast wel eens gehoord dat honden en hun bazen op elkaar gaan lijken. Het is zelfs wetenschappelijk onderzocht en bewezen! Kijk maar eens naar Sorbo en zijn baasje uit de voorstelling. Hetzelfde haar, en allebei een strikje. Geloof je het niet? Kijk maar eens naar deze foto’s (Google afbeeldingen: zo hond, zo baas).

Dit filmpje mag je eigenlijk ook niet missen: http://www.telegraaf.nl/video/video_opmerkelijk/10946853/Zo hond zo baas.html Sorbo, de hond uit de voorstelling, is eigenlijk een zwabber (een soort dweil) met een strikje en een touwtje. Straks ga jij je eigen zwabbersorbo pimpen. Je doet dat met een zwabber, ijzerdraad en allemaal leuke ‘pimpdingen’. Werken met ijzerdraad is makkelijker dan het lijkt. Rol maar eens een stukje om je vinger. Lukt dat? Dan lukt het ook met een zwabber. Probeer ook een stukje schuurspons of kralen aan het ijzerdraad te rijgen. Lukt dit ook? Dan ben je klaar om je Sorbo te maken! Als hij af is, ga je accessoires maken om Sorbo op jezelf te laten lijken. Weet je niet wat dat zijn, accessoires? Kijk dan maar eens naar dit vrolijke filmpje. Je kent het vast wel: http://www.disney.nl/Films/Chihuahua/


17

Kern Bij elk tafelgroepje ligt een rol dun ijzerdraad en scharen. Er staan ook bakjes met ‘rijgbare’ materialen: kralen, knopen, goedkope schuursponsjes, penne rigate pasta, etc. en touw of lint. Iedereen krijgt een zwabber (die kun je bij de Blokker, de Hema of een bouwmarkt kopen).

Zwabber pimpen Je mag je zwabber ‘pimpen’ zoals je wilt. Gebruik daarbij de rijgmaterialen. Je knipt een stuk ijzerdraad af en steekt dat bijvoorbeeld door een stukje schuurspons (knippen) en dat bind je aan de slierten van de zwabber. Een paar tips: <Maak ‘Pippi Langkousstaartjes’: om een paar slierten zwabber wikkel je ijzerdraad van boven naar beneden. Je kunt deze ‘staartjes’ alle kanten op buigen. Rijg, voordat je gaat wikkelen, een stuk of paar stukken rijgmateriaal aan je ijzerdraad. <Je kunt vlechtjes maken. Vlecht bij één sliert ‘zwabber’ een stukje ijzerdraad mee en je vlechtje krijgt pit! <Je kunt er lint of wol doorheen rijgen of knopen
Accessoires Na ga je accessoires maken. Oorbellen, een armband, ketting, hoofdband, haarstrikjes, enkelband, riem, ring, wat je maar wilt. Gebruik het ijzerdraad en de rijgmaterialen. Zorg dat je dezelfde materialen gebruikt als op je sorbozwabber, want je moet wel kunnen zien wie het baasje van het hondje is.

Afsluiting Ben je klaar? Dan gaan jullie een modeshow lopen met je hond. De muziek van Beverly Hills Chihuahua is hier vast heel vrolijk bij. En denk je ook aan een drollenzakje? Stel je voor dat hij poept…

TIP! Wil je geen oorbellen, ketting, hoofdband of wat dan ook maken? Neem dan een pet mee van huis, een muts of een zonnebril. Deze kun je ook heel goed pimpen. Misschien heb je nog wel een 3D bioscoopbrilletje over.


BOOMTOP of TOPSHOP? Lessuggesties voor de middenbouw bij de theatervoorstelling De Boomhut De Dames Slier

Recommend Documents