Geliefde gemeente van de Here Jezus, Bob de Bouwer en Wendy. Romeo en Juliet. Bonnie en Clyde. En dan natuurlijk Simson en Delila. Allemaal paartjes die bij elkaar horen. Simson en Delila zijn één zo’n stel dat onafscheidelijk bij elkaar horen. Daardoor zou je bijna vergeten dat er in Simsons levensverhaal niet één, maar vier vrouwen voorkomen. Zijn moeder, zijn vrouw, zijn ingehuurde prostitué en zijn minnares. Behalve Delila, zijn er dus nog 3 andere vrouwen. Hun namen zijn echter onbekend. Alleen zijn minnares valt die eer ten deel. Nu is het niet om niets dat zijn minnares wel een naam krijgt. Het heeft betekenis. Om dat te ontdekken moeten we met Simsons eigen naam beginnen. Zijn moeder noemde hem Simson. ‘Zonnetje’ betekent dat. Een mooie naam voor iemand die vanaf de moederschoot aan God gewijd is. God, het Licht zelf, heeft zijn geboorte aangekondigd en hem gewijd verklaard. En wie dicht bij het Licht leeft, heeft zelf licht. En, zo mag je verwachten, zelf een zonnetje. Maar, zoals wij zagen, leefde Simson niet zo vanuit zijn wijding. Er is weinig zonnigs aan hem. En nu het helemaal uit de hand gaat lopen, gebeurt dat in de armen van een minnares met de naam Delila. Haar naam roept associaties op met de nacht. Zonnetje ligt in de armen van de nacht. Met het resultaat dat het voor altijd donker om hem heen wordt. Dat is de verborgen wrangheid van Rechters 16. De schrijver heeft zelf ook oog voor de wrangheid van de situatie. In Hebreeuws valt dat in één oogopslag op. In vers 1-3 wordt het woord nacht vier keer gebruikt. Dat is in hebreeuws: halajla. Dat verschilt met een letter van de naam delajla. Na de nacht in Gaza (halajla), volgt het verhaal van Simsons ondergang in de schoot van Delajla. Zonnetje verliest zijn laatste glans in de schoot van de nacht. Broeders en zusters, ik ben het leven van Simson steeds meer gaan waarderen. Het is geen sussend Bijbelverhaal. Integendeel. Er gaat een zeer indringende waarschuwing vanuit. Vooral voor ons, de gemeente van Christus. Zo vaak worden wij in de Bijbel beschreven als kinderen van het licht. Kinderen van het licht omdat wij door geloof Christus toe behoren. Hij die het Licht van de wereld is. We lazen hoe de apostel Paulus zegt dat wij licht zijn door ons bestaan in de Heer. En hij roept ons dan ook op: ga de weg van de kinderen van het licht. Dat is een weg van goedheid, gerechtigheid, liefde en trouw (waarheid). Dat is de roeping die wij als kinderen van het licht hebben ontvangen. Zodat door het volgen van deze weg Gods naam steeds meer geprezen wordt. En er door ons leven steeds meer oog komt, ja licht valt, op de goedheid, trouw en liefde van de Heer. Paulus spreekt ons heel dringend erop aan. Dat hoeft ons niet te verbazen. Kijk maar naar het voorbeeld van Simsons val. Hij werd overmoedig. Zoals Simson tot val kwam door overmoed, zo kunnen wij die Christus toebehoren overmoedig worden. We kunnen vervolgens verstrikt raken in wegen die niet getuigen van Gods goedheid en trouw. En al gaande helemaal vervreemden van
het licht van de wereld. We kunnen door overmoed vervreemden van Jezus. Van hem die beloofd heeft dat ieder die hem volgt nooit in duisternis zal leven. Maar licht heeft dat leven geeft. Laten we dan ook oor hebben voor de dringende waarschuwing die uitgaat van het leven van Simson. Misschien faalde hij in leven als rechter. Maar laat hij ons nu hij dood is richten door zijn leven. Laten we leren van Simson. Van hem die zo roekeloos speelde met het grootste schat dat een mens kan ontvangen. Het schat gewijd te zijn aan God zelf. Simson was gewijd door het woord van de engel. Wij zijn het door het woord van God. De God die ons toezegt dat wie Christus gelooft, één met Hem is. Met hem de eeuwige zoon van Gods vreugde! Ik werk de preek uit aan de hand van dit thema: De nacht valt over Simsons leven 1. Verliefd 2. Verblind 3. Verlaten
1. Verliefd Verliefd zijn is in onze cultuur bijna de allerhoogste staat van de mens. Weinig dingen doen er zo toe als verliefd zijn. In de cultuur uit Simsons tijd is dat anders. Zelfs bij huwelijken en relaties, was verliefd zijn niet eens zo belangrijk. Het was in ieder geval niet de basis onder een huwelijk of een relatie. De Bijbel vertelt dan ook maar heel weinig dat iemand verliefd is. Maar over Simson wordt het wel verteld. Hij werd verliefd op een vrouw uit de Sorekdal. Zo staat het er in het origineel. Dat dit verteld wordt is heel bijzonder en vraagt onze aandacht. Wij mogen het niet vergeten als wij de geschiedenis met Delila lezen. Als je weet dat Simson verliefd was op Delila, dan begrijp je het verhaal ook beter. Dan snap je dat hij bij haar blijft, ook als ze hem keer op keer in gevaar brengt. Er is iets wat deze sterke man klein krijgt en dat is zijn verliefdheid. Niets kan Simson tegenhouden. Zelfs een heel poortsysteem is daar niet toe in staat. Hij ligt het gewoon –huppekee- uit de stadsmuur. Kilometers ver sjouwt hij het op zijn rug. En alsof dat niet al bijzonder genoeg is, gaat het ook nog eens tegen een heuvel op. Simson is sterker dan sterk. Maar… dan wordt hij verliefd. En tegen de kracht van zijn verliefdheid kan hij niet op. Zelfs niet als het zo klaar als een klontje is dat deze verliefdheid gevaar voor hem inhoudt. Op een heel praktisch niveau leren wij hier iets waardevols uit. En dat is dat je niet licht moet omgaan met verliefdheid. Het is krachtiger dan Simson! Geef verliefdheid geen kans in je leven als een relatie met diegene niet mogelijk is. Als het risico inhoudt. Bijvoorbeeld het risico dat je relatie met de Here God eronder zal lijden. Of omdat hij of zij al iemand anders toebehoort. Of omdat jij al aan een ander jouw trouw en liefde hebt beloofd. Laten we niet licht denken over verliefdheid. Als het zelfs Simson klein en mak krijgt! Laten we daarom wijs zijn en onszelf verbieden toch hier en daar een beetje onschuldig te teasen en te flirt-appen. Probeer niet sterker te zijn dan Simson. Als je weet dat de ander niet voor jou kan zijn, en jij niet voor hem of haar, wees dan radicaal. Als het in onze tijd ergens aankomt op dapper strijden, dan is het wel rond verliefdheid. Soms lijkt verliefdheid in onze cultuur heer en meester over mensen te zijn. Alles moet wijken – hoe kostbaar het ook is – voor deze emotie. Er gaat zoveel goeds en zuivers aan stuk. En dit heb ik niet uit de studeerkamer Het moge duidelijk zijn dat ik het hier niet heb over alle verliefdheid. Geniet van verliefd-zijn in relaties waarin jij en de ander elkaar werkelijk tot zegen kunnen zijn. En bestaande relaties niet ontwricht worden. De Bijbel wijdt aan deze verliefdheid een heel erotisch lofzang! Dus geniet ervan!
Of de verliefdheid tussen Simson en Delila wederzijds was, weten wij niet. Net zoals wij niet weten of Delila een filistijnse of Israëlische vrouw was. Het laatste is het meest waarschijnlijke. Dus dat Delila hoorde bij Israël. Dit past heel goed in het geheel van Simsons levensbeschrijving. Net als de Judeërs in hoofdstuk 15, is Delila dan één van Israël zelf die Simson uitlevert. Het verhaal van Simson is één grote confrontatie met Israëls laksheid. Ik vermoed dus dat Delila een vrouw uit Israël was. En ik denk ook dat zij wel degelijk van Simson hield. Alleen dan slaat de enorme hoeveelheid geld waarmee ze omgekocht werd ergens op. Iemand die zijn of haar minnaar toch liever kwijt dan rijk is, neemt ook genoegen met minder geld. Het bedrag Delila werd aangeboden ligt in de honderdduizenden euro’s. 5500 sjekel zilver om precies te zijn. Voor een indruk: Abraham kocht het graf bij Magpela voor 400 sjekel zilver, David de dorsvloer van Arauna met de runderen erbij voor 50 sjekel en Joab zegt ergens: zelfs al zou je me 1000 sjekel zilver geven, ik zal niet de zoon van de koning doden. Later zal Judas zelfs dik tevreden zijn met 30 sjekel voor het verraden van de Heer. De stadsvorsten bieden Delila een enorm bedrag aan. Blijkbaar is de begeerte naar geld bij Delila sterker dan verliefdheid. Zowel Simson als Delila verkopen als het ware hun ziel. Simson doet het door zijn wijding in de waag te gooien bij het erotisch spel met zijn minnares. Geld is misschien niet zijn zwakheid. Maar zeker wel verliefdheid, erotiek en vrouwelijk aandacht. Hij verruilt zijn kracht voor deze dingen en eindigt met lege handen. Delila verkoopt haar ziel door haar geliefde te verraden voor 5500 sjekel zilver. Geld is wel haar zwakheid. Hoe het haar verder verging, we weten het niet. Wat is jou meer waard dan horen bij Christus?... Wanneer moet Jezus maar even naar de achtergrond bij de keuzes die jij wilt maken? Bij je streven naar je gelijk, misschien. Of bij het staan op je recht of het uiten van je mening? Wanneer moet het gewijd zijn aan Jezus bij jou even tussen haakjes? In je spreken? Dat het zijn van Jezus niet opweegt tegen de aandacht en lachers die het loon is op jouw kwaadspraak, gevatheid en dubbelzinnige opmerkingen. Of wat dacht je van iets vrooms? Dat je maar even niet de oproep van de apostel serieus neemt, om je door het zingen van psalmen, liederen en gezangen te laten vervullen door de Geest? Simson weet wel wanneer zijn wijding en roeping aan de kant moet. Dat moet wijken voor eer, verliefdheid, vrouwelijk aandacht en respect. Wanneer moet jouw gewijd zijn aan God in Christus plaats maken voor iets anders? Leer uit de geschiedenis van Simson dat er enorme geestelijke risico’s verbonden zijn aan het tussen haakjes zetten van je wijding. Dat je uiteindelijk kunt zitten met een geestelijke verblinding. Dat je niet meer kunt zien hoe groot de liefde en trouw van God voor ons en heel de wereld is. Deze geestelijke blindheid, is werkelijk nacht.
2. Verblind Het verhaal van Simsons leven begon met zien. Hij zag een meisje in Timna. Hij wilde met haar trouwen. Zijn ouders strubbelden tegen. Simson snauwt hen toe: haal haar want zij is goed in mijn ogen. Het zijn deze eigen ogen die aan het eind van zijn leven worden uitgestoken. De ogen waarmee hijzelf bepaalde wat goed is. Zonder deze ogen zal hij blind de molen draaien. Maar zijn werkelijke verblinding heeft al eerder plaatsgevonden. Misschien al wel toen hij zijn ouders toesnauwde dat hij net als Israël alleen geïnteresseerd is in wat goed is in zijn eigen ogen. Op het eerste gezicht kan het lijken alsof Delila de kwaaie pier van het verhaal is. Maar zo wordt het echt niet beschreven. Simson wordt niet beschreven als slachtoffer van Delila. Hij is slachtoffer van zichzelf. Simsom komt door zijn eigen overmoed ten val. De kracht die hij van God heeft ontvangen, wordt voor hem een bron van overmoed. Simson gaat het steeds minder inzetten voor zijn roeping als rechter die aan God gewijd is. Hij zal zijn kracht steeds meer gebruiken voor zijn eigen hartstochten. Het is een kracht die hem de kans steeds vaker te doen wat goed is in eigen ogen. En daarin te slagen. De kracht die met zijn wijding meekwam, gebruikte hij als bron van genot. Onbedaarlijk opgewonden wordt hij van die mooie Delila. Zijn hart klopt hoog in zijn keel als Delila met grote ogen kijkt naar zijn bultende spieren. Hij houdt het niet meer van geilheid als zij zijn krachtige lijf aait en kust. Hij geniet ervan steeds te laten zien dat hij door niets gebonden kan worden. Wat vindt hij het fijn die beteuterde gezichten van de filistijnen te zien. Hoe zoet klink het gevlij van hun respectvolle wow’s in zijn oren. Het vraagt om meer-meer-meer. Hij kan er niet genoeg van krijgen en gaat steeds verder. De bron van zijn kracht is de wijding aan God. Maar hij is verblind geraakt. Hij gebruikt de kracht niet voor zijn roeping. Hij ziet zijn roeping niet. Hij ziet alleen maar bewondering. Pas als hij daadwerkelijk blind is geworden en aangewezen is op de ogen van zijn hart, krijgt Simson weer zicht op zijn roeping. Draaiend aan de molensteen zullen zijn ogen uiteindelijk opengaan. De ogen van zijn hart. Dan zal hij zien waarom God hem zoveel kracht gegeven heeft. Maar daarvoor moet het eerst werkelijk nacht om hem heen worden. Pas als God de gave die hij heeft ontvangen van hem afneemt, gaan Simsons ogen open. Vele eeuwen later zal Paulus de gemeente wijzen op de kracht die zij heeft ontvangen. Onze kracht is dat wij in Jezus zijn bevrijd van zonden, schuld en dood. En dat wij in Jezus deel hebben aan de Heilige Geest. De Geest door wie God ook Jezus uit de dood heeft opgewekt. Dat is de kracht van ons als gemeente van de Heer.
Maar, en daar attendeert Paulus ons steeds op, wij kunnen vergeten dat wij deze kracht hebben gekregen met het oog op onze roeping. Net als Simson hebben wij niet zomaar deze kracht ontvangen. Nee, absoluut niet. Het is een kracht met het oog op onze roeping als gemeente. De brief aan de Efeziërs is daar heel duidelijk over. Gebruik jullie kracht. Gebruik het. Span jullie in. Maar wel voor deze twee onderdelen van jullie roeping: de bescherming van de eenheid en van de heiligheid van ons als gemeente. Zet deze kracht in voor de geestelijke opbouw van de gemeente. Gebruik het om dat in alle bescheidenheid, zachtmoedigheid en … te doen. Zet deze kracht in voor een heilig leven. Voor de eenheid en heiligheid van de gemeente moeten wij onze godgegeven kracht inzetten. Dat is onze roeping, zegt de apostel. Want door de eenheid en heiligheid van de gemeente van Jezus wordt de grootheid van Gods genade zichtbaar aan alle mensen. Zelfs aan de koningen en machthebbers. Dat is een missionaire gemeente, zou de apostel zeggen. Laten we niet zoals Simson blind zijn voor deze roeping. Wij misgissen ons enorm als we onze gewijdzijn aan God niet gebruiken. Of misschien wel gebruiken, maar om dan sussend te doen wat goed is in onze eigen ogen.
3. Verlaten Zodra Simson het geheim verklapt, en daarmee Gods naam gebruikt, wijkt de kracht van God van hem. We zien hier hoe de Heer weigert dat zijn naam gebruikt wordt voor een spel. Simson geeft met zijn eerlijk antwoord aan Delila toe, dat hij zijn roeping niet vergeten is. Hier ligt niet een man in bed die niet wéét wat hem te doen staat. Nee, hij weet het heel goed. Maar in plaats van zijn kracht nu voor zijn roeping in te spannen, gaat hij verder met zijn spannend spel. Maar, hij heeft zich dus op de Heer verkeken. De Heer trekt dan een grens. “Jij hebt je wijding gekregen, Simson, voor iets anders. Ik geef jou niet deze kracht voor deze zwoele, gevaarlijke SM nachten met Delila. Houd mijn naam hier buiten.” En dan verlaat de Heer Simson en is hij zo slap als ieder ander man. En toch, toch kan de Heer Simson niet echt verlaten. Meteen groeit zijn haar weer. Het teken van zijn gewijdzijn begint weer te groeien. De schrijver geeft aan: de Heer is Simson niet vergeten. Misschien is de roeping van Simson ook gewoon te zwaar voor een mens. God erkent met het aangroeien van Simsons haar, dat de mens echt niet aan zichzelf overgeleverd kan worden. God kan dat niet. Hij kan ons niet aan onszelf overlaten. God moet erbij blijven. En dat wil Hij ook. Hoe sterk wij ook kunnen zijn. (Misschien kunnen we wel stadspoorten wegslepen.) Maar kunnen we ons bevrijden van onszelf? Kunnen we ons bevrijden van de grootste vijand: de schuld van de menselijke geschiedenis. Kunnen wij ons bevrijden van de dood? Wat hebben wij op dat punt aan poortendragende Simsons? Wij hebben iemand nodig die de kracht heeft weg te dragen wat ons werkelijk gevangen houdt. Iemand die wegdraagt de zonden van de wereld. Niet alleen dat van zichzelf, maar van de wereld! En dat kan geen mens. Zelfs Simson niet. Dat moet Godzelf doen. En dat doet hij! Hij die in zijn Zoon de zonden van de wereld wegdroeg. En ons zo door geloof in zijn zoon laat delen in de kracht van de opstanding. Een kracht die wij ontvangen voor onze grootse roeping. De roeping werkelijk heilig te leven. Amen.