BOERDERIJDIEREN
12-21 september
BOERDERIJDIEREN
Boerderijdieren De boerderij is in de verdrukking. Steeds meer boerderijen verdwijnen, ze worden woonhuis of moeten het veld ruimen voor Vinex-locaties. De boerderijen zijn bepalend voor het beeld dat we van het platteland hebben. Kenners kunnen aan boerderijen zien in welk deel van het land ze staan. Bestaan ze straks alleen nog maar in onze herinnering? Voor veel boerderijdieren is dat al het geval. Waar zie je nog kippen op een erf scharrelen? Of varkens in de modder wroeten? Koeien blijven meer en meer op stal. Extra aandacht dus voor de boerderij, en vooral voor de dieren op en rond het erf. Behalve over boerderijdieren verschijnen er dit schooljaar lesbrieven over ‘huisdieren’ en ‘bedreigde dieren’. Doelgroep Leerlingen van de groepen vijf en zes van de basisschool (8-10 jaar). Doelstellingen De leerling leert welke verschillende diersoorten er zijn te vinden op een boerderij De leerling leert over de rol en functie van boerderijdieren, ook in het verleden De leerling krijgt besef van het belang van dieren voor de mens, hier en elders. De leerling kan het geleerde op een creatieve en fantasievolle manier verwerken.
© STICHTING KENNISNET / CMO
INTRODUCTIE - II
BOERDERIJDIEREN
Vakken en Kerndoelen Nederlandse taal A: Domein mondelinge taalvaardigheid 2 De leerlingen kunnen: • vragen stellen om informatie te verzamelen over een door henzelf gekozen onderwerp, verslag uitbrengen, iets uitleggen en hun ervaringen, mening, waardering of afkeuring op persoonlijke wijze weergeven. Gezond en redzaam gedrag 26 de leerlingen beschikken als koper van producten over de vaardigheid informatie te gebruiken over de samenstelling en het gebruik van een product. Natuuronderwijs F: Domein mensen, planten en dieren 30 De leerlingen kunnen dieren onderbrengen in een systematische indeling op een bij hun leeftijd passend niveau
Verantwoording Museum "De Locht”, nationaal asperge- en champignonmuseum, heeft toestemming verleend voor gebruik van de foto’s van de tredmolen (hondenkarn) en de dorsmanege (http://www.delocht.nl/). De foto’s ‘Koeien in de wei’ komen van Stichting Wakker Dier. De collages op de schutbladen van de werkbladen en de handleiding zijn van eigen makelij en bevatten fragmenten van verschillende foto’s.
© STICHTING KENNISNET / CMO
INTRODUCTIE - III
BOERDERIJDIEREN
© STICHTING KENNISNET/ CMO
HANDLEIDING - 1
BOERDERIJDIEREN
Dieren op de boerderij De eerste opdrachten zijn bedoeld als introductie op het thema: wat zijn boerderijdieren? Zijn alle dieren geschikt voor de boerderij? Vind je overal ter wereld dezelfde dieren op boerderijen? 1. Noem 5 verschillende dieren die op een boerderij thuishoren. Ook voor de leerlingen spreekt dat waarschijnlijk voor zichzelf: koe, paard, varken, kip, gans, schaap of geit. Op kinderboerderijen is het aanbod vaak wat groter en kom je ook beesten als de eend, de ezel of het hert tegen. Op échte boerderijen in Nederland zie je tegenwoordig niet veel meer dan één soort. Een boer doet in varkens óf in koeien óf in kippen, en heeft maar zelden meer diersoorten lopen. Paarden worden vooral voor de hobby gehouden. 1
4
KIP 2
5
3
6
2. Noem 5 verschillende dieren die je in een dierentuin tegenkomt, maar niet op een boerderij.De kans is groot dat de kinderen dieren noemen die je inderdaad met zekerheid niet op een boerderij aantreft, zoals olifanten en leeuwen. Maar met een beetje geluk, of sturing, noemen de kinderen beesten als de lama of de struisvogel en dat is dan een mooie opstap naar: 3. Sommige dieren kennen we in Nederland alleen maar in de dierentuin. Maar in andere landen zijn het gewoon boerderijdieren. Zoals wij schapen houden voor de wol, zo gebeurt dat in Zuid Amerika met de alpaca of de lama. En zoals wij de kippenschuren kennen zo zijn er in Zuid-Afrika struisvogelfarms. Wat voor ons exotische dieren zijn, dat zijn elders boerderijdieren. 4. Hieronder staat een lijstje met dieren. . . De opdracht is bedoeld om kinderen te laten nadenken over het ‘waarom’ van boerderijdieren. Welke zijn de redenen die boeren hebben om de beesten te houden? Dieren leveren verschillende producten, of grondstoffen daarvoor. Dieren worden gehouden voor het vlees of voor de vacht. In Frankrijk worden ganzen gehouden speciaal voor de ganzenlever. 5. Als je zou mogen kiezen, welk boerderijdier zou je het liefste zijn? Waarom? Maak ook een kort gedichtje –vier regels- over dat dier. De opdracht kan klassikaal worden gedaan, zeker het eerste deel, ‘welk dier zou je het liefste zijn’? Het gedicht kan individueel of in kleine groepjes worden gemaakt om vervolgens te worden voorgelezen. Denk ook eens aan de mogelijkheid de gedichtjes te plaatsen op de website van de school of in de schoolkrant. Misschien kunt u er een klein dichtbundeltje van maken. Uw leerlingen zijn vast razend enthousiast als ze hun werk op die manier gewaardeerd weten.
© STICHTING KENNISNET/ CMO
HANDLEIDING - 2
BOERDERIJDIEREN
Dieren zijn heel nuttig Op dit werkblad vindt u een paar praktische opdrachten, doe-opdrachten. Het is de bedoeling dat de boerderij wat dichterbij komt, wat tastbaarder wordt. Verder wordt het verband duidelijk tussen voedsel, ons eten, en de boerderij(dieren). 1. Boter maken is niet zo moeilijk. Het zou mooi zijn als u de beschikking krijgt over room van verse melk maar anders is de room uit de supermarkt ook te gebruiken.
2. Neem een ei en breek het boven een kommetje. De opdracht spreekt voor zich. De kinderen zien dat je een ei kunt koken of bakken, of kunt klutsen. Een hardgekookt ei heeft langer gekookt dan een zachtgekookt exemplaar. Met een doosje of drie hebt u een gekookt ei voor alle leerlingen en misschien wel voor uw collega’s.
3. Schep 100 gram meel in een kom. Deze opdracht is bedoeld om te laten zien dat we dieren nodig hebben, ook voor producten, die niet rechtstreeks tot de boerderij(dieren) zijn te herleiden.
Dieren werken op de boerderij Het derde werkblad laat een ander aspect van dieren op de boerderij zijn. Als werkkracht. We treffen in Nederland niet of nauwelijks nog dieren aan, die op een boerderij nog aan het werk zijn. Machines hebben dat werk al lang overgenomen. Vooral in het Zuiden is dat anders. In grote delen van de wereld wordt dierkracht dagelijks aangewend. In het westen worden overigens nog steeds dieren ingezet. Denk maar eens aan reddingshonden, speurhonden, hasjhonden, herdershonden, blindengeleidehonden, jachthonden, renpaarden, valken en circusdieren. Een categorie apart vormen de proefdieren in de farmaceutische of cosmetica-industrie. 1. Wat vind je van ‘dieren aan het werk’? Deze opdracht wil leerlingen aan het denken zetten over het inzetten van dieren. Wat kan wel en wat kan niet? En waarom? Vijftig of honderd jaar geleden hadden we met een hond in een tredmolen geen probleem. Nu zou dat waarschijnlijk op bezwaren stuiten. Waarom? Ook onze normen en waarden zijn gebonden aan de tijd waarin we leven en aan wat we ons kunnen permitteren. Het is bij uitstek een opdracht, die zich leent voor klassikale behandeling.
Verschillende dieren Het laatste werkblad is een toegift en ligt op het vlak van creativiteit en fantasie. 1. Gebruik jouw zintuigen Laat de leerlingen zich helemaal uitleven. De tekeningen kunnen de aanzet zijn tot een tentoonstelling. Als alle kinderen tegelijk hun favoriete dier nabootsen dan levert dat een geweldig spektakel op. De geluiden kunnen ook de basis vormen voor een prachtig muziekstuk. Misschien kunt u ergens een huid van koe of paard lenen, of ruwe wol. En geheid dat een echte paardenkeutel of koeienvlaai groot enthousiasme uitlokt. Het is aan u om hier iets moois van te maken.
© STICHTING KENNISNET/ CMO
HANDLEIDING - 3