Bolivia & Peru Vakantie 1998 Donderdag 17 september 1998 Acht uur opgestaan en aangekleed. Sita kwam om 09.00. Half tien mijn auto naar Garage Beemsterboer gebracht. Peter bracht me met mijn auto weer terug. Bij de ABN/AMRO bank bij Middenwaard weer afgezet. US$ 500 cash gehaald, via bakker Schoon (2 koffiebroodjes) terug naar huis gelopen. Sita heeft nog mijn safari overhemd gestreken en is om 12.00 naar huis gegaan. Inmiddels de koffer gepakt en gedoucht. Margareth en de kinderen kwamen rond half drie afscheid nemen. Kwart over drie arriveerde Helma om me naar Schiphol te brengen. Half vier vertrokken we, een leeg huis achterlatend. Moppie is niet bij Ank, maar zit bij moeder op schoot. Kwart over vier was ik op Schiphol. Bij balie 15 was nog niemand van Djoser, maar inmiddels kwamen er op het oog diverse Djoser reizigers binnen. Twee groepen, de Bolivia/Peru groep en een groep die naar Brazilië reist. Beide hebben hetzelfde vluchtschema. De hostess van Djoser kwam pas om 16.00 en wist eigenlijk niet wat ze doen moest. Volgens haar moesten we inchecken bij de Varig balie in de nieuwe vertrekhal, maar volgens de brief moesten we bij een KLM-balie inchecken, omdat we eerst met de KLM naar Parijs vliegen. Aarzelend begreep ze intussen de situatie. Het uitdelen van de tickets ging ook al niet goed. Ze lagen niet op alfabetische volgorde. Al met al: Djoser voorbereiding: een 4. Ondertussen hoorde ik een meisje met de naam Debby Dekker, de dochter van Jan en Riet, 2 jaar geleden ontmoet tijdens de Zijderoute en Tibet reis. Dit had ik al eerder gehoord van Jan en Alied, die op dit moment met Jan en Riet door Peru reizen. Zaterdag 3 oktober a.s. ontmoeten we elkaar in Cuzco. Deze afspraak heb ik met Alied gemaakt. Debby is met een vriendin op reis en het lijken me nogal een tweetal blagen. Daar ben ik weer met mijn vooraf ingenomen standpunten, die achteraf meestal fout zijn, maar soms ook wel goed. Het inchecken ging vlot en mijn bagage werd doorgelabeld naar Santa Cruz (code VVI). Vlucht KL1243 zou om 19.15 vertrekken vanaf gate C4. Nog even snel 2 halve liters Red Label gekocht. Gate C4 is bedoeld voor Schengen landen, dus ik moest weer door de douane. Erg verwarrend. Oplossing: gewoon weer paspoort controle invoeren. Het toestel (Boeing 737/400 genaamd "Marconi") vertrok geheel gevuld een half uur te laat. Ik had een aisle seat, maar de steward vroeg mij ergens anders plaats te nemen. Een tussenplaats B. Een slechte ruil, maar voor een vlucht van 3 kwartier niet zo'n probleem. Ik kwam tussen 2 medereizigers te zitten: Mario Courtin uit Keinkenszand en Huguette Diels uit Belgie. Voor vertrek had ik al onder het genot van een groot glas bier, kennis genomen met Anneke en Wim van Dorp uit Purmerend en Jacqueline en Frans van Rooyen uit Spijkenisse. Even na half negen landden we op Charles de Gaulle 1. We hadden twee uur de tijd om over te stappen. Het vinden van de transferbalie is op dit vliegveld een crime. Überhaupt een lelijk en onoverzichtelijk vliegveld. Mario en ik hadden het als eerste door en stonden als eerste bij de juiste balie. Het wachten was op het vliegtuig (uit Zürich) en het invoeren van de juiste gegevens in de computer, voordat er ingecheckt kon worden. Mario en ik vroegen elk om een aisle of window seat, maar kregen uiteindelijk 2 plaatsen naast elkaar, waarvan 1 aisle seat. Niet zo'n goede plaats, want onze stoelen stonden aan het einde van een compartiment en konden dus niet versteld worden. De overige leden van de groep waren nogal upset, daar de echtparen, stellen en vrienden niet bij elkaar gezet werden, maar verspreid door het vliegtuig. Vooral Debby en haar vriendin maakten zich daar nogal druk over en even later zaten ze dus toch naast elkaar. Vlucht RG727 van de maatschappij Varig uit Brazilië was te laat binnen, maar vertrok slechts 10 minuten te laat. Alleen het taxiën duurde 20 minuten, zodat we alsnog met een halfuur vertraging vertrokken. Het toestel was een MD11 en de vlucht (ca. 10 uur) verliep zonder noemenswaardige problemen. Het was zeer warm aan boord, het eten redelijk, de bediening vriendelijk, maar niet erg attent en traag. Vrijdag 18 september 1998 Te laat vertrokken en toch 5 minuten te vroeg arriveren. Het gebeurde en in het donker landden we om 05.10 op het vliegveld Guarulhos van São Paulo. De instapkaarten voor de vlucht naar Santa Cruz hadden we in Parijs al gekregen. Een minpuntje is dat we vier en half uur moeten wachten. Ook nu weer vertrokken we een half uur te laat. Een Boeing 737/300 van Varig vloog ons in 2 1/2 uur naar Santa Cruz de la Sierra (dat is de officiële naam). Van begin tot eind was het zwaar bewolkt. Wat opviel was de prettige bediening,
1
t.o.v. van onze vorige vlucht. De rokers mochten na 1 uur vliegen gaan beginnen!? Tijdens de landing viel het me op dat het hard waaide, in een overigens weinig tropisch doch saai en vlak landschap. Het vliegveld is modern en uitgerust met slurven. De douane formaliteiten werden door een vriendelijke douanier vlot afgewerkt en de koffers verschenen alras. Onze tourleader, Hilde-Marie, stond ons op te wachten en met een busje reden we over een goede weg naar de stad. Onderweg nog wel even een rugzak van het dak af gevallen. Midden in de stad, vlakbij het centrale plein "Plaza 24 de Septiembre", werden we ondergebracht in hotel Bibosi. Mario en ik kregen kamer no. 16. Mario werd voor de rest van de reis mijn vaste kamergenoot. We kregen een uur om the douchen, waarna Hilde-Marie ons informatie gaf over de reis. Ze vroeg om een fooienpot beheerder, wat ik na een niet zo slimme opmerking op me nam. Het bedraagt ca. US$ 20 per persoon, wat overeenkomt met 100 Bs (Bolivian Bolivianos). Hierna heeft iedereen zich voorgesteld. Afgesproken is om vanavond gezamenlijk te gaan eten en om 19.00 in de lobby te zijn. Inmiddels was het buiten behoorlijk gaan regenen. Iedereen haalde zijn regenjas en ging op pad. Als eerste gingen we bijna allemaal naar de Mendicambio om geld te wisselen. Twee Amex TC's van US$50 per stuk leverde 544 Bs. op. Met Mario zijn we daarna de omgeving van het plein gaan bekijken. Niet veel bijzonders, ook vanwege de regen. Wel even een heerlijke saltena gegeten met koffie. Uiteindelijk toch nog twee luiaards in de bomen van het plein gezien. Met een bus gingen om 19.00 richting restaurant: El Camba Futre. Gauw naar binnen want het was koud en waaide hard. De muziek speelde buiten (ze wilden niet binnen spelen en wij niet buiten eten). Aan een lange tafel, met Hilde-Marie aan het hoofd, zaten we allemaal. Ik bestelde geroosterde pollo con chorizo. Het bleek een spies met inderdaad een stuk kip en een chorizo worstje. Verder zaten er nog twee stukken rundvlees aan. Het vlees was erg goed. De bijlage bestond uit een stuk cassave (tapioca), wat sla, groenten en rijstepap. Rond 21.00 vertrokken we, na de bus uit de fooienpot te hebben betaald (135 Bs.) en om 21.30 waren we terug in het hotel. Ik denk dat het 22.00 was, dat ik eindelijk ging slapen. Zaterdag 19 september 1998 Om 07.00 klaarwakker en opgestaan. Ontbijt op de top-floor van het hotel. Het is koud, bewolkt en winderig. Niet wat je zou verwachten in een tropisch gebied. Om 12.00 zouden we naar het vliegveld gaan om naar Sucre te vliegen. Gisteren werd er nog gestaakt, maar vandaag schijnt dat weer afgelopen te zijn. De vlucht gaat via Cochabamba. De ochtend konden we gebruiken om Santa Cruz verder te verkennen. Mario en ik liepen naar de "Mercado Los Pozos". Een overdekte en goedbezochte markt. Veel eetstalletjes waar vele hun ontbijt (soep hoofdzakelijk) tot zich namen. Verder heel veel taarten in allerlei soorten en vormen; o.a. een groene als voetbalveld. Verder veel groente, fruit, vlees en heel belangrijk kaas (queso). Met een minibusje zijn we daarna naar de dierentuin gegaan, een voor Latijns Amerikaanse begrippen een redelijke zoo. Belangrijkste dieren zijn condors, papagaaien, jaguars en poema's. Het blijft zielig al die dieren in kooien en achter tralies te zien. Om 11.30 terug in het hotel. Er hing een briefje met de mededeling dat we om 12.30 zouden vertrekken. Het busje vertrok ook om die tijd. Hilde-Marie vertelde dat er problemen zijn met onze tickets. Het reisbureau zegt dat er geen problemen zijn, de maatschappij zegt het tegenovergestelde. Op het vliegveld aangekomen stond er een enorme menigte. De vluchten naar Sucre gingen niet door vanwege het weer. Hier bleek ook dat we niet met AeroSur zouden vliegen maar met LAB. Weer een wijziging in het originele reisplan. Er stond een enorme rij (ca. 50 meter) richting incheckbalie van LAB. We hadden gehoopt naar Cochabamba te vliegen en daar wel weer verder te zien. De maatschappij weigerde dit, omdat ze dan een hotel in Cochabamba voor ons moeten regelen en betalen. Onverrichter zake gingen we weer terug naar het Bibosi hotel in Santa Cruz. De stemming daalde zienderogen en bij sommigen begint de kritiek steeds luider te worden. Hoe zal dit aflopen? We konden niet allemaal meer in het hotel ondergebracht worden. De groep werd verdeeld. Een deel ging naar de buren hotel Amazonas en een ander naar hotel Roma. Mario en ik kregen weer onze oude kamer nr. 16. Grappig om te horen hoe sommige 'stelletjes' niet in een tweepersoons bed willen slapen. Die middag in de lounge van het hotel gezeten en de diverse mogelijkheden besproken. Er is sprake van een extra vlucht morgen naar Sucre. Morgenochtend om 08.30 horen we meer. Dia avond bijna met de gehele groep gegeten in het Mexicaanse restaurant Chico. Zo op het oog lijkt Hilde-Marie zich geen zorgen te maken. Ik ben benieuwd wat er morgen gaat gebeuren.
2
Zondag 20 september 1998 Vroeg op en wederom ontbijt op de 4e verdieping. Zelfde ontbijt, maar nu met een extra eitje. Naar de lounge en wachten op bericht. Even na half negen bericht dat het toch nog even gaat duren. Om 10.00 het positieve teken. Om 11.00 een extra vlucht naar Sucre. Snel verzamelen en met de bus in sneltreinvaart naar het vliegveld. Snel inchecken. De vrouw van het lokale reisbureau had het er maar druk mee. Haar man, werkzaam bij LAB, hielp ook mee. De security moest nog even opgetrommeld worden. Bij het passeren omhelsden Hilde-Marie en de vrouw van het reisbureau elkaar. Beide opgelucht dat het gelukt was. Met een busje werden we naar een Boeing 727/200 van LAB gebracht. Tien minuten voor vertrek stapten we in. Ik verwachtte een praktisch vol vliegtuig aan te treffen, met allemaal passagiers die op ons zaten te wachten. Tot mijn verbazing was het vliegtuig leeg! Het leek wel een speciale charter vlucht speciaal voor Djoser. Slechts een vijftal Bolivianen stapten na ons in. Ik begrijp hier niets van. Eergisteren staking, gisteren slecht weer en nu een leeg vliegtuig, die we maar net op tijd hebben gehaald. Enfin, het is toch ook wel leuk; de vlucht trouwens ook. De start ging tegenwind (het waaide nog steeds hard, maar de lucht begon te breken) en even later kregen we in de lucht een drankje. Ik verwende mezelf en nam een whisky. Dit bleek een 5-dubbele te zijn. Even later, een helder blauwe lucht en een prachtig panorama over de bergen. De landing heb ik gefilmd met in de ene hand de camera en in de andere het glas whisky. Mooi weer in Sucre. Eindelijk het vakantiegevoel. Er stond al een busje op ons te wachten, die ons meteen naar Tarabuco bracht. De ochtendmarkt hadden we die dag gemist, maar er was nog voldoende tijd over om daar naar toe te gaan. Tarabuco ligt op 3 uur rijden op 3200 meter. Laat in de middag gingen we terug naar Sucre, waar we in het Grand Hotel incheckten. Mooi hotel met veel binnenplaatsen. Mario en ik kregen kamer no. 1. Die avond weer met zijn allen gegeten. Restaurant Suizo met Zwitserse specialiteiten. Hilde-Marie en ik namen kaasfondue! De fondue was heerlijk, het brood niet. Daarvoor heb je toch eigenlijk neutraal stokbrood voor nodig en geen Boliviaanse cadet. We zaten vlakbij Huguette uit België en Hilde-Marie vroeg om moppen over Hollanders en over de domme Belgen en zuinige Hollanders. Mijn mopje over de domste negers (die komen uit Belgisch Kongo) werd niet begrepen ?! Tweemaal was er een optreden van een Boliviaanse band, bestaande uit 4 muzikanten, die originele Boliviaanse muziek speelden. De trommelaar kon nauwelijks op zijn benen staan. Of hij was dronken of high van de coca (of beide). Hij sloeg vaak uit de maat of er gewoon naast. Uiteindelijk viel hij dus ook om. Maandag 21 september 1998 Half acht opgestaan, ontbeten en samen met Mario naar de Bank Nacional. Wederom 2 Amex TC's a US$ 50 ingewisseld. Opbrengst: 530 Bs. Iets minder dus dan de vorige keer. Boven op een heuvel aan de rand van de stad, ligt het Recoleta klooster. Na 20 minuten lopen waren we daar, waar je een mooi uitzicht hebt over de stad. Andere leden van de groep waren er ook. Hilde-Marie kwam ook aangelopen en samen met haar hebben we een rondleiding door het klooster en het bijbehorende museum gedaan. Erg praktisch, want Hilde-Marie kon alles voor ons vertalen. In de kerk stond een rij met martelaren, gekruisigd en doorboord met een lans, wat de priesters en missionarissen voorstellen die zijn omgebracht in de 17e eeuw in Nagasaki. Daar staat ook zo'n monument (gezien in 1994). Na het bezoek aan het klooster zijn we teruggekeerd naar de stad om daar door het centrum te slenteren. Toch wel een mooie, oude koloniale stad. Niet voor niets onderdeel van de UNESCO World Heritage list. Het centrale plein is zeker de moeite waard. Levendig en gezellig. Even verderop ligt de centrale markt, alwaar ik een kaas (koemelk) heb gekocht. Geluncht hebben we op het balkon van het Plaza restaurant, tezamen met Wendy en Huguette. Een smakelijke en royale maaltijd. Rond 15.00 vertrokken we met een bus richting Potosi. Vlak buiten Sucre nog een merkwaardig gebouw bewonderd, gemaakt door iemand met teveel geld. Het gebouw herbergt 3 architectonische stijlen: Europees, Islamitisch en Chinees. De weg naar Potosi is erg goed en ook erg mooi. Vooral veel klimwerk om de Altiplano te bereiken. Tegen 19.15 arriveerden we in Potosi, de hoogste stad van de wereld, op ca. 4090 meter. We overnachtten in het Gran Hotel. Mario en ik in kamer 31, met een badkamer zonder gordijnen aan de voorkant. Iedereen kon ons zo zien. Het diner vormde die avond een probleem. Nergens in de buurt konden we een geschikt restaurant vinden. Het hotel bevindt zich redelijk ver buiten het centrum, dus veel keus hadden we ook niet. Uiteindelijk hebben we bij een pollo restaurantje (een soort take-away) gegeten, bestaande uit 2 tafeltjes, een kok c.q. ober en 4 kinderen. Of te wel een kleine zelfstandige, de moeder met als hulp de 4 kinderen. Iedereen nam een halve kip met patat.
3
Dinsdag 22 september 1998 Na het ontbijt werden we om 09.00 opgehaald door een truck opgehaald, waar we allemaal op konden staan. Hij bracht ons via Potosi naar de voet van de Cerre Rico. Daar is een mijnwerkersmarkt waar onze gids van alles kocht. Je kan daar o.a. dynamiet, ontstekers, KClO3, sigaretten, maar vooral cocabladeren kopen. De truck bracht ons verder naar de Rosario mijn op ca. 4400 meter hoogte. Negen leden van onze groep durfden het aan om de mijn te bezoeken. We kregen laarzen en belangrijker een helm en een carbidlampje. De tocht duurde ca 1½ uur en we zijn voor mijn gevoel erg diep (horizontaal) de mijn in geweest. We zijn ook nog 1 niveau (van de 6) afgedaald. In de mijn wordt hoofdzakelijk gezocht naar zilver, tin, zink en lood. Het is er erg ongezond en we hebben zelfs in een wolk arseendamp gestaan. Ikzelf mocht eenmaal proberen een gat te maken, waar dan een staaf dynamiet in geplaatst wordt. Dat valt niet mee. Het graniet is keihard. Tevens hebben we de god van de mineralen bezocht. Tio (is oom) genaamd. Deze nogal op een duivel gelijkende godheid, eigenaar van de ertsen, beschermt de mijnwerkers tegen Pachamama (de moeder God). Hij is hiertoe uitgerust met een goedgeschapen geslachtsdeel, om moeder aarde te bevredigen. Na het bezoek aan de mijn werd er buiten nog voor ons een proefontploffing gehouden. Met de truck werden we naar een privé-woning gebracht, waar we hebben geluncht. Deze was zeer uitgebreid. Soep, lamskoteletten, zoete aardappelen en een vies toetje. Als laatste onderdeel van de toer van die dag, stond een bezoek aan de warme bronnen van Tarapaya op het programma. Op 25 km. buiten Potosi ligt een bijna perfect rond meertje (oude krater?) met een doorsnede van ongeveer 50 meter. Het meertje wordt gevoed door een vulkanische bron en heeft een constante temperatuur van 30 graden. Praktisch iedereen nam er een duik. Fantastisch gevoel in een prachtige omgeving. De truck bracht ons terug naar het hotel en verder naar het centrum. Bij het postkantoor heb ik 20 ansichtkaarten gekocht (à 2 Bs.) en postzegels (6 Bs. per kaart). Daarna met Karin, Marga, Jacqueline, Mario en ik iets gedronken bij Las Vegas. Aan het centrale plein in een restaurant een pizza gegeten. Met een taxi voor 6 Bs. terug naar het hotel. Woensdag 23 september 1998 I.p.v. 10 uur vertrekken we om 12 uur naar Uyuni. Samen met Mario en Hilde-Marie zijn we met een busje naar het centrum gegaan. Mario en ik hebben het Casa de la Moneda bezocht. De gids sprak alleen Spaans, dus halverwege hebben we de rondleiding verlaten. Inmiddels weer Hilde-Marie ontmoet en gedrieën een klooster bezocht. Na bemiddeling van Hilde-Marie mochten we de bijbehorende kerk bezoeken. Daarna over de markt geslenterd, waar ik een haarspeld voor Nienke heb gekocht. Voor vertrek naar Uyuni heb ik nog een vieze saltena gegeten. Voor onderweg 3 broodjes gekocht, die ter plekke van een gebakken ei werden voorzien. De reis naar Uyuni duurt ca. 6 uur en is werkelijk prachtig. Na 2 uur rijden, hebben we langs een riviertje (de eerste heldere) geluncht in een mooie vallei. We waren van te voren door HildeMarie gewaarschuwd over het hotel Aveniedo in Uyuni. Rond kwart voor zes reden we het plaatsje in, wat mij doet denken aan het postnucleaire tijdperk. Mario en ik kregen kamer 22. Douche en toilet op de gang. Met zijn allen gegeten in een restaurant om de hoek. De tomatensoep was goed, mijn pizza bevatte de haar van de dag. Iedereen had wel eens een haar in zijn eten. Altijd een lange zwarte! Op tijd naar bed, want morgen wordt het een interessante dag. Het zou die nacht ook koud worden. Irma, Debby en Hilde-Marie kwamen op onze kamer hun thermosondergoed showen. De videoband toont meer, dan ik hier kan beschrijven. Donderdag 24 september 1998 Bij het opstaan was het koud. Tijdens de nacht heb ik er geen last van gehad. Maar wat wil je met 8 kg. dekens op je. Ik heb me geschoren, tanden gepoetst en me eenvoudig gewassen. Dat lijkt me wel genoeg voor de komende dagen. Vanavond slapen we op de Salar de Uyuni en de omstandigheden zijn daar nog primitiever (en naar het schijnt nog kouder). Na het ontbijt, in hetzelfde restaurant als waar we gisteravond hebben gegeten, gingen we op pad. We begonnen met een aantal "kleine" bezienswaardigheden. Als eerste een treinenkerkhof. Een bijzonder gezicht langs het traject naar Chili. Hierna naar Cholcatatyua aan de rand van het zoutmeer. Hier staan kleine zoutfabriekjes die het grove zout drogen, jodium toevoegen en het malen tot keukenzout. Vlak daarbij hebben we een lagere school bezocht. Van te voren hadden we voor 100 Bs. schriften en pennen gekocht, die Hilde-Marie aan de juffrouw gaf. De kinderen vonden het prachtig en zongen voor ons in de klas. Na een half uurtje vertrokken we weer en kon de juffrouw de orde weer herstellen. Hierna was het grote moment aangebroken; we reden de Salar de Uyuni op. Een zoutvlakte ter grootte van de provincie Utrecht. Magnifiek gezicht, een witte vlakte met in de verte het omringende gebergte. Hier en
4
daar sijpelt er lucht en water door het zout naar boven. Een van deze plekken - de ogen - hebben we eerst bezocht. Daarna richting westen, via het hotel Playa Blanca, waar we vannacht gaan slapen. Dit hotel is praktisch geheel opgebouwd uit zoutblokken. Zo ook de bedden, tafels en stoelen. In ongeveer 3 kwartier bereikten we het eiland "Isla de Pescadores". Dit eiland ligt praktisch in het midden van de zoutvlakte en heeft van boven af gezien de vorm van een vis. Het staat vol met metershoge cactussen, wat het geheel tot een onwaarschijnlijke schoonheid maakt. De lunch hebben we daar genuttigd. Broodjes vanochtend meegenomen uit het restaurant. Samen met Hilde-Marie, Deirdre, Irma, Debby en Joost hebben we het eiland op het zout in de rondte gelopen. Na afloop heb ik alle ansichtkaarten geschreven. Die kunnen morgen op de bus in La Paz. Rond 15.30 reden we terug naar het hotel Playa Blanca. Met een biertje heerlijk in de zon gezeten, wachtend op de zonsondergang. Daarvoor heeft Hilde-Marie een voorlopige evaluatie gehouden. Ongelooflijk hoe sommigen toch kunnen zeiken over het feit dat het niet zo lukte met de vlucht van Santa Cruz naar Sucre. Onze chauffeur Antonio is die middag met de bus en een vrouw naar de horizon gereden, waar hij een uurtje heeft gestaan! De zonsondergang vond plaats iets na 18.15 en was voor mij de mooiste die ik ooit heb gezien. Boven een bijna perfect vlakke zoutvlakte ging hij rood onder. Ook nadat de zon verdwenen was, bleef het zeker nog een uur lang prachtig. De lucht plus een aantal wolken en in de verte een aantal bergen, vormden een prachtig schouwspel. Zodra de zon verdwenen was, werd het al snel koud. Het diner, bestaande uit soep en spaghetti, werd om 19.15 geserveerd. Hierna werd Wim in het zonnetje gezet. Hij is vandaag 66 jaar geworden en trakteerde op een rondje met kaas en blokjes verse ananas. Het werd nadien nog erg gezellig met wijn, bier en mijn whisky. Inmiddels had ik het idee dat Irma vreselijk gefrustreerd is. Zeuren over mannen, haar exen, haar buurman en dat ze vorige week gebroken had met haar moeder. Ze probeert iedereen uit de tent te lokken en Mario i.h.b. Hij heeft overigens zonder kwaad te worden, gezegd dat hij haar gedrag erg kinderlijk vond en het wel welletjes vond. Het hotel heeft een eigen generator die om 10.15 werd uitgezet. Een kwartiertje eerder ging iedereen naar bed. Ik sliep in een 3-persoonskamer, samen met Mario en Joost. Het zou de koudste nacht van de vakantie worden. Dat viel reuze mee. Er stond gelukkig geen wind op de vlakte. Vrijdag 25 september 1998 Om half vijf opgestaan! Het was de bedoeling om 5 uur te vertrekken voor de rit van 550 km naar La Paz. Kwart over vijf gingen we in het donker op pad. Ik heb alleen mijn tanden gepoetst, Bouterse een hand gegeven en een kop thee gedronken. De eerste helft van de reis ging over de slechtste wegen tot nu toe. Rond 08.00 even gestopt om een broodje te kopen. Daar ook de eerste rijdende trein gezien. Zo'n 50 km voor Ururo begint de asfaltweg. Na een 20 km was de weg geblokkeerd door boze dorpsbewoners die een asfaltweg naar hun dorp wilden. Met een wijde boog, dwars door het land, hebben we de blokkade omzeild. We bereikten Ururo om 14.00. Hier moesten we van bus en chauffeur wisselen, wat nog niet geregeld was. Binnen 20 minuten had Antonio een chauffeur en bus (50 personen) geregeld. Ongelooflijk. We namen afscheid van Antonio, die nog terug moest naar Potosi of Sucre. De bus was van het luxe soort, alleen de kachel stond aan en kon niet uit. Het was nog 3 uur rijden naar La Paz. Rondom ons werd het bewolkt en zagen we het in de verte regenen. Vlak voor La Paz zagen we de eerste bergen met sneeuw, o.a. de Illimani ten oosten van La Paz en ten noorden de Huayna de Potosi. La Paz ligt in een kom en boven aan de rand kwamen we aan. Prachtig panorama. Het dal is praktisch tot de rand volgebouwd. Wederom moesten we van bus wisselen. De grote bus mocht niet voor het hotel staan. Met een kleine ging het verder het centrum in. Ook dit ging niet vlotjes, want er was een demonstratie van arbeiders die meer loon eisten (what else?). Evengoed kwamen we aan de achterkant van het hotel aan. Hier werden de koffers binnengebracht en wij mochten omlopen om aan de voorkant het Hotel Sucre binnen te gaan. Daar werd ons een kopje maté de coca aangeboden, waarna het licht uitviel. Zo op het oog alleen in het hotel. Iedereen had trek en snakte naar een douche. De jonge garde wilde zo snel mogelijk naar de overkant om bij McDonalds te eten?! Onbegrijpelijk! Hilde-Marie deelde de sleutels uit en samen met Ben, Saskia, Frans, Jacqueline, Marga, Karin en Mario, verlieten we het donkere hotel om eerst naar het postkantoor te gaan. Ik heb daar de ansichtkaarten op de bus gedaan. Op de terugweg hebben we met zijn allen gegeten in restaurant "Plaza de Venezuela". Ik heb daar Pique Macho gegeten. Heerlijk. Wanneer we over 10 dagen weer in La Paz zijn, ga ik daar weer eten. Terug in het hotel op kamer 454 heb ik eindelijk een douche genomen. Het was een lange dag, maar met een tevreden gevoel ging ik slapen. Zaterdag 26 september 1998 Vandaag is het de bedoeling naar Peru te rijden. Voordat we vertrokken heb ik eerst mijn bergschoenen laten afstoffen door een schoenpoetsertje. Stomme fout begaan, door niet eerst een prijs af te spreken. Ik
5
moest 20 Bs. betalen (ca. f 7,50). Tegen 10.00 vertrok de bus, die eerst uit de kom klimt en door El Alto rijdt. Vandaar naar de archeologische opgravingen van Tiahuanaco. Eerst de lunch besteld en daarna o.l.v. een vrouwelijke gids naar de opgravingen. Echt bijzonder is het niet of het moet de perfect gemaakte muur zijn. Als souvenir een beeldje en een kleine poema gekocht. Na de lunch ging het richting grens. We werden daar opgewacht door een Peruaanse gids met bus. De grensformaliteiten verliepen redelijk vlot en na een uurtje bevonden we ons in Peru. Op straat US$ 100 cash gewisseld voor 303 Sols (1 Sol = 65 cent). Het is vanaf de grens naar Puno ca. 3 uur rijden over goede wegen en merendeel langs het Titicaca meer. Er was nog even sprake om de ruines van Silisani te bezoeken, maar daar was het al te laat voor. In hostal Monterrey kregen Mario en ik kamer nr. 15. De belangrijkste waardevolle spullen bij de receptie gebracht om in een kluis te bewaren. Verder mijn was bij de balie gebracht. Deze is morgen om 19.00 klaar. Mario en ik zijn met zijn tweeën op pad gegaan en hebben een verkeerde keus wat betreft restaurant gedaan. Het was wel druk, maar de tomatensoep en de zeg maar Wiener-Schnitzel waren niet lekker. Even later liepen we door het straatje van het hotel en zagen daar heel veel op het oog betere restaurants. Dat zullen we morgen weten. Bij een kerk zagen we een bruiloft en even verderop een stel studenten in hongerstaking voor betere omstandigheden. Ik weet niet welke. Op straat een Alpaca trui gekocht voor 25 Sol. Nog even een biertje gepakt in een bar, waar later toevallig ook Ben, Jacqueline en Frans kwamen. Zo tegen 22.30 terug in het hotel en naar bed. Zondag 27 september 1998 Vroeg op 06.30. Met zijn allen om half acht op pad voor een cruise op het Titicaca meer. In de haven van Puno op een boot gestapt, waarop ik tijdens het varen van de gelegenheid gebruikt heb gemaakt om de fooienpot met 10 Sols/persoon aan te vullen. Als eerste voeren we naar de drijvende eilanden van de Oruro's. Als je daarop loop geeft dat een grappig gevoel. Voor 35 Sols heb ik daar een kleedje gekocht. Met een origineel rieten bootje (denk aan de Ra 2 van Thor Heyerdahl) maakten we een rondje om het eiland. De huiskat was ook mee, die zat verstopt in de poemakop van het boegbeeld. Zo'n rieten eiland rot natuurlijk continu, dus het stinkt er behoorlijk. Na het bezoek aan de drijvende eilanden ging het verder per boot naar het eiland Taquile. Dit duurde 4 uur i.p.v. 2½ uur volgens de Djoser gids. Eenmaal daar aangekomen wachtte ons een klim van ca. 500 meter naar boven. Frans was als eerste boven, daarna ik en Mario. Zelfs Anneke en Wim haalden het, ruim een uur na ons. Ik had een stevige trek gekregen en met een paar anderen tortilla's gegeten. Op het dorpsplein even verderop, was een verkiezingsbijeenkomst voor de burgemeesterverkiezingen van 11 oktober a.s. Verder is er op het eiland weinig te beleven. Het uitzicht is er natuurlijk wel mooi. Bovenop het eiland kun je goed zien hoe groot het Titicaca meer eigenlijk wel is. Rond 15.00 vertrokken we weer richting Puno. Halverwege nam de golfslag enorm toe, wat de schipper dwong om langs de kust te varen. Sommigen van de groep, i.h.b. Debby, vonden het stampen en rollen van de boot behoorlijk eng. Tegen 19.00 waren we weer terug in het hotel en even daarna gingen Mario en ik op aanraden van Sandra en Ben bij een pizzeria vlak om de hoek eten. Als voorafje namen we knoflookbrood, hetgeen heerlijk was. Tijdens het eten van de pizza zag ik buiten Alied en Jan voorbij lopen. Ik rende naar buiten en heb ze gesproken. Ook zij gaan morgen met de trein naar Cuzco. Na het eten ben ik alleen naar het hotel gegaan en onderweg kwam ik ook nog Riet en Jan tegen. Wat een kleine wereld. In het hotel de was opgehaald. Voor 10 Sols prima gedaan. Eveneens mijn waardevolle spullen opgevraagd, welke ze even later op de kamer kwamen brengen. Maandag 28 september 1998 Vandaag gaan we met de trein naar Cuzco. Vroeg op. Helaas was onze Wc-deur in het slot gevallen. De receptie begreep het uiteindelijk en gaf ons de sleutel van de banjo. Diverse, hoofdzakelijk Nederlandse, groepen stapten in Puno op de trein. Wij zaten in wagon B en die was halfvol. Na een kwartiertje stonden we al stil. De remmen van onze wagon waren klaarblijkelijk vastgelopen. Even later gingen we weer verder naar Juliaca, alwaar de trein volliep met nog meer toeristen. Zelden tijdens een treinreis zo’n goede bediening gehad. Als stewardess geklede dames serveerden van alles. Je kon een lunch bestellen en samen met Mario, Anneke en Wim namen we een fles witte wijn (40 Sol). Continue liepen ze door de trein met koud bier en je kon koffie en thee bestellen. Onderweg ben ik vaak naar de achterliggende wagon gelopen, waar Jan en Alied en Jan en Riet zaten. De treinreis gaat over een pas van ca. 4500 m, alwaar de Urubamba ontspringt. Dit punt is het verste van de Atlantische Oceaan verwijderd, voordat het via de Amazone in zee uitmondt. 's Middags in de trein heb ik mijn whisky opgemaakt. De treinreis duurde ongeveer 12 uur. In het donker, omstreeks 19.00 reden we het station van Cuzco binnen. Met een busje werden we naar ons hotel gebracht.
6
Hotel Oblitas ligt aan de Calle Plateros, wat vlak bij de Plaza de Armas ligt. Mario en ik kregen kamer 208 met de deur aan een gezellig binnenplaatsje op de 1e verdieping. Samen met Mario, Karin en Marga zijn we gaan eten in een restaurant op de 1e verdieping aan de Plaza de Armas. Dit plein is zeker de mooiste tot nu toe in Zuid-Amerika. Twee monumentale bouwwerken, een kathedraal en een kerk, domineren het gezicht op het plein. Voordat we gingen eten heb ik eerst nog even geld gewisseld. US 100 cash voor exact 300 Sols. Het eten was goed. Ikzelf had een T-bone steak en we mochten gebruik maken van de salad bar. Mijn waardevolle spullen had ik net als in Puno aan de balie afgegeven. Inmiddels hadden we met een klein groepje afgesproken om morgen een georganiseerde toer naar de Inca vallei te doen. Dit kostte 50 Sols, maar werd later teruggebracht tot 44 Sols, indien we een soort strippenkaart kochten die geldig is voor de belangrijkste bezienswaardigheden in Cuzco en omgeving. De kaart kost US $10 maar heb je er zo uit. Dinsdag 29 september 1998 's Morgens om 08.30 werden we opgehaald met een grote bus voor onze toer naar de Inca vallei. Onze groep bestond uit Anneke, Wim, Deirdre, Joost, Debby, Irma en ikzelf. Dwars door de stad rijdend pikten we nog meer toeristen op. De gids die ons begeleidde heette Sylvia. Uit Cuzco ging de weg omhoog en even later daalden we af in de Inca vallei, ook wel "El Valle Sagrado" genoemd (de geheime vallei van de Inca's). Als eerste bezochten we een klein marktje, vol met souvenirs shops. Ik heb daar een flesopener en briefopener met Tumi motief gekocht. Verder T-shirts voor Nienke en Jesse. Daarna ging het naar de beroemde markt van Pisaq. Ook dit is eigenlijk een toeristenmarkt, met een kleine groente en fruit afdeling. Bij een nog originele bakkerij hebben we voor 1 Sol een klein gevuld broodje gekocht (empenada). Op de markt nog een T-shirt met een cocablad afbeelding voor mezelf gekocht, hoewel ik denk dat hij te klein is. Indien dit het geval is, geef ik hem aan Margareth. Voor Nienke het traditionele beestje gekocht. Een lamaatje, hoe kan het ook anders. Voor Jesse een poemaatje gekocht. Voor 2½ Sol heb ik een glas vers uitgeperste sinaasappel gedronken. Na Pisaq ging de bus verder de vallei in. Bij Urubamba hadden we een uitgebreide lunch buffet. De witte kool en bruine bonen vond ik het lekkerste. Het hoogtepunt van de toer vond ik het bezoek aan de ruines van Ollantaytambo. Een serie terrassen tegen een bergwand in een hele mooie omgeving. Hier hebben we de kortingskaart gekocht. Het laatste onderdeel van de toer was een bezoek aan de kerk van Chinchero. Deze is van binnen prachtig gedecoreerd. Tegen 18.00 waren we weer terug in ons hotel. Er hing een briefje bij de balie waarop stond dat we die avond gezamenlijk gaan eten om de verjaardag van Huguette te vieren. In het "Bagdad" restaurant aan de Plaze de Armas hebben we met zijn allen gegeten en de jarige in het zonnetje gezet. Als toetje trakteerde ze op taart. De wilde meiden in onze groep deden nog een act, namelijk diverse liedjes van de Dolly Dots. Huguette en Wendy zijn namelijk fan van deze meidengroep. Na het eten zijn we met een groepje naar de "Cross Keys Pub" aan de overkant van het plein gegaan. Dit werd nog heel gezellig en de whisky stroomde rijkelijk. Wat zijn die meiden toch nieuwsgierig! Woensdag 30 september 1998 Niet zo fris opgestaan !? Bij het ontbijt alleen de jus d'orange en thee opgedronken. Van het brood moest ik niets hebben. Boven op het centrale dakterras heb ik mijn dagboek bijgewerkt en nog 6 resterende ansichtkaarten geschreven. Rond 11.00 ben ik naar het postkantoor gelopen, wat een flink eind uit het centrum ligt. Postzegels gekocht, opgeplakt en gepost. Daarna weer terug naar het hotel, alleen nu heuvel op. Ik ben om 12.30 weer naar bed gegaan en er in gebleven tot 15.30. Af en toe zelfs geslapen. Inmiddels was het gaan regenen en soms viel er zelfs hagel. Tot 18.00 hebben we moeten schuilen op het centrale dakterras. Daarna nog eens US$60 cash gewisseld en 2 Pisco Sours gedronken in de Cross Key Pub. De andere jeugdleden van onze groep waren daar ook. Vanuit het raam op de 1e verdieping kon je een demonstratie op het plein zien. De ME stond in de verte verveeld te kijken. Met Debby heb ik nog 4 potjes Backgammon gespeeld. Tjonge, wat heeft die een geluk met gooien. Ik heb daar nog een dagmenu genomen; chili con carne die niet zo lekker was. Hierna teruggelopen naar het hotel en om 09.30 naar bed gegaan. Al met al een rustig dagje. Donderdag 1 oktober 1998 Het is weer vroeg dag. We gaan met de trein naar Machu Picchu. Deze trein vertrekt elke dag en is er puur voor de toeristen. Het begint spectaculair, daar de trein zigzaggend het dal van Cuzco moet uitrijden. Daarna gaat de trein verder het dal in en al hobbelend bereikt de trein na circa 4 uur het plaatsje Aguas Callientes (warme bronnen). Het landschap is dan volkomen veranderd. Enorme steile bergen verrijzen rondom je heen. De Urubamba slingert zich er doorheen. Tevens is de natuur veranderd. Alles is groen
7
geworden. Fantastisch mooi. Onze gids, Francis, loodste ons naar de bussen, die je in 20 minuten naar boven brengen. Daar is de ingang van de verlaten stad Machu Picchu. De entree bedraagt US $10. Na een korte klim, bereik je het punt waarop iedereen Machu Picchu van foto's kent. Wouw, dat is en prachtige ervaring. De ligging is spectaculair. Vervelend alleen is dat het er wemelt van zeer kleine muskieten, die je venijnig steken. Hier had Hilde-Marie ons niet voor gewaarschuwd. Sommige werden aardig te grazen genomen. Gelukkig had ik mijn Autan bij me, wat overigens geen 100% bescherming bood. Na het bewonderen van Machu Picchu vanaf het panorama punt, gingen we onder de deskundige begeleiding van Francis de ruines bekijken. Dit vond ik niet zo bijzonder. De verlaten stad moet het toch meer hebben van zijn ligging en mystiek. In de namiddag zijn we weer met de bus naar beneden gegaan. Hotel Gringo Bill ligt in het plaatsje Aguas Callientes en we zouden daar 1 nacht slapen. Mario en ik kregen kamer no. 11, wat een 4-persoonskamer was zonder douche en toilet. We hadden die middag nog tijd over, zodat de meeste van ons besloten een bezoek te brengen aan de warme baden achter het dorp. Ook hier weer een prachtige omgeving. Diverse baden, van verschillende afmetingen en temperatuur, liggen aan het uiteinde van een smalle vallei. Het geheel zag er wel wat shabby uit. De badhokjes en baden waren niet fris. We stonden met zijn allen in een bad van 1,60 meter diep met bruinachtig water wat nogal naar rotte eieren stonk. Er was een terrasje bij en de eigenaar bracht het bier langs de kant van het bad. Na het bad hebben we heerlijk op het terras gezeten. De Pisco Sour gaat steeds beter smaken. Helaas begon het te regenen en zaten we met zijn allen onder een tent van parasols. Hierna zijn we gaan eten. Ik nam eerst spinaziesoep en daarna rundvlees met knoflooksaus. Het vlees was niet doorheen te komen. Daar had iedereen, die ook rundvlees had genomen, last van. Het toeval wilde dat het die dag de feestdag van het dorp zou zijn. Helaas voor het dorp werd het feest door de regen nogal verstoord. Later die avond hebben Mario en ik samen met Frans en Jacqueline nog een biertje (1 fles à 1,1 liter!) met de feestvierende gedronken. Deze waren al helemaal lam en sommigen sliepen in hun stoel. Mario had nog de eer om bij een Peruviaan een lok van zijn haar te mogen afknippen. Vrijdag 2 oktober 1998 Geslapen tot half acht. Daarvoor al een flinke herrie gehoord van leden van onze groep die extra vroeg Machu Picchu wilden bezoeken. Ikzelf heb de bus van 09.00 genomen, samen met Frans, Jacqueline, Huguette, Marga, Mireille en Marcel. Mario, Wim en de zieke Anneke bleven achter. De bedoeling was om een stuk Inca-trail te gaan lopen t/m de eerste bergkam. De entree van Machu Picchu bedroeg slechts US$ 5, maar alleen als je je entreebewijs van gisteren kon tonen. De klim langs de trail is lang maar gelijkmatig. Vlak na het begin had ik plots last van acute diarree, de eerste keer (en ook de laatste) deze reis. Bovenaan heb je een prachtig uitzicht over Machu Picchu en de vallei. Volgens mij stonden we zelfs een stukje hoger dan de Huyany Picchu, waar de anderen in de vroege ochtend naar toe zijn geklommen. Na een uurtje van het panorama te hebben genoten, zijn we weer afgedaald naar de ingang, alwaar ik 2 biertjes heb genuttigd. Nu kwam het zware deel, de afdaling helemaal naar beneden. Dit voltooiden we in 3 kwartier. Ik stond met trillende knieën beneden. Inmiddels was het half drie geworden en ik was behoorlijk vies en bezweet. Op een terrasje even wat gegeten (tomatensoep) en een biertje gedronken, alvorens we met de trein van 16.00 weer terug gingen naar Cuzco. De trein vertrok op tijd en we hobbelden richting Cuzco. Ter hoogte van Ollantaytambo raakten we betrokken bij een ongeluk. Bij een wissel stond een kleine locomotief te ronken. We hoorden een klap en onze trein maakte een noodstop. Naar later bleek, hadden we iemand geraakt. Het spoorwegpersoneel spoedde naar buiten en vonden een levenloze man naast de trein. Zo op het eerste oog had hij geen externe verwondingen. Hij werd snel de wagon achter ons in gedragen. We vervolgeden onze reis en even verder op het station van Ollantaytambo werd hij tussen 2 mannen in weggedragen. Ik vermoed dat hij per auto zo snel mogelijk naar het ziekenhuis van Cuzco werd gebracht. Na dit oponthoud gingen we weer verder. Het werd al snel donker en om 20.00 bereikten we Cuzco. Prachtig gezicht op een verlicht Cuzco. Zo tegen 21.00 waren we weer in ons hotel. Eindelijk weer een warme douche. Mario heeft nog een pilsje gehaald en om 22.00 sliep ik. Zaterdag 3 oktober 1998 Vandaag op pad met Jan en Alied. Eerst nog even de was weggebracht, die vanavond hopelijk klaar is. Volgens afspraak was ik om 09.30 in hotel Carlos V, waar we elkaar ontmoetten. Even gesproken over wat we al niet meegemaakt hebben sinds onze laatste ontmoeting. Zij hebben de jungle bezocht bij Puerto Maldonado. Zij waren daar met het vliegtuig naar toe gegaan en weer terug. Op de luchthaven van Cuzco (op de vlucht heen) is Jan zijn fototas met fototoestel gestolen. Zij hebben dit gisteren bij de politie in Cuzco aangegeven. We besloten om verder die dag Cuzco te bekijken. Als eerste uiteraard de kathedraal
8
aan de Plaza de Armas. Zeer weelderige en imposante kathedraal. Linksvoor de kathedraal ligt aan de Plaza de net zo imposante kerk La Compania. Deze kerk zat vol met keurig geklede mensen. Voorin zaten allemaal meisjes die naar mijn mening de eerste communie kregen. Even verder heuvel op ligt de eenvoudige kerk San Blas, beroemd vanwege zijn houten preekstoel die heel mooi is bewerkt. De koster vertelde dat onderaan de stoel de vijanden van de Rooms-katholieke kerk zijn uitgebeeld, te weten: Luther, Calvijn, Zwingli, Hendrik VIII en Elizabeth I. Grappig om dit te weten. Als laatste van die ochtend bezochten we de Coricancha ruines met daar de half opgebouwde Santo Domingo kerk. De lunch hebben we gebruikt in het Bagdad Café aan de Plaza de Armas op het balkon. Het was heel erg veel wat we te eten kregen. Na het eten zijn we met een taxi (6 Sol) naar het Christus beeld boven op een heuvel langs de stad gegaan. Hier heb je een mooi uitzicht over de stad. Even hiernaast ligt de Inca ruïne Sacsayhuaman (Sexy woman!). Deze hebben we en passant ook even bezocht. Boven op de heuvel zagen we dat het weer snel verslechterde. Het onweerde in de verte en het begon te regenen. We konden schuilen in het huisje van de ingangscontrole. Na een half uur werd het droog en liepen we naar beneden richting centrum. In de CrossKeys pub aan de Plaza namen we een Pisco Sour en hebben een ansichtkaart naar Dick en José gestuurd. Op dat moment barstte er een vreselijk hagelbui los boven Cuzco. Nadat we onze Pisco Sour hadden opgedronken, scheidden onze wegen. We namen afscheid en zien elkaar weer op zondag 25 oktober a.s. in Amstelveen. Nog even gewisseld; eerst US$ 20 later nog eens US$ 10 tegen een iets betere koers 301/100. Terug naar het hotel en alvast de koffer gepakt en de was opgehaald (10 Sol). Die avond met Hilde-Marie, Ben, Mario, Jacqueline en Frans gegeten in een restaurantje vlak achter het hotel. Ik had kip met perzik (Del Monte) en het was wel aardig. Half tien naar bed, want morgen gaan we weer terug naar Bolivia. We starten om 05.30 en Mario zette de wekker om 04.30. Zondag 4 oktober 1998 Vandaag keren we terug naar Bolivia. Het zal een lange busrit worden van Cuzco naar Copacabana. De vertrektijd stond gepland op 05.30! Dit betekent dat je toch redelijk op tijd naar bed moet. Tegen 21.30 lag ik er in. Mijn kamergenoot Mario had de wekker op 04.30 gezet. Voor een goede nachtrust moet je het van je reisgenoten hebben. Rond 01.30 was het een gebonk en geroep van jewelste. Vermoedelijk is hierdoor iedereen wakker geworden, behalve degene waar het om ging. Die had namelijk oordoppen in. Handig! Ik dacht dat het al tijd was om op te staan. Het duurde minstens een uur voordat ik weer sliep. Even voor vijf uur klopte Hilde-Marie bij ons op deur. Mario had de wekker abusievelijk op 05.30 gezet. In recordtempo opgestaan, opgefrist en aangekleed. Even snel een ontbijt en de reistas via het raam op de eerste verdieping op de bus gezet. Als beheerder van de fooienpot heb ik nog 50 Sols aan het hotel gegeven. Er zit nog maar 5 Sol in de pot. Stipt op tijd (05.30) vertrok de bus en verlieten wij Cuzco. Volgens het originele schema zouden we eigenlijk naar Juliaca vliegen en dan per bus verder naar Copacabana. Djoser had ons gemeld dat zij van de lokale tourorganisatie hadden vernomen, dat er op deze dag geen vlucht zou plaatsvinden. Ik blijf, en met mij vele anderen, mijn twijfels hierover houden. Het zou volgens Djoser een prachtige reis worden, alleen dit traject hebben we al een keer eerder gezien, namelijk vorige week met de trein de andere kant op. De weg loopt praktisch parallel aan de spoorlijn. Dit ongemak levert ons wel f 15 op, maar dan moet je niet vergeten een formulier in te vullen en op te sturen. Ik vind dit nogal getuigen van een kruideniersmentaliteit van Djoser. Genoeg gezeurd. Terwijl ik dit schrijf is het inmiddels 10.00 en geniet ik van de prachtige omgeving. In het plaatsje Ayaviri stopten we even om de benen te strekken. De militaire kapel was aangetreden en de Peruaanse vlag werd officieel gehesen. Het plein wordt opgesierd door een mooie kerk. Tien minuten pauze werd al snel 20 minuten pauze. Een ijsje gegeten en weer op pad. Onderweg de fooienpot aangevuld met 2 Sols/persoon. Ik denk dat we tot de grens genoeg hebben. Tegen twaalven bereikten we Juliaca. Over zo'n busreis valt niet veel meer te vermelden. In Puno, waar we om 13.00 aankwamen, zijn we van bus gewisseld. Deze brengt ons helemaal naar Copacabana. Even voor 15.00 bereikten we de grens. De laatste Sols werden gewisseld voor Boliviano's en de grensformaliteiten verliepen vlot. Nu is het nog maar een half uurtje naar Copacabana, maar dan wel op een onverharde weg. I.p.v. hotel Playa Azul, werden we ondergebracht in hotel Ambassador. Kamer 37 voor Mario en ik. Later liepen we langs Playa Azul en dat zag er veel mooier uit. Navraag leerde ons dat er best nog wel plaats was voor 19 personen. Waarom zijn wij in hotel Ambassador ondergebracht? 's Avonds heerlijk forel gegeten. Terug in het hotel gedoucht; helaas alleen koud water. De schakelaar in de badkamer is er een van voor de oorlog. Tevens ontbreekt er een spiegel. Ik ga nu maar slapen en hopelijk blijft het vannacht rustig.
9
Maandag 5 oktober 1998 Vandaag een relaxdag op Isla del Sol. 's Ochtends met Mario geprobeerd in Copacabana geld te wisselen. Alle banken zijn die dag dicht. In een souvenirzaak is het uiteindelijk gelukt. Een klein jochie regelde alles. Ik heb US$ 50 gewisseld voor 275 Bols (koers 5,5 voor 1). Daarna meldde Hilde-Marie dat ze zich niet goed voelde (elke 5 minuten naar het toilet) en dat ze pas vanmiddag naar het eiland zou komen. Ze liet zich vervangen door Alfredo. We liepen naar de haven en scheepten ons in op 3 bootjes. Heerlijk rustig in plusminus anderhalf uur naar Isla del Sol. Prachtig eiland in een hemelsblauw Titicaca meer. Aan land was een terras waar we onder het genot van een biertje lekker hebben gezeten. De Bolivianen hadden een opklapbaar spel meegenomen. Het spel met de kikkers, een soort dartspel waarbij je metalen schijven in gaten moet proberen te gooien. De bek van de kikker levert de meeste punten op. De lunch werd er ook geserveerd, soep en vis wat goed smaakte. Vlak voor het eten stelde Debby aan de groep voor om op de laatste avond iets gezamenlijk te doen voor Hilde-Marie. Zij stelde voor om ergens te eten (ik zal reserveren bij Plaza Venezuela) en geld in te zamelen. Zij dacht aan US$ 12,5 of 80 Boliviano's per persoon. Mijn hemel, wat kwam daar een commentaar op. Vooral Ben vond het te veel. Argumenten als ‘dit is gebruikelijk’, werden afgedaan met 'daar heb ik niets mee te maken'. Wim en Ben maakten bijna nog echt ruzie. Wat ben ik blij dat ik niet het initiatief heb genomen. Daar kan je je vingers lelijk aan branden. Na de lunch wachtte ons een stevige wandeling. Heuvel op naar de top, waarbij je de grote baai aan de andere kant van het eiland kon zien. Even later zagen we ook de besneeuwde toppen van de Cordilla Real. Boven op bevindt zich het eenvoudige hotel Templo del Sol. Het heeft een fantastisch terras, vanwege het uitzicht. Mario stelde voor te gaan pokeren. Hij haalde kaarten en hebben het Debby uitgelegd. Minimum inzet ½ Bs, maximaal 5 Bs. Later deed ook Joost mee. Mario was uiteindelijk de grote winnaar met een geschatte winst van 150 Bs. Later in het hotel hebben we samen met Hilde-Marie, die was inmiddels gearriveerd, boerenbridge gespeeld, wat ik met grote voorsprong heb gewonnen. Het avondeten werd tussendoor geserveerd, vis of spaghetti. Daarna nog hartenjagen gespeeld en naar bed (kamer 18). Een lekkere rustige dag met heel veel bier. Dinsdag 6 oktober 1998 Wakker worden op Isla del Sol. Het had die nacht flink geregend, maar daar zag je 's ochtends niets van. Wederom met 3 bootjes terug naar Copacabana. Ons bootje had wat problemen, De gewenste motor sloeg niet aan. De reserve motor uiteindelijk wel. Tijdens het varen heeft de schipper de bougie schoongemaakt. Uiteindelijk voeren we met 2 motoren om de opgelopen achterstand in te lopen. Half 11 waren we weer terug in hotel Ambassador. Daar stonden onze grote reistassen. Mario en ik hebben eerst de Cerro Calvario beklommen. Het representeert de 12 statiën van Jezus' kruistocht. Bovenop heb je een prachtig uitzicht over het Titicaca meer. Half een vertrokken we met de bus naar La Paz. Onderweg moesten we nog een stukje van het meer oversteken per veerpont. Bus en passagiers gaan gescheiden. Tegen drie uur bereikten we La Paz en checkten we in in het ons bekende hotel Sucre Palace Hotel. Ik heb daar eerst US$ 50 gewisseld voor 5.55 Bol/$. Daarna eindelijk gedoucht. Samen met Mario door La Paz gelopen, o.a. langs de heksenmarkt en de San Francisco kerk. Die avond wederom gegeten in Plaza de Venezuela en nu ook weer Piqo Macho gegeten. Voor donderdag a.s. 19 stoelen gereserveerd om 19.30. Later in de bar van het hotel gezeten met de jeugdleden van onze groep. Hevig geroddeld over de rest van de groep. Vier whisky's à 25 Bols genuttigd. Woensdag 7 oktober 1998 Laatste excursie van deze reis naar Chacaltaya. De hoogste skipiste ter wereld (5300m). We vertrokken om 8 uur en na de stad verlaten te hebben, kwamen we in een soort maanlandschap. In de verte lag de berg Huyay Potosi en het duurde vrij lang voordat het echt omhoog ging. Maar toen ging het fors omhoog. Even voor het skistation ligt een weerstation. Het skigebied stelt niet veel voor en de skipiste nog minder. Het was weliswaar geen seizoen, maar op 5300 meter had ik wel wat meer sneeuw verwacht. De piste bevindt zich op een gletsjer. Het uitzicht is mooi en in het restaurant konden we zelfs hete chocolademelk krijgen. Rond half twee waren we weer terug in La Paz. In ons hotel heb ik even snel een Ceasar salad genuttigd. Samen met Mario zijn we richting Plaza de Murillo gelopen, waar veel regeringsgebouwen staan. Onderweg liepen we langs een Internet café. Voor 12 Bs./uur mag je achter een Windows95 machine plaatsnemen met Internet faciliteiten. M.b.v. telnet lukte het me op paramount.nikhef.nl in te loggen. Ik zag dat ik inmiddels heel veel emails heb ontvangen. Die ga ik maandag wel eens doornemen. Ik heb wel Wim een mailtje gestuurd.
10
Ook de Plaza Murillo is een typisch Zuid-Amerikaans plein, alleen bevinden zich hier alleen maar regeringsgebouwen, waaronder het presidentieel paleis. Toevallig kwam de president, Hugo Banzer Suarez, langs. De straten werden afgezet en even later stopte er een BMW met de president. Hierna hebben we de ernaast gelegen kathedraal bezocht en daarna het Museo Nacional del Arte. Op de terugweg naar het hotel een hapje gegeten. Om 18.30 afgesproken met Joost om naar de bioscoop te gaan. De film Armageddon gezien in Engelstalige (originele) uitvoering. Hij was Spaans ondertiteld. Een hele spannende en onderhoudende film. Na afloop wederom naar de bar van het hotel gegaan. Daar zaten net als gisteren de jeugdleden van de groep. Drie whisky's en een biertje. Donderdag 8 oktober 1998 Laatste volle dag in La Paz. De verveling slaat toe. Wat moeten we nog gaan doen. Zo laat mogelijk opgestaan en met Mario de stad weer in. Richting Mercado Negro, wat trouwens niet veel voorstelt. We zagen een bordje "Billiard" en ergens achteraf stonden 3 pool tafels. Vijf Bs. voor 1 uur. We hebben 3 potjes gespeeld, die ik alle 3 heb gewonnen. Toen we eruit liepen, zei Mario dat hij zich niet goed voelde. Hij heeft daar flink staan kotsen. In de buurt van de heksenmarkt heb ik voor mezelf nog een T-shirt gekocht (25 Bs.). De lunch bestond voor mij uit een tortilla met kaas en voor Mario yoghurt, welke hij 5 minuten later weer uitkotste. Terug in het hotel is Mario naar bed gegaan. Volgens afspraak zouden we om 3 uur gaan kaarten. In de coffee shop hebben Hilde-Marie, Joost, Debby en ik wederom boerenbridge gespeeld. Ik werd nu tweede achter Joost. Rond kwart voor zeven in de avond hebben we ons verzameld in de lobby. Gezamenlijk op pad voor het laatste diner van deze vakantie. Mario bleef in bed achter, ondanks aandringen van zuster Deirdre. In restaurant "Plaza de Venezuela" hadden ze al voor ons gedekt. Begrijpelijkerwijs duurde het allemaal wat lang. Iedereen bestelde nu eenmaal wat anders. Na het eten heeft Debby even het woord gevoerd en een door ons allemaal ondertekende kaart aan Hilde-Marie gegeven. Tevens een doos Pringles met inhoud. Hilde-Marie bedankte ons en hoopte dat ze in de toekomst net zulke leuke groepen zou krijgen. Na afloop hebben we met zijn allen nog een borreltje genomen in de bar van het hotel. De reünie is in principe op zaterdag 6 februari 1999 bij Debby. Vrijdag 9 oktober 1998 Ik loop wat achter met het dagboek. De laatste dagen willen nog wel eens vergeten worden. Het is inmiddels 9 oktober dat ik dit schrijf. Beetje uitgeslapen, ontbeten, ruime toiletage en koffer dichtgemaakt. Mario is weer wat opgeknapt. Elf uur vertrokken we met de bus naar het internationale vliegveld van La Paz genaamd "John F. Kennedy". Het begon met een vertragingsbericht van 50 minuten. Later werd dit anderhalf uur. Het inchecken gebeurde groepsgewijs, wat niet altijd handig is. Iedereen komt gespreid te zitten en ik kreeg 18 bagagelabels. Ga dat maar eens uitzoeken als er een ontbreekt. De luchthavenbelasting bedraagt voor internationale vluchten US$ 20. Met de postzegels behoort dit tot de duurdere dingen in Bolivia. Hilde-Marie bleef zo lang mogelijk bij ons - we hebben nog gekaart in het restaurant – maar het moment van afscheid kwam toch. Het was voor Hilde-Marie toch een moeilijk moment. Ze heeft nu 2 weken vrij voordat de volgende groep komt. Zoals gezegd vertrokken we anderhalf uur te laat. De Boeing 737 van Varig had een lange aanloop nodig en het duurde ca. 52 seconden voordat we los kwamen! De man naast Mario aan het raam zei dat hij voor het eerst meemaakte dat de start vanwege de wind andersom ging. Na een bocht over La Paz vlogen we op ooghoogte langs de Illimani (6450 m). De man naast Mario was een Duitser op vakantie richting Frankfurt. Hij woont al sinds zijn jeugd in Bolivia (een nazi?). Het eten, de bediening en de whisky (een 5 dubbele) waren weer uitstekend. Wat een verschil is dat toch met de service op de lange vluchten. We hadden nog een tussenlanding in Santa Cruz, waarbij het toestel geheel volliep. Er schenen nog zelfs mensen buiten te staan, die overboekt waren. In São Paulo moesten we 2 uur wachten en het was er erg druk. We vertrokken redelijk op tijd en de MD11 van Varig bracht ons in ca. 10½ uur naar Parijs. Onderweg weinig te melden, behalve dat Mario nog even moest overgeven en dat de monitoren aangaven dat de zomertijd reeds afgelopen is in Parijs (dat is pas eind van deze maand). Zaterdag 10 oktober 1998 Rond 16.00 landden we op CDG I, dat lelijke vliegveld. Onze aansluitende vlucht van Air France zou vertrekken van CDG II. Dat is met de bus 20 minuten rijden. Ikzelf checkte als eerste in bij de transferbalie en daar vroegen ze om mijn bagagelabel. Ik liet ze alle 18 zien. Ze schrok er van en vroeg hoe dat zat. Welke groep? Bent u de leider? Is er een leider? Etc. Verwarring alom. De labels werden stuk voor stuk gescand en ik kreeg uiteindelijk mijn instapkaart.
11
Precies op tijd vertrok de Boeing 737/500 naar Amsterdam. Aan boord kregen we belegde Baguettes met rauwe ham en kaas. Heerlijk! Rond 19.00 landden we op Schiphol en moesten we op de bagage wachten. We namen alvast afscheid van elkaar. Wonder o wonder, al onze bagage kwam op de band aangerold. Eenmaal buiten stonden Helma, Margareth, Nienke en Jesse op me te wachten. Bob kon niet, want die had het weer eens in zijn rug. De ouders van Debby waren er ook. Zij waren een uur voor ons geland. Ze werden opgehaald door de bloemenman van Heerhugowaard, die dat wist ik, ook uit Limmen komt. Half negen was ik weer thuis en heb meteen de cadeautjes aan de kinderen gegeven. Elk een beestje, Nienke een lama, Jesse een poema. Het T-shirt voor Jesse paste precies, die voor Nienke is veel te groot. Zo dat was het.
© 1998 RoHa production
12