ZO!
Informatiekrant voor medewerkers en vrijwilligers Jaargang 2
Editie september 2014
De opmars van domotica in de nacht Pag 12
Bleek de krantenbezorger ineens een cliënt te zijn
Samen met de brandweer werken aan veiligheid Pag 14
Pag 10
Seksualiteit uit de taboesfeer: hoe doe jij dat? Pag 4
Apps helpen cliënt om zelf te plannen Steeds meer cliënten hebben een smartphone of tablet. Handig, want er zijn veel apps die hun leven makkelijker maken. Neeske Ankersmit, ondersteuner bij Op Pad, bespreekt twee apps.
Handige APPS
,,Met Pictoplanner (eenmalig 5,99 euro, iOS & Android) kan je een weekplanning maken voor of samen met cliënten. Cliënten krijgen meteen in hun scherm te zien wat de volgende drie activiteiten zijn. Het programma werkt met pictogrammen en kleuren. Ook kan je zelf foto’s toevoegen. Daardoor is de planning veel overzichtelijker dan wanneer je hem maakt met de agendafunctie die standaard op je smartphone zit. Als ondersteuner kan je ook op afstand en voor meerdere cliënten activiteiten inplannen. Deze app is volgens mij erg handig voor VG-cliënten.”
,,Bij NAH-cliënten gebruik ik vaak de Activiteitenweger (eenmalig 5,99 euro, iOS). In de app geef je met punten aan hoeveel energie een activiteit je kost en stel je in wat jouw grenzen zijn. De app waarschuwt je vervolgens als je teveel inspannende activiteiten per dag of week inplant. Ik merk dat cliënten hierdoor meer inzicht krijgen in waar ze moe van worden. Ze gaan daardoor bewuster keuzes maken en zien zelf dat een wandeling én verjaardag op één dag niet altijd handig is. En van de app nemen ze dat vaak makkelijker aan dan van jou. Nadeel is wel dat je elke week opnieuw alle activiteiten moet invullen.” De apps zijn te vinden door in de AppStore van iTunes of Google Play Store van Android te zoeken op de naam van de app.
ACTUEEL
ZO! in deze editie ACTUEEL
Werken op meerdere locaties onder de loep: wat zijn de eerste ervaringen?
HOE DOE JIJ DAT
02
04
Uit de taboe-sfeer: praten over seksualiteit met cliënten.
ACTUEEL
06
Het drama van verborgen NAH bij kinderen.
COLUMN
07
Peter Vriesema over aan tafel zitten bij 70 gemeenten.
Invallen nieuwe stijl is wennen én verrijkend
A
ls gevolg van de veranderingen en bezuinigingen in de zorg werken de vaste
medewerkers van Zozijn vaker als invaller op andere locaties. Hoe zijn de ervaringen van manager Invalkracht Jos Schollema (rechts) heeft een goede band opgebouwd met Sibilla die aan de François Ballochilaan in Lochem woont.
Eugène, invalkracht Jos en cliënte Sibilla? VRIJWILLIGERS MAKEN HET MOGELIJK
08
Snoezelen voor een beetje geluk bij De Speeldoos in Zutphen.
NIEUWS EN WEETJES
09
Grote publiekscampagne over stelselwijzigingen op komst.
Hart op de tong
09
Gezinshuisouder Antoinette Krol: ,,Je kunt dit werk niet alleen doen.” 1+1=3
10
Samenwerking met de brandweer maakt landgoed De Lathmer veiliger. ACHTERGROND
12
Domotica in de nachtdienst: kans of bedreiging?
ACTUEEL
14
WMO-gevolgen: de krantenbezorger bleek ineens een cliënt te zijn. COLUMN
René Hindriks: gewoontedieren en de vakantiemodus
2
15
Sibilla ziet er piekfijn uit deze morgen. Nagels gelakt, zonnebril in het haar, mooie loombandketting om haar nek. Trots laat ze haar appartement aan de François Ballochilaan in Lochem zien. En in de gang wijst ze op het roosterbord haar ‘maatje’ Annelies aan, de begeleider met wie ze een goede band heeft. Maar Annelies kan er natuurlijk niet altijd zijn. Sibilla heeft ook te maken met andere medewerkers van de Ballochilaan. En zeker in de vakantiemaanden ziet ze regelmatig invalkrachten langskomen. Dat kan in de toekomst steeds vaker voorkomen. Voor Sibilla is dat geen probleem. Ze vindt het zelfs wel fijn. ,,Invalkrachten kijken anders naar wat er hier gebeurt en gaan anders om met situaties. Pas had ik bijvoorbeeld woorden met een medebewoner. Meestal zeggen de begeleiders dan: ga jij maar even naar je kamer om af te koelen. Dat vind ik niet altijd eerlijk. Zij kan toch ook wel eens naar haar kamer gaan? In een wandeling heb ik dat besproken met Jos die hier invalt. Nu doen we het ook wel eens andersom.” GOED VOORBEREIDEN Jos is Jos Schollema. Ze werkt normaal gesproken aan de Burgemeester Leenstraat in Lochem. Een locatie waar mensen met een wat zwaardere verstandelijke beperking wonen, soms in combinatie met psychiatrische problematiek. ,,Dat is een hele andere wereld. Het medicatiebeleid is er bijvoorbeeld heel strikt. Cliënten mogen nog geen paracetamolletje op hun kamer hebben. Het duurde even voordat ik aan de Ballochilaan mijn schema’s en structuren wat los kon laten.”
Voordat ze invalt, bereidt ze zich goed voor. Ze leest dossiers van cliënten door, verdiept zich in werkschema’s en bespreekt met vaste begeleiders de belangrijkste aandachtspunten per cliënt. ,,Ik wil bijvoorbeeld weten of iemand agressief kan worden en waarvan. Maar helemaal voorbereid ben je nooit. Een van mijn eerste diensten heb ik bijvoorbeeld best een poosje gezocht naar de sleutel van de kas zodat een cliënt sigaretten kon kopen.” Gelukkig kan ze veel aan Sibilla vragen. ,,We doen het samen, zeg ik altijd”, vertelt Jos. Sibilla is wel een uitzondering. Niet iedereen went zo gemakkelijk aan nieuwe gezichten. Zo duurde het even voordat één van Sibilla’s medebewoners, die autisme heeft, Jos in vertrouwen durfde te nemen. Voor weer een andere cliënt kan een Eugène Eiling onbekende invalkracht de prikkel zijn die leidt tot een woedeaanval. En pas kwam er ineens iemand anders werken dan op het bord stond. Dat was ook wel even lastig. OVERZICHT HOUDEN Ook voor managers is het even wennen. Hadden locaties veelal vaste invallers, nu vallen medewerkers op meerdere
plekken in. Overzicht houden is een uitdaging, zegt manager Eugène Eiling die drie locaties in Lochem en twee in Zutphen aanstuurt. ,,Er zijn invallers die bij andere RVE’s werken en zowel wonen- als dagbesteding doen. Zeker in vakantietijd is het puzzelen. Je zoekt overal naar invalkrachten, zowel vaste als flexibele medewerkers, maar je weet niet altijd of hun rooster nog gezond is. Ik hoop dat medewerkers dat zelf ook in de gaten houden en aangeven als het teveel wordt om ergens in te vallen.” Van enkele ervaren flexwerkers met een nulurencontract heeft hij afscheid moeten nemen, om zo werkgelegenheid te behouden voor mensen met een vast contract. ,,Die flexwerkers deden hun werk heel goed. Ze waren ingewerkt, kenden de cliënten. Nu komt er iemand van een andere locatie. Het is zoeken wie de juiste competenties heeft om in te vallen. Soms heb je geen keuze, terwijl de invallers vaker alleen staan en sneller meer verantwoordelijkheid dragen.” VERRIJKEND Dat medewerkers met een vast contract ook op andere locaties werken, vindt hij een positieve ontwikkeling. Het houdt je scherp, opent je ogen voor andere aanpakken en zorgt voor een bredere ontwikkeling, zegt Eugène. Jos deelt die mening. Ze dacht altijd dat invallen niets voor haar was, maar nu ze het doet vindt ze het verrijkend. En voor cliënten is het soms ook wel eens prettig, denkt Jos. ,,Ik kan weer fris en scherp luisteren naar verhalen en omdat ik geen extra taken heb als ik inval, blijft er tijd over om met cliënten te praten of een kopje koffie te drinken.”
3
hoe doe jij dat Francis Hermans ontwikkelde de cursus vriendschap, relaties & seksualiteit en een map voor ondersteuners over dit onderwerp.
Uit de taboe-sfeer: praten over seksualiteit Iedereen heeft behoefte aan intimiteit en seksualiteit, dus ook de cliënten van Zozijn. Maar zij hebben vaak wel ondersteuning nodig om met hun gevoelens om te gaan. Hoe doe je dat?
Francis Hermans, trainer bij de Zozijn School.
‘Zorg dat het voor jezelf bespreekbaar is’ ,,Ga er niet te gemakkelijk vanuit dat cliënten geen seksuele gevoelens en wensen hebben. Ze hebben misschien emotioneel en verstandelijk nog het niveau van een kind, hun lichaam is wel volwassen. Ze worden opgewonden en willen dezelfde dingen doen als jij en ik. Alleen ze hebben ondersteuning nodig om met hun gevoelens om te gaan en om te praten over seksualiteit.” ,,Voorlichting is heel belangrijk. Het zou net zo normaal moeten zijn om er over te praten als over eten, drinken en slapen. Belangrijk is dat seksualiteit wordt beschreven in het zorgplan en daar waar nodig een aantal keren per jaar als
4
agendapunt op de teamvergadering staat. Zo leer je om er samen makkelijker over praten en krijg je er meer zicht op of een cliënt wel of niet met seksualiteit bezig is.” ,,In gesprekken over vriendschap, verliefdheid en seksualiteit is duidelijkheid heel belangrijk. Gebruik plaatjes en/ of filmpjes om te laten zien hoe iemands lichaam er uit ziet. Geef voorbeelden. Bij vriendschap geef je een kus op de wang en mag je iemand een keer een knuffel geven of een arm om de schouder slaan. Bij een relatie kan je ook tongzoenen en elkaar aanraken, maar alleen als je dat allebei wil.” ,,Als je het zelf lastig vindt om over seks te praten met cliënten, begin dan in je eigen omgeving. Praat erover met je partner of met vrienden en vriendinnen. Als het bespreekbaar is voor jezelf , dan praat je er ook makkelijker over met je clienten. En dat hebben cliënten nodig, want ze weten vaak niet waar ze de juiste informatie vandaan moeten halen.”
Bart Velthuis, coördinerend ondersteuner, Holten
‘Gevoelens mogen er zijn’ ,,Wat is normaal als het gaat om liefde, relaties en seks? Iedereen heeft andere indrukken opgedaan in zijn leven en de normen van cliënten, verwanten en ondersteuners kunnen sterk verschillen. Dat maakt het een complex onderwerp.” ,,We hebben een keer meegemaakt dat ouders uit geloofsovertuiging fel tegen een relatie van een cliënt waren. Die hadden het liefst dat we een pilletje gaven om de gevoelens van hun kind te onderdrukken. Natuurlijk hebben we gesproken over regie op eigen leven, maar er is ook een andere kant. Een relatie kan binnen een paar weken weer over zijn. Wil je daarvoor de band met ouders op het spel zetten? In gesprek blijven met verwanten is heel belangrijk. Je probeert ze mee te nemen. Soms moet je dan een aantal stappen terug: hoe zien jullie je kind eigenlijk? Wij hebben vaak een ander beeld over wat een cliënt wel en niet kan. Ook als team moet je praten over hoe je met dit thema omgaat, om zo te komen tot gedeelde opvattingen. Voor cliënten vind ik het belangrijk dat ze weten dat hun gevoelens er mogen zijn. Ik wijs het niet af als ik iemand plaatjes van vrouwen zie uitknippen of als de Playboy op een kamer ligt. Zelf gebruik ik regelmatig humor in gesprekken over liefde en seks. Maar ik heb ook serieuze gesprekken, want je kunt niet overal luchtig mee omgaan.”
Marijke Beekman, coördinerend pedagogisch ondersteuner gespecialiseerde begeleiding vrije tijd De Triangel, Zutphen
‘Dat is voor mij privé’ ,,Niet iedere tiener die hier komt voor buitenschoolse of vakantieopvang is met seksualiteit bezig. Er zijn cliënten die gerust naakt in het zwembad springen en niet snappen waarom anderen daar heftig op reageren. Daarom zijn er basisregels zoals ‘zwemkleding aan als we zwemmen’ en omkleden ‘op het toilet’. Soms stellen tieners vragen over verliefdheid, relaties of seks. Ik heb gemerkt dat je daar op kan ingaan in het bijzijn van iedereen. Cliënten die er niet mee bezig zijn pakken de inhoud van het gesprek niet op en gaan rustig verder waar ze mee bezig zijn. Af en toe zijn de vragen persoonlijk. Hoe ben je zwanger geworden? Ik maak het dan algemeen. Cliënten hoeven ook niet alles over mij te weten. Soms zeg ik: dat is voor mij privé. Daar laat je gelijk mee zien dat het normaal is om grenzen te stellen. Eén keer zag ik een jongen en meisje in de andere tuin zoenen. Dat hebben we besproken. Ik heb gezegd dat het leuk is om verliefd te zijn, maar dat de regel is dat we hier niet aan elkaar zitten en zoenen. Het is belangrijk om ze niet te veroordelen. Dan gaan ze dingen stiekem doen. En alternatieven bieden is erg belangrijk: hoe zou je de ander wél kunnen laten merken dat je hem leuk vindt?”
Tips voor ondersteuners Kwaliteitshandboek Zozijn werkt aan een nieuwe beleidsnotitie over seksualiteit. Daarin staat de visie van Zozijn op seksualiteit, komt aan bod hoe medewerkers cliënten kunnen ondersteunen en welke beroepshouding van hen verwacht wordt. Er is aandacht voor alle aspecten van seksualiteit. Van verliefd zijn en relaties tot pornografie en prostitutiebezoek. De beleidsnotitie is af, maar de centrale verwanten- en centrale clienteraad geven nog advies over deze notitie. Daarom kan je nu nog terecht in het kwaliteitshandboek op intranet (documentnummer 242).
www.sense.info Vriendschap, verliefdheid, seksualiteit, weerbaarheid, soa’s, porno; het komt allemaal aan bod op deze site. Uitgebreid, eenvoudig uitgelegd en met veel beeldmateriaal. Je vindt er bijvoorbeeld plaatjes van alle verschillende voorbehoedsmiddelen. Erg handig is ook de sekstest voor dummies, waarmee je cliënten kunt laten ontdekken hoe het lichaam van een man en vrouw eruit ziet.
www.begrensdeliefde.nl Een website speciaal voor ondersteuners van mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Je vindt er achtergrondinformatie, programma’s en materialen die je kunnen helpen bij het ondersteunen van jouw cliënten. En voor wie zich wil verdiepen zijn de boekentips handig. De literatuurlijst op de site is erg uitgebreid en beslaat onderwerpen als voorlichting, relaties, misbruik en internet & handicap.
Vrienden & Vrijers Spel waarbij clienten vragen beantwoorden over vriendschap, liefde, je lichaam, seks en weerbaarheid. Spelenderwijs leren is leuk en het praat makkelijker als ondersteuner. Je kunt het spel samen met een cliënt doen of met een groep. Te bestellen via www.vriendenvrijers.nl
Zozijn School De Zozijn School heeft een training over vriendschap, relaties en seksualiteit. De training kan individueel of in groepen gevolgd worden. Er is ook een trainingsmap met informatie en materialen voor ondersteuners. Als je belangstelling voor de map hebt, kan je contact op nemen met Francis Hermans (
[email protected])
5
Actueel
Hopen op het alarmbelletje In de afgelopen jaren zijn er door Vilans, het kenniscentrum voor langdurige zorg, drie richtlijnen ontwikkeld. Daarin is aangegeven hoe kinderen met NAH en hun ouders thuis en op school het beste ondersteund kunnen worden. De sector Op Pad / NAH van Zozijn was daar nauw bij betrokken. Maar richtlijnen zijn slechts één kant van het verhaal, zegt Krista Richter van het het team Gezin & NAH. ,,Minstens zo belangrijk is dat we eerder NAH signaleren bij kinderen. Daarom zijn we bij alle centra voor jeugd en gezin in de regio langs geweest, er zijn brieven naar huisartsen gegaan, we hebben samengewerkt met ziekenhuizen waar kinderen met een hoofdtrauma behandeld zijn.” Het lastige is alleen dat hersenletsel niet altijd direct te constateren is. Soms merk je bij kinderen pas op latere leeftijd de effecten en dan leg je als ouder bijvoorbeeld niet meer de link met die meningitis op eenjarige leeftijd. ,,Veel van het PR-werk dat we doen is er op gericht dat er een alarmbelletje afgaat bij ouders, leraren en huisartsen. Het is belangrijk dat zij weten dat er specialistische ondersteuning bestaat!”
Astrid Otten: ,,NAH bij kinderen is gewoon te onbekend. Zelfs onder huisartsen en neurologen.”.
Het drama van verborgen hersenletsel bij kinderen
N
aar schatting lopen elk jaar zo’n 18.000 kinderen en jongeren hersenletsel op.
Maar slechts bij een fractie van hen wordt dat ook herkend. Een garantie op drama. Meer aandacht en nieuwe richtlijnen moeten zorgen dat ouders en kinderen wél de juiste ondersteuning krijgen.
Op zijn tweede werd Melvin geschept door een auto. Hij kwam er op het oog redelijk goed vanaf. Maar het vrolijke, extraverte boefje van voor het ongeluk werd hij nooit meer. Op school kon hij niet goed meekomen. Melvin had concentratieproblemen, moeite met plannen en vond het lastig om contact te leggen met klasgenootjes. En het ergste van alles: hij was ongelukkig. Specialisten en hulpverleners plakten er het stickertje PDD-NOS op. Maar Melvins moeder, Karina Koele, kon het gevoel dat er iets niet klopte toch maar lastig van zich afzetten. ,,We kwamen maar niet bij hem binnen. Toen hij op de middelbare school en later op het speciaal voortgezet onderwijs vast liep, wist ik het niet meer. Tot ik tijdens een
6
neuropsychologisch onderzoek hoorde over niet aangeboren hersenletsel. Ik ben een kerstvakantie lang gaan zoeken en kwam uiteindelijk bij Zozijn uit.” VROLIJKE VENT Anderhalf jaar geleden kwam Astrid Otten voor het eerst over de vloer bij het gezin uit Wezep. Astrid maakt deel uit van het Zozijn-team Gezin & NAH, dat zich specifiek richt op kinderen met NAH en multiproblem gezinnen. ,,Melvin was heel gesloten”, blikt ze terug. ,,Hij zei niets, liep met zijn schouders gekromd langs me heen en was blij als ik weer weg was. Nu zie ik een andere Melvin. Hij kijkt je aan en durft zelfs vragen te stellen. Dat is een enorme vooruitgang.” ,,Wij kennen onze zoon niet meer terug”, vult Karina aan. ,,Hij is een vrolijke vent geworden die niet meer achter zijn computer zit, maar uitgaat. Melvin gaat elke drie weken naar de kapper en draagt nu mooie spijkerbroeken en blousjes in plaats van donkere kleding. Hij zoekt contact met anderen. Ik ben zo blij met hoe hij nu in zijn vel zit.” Zoals Melvin zijn er waarschijnlijk duizenden kinderen en jongeren in Nederland. Ze lopen hersenletsel op na een ongeval of ziekte. Maar dat wordt niet direct herkend. In het meest gunstige geval worden ze gezien als lastig. In het slechtste geval luidt de diagnose ADHD of PDD-NOS en krijgen ze medicatie die averechts werkt. ,,NAH bij kinderen
Heb jij het vermoeden dat een kind NAH heeft? Neem contact op met het team Gezin & NAH via Krista Richter (
[email protected] of 06-10903374). Een signaleringskaart vind je op intranet!
is gewoon te onbekend”, zegt Otten. ,,Zelfs onder huisartsen en neurologen.” Gevolg is dat deze kinderen tegen een muur van onbegrip aanlopen, zegt Otten. ,,Familieleden zeggen dat je een schop onder je kont nodig hebt, leraren op school vinden je een onruststoker. Ze snappen niet dat je niet mee kunt naar een pretpark. Of dat je doodmoe bent na een autorit. Daardoor trekken kinderen met NAH zich vaak terug of komen ze juist in opstand, waarna ze in een negatieve spiraal belanden.” OPLUCHTING Astrid helpt kinderen om te gaan met hun beperking en kijkt naar waar hun kwaliteiten liggen. Ze nemen samen dagindelingen door. Wat kost energie en wanneer ervaar je rust? Hoe zeg je nee tegen dingen die voor jou lastig zijn? Ze ondersteunt jongeren in hun zoektocht naar passend onderwijs en organiseert samen met haar cliënten bijeenkomsten voor vrienden, opa’s en oma’s en docenten. ,,Ik leg dan uit wat NAH is en met oefeningen ontdekken ze zelf wat het is als je heel gevoelig bent voor licht of geluid.” Maar NAH krijg je niet alleen, weet Astrid. Dus geeft ze ouders, broers en zusjes uitleg over hoe een beschadigd brein werkt. Ze luistert naar hun verhaal en maakt ze wegwijs in de wereld van hulpverlening, wat kan bijdragen aan het verwerkingsproces. ,,Dit is niet wat je voor ogen had voor je kind. Dat doet pijn. Tegelijkertijd merk ik opluchting bij ouders. Ze zeggen vaak: als we dit éérder hadden geweten had dat veel ellende gescheeld.”
Aan tafel bij 70 gemeenten Ja, je leest het goed: Zozijn zit ‘aan tafel’ bij 70 gemeenten om te praten en te onderhandelen over de Wmo- en jeugdzorg. Dat moet je hedendaags bekijken: er zijn echte kantoortafels waar mensen van Zozijn aanschuiven bij beleidsmedewerkers, maar er zijn ook virtuele tafels waardoor we kunnen meelezen en reageren via e-mails en websites. Gelukkig is het zo dat aan sommige tafels gesproken wordt met een aantal gemeenten tegelijk. We verwachten dat Zozijn in dit najaar 21 aanbestedingscontracten gaat afsluiten waarvan de ondersteuning zal plaatsvinden in pakweg 70 gemeenten. Bij aanbestedingen in andere sectoren wordt de opdracht vaak gegund aan de goedkoopste aanbieder. Bij de aanbestedingen in de Wmo- en jeugdzorg is er gekozen voor zogenaamde ‘bestuurlijke aanbestedingen’. De eerste spelregel van zo’n bestuurlijke aanbesteding is: ‘gemeenten en zorgaanbieders hebben een gezamenlijk belang’ en zitten dus aan tafel met een gezamenlijke opdracht. Bij Zozijn hebben we gemerkt dat bijna alle deelnemers zich houden aan dit principe, waardoor er inderdaad een dialoog ontstaat. We hebben veel kunnen inbrengen, en sommige punten zijn daadwerkelijk overgenomen in de aanbestedingsdocumenten. Eenduidig zijn de 21 aanbestedingscontracten zeker niet. Binnen de bestuurlijke aanbestedingen kiezen gemeenten namelijk hun eigen varianten: de ene gemeente kiest voor ‘trajectfinanciering’, de andere voor het financieren van ‘percelen’ en een derde gemeente betaalt voor de ondersteuning op basis van zogenaamde ‘H-codes’. Gelukkig hebben onze collega’s die dagelijks bezig zijn met de stelselwijzigingen, dit goed in de peiling. Natuurlijk spelen gemeenten het spel der onderhandelingen scherp en kunnen we de grote bezuiniging van minstens 25% op de tarieven niet zomaar wegpraten. De komende maanden blijven dus spannend: welke cliënten kan Zozijn blijven ondersteunen tegen welk tarief, welke werkzaamheden gaan we zelfstandig doen en welke als onderaannemer, en hoe gaan we de omgeving nog meer betrekken bij de cliënt? Deze tafelgesprekken zijn dit voorjaar begonnen en liepen door in de zomer. Met veel dank aan/waardering voor iedereen die zijn vakantie om de gesprekken heen heeft gepland, of zelfs heeft aangepast! Peter Vriesema, bestuurder Zozijn
7
Ieder kind verdient ontspannen momentjes, vindt Marian van Reenen. Daarom is ze twee ochtenden in de week vrijwilligster bij De Speeldoos in Zutphen. Bij het orthopedagogisch centrum komen kinderen met ernstig meervoudige en verstandelijke beperkingen. Ze krijgen er ondersteuning, begeleiding of behandeling. Daarnaast zijn er vrijwilligers die wandelen, muziek maken,
Marian van Reenengeniet van het snoezelen bij De Speeldoos.
bakken of zoals Marian snoezelen met de kinderen. De vrijwilligster speelt dan met een van de kinderen op een waterbed. ,,Daar kunnen ze heel vrij op bewegen. Het is voor kinderen heel fijn als ze zich bijvoorbeeld zelf kunnen omrollen. Er staat rustgevende muziek op en er zijn allemaal lichtobjecten in de kamer.” En heel soms zijn er uitstapjes, zoals twee jaar geleden naar de Hof van Eckberge in Eibergen. Een echt hoogtepunt voor Marian. ,,Je kunt er wandelen in miniZOO met alpaca’s en wallaby’s en er is een prachtige
snoezelruimte. Samen met de kinderen, de groepsleiding en de vrijwilligers hebben we als afsluiter heerlijk frietjes gegeten.” Kinderen genieten intens van deze momenten, weet Marian. Hoe beperkt ze soms ook zijn, allemaal uiten ze op hun eigen manier hun geluk. ,,De een wappert met zijn handen, de andere krijgt een grote glimlach op zijn gezicht. Daar doe je het voor. Ik kom elke keer vrolijk thuis nadat ik bij De Speeldoos ben geweest.” Marian deed jarenlang vrijwilligerswerk bij de speel-o-theek in Zutphen. De Speeldoos leende daar regelmatig speelgoed. Toen ze hoorde dat het orthopedagosich centrum vrijwilligers zocht, gaf Marian zich op. Dat leek haar erg leuk en het was nog om de hoek ook. Wel zo prettig, want de Zutphense vrijwilligster is slechtziend. ,,Hier kan ik lopend naar toe. Dat is voor mij een groot voordeel.” Door haar eigen handicap weet Marian een klein beetje hoe het voor kinderen is om beperkt te zijn. Dat motiveert haar extra om zich in te zetten bij De Speeldoos. ,,Medewerkers hebben steeds minder tijd voor ontspannen momenten. Die zijn druk met verschonen, wassen, eten geven. Ik ben blij dat wij de kinderen veel persoonlijke aandacht kunnen geven. Ieder kind, hoe beperkt ook, verdient dat beetje vreugde.” Door de jaren heen heeft Marian een band op gebouwd met cliënten van De Speeldoos. Ze herkennen de Zutphense bijvoorbeeld als ze door de stad loopt. Die band zorgt ook voor emotionele momenten. Toen een cliënt overleed had Marian het daar wel even moeilijk mee. ,,Ik ben naar de begrafenis geweest. Ik vond het mooi om daar iets te horen over het leven van deze jongen. Wat hij betekende voor zijn ouders. Dat krijg je als vrijwilliger normaal niet mee.”
Grote campagne over zorgveranderingen Wat gaat er veranderen in de zorg en waarom? Om die vraag kan je straks niet meer heen in de media. Vanaf eind september, begin oktober starten het ministerie van VWS en de Vereniging Nederlandse Gemeenten namelijk een grote landelijke publiekscampagne over de veranderingen in de zorg. Met tv-reclames, radiospots, krantenadvertenties, folders, websites, brieven en informatiebijeenkomsten worden de drie grote decentralisaties uitgelegd: de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. ,,Ook cliënten van Zozijn zullen met deze informatie in aanraking komen. Mogelijk hebben zij er vragen over en komen ze naar jou toe. Via het intranet voor medewerkers houden wij jou op de hoogte van wat de overheid aan inwoners en cliënten over dit onderwerp communiceert. Klik op de homepage van intranet op de button ‘Stelselwijziging’ en vervolgens op nieuws”, vertelt Karen Breukers, communicatieadviseur stelselwijzigingen. Eventueel kun je samen met jouw cliënt ook de website www. zozijn.nl raadplegen om zijn of haar vragen te beantwoorden. Daarnaast voert Zozijn met diverse gemeenten gesprekken over de manier waarop zij inwoners informeren over de veranderingen in de zorg. Lokale overheden moeten namelijk antwoord geven op de vraag wat de veranderingen in de zorg betekenen voor mensen die hulp nodig hebben in hun gemeente. ,,Veel gemeenten proberen voor die communicatie samen op te trekken met Zozijn en andere (zorg)aanbieders. Er zijn al veel lokale initiatieven die allemaal als doel hebben om de cliënten van onder meer Zozijn zo goed mogelijk te informeren over alle veranderingen. Via je manager en intranet houden we je op de hoogte van zulke initiatieven in jouw gemeente”, vertelt Karen. Heb je vragen over dit onderwerp of ben je betrokken bij de communicatie hierover in een gemeente, neem dan contact op met Karen Breukers (06 - 117 90 494).
Cliëntervaringsonderzoek
Bedankt voor jullie medewerking! In de maanden augustus en september is het cliëntervaringsonderzoek gehouden. Wij willen graag weten hoe cliënten en ouders, verwanten of vertegenwoordigers onze zorg, begeleiding en ondersteuning ervaren. Wij willen inzicht krijgen in wat goed gaat én wat beter kan. Bovendien stellen de zorgkantoren als eis dat de tevredenheid van cliënten elke 3 jaar wordt gemeten. Mede dankzij jullie staat de respons op 50,6% bij het drukken van deze ZO! Dankzij alle ingevulde lijsten kunnen we op een goede manier aan de slag met de verbeterpunten die uit het cliëntervaringsonderzoek naar voren zullen komen. Dit percentage geeft nog geen informatie over de tevredenheid,
8
‘Je kunt dit niet alleen doen’ Antoinette Krol is gezinshuisouder in Doetinchem en zorgt samen met haar echtgenoot voor vier jongens met een ernstige beperking.
Op welke leeftijd wist je dat je in de zorg wilde gaan werken? Ik was een jaar of vier toen mijn moeder me kwijt was en me in een huis verderop vond, waar ik aan het spelen was met mijn verstandelijk beperkte buurjongen van zestien jaar. Daar is mijn passie ontstaan om dit werk te doen. Mijn ouders hebben me hier altijd positief in gestimuleerd. Wanneer heb je voor het laatst gehuild op je werk? Mijn moeder is drie jaar geleden overleden. Tijdens het afscheid nemen waren niet alleen onze eigen dochter, maar ook de vier jongens erbij. Ze kenden haar goed. Het was een mooi proces om hen deelgenoot te maken van mijn emotie. Ze hebben ook ieder hun aandeel gehad in de crematieplechtigheid. Net als in een echt gezin. Als je één werkdag in je leven over mocht doen, welke zou dat dan zijn? De dag dat wij gezinshuis werden, veertien jaar geleden. Nu heeft Zozijn twaalf gezinshuizen in deze regio, maar destijds waren wij de eerste. Mijn man en ik waren jong en zelf nog geen ouders, maar vol verwachting en blij met het vertrouwen dat we kregen. Die dag was voor ons echt een mijlpaal. Wat is het meest waardevolle aspect van jouw werk? Dat ik samen met mijn gezin in een huiselijke omgeving deze vorm van zorg kan bieden aan de kinderen. Zonder rompslomp, zonder ingewikkelde overdracht en zonder ellenlange vergaderingen. De lijntjes zijn heel kort. Korter kan niet. We functioneren hier zoveel mogelijk als een gezin en dat komt deze kinderen zeker ten goede.
het zegt alleen dat gemiddeld de helft van de cliënten en verwanten een vragenlijst heeft teruggestuurd. Waar staan we nu? Op dit moment worden alle resultaten verwerkt door Effectory. Best spannend! Effectory is een onafhankelijk onderzoekbureau dat het onderzoek heeft uitgevoerd. Het bureau gaat natuurlijk vertrouwelijk om met alle gegevens. Eind oktober heeft Effectory de rapportages klaar en in november worden de resultaten gepresenteerd in het MO. We ontvangen rapportages op RVE-niveau en waar mogelijk op individueel niveau. In november horen jullie dus de uitslag van het cliëntervaringsonderzoek!
Passie. Het is de motor van alles wat je doet. In de rubriek ‘Hart op de tong’ laten Zozijn-medewerkers het achterste van hun tong zien.
hart op de tong
Snoezelen voor een beetje geluk
nieuws en weetjes
Vrijwilligers maken het mogelijk
PV-agenda 07/11: Feestavond met een optreden van Beethoven Music in De Leeren Lampe (Raalte)! De nieuwe OR
Hoe zet je een intensieve werkdag van je af? Een werkdag stopt pas als ze allemaal in bed liggen. Vaak ga ik lekker een eindje lopen met de hond. Ook praten mijn man en ik veel. We doen dit echt samen, want alleen kan je dit werk niet doen.
9
1+1=3 Jan-Willem Verkruijsse en Jan van der Wal (rechts) buigen zich over de kaarten van landgoed De Lathmer.
Samenwerking met brandweer
S
amen met de brandweer werkt Zozijn aan het vergroten van de brandveiligheid van
landgoed De Lathmer in Wilp. Met succes. Al is het werk nooit af. In de brandweerkazerne aan de Vosselmanstraat in Apeldoorn komt een grote kaart van het landgoed op tafel. Pollers, aanrijdroutes, brandputten; het staat er allemaal op. Ernaast ligt een gekleurde risicomatrix. Het resultaat van een uitgebreide analyse van de gebouwen op het landgoed. Tot in detail is bekend hoe ze in elkaar zitten, hoeveel personen er wonen, hoe zelfredzaam die zijn en of er cliënten met moeilijk begrijpbaar gedrag verblijven. Jan Willem Verkruijsse (inspecteur brandpreventie en risicobeheersing) en Jan van der Wal (adviseur fysieke veiligheid en officier van dienst) van het brandweercluster Epe, Voorst en Apeldoorn kennen landgoed De Lathmer misschien wel beter dan de gemiddelde medewerker van Zozijn. Dat moet ook, want bij brand of een andere 112-hulpvraag is het cruciaal dat er snel hulp verleend kan worden op het autoluwe landgoed. De uitgebreide kennis over het landgoed is mede het resultaat van een intensieve samenwerking tussen Zozijn en de brandweer. Elke twee maanden zitten unitleider Arbo
10
Thom Koetsier en de brandweer om tafel om te bekijken hoe ze de brandveiligheid op het landgoed verder kunnen verbeteren. Verder zijn er regelmatig oefeningen als voorbereiding op échte calamiteiten. In overleg met de brandweer heeft Zozijn de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in brandveiligheid. Zo hebben nu bijna alle woningen een eigen brandmeldcentrale gekregen. Vroeger moesten we altijd eerst naar het hoofdgebouw rijden om de centrale uit te lezen. Nu kunnen we rechtstreeks naar een woning. Dat scheelt veel tijd”, vertelt Van der Wal. Hij is blij met de proactieve houding van Zozijn. ,,Zozijn is heel serieus bezig met brandveiligheid. We bespreken de problemen op een open manier en zoeken samen naar oplossingen op maat. Hierdoor is het landgoed veiliger geworden. Tien jaar terug heb ik daar nog wel eens een nachtje van wakker gelegen”, bekent de brandweerman. NOOIT KLAAR Maar werken aan brandpreventie is nooit klaar, zeggen Van der Wal en Verkruijsse resoluut. Al was het maar omdat er binnen een grote organisatie als Zozijn voortdurend dingen veranderen. En omdat bij brandveiligheid ook gedrag van cliënten en medewerkers een grote rol speelt. ,,De meeste branden ontstaan door vlam in de pan of een sigaret in de prullenbak”, vertelt Verkruijsse. ,,Rookmelders gaan vaak af tijdens het koken of als een cliënt na een hete douche de deur van de badkamer open doet en er veel stoom vrijkomt.” Ondersteuners kunnen zelf bijdragen aan de veiligheid door
In de brandweerkazerne aan de Vosselmanstraat in Apeldoorn staan de wagens klaar om uit te rukken.
maakt het landgoed veiliger bijvoorbeeld branddeuren die automatisch dichtvallen niet vast te zetten omdat dat praktischer is. Zijn er problemen? Bel dan, is de boodschap van Thom Koetsier die namens Zozijn over brandveiligheid gaat. ,,Er zijn oplossingen mogelijk die wél veilig zijn.” Hoeveel je ook investeert, er blijven altijd risico’s. Bij een eventuele brand komt het aan op het vakmanschap van de brandweer die uitrukt en de bhv’er op de woning. Die staat
er de eerste tien minuten alleen voor, vertelt Van der Wal. ,,Zij moeten dus cliënten evacueren. Het is belangrijk dat je weet waar de brandcompartimenten en brandscheidingen zijn, zodat je weet waar je cliënten naar toe kunt evacueren.”
Loos alarm kost 1.000 euro Jaarlijks rukt de brandweer in Nederland zo’n 95.000 keer uit. Twee op de drie brandmeldingen blijken vals alarm. Dat moet veranderen, vindt de brandweer. Want een uitgerukte eenheid is op dat moment niet paraat voor een echte brand. Bovendien zorgt het voor frustratie bij brandweervrijwilligers, die hun werk uit handen laten vallen en halsoverkop uitrukken. En loze meldingen zijn zonde van gemeenschapsgeld: elke uitruk kost ongeveer 1000 euro. Zorginstellingen zijn notoire veroorzakers van loze meldingen. In de regio Apeldoorn, Epe en Voorst stond Zozijn jarenlang met stip bovenaan in de meldingsranglijstjes. Soms zijn loze meldingen simpel te voorkomen. Bijvoorbeeld door een speciaal kapje over een handbrandmelder te plaatsen waardoor cliënten niet meer per ongeluk het brandalarm kunnen laten afgaan. Alle investeringen van de afgelopen jaren werpen hun vruchten af. Het aantal loze meldingen is sinds 2012 met twintig procent gedaald.
Thom Koetsier overlegt namens Zozijn regelmatig met de brandweer.
11
ACHTERGRond
een cliënt helpt op zijn kamer. Dan heb je niet door als er iemand aan het andere eind van de gang uit zijn bed komt. Wij kunnen iedereen in de gaten houden”, zegt nachtdienstmanager Wicher Jansen.
Medewerkers van de nachtdienst in Wilp kijken en luisteren vanachter hun computer mee of het goed gaat met cliënten.
Domotica in de nachtdienst: kans of bedreiging?
Wilp is watching you
C
amera’s en microfoontjes op de slaapkamer, uit bed- en deurcontactmelders,
matjes onder het matras die waarschuwen bij een epileptische aanval; technische snufjes maken het mogelijk om ‘s nachts op afstand een oogje in het zeil te houden bij cliënten. Is dat een kans of bedreiging?
Het is donker en het regent. In de verte klinkt het geluid van de snelweg en af en toe hoor je een vogel. Landgoed De Lathmer is in diepe slaap. Althans, dat lijkt zo. Want in het hoofdgebouw kijken nachtdienstmedewerkers geconcentreerd naar de schermen voor hen. Voortdurend verschijnen er meldingen op hun scherm die aangeven dat
12
er cliënten wakker zijn. Aan de ene kant van het landgoed is een cliënt uit bed. En snurkt die cliënt nou of heeft hij een epileptische aanval? In de afgelopen jaren is het aantal cliënten gegroeid dat ‘s nachts met technische hulpmiddelen in de gaten wordt gehouden. De nachtdienst in Wilp is daarom recent uitgebreid met een extra werkplek. Er zitten nu drie nachtdienstmedewerkers achter de monitors, terwijl er vier collega’s met portofoons over het landgoed lopen om de meldingen op te volgen. Om de anderhalf uur wisselen ze van taak. ,,Dat houdt je scherp. Als je de hele nacht naar een scherm zit te staren ga je signalen missen”, vertelt Irna van Kouwen die al veertien jaar in de nachtdienst werkt en net als alle andere teamleden een medische achtergrond heeft. Vanuit Wilp worden ‘s nachts ook steeds meer andere locaties geobserveerd, zoals De Zandewierde in Hummelo. Als er iets aan de hand is krijgt de betreffende nachtdienstmedewerker ter plekke een telefoontje. De inzet van domotica, de verzamelnaam voor alle technische hulpmiddelen, moet de zorg veiliger maken. ,,Stel dat je
BIG BROTHER Dat wil niet zeggen dat elke cliënt in de toekomst camera’s en microfoons op zijn kamer krijgt. Zulke vrijheidsbeperkende maatregelen worden alleen genomen als dat in het belang van de cliënt is. En niet overal is het efficiënt om op afstand te monitoren, zegt Wicher. ,,Als we meerdere keren per uur een slapende nachtdienstmedewerker wakker moeten bellen schiet domotica zijn doel voorbij.” Maar dat domotica nog meer terrein gaat winnen? Daar is hij zeker van. ,,Op sommige woningen gaan medewerkers vroeg in de avond naar huis. Dan kijkt er iemand van een naastgelegen woning mee, maar hoe veilig is dat? En als iemand zich verslapen heeft of ziek is, zouden wij ook het eerste deel van een ochtenddienst kunnen invullen tot er vervanging is.” Maar de opmars van domotica heeft twee kanten. Medewerkers die nachtdiensten draaien, zijn bezorgd. Zij vrezen bijvoorbeeld dat wakende nachtdiensten worden ingeruild voor ‘goedkopere’ slapende nachtdiensten. Of dat ze straks helemaal geen werk meer hebben dankzij al die nieuwe technische snufjes. ,,Die discussie moet nog gevoerd worden binnen Zozijn”, erkent Wicher. ,,Ik begrijp die signalen heel goed. Aan de andere kant snap ik ook dat er in deze tijd kritisch gekeken wordt naar elk dubbeltje dat we uitgeven.” SAMENWERKING Een ander deel van de zorgen concentreert zich rond de kwaliteit van de nachtdienst. Kan iemand achter een monitor in Wilp wel goed beoordelen wat er aan de hand is met een cliënt die hij of zij niet kent? ,,Dat is zeker mogelijk als wij een goede beschrijving hebben van wat wel en niet normaal is bij een cliënt”, zegt Irna. ,,Bij twijfel bellen we altijd. Feedback van ondersteuners is voor ons heel belangrijk.” Soms kan het twee of drie minuten duren voordat er contact wordt gelegd met een locatie. Dat komt omdat Irna en haar collega’s soms wel tien meldingen tegelijk krijgen. ,,Natuurlijk probeer je wel prioriteiten te stellen. Als ik weet dat een cliënt epilepsie heeft, behandel ik een melding met voorrang.” Met camera’s en microfoons merk je niet alles op, geeft
Irna aan. ,,Als een cliënt heel zacht de kamer uit sluipt horen wij dat niet via de microfoontjes. Dan is een deurcontact-melder nodig. Bel ons ‘s morgens als we iets gemist hebben. Daar leren we van. Maar het meeste merken we wel op hoor. Wil je weten hoe het is om achter zo’n monitor te zitten en wat we wél en niet zien? Dan kan je hier altijd een keer komen kijken!”
Medewerkers van de nachtdienst hebben allemaal een medische achtergrond.
De nachtdienst heeft op De Lathmer contact via portofoons.
13
Column
ACTUEEL Monique Pelgrom werkt tegenwoordig in haar woongemeente, waardoor ze ineens ook buiten werktijd cliënten tegen komt. De man op de foto is geen cliënt bij Zozijn.
Bleek de krantenbezorger ineens een cliënt te zijn
N
og een paar maanden en dan zijn gemeenten verantwoordelijk voor een
groot deel van de zorg. En dat merken ambulante
gaat in haar thuisgemeente Bronckhorst. Dat heeft alles te maken met de invoering van de Wmo. ‘Wijkgericht werken’ is namelijk het nieuwe uitgangspunt bij veel gemeenten. Die zien het liefst zorgverleners uit de buurt aan het werk. Zij kennen het gebied op hun duimpje. En dat het reiskosten scheelt is ook mooi meegenomen.
ondersteuners nu al.
Ontbijten, de krant lezen en dan aan het werk. Het is het vaste ochtendritueel van Monique Pelgrom. Dus toen De Gelderlander ineens veel later bezorgd werd, sprak ze daar de nieuwe krantenbezorger op aan. Een paar weken later kwam ze diezelfde krantenbezorger tegen toen ze in een ander gebied kwam te werken. Bleek het een cliënt van Zozijn te zijn. Dat was even oncomfortabel, vertelt de coördinerend ondersteuner. Ze stelde zich voor en de cliënt begon meteen met zijn verhaal, waardoor de krantenwijk niet ter sprake kwam. Maar de kans is groot dat ze vaker in privésituaties cliënten gaat ontmoeten nu ze steeds meer aan het werk
14
PRIVACY Ambulant ondersteuners leveren daardoor wel privacy in, zegt Pelgrom. ,,In grote steden weet je misschien niet wie er tegenover je woont, maar in een plattelandsdorp als Steenderen kent iedereen elkaar. Ik kom bij de bakker en in de supermarkt cliënten en verwanten tegen. Dat is wennen. Maak je een praatje of wil de cliënt dat niet? Vertel je aan je vrienden dat het cliënten van je zijn?” Monique heeft besloten dat ze in ieder geval zichzelf wil blijven. Nou is ze niet iemand die elk weekend op de tafels staat te dansen. Maar een biertje in de hand op de kermis moet gewoon kunnen. En bang dat de ex-gedetineerde die ze begeleidt straks bij haar op de stoep staan? ,,Neuh”, zegt ze ontspannen. ,,Als er onderling vertrouwen is en je hebt een vertrouwensband, dan gebeurt dat niet.”
Niet overal zijn de gevolgen al zo concreet. Irene Berkel, coördinerend ondersteuner ambulante zorg in De Liemers en de Achterhoek, merkt bijvoorbeeld nog vrij weinig. Nou ja, behalve die tergende onzekerheid dan over wát er precies gaat veranderen. ,,Nog altijd weten we niet precies hoe gemeenten invulling gaan geven aan de Wmo. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat er helemaal niets verandert.” Die onduidelijkheid maakt ook de communicatie met cliënten ingewikkeld. Hen wordt verteld dat er veranderingen aankomen, maar dat nog niet bekend is hoe die er uit zien. Dat zorgt volgens Irene bij sommige cliënten voor onrust en onduidelijkheid, anderen maakt het niet zoveel uit als ze straks maar begeleiding krijgen. ,,We gaan geen stelje-voorscenario’s met cliënten doornemen. Dat heeft geen zin omdat niemand antwoorden heeft. Deze periode is onduidelijk. Dat is wat we vertellen, maar we proberen ze uiteraard wel zo goed mogelijk te informeren. Zolang we niet weten wat er verandert houden cliënten ook hun vaste begeleiders. Die match is erg belangrijk.” OVERDRAGEN In de gemeenten Lochem en Berkelland bereidt Monique cliënten al wel voorzichtig voor. Ze bouwt bijvoorbeeld in kleine stapjes het contact af. ,,Als ik ergens twee keer in de week kwam, ga ik nu nog één keer langs en bellen we op het andere moment. Andere cliënten heb ik helemaal overgedragen aan collega’s. Op zich is die verandering niet verkeerd voor mij als coördinerend ondersteuner. Je gaat weer opnieuw nadenken waarom je de dingen doet zoals je ze doet.” Wat ze beiden zien, is dat de verschillende instanties die bij multiproblemgezinnen over de vloer komen meer overleggen en samenwerken. Bij een cliënt van Monique trekken de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en de medewerker van jeugdgezondheidszorgorganisatie Yunio zich wat terug omdat er overlap was met wat Zozijn deed. Irene ziet dat in de gemeente Montferland zorginstellingen samen één werkplan maken voor gezinnen die ambulante ondersteuning krijgen.
Irene Berkel.
En natuurlijk proberen ze waar mogelijk het netwerk in te schakelen van een cliënt. Maar, merkt Irene op, dat is bij deze doelgroep niet altijd eenvoudig. ,,Genoeg mensen die wat willen doen hoor. Maar om ze te behouden is twee. Ze zijn vaak emotioneel betrokken en er komt een moment dat het te zwaar wordt, dat ze de cliënt niet meer begrijpen. Dan houdt het op en heeft zo’n gezin toch een professional nodig.”
Gewoontedieren en de vakantiemodus Nog één glaasje dan. Sneller dan gedacht is de bodem van die lekkere fles rosé in zicht. Maar wat maakt het uit, het is vakantie. Morgen gaat de wekker gelukkig niet af. En na de zomer ga je écht weer hardlopen. Dan zijn die kilo’s er zo weer af, spreek je plechtig met jezelf af. Herkenbaar? In de vakantieperiode laten we allemaal de teugels even vieren. Vaste ritmes, routines en rituelen zijn even niet meer zo heilig als altijd. Wat we daarmee in feite doen is het loslaten van zelfopgestelde vrijheidsbeperkingen. Want dat is wat al die vaste rituelen eigenlijk zijn. Die vrijheidsbeperkingen leggen we onszelf niet voor niets op. We weten dat het op lange termijn beter voor onze gezondheid is als we onze porties bij het avondeten matigen. En dat we onze baan kwijt raken als we keer op keer niet uit bed kunnen komen na een korte nacht. Soms geven routines gewoon houvast of voelen we ons er prettig bij, zoals de ochtendrituelen voor je naar je werk gaat. We blijven per slot van rekening toch gewoontedieren. Waar wij veelal zélf onze vrijheidsbeperkingen kiezen, kunnen cliënten dat lang niet altijd. Als je naar hun dagindeling kijkt, zie je dat die vaak vol zit met beperkingen die wij hen opleggen. Ze hebben een vast dagprogramma, eten op gezette tijden, kunnen beperkt contacten aangaan, niet spontaan of soms zelfs helemaal niet de woning uit. Vaak zijn zulke vrijheidsbeperkingen nodig en helpend voor de cliënten. Ze maken hun wereld voorspelbaar en veilig. Scheppen een klimaat van orde en regelmaat. Zorgen ervoor dat ze zich met hun beperking staande kunnen houden in de maatschappij. Maar met de vakantie in het achterhoofd is het misschien goed om eens te kijken naar al die vrijheidsbeperkingen. Zijn ze echt allemaal nodig? Of kunnen we misschien best wat regeltjes schrappen zonder dat een cliënt daar slechter van wordt? Natuurlijk kan je dat alleen per cliënt beoordelen. En moet je rekening houden met het ontwikkelingsniveau en de veiligheid van de cliënt en de omgeving. Mijn voornemen is om in ieder geval die vakantiemodus nog even vast te houden, binnen de beperkingen die de maatschappij me oplegt. Maar eerlijk is eerlijk, daarnaast zal ook ik waarschijnlijk snel terug grijpen naar mijn veilige, vaste vrijheidsbeperkingen. René Hindriks, gedragswetenschapper en gewoontedier
Interview
ZO! Opmerkingen of ideeën voor de ZO!?
Romy Knoef: ,,De meeste studenten kiezen voor de ouderenzorg,
Heb je opmerkingen over de ZO! of ideeën voor onderwerpen? Bel of mail naar de hoofdredacteur Majorie Rengerink: 06 - 31 68 55 86,
[email protected] of neem contact op met een van de andere redactieleden.
maar mijn stage bij Zozijn was achteraf de leukste van allemaal.”
Redactie Thea Tiemessen, Zorgbemiddelaar Dagbesteding & werken De Liemers
[email protected]
‘Mensen met een beperking kwijlen en hangen steeds om je heen’, dacht Romy Knoef (20) altijd. Tot ze stage ging lopen bij Zozijn.
Tiny van Kessel, Coördinerend ondersteuner in Raalte
[email protected]
Een jaar lang draaide de VIG-studente (niveau 3) aan het Graafschap College mee in het team aan de Achterstraat in Lochem, waar cliënten met een lichte tot matige verstandelijke beperking wonen. ,,Ik heb van alles gedaan. Van verpleegtechnische handelingen als medicatie toedienen tot het opstellen van zorg- en begeleidingsplannen en het maken van een verbeterplan voor de hygiëne in de woning.”
René Hindriks, Gedragswetenschapper in Regio Oost-Veluwe
[email protected] Karen Breukers, Communicatieadviseur met aandachtsgebied stelselwijzigingen
[email protected]
Maar bovenal heeft ze er een hele leuke tijd gehad met collega’s en de cliënten. Veel gelachen. Ze kan zich haar laatste stagedag nog goed herinneren. Voor elke cliënt had ze een klein, persoonlijk cadeautje uitgezocht. ,,Toen ik die cadeautjes uitdeelde, vlogen ze me om de hals. Ze waren er zo blij mee.”
Jochem Kleerebezem, Projectleider Financiën & Control
[email protected] Petra Boerboom, Unitleider P&O Salland, De Graafschap, Op Pad en inzendbureau
[email protected]
Dat het zo leuk zou zijn, had ze vooraf niet verwacht. ,,Ik riep altijd dat ik nooit in de gehandicaptenzorg wilde werken. Ik had een bepaald beeld van mensen met een beperking. Dat ze niks kunnen, dat ze de hele dag om je heen hangen en kwijlen. Daar hou ik helemaal niet van.” Op een open dag van de instelling waar een vriendin werkte, kreeg ze andere indrukken. Dat cliënten met een lichtverstandelijke beperking bijvoorbeeld heel enthousiast zijn. ,,Achteraf ben ik blij met deze stage. Het was de leukste van allemaal. Elke dag is anders. Het gedrag van cliënten is veel uitdagender. Soms worden ze ineens boos, dan moet je ontdekken wat er aan de hand is en een oplossing vinden. In een verpleeghuis of verzorgingshuis is het veel meer routine en reageren mensen 9 van de 10 keer hetzelfde op wat je zegt of doet.” Deze zomer deed ze nog vakantiewerk in Lochem. Nu werkt ze op basis van een nulurencontract bij Buurtzorg in Vorden. Ook leuk en klagen doet ze niet, want de banen in de zorg liggen niet voor het oprapen. Al zou ze stiekem het liefst toch weer bij Zozijn gaan werken. En wat als ze nu haar oud-klasgenoten zou spreken over die ‘kwijlende gehandicapten’? ,,Dan zou ik zeggen dat het helemaal niet zo is. Maar of het helpt weet ik niet. De meesten kiezen toch voor de ouderenzorg, ook al hebben ze daar het beeld bij dat je billen moet wassen.”
16
Diane Onnink, Secretaris Raad van Bestuur en Manager Bestuursbureau
[email protected] Majorie Rengerink, Communicatieadviseur (hoofdredacteur)
[email protected]
Teksten en productie Hiemstra Publiciteit Barneveld www.hiemstrapubliciteit.nl
Drukwerk Ratio Sluis Grafisch Totaal Voor medewerkers die gedetacheerd zijn bij Zozijn en/of werken als ZZP-er ligt een exemplaar van deze krant klaar bij de receptie in Wilp. De ZO! verschijnt 4x per jaar. Oplage 3500. Krijg je op één adres meer exemplaren van de ZO! en heb je dat liever niet? Stuur dan een mail naar
[email protected] met je naam en adresgegevens en het aantal exemplaren dat je wilt ontvangen.
100% gerecycled papier
Kiezen tussen billen wassen of gekwijl
Colofon