DUURZAAM
VEILIG GEZOND
GROEI ZUIVER
BLIJ EN ZORGELOOS
O P G RO E I E N PEDAGOGISCH BELEID
Blij en Zorgeloos Opgroeien Eerste druk 1996 (titel: Uw kind is onze zorg) Tweede druk 2006 (titel: Uw kind is onze zorg) Derde druk 2007 (titel: Uw kind is onze zorg) Vierde druk 2012 (titel: Blij en Zorgeloos Opgroeien)
Auteur: dr. Patricia Huisman © Patricia Huisman Ontwerp: 2eN Design Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd met om het even welk techno- logisch procedé, of worden opgeslagen in een database of worden overgenomen voor publiek gebruik zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Inhoudsopgave 4. Pedagogische kernthema’s 2. Visie op kind 8. Opvang van oudere kinderen:
en ontwikkeling
de BSO 5. Pedagogische Voorwoord
5
6
9
doelen en vuistregels
13
19
23
39
43
49
65
75
3. Omgevingskwaliteit:
9..HUQSUR¿HOYDQ
positief, steunend,
Dikkedeur: natuur
stimulerend 7. De vermogensgebieden op een rij 1. Wetenschappelijke basis van ons pedagogisch beleid 6. Ontwikkelingsgericht werken
5
VOORWOORD U bent een aanstaande ouder in blijde verwachting,
kennis gemaakt met de pedagogische aanpak van
Waarom straffen en belonen schadelijk is voor kin-
Dikkedeur en staat aan het begin van een leer-
deren begrijp je al. Nu gaat het erom te ontdekken
traject om die aanpak in je vingers te krijgen.
hoe je kinderen begeleidt zonder straffen en
of misschien al een trotse ouder van een kindje.
6
belonen.
De geboorte van een kind is een onvergetelijke
In ‘Blij en Zorgeloos Opgroeien’ presenteert
ervaring. Het maakt blij, zet uw leven op zijn kop
kindercentrum Dikkedeur haar pedagogische
De natuur vormt het wetenschappelijk uitgangs-
en maakt soms ook een beetje onzeker. U wilt het
mis sie en aanpak. De lezer vindt er wellicht aan-
punt in het pedagogisch beleid van Dikkedeur, de
beste voor uw kindje zonder dat u altijd precies
knopingspunten in voor het maken van een peda-
menselijke natuur en zijn natuurlijke leefomge-
weet wàt het beste is. Een belangrijke vraag is:
gogische keuze.
ving. We hebben oog voor de complexiteit en
waar vind ik betrouwbare en kindgerichte kinder-
Als (aanstaande) ouder zult u ontdekken hoe wij er
samenhang van de kinderlijke ontwikkeling en zijn
opvang? En waar moet ik in de keuze dan op letten?
aan bijdragen dat uw baby blij en zorgeloos
er van doordrongen dat ervaringen in de vroege
opgroeit en hoe wij zijn/haar fysieke en emotio-
kindertijd blijvende effecten hebben, tot in de
Of je bent een gediplomeerde pedagogisch werker.
nele veiligheid garanderen. Uw baby krijgt een
volwassenheid. Dat vraagt een zorgvuldig uitge-
Je hebt vanuit je hart gekozen voor het werken
eigen zorgleidster die hem/haar liefdevol voedt,
werkte en kindgerichte pedagogiek. We hebben
met (jonge) kinderen en tijdens je opleiding de
verschoont, troost en knuffelt en baby-spelletjes
geprobeerd onze Dikkedeur-pedagogiek zo duidelijk
noodzakelijke basiskennis- en ervaring opgedaan.
doet. Zij begrijpt de lichaamstaal en signalen van
en herkenbaar mogelijk op te schrijven en hopen
Nu wil je dolgraag als professional aan de slag.
uw baby, waar zij met begrip en aandacht op rea-
erin te zijn geslaagd de lezer door alle pagina’s
Maar waar? Welk kinderdagverblijf past bij jou?
geert. Hechting ontstaat zo van nature. Elke dag
heen te blijven boeien.
Waar kan je met kinderen werken op een manier
hoort u van haar wat uw baby heeft beleefd.
zoals jij dat graag wilt?
Als (aanstaande) medewerker van Dikkedeur vindt
7
je handvatten voor het in praktijk brengen van Maar misschien ben je al door de pittige selectie-
een respectvolle en kindgerichte benadering die
ronde gekomen en heb je dus bewust gekozen
een veilige hechting garandeert met voldoende
voor ons kindercentrum, Dikkedeur. Je hebt dan al
uitdaging en waarin straffen en belonen niet past.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
1. WETENSCHAPPELIJKE BASIS VAN ONS
wij het kind benaderen als een samenhangend
geheel met hechting als basis voor het goed door-
PEDAGOGISCH BELEID
lopen van de cognitieve en sociaal-emotionele
Bowlby Wetenschappelijke Basis
Kohlberg Erikson
8
Piaget
Wentholt Freud
Het pedagogisch beleid van Dikkedeur wijkt sterk
ontwikkelingsstadia, die op hun beurt weer bepa-
af van hetgeen in de branche gebruikelijk is, al
lend zijn voor de erop volgende morele ontwikke-
jaren. Wij werken met kennis en inzichten van
ling.
wetenschappers van naam en faam die in de
Aan deze ontwikkelingsinzichten hebben we nog
wetenschappelijke wereld al decennia zijn erkend
een belangrijke component toegevoegd: de moti-
als de experts op hun terrein. Hoewel soms al ruim
vatietheorie van prof. Wentholt, die begrijpelijk
een halve eeuw oud, toch zijn hun inzichten nog
maakt wat mensen (lees kinderen) nastreven en
nooit wetenschappelijk weerlegd. Daarmee vor-
waarom en hoe omgevingsfactoren daarop van
men zij de tot heden meest aannemelijke en
invloed zijn. Het kind handelt nooit zomaar in ’t
betrouwbare kennis over het kind en zijn ontwik-
wilde weg maar altijd vanuit bepaalde biologisch
keling. Alle reden dus om er een pedagogisch
vastgelegde basisbehoeften die motiveren/aan-
beleid op te stoelen.
zetten tot bepaald gedrag. Die basisbehoeften zijn
De wetenschappelijke kennis over alle ontwikke-
eigen aan de menselijke soort, we hebben ze alle-
lingsaspecten in de groei van baby tot volwassenen
maal. En als die onbevredigd blijven geeft dat
ontlenen wij aan: Piaget (cognitieve ontwikkeling),
(grote) stress. Met hun gedrag geven kinderen
Bowlby (hechting), Erikson (sociaal-emotionele ont-
hier uitdrukking aan: de behoeften zijn voldaan of
wikkeling), Kohlberg en Freud (morele ontwikke-
vragen juist om de aandacht. Dit signaalgedrag is
ling). De inzichten van deze grootheden hebben
een belangrijke aanwijzing voor de omgeving van
we niet los van elkaar gebruikt maar juist op een
het kind: de opvoeder kan eruit opmaken of er vol-
zinvolle wijze met elkaar in verband gebracht.
doende is ingespeeld op de basisbehoeften van
Dankzij deze theoretische dwarsverbanden kunnen
het kind. Het is dus zaak die basisbehoeften te
Blij en Zorgeloos Opgroeien
9
herkennen en begrijpen, ze ook te plaatsen in het ontwikkelingsstadium waarin het kind zich bevindt, en daar vervolgens op in te spelen. Zo voorkom je dat je het kind beoordeelt of afwijst op gedrags- matige uitingen van iets waar hij zelf geen invloed op heeft: de biologische basiskenmerken van de menselijke soort. Dit wetenschappelijke bouwwerk is ineen gevloch- ten door één van onze directeuren: dr. Patricia Huisman, voormalig universitair docente sociale 10
psychologie, en nader uitgewerkt in concrete han- delingspunten en werkwijzen.
SAMENHANG
2. VISIE OP KIND EN ONTWIKKELING
zijn daarin beslissend. Om te kunnen groeien is het brein afhankelijk van leefervaringen. Onvoldoende
Afhankelijk
Gezond
Visie op kind en ontwikkeling
12
Evenwichtig
De mens is een zoogdier
of bedreigende ervaringen remmen die groei, ter-
Maar wel een bijzonder zoogdier: een laatbloeier
wijl voldoende en passende ervaringen de groei
met een bijzonder brein.
juist bevorderen.
Veel zoogdierpuppen kunnen meteen na de
De mensenpup kan bij de geboorte vrijwel niets, is
geboorte of al binnen enkele weken op eigen
in geen enkel opzicht zelfredzaam. Wat een veulen
benen staan. Een pasgeboren kalf of veulen staat
in 10 minuten kan, daar doet een mensenpup zo’n
in 10 minuten overeind. Tijdens de dracht is alles
15 jaar over. Deze late bloei houdt het mensenkind
ontwikkeld dat nodig is om te overleven: spier-
lang afhankelijk van zorg. En daarvoor is een blij-
kracht, zintuigen, en ook het brein is volgroeid.
vende liefdesband nodig die aanzet (motiveert) tot
In het brein is tevens kant en klaar vastgelegd
zulke langdurige en aanhoudende zorg.
wat gevaarlijk is, of eetbaar. Het jong kan na
Zelfstandig
de geboorte dus meteen van start. Binnen enkele
Balanceren tussen afhankelijkheid en zelf-
weken kunnen ze op prooi jagen, vechten, vluch-
standigheid
ten.....!
Deze zoogdierlijke basis delen we met elkaar:
Het menselijk brein wijkt af van dat van andere
daarin is elk kind hetzelfde. In dit opzicht zijn we
zoogdieren. Het is bijzonder in zijn opbouw (met
dus minder uniek dan we denken! Maar er zijn ook
name de neocortex), heeft veel jaren nodig om tot
verschillen. Want hoewel langdurig afhankelijk
wasdom te komen en is in die groei ook kwetsbaar.
vanwege ons zoogdierlijk brein, is het mensenkind
Bij de geboorte is het kinderbrein op hoofdpunten
tegelijkertijd een zelfstandig bestaand wezen, met
klaar, alle hersendelen zijn functioneel, maar nog
een eigen lichaam en geest, en een eigen speci-
niet volgroeid. Veel essentiële verbindingen moe-
¿HNH JHDDUGKHLG (ONH HUYDULQJ PRHW GRRU KHW
ten nog worden gelegd. De eerste 4 levensjaren
mensenkind zelf worden verwerkt. Het tempo
Blij en Zorgeloos Opgroeien
13
14
waarin of de intensiteit waarmee dat gebeurt
Opvoeden met respect voor de menselijke
verschilt per kind. Deze individuele verschillen
natuur
worden steeds sterker naarmate de groei vordert
Voor een gezonde ontwikkeling komt het vooral
en worden bijvoorbeeld zichtbaar in uiteenlopende
aan op de voortdurende processen van afstem-
keuzes of reacties. Ook daarin is een verschil met
ming tussen zelfstandigheid en afhankelijkheid.
andere zoogdieren, gelegen in het brein: zìj krij-
Dat kan meer of minder spanningsvol verlopen,
gen een aangeboren blauwdruk mee waarin alles
DIKDQNHOLMN YDQ GH µ¿W¶ WXVVHQ ZDW GH RPJHYLQJ
dat er toe doet is vastgelegd, er zijn geen keuze-
aanbiedt en eist en wat het kind psychisch nodig
opties, op situatie X volgt onherroepelijk en zon-
KHHIW+RHEHWHUGLHµ¿W¶KRHJURWHUGHNDQVRSHHQ
GHUHQLJHUHÀHFWLHDOWLMGUHDFWLH<:uMKHEEHQGDW
gezonde ontwikkeling.
niet. Wij moeten alles zelf leren, interpreteren en
Een omgeving moet dus rekening houden met de
beoordelen en onze eigen keuzes maken. Kern van
menselijke natuur, met de vaste gegevens die de
de levensconditie van kinderen is dus dat ze zelf-
menselijke soort kenmerken, gegevens die onont-
standige wezens zijn maar ook sterk afhankelijk
koombaar zijn, in elk mens verankerd. Dat vraagt
van anderen. Als zelfstandige wezens, met een
een zekere mate van bewustzijn bij de opvoeders/
eigen lichaam en aard, zijn kinderen vanaf de
verzorgers. Opvoeders kunnen bijvoorbeeld onder-
geboorte in staat tot en aangewezen op een eigen
ling strijdige eisen stellen: je moet gehoorzamen
verwerking van stimuli. Als afhankelijk wezen, dat
maar ook zelf (kritisch) nadenken;; of eisen stellen
niet zonder hulp van anderen kan overleven en tot
die in strijd zijn met de biologisch vastgelegde
wasdom komen, zijn ze aangewezen op verzorging
behoeften en mogelijkheden: een dreumes moet al
door en leren van anderen. Het is in deze para-
rekening houden met een ander terwijl de ontwik-
doxale leefsituatie dat kinderen tot ontwikkeling
keling van geen enkele dreumes daartoe in staat is.
komen.
Strijdige of niet passende eisen zijn de bakermat voor disfunctioneren, individueel èn maatschappelijk.
ONTDEKKEN
16
De kwaliteit van het sociale leven staat of valt bij
is daarbij sprake van een twee-snijdend zwaard
De kwaliteit van de omgeving bepaalt de
de kwaliteit van het psychisch leven. Hoe meer
tussen behoeften (wat het nodig heeft) en vermo-
kwaliteit van de leerprocessen
aandacht we hebben voor de emoties en behoef-
gens (wat het kan). Zo heeft het kind behoefte aan
De ontwikkeling van kinderen verloopt via aller-
ten van het kind des te vanzelfsprekender is de
affectie. Wordt het daarin bevredigd, dan kan het
hande leer- en ervaringsprocessen. Lang niet
belangeloze maatschappelijke inzet en sociale ver-
zijn vermogen tot het geven van affectie ont-
voor al het leren is bemoeienis van derden nodig.
antwoordelijkheid als volwassene. Hoe meer
plooien. Een goede hechting en affectieve ontwik-
Kinderen kunnen veel opsteken van eigen erva-
gerespecteerd in de kindertijd hoe makkelijker
keling zijn op hun beurt weer een belangrijke con-
ringen die ze opdoen en leren van eigen uitpro-
respect voor anderen wordt opgebracht in de vol-
ditie voor het ontwikkelen van andere vermogens
beersels. Het spelenderwijs leren is een kerngege-
wassenheid. Ook hier hebben we dus te maken
en vaardigheden, waaronder sociale en morele.
ven in de ontwikkeling. Het is bovendien een vorm
met een paradox, dit keer over het belang van
Iets dergelijks geldt voor de andere basisbehoef-
waaraan ze zelf veel plezier beleven. En hoe groter
eigen behoeftebevrediging en van goed burger-
ten –en vermogens, naast de affectieve, zoals de
het plezier des te groter de drang om verder te
schap. Wat blijkt: we hoeven mìnder energie te
cognitieve, motorische en zintuiglijke behoefte en
gaan, nieuwe dingen uit te proberen. Uiteraard is
steken in het realiseren van sociaal gewenst gedrag
vermogens. Vanwege de verwevenheid tussen
er ook veel te leren waarbij kinderen wèl afhanke-
naarmate we méér energie steken in een goede
behoeften en vermogens en tussen vermogens
lijk zijn van anderen. In die gevallen is er een gro-
aansluiting bij de menselijke natuur. Anders gezegd:
onderling, is het zaak aan elk ervan aandacht te
tere invloed van de omgeving op ‘wat’ ze leren en
rekening houden met kinderen loont, juist ook
besteden, het één is niet belangrijker dan het
‘hoe’ ze leren. En hoe groter die invloed des te
maatschappelijk!
ander. Een gezonde ontwikkeling houdt in: een
belangrijker is de kwaliteit van die omgeving, in
evenwichtige ontwikkeling. Dit is zo voor elk kind.
het bijzonder de opvoedingssituatie.
Een gezonde ontwikkeling is een evenwich-
Hoe dat evenwicht er concreet uitziet is echter
tige ontwikkeling
voor elk kind anders, afhankelijk van zijn aange-
Elk kind wordt geboren met een basispakket aan
boren mogelijkheden, aard en voorkeuren.
17
behoeften en mogelijkheden: zijn in potentie aan- wezige verlangens, vermogens en vaardigheden, die om bevrediging en ontwikkeling vragen. Vaak
Blij en Zorgeloos Opgroeien
Opvoedings omgeving
Opvoedings klimaat
Opvoedings kwaliteit
Opvoedings relatie
18
Opvoedings methode
3. OMGEVINGSKWALITEIT: POSITIEF,
Maar hechting alleen is niet genoeg. Hoewel liefde-
vol verbonden kan een kind verkommeren door
STEUNEND, STIMULEREND
gebrek aan uitdaging, een andere levensbehoefte Kinderen èn opvoeders functioneren beter als ze
van kinderen. In de opvoedingsomgeving moet er
zich aan elkaar kunnen hechten. Dit is de basis
dus ook voldoende mogelijkheid zijn voor spelen
van een goede opvoedingsrelatie. Het realiseren
en ontdekken. De natuurlijke leefomgeving mag
hiervan vergt continuïteit in de relaties met een
daarin niet ontbreken, als onuitputtelijke bron van
beperkt aantal vaste opvoeders. In een dagelijkse
verwondering, object voor onderzoek-lust en altijd
of regelmatige omgang raken opvoeder en kind
beschikbaar oefenterrein.
vertrouwd met elkaar en kan zich gemakkelijk een
In een goed opvoedingsklimaat is er kennis van de
band ontwikkelen tussen beiden. Een goede hech-
biologische overeenkomsten tussen kinderen waar-
tingsrelatie is een liefdevolle veilige relatie, met
door een goed zicht ontstaat op de individuele ver-
oog voor de basisbehoeften en ontwikkelings-
schillen, de eigenheid van elk kind. Aanleg en leefsi-
opgaven, waarop responsief en met respect voor
tuatie is voor elk kind anders. Dat maakt dat tempo,
het kind wordt gereageerd. Voor een rijk gescha-
belangstelling, talenten, behoeften en reacties van
keerde affectieve ontwikkeling is het daarnaast
kinderen zeer uiteenlopen. Goede opvoeders hou-
van belang dat een kind zich gaandeweg kan hech-
den rekening met die verschillen, zodat elk kind in
ten aan andere kinderen en aan zijn fysieke omge-
zijn eigenheid zoveel mogelijk tot zijn recht kan
ving. Een goede opvoedingsomgeving speelt hier
komen. Dit vraagt opvoeders die in staat zijn tot
op in door vaste verzorgers die houvast en veilig-
maatwerk, door passieve en actieve responsiviteit.
heid bieden, door ruimte te scheppen voor samen-
Actieve behoeftebevrediging wordt dan afgewisseld
spel in kleine kring en door een inrichting van de
met passieve, afwachtende aandacht. Kinderen moe-
omgeving die ‘huiselijkheid’ biedt die het kind een
ten de kans krijgen zichzelf en de wereld om hen heen
veilig en beschermd gevoel geeft.
op hun eigen manier te ondergaan, zonder inmenging
Blij en Zorgeloos Opgroeien
19
van derden. Maar we mogen ze niet aan hun lot overlaten. Waar steun of stimulering nodig is, moet die er ook vanzelfsprekend zijn. Kinderen ontplooien zich het best als ze dingen kunnen doen op een manier die bij hen past en op het moment dat ze er in geïnteresseerd zijn. Het is dus van belang dat de interventies van opvoeders gebaseerd zijn op en aansluiten bij de behoefte en belevingswereld van het kind. Slagen opvoeders daarin, dan kan het kind blijvend vertrouwen in ze stellen doordat het zich veilig, beschermd en gerespecteerd voelt. 20
Kern van een goede opvoedingsmethode is het spel. Kinderen beleven plezier aan het gebruik van hun vermogens, zo schreven we eerder. Dat plezier is biologisch verankerd in de intrinsieke vermo- gensmotivatie. Het is de kunst om ze dat plezier te laten behouden. Daarom is het spel zo belangrijk: al spelend leren kinderen het meest. Maar niet elke manier van spelen schenkt bevrediging en niet alle kinderen kunnen even goed spelen. Kinderen genieten en leren pas echt van hun spel als het gericht is èn afgestemd op de eigen mogelijkheden. Het ‘leren spelen’ is daarom net zo belangrijk als het ‘spelend leren’.
INTERACTIE
4. PEDAGOGISCHE KERNTHEMA’S
Al in 1940 rapporteerde de psychoanalyticus R. Spitz over het lot van weeskinderen. In die tijd
Pedagogische Kernthema’s
Veilige Hechting
22 Adequate Stimulering
Uit de wetenschappelijke kennis en inzichten die
lag in weeshuizen de nadruk vooral op het voor-
de basis vormen voor het pedagogisch beleid van
komen van besmetting door ziektekiemen. De
Dikkedeur, vloeit een aantal kernthema’s voort
baby’s werden dus gevoed en gekleed, warm en
waarvan elke opvoeder zich rekenschap moet
schoon gehouden, maar niet gekoesterd. Hoewel
geven, ook als die opvoeder daar mogelijk anders
fysiek goed verzorgd, werden grote aantallen kin-
over denkt. Het gaat dan om: veilige hechting,
deren ziek en mager. Velen gingen dood (gemid-
adequate stimulering en het begeleiden zonder
deld 75%), ironisch genoeg juist aan infecties die
straffen en belonen. Dit zijn thema’s die geen
men met de steriele behandeling had willen voor-
enkele opvoeder kan negeren. Toch zijn er nauwe-
komen. Het gebrek aan aanraking, streling, spel en
lijks kinderdagverblijven die zich in deze kernthe-
verbale communicatie bleek fataal voor de baby’s.
ma’s hebben verdiept en ze in hun pedagogisch beleid de plaats geven die ze verdienen.
Niet alleen de fysieke ook de psychische behoeften blijken dus van levensbelang. En voor het psychisch
Niet straffen Niet belonen
KERNTHEMA I
welbevinden is de menselijke natuur evenzeer de
VEILIGE HECHTING
hoofdmotor. Veel van de psychische behoeften
Er is lang gedacht dat het voldoende is om jonge
vinden hun wortels in de biologie, in de biologische
kinderen fysiek goed te verzorgen: ze te voeden,
aard van het zoogdier Mens.
verschonen, warm te houden, te kleden, te laten slapen, voor ziekten te vrijwaren etc. De fysieke
De biologische basis van hechting
behoeften van het lichaam, daar ging het om,
De hechtingsbehoefte kent twee bouwstenen: de
meer is in die eerste periode niet nodig. Maar niets
behoefte aan affectie (liefde) en de behoefte aan
blijkt minder waar…...
veiligheid. De affectiebehoefte (en het vermogen
Blij en Zorgeloos Opgroeien
23
affectie te geven) wordt aangestuurd door het lim-
de ontwikkeling van het limbisch brein. Reptielen
wantrouwen, met alle daarbij behorende stress.
zal dat ook doen in situaties waarin meerdere
bisch brein, waar ons emotionele leven zetelt. Het
kennen wel de noodweer maar niet de emoties
En dat zal tot in de volwassenheid zo blijven. Van
(maar niet teveel verschillende!) verzorgers een
is het tweede hersendeel dat zich in de evolutie
erbij.
steeds meer emotionele problemen bij volwasse-
belangrijke rol spelen. Alle reden dus om er ook in
nen wordt aangenomen dat ze verband houden
het kinderdagverblijf een speerpunt van te maken.
bij zoogdieren aan. Als het limbisch brein bescha-
Gebrek aan affectie of wisselvallige en voorwaar-
met hechtingsproblematiek. Veilige hechting is
Daarnaast en vaak gaandeweg kan een gevoel van
digd raakt, dan is het zoogdier niet meer in staat
delijke affectie maakt op zichzelf al onveilig. Het
dus van levensbelang voor jonge kinderen
hechte verbondenheid ontstaan met secundaire
tot liefde en zorg en zal het nergens plezier aan
kind kan niet blind vertrouwen op de liefde van zijn
beleven. Het limbisch brein is dus essentieel voor
verzorgers en dat maakt bang. Maar er zijn ook
Hechting aan wie of wat en van welke aard?
oma/buurvrouw), andere kinderen (zusje/broertje,
zoogdierenpups die bij uitstek afhankelijk zijn van
andere bronnen voor gevoelens van bedreiging,
Van nature zoekt de mensenpup contact met
groeps- of klasgenootjes), de ruimtelijke omgeving
liefde en zorg.
zoals een gebrek aan responsieve reacties op de
soortgenoten waar die nu eenmaal geheel van
(het huis, de groepsruimte, de straat, wijk, stad
De behoefte aan veiligheid vindt haar bron in het
kinderlijke behoeften. De baby huilt maar er wordt
afhankelijk is. Die soortgenoten zijn op de aller-
en zelfs het land) en speel- of knuffelobjecten.
reptielenbrein, het evolutionair oudste hersen-
niet op gereageerd, of de peuter slaat uit angst om
eerste plaats de primaire verzorgers (zoals ouders,
Maar deze kunnen elkaar niet zomaar vervangen.
deel. Alle dieren beschikken over dit breindeel, dat
zich heen en wordt niet begrepen maar gestraft.
zorgleidster). Daar zoekt de baby zijn basis-hechting
Gehechtheid aan medekinderen maakt hechting
gericht is op overleven. Vitale functies zoals hart/
Nog weer een andere bron is het voortdurend
en die is van levensbelang, zo hebben we hiervoor
DDQ VLJQL¿FDQWH ste verzorgers niet overbodig en
zenuwstelsel/honger en dorst worden hier gere-
beknot worden in je onderzoeksdrang, wat angstig
gezien. Het voldoen aan die hechtingsbehoefte is
vice versa, ook al kan een tekort op het ene vlak
geld. Als die functies uitvallen dan overleven wij
en onzeker maakt, nog eens versterkt als de inper-
echter niet het exclusieve domein van de moeder.
ten dele worden gecompenseerd door het andere.
het niet. Maar ook onze noodweer zetelt in het
king voortkomt uit eigen angst van een verzorger.
Iedereen die over het kind moedert kan als hech-
De volgende stelling van dr. Elly Singer getuigt dan
reptielenbrein: de amandelkern genoemd, die aan-
Incidentele onveiligheid kan een kind goed aan
tingsobject fungeren. De grondlegger van de hech-
ook van weinig inzicht in hechtingsvraagstukken:
slaat bij gevaar en het hele organisme in staat van
zolang de verzorger voldoende in staat is her-
tingstheorie, Bowlby, is op dit punt vaak misver-
in de kinderopvang moet je niet de hechting tus-
paraatheid brengt. Die paraatheid zet alles op
nieuwde veiligheid te bieden. Lukt dat niet, en
staan. Anders dan vaak beweerd, wees juist Bowlby
sen volwassene en kind stimuleren maar vooral de
scherp zodat we ons optimaal kunnen redden, door
worden onveiligheidsgevoelens structureel, dan
HURSGDWQLHWµGHPRHGHU¶PDDUµGHPRHGHU¿JXXU¶
onderlinge hechting tussen kinderen. De moeder
aan te vallen of te vluchten. De emoties die onze
belemmert dit het tot stand komen van een veilige
er bij hechting toe doet. Dat kan dus ook de vader
of de pedagogisch medewerker mag volgens Singer
noodweerreactie begeleiden (boosheid of angst)
hechting. In dat geval groeit het kind op met
zijn, of andere vaste verzorgers. Het kind is in
niet te belangrijk worden. Waarom dat zo zou zijn
zijn weer typisch voor zoogdieren, pas ontstaan bij
chronische gevoelens van angst, onzekerheid en
staat zich aan meer dan één object te hechten en
blijft een raadsel. Temeer omdat pas onder de
heeft ontwikkeld en we treffen het daarom alleen
24
hechtingsobjecten, zoals andere volwassenen (opa/
Blij en Zorgeloos Opgroeien
25
26
conditie van een geslaagde en veilige hechting
kers, en eigen zorgleidster voor elk kind, als basis-
door de week heen altijd weer dezelfde kinderen
kinderen in die leeftijd juist veel behoefte hebben
PHWEHWURXZEDUHHQYRRUKHQVLJQL¿FDQWHYROZDV-
voorwaarde voor het tot stand komen van veilige
aanwezig zijn. Het is zijn (of haar) groep en het
aan een vaste plek, vaste pedagogisch medewer-
senen, kinderen in staat zijn tot een geslaagde
hechtingsrelaties tussen kinderen en leidsters.
zijn zijn (of haar) eigen pedagogisch medewer-
kers en vaste groepsgenootjes. Dat schept ver-
relatering aan andere kinderen, en zelfs dat pas
Prof. Tavecchio deelt deze visie. Om die reden heeft
kers. Op stille dagen kan de ene stamgroep zonder
trouwen en veiligheid, de voorwaarden voor hech-
na een bepaalde leeftijd. Van een baby en een
hij zich hevig verzet tegen een nieuwe trend in de
probleem worden samengevoegd met de andere
ting. En zelf kiezen is bovendien een vaardigheid
peuter valt zoiets niet te verwachten. En kinder-
kinderopvang, die begin deze eeuw voor het eerst
stamgroep: samen met de eigen stamgroep kin-
die zulke kinderen nog nauwelijks echt meester
dagverblijven worden nu eenmaal bevolkt door
opgang deed, waarin deze vaste bestanddelen wer-
deren en pedagogisch medewerkers ontmoeten de
zijn, zeker niet in die mate.
kinderen van 0 tot 4 jaar!
den losgelaten. Wij doelen hier op wat is gaan
kinderen dan een andere stamgroep. Een veilig en
heten het ‘open deuren beleid’. Kern van het ‘open
spannend avontuur.
Het onderscheid tussen de klassieke stamgroepen
In welke periode krijgt basishechting zijn
deuren beleid’ is het loslaten van de reguliere
beslag?
stamgroepen zoals die sinds jaar en dag bestaan
In het ‘open deuren beleid’ wordt de stamgroep
is dus fundamenteel en groot. Maar let goed op,
Een veilige hechtingsrelatie moet zijn beslag krij-
in de kinderopvang.
los gelaten en vervangen door functie-lokalen
want er is inmiddels in de kinderopvang veel ver-
ZDDU VSHFL¿HNH DFWLYLWHLWHQ ZRUGHQ DDQJHERGHQ
warring geschapen over de stamgroep. De stam-
gen in de eerste vier levensjaren van het kind.
en de functiegroepen uit het ‘open deuren beleid’
In het kinderdagverblijf is het daarom van belang
Wat is dat, een stamgroep?
zoals een leeslokaal, muzieklokaal, gymlokaal ed.
groep is opgenomen als een kwaliteitseis;; een eis
zoveel mogelijk met een vaste zorgleidster te
Dat is de groep waar het kind staat ingeschreven,
Vanaf binnenkomst kan het kind dus ‘kiezen’ wat
waar kinderopvang met een open-deuren-beleid
werken, iemand die zich vanaf de eerste dag over
met een eigen groepsruimte en een vaste groeps-
het wil doen en gaat het al snel rechtstreeks naar
echter niet aan kan voldoen. Dat is talig opgelost
het jonge kind ontfermt, het voedt, verzorgt, koes-
leiding die het kind dagelijks en de hele dag door
het betreffende lokaal. Het is elke dag ongewis
door de functiegroepen ook te typeren als stam-
tert, troost, stimuleert en zijn signalen begrijpt
koesteren, verzorgen en begeleiden en die ook het
wie het daar nog meer zal treffen. Er zijn kinder-
groepen. Maar die zijn dat niet. Wees dus op uw
zodat het kind op die verzorger kan vertrouwen en
vaste aanspreekpunt zijn voor u als ouder. De
opvangorganisaties die speciaal een nieuw dag-
KRHGHELMHHQNLQGHUGDJYHUEOLMIGDW]LFKDI¿FKHHUW
zich daadwerkelijk aan haar kan hechten. Een veilig
pedagogisch medewerkers van een stamgroep vol-
verblijf hebben laten bouwen volgens dit principe
met een open-deuren-beleid èn stamgroepen. Die
baken in die zee aan nieuwe, onbekende indrukken.
gen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep
en die dus geen stamgroepruimtes meer hebben.
stamgroepen zijn dan virtueel.
En dat is dus precies wat wij doen bij Dikkedeur:
en registreren hoe het gedurende de dag gaat met
Op zichzelf is dat een leuk alternatief voor oudere
we houden strikt vast aan een kinderopvang met
een kind. Kenmerkend voor een stamgroep is dus
kinderen, bijvoorbeeld in de buitenschoolse opvang.
vaste stamgroepen, vaste pedagogisch medewer-
dat het kind er (vrijwel) de hele dag verblijft en er
Maar voor de dagopvang is het fnuikend omdat
Blij en Zorgeloos Opgroeien
27
Dikkedeur heeft al in 2003 gekozen voor een eigen
ook heel leuk maar heeft niks van doen met een
wenselijkheids-leren verloopt niet via kennisover-
VLJQL¿FDQWH DQGHUHQ]LFKYHUERQGHQZHWHQ0DDU
vorm. Wij noemen dat met een knipoog ons ‘op-
pedagogisch beleid, geen ‘open deuren beleid’ noch
GUDFKWPDDUYLDLPLWDWLHHQLGHQWL¿FDWLH
ze ervaren tegelijkertijd ook heel persoonlijke ver-
een-kier beleid’. Het komt er kortweg op neer dat
een ‘op-een-kier beleid’. Het dient geen ander doel
Jonge kinderen doen graag na wat ze anderen zien
schillen, dingen waarin ze anders denken, voelen
kinderen die daar behoefte aan hebben zo af en
dan een gezamenlijke viering, net als in het onder-
doen. Een baby is daar voor het 1 kennis-leren
en reageren dan hun opvoeders of speelkame-
toe wat verder kunnen kijken dan alleen hun eigen
wijs.
zelfs op aangewezen. Er over nadenken kan hij nog
raadjes. En ook daarin willen ze zich gewaardeerd
niet. Zodra een kind cognitief zelf over iets kan
en gerespecteerd voelen, zodat ze een positieve
stamgroep. Er zijn bijvoorbeeld peuters die het
28
ste
heerlijk vinden om eens een keer te ‘helpen’ bij de
Hoe zit het met hechting na die eerste 4 jaar?
nadenken, vervalt imitatie als bron voor kennis-
beleving van zichzelf kunnen ontwikkelen. Voor
baby’s. Of dreumesen die al graag eens een keer
Hechting is als kernthema niet alleen relevant voor
leren. Maar een nieuwe versie ervan doet dan zijn
een gezonde identiteitsontwikkeling is het besef
in die spannende peutergroep op bezoek willen.
de kinderen in de dagopvang. Ook na die eerste
LQWUHGHLQGHYRUPYDQLGHQWL¿FDWLHKHWZLOOHQ]LMQ
van ‘een-zijn met je omgeving’ net zo belangrijk
Verder is het prettig voor peuters dat ze op gezette
4 levensjaren blijft het een rol spelen, zij het op
en doen zoals een belangrijk liefdesobject is en
als het besef van ‘gescheiden zijn van je omge-
tijden mogen kiezen tussen activiteit X in hun eigen
een andere manier.
doet (vaak een ouder of verzorger), zo vanaf het
ving’. Een spanningsvrije identiteitsvorming bouwt
4 OHYHQVMDDU9LDLGHQWL¿FDWLHQHPHQ]HYDQKXQ
daarom op veilige hechtingsbanden met ruimte
maal geen extra pedagogische inspanning, wel een
Hechting: basis voor moraal en identiteit
voorbeelden over wat wenselijk wordt geacht en
voor een positief zelfgevoel over de eigen identi-
zorgvuldige organisatorische afstemming tussen
Een geslaagde hechting is de algemene voor-
wat niet, en dat stimuleert de morele ontwikkeling.
teit: zoals ik ben, ben ik de moeite waard.
de betrokken stamgroepen. De kinderen kunnen
waarde voor een evenwichtige groei, waarbij het
Het sociaal of moreel leren krijgt zo een heel natuur-
zo hun horizon verbreden of makkelijker kiezen
kind, in de zekerheid van aanvaarding, zichzelf kan
lijk verloop en vraagt weinig extra instructie.
Hechting: een levenslange behoefte
voor activiteiten die hun voorkeur hebben, zonder
zijn en zich naar eigen kunnen en in een eigen
Maar een geslaagde hechting is ook en juist van
In de vervolgfasen van de ontwikkeling behoudt het
hun stamgroep los te laten. Het zijn relatief korte
tempo kan ontwikkelen. Daarbij hoort ook het
belang voor het ontdekken van jezelf, voor het aan-
kind de behoefte zich te hechten. De menselijke
uitstapjes waarna ze altijd weer terug keren naar
ontdekken van de wereld en het opdoen van ken-
durven en uitproberen van dingen die ‘eigen’ zijn
hechtingsbehoefte gaat immers nooit over. Die
hun eigen groep en groepsruimte.
QLV KHW µNHQQLVOHUHQ¶ 0HHU VSHFL¿HN YRUPW HHQ
maar anders. Dit is van groot gewicht voor de
behoefte richt zich dan niet meer zozeer op de pri-
Los daarvan zijn er enkele momenten in het jaar
veilige hechting echter de basis voor ‘wenselijk-
identiteitsontwikkeling, de ervaring van een onder-
maire verzorgers, want als het goed is heeft dit in
dat kinderen uit verschillende stamgroepen een
heids-leren’, voor het aanleren van zaken die vol-
scheid tussen ‘het ik’ en ‘de omgeving’. Kinderen
de eerste 4 levensjaren zijn beslag gekregen, maar
gezamenlijke activiteit doen, zoals bijvoorbeeld in
wassenen van waarde vinden en waarvan ze
willen graag ergens bij horen, het gevoel hebben
op derden, zoals familieleden en leeftijdgenoten
geval van een kerstfeest of sinterklaasfeest. Dat is
willen dat ook kinderen die gaan nastreven. Dat
dat er overeenkomsten zijn tussen henzelf en
en nog later op een zelfstandige liefdesrelatie met
JURHS RI DFWLYLWHLW < ELM GH EXUHQ 'DW YHUJW DOOH-
de
Blij en Zorgeloos Opgroeien
29
een levenspartner. Maar ook de materiële leefom-
een optimale ontwikkeling de beste kansen krijgt.
geving (de stad waar je woont of de natuur) is
Zo’n optimale ontwikkeling bereik je echter niet
object van hechting, en zelfs de werkplek of het
door koestering alleen. Het kind moet tevens de
YDGHUODQG9HUKXL]LQJRIHPLJUDWLHNDQHHQÀLQNH
kans krijgen zijn basisvermogens te ontwikkelen
bres slaan in de bestaande hechtingen. Ook na het
en zich verder te bekwamen. Onderstimulering
vierde jaar moeten we kinderen daarom voldoende
leidt net als onveilige hechting tot grote stress en
hechtingsmogelijkheden bieden.
benadeelt niet alleen de groei van het brein maar
(HQNLQG]DOGDDUPDNNHOLMNHUYDQSUR¿WHUHQDOVKHW
maakt ook ongelukkig.
kan voortbouwen op een veilige basishechting met
Koesteren en stimuleren zijn allerminst strijdig met
zijn verzorgers in de jonge kindertijd. Is die echter
elkaar, zitten elkaar niet in de weg. Integendeel,
niet tot stand gekomen dan zal het kind extra
ze hebben elkaar nodig. We hoeven immers niet te
wantrouwig en dus voorzichtig zijn in het aangaan
kiezen tussen troosten en warmte geven òf uitda-
van banden. Onveilig gehechte kinderen vertonen
ging bieden, maar er voor zorgen dat het kind zich
ook eerder opvallend gedrag, meteen al, maar ook
veilig en geborgen voelt zodat het op onderzoek
in de jaren daarna. Het is daarom heel belangrijk
uit durft te gaan, niet bang is om dingen uit te
dit signaalgedrag te herkennen in plaats van alleen
proberen. En hoe meer het kind leert en ontdekt
te reageren op de zichtbare gedragingen. Hier is
hoe prettiger het kind zich voelt en hoe meer het
een taak weggelegd voor onze pedagogisch wer-
op zichzelf en zijn omgeving durft te vertrouwen.
kers op de BSO. Wat is dan adequate stimulering en hoe doe
VEILIG
KERNTHEMA II
je dat?
ADEQUATE STIMULERING
Een stimulerende omgeving begint met voldoende
Veilige hechting is niet het enige dat telt in de groei
ontdekmogelijkheden die het kind zelf, op eigen
van kinderen, ook al is het de basis van waaruit
kracht, kan onderzoeken. De natuur is bijvoorbeeld
Blij en Zorgeloos Opgroeien
31
32
zo’n omgeving. Een baby in het gras kan op z’n
kind, het ontwikkelingsstadium, en rekening houdt
ming. Een jong kind is erbij gebaat om zelf die
op een opvoedingselement waar iedereen zó
gemak het spel van de wolken volgen, de streling
met de eigen individuele aanleg. Het stimulerings-
twee treetjes onder de knie te krijgen, ook al valt
vertrouwd mee is dat er nauwelijks nog bewuste
van de wind ondergaan, de vliegjes en vlinders
aanbod moet daarom naast voldoende en gevari-
hij er de eerste keer misschien vanaf. Daar leert
gedachten aan worden gewijd. Straffen en belo-
bestuderen, de geluiden van vogels waarnemen
eerd ook nog zijn afgestemd op de kinderen.
hij heel veel van. In zijn brein wordt immers die
nen, we zijn er allemaal mee opgevoed.
en de structuur van het gras onderzoeken. Zelfs
Stimulering mag dus niet eenzijdig zijn, maar aan
ervaring vastgezet, inclusief ‘de kennis’ over wat
Decennia lang is ons wijs gemaakt dat straffen en
een lichte regen – of sneeuwbui is een wonder om
alle vermogens een kans op ontwikkeling geven,
er mis ging en hoe dat beter kan. De hiervoor nood-
belonen nuttige methoden zijn om een kind te
te ondergaan en ontdekken. Daar hoef je als ver-
en niet te hooi en te gras: met het risico op onder-
zakelijke verbindingen tussen cellen worden met-
laten gedragen zoals jij wilt dat het zich gedraagt.
zorger dus weinig aan te doen. Het is er gewoon.
of overstimulering.
een aangelegd zodat het kind in volgende gevallen
Of nog beter: dat een kind zich wil gedragen zoals
Dat is anders in binnenruimtes. Als we een ruimte
Bij Dikkedeur werken we om die reden met een
beter beslagen ten ijs komt. De pedagogisch
wij willen dat het zich gedraagt. Maar, waarom wil-
inrichten moeten we er dus zelf voor zorgen dat
activiteitenplanner, ingedeeld naar ontwikkelings-
medewerker heeft de taak hem te begeleiden in
len we dat eigenlijk? Waarom zetten we zo vaak
daarin voldoende prikkels zijn voor het kind, maar
gebied en leeftijd, en met periodieke kindobserva-
zijn pogingen om dat trapje veilig te beklimmen en
alles in om een kind te laten gehoorzamen aan
ook weer niet teveel. Overdaad schaadt.
ties zodat we kunnen vaststellen of een kind de
weer af te dalen, niet om hem daar vandaan te
onze wil? Is het omdat wij zelf als kind ook zijn
Die prikkels moeten dan wel gevarieerd genoeg
stimulering krijgt die hem/haar past.
houden. De oudere kinderen, zoals in de BSO,
onderworpen aan de wilsoplegging van onze
moeten bijvoorbeeld de kans krijgen om te leren
ouders? Of zijn we bang dat ons kind anders zal
zijn en zich bijvoorbeeld niet beperken tot zintuig- lijke stimulering. Op alle ontwikkelingsgebieden
Kern in onze benadering is dat kinderen in hun
hoe je veilig in een boom kan klimmen. Door kin-
opgroeien voor galg en rad? Of voelt het als gebrek
heeft het kind immers behoefte aan stimulering en
ontdekkingstocht en oefening van vaardigheden
deren overdadig te beschermen ontneem je ze
aan respect als een kind ongehoorzaam is? En
dat ook nog eens op afwisselende manieren. Vaak
niet voortdurend worden ingeperkt door waar-
noodzakelijke ervaringen en dus ontwikkelkansen
waarom denken we dat alleen straffen en belonen
lukt dat niet met inrichting alleen. Verzorgers
schuwende vingers over gevaar of ‘overlast’ en
en blijven ze langer dan nodig en wenselijk geheel
ons daarbij helpt?
moeten dus met aanvullende prikkels komen door
ook niet door alles in een omgeving te verwijderen
onthand.
spel, speelgoed of activiteiten aan te bieden.
dat mogelijk een risico kan zijn. Kinderen hebben
Daarvoor zijn bewuste keuzes nodig: wat bied ik
bij Dikkedeur het recht om met vallen en opstaan
KERNTHEMA III
van een al oude stroming in de wetenschap, de
aan en waarom? Het is belangrijk dat alle ontwik-
te leren, ze mogen best struikelen of een ver-
NIET STRAFFEN EN BELONEN
leertheorie, met als belangrijkste voorman: de
kelingsgebieden aan bod komen, op een manier
keerde inschatting maken. En hoe sterieler hun
Het laatste kernthema trekt wellicht de meeste
Russische psycholoog Pavlov. Pavlov ontdekte dat
die bovendien recht doet aan de leeftijd van het
leefomgeving hoe minder uitdaging en bekwa-
aandacht, al was het maar omdat het ingaat
hij honden kon laten kwijlen bij het geluid van een
Het idee van straffen en belonen is een uitwerking
Blij en Zorgeloos Opgroeien
33
bel. Zijn methode heet: klassieke conditionering,
oordeeld als zeer onethisch, want little Albert werd
In het alledaags gebruik is deze benadering ver-
gen waarom het niet helpt en of ze er misschien
waarbij het dier afwacht wat er gebeurt en dan
mentaal een wrak. De theorie en methode van con-
simpeld tot: opvoeden door straffen en belonen.
verstandig aan doen naar iets te zoeken dat wel
gedrag laat zien. De psycholoog Skinner bor-
ditionering via straffen en belonen kreeg bekend-
Slechts een enkeling hanteert het principe van
helpt. Iets waarbij ze meer resultaat boeken, en
duurde hierop voort met ratten. Hij leerde ratten
heid onder de naam Behaviourisme en werd ondanks
negeren, en in de meeste gevallen ligt het accent
meer recht doen aan het kind en zichzelf ook veel
een slagboom omlaag te drukken om bij iets lek-
alles zeer populair.
op straffen. Het straffen en belonen wordt in de
prettiger voelen.
opvoedingspraktijk onder meer gebruikt om kin-
Kennis over de zoogdierlijke aanleg van de mens en
kers te komen dat erachter lag. De term ‘time-out’
34
komt van een experiment in 1958 van Skinner die
De basisprincipes van het behaviourisme zijn:
deren te trainen (met eten, slapen of op het potje
over de voorwaarden voor hechting (Bowlby), de
duiven op bepaalde signalen liet pikken. Daarna
Beloon gewenst gedrag - Negeer ongewenst
gaan) maar blijft daar echter zelden toe beperkt.
ontwikkelingsstadia van kinderen (Piaget en Erikson)
werd gekeken of dit gedrag verdween als de dui-
gedrag - Straf gedrag dat om een bepaalde reden
Elk gedrag dat de volwassene ervaart als onge-
en hun basisbehoeften (motivatietheorie Wentholt)
ven werden gestraft door het dier geen beloning
meteen moet stoppen (bv gevaarlijk gedrag).
wenst wordt al snel onderwerp van straf.
maakt begrijpelijk waarom het straffen en belonen
meer te geven: het was dus een time-out van een
Belonen of onthouden van belonen is de kern in
beloning. De aanpak van Skinner heet: operante
deze benadering. Aandacht geven is belonen, vol-
Maar helpt dat nou, straffen en/of belonen?
zelfs schade toebrengt. Niet voor niets lag het con-
conditionering, je manipuleert het optreden van
gens deze visie. Bij ongewenst (negatief) gedrag
Vrijwel iedere ouder/verzorger zal hierop reageren
cept van opvoeden door conditioneren al in de jaren
bepaald gedrag door te variëren in beloning. Het
mag je dus geen aandacht geven maar moet je het
met een hartgrondig ‘nee’. De ervaring leert dat ze
vijftig van de vorige eeuw wetenschappelijk zwaar
dier zal zelf iets moeten doen om een effect teweeg
kind negeren. Straf geven is immers ook aandacht
keer op keer aanlopen tegen hetzelfde gedrag en
onder vuur en heeft het nooit een echt antwoord
te brengen. Het begon dus ooit als een middel om
geven. Een straf is een noodmaatregel die je neemt
dus keer op keer met strafmaatregelen komen die
gevonden op die fundamentele kritieken. Het is
dierlijk gedrag te controleren. Al snel werd dit mid-
om bepaald gedrag acuut te laten stoppen. Je leert
ook steeds zwaarder worden om althans op het
daarom des te meer opmerkelijk dat het behaviou-
del ingezet voor kinderen, maar zonder meteen ook
het kind er niets mee maar stopt alleen het gedrag
moment zelf nog enig effect te sorteren. Ook als je
risme, en in het bijzonder het conditioneren door
UHNHQLQJWHKRXGHQPHWGHVSHFL¿HNH]RRJGLHUOLMNH
op dat moment. Het belonen, negeren en straffen
ze vraagt of ze het prettig vinden om zo met het
straffen en belonen, in de maatschappelijke wer-
aanleg van de menselijke soort, die toch echt fun-
moet je wel 100% consequent volhouden anders
kind om te gaan, volgt doorgaans opnieuw een
kelijkheid zo breed en zo lang kan standhouden: in
damenteel anders is dan van een rat, hond of duif.
‘werkt’ het niet. Een bijna onmenselijke opgave dus
hartgrondig ‘nee’. Niemand vervult graag de rol
pedagogische opleidingen, therapieën, het onder-
B. Watson was echter de 1 die conditionering heeft
in de dagelijkse praktijk van het opvoeden, nie-
van politieagent of strafrechter tegenover zijn
wijs aan kinderen, en dus ook in de opvoedings-
uit geprobeerd op mensenkinderen: op little Albert,
mand is immers zo strikt consequent.
eigen kind.
praktijken thuis en in kinderdagverblijven.
ste
een baby van 9 mnd oud. Achteraf werd dit ver-
als opvoedingsmethode niet helpt, ongeschikt is,
Desondanks zijn er maar weinigen die zich afvra-
Blij en Zorgeloos Opgroeien
35
36
In deze overdaad aan straffen en belonen is het
Hoe dan wel?
hiertoe een hulpmiddel, maar ook voor regels
len voor onwenselijk gedrag. De verzorger die erin
moeilijk te geloven dat het anders kan. Als je zelf
Ophouden met straffen en belonen betekent niet
geldt: ze zijn er niet omdat er nu eenmaal regels
VODDJW HHQ JRHGH µ¿W¶ WH YLQGHQ WXVVHQ GH LQWHUQ
bent opgegroeid met straffen en belonen dan is
dat kinderen maar kunnen doen en laten wat ze
moeten zijn en ook niet om ervoor te zorgen dat
psychische noden van het kind en zijn eigen eisen,
het nauwelijks te aanvaarden dat dit niet nodig
willen en geen enkele aansturing nodig hebben.
opvoeders hun zin krijgen. Alleen als er grenzen/
zal merken dat de gevoelde urgentie om te moe-
was geweest, zelfs onwenselijk is. Je kijkt naar
Kinderen hebben veilige grenzen nodig met een
regels nodig zijn moet je ze stellen en dan ook
ten straffen en belonen, als sneeuw voor de zon
jezelf en denkt: ik ben er heus niet slechter van
volwassene die voor hen kan beslissen wat het
handhaven. Niet door overtreding ervan af te straf-
verdwijnt.
geworden, of je denkt terug aan vroeger en con-
beste is. Zonder grenzen vult het kind het gat en
fen maar door het kind te helpen zich gaandeweg
cludeert: mijn ouders hadden echt geen keus, ik
gaat zelf de regie nemen. Dit is net zo bedreigend
te voegen. In hoe je dat doet houdt je rekening met
was nu eenmaal een heel lastig kind. Het helpt dan
als bekneld worden door regels en gecorrigeerd
de voorwaarden voor hechting en met de onont-
om je nog eens te proberen voor te stellen hoe jij
worden door straf. Het kind moet dan op zichzelf
koombare biologische basisbehoeften, in aansluiting
je toen voelde, of als dat niet meer lukt, hoe jij je
varen en dat is veel te hoog gegrepen. Om zijn
bij het ontwikkelingsstadium van het kind.
nu zou voelen als iemand waar je van houdt jou
veiligheid te herwinnen zal het kind extreem
Een goed evenwicht tussen structuur (waaronder
zou negeren, of straffen voor gedrag dat die
gedrag gaan vertonen in de hoop dat er een vol-
regels) en vrijheid (voor onderzoek en eigen aard)
ander niet ziet zitten. Als je afgewezen wordt of
wassene opstaat die een grens stelt. Pas dan kan
is dus niet het enige. Minstens zo belangrijk is het
als je tijdelijk die liefde even niet krijgt totdat je
het kind weer ontspannen. In elk gezin en op elke
om de biologische basisbehoeften te kennen, her-
doet wat die ander wil. Probeer dat en je weet:
groep zijn er dus basisregels nodig om de veiligheid
kennen, begrijpen en aanvaarden en daar respon-
straffen en belonen is onnodig krenkend, dwin-
en het welzijn van de kinderen te waarborgen. Die
sief op te reageren. Zoek dus altijd naar de basis-
gend, bedreigend, respectloos. Je zult kunnen
begrenzing moet weer niet te overdadig zijn omdat
behoefte (denk aan: voeding, beschutting, slaap,
uitleggen hoe jij graag ziet dat die ander met jou
er ook voldoende ruimte moet blijven voor de nood-
liefde, uitdaging) die schuil gaat achter het gedrag.
omgaat: onvoorwaardelijk liefdevol en begripvol,
zakelijke bewegingsvrijheid, de ruimte om te onder-
Dat kan per kind verschillen. Werk dus kindgericht.
aanvaardend en steunend. En ja, voor kinderen is
zoeken, te oefenen, jezelf te zijn.
Voor opvoeden zonder straffen en belonen is geen
dat niet anders.
Het bieden van voldoende structuur èn vrijheid is
kant en klaar receptje, het blijft altijd maatwerk.
geen doel in zichzelf, maar dient de evenwichtige
En maatwerk vraagt meer inzet en inspanning van
ontwikkelingskansen van kinderen. Regels zijn
de verzorgers dan het alleen maar boetes uitde-
37
Blij en Zorgeloos Opgroeien
5. PEDAGOGISCHE DOELEN EN VUISTREGELS
levensjaren. Schieten verzorgers op essentiële onderdelen tekort dan werkt dit scheefgroei in de
Hechting
Plezier
Kinderopvang heeft een breed erkend groot maat-
hand waardoor een samenleving ontstaat met vol-
schappelijk belang: het opvangen van heel jonge
wassenen wier talenten sub-optimaal zijn ontwik-
kinderen in een levensperiode (de eerste 4 jaar)
keld, en die meer dan nodig en wenselijk angstig of
waarin de basis wordt gelegd voor de rest van het
agressief, onzeker, eenzaam, zelfgericht, of moreel
leven. Dat kan goed gaan of niet, maar hoe het
wankelmoedig in het leven staan. Elk kinderdag-
ook gaat, de effecten ervan zijn onomkeerbaar.
verblijf hoort zich rekenschap te geven van deze
Dikkedeur onderkent deze grote verantwoordelijk-
verantwoordelijkheid en zich af te vragen in hoe-
heid die ze heeft vastgelegd in haar missie, haar
verre hun opvoedingspraktijk bijdraagt of afbreuk
maatschappelijke opdracht:
doet aan een gezonde menselijke ontwikkeling en bijgevolg aan een gezonde samenleving.
38
“Het aanbieden van een respectvolle en kindgerichte Harmonie
opvang die garant staat voor fysieke en emotionele
Pedagogische doelen
veiligheid (hechting) en voldoende stimulering, zodat
Uit deze missie en de pedagogische visie van
kinderen kunnen uitgroeien tot evenwichtige vol-
Dikkedeur hebben wij de volgende pedagogische
wassenen die hun talenten optimaal kunnen benut-
doelen afgeleid die wij in ons kindercentrum willen
ten, in staat zijn tot het aangaan van volwaardige
realiseren.
intermenselijke relaties en een vanzelfsprekende maatschappelijke inzet en betrokkenheid tonen.” Evenwicht
1 Het scheppen van optimale hechtingscondi- ties, met voldoende hechtingsmogelijkheden
Deze missie laat zien dat Dikkeur oog heeft voor
voor pedagogisch medewerker en kind, kinde-
de effecten op langere termijn - tot in de volwas-
ren onderling en het kind in zijn/haar fysieke
senheid - van de opvoedingspraktijk in die eerste
omgeving.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
39
2 Het doelgericht werken aan een harmonische ontwikkeling van het kind, mèt aandacht voor
gereageerd.
behoeften en vermogens en zónder een vooraf
%HKRHIWHQ DFKWHU KHW VLJQDDOJHGUDJ ZRUGHQ
JHVWHOGH QDGUXN RS VSHFL¿HNH FRPSHWHQWLHV
herkend en begrepen en onderscheiden van de
zoals het creatieve, het emotionele, het cogni-
eigen behoeften en wenselijkheden van de peda-
tieve of het sociale leren.
gogisch medewerker.
3 Het bewaken, aanspreken en stimuleren van
40
haar signaalgedrag, waarop responsief wordt
(U ]LMQ YROGRHQGH IDFLOLWDLUH YRRU]LHQLQJHQ RP
.LQGHUHQ NULMJHQ GH UXLPWH RP zelf te ontdek- ken en op te lossen, steun volgt pas als het nodig is. 'HFRPPXQLFDWLHPHWNLQGHUHQLVDOWLMGSRVLWLHI getoonzet, verbaal en nonverbaal. Het lijkt misschien overbodig om basisafspraken
het plezier in de dingen, door kinderen zich spe-
zo’n kindgerichte verzorging en begeleiding
of vuistregels te maken over de werkwijze en hou-
lenderwijs te laten ontwikkelen. In vaktermen:
mogelijk te maken, waaronder: zorgleidsters,
ding van een pedagogisch medewerker tegenover
kinderen moeten hun intrinsieke gemotiveerd-
splitsen van de groepen, een kindvolgsysteem,
een kind of een groep kinderen. Het blijkt echter
heid kunnen behouden.
ondersteunende staf en training on the job.
nuttig ons voortdurend af te vragen of we daar,
4 Het bieden van een goed evenwicht tussen
(U LV YRRUWGXUHQGH UHÀHFWLH RS GH YUDDJ RI GH
onder de druk van de dagelijkse praktijk of onder
structuur en vrijheid, zonder overbodige regels
aanpak die men kiest ook daadwerkelijk op de
het gemak van de ingesleten routine, ook altijd
die wel de verzorger maar niet het kind dienen.
1ste plaats het welzijn van het kind dient.
naar handelen. De vuistregels bieden een basis
.LQGHUHQ ZRUGHQ PHW UHVSHFW JHFRUULJHHUG
voor een kindgerichte beroepshouding èn voor
Pedagogische vuistregels
strafmaatregelen of sturing door onthouding
een aanhoudende zelfcontrole daarop. Om onze
Bij onze doelen passen een aantal pedagogische
van affectie zijn uit den boze. En de nadruk ligt
pedagogisch medewerkers daarbij te ondersteu-
vuistregels:
op wat wèl kan.
nen is er bij Dikkedeur een universitair opgeleide
)\VLHNRIYHUEDDOJHZHOGWHJHQNLQGHUHQLVXLW- 'HEHQDGHULQJYHUWUHNWYDQXLWFRQFUHWHNLQGH- ren, niet vanuit dogma’s, routine of eigen over- tuigingen en oordelen. (ULVDDQGDFKWYRRUHQRQYRRUZDDUGHOLMNHDDQ- vaarding van de eigenheid van elk kind en zijn/
41
pedagogische staf.
gesloten en de sociale en emotionele veiligheid is gegarandeerd. .LQGHUHQZRUGHQQRRLWJHGZRQJHQLHWVWHGRHQ of te laten, zoals bij eten of drinken of zindelijk- heid.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
6. ONTWIKKELINGSGERICHT WERKEN
Er zijn pedagogische ideologieën die hier een rang- orde in aanbrengen en vooraf kiezen voor het
Eenheid in ontwikkeling Kindvolgsysteem
42
Speel en Speel Goed
Kindgerichte zorg, aandacht en begeleiding bete-
stimuleren van een bepaald ontwikkelingsgebied
kent naast behoeftegericht werken ook ontwikke-
of combinatievaardigheid, zoals de zintuigen of cre-
lingsgericht werken. Dat vraagt van de verzorger
ativiteit. Voor kinderen is dat nadelig omdat alle
voldoende kennis van zaken op elk ontwikkelings-
vermogensgebieden en vaardigheden van nature
gebied. In het kernthema ‘stimulering’ noemden
om die stimulering vragen. De natuur maakt geen
wij kort de ontwikkelingsgebieden waarop kinde-
onderscheid daarin: het één is net zo belangrijk als
ren uit zichzelf, van nature, op onderzoek gaan en
het ander. Vanaf de geboorte gaat de ontwikkeling
daarvoor ook de kans moeten krijgen. Deze ont-
van start door ervaringen en oefening die het kind
wikkelingsgebieden zijn eigenlijk vermogensge-
zelf zoekt of met graagte ondergaat. Hoewel de
bieden: het gaat om in potentie aanwezige vermo-
baby de wereld om zich heen in aanvang nog vooral
gens van het zoogdier mens die om ontwikkeling
zintuiglijk ontdekt, doet hij vanaf de 1ste dag ook
vragen. We worden dus allemaal met diezelfde
cognitieve, affectieve en motorische ervaringen
potentiele vermogens geboren.
op. Zijn brein heeft dat ook nodig! Eerder schre-
Tot die natuurlijke basisvermogens worden gere-
ven we al dat het babybrein bij de geboorte in de
kend: de cognitie (zeg het verstand), de affectie
steigers staat maar nog lang niet is afgebouwd. Er
(zeg de liefdesmogelijkheden), de zintuigen (van
moeten nog veel cellen worden aan gemaakt en
smaak tot gehoor), de motoriek (zeg de spiercon-
verbindingen tussen cellen worden gelegd, cruci-
trole). Daarnaast zijn er nog samengestelde com-
aal voor het kunnen uitvoeren van noodzakelijke
petentiegebieden die een combinatie zijn van deze
hersenfuncties. En die hersenfuncties beperken
vier basisvermogens, zoals creativiteit, zelfstan-
zich echt niet tot de zintuigen of de creativiteit.
digheid of sociale vaardigheid, die evenzeer stimu-
Het is daarom broodnodig alle vier de basisvermo-
lering behoeven.
gens te stimuleren, passief of actief. Bij Dikkedeur
Blij en Zorgeloos Opgroeien
43
nemen wij dat serieus en leren we pedagogisch
Om die reden werkt Dikkedeur met een kind-volg-
medewerkers meer greep te krijgen op de aard
systeem, dat is opgebouwd uit de volgende onder-
van elk vermogensgebied en na te denken over
delen:
een aanbod dat daar bij past. 1 Een activiteitenplanner waarop wekelijks het pro-
44
Monitoren van de ontwikkeling
gramma van een groep wordt ingevuld, opgesplitst
Voor een evenwichtige groei van het kind is vol-
naar de diverse ontwikkelingsgebieden en toege-
doende aandacht op alle vier terreinen gewenst.
spitst op de diverse ontwikkelingsstadia (leeftijden).
Dat niet alleen, er moet ook voldoende oog zijn
2 Een ontwikkelingslijst waarop wordt bijgehouden
voor de wisselwerking van de ontwikkelingen op
hoe een kind een bepaalde activiteit heeft gedaan
deze vier vermogensgebieden. Als bijvoorbeeld de
en of hij/zij dat met plezier en aandacht deed.
ontwikkeling van het affectieve vermogen stag-
3 Een observatielijst waarmee de kinderen perio-
neert, wat gebeurt er dan met de ontwikkeling van
diek in hun ontwikkeling en functioneren worden
de andere drie vermogens? En wat zijn de gevolgen
geobserveerd.
van een motorische achterstand voor de cognitieve
4 Een oudergesprek op basis van het observatie-
(of andersom)? Hoe beïnvloedt de een de ander?
verslag, waarbij de ervaringen thuis kunnen wor-
Op eenzelfde manier kunnen we ons afvragen hoe
den gelegd naast de ervaringen op het kinder-
belemmeringen van 1 of meer van deze basisver-
centrum.
mogens uitwerken op elementen van de groei die
5 Een kindplan voor elk kind, met daarin aandachts-
juist afhankelijk zijn van een samenspel tussen die
punten in de omgang: wat boeit hem/haar? Waar
vermogens, zoals de identiteit, het geweten, de
is meer uitdaging nodig?
fantasie en de creativiteit? Het is dus zaak om het
6 Een groeiboek, dat de groei en ontwikkeling van
verloop van het groeiproces op al deze gebieden
het kind laat zien, vanaf binnenkomst als baby,
goed in kaart te brengen.
tot en met het vierde jaar.
DUURZAAM
46
Met deze instrumenten proberen we een harmoni-
nature graag. Daar hoef je ze dus niet extra voor
hoe meer je in het volwassen leven ook schoonheid
sche groei te bevorderen en een goed beeld te
te motiveren. De aangeboren nieuwsgierigheid
leert zien in meer alledaagse objecten. Speelgoed
krijgen en te houden van elk individueel kind.
motiveert voortdurend tot het ontdekken en uit-
moet dus ook mooi zijn.
proberen, oefenen en bekwamen. Tijdens het spel
Daarnaast is er nog een sociale component aan
Een woord over speelgoed en spelen
steken ze ongemerkt van alles op. Dat is zo vanaf
‘spelen’. Zeker in spel dat je samen doet met
Het aanbieden van speelgoed is één van de manie-
de 1 dag van de geboorte en gaat in alle daarna
anderen ervaar je het plezier van het contact met
ren waarop we basisvermogens van kinderen kun-
volgende jaren door. Voordat kinderen naar school
anderen en leer je, als je wat ouder bent, tussen
nen stimuleren. In een kinderdagverblijf hoort
gaan, hebben ze dus al heel veel geleerd, gewoon
neus en lippen door belangrijke sociale codes en
daarom voldoende en verantwoord speelgoed
door te spelen. Leren doe je overal, niet alleen op
maak je kennis met de belevingswereld van ande-
beschikbaar te zijn. Bij Dikkedeur besteden we
school.
ren. ‘Spelen’ is dus sociaal verrijkend.
daar veel aandacht aan. We hebben een speel-
Leren is natuurlijk niet de enige functie van spelen.
Met het ouder worden verdwijnt gaandeweg ‘het
goedbeleid met daarin criteria voor hoogwaardig
Genieten is een andere. Aan de ene kant omdat
spelen’ als vorm van leren, genieten en communi-
speelgoed en richtlijnen voor een pedagogisch ver-
‘spelen’ je uitdaagt om met volle inzet je vaardig-
catie uit het zicht. Althans zo gaat dat bij veel
antwoorde manier om speelgoed aan te bieden. In
heden aan te spreken en te laten groeien. En dat
mensen. En dat is jammer. Des te meer omdat de
de groepen zult u daarom voornamelijk duurzaam
voelt heel prettig. In vaktermen heet dit: het intrin-
genoemde functies ervan dan niet zijn opgehou-
speelgoed aantreffen met een hoge speelwaarde.
sieke plezier dat je beleeft tijdens het onderzoeken,
den te bestaan!
Ons motto is: Speel en Speel Goed!
oefenen en bekwamen. Aan de andere kant omdat
ste
47
de producten die je in het spel gebruikt ook nog Spelen is van groot belang voor een gezonde ont-
eens heel mooi uitgevoerd kunnen zijn: een stre-
wikkeling van mens en samenleving. In spel leren
ling voor het oog. En dat geeft een schoonheids-
mensen van alles en nog wat zonder dat ze het
beleving. De menselijke behoefte aan schoon-
gevoel hebben dat ze aan het leren zijn. Dat is het
heidsbeleving wordt vaak vergeten, zeker bij jonge
idee van ‘spelend leren’. Vooral bij kinderen is dit
kinderen. Maar: hoe jonger met schoonheid in aan-
een belangrijk uitgangspunt: kinderen spelen van
raking, hoe intenser de schoonheidsbeleving en
Blij en Zorgeloos Opgroeien
7. DE VERMOGENSGEBIEDEN OP EEN RIJ
gers zet de toon voor het toekomstig liefdesver- mogen van kinderen. Heb je als kind geleerd dat
Creativiteit
Vermogens gebieden
Fantasie Schoonheid Smaak
In dit hoofdstuk zetten wij de belangrijkste vermo-
de ouderlijke liefde voorwaardelijk is, dus vooraf
gensgebieden op een rij, onderverdeeld in de basis-
voorwaarden stelt (als jij doet wat ik zeg, dan vind
vermogens en de samengestelde vermogens. De
ik jou lief), dan zal je dat ook bij anderen verwach-
basisvermogens gaan vooraf aan de samenge-
ten (en je dus altijd in bochten wringen om aan de
stelde. Een geslaagde ontwikkeling van de basis-
wensen te voldoen) of hetzelfde van anderen gaan
vermogens is daarom bepalend voor het succesvol
eisen.
kunnen ontwikkelen van de samengestelde ver-
De liefdesbehoefte blijft altijd bestaan, tot ver in
mogens.
onze oude dag. Het liefdesvermogen kan echter
Identiteit
Affectie
gebrekkig blijven door onvoldoende ontwikkelings- DE VIER BASISVERMOGENS
48
kansen. Daar zullen we blijvend hinder van onder- vinden in onze volwassen relatering. De behoefte
Motoriek Moraal
Affectieve ontwikkeling
aan hechting en het vermogen tot hechting vindt
Hechting en liefde, zo schreven wij eerder, zijn een
in dit ontwikkelingsgebied haar wortels.
basisconditie voor elke ontwikkeling en mogen Cognitie
Zintuigen
Zelfstandigheid
Hechting
daarom in geen enkele opvangsituatie ontbreken.
Cognitieve ontwikkeling
Hoe meer liefdevolle zorg en aandacht een kind
De cognitieve groei vangt al aan tijdens de zwanger-
ontvangt (behoefte aan affectie) hoe meer het in
schap. De foetus ondergaat hormonale en chemi-
staat raakt zelf anderen lief te hebben in een rijke
sche invloeden die de hersenen laten groeien en de
schakering van liefdesbanden (vermogen tot affec-
belangrijke verbindingen tussen cellen aanbrengt
tie). Op het gebied van liefde kan je kinderen dus
die nodig zijn voor het cognitief functioneren. Na
nooit verwennen.
de geboorte neemt dit explosief toe. Dit is een
De kwaliteit van de liefdesband met de 1 verzor- ste
autonoom proces dat vastligt in het menselijk
Blij en Zorgeloos Opgroeien
49
50
organisme. We hoeven er eigenlijk niet zo gek veel
baby wordt geboren met zijn zintuigen op scherp:
de zintuiglijke prikkel komt of zijn betekenis. Het
product (gemalen of stukjes bijvoorbeeld). Maar
aan te doen om de prilste vormen van het denken
de reuk maakt dat hij in heel korte tijd de geur van
tot wasdom komen van de zintuiglijke apparatuur
– anders dan volwassenen – moeten zij nog aan
te doen ontwikkelen. We moeten er hooguit voor
zijn moeder herkent uit vele andere geuren, zijn
vergt dus eerst voortschrijdende groei van hersen-
allerlei variaties wennen en smaakcombinaties
zorgen dat we die spontane groei niet al te zeer
gehoor dat hij de stem van zijn moeder herkent uit
verbindingen. In de basis volgt dit een vastgelegd
leren kennen en waarderen. Dat vergt biologische
frustreren. Dat neemt niet weg dat kinderen ver-
honderden andere mensen en met zijn mond
biologisch ritme, net als bij de cognitieve ontwik-
groei van de reuk en de smaakpapillen waarbij
der komen, tot een hogere graad van ontwikkeling
onderzoekt de baby de wereld zeer nauwkeurig.
keling: het is een autonome groei die genetisch
‘bitter’ bijvoorbeeld niet veel sterker wordt geproefd
geraken, als ze onder gezonde condities groot
Dat is ook allemaal nodig voor zijn overleving.
vastligt. En er moeten zich wel ernstige calamitei-
dan ‘zuur’ of ‘zoet’ en het kind ook meer pregnante
worden en voldoende maar ook op maat gesneden
Maar niet alle zintuigen zijn ook meteen op volle
ten in de opvoeding voordoen wil dit proces stag-
smaken prettig vindt. Die groei heeft tijd nodig.
stimulering krijgen. De in aanleg aanwezige poten-
sterkte. Het zicht is bij de geboorte bijvoorbeeld
neren.
Eten opdringen aan een kind heeft daarom geen
ties krijgen dan de kans ook daadwerkelijk tot
nog slechts in een pril stadium. Bij een afstand
Dat neemt niet weg dat kennis van de verschil-
zin en is zelfs nadelig. Het kind gaat de betref-
wasdom te komen. De aangeboren cognitieve
groter dan 20 cm ziet de baby slechts wazige
lende stadia van deze ontwikkeling nodig is zodat
fende smaak associëren met dwang of het eten als
mogelijkheden van elk individu worden dan benut.
contouren. Het moedergezicht blijft in die eerste
je er rekening mee kunt houden, erop kunt aan-
zodanig met spanning en misschien zelfs straf.
Een doelgerichte stimulering van de cognitieve ver-
periode dus nog geheim. De pasgeborene ziet de
sluiten. Des te meer, omdat het uitbreiden en ver-
Gun het kind en zijn biologische ontwikkeling de
mogens veronderstelt a) voldoende kennis van de
wereld slechts in contrasten van zwart en wit,
¿MQHQ YDQ GH ZDDUQHPLQJ WRW HHQ KRRJZDDUGLJ
tijd en het zal gaandeweg vanzelf zijn smaak uit-
ontwikkelingsfasen, b) erkenning van verschillen
donker-licht, die zijn immers het best zichtbaar.
niveau weer wel om voldoende stimulering vraagt.
breiden.
in tempo, c) bekendheid met de aanpak van achter-
Kleuren en nuances ontgaan hem, het zijn de basis
standen, minder begaafdheid of juist hoogbegaafd-
contrasten die zijn aandacht trekken. Gaandeweg
Hierbij passen nog twee opmerkingen, de een over
maaltijden, ook de warme maaltijden, worden wel
heid en d) besef van het belang van de intrinsieke
leert de baby primaire kleuren te onderscheiden
smaak de ander over schoonheid.
diverse smaken aangeboden maar een kind dat
motivatie (het plezier van het doen) voor het gebruik
en pas vanaf de peuterleeftijd groeit het vermo-
en de groei van de cognitieve mogelijkheden.
gen om de 1 kleur-nuances te zien.
De smaakontwikkeling verloopt vaak schoksgewijs
Maar hoe scherp ook de reuk en het gehoor bij
en gaat samen met een voorkeur voor of juist
Sensorische ontwikkeling
geboorte, toch moet de rijkdom van de waarne-
afkeer van bepaalde producten. Een kind proeft
Schoonheidsbeleving is een belangrijk onderdeel
Ook de zintuiglijke waarneming kent een door de
ming van geuren en geluiden dan nog groeien,
– net als volwassenen – door de combinatie
van de waarneming. Het is een algemeen men-
natuur gestuurd eigen ontwikkelingsverloop. De
evenals het begrijpen van de richting van waaruit
van smaakpapillen, de reuk en de textuur van het
selijke behoefte om schoonheid te ervaren in de
ste
Dat is dan ook de basisregel bij Dikkedeur. Bij alle
daar nog niet aan toe is, wordt in zijn ontwikkeling gerespecteerd.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
51
52
dingen om ons heen. Het schept voldoening en
geregeld dat alles dat noodzakelijk is voor de over-
bezoeken. Voor de oudste BSO-kinderen (vanaf
gestelde vermogensgebieden: hechting, identi-
geeft rust. Om de schoonheidsbeleving te bevor-
leving ook prettig is om te doen. Hard rennen,
7 jaar) hebben we opvanglocaties in het Kralingse
teitsvorming, fantasie en creativiteit, zelfstandig-
deren is het nodig dat mensen in aanraking komen
klauteren en klimmen kon in vroeger tijden het
bos, een waarlijk paradijs voor natuurbeleving en
heid en morele ontwikkeling.
met dingen die mooi zijn. Het liefst van jongs af
verschil uitmaken tussen leven en dood. Nu is het
EHZHJHQ'HNLQGHUHQ¿HWVHQHUQDVFKRROWLMGRQGHU
aan. Jong geleerd is immers oud gedaan! En wat
nog vooral van belang voor het voortbewegen als
begeleiding van onze pedagogisch medewerkers,
Hechting
nog al eens wordt vergeten is dat kinderen net zo
zodanig, de beweeglijkheid en de gezondheid van
zelf heen, en aan het eind van de dag weer terug.
Ieder mens start het leven met het potentiele ver-
goed schoonheid kunnen ervaren. Het maakt ze
het menselijk lichaam. Maar de behoefte eraan en
(HQ RQGHUVFKHLG LV QRGLJ WXVVHQ JURYH HQ ¿MQH
PRJHQWRWKHFKWLQJDDQVLJQL¿FDQWHGHUGHQDDQ
ook echt uit. Ook kinderen zien veel liever iets dat
het plezier erin zijn gebleven. Helaas zijn er steeds
motoriek. Grof-motorisch zijn alle bewegingshan-
je kinderen, familie en vrienden, je woonwijk, werk
mooi is dan iets dat lelijk is. Daarom hebben we bij
minder kinderen die voldoende toekomen aan dit
delingen die spierkracht en lenigheid vragen. Fijn-
en zelfs je land. We hebben gezien dat de ontwik-
Dikkedeur gekozen voor speelgoed dat niet alleen
plezier. Dat is jammer voor hun welbevinden maar
motorisch zijn alle bewegingen die aankomen op
keling van dit hechtingsvermogen afhangt van de
een hoge speelwaarde heeft maar tevens mooi is,
ook slecht voor hun motorische vaardigheid en
passen en meten en daardoor een groter beroep
mate waarin aan de vroege hechtings behoefte is
een hoge schoonheidswaarde heeft. En ook bij de
lichaamsgewicht. Bovendien missen ze zo de meer
doen op de oog-hand coördinatie. Voor dit laatste
voldaan: is er in de eerste vier levensjaren een vei-
inrichting letten we op schoonheid. We streven er
brede leerervaringen die bewegen biedt, zoals de
zijn er bij Dikkedeur veel gerichte activiteiten en
lige basishechting gerealiseerd?
bijvoorbeeld naar om in de ruimtes zo min moge-
cognitieve vaardigheid van het schatten van afstand,
speelobjecten die kinderen hierin verder helpen.
Het vermogen tot hechting bouwt op de eerste
lijk te werken met posters en zoveel mogelijk met
al dan niet in combinatie met snelheid.
schilderijen. Het is onze overtuiging dat hoe eerder
Bij Dikkedeur hebben we bewegen tot speerpunt
De samengestelde vermogens
basisvermogen) en met een zekere mate van zelf-
kinderen met schoonheid in aanraking komen hoe
gemaakt, in de dagopvang en in de BSO. Voor de
De samengestelde vermogensgebieden zijn ele-
vertrouwen aan onveiligheid het hoofd te bieden.
makkelijker ze later, ook in het alledaags bestaan,
dagopvang en de jongste BSO-kinderen (4 tot 7
menten van de groei die afhankelijk zijn van de
Daarbij is cruciaal of je kinderlijke liefdesaanbod
in een veelheid van objecten schoonheid kunnen
jaar) beschikken we over 3 eigen gymzalen en
gezonde ontwikkeling van de basisvermogens. Elk
werd beantwoord (dus niet belachelijk gemaakt,
ervaren.
werken we met een buitenspeelbeleid waarbij kin-
ervan doet een beroep op een combinatie van die
afgewezen of genegeerd), of de liefde die je kreeg
deren dagelijks buitenspelen. De speelplaatsen
basisvermogens. Stagnatie of scheef-groei in de
vanzelf sprak of voorwaardelijk en wisselvallig was
Motorische ontwikkeling
zijn ruim, en voorzien van uitdagende bewegings-
basisvermogens leidt onherroepelijk tot subopti-
(waardoor je liefdesvermogen zich wankel ontwik-
Het bewegen van het lichaam voelt vaak weldadig.
mogelijkheden. Op loopafstand zijn er bovendien
male ontwikkeling in hun toepassingsgebieden.
kelt) en of je vanuit een veilige en betrouwbare
Dat is niet toevallig. Moeder natuur heeft het zo
2 speeltuinen die we regelmatig met onze kinderen
We bespreken hier kort vijf van deze samen-
basis hebt kunnen oefenen met manieren om
plaats op het vermogen lief te hebben (affectieve
Blij en Zorgeloos Opgroeien
53
54
bedreigingen het hoofd te bieden (zodat je niet uit
behoeften en wilsuitingen. Het ‘ik’ besef ontstaat
Maakt de omgeving het mogelijk om te zijn wie je
In de ontwikkeling voorafgaande aan de identi-
angst vooraf allerlei hechtingsbanden uit de weg
rond het 2 jaar. Daarna beginnen de eerste prille
bent en te voelen wat je voelt? Dan kan het kind
teitsvorming kan er echter al van alles zijn mis
gaat).
schreden op weg naar bewustzijn van eigenschap-
kiezen voor een identiteit die hem naadloos past,
gegaan, bijvoorbeeld door gebrekkige affectieve
Er kan in de primaire hechtingsfase dus van alles
pen die het kind kenmerken. Dat begint meestal
het verschil staat de verbondenheid niet in de weg.
relatering, onveilige hechting, angstige ontkenning
mis gaan, waardoor angst en agressie prominent
met eenvoudige dingen zoals: leeftijd, sekse,
Wordt het kind echter gedwongen te kiezen tussen
van de eigen behoeften en gevoelens, onrealisti-
worden en het affectief vermogen onvolgroeid blijft.
familiebanden (ik ben de broer/zoon van...), aan-
zichzelf en zijn omgeving, dan zal het ofwel zich-
sche beelden over de eigen waarde of over schuld.
De hechtingsrelatie kan bijvoorbeeld in plaats van
gevuld met waar je woont (straat, plaats) enz. Pas
zelf geweld aan doen en zich geheel aanpassen
veilig juist vermijdend zijn geworden (het kind zoekt
in de leeftijd van de basisschool breidt dit proces
ofwel zichzelf trouw blijven en vereenzamen omdat
Fantasie en creativiteit
geen steun of troost meer), of ambivalent (het kind
zich uit naar het eigen gevoelsleven en de eigen
het de banden met de omgeving verliest.
De fantasie en creativiteit putten uit dezelfde
hangt erg aan de verzorger maar kan zich niet echt
voorkeuren/overtuigingen. Allereerst nog via de
laten steunen of troosten) of gedesorganiseerd
QRRG]DNHOLMNHWXVVHQVWDSYDQLGHQWL¿FDWLHPHWYRRU
(het kind is onvoorspelbaar en vervalt in uitersten).
het kind belangrijke derden, meestal de vader of
De eerste hechtingsrelatie beïnvloedt ook de latere
moeder, maar even goed een familielid, leerkracht
relaties, het wordt de emotionele basis voor al je
RI JRHGH EXXU (HQ JRHG LGHQWL¿FDWLHREMHFW ELHGW
wen heeft gegeven in de wereld en in zichzelf en
keling, het behoud of verlies van het plezier in het
reacties. Je groeit op met ideeën en verwachtingen
herkenningspunten met de eigen leef- en beleef-
van waaruit het kind andere mensen en moge-
ontdekken van nieuwe dingen (intrinsieke motiva-
over jezelf (die je zelfvertrouwen hebben gegeven
wereld van het kind (verbondenheid) en laat ruimte
lijkheden durft te onderzoeken.
tie) en de ruimte die aan kinderen is gelaten om
of juist onzekerheid) en over de ander (die zijn te
voor verschillen die evenzeer eigen zijn aan het
2 Bewustzijn van de eigen wensen en behoeften, en
eigen ingevingen te volgen. In het menselijk func-
vertrouwen of onbetrouwbaar). En dat blijft zo, hoe
kind. De laatste grote stap in de identiteitsvorming
de ervaring dat die respectabel zijn, niet iets om
tioneren spelen fantasie en creativiteit een belang-
oud je ook wordt.
volgt tijdens de pubertijd, met extra nadruk op de
je voor te schamen of je schuldig over te voelen.
rijke rol. We moeten ze dus goed bewaken. Fantasie
de
seksuele en sociale identiteit.
bron, reden waarom we ze hier samen nemen. Die Een evenwichtige identiteitsvorming vraagt dus:
bron is meer of minder rijk gevuld, afhankelijk van het cognitieve ontwikkelingsstadium, de rijke of
1 Een veilige affectieve basis die het kind vertrou-
3 Een vanzelfsprekend positieve zelfwaardering:
gebrekkige schakeringen in de zintuiglijke ontwik-
en creativiteit worden nogal eens met elkaar ver-
Identiteitsvorming
Bij de identiteitsvorming gaat het vooral om het
ik ben oké zoals ik ben! waardoor het kind auto-
ward, terwijl het toch verschillende kwaliteiten zijn.
Een besef van een eigen identiteit kan pas ont-
bereiken van een goede balans tussen ‘het ik’ en
noom tot zelf-oordelen kan komen, dus niet
Een fantasie is een verzinsel. Fantaseren slaat dus
staan nadat er eerst het besef is gekomen dat het
‘de omgeving’, tussen dat wat je onderscheidt van
afhankelijk is gebleven van beoordeling door
op verbeeldingskracht, de kunst om dingen te ver-
kind een eigen persoon is, een ‘ik’ met eigen
anderen en dat wat je juist verbindt met anderen.
derden.
zinnen, dingen die niet echt zo bestaan, al kunnen
Blij en Zorgeloos Opgroeien
55
56
ze een bewerking zijn van de werkelijkheid. Het
Cognitieve creativiteit slaat op oorspronkelijk en
ontdekken en steun ze daarbij door vragen te stel-
dat iemand ook zelfstandig kan denken, oordelen
fantaseren heeft een belangrijke psychische en
rijk geschakeerd denken, ook buiten de gebaande
len. Besef dat het geven van instructies of antwoor-
en kiezen, dus los van culturele verwachtingen of
ontwikkelingsfunctie: het helpt bij het spelender-
paden, van belang voor het probleemoplossend
den het eigen creatieve denkproces ondermijnt.
emotionele afhankelijkheid van anderen. Vooral het
wijs herkennen en aanleren van allerlei sociale en
vermogen, het vinden van creatieve oplossingen.
culturele indelingen, regels, verwachtingen etc.
In de ontwikkeling van kinderen nemen fantasie
Zelfstandigheid
belicht. Toch schort het daar regelmatig aan en valt
(zoals in rollenspel) en is een psychische uitlaat-
en creativiteit in principe een vanzelfsprekende
Zelfstandigheid wordt vaak opgevat als: het in staat
er heel wat aan te doen, juist bij jonge kinderen.
klep, een middel om ervaringen en gevoelens te
plaats in. In de eerste 4 levensjaren ontstaat als
zijn iets te volbrengen zonder hulp van anderen,
Wat houdt het in: zelfstandig denken? Dat we ons
uiten: het kan gerust stellen, vage angsten con-
vanzelf de behoefte aan en het vermogen tot
bijvoorbeeld zelf je schoenen kunnen aantrekken.
niet laten beïnvloeden of manipuleren door der-
creet maken of de baas worden, problemen helpen
doen-alsof spel. In de daarna volgende jaren wor-
Wij vinden dat een te beperkte invulling. In onze
den, niet napraten maar zèlf denken, niets voor
verwerken of onmogelijke wensen toch een klein
den de oorspronkelijke doen-alsof onderwerpen
analyse onderscheiden we een drievoudige zelf-
waar aannemen maar ons afvragen of iets klopt.
beetje vervullen. Een fantasie of een verbeelding
echter steeds meer vervangen door realiteits-
standigheid:
Dit vermogen begint met voldoende affectie en
kan meer of minder creatief zijn.
gebonden bewerkingen. Het komt er dan op aan
Met creativiteit doelen we op het vermogen om
de fantasiewereld te behouden bijv door het aan-
sociaal
keling in de kindertijd. Een te strenge, eisende,
iets nieuws te scheppen, met een onverwachte
bieden van nieuwe vormen en thema’s. In creatief
(op eigen benen staan, voor jezelf zorgen)
afwijzende opvoeding ontwikkelt bij het kind een
invalshoek te komen. Creativiteit is voor de men-
opzicht gaat het een beetje hetzelfde. Kinderen
cultureel
sterke neiging te luisteren naar en te doen wat
selijke samenleving van onschatbare waarde, zowel
komen vaak naïef en ongeremd met voor de vol-
(onafhankelijk kiezen en oordelen en leven naar
anderen verwachten. Het kind kan aan de verwach-
artistiek als cognitief. Vernieuwingen op alle levens-
wassene nieuwe, onverwachte interpretaties of
eigen inzichten en verantwoordelijkheden)
tingen (nog) onmogelijk voldoen en falen is onver-
terreinen vragen om creatieve geesten die op een
invalshoeken. Hoe meer we ze daar vrij in laten en
psychisch
mijdelijk. Dit brengt negatieve gevoelens over de
andere manier kunnen kijken naar de bekende,
steunen hoe rijker de creativiteit. Voorkom dat je
(vrij zijn van intern-psychische, emotionele afhan-
eigen waarde teweeg en zet aan tot een identi-
vertrouwde dingen.
van kinderen vraagt om binnen de lijntjes te kleu-
kelijkheden).
teitsvorming die mogelijk indruist tegen de eigen
Artistieke creativiteit slaat op kunstzinnigheid, die,
ren of dat je goedkeurende of afkeurende uitspra-
als het ongeremd groeit en bloeit, veel esthetische
ken doet over een artistiek product (tekening,
De ene zelfstandigheid brengt niet vanzelf ook de
Een positieve zelfbeleving daarentegen, ontstaan in
genoegens, zinbeleving en uitingsmogelijkheden
schildering, klei-object etc). Laat ze de speel-
andere. Op eigen kracht een klus kunnen doen of
een omgeving die persoonlijke behoeften en uitings-
biedt.
mogelijkheden van een nieuw speelobject zelf
een taak volbrengen (sociaal) betekent nog niet
vormen aanvaardt en uitnodigt tot het onbedreigd
vermogen tot zelfstandig denken blijft vaak onder-
veiligheid en een evenwichtige identiteitsontwik-
aard maar wel aansluit bij wat anderen graag zien.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
57
58
van mening kunnen verschillen, schept voldoende
normen en waarden kinderen dan wel/niet moeten
waarden hebben overgenomen, zodanig dat ze
men in plaats van op de waarden hoe vaker men-
zekerheid om te durven vertrouwen op de eigen
leren en vooral ook: hoe je dat het beste kunt aan-
onderdeel uitmaken van hun geweten. Ze willen
sen de norm zijn gaan ervaren als was het een
oordeelsvorming en er een eigen kijk op de wereld
pakken en waarom dat zo is. Daarom eerst een
dan niets liever dan volgens de waarden uit dat
waarde. Dat kan heel ver gaan: gehoorzaamheid
op na te houden.
NRUWHGH¿QLWLHURQGH
geweten handelen. Overtreden van de waarden
kan als gedragsnorm zijn afgedwongen, zelfs al
Waar moeten we op letten? In de groei tot volwas-
Waarden zijn ethische wenselijkheden die in een
geeft immers nare schuldgevoelens (falen in eigen
staat daar geen enkele waarde achter. Het kind zal
senheid zijn er telkens fasen waarin kinderen – als
samenleving zijn gekozen als nastrevenswaardig,
ogen) en die zijn pijnlijk, stressvol. In de praktijk
gehoorzamen als hoogste goed nemen en geen
ze er fysiek en cognitief aan toe zijn - een sterke
niet door een enkel individu maar door velen, en
kan het voorkomen dat iemand helemaal handelt
onderscheid meer maken in waaraan het gehoor-
drang voelen om iets op eigen benen te doen, te
waar iedereen geacht wordt zich voor in te zetten.
in overeenstemming met een waarde maar niet
zaamt. En ook dat is morele scheefgroei.
exploreren, experimenteren en zich te manifes-
Denk aan: goede zorg voor het nageslacht, res-
via de erbij bedachte norm. Dat doet zich wel eens
Calculerend gedrag (de norm wordt gezien, de
teren. Die drang gaat verloren als er van buitenaf
pect voor een mensenleven, vrij zijn van fysieke
voor bij wetsovertreding. Een wet is een norm,
waarde niet) en vals schuldbesef (de norm voelt
en in een te vroeg stadium dwang op het kind
onveiligheid/geweld, respect voor de waarheid,
maar in de praktijk niet altijd de best passende
als was het een waarde) zal zich eerder en mak-
wordt uitgeoefend om iets zelf te doen, of als het
rechtvaardigheid, vrijheid van meningsuiting, zelf-
norm ten behoeve van het realiseren van een
kelijker voordoen als we kinderen op te jonge leef-
kind onvoldoende kans krijgt het zelf te proberen.
beschikkingsrecht etc.
waarde. Er bestaat dan een verschil tussen wat
tijd lastig vallen met waarden en normen. Het over-
Drievoudige zelfstandigheid kan alleen tot bloei
Normen zijn in principe de concretisering van waar-
wel heet: de geest en de letter van de wet. Hoe
vragen van kinderen werkt altijd contra productief.
komen op een basis van emotionele veiligheid en
den, de leefregels die er in de praktijk voor moe-
strikter wordt vastgehouden aan de letter (de
En dat is nog sterker het geval als we ze niet eens
bewaard gebleven ego-sterkte.
ten zorgen dat de waarden worden gerealiseerd,
norm) boven de geest (de waarde) hoe lager het
waarden of normen maar eigen persoonlijke soci-
in de vorm van ge- of verboden. Bij ‘respect voor
morele gehalte van de rechtspraak.
ale voorkeuren gaan afdwingen, zoals: niet praten
Morele ontwikkeling
een mensenleven’ hoort dan dus de norm: gij zult
Het simpelweg afdwingen van normnaleving geeft
met een volle mond, je bord leeg eten, sorry zeg-
Er zijn weinig ontwikkelingsaspecten waarover
niet doden. Bij ‘respect voor de waarheid’, de set
geen morele intenties, hooguit schaamte over het
gen. Met moraliteit heeft dat niets meer van doen.
zoveel misverstanden bestaan als over de morele
van normen over hoe je ware kennis moet verga-
‘betrapt’ zijn (falen in de ogen van anderen) en
ontwikkeling. Die ontwikkeling wordt dan vaak
ren (geboden) en de norm dat je niet mag liegen.
calculerend gedrag gericht op de pakkans. Dat is
Probeer je nu eens een voorstelling te maken van
gevat in ‘je gedragen volgens normen en waar-
(verbod).
morele scheefgroei. Maar mensen kunnen een
de denk- en handelingsmogelijkheden van heel
den’. Zelden wordt uitgelegd wat een norm dan
Mensen zijn pas bereid vanuit zichzelf zulke normen
norm ook gaan aanzien voor een waarde. Hoe
jonge kinderen. Zij doen wat hun ontwikkeling ze
precies is, of wat waarden zijn, laat staan welke
tot leidraad te nemen als ze de achterliggende
meer er in de kindertijd is gehamerd op de nor-
toestaat, niet meer en ook niet minder. Het zijn
Blij en Zorgeloos Opgroeien
59
60
geen kleine volwassenen, in geen enkel opzicht.
in de woordenschat tot ongeveer 1000 woorden
de wereld. Het is cognitief nog niet in staat de din-
het vermogen om rekening te houden met een
Zij kunnen niet wat wij als volwassenen wel kun-
actief en 3000 passief (wel herkennen;; ook weten
gen te zien vanuit het perspectief van een ander.
ander, zich in te leven) ligt nog in een heel ver ver-
nen. Moreel denken en handelen gaat de kracht
waar het woord bij past;; de betekenis nog niet
Zo denken ze vaak dat alles leeft, net zoals zij zelf,
VFKLHWHQRRNGHHPRWLRQHOHLGHQWL¿FDWLHPHWHHQ
van kinderen van 0 tot 4 jaar echt verre te boven.
altijd helemaal begrijpen;; die woorden zelf nog
dus ook de klok leeft en de pop en de maan. Het
voor hem of haar belangrijke persoon (zoals de
Moreel oordelen en handelen is oordelen en han-
niet produceren). De woordenschat in de leeftijd tot
besef ontbreekt dat de ander ook gevoelens heeft.
ouder/verzorger) die verleidt tot het overnemen
delen vanuit een morele overtuiging dat iets goed
4 jaar omvat voornamelijk woorden die staan voor
Pas vanaf ongeveer 7 jaar zijn kinderen cognitief
van gedragingen en denkbeelden vergt dat het
of kwaad is. Om dat te kunnen moet je tenminste
concrete, aanwijsbare objecten zoals huis, auto,
in staat tot denken vanuit verschillende perspec-
kind zich in zekere mate heeft losgemaakt en de
op drie vlakken in voldoende mate zijn ontwikkeld:
banaan, paard, koe, tranen etc, of voor interpreta-
tieven met een logische opbouw en in begrippen
eerste stappen heeft gezet op de weg naar een
FRJQLWLHIKHWDEVWUDFWGHQNHQHQUHGHQHUHQ
ties die volwassenen geven van concrete, aanwijs-
die een zekere abstractie hebben. In vaktermen:
autonome, eigen identiteit. Pas vanaf 4 á 5 jaar
DIIHFWLHIGHJHYRHOVPDWLJHEHWURNNHQKHLG
bare verschijnselen zoals het woord ‘verdriet’ als
‘concrete operaties’.
komen deze emotionele processen goed op gang.
FRQDWLHIKHWEHZXVWHZLOOHQ
iemand tranen laat zien. Abstracte woorden, waar
Voor de overdracht van een norm of, nog verder-
De conclusie is daarom onontkoombaar: bij kinde-
je geen objecten voor kunt aanwijzen zijn voor een
gaand, van een waarde zijn cognitief toch echt
ren in een kinderdagverblijf kan nog geen sprake
Spreek je een 2 tot 3-jarig kind aan op bepaald
kind in deze leeftijd potjeslatijn (hoe ziet ‘rekening
concreet-operationele denkschema’s nodig en die
zijn van gewetensontwikkeling, laat staan van
gedrag, bijvoorbeeld het afpakken van speelgoed
houden met elkaar’ er uit? Waar staat dat ding?).
ontstaan rond het 7de jaar. Verstandelijke rijping is
norm/waarden conform gedrag.
of een driftaanval, dan is het alleen al in cognitief
Bij strijd over speelgoed eventjes als peuters met
dus onontbeerlijk voor morele groei.
In de BSO leeftijd is dat natuurlijk anders. De
opzicht totaal niet in staat te begrijpen waar het
elkaar onderhandelen zit er dus niet in. Ook al niet
Maar ook emotioneel is het nog te hoog gegrepen.
morele ontwikkeling start bij uitstek in die leeftijd,
over gaat, wat daar ‘verkeerd’ aan zou zijn. Het is
omdat zijn denkvermogen nog primitief is: het
+HWNLQGYRHOWHQGRHWVSRQWDDQQRJRQEHUHÀHF-
eerst met gevoelsmatige stappen, nog zonder
immers gedrag dat geheel past bij zijn (on)moge-
begint voor het eerst te denken in mentale beelden
teerd. Als het pijn heeft dan huilt het, als het iets
bewuste cognitieve kaders, via het nadoen van een
lijkheden van dat moment, van het stadium waarin
en het denken is onlogisch en magisch. In vakter-
graag wil hebben dan pakt ie het en als iets niet
JHOLHIGH SHUVRRQ LGHQWL¿FDWLH GLH KHW NLQG ± DOV
het verkeert. Het is talig nog nauwelijks ontwik-
men geformuleerd: het denken is preoperationeel.
lukt voelt het frustratie die kan uitmonden in onbe-
het goed is - gedragingen leert die wenselijk zijn,
keld: de actieve woordenschat van een 2-jarige
Geen echt goede basis voor een onderhandeling.
heerste drift. De bewuste wilsuitingen groeien
sociaal en moreel. Daarna met eigen beleving
omvat ongeveer 250 woorden, die altijd gaan over
Het kind verkeert bovendien nog in het stadium van
langzaam, eerst gericht op zichzelf en pas tijdens
(empathie) en waardenconcepten (cognitie) in de
hier-en-nu (tijdsbesef ontbreekt nog) en in tele-
het narcisme (ook wel egocentrisme genoemd): de
de basisschool gaandeweg ook gericht op ‘goed
vorm van een geweten. En pas dan is er sprake van
gramstijl worden verwoord. Daarna is er een spurt
wereld draait om hem of haar, hij of zij is eigenlijk
willen doen’. Het empathisch vermogen (nodig voor
moraliteit. De rest was nog pre-moreel.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
61
62
Als we het nu desondanks toch niet kunnen laten
baar iets niet, maar het heeft geen idee wat. Hij
gaan voelen, al op voorhand dwarsbomen. Immers:
om van jonge kinderen dingen te eisen die ze abso-
hoorde de intonatie van de stem, zag de uitdruk-
het kind doet nog slechts wat waardering, liefde of
luut niet kunnen, dan rest een verzorger weinig
king in de ogen, de gefronste wenkbrauwen, of
veiligheid oogst. En daarbij geldt zoals gezegd niet
anders dan het met meer of minder straffe hand
voelde de hand die hem greep. En het enige dat ie
de moraal, maar de pakkans, de angst voor een
proberen aan of af te leren van (on)gewenst gedrag.
kan ‘bedenken’ is: ze vindt me niet lief, ik ben niet
externe autoriteit. Als de ouder/verzorger het niet
Proberen, staat er, omdat mensenkinderen geen
lief. En na enkele herhalingen zet zich in hem vast:
ziet kan die gerust doen wat ‘ niet mag’ en dat zal
aapjes zijn die je kunt dresseren. De uitkomst van
ik ben een slecht kind.
die ook doen.
zo’n poging is dan ook heel ongewis. En als het je
Ten tweede heeft het kind de ervaring opgedaan
Als men dus geen rekening houdt met de cogni-
onverhoopt een beetje lukt dan heeft dat niets te
dat ander gedrag wordt beloond met een vriende-
tieve en emotionele component en als ouders/
maken met geweten of moraal, niets met de over-
lijk woord, een glimlach en dergelijke, het heeft
verzorgers dus ethische of normatieve eisen aan het
dracht van normen of waarden. Het kind heeft
geen idee waarom. Het heeft na enkele herhalingen
kind stellen die het bevattingsvermogen te boven
slechts een kunstje geleerd. En dat kunstje heeft
slechts de link ervaren tussen gedrag x en straf of
gaan, dan kan de gewetensontwikkeling juist stag-
wel een prijs.
JHGUDJ<HQHHQJOLPODFK9RRUKHWNLQGLVGLWHHQ
neren of zelfs ontsporen.
Ten eerste heeft het kind de ervaring opgedaan
enigszins onduidelijke en bedreigende situatie. Hij
dat de pedagogisch medewerker of ouder afwijzend
heeft die volwassenen hard nodig en wil niks liever
Laten we ons in de dagopvang dus vooral richten op
stond tegenover iets dat hij echt nog niet anders
dan zich veilig voelen. Zo raakt het kind er vanzelf
niet-morele regels en de normen, waarden en soci-
had kunnen doen. Immers: hij kon nog helemaal
op gericht om aan verwachtingen te voldoen. Niet
ale omgangsregels bewaren voor de basisschool,
niet verbaal uitleggen wat hij wilde, of daarover
uit morele overwegingen, niet uit hoofde van een
en ook dan nog in gepaste tred met de ontwikke-
overleggen, of even rustig zijn beurt afwachten.
goed ontwikkeld geweten, maar gewoon uit lijfs-
ling. In ons kinderdagverblijf zijn er ook zulke niet-
Wat hij deed paste geheel in zijn biologische ont-
behoud. De prijs: blijvende onzekerheid door het
morele regels. Denk aan: handen wassen nà toilet-
wikkeling van dat moment en had ook niets van
levenslang afhankelijk blijven van goedkeuring
gebruik en vóór het eten, of niet gooien met eten,
doen met zoiets als moraal. Het was eigenlijk
van derden: doe ik het zo goed?
of in een rij naar buiten lopen en het looptouw
moreel-neutraal. Maar de afwijzing ervan heeft
Ten derde zal dit de natuurlijke behoefte om
vasthouden, of na het spelen het speelgoed oprui-
het wel degelijk gezien en gevoeld: er deugt blijk-
ethisch goed te zijn, die het op latere leeftijd zal
men, met meer of minder hulp van de kinderen.
63
Blij en Zorgeloos Opgroeien
8. OPVANG VAN OUDERE KINDEREN: DE BSO
en een goede samenwerking met scholen en (onder meer) sociaal-cultureel werk belangrijke voor-
Zelfstandigheid
Opvang van Oudere Kinderen: BSO
Zelfvertrouwen Mastery
Kunst & Cultuur
64
Sport & Spel
Identiteits- groei Natuur & Milieu
Een apart hoofdstuk willen we nog wijden aan de
waarden.
buitenschoolse opvang, de opvang van kinderen in
Met begrip voor het belang van achterstands bestrij-
de basisschoolleeftijd die na schooltijd en in de
ding, voeren wij toch graag drie relativeringen aan.
vakanties opvang behoeven omdat de ouders wer-
Ten eerste: maak van de BSO geen verlengstuk van
ken. De inhoud en kwaliteit van deze opvang staan
school. Landelijke ervaringen laten immers ook
al enige tijd ter discussie.
zien dat kinderen, in het bijzonder de 8-plussers,
Onderzoek laat zien dat de kwaliteit nogal eens te
een hekel hebben aan een schoolse BSO. Mede
wensen over laat omdat men werkt met onvol-
hierdoor zocht men tot voor kort vooral naar loca-
GRHQGH JHNZDOL¿FHHUGH SHGDJRJLVFKH PHGHZHU-
ties die niet al te zeer aan school doen denken.
kers, de ruimtes niet voldoen, net zomin als het
Wij schrijven ‘tot voor kort’ omdat er inmiddels
aanbod van activiteiten. Vooral de oudere kinderen
pilots in het land zijn gestart waar alle vormen van
vanaf 8 jaar beleven weinig plezier aan de BSO.
werken met kinderen bij elkaar zijn genomen: de
Maar ook over de inhoud is het nodige te doen. In
‘dagarrangementen’ waarbij kinderopvang, onder-
de afgelopen twee jaar heeft de mening postgevat
wijs en buitenschoolse opvang allemaal in het
dat BSO meer moet zijn dan alleen opvang van kin-
zelfde gebouw huizen. Het schoolgebouw wordt
deren van werkende ouders. De opvang zou een
zo het ‘tweede thuis’. Een gruwel voor kinderen
belangrijke functie kunnen vervullen in achter-
die juist gebaat zijn bij een niet-school gere-
standsbestrijding. Door aan te haken bij de ‘brede
lateerde opvoedingsomgeving, meer huiselijk,
school’ gedachte en in te spelen op de wijk als leef-
NOHLQVFKDOLJHQOHHIWLMGVVSHFL¿HNPHWSULNNHOVGLH
milieu, zou de BSO in feite een multi-functionele plek
nieuw en uitdagend zijn, zoals in de natuur, waar
kunnen innemen in het totaal van voorzieningen.
ze bovendien de ruimte krijgen voor hun onder-
Om dit te realiseren zijn een wijkgerichte opzet
zoekslust.
Blij en Zorgeloos Opgroeien
65
66
Ten tweede: laat achterstandbestrijding de oor-
Uitvoering van Dikkedeur uitgangspunten
ontwikkelingsgebieden en kernthema’s zijn er net
een duidelijke structuur aan te brengen, zonder het
spronkelijke opvangfunctie van de BSO niet ver-
In onze BSO hebben we de groepen naar leeftijd
zo relevant. Wel zijn er variaties vanwege het leef-
kind in te klemmen, en tegelijk het kind aan te
dringen. Het wegnemen van belemmeringen voor
onderverdeeld. De jongste BSO’ers, de kleuters,
tijdverschil met de kinderen van de dagopvang.
moedigen zonder het aan zijn lot over te laten. Het
ouders die willen werken is en blijft een kernfunctie
krijgen zo gerichte aandacht in een veilige omge-
Zoals de ontwikkelingsopgaven waar ze voor staan,
kind kan zo zijn zelfstandigheid oefenen in het
van de BSO. En deze ouders en hun kinderen heb-
ving van leeftijdsgenoten. Dat is nodig, want kleu-
met name sociaal-emotioneel (Erikson).
besef dat zijn verlangen een eigen keus te maken
ben in veel gevallen geen behoefte aan wijkgerichte
ters hebben al een erg grote stap moeten maken,
Zo krijgen hechting en veiligheid, afhankelijkheid
goed is, dat zijn pogingen iets op eigen kracht te
programma’s, wel aan een continue-rooster, waarbij
weg uit het vertrouwde kinderdagverblijf en naar
en losmaking (individuatie) bij de 0 tot 4 jarigen
doen gewaardeerd zijn en dat de ruimte die hij
kinderen tot 15.00 uur op school zitten en daarna
een vreemde school, niet langer de oudsten maar
een centrale plaats. Bij de 3 tot 6 jarigen is dat
daarvoor krijgt niet onbegrensd is. Vinden wij hierin
op de BSO toekomen aan de belangrijkste leervorm:
de jongsten. De kinderen tot 6/7 jaar hebben wat
zelfstandigheid en initiatiefrijkdom, in combinatie
niet het juiste evenwicht, dan lopen we de kans
de vrije exploratie. Een win-win situatie voor alle
meer uitdagend aanbod nodig en hoeven zich niet
met het afstemmen van het innerlijk leven op
dat het kind vastloopt in twijfels en schaamte over
partijen: leerkrachten, ouders en kinderen.
geremd te voelen door de jonge piepers waar ze
externe verwachtingen, terwijl bij de kinderen van
zichzelf.
Ten derde: schep ruimte voor kinderen die juist
anders rekening mee zouden moeten houden. Ze
5 tot 12 jaar het accent wordt verlegd naar mas-
Toenemende zelfstandigheid betekent ook: op zoek
kampen met een grote voorsprong, de hoog-intel-
kijken er na hun 6de verjaardag al helemaal naar
tery en zelfvertrouwen op het taakgebied en naar
gaan naar wegen om je gevoelens en impulsen af
ligente kinderen. Onderzoek laat zien dat ook deze
uit om bij de oudste BSO’ers te mogen horen en op
een evenwichtige identiteitsgroei. Over enkele van
te stemmen op wat anderen van je verwachten en
groep kinderen een grote behoefte heeft aan toe-
GH¿HWVQDDUGHEXLWHQ%62WHJDDQ5RQGMDDU
deze ontwikkelingsaspecten zullen we nog kort iets
het durven nemen van initiatieven. Geef het kind
gesneden stimulering van hun mogelijkheden, iets
gaan de kinderen namelijk naar het Kralingse bos,
zeggen.
dus de kans om voor de agressie die hij voelt - als
waar men in het basisonderwijs lang niet altijd aan
RSGH¿HWVHQGDWLVDOZHHUHHQJURWHVWDS(HUVW
tegemoet komt. Hoog-intelligente kinderen lopen
nog een beetje beschut in de Groene Inval aan het
Zelfstandigheid en initiatief
voelt of bij een opgave gefrustreerd raakt – een
daardoor een verhoogd risico op schooluitval, en zij
strandbad met een prachtige eigen Heemtuin en
De behoefte aan zelfstandigheid die zo rond het
sociaal aanvaarde uitweg te zoeken, zonder onder-
komen voor in alle lagen van de bevolking. Zoals in
vanaf 8/9 jaar naar de stoere waterscouting van
tweede jaar ontstaat blijft ook gedurende de erop
weg het gevoel te krijgen een slecht kind te zijn.
elke klas een kind zit dat thuis wordt mishandeld,
Stella Maris, waar ze tussen de boten van alles
volgende jaren de aandacht vragen. De opgaven
Hetzelfde geldt voor de exploratie en het zelf uit-
zit er ook in elke klas een kind dat meer kan en
kunnen leren.
waarin een kind meer of minder zelfstandig te werk
proberen van het sekse-onderscheid of het vinden
behoeft dan een gemiddeld kind.
In de BSO gelden dezelfde pedagogische doelen en
gaat, worden wel steeds complexer. De pedago-
van een evenwicht tussen zelfgerichte behoeften
vuistregels als in de dagopvang. Ook de beschreven
gisch medewerkers helpen het kind hierbij door
en het rekening houden met anderen.
hij een spel verliest, zich sociaal gedwarsboomd
Blij en Zorgeloos Opgroeien
67
Bij een gezonde ontwikkeling zal het kind een toe-
vrije exploratie in combinatie met een overdaad
zichzelf is of wil zijn spoort bijvoorbeeld niet met
‘self-centered’, zowel in het vermijden van straf
nemende interesse tonen in sociaal meer aan-
aan passieve leerwijzen, ondermijnen het gevoel
hetgeen hij voor zijn omgeving is of moet zijn. Een
als in het gebrek aan consideratie met anderen.
vaarde doelen en gedragsvormen en in het ten
van mastery en zelfvertrouwen, terwijl ook het
homoseksuele jongen zal heel moeilijk tot een even-
De regels (normen) die hij volgt blijven voorlopig
toon spreiden van eigen initiatief. Weet de omge-
plezier in de activiteiten verdwijnt.
wichtige identiteitsvorming komen als hij leeft in
nog extern aan hem zelf, opgelegd als ze zijn door
een context van sterke macho en heteroseksuele
een externe autoriteit. In eerste instantie ziet het
ving hierin daarentegen niet het juiste evenwicht
68
te vinden, dan dreigt het ontstaan van chronische
Identiteitsgroei
verwachtingen of zelfs van een verbod op homo-
kind er bijvoorbeeld totaal geen kwaad in om te
schuldgevoelens en een angst voor straf, die ieder
Aan het einde van de basisschoolleeftijd begint
seksualiteit. Ook lidmaatschap van een bepaalde
liegen, zolang dit op peers (leeftijdgenoten) is
initiatief in de kiem smoren.
een overgangsperiode tussen de afhankelijkheid
maatschappelijke of etnische groep kan een van-
gericht. Het zijn immers alleen de ouders/verzor-
van de kindertijd en de eisen van het volwassen
zelfsprekend positieve identiteitsbeleving in de weg
gers die dat verbieden. Later heeft hij het idee dat
Mastery en zelfvertrouwen
leven. De opgave waar kinderen voor staan is het
staan, zeker als zo’n groep in een slecht of laag
hoe groter de afstand tot de waarheid, hoe erger
Hier gaat het vooral om het tot stand komen van
ontwikkelen van een hecht identiteitsgevoel, zowel
aanzien staat. Het ontbreken van een passend voor-
de leugen (ongeacht zijn eigen intentie om wel of
een taakgerichte, werklustige instelling bij het
seksueel als sociaal en cultureel. De basis hiervoor
EHHOGYRRULGHQWL¿FDWLHNDQHUGDDUQDDVWYRRU]RU-
niet te liegen). De betekenis van ‘waarheid’ en de
kind en de ontwikkeling van diverse taakgerichte
ligt in vroegere kinderjaren, maar in deze fase komt
gen dat je onzeker blijft over wie je wil zijn en je
aard van ‘liegen’ begrijpt het nog niet. Daarvoor
competenties. Het kind voert graag taken uit en
het er echt op aan een antwoord te vinden op vra-
toevlucht zoekt in karikaturen: je gedraagt je over-
zijn nieuwe cognitieve constructen nodig die eerst
maakt die ook af. Plezier in activiteiten en toene-
gen als: wie ben ik, wie verwacht mijn omgeving
dreven stoer en mannelijk of wulps en vrouwelijk.
voortschrijdende verstandelijke rijping vergen.
mende beheersing van complexe vaardigheden
dat ik ben (word), in welke opzichten ben ik anders
bevorderen de taakgerichte werklust en het zelf-
dan mijn omgeving mij ziet (zou willen zien) op wie
Nog een keer de morele ontwikkeling en het
van regels (normen) in het teken van gevoelens van
vertrouwen. De sociale omgeving draagt hier posi-
lijk ik of op wie wil ik lijken?
geweten
schaamte. Bij schaamte gaat het – anders dan bij
tief aan bij als ze: a) aansluit bij de belangstelling
Een geslaagde identiteitsvorming schept helderheid
Vanaf ongeveer het 4 levensjaar vangt de pre-
schuld – altijd om hoe anderen naar de persoon
en ontwikkelingsfase van het kind, b) zorgt voor
en zekerheid over wie je bent in relatie tot je omge-
morele ontwikkeling aan. Het kind doet en laat
kijken. Het kind voelt zich negatief beoordeeld,
voldoende leer- en oefenmogelijkheden, c) het kind
ving (ouders, sibbelings, vrienden) en geeft inner-
dingen die hem ‘fair’ lijken, ook al ziet hij dat niet
betrapt of afgewezen. Al heel jonge kinderen kun-
aanmoedigt om door te zetten en d) het waardeert
lijke acceptatie daarvan. Een verstoorde identiteits-
in termen van abstracte begrippen (zoals rechtvaar-
nen last hebben van gevoelens van schaamte.
om zijn inspanning en niet alleen om het resultaat.
vorming daarentegen gaat samen met onzekerheid,
digheid) en snapt hij de achterliggende principes
Reeds in de peuterleeftijd bestaat er een globaal
Te weinig of te veel stimulering en een gebrek aan
verscheurdheid en zelfafwijzing. Wie het kind voor
ervan evenmin. Het perspectief is nog hoofdzakelijk
bewustzijn van de eigen individualiteit (wat het kind
Ongeveer tot het 6de levensjaar staat overtreding
de
Blij en Zorgeloos Opgroeien
69
is en wat het wil) die open staat voor externe
beleeft als extern opgelegd maar als zijn eigen
beoordeling. Het kind herkent een afwijzing of een
innerlijke richtsnoeren. Kort gezegd: schuld kan
straf en kan zich daardoor in wie hij is minderwaar-
pas ontstaan als er zich een geweten heeft ont-
dig voelen, gemeten aan de maat in zijn omgeving.
wikkeld. En bij schuldgevoelens gaat het dus altijd
Dat roept schaamte op.
om het in eigen ogen tekortschieten.
Kenmerk van dit ‘morele’ stadium: de gedragsregels
Het tot stand komen van schuldgevoelens vergt
(normen) worden bewaakt door externe agenten
dus een vergevorderde cognitieve rijping. Een
die overtredingen corrigeren, al dan niet met straffe
zekere mate van abstraheren, redeneren, per-
hand. Het kind gehoorzaamt (of niet) in de hoop
VSHFWLHIZLVVHOLQJHQUHÀHFWLHLVKLHUWRHQRRG]DNH-
nadelen te vermijden (bijvoorbeeld angst voor lief-
lijk. En ook affectief moet aan bepaalde voorwaar-
desverlies, voor straf) of voordelen te behalen (bij-
den zijn voldaan, zoals een gezonde hechtingsbasis
voorbeeld waardering). Het gedrag is pre-moreel.
die een relatieve losmaking (individuatie) mogelijk heeft gemaakt en die het kind in staat heeft gesteld
Het eerste echte morele stadium breekt pas zo
tot het ontplooien van voldoende affectieve ver-
rond het 7 levensjaar aan, als het geweten zich
mogens. Hierdoor zal het kind zich vanzelfsprekend
heeft gevormd en er gevoelens van schuld mogelijk
verantwoordelijk voelen voor zijn eigen daden en
worden.
voor het welzijn van anderen.
de
Gevoelens van schuld kunnen pas ontstaan na internalisering (het verinnerlijken) van de waarden-
Voor het ontwikkelen van een stevige morele basis
overtuigingen van het ouderlijk model. Het kind zal
LVKHWQRGLJGDWHU]LFKHHQKHFKWPDDUÀH[LEHO
zich als het goed is vereenzelvigen met de ouders
geweten vormt. Een geweten dat niet te streng is
en vanuit die liefdesband sterk geneigd zijn hun
maar ook niet te zwak. In de opvoeding moeten we
denkbeelden over goed en kwaad, hun ge- en ver-
er daarom voor zorgen dat:
boden over te nemen, zodanig dat hij ze niet meer
GEZOND
Blij en Zorgeloos Opgroeien
71
No blame: schuldeloos groot worden
omgangsregels afspreken, inclusief een signale-
.XQVWHQ&XOWXXU
thisch vermogen te ontwikkelen, op basis van
Kern van onze aanpak is daarom: de no blame
ring bij overtreding. De ‘no blame’ aanpak spreekt
6SRUWHQ6SHO
een voldoende liefdevolle (affectrijke), veilige en
benadering. Er worden geen ‘schuldigen’ en ‘slacht-
op een positieve manier de potentie van een kind
1DWXXUHQPLOLHX
respectvolle omgeving
offers’ aangewezen. In de plaats daarvan wordt in
aan en maakt pesten of ander onwenselijk gedrag
gesprek met alle kinderen gekeken naar wat ieder-
een gedeelde verantwoordelijkheid, iets van alle-
Ontspanning en spel blijven onze vaste uitgangs-
ZLM]HGLVFLSOLQHUHQQLHWWHWRHJHHÀLMNPDDURRN
HHQZHORIQLHW¿MQYLQGWHQZHORIQLHWDOVUHJHOV
maal.
punten, ook in de BSO. Met deze afwisselende en
niet te autoritair of rigide en zeker niet dubbel-
met elkaar wil afspreken. Een kind dat gepest wordt
hartig of dubbelzinnig
kan dan vertellen dat het eigenlijk bang is voor de
Het aanbod op de BSO
deren een groter besef van de eigen belangstelling
pester en aan de pester kan worden gevraagd:
Op de BSO bieden we een brede variatie van acti-
en competenties en leren ze al spelend een breed
nitieve en emotionele ontwikkeling en dus geen
wat vind je daar nu van dat hij/zij bang voor je is?
viteiten, gericht op het stimuleren van alle ontwik-
pallet kennen van wat de natuur en de cultuur te
eisen of regels stellen die het kind boven zijn
Wat zou jij kunnen doen om haar/hem te helpen
kelingsgebieden. We zijn doende een stimulerings-
bieden hebben.
macht gaan.
die angst kwijt te raken? Dat vergroot het gevoel
programma te ontwikkelen dat is toegespitst op
van verantwoordelijkheid, behoudt het zelfrespect
de sociaal-emotionele ontwikkeling. In het onder-
Kern van de gewetensvorming ligt in de thuishaven.
en stimuleert de ontwikkeling van empathie. Het
wijs is daar weinig oog of ruimte voor in het curri-
Kinderopvang en school kunnen daar niet zo gek
kind als dader bestempelen zou hem alleen maar
culum terwijl het toch de basis is voor een gezonde
veel aan doen. Wel is het zo, dat ze kinderen kun-
het gevoel geven een slechterik te zijn. Het
leerontwikkeling. Die leemte willen wij vullen met
nen helpen en begeleiden in de nadere invulling
gepeste kind wordt op zijn beurt gevraagd: wat
HHQ NLQGJHULFKW HQ OHHIWLMGVSHFL¿HN DDQERG GDW
van hun morele ontwikkeling. Ook is het zo dat ze
zou je zelf kunnen doen om minder bang te zijn?
kinderen helpt de ontwikkelingsopgaven te vol-
een signaleringsfunctie kunnen hebben als de
Dat vergroot het zelfrespect en het gevoel van
brengen, zoals die door Erikson zijn onderschei-
gewetensvorming dreigt scheef te groeien en er
controle en daarmee de zelfredzaamheid. Het kind
den, en de benodigde psycho-sociale competen-
zich een te zwak of juist te streng geweten vormt.
als hulpeloos slachtoffer bestempelen zou alleen
ties te realiseren.
KHWNLQGYROGRHQGHNDQVHQNULMJWRPKHWHPSD-
GH RSYRHGHUV RS ÀH[LEHOH PDDU FRQVLVWHQWH
GHRSYRHGHUVYROGRHQGHDIVWHPPHQRSGHFRJ-
72
op leeftijd afgestemde activiteiten krijgen de kin-
73
maar het gevoel bevestigen dat het kind er zelf machteloos tegenover staat en met recht zelfon-
In de basis volgt het algemene aanbod van de BSO
zeker is. Daarna kunnen de kinderen met elkaar
drie hoofdthema’s, namelijk:
Blij en Zorgeloos Opgroeien
9. KERNPROFIEL VAN DIKKEDEUR: NATUUR
gebaat dat hun verzorgers begrijpen dat ze voelen, behoeven en doen wat hun biologische ontwikke-
Kernprofiel van Dikkedeur
Met onze belangrijkste uitgangspunten en uitwer-
ling ze ingeeft, mogelijk maakt. Niet meer en niet
kingen daarvan op een rij, wordt een rode draad
minder. Kinderen voelen zich pas begrepen en veilig
zichtbaar in waar Dikkedeur voor staat: Natuur.
als hun biologische kerngegevens worden gezien
Natuur is onze leidraad, in tweeërlei opzicht: 1) de
in plaats van genegeerd, als ze worden aanvaard
natuur van de mens en 2) de natuurlijke omgeving
en geholpen in wat ze nodig hebben en al wel of
van de mens.
nog niet kunnen. En veiligheid is de basis voor een evenwichtige ontwikkeling. Onze pedagogische
Natuur
De natuur van de mens
aanpak neemt die natuur tot vertrekpunt en stemt
In de behandeling van onze pedagogische benade-
daar op af.
ring wezen wij herhaaldelijk op de biologische aard
74
Kwaliteitscode
en eigenschappen van de menselijke soort. Ieder
De natuurlijke omgeving van de mens
mens wordt door deze aard en eigenschappen
Talloos onderzoek heeft het belang laten zien
gekenmerkt, ze zijn immers onontkoombaar ver-
van de natuurlijke omgeving voor het welbevinden
bonden aan onze diersoort. Binnen die algemeen
van mensen. Kinderen die in de natuur kunnen
geldende eigenschappen zijn er uiteraard individuele
spelen ontwikkelen meer cognitieve inzichten,
gradaties, het resultaat van erfelijke overdracht.
meer motorische en cognitieve vaardigheden en
Het ene kind zal bijvoorbeeld de biologisch vastlig-
zijn creatiever in het oplossen van problemen
gende stadia van cognitieve ontwikkeling sneller
(de natuur biedt immers zelden kant en klare
doorlopen dan het andere, maar zelfs het snelste
oplossingen). Ze worden ook minder makkelijk
kind zal geen enkel stadium overslaan.
‘te dik’ omdat ze voortdurend worden aangezet
Wij hebben respect voor die menselijke natuur. En
tot bewegen. “Groen’ (planten/bomen/struiken)
we hebben geleerd dat dit loont. Kinderen zijn erbij
heeft bovendien een positieve uitwerking op een
Blij en Zorgeloos Opgroeien
75
schone lucht en op het psychisch welbevinden.
Pedagogische kernvraag is hier: willen we de natuur
In reacties erop geven verzorgers die eigenheid
vraagt om voldoende ontdek –en oefen mogelijk-
Wij hebben respect voor die natuurlijke omgeving
overmeesteren of hebben we er respect voor?
meer of minder kans om tot bloei te komen.
heden in een omgeving die koestert en steunt.
wereld van stadse kinderen. Onze buiten-BSO en
Dikkedeur neemt de biologische oorsprong als
Pedagogische kernvraag is hier: willen we de zui-
Pedagogische kernvraag is hier: gaan we de
buiten-dagopvang (allebei in het Kralingse bos), de
onontkoombaar en rijk uitgangspunt, geeft zich
vere eigenheid sterker maken of breken?
natuurlijke groei bevorderen of belemmeren?
groene parkachtige speelruimtes bij onze stadse
rekenschap van de kennis hieromtrent en betoont
locaties, maar ook ons beleid om de binnenruimtes
zich in haar zorg voor kinderen respectvol tegen-
Bij Dikkedeur roepen we niet gemakzuchtig ‘elk
Onze pedagogische medewerkers zijn erop getraind
groen te maken zijn hier voorbeelden van.
over deze menselijke natuur. We maken daarbij
kind is uniek’ om het vervolgens bij die uitroep te
om kinderen dagelijks afwisselende activiteiten te
geen onderscheid tussen natuurlijke kenmerken:
laten, alsof daarmee de pedagogische kous af is.
bieden die passen bij leeftijd/ontwikkelingsfase. In
Onze kwaliteitscode
het een is net zo belangrijk als het ander. Evenmin
De uitroep klopt ook niet. Elk kind deelt met alle
ons kindvolgsysteem wordt de groei periodiek en
0HW'H1DWXXUDOVNHUQSUR¿HOKHHIW'LNNHGHXUGH
wijzen wij natuurlijke kenmerken af als onwen-
andere kinderen dezelfde biologische oorsprong,
systematisch gevolgd. Kinderen worden niet onno-
volgende 10 kernkwaliteiten geformuleerd.
selijk of proberen wij die zo snel mogelijk te beteu-
met dezelfde basiskenmerken. De zuivere eigen-
dig tot de orde geroepen zodat ze zich vrij genoeg
gelen. Onze focus is primair de natuurlijke kenmer-
heid voegt zich daarin. Het is daarom de kunst om
voelen in hun ontdek- en oefenbehoefte. Wij zeg-
ken te zien en daar responsief op reageren.
in het geheel van gedeelde kenmerken de zuivere
gen, ‘kom, zullen we het zus of zo doen’, in plaats
eigenheid te zien, te respecteren en erop in te
van ‘nee, dat mag niet’.
van de mens. We willen het toevoegen aan de leef-
76
Oorsprong: De oorsprong van al het menselijk handelen ligt in de biologische basis van de menselijke soort: het
Zuiver:
PHQVHOLMN]RRJGLHUPHWKDDUVRRUWVSHFL¿HNHVSH-
Zuiver is de ongerepte eigenheid van een pasge-
cialisatie (vergeleken met andere zoogdieren) zoals
borene. Pril nog, en boordevol in aanleg gegeven
Groei:
Er valt vanaf onze geboorte veel te ontdekken in
ontwikkeld in de evolutie.
potenties. Die zuivere eigenheid is een combinatie
Dit wijst op natuurlijke groei, en die gaat vanzelf,
het leven. De natuur bijvoorbeeld, van onszelf als
Het menselijk brein (met zijn ver ontwikkelde neo-
YDQDOJHPHQHVRRUWVSHFL¿HNHNHQPHUNHQHQELM-
in principe. De natuur staat tot op zekere hoogte
mens en van onze leefomgeving. Natuurbeleving
cortex) is een belangrijk aspect van deze speciali-
]RQGHUH LQGLYLGXVSHFL¿HNH HLJHQVFKDSSHQ KHW
garant voor de groei van ons lichaam, ons brein,
is cruciaal voor de kinderlijke ontwikkeling. Het is
satie, evenals de biologisch vastgelegde basisbe-
resultaat van erfelijkheid en dus per kind verschil-
onze vaardigheden op velerlei terrein. Maar moe-
aangetoond dat een ‘groene omgeving’ ons psy-
hoeften en ontwikkelmogelijkheden van onze soort.
lend. Soms is die eigenheid direct zichtbaar of merk-
dertje natuur kan dit niet helemaal alleen, althans
chische rust brengt, gezondheid bevordert, onze
Deze biologische oorsprong is onontkoombaar.
baar, soms moeten we die gaandeweg ontdekken.
niet bij het menselijk zoogdier. Optimale groei
zintuigen prikkelt, onze vaardigheden stimuleert
spelen. Ontdekken:
Blij en Zorgeloos Opgroeien
77
78
en daarmee ons zelfvertrouwen vergroot.
natuur vast bestanddeel wordt in de opvang, onder
Het jonge kind kan alleen gezond opgroeien en zijn
een natuurlijke reactie op dreiging, in alle dier-
Maar ook de menselijk natuur moet ontdekt wor-
meer met wekelijkse kinderactiviteiten waarin de
talenten tot bloei brengen als het wordt gekoes-
soorten. De amygdala, ofwel de amandelkern, is
den, door verzorgers van kinderen en, uiteindelijk,
natuur een rol speelt.
terd. Veilige hechting is koestering, onvoorwaar-
hiervoor verantwoordelijk. Die zetelt in het laagste,
door kinderen zelf: zij moeten zichzelf leren ken-
Onze buitenruimten zijn al groen begroeid en we
delijke liefde ook. Het een kan niet zonder het ander.
meest primitieve deel van het brein. Zelfs reptielen
nen, onbelast en dus niet gehinderd door norma-
hebben zelfs natuuropvang in het Kralingse bos.
tieve restricties vooraf.
2013 staat bovendien in het teken van de natuur:
Pedagogische kernvraag is hier: gaan we de men-
mens bij noodweer ook nog gevoelens, namelijk:
Bovendien: Onze natuur wil ook graag ‘ontdekken’.
Dikkedeur en Natuur. Dit jaar, 2012, is dat: Dikkedeur
selijke natuur afstraffen of koesteren?
angst (vluchten) of agressie (vechten).
De drang de wereld te ontdekken krijgen we bij de
en Kunst.
geboorte mee, als een ongeremde onderzoekslust
Kennis van de menselijke natuur vormt het uit-
Dikkedeur heeft van koestering een speerpunt
zoogdier overeind gebleven en dat wijst erop dat
die kinderen spontaan aanzet uit te zoeken wat
gangspunt van het pedagogisch beleid en mede-
gemaakt. Veilige hechting staat voorop en wordt
je veilig weten of veilig stellen een primaire levens-
iets is, hoe het werkt en, wat later, waarom dat zo
werkers worden hierin zo nodig extra ondersteund.
mogelijk gemaakt door te werken met een zorgleid-
behoefte is van alle diersoorten.
is. Een drang die aan kinderen ook een onuitput-
Kinderen mogen ook zichzelf ontdekken en daar
ster voor elk kind. Zij koestert, troost, voedt, sti-
telijke energie meegeeft in het oefenen en herha-
helpen we ze bij. De intrinsieke motivatie is bij
muleert, begeleidt en verzorgt het kind, zij is een
Pedagogische kernvraag is hier: bieden wij een
len. Deze ‘intrinsieke motivatie’ kunnen kinderen
Dikkedeur in veilige handen, door een afgepast
baken waarop het kind kan vertrouwen en terug-
veilige of onveilige basis?
echter kwijtraken als de verzorger dit kenmerk
uitdagend aanbod maar bovenal door niet te wer-
vallen, onder alle omstandigheden. Ook ons beleid
van de menselijke soort niet herkent en begrijpt.
ken met belonen.
dat we nooit straffen draagt hieraan bij. Straffen
Bij Dikkedeur is een groot besef van het belang van
maakt de liefde voorwaardelijk en dat geeft geen
emotionele veiligheid. Branche-breed ontbreekt dit
veilige basis.
in de kinderopvang. Er is wel oog voor excessen,
Pedagogische kernvraag is hier: gaan we die natuur
Koesteren:
benutten of verwaarlozen en ondermijnen?
De menselijke natuur vraagt om koestering, net
hebben dat. Maar anders dan een slang heeft de
In de evolutie is de amandelkern dus van reptiel tot
zoals misbruik, en voor fysieke veiligheid, zoals vei-
als onze natuurlijke leefomgeving. Goed beschouwd
Veilig:
lige bedjes bv, maar de alledaagse emotionele vei-
Dikkedeur geeft kinderen volop de kans de natuur-
is koestering de basis voor alles. Wie de natuurlijke
Wat doen we als we ons bedreigd voelen? We gaan
ligheid krijgt geen bewuste en weloverwogen plek.
lijke leefwereld te ontdekken. We zijn 1 van 6 kin-
leefomgeving niet lief heeft zal haar eerder schade
aanvallen (vechten) of vluchten in de hoop de drei-
Daardoor wordt onvoldoende beseft hoezeer een
derdagverblijven in Nederland die participeren in
toebrengen of door verwaarlozing laten verkom-
ging het hoofd te bieden, ons zelf weer in veilig-
veilige basis wordt ondermijnd, door het afwijzen
een landelijk project Groen Gescoord, waarbij de
meren. Met de menselijk natuur is het niet anders.
heid te brengen. Noodweer (vechten/vluchten) is
van kinderen (en van hun natuurlijke kenmerken),
Blij en Zorgeloos Opgroeien
79
het chanteren en manipuleren (als jij doet wat ik
Pedagogische kernvraag is hier: kunnen wij voor
heeft gevolgen voor de groei van het andere. Een
Interactie:
wil ... dan vind ik je lief, zo niet...) en het straffen
allebei garant staan?
onveilige hechting verhindert bijvoorbeeld een vrije
De menselijke natuur maakt de mens afhankelijk
exploratie: het kind wil wel maar durft niet meer.
van anderen. Wij zijn langzaam lerende zoogdieren
van kinderen. En als kinderen daarop vervolgens
80
met noodweer reageren, zeker als dit is in de vorm
Ook op het punt van gezondheid kiest Dikkedeur
Onvoldoende stimulering en uitdaging geeft frus-
die weinig zelfredzaam geboren worden, heel anders
van agressie en vechten, worden ze opnieuw afge-
bewust. De kinderen gaan 2 keer per dag buiten
tratie waardoor de noodweer aanslaat en de intrin-
ELMYRRUEHHOG GDQ SDDUGHQ NRQLMQHQ GRO¿MQHQ RI
wezen en gestraft, zo het gevoel van bedreigd zijn
spelen, ook als het een beetje regent of koud is, ze
sieke motivatie verdwijnt. Achterblijvende ontwik-
honden. Voordat wij alles kunnen dat nodig is om
nog eens versterkend.
krijgen gezonde hapjes, waaronder elke dag vers
keling op zintuiglijk gebied blijft niet zonder gevolgen
op eigen benen te staan, gaan er vele jaren heen,
Dikkedeur daarentegen is een veilige haven voor
fruit en een gezonde vers gemaakte warme maal-
voor het motorisch gebied, terwijl verstoringen op
waarin wij constant afhankelijk zijn van anderen,
kinderen. Straffen doen we niet, netzomin als
tijd. We beschikken over 3 gymzalen en hebben
het cognitieve vlak weer repercussies kan hebben
in het bijzonder van onze verzorgers. Kwaliteitsvolle
mani puleren, chanteren of anderszins afwijzen.
natuuropvang voor 0-4 jaar en voor 7-12 jaar in
op het sociaal-emotionele vlak.
interactie tussen een mensenkind en zijn sociale
Noodweer wordt herkend en begrepen.
het Kralingse bos. Ook de psychische gezondheid
omgeving is daarbij de sleutel. Het kind komt
krijgt veel aandacht. Onze basis uitgangspunten
Pedagogische kernvraag is hier: hebben wij oog
immers niet als een blanco blaadje op de wereld,
Gezond:
staan hier op zichzelf al voldoende garant voor,
voor de complexiteit van wat samenhangt?
maar brengt vanaf de geboorte zowel soort-speci-
De natuur biedt en vraagt om dat wat gezond is.
maar mocht er een kindje zijn met opvallend gedrag
Fysieke gezondheid is: gezond eten, bewegen en
dan werken onze medewerkers met een goed uit-
Bij Dikkedeur nemen we die samenhang als uit-
moet zijn sociale omgeving responsief en dus aan-
frisse lucht. Psychische gezondheid is: emotioneel
gewerkt en doordacht protocol en kunnen ze reke-
gangspunt en denken wij niet eenzijdig of in sim-
vaardend en begeleidend reageren.
in evenwicht. Het eerste is makkelijker te bereiken
QHQRSRQGHUVWHXQLQJYDQRQVSHGDJRJLVFKVWDÀLG
pele enkelvoudige verbanden. Daarom past geen
dan het tweede, al zien we op grote schaal dat
kinderpsychologe, drs. Rimke Willeman.
enkele mode of ideologie ons. Kenmerk van modes
Pedagogische kernvraag is hier: zijn wij bereid en
en ideologieën is dat ze altijd bepaalde aspecten
in staat tot een goede afstemming tussen innerlijk
kinderen in Nederland te vaak ongezond eten, te
¿HNHDOVLQGLYLGXVSHFL¿HNHNHQPHUNHQPHH'DDURS
weinig bewegen en te weinig buiten spelen.
Samenhang:
eruit lichten, over-benadrukken, en andere nege-
leven van het kind en externe verwachtingen van
Daarover worden dan weer campagnes gevoerd in
De natuurlijke leefomgeving is een eco-systeem,
ren. Kinderen worden dan geacht in die mode of
de omgeving?
de hoop dat dit tot gedragsverandering leidt. Voor
een geheel van samenhangende delen. De mense-
ideologie te passen. Bij ons zijn de kinderen zelf, in
de psychische gezondheid van kinderen zijn echter
lijke natuur is dat ook: een zelfstandig organisme
hun eigen complexe samenhangen, het uitgangs-
Dikkedeur wil dat en kan dat! Onze professionele
nooit campagnes.
met interne samenhang. Scheefgroei in het één
punt. En ja, dat past altijd!
kennis van en respect voor de menselijke natuur,
Blij en Zorgeloos Opgroeien
81
in combinatie met onze inzet gericht op onvoor-
dat ecologisch verantwoord is geproduceerd.
waardelijke liefde en aanvaarding, staan garant
We zijn ons bovendien zeer bewust van de effec-
voor de interactiekwaliteit die nodig is. Voor
ten van opvoedingspraktijken in de kindertijd op
Dikkedeur spreekt dit allemaal vanzelf, het is niet
de ontwikkeling naar volwassenheid en we nemen
voor niets de basis van ons pedagogische benade-
die verantwoordelijkheid zwaar op, zoals blijkt uit
ring.
onze missie.
Duurzaam: Iedereen weet: duurzaamheid vraagt zorg voor natuurlijke bronnen. Minder breed gedeeld is het bewustzijn van duurzaamheid in de zin van de lange 82
termijn effecten van onze opvoedingspraktijk op de natuur en ontwikkeling van elk kind, en bijge- volg op zijn mogelijkheden als volwassen burger. Pedagogische kernvraag is hier: kiezen wij voor duurzaam in evenwicht of ontwricht? Dikkedeur heeft haar eigen boom geplant in het Kralingse bos, bij de opening van onze buiten-BSO, nu 4 jaar geleden. We onderhouden de prachtige Heemtuin van onze dagopvang aan de Kralingse plas en leren de kinderen wat zorg en liefde voor de natuur inhoudt. We kopen duurzaam speelgoed
OORSPRONG SAMENHANG
KOESTEREN ONTDEKKEN
INTERACTIE