4. Opgroeien en meedoen in Lansingerland Lansingerland moet een gemeente zijn waar jongeren met plezier kunnen opgroeien. Goed onderwijs, goede sportfaciliteiten, een eigen plekje in de wijk, goede jeugdzorg en goede ondersteuning van ouders en gezinnen zijn onmisbare ingrediënten om als jongere een mooie tijd te beleven in Lansingerland. Wat betreft de opvoeding zijn ouders primair verantwoordelijk. Gemeentelijke regie op de gehele keten van jeugd- en gezinsbeleid blijft noodzakelijk.
§ 1. Gezinnen Wat W at is ons doel? Het CDA vindt familie en gezinsleven van groot belang: de familie is de kern van de samenleving. Uitgangspunt van het gezinsbeleid van het CDA is dat gezinnen de verantwoordelijkheid hebben om hun eigen gezinsleven in te richten. De rol van de (gemeentelijke) overheid is om gezinnen waar nodig en waar gewenst te ondersteunen. Hoe willen we dat bereiken? Het CDA wil dat de gemeente een ouderschapscursus aan aanstaande ouders blijft aanbieden; Voor ernstige probleemgezinnen wordt intensieve en niet vrijblijvende begeleiding aangeboden; De gemeente stimuleert de bekendheid en laagdrempeligheid van het Centrum voor Jeugd en Gezin via gerichte voorlichting; De gemeente mag niet bezuinigen op de consultatiebureaus omdat hier in een vroeg stadium onderkend wordt waar eventuele problemen met het kind of in de familie aanwezig zijn; Kinderopvang voor kinderen tot vier jaar: particuliere initiatieven worden zoveel mogelijk ondersteund, bijvoorbeeld door bestemmingsplannen in te richten op vestiging van kinderopvang; Door de bezuinigingen van het Rijk op de kinderopvangtoeslag is een toename van de behoefte aan peuterspeelzaalwerk te verwachten. De gemeente moet om zich daarop voor te bereiden een actieplan peuterspeelzaalwerk opstellen.
§ 2. Onderwijs en schoolomgeving W Watt is ons doel? Opgroeiende kinderen moeten de kans krijgen hun talenten te ontwikkelen en te benutten. Kinderen en jongeren hebben recht op kwalitatief goed onderwijs. Het CDA ziet scholen niet los van hun maatschappelijke omgeving. Omdat de rol van de gemeente ten aanzien van het onderwijs is veranderd, moet zij vooral samenwerking tussen scholen en instanties stimuleren. Hoe willen we dat bereiken? Scholen weten zelf vaak het beste waar voor hen de kansen en knelpunten liggen. Daarom vindt het CDA dat middelen voor huisvesting waar mogelijk gedecentraliseerd moeten worden, zodat schoolbesturen en -directies in goed overleg met gemeente zelf beslissingen kunnen nemen;
De weg naar balans
20
Het CDA wil dat scholen combinaties met andere functies (zoals kinderopvang, sport, muziek en kunst) moeten benutten (het zogenaamde ‘brede scholen’ concept); Ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten moeten door handhaving van leerplichtwet worden voorkomen; De gemeente zorgt voor veiligheid in en rondom de school, bijvoorbeeld door scholen in contact te brengen met de wijkagent en de verkeerssituatie bij scholen, in samenspraak met omwonenden, kinderen en ouders, te optimaliseren; De gemeente stimuleert dat onderwijskrachten, maatschappelijk werkers, jeugdzorg en medewerker samenwerkingsverband samenwerken in Zorgadviesteams (ZAT) om te anticiperen op problemen en op te lossen. Schoolmaatschappelijk werk is onmisbaar in de zorgstructuur rondom leerlingen. Daarom mag de gemeente hier niet op bezuinigen.
§ 3. Jeugdzorg Watt is ons doel? W De jeugdzorg moet goed geregeld zijn. Het is de taak van gemeenten de samenwerking tussen betrokken instanties op te zetten. Er moeten genoeg middelen zijn voor een effectieve jeugdzorg om de groeiende vraag bij te kunnen houden. Hoe willen we dat bereiken? Er moet een integrale aanpak komen waarbij de diverse jeugdzorginstellingen samenwerken. Vanaf het moment dat dit een gemeentelijke taak wordt moet er alles aan worden gedaan om echt integraal te werken op basis van het uitgangspunt één gezin één plan; Het CDA vindt dat de gemeente de regie moet nemen bij de noodzakelijke afstemming tussen onderwijs, jeugdgezondheidszorg, jeugdbescherming, jeugdbeleid en jeugdzorg; Gezien de financiële situatie zal de gemeente zich terughoudend opstellen, maar waar nodig hulp bieden. De gemeente zorgt er ook voor dat het regie over de financiën in de jeugdzorg houdt en dat deze niet worden uitbesteed aan een andere gemeente of een gemeenschappelijke regeling; Bij de decentralisatie van de jeugdzorg werkt de gemeente bij complexe zaken zoals jeugdbescherming, jeugdreclassering en uithuisplaatsingen samen met andere gemeenten in de regio Rotterdam. Bij minder complexe zaken wordt nadrukkelijk ook de aansluiting met de gemeente Pijnacker-Nootdorp gezocht, omdat veel Lansingerlandse jongeren in Pijnacker naar school gaan; De gemeente zorgt voor een goede cliëntenparticipatie bij de jeugdzorg, indien mogelijk geïntegreerd in de WMO-raad.
§ 4. Jongerenbeleid Watt is ons doel? W Politiek is een zaak die ons allemaal aangaat. Het is bij politieke beslissingen belangrijk dat je elkaar respecteert en serieus neemt. Verder is het belangrijk dat er in Lansingerland goede sportvoorzieningen en speelplekken in de wijk zijn. Hoe willen we dat bereiken? Wethouders moeten de taak krijgen een paar keer per jaar op scholen beslissingen die jongeren aangaan toe te lichten en zo de politiek dichter bij hen te brengen; Kinderen verdienen een eigen plek in de wijk of bij de school. De gemeente kan dit stimuleren door het aanleggen van natuurlijke speelveldjes; Er moet een initiatief komen om jongeren, via een website, erop te wijzen wat maatschappelijke organisaties voor hen kunnen betekenen en welke activiteiten er allemaal voor jongeren zijn in Lansingerland (bijvoorbeeld van verenigingen, kerken en jeugdclubs);
21
CDA Lansingerland Verkiezingsprogramma 2014-2018
Het CDA vindt verder dat het onderwijs beter moet aansluiten op de beroepspraktijk. De gemeente stimuleert de samenwerking tussen scholen en het bedrijfsleven.
Een sociaal Lansingerland Het CDA hecht aan solidariteit. Solidariteit met mensen die als gevolg van ouderdom, ziekte, een handicap of armoede hulp nodig hebben. De gemeente zorgt voor goede en toegankelijke sociale voorzieningen. Maar er is meer. Een sociale gemeente begint bij de maatschappij zelf, bij mensen die elkaar een helpende hand toesteken. De gemeente heeft de taak om deze mensen te ondersteunen.
§ 5. Maatschappelijke opvang en armoedebestrijding Wat W at is ons doel? Voor het CDA staat voorop dat mensen redelijkerwijs van een inkomen in hun basisbehoeften moeten kunnen voorzien. Wanneer dat niet lukt, biedt de overheid een helpende hand. In het algemeen geldt dat betaald werk de beste manier is om uit armoede te ontsnappen. Het is tevens realistisch om te onderkennen dat niet iedereen betaald werk kan verrichten. Hier komen oplossingen zoals participatie in de vorm van vrijwilligerswerk in beeld. Hoe willen we dat bereiken? Maatschappelijke participatie van kinderen in gezinnen met een minimuminkomen wordt door de gemeente financieel ondersteund; Het CDA pleit voor een preventief beleid vanuit de gemeente met betrekking tot schuldhulpverlening. De gemeente ondersteunt het aanbieden van cursussen gericht op budgetbeheer; De wet Werk en Bijstand (WWB) is gericht op mensen in de bijstand weer aan werk te helpen, werken is belangrijk om in de maatschappij te kunnen participeren. De meest sociale aanpak is deze mensen deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Werklozen met een WWB uitkering kunnen als tegenprestatie voor de samenleving mantelzorg of vrijwilligerswerk verrichten. Bij invoering van de participatiewet (ter vervanging van de huidige WSW, Wajong, WWB en WIJ) is het uitgangspunt van het CDA dat gekeken moet worden naar wat mensen nog wel kunnen. Dat betekent dus dat alleen mensen die echt niet meer kunnen werken vrijgesteld worden van de sollicitatieplicht en het leveren van een tegenprestatie aan de gemeenschap.
§ 6. WMO, participatie en gezondheidszorg Wat W at is ons doel? Door de kanteling van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is het budgettair noodzakelijk dat er vraaggericht in plaats van aanbodgericht wordt gewerkt. Deze wet geeft gemeenten de taak te zorgen voor een samenhangend pakket van diensten en voorzieningen, zodat iedereen kan participeren en er op een sociale manier bezuinigd kan worden. Mensen komen in de visie van het CDA het meest tot hun recht in hun relaties met anderen, en het participatiebeleid moet daarop gericht zijn.
De weg naar balans
22
‘Op eigen kracht waar mogelijk, ondersteuning indien nodig’ is voor het CDA uitgangspunt van het WMO-beleid. Hoe willen we dat bereiken? Bij de aanbestedingen van vraagafhankelijk (openbaar) vervoer en de huishoudelijke verzorging als onderdeel van de WMO is het van belang dat gemeenten leren van successen elders in het land; Er wordt bij de uitvoering van de WMO gelet op efficiëntie. Mensen met een chronische aandoening worden zo min mogelijk belast met herindicaties; In het kader van de uitvoering van de WMO blijft in de gemeente Lansingerland één centraal loket beschikbaar voor informatie en deskundig advies. Het loket is zowel fysiek als digitaal goed bereikbaar; Het CDA vindt dat gemeenten actief beleid moet voeren op preventie en vroegsignalering van alcohol- en drugsgebruik onder minderjarigen. Het CDA vindt dat kerken en daarmee te vergelijken instituties betrokken blijven bij de uitvoering van (onderdelen van) de WMO.
§ 7. Gehandicaptenzorg Wat W at is ons doel? Mensen met een functionele beperking of handicap verdienen ondersteuning waar dat nodig is. Bij het vervoer en ook bij nieuwbouw of reconstructie van woningen moet rekening worden gehouden met de specifieke behoeften van gehandicapten. Zelfstandig zijn, zelf beslissingen kunnen nemen zijn voor ieder individu essentiële zaken in het leven. Hoe willen we dat bereiken? De gemeente moet als het gaat om de zorg voor gehandicapten ondanks de financiële situatie oog hebben voor de menselijke waardigheid. Het is van groot belang dat gehandicapten voldoende informatie en advies kunnen krijgen over bijvoorbeeld wonen, vervoer, werken, recreëren en zorgvoorzieningen. Versnippering van voorzieningen en financiële regelingen is ongewenst. Integrale indicatiesystemen kunnen de gewenste helderheid bieden; Het CDA zet zich in voor financiële tegemoetkoming van bijzondere kosten als gevolg van chronische ziekte of handicap voor mensen met een minimuminkomen. Dit kan in een periodieke regeling, in de vorm van individuele bijzondere bijstand; Dubbeling van eigen bijdrage dient te worden voorkomen; Kinderen met een beperking dienen in het leren vroegtijdig ondersteuning en begeleiding te krijgen. Het CDA wil dat gehandicapte kinderen zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving naar school en aan activiteiten kunnen deelnemen; Mensen met een psychische beperking hebben veel baat bij dagbesteding of werk. De gemeente moet randvoorwaarden bieden, zodat mensen met een psychische beperking (vrijwilligers)werk kunnen doen.
§ 8. Ouderenbeleid Watt is ons doel? W Dankzij de gestegen welvaart en toegenomen kwaliteit van de gezondheidszorg leven mensen langer. Veel ouderen zijn na hun pensionering nog steeds maatschappelijk actief, anderen genieten volledig van hun welverdiende vrije tijd. Voor de ouderen is het van belang dat de randvoorwaarden om zelfstandig te kunnen wonen optimaal zijn. Een andere belangrijk onderdeel van het ouderenbeleid dat het CDA
23
CDA Lansingerland Verkiezingsprogramma 2014-2018
voorstaat, is de mogelijkheid voor ouderen om activiteiten te kunnen ontplooien. Hoe willen we dat bereiken? Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. De gemeente zorgt voor voldoende seniorenwoningen, basisvoorzieningen zoals geldautomaat en brievenbus dichtbij, levensloopbestendige woningen en aanleunwoningen bij zorgcomplexen; Het is belangrijk dat ouderen elkaar kunnen ontmoeten zodat vereenzaming wordt voorkomen. De huidige ontmoetingscentra De Leeuwerik in Bleiswijk en De Smitshoek in Bergschenhoek moeten daarom in stand blijven. Voor De Koepel in Berkel en Rodenrijs moet een goed alternatief komen als Hergerborch sluit; Daar waar nodig participeert de gemeente in periodieke huisbezoeken door vrijwilligersorganisaties (kerken, buddyprojecten, ouderenorganisaties, o.a.) om de risico’s op vereenzaming van ouderen te voorkomen; Het gestructureerd overleg tussen de gemeente en belangenorganisaties van ouderen moet worden voortgezet; Het collectief vraagafhankelijke vervoer (CVV) voor ouderen en gehandicapten moet aansluiten op het landelijke vervoer (het zogenaamde Valys-netwerk) met aansluitpunten in CVV Zoetermeer en Rotterdam. Het openbaar vervoer moet toegankelijk zijn voor ouderen.
De weg naar balans
24