Blauw nr. 2 jaargang 4, november 2009
Blauw Opgebrand of net lekker ingelopen? ‘Never waste a good crisis!’ De erven van de babyboom
Inhoud
3 Haastige spoed 4 Beleggen met beleid 6 De erven van de babyboom 10 Zien... hoe Nederland ervoor staat 12 De armen van de toekomst 14 Opgebrand of net lekker ingelopen!
4
6
Colofon Blauw is het relatiemagazine voor opdrachtgevers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onderwerpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die prikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan. Redactie Monique van Dulken Johan van der Pijl Toine van der Stee Ike Veenendaal Astrid Visser Erik Voorhoeve Tekst Mathijs Bouman Ingrid Maas Hugo Postma Toine van der Stee Fotografie Dirk-Jan van Dijk Vormgeving FUNCKE communications & design, Haarlem Druk Lenoirschuring, Amstelveen
november 2009
2
Blauw november 2009
10
12
14
Haastige spoed We zitten volop in de discussie over de verhoging van de AOW leeftijd. In één adem wordt daaraan nu een verhoging van de pensioenleeftijd voor aanvullende pensioenen gekoppeld. Ik ben er van overtuigd dat we spijt gaan krijgen van deze grote haast in de politiek. Vrijwel iedereen weet dat iets later met pensioen gaan onvermijdelijk is. We beginnen later met werken dan vroeger en we leven langer. Sterker nog, het gebeurt al lang. Onder invloed van het afschaffen van de VUT, flexibele pensioenleeftijden en inperking van prepensioenen, stijgt de gemiddelde leeftijd waarop mensen stoppen met werken. En het is waarschijnlijk dat dit nog wel even doorgaat. Mensen kunnen heel goed de afweging maken tussen eerder stoppen met werken of nog even doorgaan en een hoger pensioen genieten. Voor jongeren is de AOWleeftijd al helemaal geen discussie. Voor hen is het meer de vraag of er tegen die tijd sowieso nog wel AOW is. De verhoging van de AOW-leeftijd stond in geen enkel verkiezingsprogramma en niet in het regeerakkoord. En voor het bestrijden van de huidige crisis of de financiële problemen van vandaag en morgen zet deze ook geen zoden aan de dijk. Ik veronderstel dat de belangrijkste drijfveer is het tonen van daadkracht waar deze op andere terreinen zo ontbreekt. Ik permitteer mij een vergelijking met de Pensioenwet. Een prima wet, die gedurende vele jaren zorgvuldig is voorbereid. Waar we de meeste problemen mee hebben zijn de toevoegingen die er in verkiezingstijd in grote haast zijn in gefietst. Het indexatielabel en de vormgeving van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Haastwerk. Het getuigt misschien van daadkracht om snel even de AOW-leeftijd van 65 naar 67
jaar te verhogen. Maar denk vooral nog even na voordat deze normleeftijd ook voor de pensioenen in de tweede pijler wordt vastgesteld. Is het niet zo dat juist het absolute karakter van deze leeftijdsgrens voor veel problemen zorgt? En is het niet zo, dat juist daarom het Witteveen-kader, dat de fiscale kant van pensioenopbouw regelt, een heel andere benadering kent? Ik vind al heel lang dat mensen met pensioen kunnen gaan als ze genoeg gewerkt en gespaard hebben om niet meer te hoeven werken. Dat is de kern van het Witteveen-kader. Voor elk jaar dat je werkt kun je een beetje pensioen opbouwen, zodanig dat je na 35 jaar een redelijke oudedagsvoorziening hebt kunnen vormen. Wat is er op tegen om van deze 35 jaar gewoon 40 jaar te maken? Mensen mogen nog steeds zelf kiezen wanneer ze beginnen met werken, of ze veel of weinig werken, parttime of fulltime. En wanneer ze genoeg hebben om te kunnen stoppen.
De slavernij is al lang geleden afgeschaft. Waarom dan toch dat krampachtig vasthouden aan één bepaalde pensioen leeftijd? En het regelt zich vanzelf. Mensen met een fysiek zwaar beroep beginnen daar meestal al op relatief jonge leeftijd aan. En na 40 jaar in de bouw of in de fabriek heb je het dan wel gehad. Mensen met een hogere opleiding beginnen meestal op latere leeftijd. Er is niets op tegen als dezen doorgaan tot op hogere leeftijd. En je voorkomt zoveel uitzichtloze discussie over wat een zwaar beroep is en wat niet. Laat staan dat we zitten te wachten op een toenemend aantal arbeidsongeschikten op hogere leeftijd of weer toe nemend misbruik van werk loosheidsregelingen. Haastige spoed is zelden goed. Bezint eer gij begint, lijkt me ook van toepassing.
Toine van der Stee, Algemeen directeur Blue Sky Group
Blauw november 2009
3
Beleggen met beleid Na het rampjaar 2008 krabbelen de Nederlandse pensioenfondsen in 2009 weer op. De AEX staat boven de driehonderd punten, de Dow Jones tikt de tienduizend punten aan en de pensioenfondsen behaalden afgelopen zomer per saldo een positief beleggingsresultaat. Dat was voor het eerst sinds het derde kwartaal van 2007. Gevolg is dat de dekkingsgraad weer voorzichtig in het groen belandt. Volgens de cijfers van De Nederlandsche Bank bedraagt de gemiddelde dekking weer meer dan honderd procent. Eind 2008 was de dekkingsgraad nog slechts 95 procent. In maart 2009, toen de AEX-index even onder de 200 puntengrens stond, was dat zelfs 92 procent. Tekst: Mathijs Bouman
4
Blauw november 2009
Pensioenbestuurders halen opgelucht adem. De crisis is voorbij. De komende vijf jaar worden de herstelplannen uitgevoerd, en dan kunnen we het boek van de kredietcrisis dichtslaan en opbergen in het archief. Het is dan weer business-as-usual. Het zou een historische vergissing zijn. ‘Never waste a good crisis’, luidt het devies van Rahm Emanuel, de stafchef van president Barack Obama. Een crisis legt zwaktes in een systeem bloot en dwingt beleidsmakers hun vaste overtuigingen te herzien. Wie op oude voet doorgaat heeft de crisis verspild. Net als voor banken en beleggers, moet de kredietcrisis van 2008 bij pensioenfondsbesturen leiden tot een structurele herbezinning op risico’s van hun beleggingsbeleid. De logische eerste stap in dit proces is het evalueren van wat goed en fout ging tijdens die hectische maanden eind 2008 en begin 2009. Welke pensioenfondsen bleven midden in de storm overeind? Welke beleggingstrategieën werkten? En waarom hadden de fondsen er voor gekozen.Was het geluk, wijsheid of allebei? In maart van dit jaar deed ik op verzoek van de Blue Sky Group een klein onderzoek naar een aantal (relatief ) succesvolle pensioenfondsen. Ik sprak met bestuurders en beleggers van de fondsen. Tijdens een speciale bijeenkomst op 31 maart presenteerde ik de uitkomsten. Drie fondsen met een verschillende strategie en achtergrond, waar ongetwijfeld lessen van te leren zijn. Rabobank Pensioenfonds Met de kennis van nu is er maar één woord voor de actie die het Rabobank Pensioenfonds (RPF) in het najaar van 2007 uitvoerde: briljant. Maar op dat moment zelf lagen de termen ‘complex’ en ‘peper duur’ meer voor de hand. Het RPF trok 600 miljoen euro – 1,2 procent van het fondsvermogen – uit voor een optieconstuctie, waarmee het zich min of meer verzekerde tegen een te lage dekkingsgraad. Dat geld stak het fonds in zogenoemde ‘equity linked swaptions’ – een combinatie van een putoptie op aandelen en een verzekering tegen rentedaling. Deze twee derivaten zijn handig aan elkaar gekoppeld door de uitoefenrente van de renteswap afhankelijk te maken van de aandelenkoersen. Dat is slim, omdat rente en aandelenkoersen vaak in tegengestelde richting bewegen. Als de rente omlaag gaat heeft dat als gevolg dat de dekkingsgraad van een pensioenfonds daalt. Maar voor beurskoersen is een lage rente vaak gunstig. De aandelenportefeuille wordt meer waard, en de dekkingsgraad blijft toch op peil. Dus zolang rente en aandelenkoersen verschillende kanten opgaan,
kan een pensioenfonds het wel bolwerken. Maar in de uitzonderlijke situatie dat zowel de rente als de aandelenkoersen hard omlaag gaan, kan een fonds bescherming gebruiken. Precies voor die situatie verzekerde Rabobank zich eind 2007 met de aanschaf van de dure swaptions. Het zou een gouden beslissing blijken. Een jaar later richtte de kredietcrisis een bloedbad aan op de beurzen. Tegelijkertijd moesten centrale banken wereldwijd het financiële stelsel redden met een ongekende renteverlaging. In de VS daalde de officiële rente bijna naar nul. De Europese Centrale Bank bleef daar met een rentedaling naar 1 procent niet ver bij achter. Lage rente en lage koersen bleek voor veel pensioenfondsen een bijna dodelijke cocktail. Maar niet voor het Rabobank Pensioenfonds (RPF). Dankzij de swaptions boekte dat fonds in 2008 zelf een beleggingswinst van zo’n 10 procent. De dekkingsgraad van het RPF stond aan het einde van dat jaar op een uiterst gezonde 130 procent. De bestuurders van het RPF zijn eerlijk genoeg om toe te geven dat ook zij de kredietcrisis niet hebben zien aankomen. De aankoop van swaptions was dan ook niet gemotiveerd door angst voor het naderende onheil. Waarom deden ze het dan? In 2006 ging Rabobank van 22 verschillende pensioenregelingen naar één nieuwe: het RPF. Bij de oprichting daarvan gaf het moederbedrijf een bruidsschat mee van 900 miljoen euro, met de impliciete instructie: dit is eens maar nooit weer. Dat gaf het fondsbestuur de prikkel om op zoek te gaan naar manieren om de kans dat er in de toekomst toch weer bij de bank zou moeten worden aangeklopt, te minimaliseren. Het Financieel Toetsingskader (FTK) is streng, dus dat lukt alleen als de kans op onderdekking zo klein mogelijk wordt gemaakt. De equity linked swaption was als ‘verzekering van de dekkingsgraad’ precies wat het RPF nodig had. Het was dus geen voorkennis van de kredietcrisis die het RPF aanzette tot de aankoop van deze derivaten, maar een gezonde afkeer van risico. In de woorden van directeur Vermogensbeheer van het RPF, Bernard Walschots: ‘Sommige pensioenfondsen denken: we zijn langetermijnbelegger, dus we kunnen veel risico’s nemen. Maar wij zeggen: je bent alleen een langetermijnbelegger als je er niet tussentijds wordt uitgetikt!’ Philips Pensioenfonds Moet een risico-avers pensioenfonds per se geld besteden aan complexe hybride derivaten? Nee. Risico verminderen kan ook op een simpele
manier, bijvoorbeeld zoals het Philips Pensioenfonds (PPF) deed. Het bestuur besloot eind 2007 een flink deel van de aandelenportefeuille in te ruilen voor obligaties en renteswaps. Die beslissing hielp het PPF door de kredietcrisis heen, want eind 2008 stond de dekkingsgraad op een keurige 120. Ook bij Philips hadden ze geen glazen bol waarin de crisis van 2008 werd aangekondigd, maar was het beleggingsbeleid het gevolg van een gezonde risico-aversie. Door bedrijfsverplaatsingen en verkoop van bedrijfsonderdelen is het aantal Nederlandse Philips-werknemers de afgelopen decennia fors gedaald. Gevolg is dat het PPF is vergrijsd. Premieverhoging om door slechte tijden te komen is daarom geen optie, terwijl bijstorten vermeden moet worden. Daardoor is het matchingbeleid bij het PPF leidend geworden. Beleggingsrisico’s worden alleen genomen als het per se nodig is om de doelstellingen te halen, het beleggingsbeleid staat niet in dienst van het rendement. Het PPF koos nadrukkelijk niet voor een ingewikkelde constructie zoals het Rabobank Pensioenfonds. ‘Het bestuur moet altijd kunnen begrijpen wat we doen’, verklaart hoofd beleggingen Rob Schreur de keuze. KLM Vliegend Personeel Snappen wat je doet. Dat was ook de motivatie van het Pensioenfonds KLM Vliegend Personeel om voor een ongecompliceerde beleggings strategie te kiezen. Slechts eenderde van het fondsvermogen werd belegd in aandelen, en al in 2001 besloot men het neerwaarts risico van deze portefeuille voor driekwart af te dekken met opties. Daarmee was het fonds ongevoelig voor de crisis van 2008. Ook al daalde de dekkingsgraad wat, eind 2008 stond hij nog altijd op 120 procent. Deze strategie heeft zijn prijs, maar de deelnemers waren bereid een iets hogere premie te accepteren in ruil voor lager risico. Volgens Justus van Halewijn, Hoofd Investment Strategy Research van Blue Sky Group die het fondsbestuur adviseert, past de strategie goed bij het fonds. De deelnemers zijn vooral (oud-)piloten. ‘Zij zijn getraind in het onderkennen van kleine risico’s die grote gevolgen kunnen hebben’, zegt Van Halewijn. Dankzij de inbreng van de deelnemers koos het KLM-fonds op vanzelfsprekende wijze voor een strategie waarmee de kredietcrisis – een typische once-in-a-lifetime-gebeurtenis met enorme gevolgen – kon worden doorstaan. Mathijs Bouman is journalist en econoom.
Blauw november 2009
5
De erven van de babyboom Langer doorwerken, een zorgstelsel onder druk, een oplopende staatsschuld, een woningmarkt die op slot zit... Laat de babyboom straks een financiële krater na? Of heeft deze generatie juist het bedje van de huidige twintigers gespreid met wetenschap en techniek die het leven makkelijk maken, een sociaal vangnet voor iedereen en een prachtig pensioenstelsel? Tekst: Ingrid Maas
6
Blauw november 2009
Jeroen
Floris
Diepemaat, 20 jaar wijs,
van der Schalk, 73 jaar
studeert bestuurskunde aan de Universiteit Twente en is sinds 2007 landelijk voorzitter van de JOVD (Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie). Hij stelt zich volgend jaar verkiesbaar voor de
dubbelgesprek
jong, heeft een 40-jarige marketingcarrière bij BP op zijn CV staan en is sinds 2002 betrokken bij het BP pensioenfonds. Hij werkt nog altijd een dag in de week voor de VNPI (Vereniging
gemeenteraad in
Nederlandse Petroleum
Enschede.
Industrie).
Floris: Wat die pensioenen betreft, denk ik dat we in ieder geval niet somber hoeven te zijn. Er ligt een stelsel, waar de volgende generatie veel profijt van kan hebben. Jeroen: Is dat zo? Veel jongeren vragen zich af of ook zij later kunnen genieten van pensioen, AOW of soortgelijke voorzieningen. Er bestaat grote twijfel onder jongeren. Zij hebben het gevoel dat zij heel veel gaten zullen moeten dichten, maar dat de kans groot is, dat er over zo’n 50 jaar echt niet zoveel zekerheden meer zullen zijn. Floris: Zeker met de eisen van de nieuwe Pensioenwet is ons stelsel behoorlijk goed op de toekomst berekend. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de buffers die met de crisis erg goed van pas zijn gekomen. Veel fondsen hebben de weg naar boven al weer goed gevonden, en sommigen (waaronder BP) zijn helemaal niet in de problemen geweest. Er zijn lessen geleerd, waar iedereen zijn voordeel mee kan doen. Ik denk dat we op dit gebied geen probleem nalaten, maar juist een mooie faciliteit. Jeroen: Maar er is wel een behoefte om de solidariteit tussen generaties een beetje recht te trekken. Je kunt toch niet ontkennen dat er wel erg veel op het bordje van de huidige twintigers komt: het financiële probleem van de vergrijzing, een zorgstelsel onder grote spanning, een enorme staatsschuld, een woningmarkt die op slot zit, langer doorwerken... Dat zijn dingen die jongeren straks echt gaan raken en de vraag is of ze het wel accepteren dat alleen zij daarvoor op moeten draaien. Floris: Oh maar ik vind het zeker reëel om zoveel mogelijk problemen samen op te lossen. Als we bijvoorbeeld de arbeidsparticipatie van ouderen omhoog kunnen krijgen zou dat al behoorlijk helpen. Want er is in veel gevallen niets mis met langer doorwerken, maar in de praktijk stoppen we nu gemiddeld op ons 61e ! Als je op je 55e ontslagen wordt, omdat je te duur bent bijvoorbeeld, kom je niet meer aan het werk, hoe graag je ook wil.
Jeroen: Ik denk dat je moet proberen grote klappen te maken. Op de arbeidsmarkt zie ik de oplossing bijvoorbeeld vooral liggen in een versoepeling van het ontslagrecht. Als je als werkgever weet dat je niet oneindig aan iemand vast zit, durf je eerder mensen aan te nemen. Jong én oud. Misschien moeten mensen soms genoegen nemen met een lager salaris. Maar dan ontstaat er wel een gezondere situatie waarbij je beloond wordt voor wat je te bieden hebt, los van je leeftijd. Want ook jongeren komen moeilijk aan werk. Er moet - ook door mensen zelf- veel meer gekeken worden naar wat mensen wel kunnen. Floris: Maar die arbeidsparticipatie van ouderen is net zo belangrijk voor jongeren hoor. Werkloze ouderen zijn tenslotte een rechtstreekse kostenpost voor de maatschappij. En jongeren moeten straks aan het einde van hun eigen carrière ook kunnen blijven doorbouwen aan hun pensioen. Daarvoor moet je nu al investeren, bijvoorbeeld in de vorm van een intensieve scholing tijdens je hele carrière. Ook als je 50 bent. Juist dan moet je bepalen hoe je die laatste fase zó kunt inrichten, dat je een toegevoegde waarde blijft houden en interessant blijft voor de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld door doorstroming in een andere taak. Niets is erger dan iemand die 30 jaar hetzelfde werk heeft gedaan. Mensen presteren vele malen beter (en ook langer) als ze gemotiveerd zijn en steeds nieuwe doelen krijgen. Je zou steeds, na een jaar of vijf werken, een moment moeten inlassen om bij te leren. Je hebt dan weer zoveel nieuwe inzichten en vragen! Jeroen: Het zou prachtig zijn als mensen die naar het einde van hun carrière gaan, worden bijgeschoold om bijvoorbeeld voor de klas te gaan staan en hun kennis en ervaring in te zetten om jongeren hun vak te leren. Zeker bij de fysiek zwaardere beroepen kan dat een uitkomst zijn. Of als coach van mensen die net met hun carrière zijn begonnen. Floris: Dat is voor beide partijen prettig en nuttig. Ik heb ook altijd heel veel plezier gehad in
Blauw november 2009
7
Jeroen: Toch is het vertrouwen in die collectiviteiten ook niet groot... men denkt: ‘Ik gooi mijn geld op een grote berg, ik kan er een hele tijd niet bij, en ik moet maar afwachten hoe het uiteindelijk zal uitpakken!’ Floris: Dan is het dus des te belangrijker dat we duidelijk maken hoe lucratief en veilig de Nederlandse pensioenfondsen zijn! Zeker sinds de invoering van de nieuwe Pensioenwet. Die verplicht overigens de fondsen ook om iedereen in duidelijk Nederlands bewust te maken van zijn pensioenmogelijkheden. Jeroen: Maar juist omdat de wereld zo snel verandert en mensen veel vaker dan vroeger van baan wisselen, moeten we volgens mij toch eens met open vizier naar dat hele pensioenstelsel kijken. Waarom niet meer de richting op van een pensioenverzekering?
Jeroen Diepemaat
uitdagende projecten die ik samen met jongeren oppakte. Sommigen raakten zo enthousiast... die zaten op zondag nog vol vuur ergens aan te werken. Dat gun je iedereen, die bevlogenheid. Het werkt ook beslist aanstekelijk voor de gevestigde orde en genereert nieuwe ideeën. Als je daar met al je ervaring maar voor open blijft staan, haal je er allebei veel positiefs uit. Jeroen: Maar we hebben als jongeren nog wel meer problemen aan ons hoofd. Pak alleen die staatsschuld maar die met 35 miljard per jaar stijgt. Hoe gaan we dat betalen? En waar Drees berekende dat we met tien werkenden één AOW uitkering moesten opbrengen, wordt dit binnenkort vier keer zo veel! Het gaat er niet om wie zijn schuld dat is, maar er moet wel een oplossing gevonden worden zodat ook jongeren nog een beetje gemotiveerd aan hun carrière beginnen. Floris: Voor het AOW ‘probleem’ geldt dat men vaak vergeet, dat over de andere twee pensioen pijlers ook belasting wordt betaald. En met alles wat zij bij elkaar hebben gespaard, geven ouderen straks een impuls aan de economie. Bovendien lost die vergrijzing deels vanzelf weer op omdat de demografische samenstelling weer verandert. Jongeren van nu moeten net zo’n goed pensioen kunnen opbouwen als wij ouderen. Maar ik vind ook dat jongeren zich beter moeten verdiepen in
8
Blauw november 2009
het systeem, met zijn gunstige kostenstructuur en de voordelen ten opzichte van andere vormen, voordat ze er negatief over zijn. Dit systeem is echt de beste manier ter wereld om voor je oude dag te sparen. Zien jongeren het nut van collectieve voorzieningen in het algemeen wel in? Jeroen: Enigszins. Maar ze realiseren zich inmiddels ook dat je, als het mis gaat, samen de klos bent. Ik denk dat individuele oplossingen steeds meer in trek komen. Floris: Zelfs als duidelijk wordt dat je dan een veelvoud aan kosten betaalt? Jeroen: Ik denk dat de meesten zich dat niet realiseren. Floris: Dat moet echt veel duidelijker uitgelegd worden. Experts van bijvoorbeeld de SER en Netspar hebben vastgesteld dat collectiviteit de kosten sterk omlaag brengt en betere resultaten oplevert. Ik ken zelf diverse mensen die voor de crisis absoluut hun geld zelf wilden beheren en beleggen. Na de crisis willen ze dat beslist niet meer. Er komt veel te veel kennis en deskundigheid aan te pas om het goed te doen. Individueel beleggen werkt voor 99,9% van de mensen totaal niet! Je moet hele dagen achter dat scherm zitten om te weten wat er gebeurt. Dat is een vak.
Floris: Omdat een pensioenfonds gemiddeld op een kostenniveau zit van 4,4%. Bij een verzekering is dat meer dan 15%! Jeroen: Ik geloof best in de voordelen van collectiviteit, maar dat hoeft van mij niet per se in de traditionele vorm. Waarom moet het zo strak verbonden zijn aan een werkgever? Je kunt het toch ook aan het individu overlaten voor welk pensioenfonds hij kiest? Floris: Ah, ja, maar dat verandert de zaak! Want dan blijf je wel met fondsen werken en beschik je over alle expertise die voor pensioenbeheer nodig is. Jeroen: Ja, dat is een voorwaarde. Maar dan kan je gewoon je hele leven bij zo’n fonds blijven, als je tevreden bent natuurlijk. En het creëert mogelijk een extra schaalvergroting en meer professionalisering. Die fondsen zullen dan automatisch hun aanbod en service beter afstemmen op de wensen van hun klanten. Floris: Daar kan ik al een stuk verder in meegaan. Wat je dan wel gaat missen, is de solidariteit van werkgever naar werknemer. Ik bedoel daarmee dat nu de bedrijven nog wel eens bijspringen als het financieel minder gaat met een fonds. Die support verlies je dan. Maar nog iets anders: Hoe ga je dan zorgen dat mensen er actief
‘Je kunt het toch ook aan het individu overlaten voor welk pensioenfonds hij kiest?’
mee aan de slag gaan? Een succesfactor van het huidige systeem is, dat je automatisch meedoet. Je zult mensen in beweging moeten krijgen. Jeroen: Kijk eens naar het zorgstelsel, daar zoeken mensen nu ook de beste aanbieder uit. Als er een geldelijk gewin tegenover staat, zijn mensen echt wel in beweging te brengen. Floris: Er is nog iets waar je rekening mee moet houden: als je jong bent, kijk je vooral naar de kosten, als je ouder bent, let je meer op de inhoud van het pakket. Jeroen: Dat idee bestrijd ik echt. Ik zie in mijn omgeving dat jongeren heel goed letten op wat hun zorgverzekering dekt. En als het te veel scheelt in hun portemonnee, moeten mensen wel vergelijken.
Floris: Al met al ben ik niet pessimistisch over het pensioen in de toekomst. We hebben veel geleerd van deze crisis. We moeten ook blijven onderzoeken en verbeteren. Daarom moeten jongeren, via de ondernemingsraden ook hun medezeggenschap opeisen in het beleid van pensioenfondsen. Maar laten we koesteren wat we hebben en oppassen dat we er in onze vernieuwingsdrang niet slechter op worden. Want juist daarvan zouden de jongeren van nu de dupe
worden! We moeten proberen dit pensioen als welvaartsvoorziening in stand te houden. Jeroen: Pensioenfondsen zijn nu goede instituten, maar dat wil niet zeggen dat ze in deze vorm ook voor de toekomst geschikt zullen blijven. We moeten er serieus naar kijken hoe we het goede verder kunnen uitbouwen, en toch tegemoet kunnen komen aan de behoeften van toekomstige generaties.
Floris van der Schalk
Floris: Maar hoeveel jongeren voeren zo’n hele vergelijkingsexercitie uit? Je moet wel kijken naar de hele Nederlandse bevolking. Het kiezen van een zorgverzekering blijkt voor veel mensen al een moeilijke opgave. En pensioen is echt nog een stukje ingewikkelder. En het zal niet altijd meevallen om de onafhankelijke informatie te scheiden van die van de commerciële partijen. Jeroen: Doordat bedrijven niet meer kunnen bijspringen, zullen dergelijke ‘vrije’ fondsen ook behoudender moeten zijn in hun beleggings beleid. Dat betekent dus ook een beperking om in een periode van groei snel te kunnen profiteren. Je moet dan duidelijke grenzen stellen aan de risico’s die zo’n fonds mag nemen. Floris: De AFM stelt nu ook al eisen aan de voorlichting die je aan deelnemers geeft. Mensen moeten goed begrijpen wat de consequenties van hun keuze kunnen zijn. Je kunt echt niet zomaar zeggen: kies maar iets! Het is complexe materie en het is belangrijk dat jongeren zich hierin verdiepen en dat ze advies kunnen krijgen van betrouwbare partijen. We hebben daar de laatste jaren een aantal instituten voor gekregen. Jeroen: Het zou toch ook mooi zijn als je in de toekomst zelf voor zo’n goed presterend fonds kunt kiezen! Dan worden die fondsen ook beloond voor hun kwaliteit.
Blauw november 2009
9
Prinsjesdagseminar 2009
ZIEN…. hoe Nederland ervoor staat Miniatuurstad Madurodam stond 15 september een middag in het teken van het grote geld. Terwijl de modeltreinen hun rondjes draaiden en de op schaal gebouwde schepen zachtjes dobberden op de golven van het haventje kwamen in de Madurozaal bestuursleden van de pensioenfondsen uit de klantenkring van Blue Sky Group bijeen voor het jaarlijkse Prinsjesdagseminar van Blue Sky Group. Tekst: Hugo Postma
10
Blauw november 2009
Met het seminar moest een bijdrage worden geleverd aan het huidige debat over de houd baarheid van het pensioenstelsel. Allereerst praatten de bezoekers bij tijdens de lunch en werden ervaringen uitgewisseld. Sommige bestuursleden uitten hun onvrede over de manier waarop de Nederlandse pensioenfondsen het afgelopen jaar onder vuur lagen en de ongenuan ceerde manier waarop in de media en de politiek werd gereageerd op de situatie rond de dekking graden. ‘De indruk wordt gewekt dat we het als sector heel slecht doen’, merkte Toon Woltman op. Hij is bestuurder namens de gepensioneerden van het Algemeen Pensioenfonds KLM. ‘Dat is natuurlijk helemaal niet zo. Er zijn fondsen die slecht hebben gepresteerd, maar er zijn ook fondsen die het heel goed hebben gedaan, ondanks de kredietcrisis. Laten we nu eerst onderzoeken wat er echt aan de hand is. Hoe komt het dat fondsen zo verschillend presteren? Zo’n onderzoek lijkt me een mooie klus voor De Nederlandsche Bank. Op basis daarvan kun je vervolgens maatregelen treffen als dat nodig is.’
Bewondering Toine van der Stee – directeur van Blue Sky Group – onderstreepte in zijn welkom dat er wereldwijd bewondering is voor ons pensioenstelsel. ‘Het lijkt alsof men in Nederland niet doorheeft wat een mooi systeem we hebben, laten we toch vooral onze zegeningen tellen.’ Van der Stee vroeg zich ook af wat er het komende jaar vanuit de politiek op de pensioensector afkomt. In het verlengen van de hersteltermijn ziet hij niets. ‘Wij hebben door onze lange beleggingshorizon een prima instrument om problemen op te lossen. Het vergroten van de buffers en het nemen van minder risico lost niets op. Dan wordt het stelsel te duur.’ Van der Stee vond dat er lessen kunnen worden geleerd van de kredietcrisis. ‘Het is nodig dat we beter commu niceren over de risico’s en onzekerheden die nu eenmaal in het stelsel zitten. Er moeten ook goede afspraken komen hoe we met uitzonderlijke situaties als deze omgaan.
Populisme De eerste gastspreker Frans Prins – directeur van Stichting OPF – behandelde in vogelvlucht een aantal belangrijke onderwerpen, zoals de
dekkingsgraad, het besturen van pensioenfondsen, de rol van ouderen in bestuursorganen en het werk van de commissies Don en Goudswaard. Hij benadrukte dat het Nederlandse stelsel te mooi en te complex is om er op een simplistische of populistische manier mee om te gaan. Er moet goed onderzoek komen en op grond daarvan kan bekeken worden of aanpassingen nodig zijn, aldus Prins. Ook hij vindt dat het inbouwen van teveel zekerheden geen oplossing is. Door risico’s bewust te nemen en hierover goed te communiceren, blijft het stelsel betaalbaar denkt Prins.
Anticyclisch FTK De tweede gastspreker was Sweder van Wijnbergen, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Ook hij onderstreepte dat het Nederlandse pensioenstelsel internationaal in hoog aanzien staat en dat we er zuinig op moeten zijn. De storm die de financiële sector het afgelopen jaar getroffen heeft, zal gaan liggen, voorspelde Van Wijnbergen, hoewel onzeker is wanneer dat zal zijn. Hij schat dat het economisch herstel in Nederland een half jaar achterloopt op de Verenigde Staten. Anders dan de kredietcrisis zal de vergrijzing blijvende invloed hebben, meende Van Wijnbergen. Het is een ontwikkeling die het speelveld van de pensioenfondsen fundamenteel verandert in de komende jaren. Hij vroeg zich af hoe goed het systeem zich zal houden onder die omstandigheden. Een verhoging van de pensioen leeftijd lijkt hem onontkoombaar. Van Wijnbergen is geen voorstander van premieverhoging of buffervergroting voor pensioenfondsen. Hij ziet meer in het verbeteren van het toezicht en het tijdelijk bevriezen van het Financieel Toetsings kader (FTK) waardoor pensioenfondsen meer ruimte hebben om orde op zaken te stellen. In de toekomst zou het FTK anticyclisch kunnen worden ingericht waarbij het regime voor pensioenfondsen in tijden van voorspoed wordt verkrapt en in tijden van tegenspoed wordt verruimd. Na afloop werd het idee van een dynamisch en anticyclisch functionerend FTK bij de borrel enthousiast tegen het licht gehouden. Gerard Lagendaal, vicevoorzitter van het bestuur van het Algemeen Pensioenfonds KLM zag er wel wat in: ‘ik vind het een inspirerend idee, het biedt beslist nieuwe perspectieven.’
Blauw november 2009
11
ZZP-ers: de ‘vrije jongens’ van vandaag.
De armen van de toeko De ZZP-er lijkt een blijvertje. Er zijn nu in Nederland tussen de 500.000 en 1 miljoen Zelfstandigen Zonder Personeel en arbeidsdeskundigen verwachten dat dit aantal nog flink zal groeien. Is dit misschien een interessante groep voor de pensioenbranche? En vindt deze groep de pensioenbranche interessant? Tekst: Ingrid Maas
12
Blauw november 2009
omst? Prof. Mr. Gerry Dietvorst is hoogleraar toekomstvoor zieningen aan de Universiteit van Tilburg. Hij is onder meer betrokken bij Netspar en mag beschouwd worden als de geestelijk vader van het Pensioenregister.
‘In ieder geval zou het voor de economie mooi zijn als ook deze groep een gezonde koopkracht houdt’, zegt Gerry Dietvorst. ‘Maar de praktijk wijst uit dat deze groep nauwelijks financiële voorzieningen treft. Of het nu is uit onwetendheid, omdat de premies te hoog zijn, of omdat ze het geld hard nodig hebben voor de opbouw van hun bedrijf, feit is dat deze groep zeer kwetsbaar is. Je kunt grofweg twee groepen ZZP-ers onderscheiden: gedwongen en vrijwillig. Met name gedwongen ZZP-ers dreigen op termijn aan koopkracht te verliezen. In de bouwsector werken er nu zo’n 80.000, die in veel gevallen voor de keuze zijn gesteld: ontslag of verder gaan als ZZP-er. Hun gemiddeld inkomen ligt ruim onder het minimumloon en dan ook nog zonder enige sociale voorziening of verzekering. Zelfs als diegene niet langdurig ziek of arbeidsongeschikt raakt, is hij na zijn werkzame leven aangewezen op de AOW. Dit zal de maatschappelijke kosten voor zorgtoeslag, huurtoeslag etc. doen toenemen. Voor de groep die vrijwillig heeft gekozen voor een bestaan als ‘eenpersoonsondernemer’, is de situatie vaak rooskleuriger. Toch loopt ook deze groep vaak grote risico’s.’
Wat te doen? ‘Er zijn verschillende opties de revue gepasseerd om dit probleem aan te pakken: • Een verplichte basispensioenregeling. Een constructie zoals de huidige zorgverzekering. Vragen zijn: moet je dit onderbrengen bij de verzekeringsmaatschappijen en hoe garandeer je de kwaliteit van de producten? Daarnaast moet je een uitzondering maken voor mensen die hun pensioen al geregeld hebben. • Een ZZP-beroepspensioenregeling. In één fonds of per sector opgesplitst. Dit is praktisch lastig uitvoerbaar omdat je dan een representatieve en deskundige afgevaardigde moet hebben. • Werkgever stort bij inhuur een pensioen opslag aan een fonds. Een voorstel van de FNV bouwbond, dat gedeeltelijk het ontduiken van werkgeverspremies aanpakt. Complex in verband met de diversiteit van ZZP-ers, plus de kans op oneerlijke concurrentie door inhuur van buitenlandse krachten. • Lijfrente vereenvoudigen. Nu moet iedereen die een lijfrentepremie in aftrek wil brengen,
aantonen dat hij een pensioentekort heeft. Dit wordt als een barrière ervaren. Mijn idee is: geef de zzp-er recht op een beperkte toetsvrije lijfrentepremieaftrek van enkele duizenden euro’s. Dan kan hij elke maand een bedrag voor zijn pensioen opzij zetten zonder dat hij een berekening moet maken. Als de zzp-er (later) in betere doen is kan hij met zijn belastingadviseur berekenen of hij meer opzij moet zetten. Deze laatste optie lijkt mij de meest uitvoerbare. Ik heb hierover al enkele lezingen gegeven en een tekstvoorstel gepubliceerd in een column op de pensioensite van het Financieel Dagblad. In een Netspar-paper die binnenkort verschijnt onderbouw ik dit voorstel voor zo’n ‘instapmodel’ lijfrente.’
Noodzakelijk of wenselijk? ‘Enige relativering is ook hier op zijn plaats. Je kunt je afvragen of we iets moeten verplichten. We doen dat tenslotte ook niet voor mensen die nu een uitkering hebben. ZZP-ers zijn doorgaans ondernemend van aard en kunnen mogelijk ook als ze ouder worden nog goed voor zichzelf zorgen. Bovendien zijn sommigen gewend aan een inkomen rond het AOW niveau. Anderzijds is hun koopkracht van belang voor onze economie en kan een investering hierin zich later terugbetalen.’
Interessant voor pensioenaanbieders? ‘Een miljoen mensen zonder pensioenvoorziening, dat is natuurlijk een interessant potentieel. De ZZP-er is gemiddeld 40+ en beseft de noodzaak om maatregelen te treffen. Als je deze groep op het juiste moment met een eenvoudige en doeltreffende oplossing weet te benaderen, kun je zeker in een behoefte voorzien. We moeten ons wel realiseren dat het een zeer diverse groep is, waarvan een deel bewust heeft gekozen om uit het collectief van werknemerschap te stappen. Via de PPI (Premie Pensioen Instellingen) kunnen per 1 januari 2010 ook pensioenfondsen een eenvoudig spaarproduct aanbieden*). Dat kan zelfs in Europees verband (voor bijvoorbeeld Poolse gastarbeiders). Als in 2011 het pensioenregister operationeel is, zou dit best eens een eyeopener kunnen zijn voor veel mensen. Een verstandig bestuurder heeft dan een passende oplossing klaarliggen.’ *) Hiervoor is een kleine wijziging in het wetsvoorstel vereist, die heel snel kan worden uitgevoerd.
Blauw november 2009
13
Het nieuwe leven na het pensioen
Opgebrand of net lekker ingelopen? Vroeger waren mensen oud en versleten als ze met pensioen gingen en lukte het lang niet iedereen om deze mijlpaal te bereiken. Nu staan we er vaak goed op als we pensioengerechtigd zijn. Té gezond en té fit om de hele dag de krant te lezen en vrouwlief te vergezellen bij het doen van de boodschappen. Jos Geurtsen vertelt hoe het ook kan. Tekst: Ingrid Maas
Jos: ‘Je weet zó veel als je met pensioen gaat, en je hebt vaak zo’n waardevol netwerk! Het is toch vreselijk om daar niets meer mee te doen? Ik moet er niet aan denken, om helemaal geen taak meer te hebben. Maar dat heeft ook veel met je eigen instelling te maken. Wie zich zijn hele leven naar zijn werk heeft gesleept en tijdens de vakantie 30 jaar bij hetzelfde zwembad heeft gezeten, zal na zijn 65e niet ineens barsten van de energie. Toch denk ik dat het ook voor die mensen niet gezond is om plotseling hele dagen thuis te zitten.
Klimaatverandering We moeten proberen een klimaat te creëren waarbij het niet meer dan normaal is om ook na je pensioen nog een bijdrage aan de maatschappij te leveren. Dat is veel beter voor iedereen. Ik wist al lang dat ik iets zinnigs wilde blijven doen na mijn pensionering. Een reis naar de Noordkaap stond bovenaan mijn lijstje, maar ook vrijwilligerswerk in Nederland vond ik een goede optie. Dat laatste
14
Blauw november 2009
bleek een behoorlijk gesloten front, waar sommige mensen een soort eigen koninkrijkjes hebben geschapen. Het viel mij niet mee hierin iets interessants te vinden. Via een collega kwam ik bij PUM (Programma Uitzending Managers) terecht. Deze professioneel opgezette organisatie zendt wereldwijd gepensioneerde managers uit om kleine en middelgrote bedrijven te helpen die zich geen dure adviesbureaus kunnen veroorloven. Ik ben nu in Suriname, India, Marokko en Turkije geweest. De projecten zijn gericht op de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf en bevorderen daarmee ook de werkgelegenheid en bestrijden armoede. Adviezen worden serieus opgevolgd, al ontbreekt het de bedrijven soms aan financiële middelen. Ik beleef er zelf, niet in de laatste plaats door alle dankbare reacties, ook erg veel plezier aan. Je leert landen en culturen op een heel eerlijke en intensieve manier kennen. Maar ik begrijp ook dat niet iedereen regelmatig enkele weken naar het buitenland wil of kan gaan.
Vrijwilligerswerk kan beter Daarom zou van mij wel eens serieus aan het vrijwilligerswerk in Nederland gewerkt mogen worden. Maak het toegankelijker, flexibeler en professioneler. Dan wordt het voor meer mensen aantrekkelijk om deel te nemen. Met wat extra hulp kunnen veel ouderen in hun eigen huis blijven wonen en hebben gelijk wat aanspraak. Dit zou bovendien kunnen helpen de druk te verlichten, die door onder meer de vergrijzing op de schouders van de volgende generaties komt te liggen. Vrijwilligers kunnen hen helpen met advies en organisatie, maar ook praktische zaken zoals kinderopvang, een boodschappenservice en het bijhouden van hun tuin.
vinden. Ik denk dat zij, als zij stoppen met werken, veel minder in het beruchte zwarte gat zullen vallen. Gelukkig! Want als je plotseling dag in dag uit vrij bent, loopt bij veel mensen het ballonnetje met energie spontaan leeg. Ik merkte dat zelf ook. Mijn overtuiging is dan ook dat je moet proberen door te gaan met dingen die je interessant vindt en die zorgen dat je een wezenlijk onderdeel van de samenleving bent. Da’s beter voor jezelf én voor de maatschappij!
Het zwarte gat slinkt Voor mensen die nu 60 of 70 zijn, is hun werk vaak nog ‘hun alles’. Veertigers van nu zijn veel creatiever en combineren al tijdens hun werkzame leven allerlei bezigheden die zij leuk of belangrijk
‘Je leert landen en culturen op een heel eerlijke en intensieve manier kennen’
Jos Geurtsen werkte 40 jaar bij Alkor Draka, onder meer als productontwikkelaar in kunststof folie. Nu werkt hij daar nog twee dagen als adviseur en reist via PUM regelmatig naar diverse uithoeken van de wereld om zijn kennis te delen.
Blauw november 2009
15
Blauw heeft heel veel betekenissen, maar staat wat Blue Sky Group betreft voor e nergie. Ook in de lucht. De lucht is blauw omdat de stofdeeltjes en de moleculen van de dampkring de blauwe straling weerkaatsen zodat die wordt verstrooid. Dat gebeurt alleen met het blauwe licht: de stralen met de kortste golflengte en de hoogste energie.
Prof. E.M Meijerslaan 1 Postbus 123 1180 AC Amstelveen T 020 426 62 66 I www.blueskygroup.nl
16
Blauw november 2009