(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 100:5. 2. IX. 90—21.) I II bijlage n". 10.
Bladz. 2. kolom 2, regel 5 v. I)., staat: .31 Aug. 1901"| lees: ,21 Aug. 1901". Bladz. 3 , kolom 2 , regel 5 v. b . , staat: ,2 Juni 1902 " ; lees: ,2 Jan. 1902". (',». IX. 21.)
In bijlage II" U. Bladz. 2 , kolom 2 , regel 2 v. o.. staat: ,3 Juni 1902"; lees: ,3 Jan. 1902".
VOORLOOPIG VERSLAG.
I II bijlag® n • 12. Bladz. 9 , onder volgnummer 302, regel 3 v. o., s t a a t : , Aken, Belgische " ; lees : , Aken , Belgische grens bij Lunaeken Belgische ".
Het afdeeliugsonderzoek heelt aanleiding gegeven tot de volgende beschouwingen en opmerkingen.
In bü'age n\ 13. Bladz. 10, 1ste kolom, regel 25 v. o., staat: .Januari 1900" lees: «Januari 1890". Bladz. 10, 1ste kolom, regel 17 v. o., staat: , 2 6 M e i " ; lees: , 25 Mei ". Bladz. 10, eerste kolom, achter 191,90 moet staan: , 1 0 1 2 . 9 4 ' " .
uitgetrokken
Bladz. 11 , 1ste kolom, lsten regel v. b . , moet uitgetrokken staan : , 1 012,945 ".
In bijlage ir. 14 Bladz. 1 3 , volgr. 3 2 , staat: , 2 8 5 , 3 9 s " ; lees: , 2885,39* ". 15, , 80, staat: ,1110,84"; lees: ,1170,81". In bijlage n . 17. Bladz. 2 , kolom 4 , staat: , 5 1 280,17* " ; lees: , 51 220,17 5 '\ , 2 , laatste kolom, regel 3 v. o., staat: ,15598,99"; lees: , 1 5 598,98". Bladz. 3 , kolom 1 , regel 25 v. b . , staat: , 1 5 " ; lees: ,10". 3, , 1, , 26 v. b . , staat: , 1 7 " ; lees: , 1 5 " .
Algeineeiie beschouwingen. l.iiKlrijl'i'l'
( l i l
iM'Zl'lllllillll.
Terwijl eenige leden met voldoening gezien hadden, dat het eindcijfer der ontwerp-begrooting ongeveer 6','j millioen lager is dan het voor 1902 toegestane bedrag, merkten eenige andereu op, dat voor buitengewone uitgaven f 7 639 000 minder is uitgetrokken , zoodat voor gewone uitgaven f 1 099 000 meer wordt gevraagd dan ten vorigen jare werd toegestaan. Deze ledeu meenden met nadruk tegen deze vermeerdering der gewone uitgaven te moeten waarschuwen. Zij betoogden, dat die vermeerdering voor een goed deel is toe te schrijven aan uitbreiding van het aantal ambtenaren en aan verhooging van traktementen. Bepaaldelijk wees men op de verhoogingen aangevraagd voor uitbreiding van het personeel en verhooging van wedden onder de afdeeling Posterijen. Voor het Hoofdbestuur is meer uitgetrokken f 18 450; voor vast personeel f 620 565; voor tijdelijk personeel f 20 710, te zamen f 659 725. Nu moge verhooging van uitgaven bij dezen zich steeds uitbreidendeu tak van dienst onvermijdelijk zijn, toch was naar de meening dezer leden, vooral by den tegenwoordigen toestand van 's lands geldmiddelen , eene zoo groote stijgiug bedenkelijk te achten. Blijkens de Memorie van Toelichting der Middelenwet voor 1903 wordt voor dat jaar eene vermeerdering der inkomsten uit posterijen en telegraphie verwacht van ongeveer f 501000, dat is bijna f 160 0UO minder dan de aangevraagde vermeerdering van uitgaven voor personeel.
In bijlage n°. 18. Iste AKOKEI.INO. Bladz. 1 , moet tot opschrift hebben : , Gesubsidieerde Spoormtgm. Overzicht van de toegestane , uitgekeerde , nog uit te keeren en lliirrrllM'liiH'flrii MI i l r n k n r r k . terugontvangen bedragen der rentelooze voorschotten.". Art. 3. Blijkens den toelichtenden staat worden voor onderBladz. 2 , kolom 3 , 7de getal van ouderen, staat: ,150 000,00". scheidene ouder dit artikel vallende posten belangrijk hoogere lees: , 1U5 000,00 ". sommen uitgetrokken. Deze verhoogingen zijn niet toegelicht. Bladz. 2 , laatste kolom, 17de getal v. o., staat: ,399 000,00"; Men wenschte ter zake alsnog eenige toelichting te ontvangen. lees: ,339 000,00". Ilde
I n bijlage i r . 1». Bladz. 2 , kolom Toelichting , regel 3 v. o., staat: .spoorweg - '; lees : , tramweg ". Bladz. 5 , kolom 3 , regel 8 v. o., staat: , L a m o n d " ; lees: , Lexmond ".
AFDEEMNG.
1 . i l i z l n i i l n|i « l ' a r n .
Het door 's Ministers voorganger ingediende wetsontwerp ter verzekering van de veiligheid van het verkeer op de openbare wegen (Gedruiste stukken 19Q0—1901 n". 8) is ingetrokken. Op wederindiening van een , zoo noodig gewijzigd , wetsontwerp werd door vele leden aangedrongen, vooral met het oog op het steeds toenemend verkeer met automobielen , dat tot vele ongevallen aanleiding geeft. Door provinciale of gemeentelijke verordeningen kan geen voldoende regeling verkregen worden an men achtte daarom het tot stand komen van wettelijke bepalingen dringend noodig. Gaarne zou men vernemen , of de indiening van een wetsontwerp gedurende de loopende zitting te gemoet gezien kan worden. Van andere zyde werd de wensch geuit, dat deze wettelijke regeling vereenvoudiging zou brengen in de formaliteiten, welke thans voor het berijden van wegen met automobielen moeten
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1903. JJ. IX.
21.) ■■_j"
worden vervuld. In sommige provincie'n mag men de treffen niet heryden , voordat de automobiel ter provinciale gril'lie is ingoschreven, zoodat men beginnen moet het rijtuig per spoor naaide hoofdplaats der provincie te zenden. Eenige loden achtten ook regeling van het verkeer niet rijwielen , en bepaaldelijk met motor-rywielen, bij de wet gewenscht. Anderen betoogden, dat bet verkeer met rijwielen geen ernstig gevaar voor de veiligheid oplevert 80 dat deze materie zeer goed Bjj plaatselijke verordening geregeld kan worden. I l r r f l i m win I O I K O I I I t a n rijtt ii'li-n.
Deze heffing schijnt meer en meer in zwang te komen, ook op wegen, waar voetgangers geen tol hebben te betalen. Er zijn thans, naar vernomen was, ongeveer 140 wegen waarop de heffing plaats heeft. Rij deze heffingen wordt uit het oog verloren, dat — gelijk wèl is ingezien bij de regeling van de belasting op rijwielen — het rijwiel niet alleen gebruikt wordt door personen, die daarvan voor hun genoegen gebruik maken, maar ook door vele neringdoenden en werklieden, terwijl, vooral ten platten lande, vele jongelieden zich per rijwiel naar onderwijsinrichtingen begeven. Gevraagd werd, welke houding de Minister dacht aan te nemen tegenover aanvragen om concessie» tot tolheffing, waarbij ineu ook van ry wielen tol wil heffen. Herinnerd werd, dat de Kamer in hare vergadering van 23 December J898 {Handelingen bladz. 772—774) de bekrachtiging eener provinciale heffing in Drenthe heeft geweigerd , op grond dat daarin ook de rijwielen waren betrokken. ■ lllM|killU ilri
llWWWWti
Gevraagd werd, hoe het thans staat met de plannen tot indijking der Lauwerzee. Betoogd werd, dat de .slechte afvoer van het boezemwater in de armste gedeelten van Friesland groote schade veroorzaakt. Op spoedige voorziening werd aangedrongen. I ' r i r - c h c IVnilili I L
Geklaagd werd, dat deze sluis veelal des Zondags te half tien uur, als velen zich naar de kerk begeven , geopend is. Men moet daar dan niet zelden een half uur wachten. Gevraagd werd, of hierin geene verandering gebracht kon worden. Ill'l'lllt ijk tl'lil*
pltlMli
Gaarne zouden eenige leden vernemen of de Regeering voornemens is een voorstel te doen tot bevordering van de droogniaking der Kecuwijksche plassen. l-.ur
<»|ili't rrin*-, \ ja tl II i j k - t t n k m .
De klacht werd geopperd, dat zelden een Rijkswerk van eenige beteekenis gereed komt op den tijd daarvoor in het bestek aangewezen, terwijl het eene hooge uitzondering is, dat de op nalatigheid in de oplevering gestelde boete wordt ingevorderd. Somtyds kunnen hiervoor goede redenen bestaan . maar men betwijfelde, of dit wel altijd het geval is. Daar het dikwijls, niet alleen om financieele, maar ook om andere redenen van groot belang is, dat het werk op tijd gereed komt, werd de vraag gedaan, of de Minister bereid is naar de oorzaken van dit euvel een onderzoek in te stellen en zoo mogelijk maatregelen tot verbetering te nemen. Een der leden gaf in overweging premiën toe te kennen voor tijdige oplevering. Een der leden klaagde over den overlast, dien de zeilschipperij op vele vaarwaters ondervindt van te lange scheepsconvooien. Hy meende, dat niet voldoende de hand gehouden wordt aan de op dit stuk bestaande verordeningen. Mocht dit wel het geval zijn , dan werd wijziging der verordeningen door hem noodig geacht. I I-I'lii'htinu t.-in urii!£!£i*ii.
Ter voorkoming van misverstand en van het gevaar en de schade . die hiervau het gevolg kunnen zyn . zou het, naar de meening van eenige leden, zeer gewenscht zijn, dat zoowel de Ry'ks- en provinciale als andere bruggen, op uniforme wijze werden verlicht. Gevraagd werd , of de Minister geene maatregelen zou kunnen nemen ten einde dit te bevorderen. Wc i 1.1:11111 t.ni nrlii'lili-rs hij K i | k > \ t r r k i - n .
Naar aanleidiug van hetgeen hieromtrent in de Memorie van Toelichting wordt gezegd, werd door eenige leden aangevoerd, dat volgens de besteksbepalingen; het overwerk niet per dag , maar per week wordt berekend. Het kan zyn , en het komt ook niet zelden voor, dat het totaal uren in de week niet meer dan 86 bedraagt en er geen overwerk in rekening gebracht wordt, ofschoon op sommige dagen meer dan 11 uren gewerkt is. Men wenschte in de bestekken bepaald te zien , dat het overwerk per dag wordt berekend. Tollii-tTni:. u|i i»|iriiliiirr
t.i.irl.
Door eenige leden werd betoogd, dat het Rijk niet voldoet aan zijne verplichting tot onderhoud van het gedeelte van de Oostermoersche vaart tusschen Spijkerboor en het Zuidlaardernieer. Waar afdoende verbetering van dit gedeelte wel niet spoedig tot stand zal komen , werd er op aangedrongen , dat van Rijkswege tot opschooning overgegaan zou worden , tenzij men er de voorkeur aan mocht geven dit op te dragen aan de eigenaren der aanliggende landen, die zeker wel genegen zouden worden bevonden hiervoor tegen vergoeding te zorgen. I l i I I ^ over ilrn 1.1**4'! Ie
Ilijk*.*llli» II' X.M .11 l-llll».
■■M'lii'i'iist'nut ooit-n.
Medegedeeld werd, dat de dam van Ameland naar den vasten wal geheel verzakt is en dat daarin gaten zün gevallen. De toestand der Wadden schijnt ook voor de scheepvaart gevaarlijk geworden te zijn. Men betoogde, dat voor tusschenkomst van de Kegeering alleszins reden bestaat. Eenige leden vroegen, of er geene termen zyn om de concessie der Landaanwinningmaatschappij wegens niet-naleving van de voorwaarden van concessie vervallen te verklaren. Anderen meenden te weten , dat de Maatschappij zich tot de Kegeering gewend heeft met het voorstel om hare rechten en bezittingen over te nemen en dat de Minister hierop nog geen antwoord heeft gegeven. Deze leden waren van oordeel, dat het voorstel der Maatschappij overweging verdient. De overneming zal in de gegeven omstandigheden geen groote uitgaven vorderen. De met Rijkssubsidie verkregen aanwassen zouden daardoor Staatsdomein worden , terwijl bij liquidatie der Maatschappij de verleende Rijkshulp als weggeworpen geld zou moeten worden beschouwd. Gaarne zou men vernemen, hoe de Minister over de overneming denkt. Indien de Staat eigenaar der Wadden is , zal het gebruik van slib ter verbetering van de zandgronden op Ameland bevorderd kunnen worden. Voorts werd gevraagd, of de Minister bereid is door een subsidie het aan leggen van een dyk langs de zuidkust van Ameland te steunen, ten einde te voorkomen, dat een deel van het eiland bij zeer hoog water onderloopt, waardoor veel schade aan het gewas wordt toegebracht. 0»»trrinori'M'lit'
drongen op het bouwen van eene vaste brug over den IJssel aldaar. De gemeente heeft zich bereid verklaard voor dit werk belangrijke offers te doen. Het maken dezer brug is niet enkel van groot belang voor die plaats, maar ook voor de achter Doesburg gelegen gemeenten , welke van directe verbinding niet Arnhem en andere plaatsen verstoken zyn, wanneer van de •ohipbrug ten gevolge van ijsgang, hoog water of van de veelvuldig voorkomende aanvaringen geen gebruik gemaakt kan worden.
Uuc-lnu-n.
In verband met een door den gemeenteraad van Doesburg tot den Minister gericht adres werd door een der leden aange-
wi'urn.
Geklaagd werd over de tolheffing by' de Haagsche Schouw; op den weg van Amersfoort naar Arnhem en op den weg van Deventer over Zutphen en Winterswijk naar de Pruissisohe grens. Gevraagd werd, of de Minister gezind ia de afschaffing dezer heffingen te bevorderen. Door andere leden werd naar aanleiding hiervan herinnerd aan de schriftelijke gedachtenwisseliug omtrent het wetsontwerp tot afschaffing van tollen van Rijkswegen (Gedrukte Stukken 1898-1809 n\ 147). »>•;
y.iitnlirn - 1 . I I I I I I ' i 11..
In de Memorie van Antwoord betreffende de begrooting voor 1900 verklaarde de Minister, dat de belanghebbende gemeenten
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1903. 2. IX.
4
«-
op zich genomen hadden de verplichting oni, na voltooiing van de herstelling van dezen weg , elk voor zooveel haar grondgebied betreft, den weg in beheer en onderhoud te nemen. Men meende te weten , dat de gemeente Warnsveld bezwaar maakt hieraan te voldoen. Gaarne zouden eenige leden hieromtrent inlichting ontvangen. Mt'lHiHt'iilirni;.
Geklaagd werd over den onhoudbaren toestand van de Scholtenbrug, gelegen in de Haarlo'sche steeg onder Borculo. ü e toezegging des Ministers om ter zake een subsidie te verleenen schijnt geen voldoend resultaat op te leveren. Gaarne zouden eenige leden vernemen , of de Regeering bereid is nadere maatregelen te nemen ten einde verbetering van den toestand te verkrijgen. W a t e r w e g ><<•■ i»oriirc«ii< mmmt •/.<•<■.
Art. 9. iSommige leden hadden in verband met de door de Kamer aangenomen motie van den heer VAN GUN C. S. verwacht, dat de peilingen en opnietingen , waarvoor in verband met het ontwerp der verbetering van den waterweg van Dordrecht langs Krouwershaveu naar zee ten vorigen jare eene som van f' 8000 werd aangevraagd en toegestaan, spoedig zouden hebben plaats gehad. Intusschen schijnt het ondeizoek eerst in September jl. ingesteld te zijn , te laat om nog by deze begrooting een voorstel tot verbetering van den waterweg aanhangig te maken. Volgens mededoelingen in bet Mttriwhlad is de toestand achteruitgegaan, en in het weekblad Da Ingenieur is betoogd , dat bij de opening van den Nieuwen Maasmond verzanding te vreezen is. Op spoedige verbetering van dezen waterweg, welke niet alleen voor Dordrecht, maar ook voor de provincie Zeeland van groot belang is, werd met nadruk aangedrongen. Gevraagd werd, of onder het thans aangevraagde bedrag weder eene som is begrepen voor het doen van peilingen en opnemingen in dezen waterweg. I l i n r u . i i i i - i i l i i - win In I koi|>> ingenieur».
Art. 11. Enkele leden konden zich met de in de Memorie van Toelichting uiteengezette plannen tot verbetering van de iinancieele positie der hoofdingenieurs van den waterstaat niet vereenigen. Zy betoogden, dat vele dezer ambtenaren reeds nu hoogere wedden genieten dan vele officieren en leden der rechterlijke macht, die in rang met hen gelijkgesteld kunnen worden. Opgemerkt werd , dat de hoofdingenieurs nevens hun traktement nog eene toelage voor bureelkosten ontvangen , die somtijds veel hooger is dan hetgeen inderdaad voor bureelkosten vereischt wordt. Er waren zelfs, naar men meende, gevallen voorgekomen, waarin uit die toelage de geheele huishuur van den belanghebbende kon worden betaald. Andere leden konden zich met deze beschouwingen niet vereenigen. Zy achtten het van belang de hoofdingenieurs goed te salarieeren , niet alleen om het gewicht van hunne betrekking, maar ook omdat anders de beste elementen allicht in den dienst van gemeenten of particulieren zullen overgaan. In de Memorie van Toelichting zegt de Minister, dat het weinig aanlokkelijk kan zijn voor een ingenieur om zich aan den Rijkswaterstaatsdienst te verbinden met het vooruitzicht, dat hij na zijn oOste jaar op eene bezoldiging van f 3G00 nog niet tot de hoofdambtenaren zal behooren. De Minister wenscht aan vyf der oudste ingenieurs 1ste klasse den titel van hoofdingenieur toe te kennen en hunne bezoldiging van f3600 tot f4000 te verhoogen. Verscheidene leden achtten het billijk — ook in verband met de omstandigheid, dat naar de in 1893 gemaakte berekeningen bevordering van een ingenieur 1ste klasse tot hoofdingenieur in de laatste halve eeuw plaats vond na 21 tot 26 jaren dienst —, deze verbetering van positie te gunnen aan alle ingenieurs 1ste klasse, die minstens 28 jaren dienst hebben. Tot deze categorie behooren thans niet vyf maar zeven ingenieurs. Verscheidene leden hadden bezwaar tegen de voorgenomen uitbreiding van het korps. Terwijl 's Ministers ambtsvoorganger zich bepaalde tot het voorstel om daaraan twee adspirant-ingenieurs toe te voegen, wordt thans eene — nog wel aanvankelijke — uitbreiding met drie ingenieurs voorgesteld. Betoogd werd, dat de behoefte aan vermeerdering van personeel een gevolg is van de vele administratieve werkzaamheden , welke door de ingenieurs verricht worden. Wordt hierin voorzien door aanstelling van meer bureaupersoneel, dan meende men, dat o<>k de aanstelling van tijdelijke ingenieurs niet noodig zal blijken. De voorgestelde
21.)
uitbreiding van personeel werd te minder noodig geacht, nu verschillende buitengewone werken zijn afgeloopen en er voorshands geen nieuwe in uitzicht zijn. Volgens de Memorie van Toelichting behoeft de titulatuur van de in sommige rangen van het korps dienende ambtenaren wijziging, omdat /.y in het buitenland aanleiding geeft tot onjuiste opvattingen omtrent de positie van de betrokken leden van het korps. Gevraagd werd , welke rangen de Minister hier op het oog heeft en of het feit, dat in het buitenland onjuiste opvattingen bestaan, wel eene voldoende reden is tot verandering van de titels van Nederlandsche ambtenaren. 1 rriiiii-illii:; t o u r l u l ücliruik \uu
rijw I r l c n .
Art. 13. Voor deze vergoeding is f 1000 minder uitgetrokken, terwijl voor reiskosten f 1000 meer wordt aangevraagd. Vernomen was, dat de vergoeding, welke by gebruik van rijwielen gegeven wordt, zeer gering is, en dat het personeel dientengevolge van dit verkeersmiddel weinig gebruik maakt. Dit schijnt te leiden tot vermeerdering van andere reiskosten. Gevraagd werd, of het niet wenschelijk is de vergoeding voor het gebruik van rijwielen te verhoogen, aangezien het reizen per spoor- of tramweg duurder uitkomt. Iliircfl.'niililriiiirni.
Art. 14. Door een der leden werd de aandacht des Ministers gevestigd op een adres van 17 Juni 1902, waarin de bureelambtenaren aandringen op verbetering hunner positie. k il l l i l . i l !><■.-■ lil ItU-il.
Art. 15. Vrij algemeen was men ingenomen met hetgeen in de Memorie van Toelichting ter zake van de verbetering der positie van de kanaalbeambten wordt medegedeeld. Eenige leden meenden, dat nog enkele andere verbeteringen overweging verdienen. Zoo staat, naar men vernomen had, het personeel van de electrische inrichting te Umuiden, evenals dat van de boot van den Rijkswaterstaat in Noordholland, nog in menig opzicht achter bij de andere beambten. Ook werd geklaagd, dat het personeel het salaris niet altijd ontvangt op den lsten der maand, maar somtijds eerst in de tweede week, en dat sommige beambten het moeten halen op ver afgelegen plaatsen. Is het verder niet mogelijk de stortingen voor pensioen in te houden niet om de drie maanden, ten gevolge waarvan in de eerste maand van het kwartaal zeer weinig ontvangen wordt, maar elke maand? Andere leden vroegen of het, nu dé positie dezer beambten behoorlijk geregeld wordt, niet wenschelijk is aan sluis- en brugwachters niet meer te vergunnen nevenbetrekkingen , zooals het agentschap van vrachtbooten , uit te oefenen. Het waarnemen van zulke agentschappen geeft wel eens tot misbruiken aanleiding. Blijkens het slot van de toelichting op dit artikel wordt voor uitbreiding van personeel bij veerponten en stoomgemalen f9100 aangevraagd. Het wekte eenige bevreemding, dat hieromtrent volstrekt geene toelichting is verstrekt. Gaarne zou men alsnog vernemen, voor de bediening van welke ponten en stoomgemalen deze uitbreiding noodig geacht wordt. Tiiliiiiizi'n <>|> Bykawegca.
Art. 16. Sommige leden betreurden , dat de Minister bezwaar maakt de voormalige tolhuizen op de Rijkswegen door wegwerkers te doen bewonen. Daaronder zyn er, die slechts een gering loon hebben en wier positie zonder bezwaar voor den lande verbeterd kan worden . indien men hen in deze toch leegstaande woningen laat wonen. De tolhuizen zyn in vele gevallen zoo geplaatst. dat zy het verkeer volstrekt niet belemmeren. Andere leden betoogden, dat, voor zoover er bezwaar bestaat de woningen door wegwerkers te doen bewonen , zy aan andere beambten ter bewoning afgestaan of wel verhuurd kunnen worden. Ook waren er leden, die opmerkten, dat deze woningen, althans wanneer zij leegstaan, niet behoorlijk onderhouden worden en die daarom op verkoop van de leegstaande tolhuizen aandrongen. Hier tegen werd weder aangevoerd, dat, gelijk de ondervinding bewezen heeft, verkoop de huizen in handen kan brengen van personen, die deze afgelegen woningen bezigen voor den clandestienen verkoop van sterken drank. Deze leden achtten het beter de tolhuizen, die niet ter bewoning afgestaan of verhuurd kunnen worden, af te breken.
«IJIage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegroting voor het dienstjaar 1903. 2.
Oinli- llijiuiMi uil i ittiorxiiijiliiiit win ilt'ii \ r i l |i»l«lir liij >l;illniru
Ail. 28. Opnieuw kwam de dichting van tien Ouden Rijnmond ter sprake. In de Memorie van Antwoord betreffende de begrooting voor 1891) werd medegedeeld, dat van de l'rni-sische Regeering voorstellen waren ontvangen, die destijds nog in ondcr/oek waren. Gevraagd werd, hoe het thans niet deze zaak gesteld is. Vermeld werd, dat te Lobith drie aanlegsteigers* zijn op een afstand van 140 Meter en dat de gelegenheid tot aanleggen vee] te gerillg is voor het drukke verkeer. Herhaaldelijk weid tloor belanghebbenden op vergrooting van de aanlegplaats aangedrongen , maar dit zou door de Regeering geweigerd zijn op grond van het rivierbelang. Eenige leden vroegen, of en waarom dit belang zich tegen uitbreiding der aaulegplaats verzet. Hlnkens den toelichtenden staat is de som van f 80000 uitgetrokken voor de doorsnijdiug van den veerpolder by Malburgen, bestemd tot onteigening en wordt liet gelieele bedrag voor den aankoop van gronden geraamd op f' 201 000. Hieruit schijnt te blijken , dat men in 1903 nog niet met de uitvoering van het werk zal beginnen. Dit werd om meer dan ééne reden betreurd. De onteigeningswet is reeds in Juni 1901 tot stand gekomen en vertraging van onteigening is voor de onteigenende partij in den regel nadeelig. In het Voorloopig Verslag betreffende de loopeude begrooting werd reeds op spoedige onteigening aangedrongen. In (Ie Memorie van Antwoord werd toen in uitzicht gesteld, dat in de. tweede helft van dit jaar met den aaukoop der gronden aangevangen zou kunnen worden. Waarom is aan dit voornemen geen gevoJg gegeven'r1 Was men wèl ingelicht, dan zijn de voorbereidende maatregelen voor de onteigening reeds lang afgeloopen en beeft liet Departement de gegevens bijeen om tot de eiudaanwijzing der te onteigenen perceelen over te gaan. Ook niet het oog op de scheepv-iartbelangeu ia spoedige uitvoering van het werk zeer gewenscht. Met aandrang werd door eenige leden verzocht, dat ten deze meerdere voortvarendheid zou worden betracht en dat de aangevraagde som zou worden verhoogd. l i - i lii'trrinu t n i i de Vt.i.il.
Art. 29. In uit/.icht is gesteld, dat de uitgaven wegens bodembezinking tot vermindering van die voor baggerwerk zouden leiden. Van deze vermindering is tot dusver niets gebleken. Evenals ten vorigen jare wordt voor baggerwerk weder f85 000 noodig geacht en de Memorie van Toelichting vermeldt, dat inkrimping vau dien post nog niet geraden is. Oevraagd werd, hoe lang men desniettemin met het leggen van grondkribbeu denkt door te gaan. \ rl lil'trrililt \ . i l i ilr M.i.i- !i: l . i i n l i u r u .
Art. 34. In de Memorie van Antwoord betreffei de de loopende begrooting werd gezegd , dat omtrent bevaarbaarniaking van de Maas in Limburg een onderzoek werd ingesteld, waarvan de uitslag op een niet te ver verwijderd tijdstip kou worden te gemoet gezien. Govraagd werd, welke de uitslag van dit onderzoek is geweest. Op de laatstelijk in het Voorloopig Verslag betreffende de loopende begrooting aangeroerde gronden, werd door sommige leden op spoedige bevaarbaarmaking deirivier aangedrongen. \ rrli'uuiim w m I'IM M.-i.-i-iii
.7)7. 35. Sommige leden drongen er op aan, dat de Nieuwe Maasmond zou worden geopend, zoodra. overeenkomstig bet besluit der Staten van Noordbrabant van 15 Juli 1880, de werken tot afwatering van de gronden langs liet Oude Kaasje en de Mleek en Oostkil zullen zijn voltooid, en dat van de opening niet zou worden afgezieu met het oog op aanvragen tot uitvoering van andere werken. Anderen wenschten daarentegen, dat met de opening gewacht zou worden, totdat alle met de verlegging in verband staande werken zouden zyn voltooid. Geschiedt de opening vroeger, dan vreesden zy , dat groote streken van Gelderland daardoor benadeeld zouden worden. In den toelichtenden staat wordt vernield, dat het vermoedelijk wenschelyk zal zyn in ll)08 nog werken uit te voeren tot voorziening in de belangen der Dongelanden, (ievraagd werd, of de Minister thans kan uiededeelen, welke w erken nog noodig zullen zyn. Handelingen der Stalen-Generaal. Bijlagen. 1902—1903.
IX. 21.)
Ili-iiü O U T ili' I H n l i l liij M t a i S W S j W l i
Ail. 41. Terwijl ten vorigen jare medegedeeld werd, dat de vernieuwing dezer brug globaal op f60000 weid geraamd, verneemt men thans, dat de kosten f 78000 zullen bedragen. Sommige leden keurden af, dat ten vorigen jare, toen de Kamer over het Diaken van bet werk te beslissen had, eene raming werd voorgelegd , die thans blijkt onjuist te zyn. .Men wensclite te vernemen , waaraan de verhooging der raming is toe te schrijven. Het thans geraamde bedrag werd te hoog geacht en niet nadruk werd op vermindering van dat bedrag aangedrongen. » ri lnli i ii.u V M de li'i-lit in O» ri'iJKKi'l.
Aii Al. Opnieuw werd geklaagd, dat do toestand van de Vecht beneden Daltsen door de verbetering van de bovenrivier ongunstiger is geworden. Ten aanzien van de afwatering ondervinden thans de oeverlanden aan de benedeurivier bijna ieder jaar grooten overlast. Herinnerd werd aan hetgeen ter zake b'j de behandeling der loopende begrooting (Handelingen bladz. 079) werd opgemerkt. He snelle afvoer van het water op de benedenVecht is ook nadeelig voor de scheepvaart. Sommige leden wenschten dat in het voorjaar eene smalle geul op de droogste plaatsen gebaggerd zou worden , hetgeen weinig zou kosten en voor de scheepvaart van groot belang zou zijn. Verder werd gewezen op de belemmering, die de scheepvaart bij de doorvaart der spoorwegbrug ondervindt Aan de noordzijde is de rivier daar zeer ondiep: aan de zuidzijde heeft men ter bescherming der pijlers puin in de rivier geworpen ; de stroom richt zich nu TOOrnameiyk op de opening, voor de scheepvaart bestemd en maakt de doorvaart zeer moeilijk. Aangedrongen werd op voorziening, o. a. door doelmatige plaatsing vau palen, ongeveer op dezelfde wyze als vóór eenige jaren plaats had. Voorts werd door eenige leden aangedrongen op krachtige voortzetting der werken, omdat eerst na geheele voltooiing het volle nut daarvan getrokken kan worden. Waarom wordt, n u , gelijk de Memorie van Toelichting vermeldt, vertraging ontstaat door bezwaren ondervonden bij den aankoop van gronden , geene onteigeningswet ingediende Door andereu werd gevraagd, of, indien de werken, aan het slot iler toelichting genoemd, uitgevoerd zijn , voor de verbetering der Vecht geene uitgaven meer te doen zullen zyu. Deze leden wenschten verder eene vergelijkende opgave van de door de Regeering verstrekte ramingen voor deze verbetering en de werkelijke tot dusver gedane uitgaven. Ry de behandeling van het artikel werd door een der leden nog opgemerkt, dat de verbetering der Vecht op kosten van het Rijk geschiedt, maar dat voorde verbetering van den Ouden IJssel van ingelanden groote offers zyn gevergd , ofschoon ook de Oude IJssel eene bevaarbare rivier is. Hij vond hierin reden om op meer hulp vau Rijkswege voor de verbetering dezer rivier aan te dringen. illliltl r|il.ll>liciz.
.,7)7. 53. Eenige leden achtten het planten van hakhout op Vlieland eene gewaagde proefneming. In elk geval werden de
aanlegkosten , geraamd op ongeveer 1550 per hectare, zeer hoog
geacht. Gevraagd werd, waarom de aanleg zoo duur zou moeten zijn en of het bestuur der Heidemaatschappij over deze zaak gehoord is. Verscheidene leden achtten den termijn van 32 jaren voor de beplanting op Vlieland en Terschelling veel te lang. Mochten de resultaten aan de verwachtingen beantwoorden, dan werd aanbevolen ook andere duinstrekeu, met name op het eiland Schouwen, niet hakhout te beplanten. Een der leden meende , dat men bij de belmbeplanting niet overal niet voldoende zorg te werk gaat. De wortels worden niet altijd goed in den grond gestopt en dan komen de planten niet tot ontwikkeling. >>ii'iiiiilliin>ri!rii laMrhra • iill.iiii-iioK ril P<-drn. Art. 54. In den toelichtenden staat wordt vermeld, dat vooralsnog minder noodzakelijkheid bestaat voor aanleg van strandhoofden op bet kustvak , waarop art. 2 der wet vau 15 Juli 1898 (Staatsblad nu. 187) betrekking heeft. Eenige leden waren van meening. dat de thans, in den tijd van 3 jaren, aangelegde strandboofden niet voldoende zyn tot bescherming der kust en drongen ter voorkoming van rampen op voortzetting van den aanleg van hoofden aan. De Minister wenscht daarmede niet door te gaan juist nu de verplichting der provincie Noordholland om
6
(Staatsbegrootiug voor het dienstjaar 190.?.
Va der kosten te betalen o p h o u d t Wil men niet mei de/ell'de kracht voortgaan, nu de kosten geheel ten laste van den Staat komen , dan zou met het leggen van één strandhoofd per j a a r volstaan kunnen worden. Maar voortzetting werd in ieder g e t a l wenschelyk g e a c h t , ook omdat het gebruik maken van de aangelegde werken tot aanvoer van materialen , enz. het thans mogelijk maakt goedkooper aan te besteden , dan het geval zal zijn als die werken zijn opgeruimd. Mrliii'riiiiiiniikiioii.
Art. 50. Eenige leden wezen op de weuschelijkheid vau maatregelen tegen afslag op Schiermonnikoog, waarvan het behoud van groot belang H voor de beveiliging der Xoordzeekust. Naar zij m e e n d e n , is het noodig , dat ter sake spoedig afdoende maatregelen worden genomen. Ook werd verder aangedrongen op het nemen van maatregelen ten einde eene geregelde stoomvaartverbinding van het eiland met den vasten wal te verkrijgen. Naar het schijnt is ten gevolde van de sluiting der badinrichting van het eiland de bestaande dienst geheel opgeheven. Eene goede verbinding werd voor de ontwikkeling van het eiland zeer gewenscht geacht. I l a a i t i T t t i ' r k il nor l u l
lli . i l . / . n u l .
Op de begrooting van het loopende jaar is voor dit baggerwerk f 5000 uitgetrokken. Men vroeg, of dit werk uitgevoerd is of zal worden. N a a r vernomen w a s , hebben bij de gehouden aanbesteding, de inschry vingssommen de raming verre overtroffen.
2.
IX.
21.)
kocht; te worden. (Jevraagd werd, dat de Minister hiertegen zou doen waken. M a l l i l II' l l . l l linmri
Arl. (iii. Blijkens de Memorie van Antwoord betrell'ende de loopende begroeting waren de plannen voor de verbetering dezer haven . opgemaakt door de hoofdingenieurs van den Uyks- en van den provincialen waterstaat in Friesland , destijds nog in onderzoek, Gaarne zou men vernemen, of dit onderzoek nu is afgelooyen en of de Minister ter zake spoedig eenig voorstel denkt te doen. I l . i i i ' i i li- I t l o k / . i j l .
Arl. 67. Een der leden h a d , op grond van hetgeen door 's Ministers ambtsvoorganger gezegd werd in de vergadering der Kamer vau 18 December 1900 (llaiitlrliinjcit bladz. 807) verwacht, dut in den toestand van de haven te IJlokzijl verbetering zou zijn gebracht. Gevraagd werd, of spoedig tot die verbetering zal worden overgegaan. I l a t i ' i i li- I». I I / i j l .
Arl. 08. Een der leden gaf zijne voldoening te kennen over de vcrhooging vau de ter verbetering van deze haven aangevraagde som. Hy sprak de hoop u i t , dat de werken met spoed zouden worden voortgezet. k a n a a l van ili' jCiilil-lVilli'iiiswiin I n a a r ilrn Allll'r.
Werken nu ■•
Arl. 53. N a a r aanleiding van eene opmerking in het \ r oorloopig Verslag van de Eerste Kamer omtrent de loopende begrootuig heeft de Minister verklaard, dat de afneming van het eiland aan de westzijde alleen zou zijn tegen te gaan door zeer kostbare onderzeesche w e r k e n , welke echter „vooralsnog" niet noodig werden geacht. Een der leden m e e n d e , dat voor het maken van kostbare werken tot verdediging van het eiland in geen geval voldoende grond bestaat. Hij sprak de hoop uit, dat de Minister hiertoe ook in de toekomst geen voorstel zal indienen. De aandacht des Miuisters werd gevestigd op de herhaalde geschillen tusschen den strandvoogd en personen die op het eiland komen om te j a g e n . De strandvoogd schijnt te meenen , dat hij alleen bevoegd is op het eiland te jagen. Gevraagd werd , of dit juist is. Voorts werd aangedrongen op verzekering van de arbeiders van den voogd tegen de gevolgen van ongelukkeu. De Ongevallenwet is op deze arbeiders niet toepasselijk, aangezien zij öf landbouwers öf zeelieden zijn. Toch staan zij , vooral de zeelieden , aan ongevallen bloot, gelijk verleden j a a r en eenige jaren vroeger gebleken i s , toen twee dezer arbeiders verdronken zijn met achterlating van onverzorgde weduwen. Ook werd afg e k e u r d , dat deze arbeiders des winters een lager loon genieten dan des zomers. Nog werd aangedrongen op het honden van controle op de uitbetaling van hun loon. Men gaf in overweging loonstaten te doen teekenen en den voogd te gelasten die staten aan de hoogere autoriteit over te leggen. I l i i i l r n l i a i rn te SefcCl i'iiiimeii.
Arl. 70. Het had teleurstelling g e w e k t , dat betreffende dit kanaal in de Memorie van Toelichting niets is gezegd. Men v r o e g , of de indiening van een wetsontwerp thans spoedig te gemoet gezien kan worden. l.inlin van telegrspfclaebc vrriiimliiigi-ii.
Arl. 71. Door een dor leden werd gevraagd, of het niet aanbeveling zou verdienen eene telephonische verbinding te maken tusschen K r a g g e n b u r g — het eindpunt van den oostelijkeu leidam van het Zwolsche diep — en Genemuiden of Zwartsluis. Voor de schippers, die bij oostenwind dikwerf buiten moeten blüven en by mist last ondervinden , zou dit een groot gemak opleveren , en voor den waterstaat zou de verbinding ook haar nut hebben. %|icliEuoritsrltt' k a n a n l .
Arl. 73. Gevraagd w e r d , of de Minister kan mededeeleu in hoeverre uitzicht bestaat op het verleenen van eene bijdrage door de Staten vau Gelderland voor de verruiming van het kanaal tusschen Hattetn en Apeldooru. \in>ritiiiil!aiiiKrli k a na a l .
Arl. 70. Met het oog op het verminderde verkeer op dit kanaal hadden sommige leden wel eenig bezwaar tegen hel toestaan van eene som van f 15 0'JO voor verdieping. Gevraagd w e r d , of de toestand van dien aard i s , dat de verdieping in het belang der scheepvaart bepaald noodzakelijk is. \ oii ri! ■/.«■«■ ka naa I.
winter werklieden wegens gebrek aan werk weggezonden moeten
Art. 77. Voor eeue berghaven voor baggerinaterieel wordt f 50 0O0 a a n g e v r a a g d , waarvan f 45 000 bestemd is voor het bouwen van elf woningen voor het loodspersoneel. Deze bouw kwam sommigen leden niet noodig voor, o m d a t , naar zij meenden , op geriugen afstand van de sluis genoeg huizen voor dat personeel te hureu zh'n. Deze leden wenschten verder de beslissing over den haveuaanleg , waarvan de kosten iu de Memorie van Toelichting voorl o o p t gesteld zijn op niet minder dan f 530 0 0 0 , uit te stellen, totdat bekend i s , op welke voorwaarden de noodige afgraving van zand verkregen kan worden. Voor den boow van drie woningen voor personeel bij n. electrische inrichting te IJiuniden wordt f 12 000 gevraagd. Dit bedrag kwam sommigen te hoog voor. Hiertegenover werd door anderen gewezen op het feit, dat de Rijkswoningen voor beambten niet zelden te weinig ruimte hebben vooreen groot gezin. Verzocht werd om overlegging van de instructie voor den havenmeester te IJniuideu.
wordeu, bh' voorkeur de gehuwde arbeiden in dienst gehouden zouden worden. Iu de keeten schijnt op clandestiene wijze sterke drank ver-
Art. 78. Volgens mcdedeelingen in de dagbladen zijn voor liet verkeer te Velseu twee ponten aangeschaft, die geheel
Arl. 63. Iu verband met de op 20 .luli 1899 door den Minister van Oorlog in de Eerste Kamer afgelegde verklaring {Handelingen bladz. 514) wensohten eenige leden, ook na hetgeen in de Memorie van Antwoord op het V o o r l o o p t Verslag dezer Kamer betreffende de loopende begrooting werd medegedeeld, de verzekering te o n t v a n g e n , dat aan de btiitenhaven geen grootere diepte zal worden gegeven dan 2,5 M. — A . l \ en dat tot uitdieping niet zal worden overgegaan, voordat de haven tot 2 M.— A.l J . zal zijn aangeslibt. Ook werd gevraagd, waarom de post van f 14 000 voor levering van koperen buskruitkisten niet gebracht is o p het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting. Blijkens noot 43 van den toelichtenden staat wordt f 25 000 gevraagd voor het op diepte houden der buitenhaven. (ievraagd werd of iu 1903 reeds niirfcrlioinlskosten voor de haven te ramen zullen zijn en of deze som voor een geheel jaar berekend is. Een der leden drong er op a a n . d a t , indien met den komenden
(Staatsbegrootiug Toor het dienstjaar 1003. 8. IX. 21.) ongecchikt schijnen te zijn voor liet doel. Naar vernomen wan, is als model genomen eeno pont, gebruikt op een vaarwater, waarvan de toestand geheel verschilt van dien van het kanaal te Velsen, en is geen acht geslagen op de wenken Tan deskundigen, bij de bestelliug van het vaartuig aan den waterstaat medegedeeld. Vele leden hadden met groote teleurstelling kennis genomen van deze berichten, die schijnen aan te toonen, dat hiereene roekelooze geldverspilling heeft plaats gehad. Men vroeg, op wien de verantwoordelijkheid voor het gebeurde rust. Gaarne zou men voorts in bijzonderheden vernemen, hoeveel voor het pontveer reeds is uitgegeven en hoeveel, naar de schatting des Ministers, nog uitgegeven zal moeten worden, en wat thans gedaan wordt ot zal worden om een goed pontveer te verkrijgen. Sommigen drongen op spoedige en afdoende maatregelen aan; anderen waren niet geneigd alsnog gelden voor het pontveer toe te staan , omdat zij na het gebeurde vreesden , dat in het drukke verkeer te land van voertuigen en personen niet voldoende door zoodanig veer voorzien zal kunnen worden. Gevraagd werd , of de commissie benoemd niet betrekking tot de verhooging van de Hembrug reeds rapport heeft uitgebracht en, zoo j a , tot welke conclusie de Minister terzake gekomen is.
7
Hi'|i|M'lcnllf|i.
Art. 00. In de Memorie van Antwoord betreffende de loopende begrooting wordt beaamd, dat de waterloozing van Drenthe door plaatsing van een stoomgemaal te Zwartsluis verbeterd zou kunnen worden. Door sommige leden werd aangedrongen op de plaatsing van zoodanig werktuig voor rekening van den Staat, met subsidie van de provincie. Vermeld werd , dat in den jongtten zomer ten gevolge van den gebrekkigen waterafvoer weder groote sehade aau den hooiooust is berokkend. Gaarne zou men vernemen , of de Minister bereid is spoedig voor de plaatsing van een stoomgemaal te zorgen. l>M-ntliM-li<' I I I M I I ' I I - i n I t r l l t ' i > a a r l i ' i i .
Art. 03. Voor de voorgenomen verruiming en oeververdediging van dit kanaal zal volgens de Memorie van Toelichting eene som van f 345 600 gevorderd worden, terwijl het jaarln'ksch onderhoud van de oeververdediging op f 15 000 is te stellen. Verscheidene leden hadden bezwaar tegen het doen van zoo groote uitgaven voor dit kanaal. Naar men vernomen had, is de scheepvaart op het kanaal sedert 1802 weinig toegenomen. In de Memorie van Toelichting wordt gezegd, dat, indien voorde stoomschepen met een diepgang van hoogstens 1.25 M. eene snelheid van 100 M. per minuut moet worden gehandhaafd , Art. 70. Voor personeel en kosten van exploitatie der vischhal bijzondere voorzieningen aangebracht behooren te worden. Men is f 14 500 meer uitgetrokken dan ten vorigen jare. Enkele leden miste echter het betoog, dat het noodig is het varen met hadden tegen deze verhooging bezwaar, omdat de steeds stijgende die snelheid toe te laten en vroeg, of het niet mogeln'k is door uitgaven voor deze inrichting niet worden opgewogen door de beperking van de snelheid der stoomvaart deze dure voorzieningen daaruit voortvloeiende baten. Uit de stukken der Middelenwet onnoodig te maken. Ook vroeg men , of by bet opmaken der blijkt, dat de inkomsten voor 1003 wel f13 875 hooger worden plannen wel de noodige zuinigheid is betracht en of het wel geraamd dan voor 1002, maar in het geheel worden zij gerekend zeker is , dat na de uitvoering der werken over het algemeen met oeververdediging door rijspakwerk en stapelzoden volstaan slechts f 25 000 te zullen bedragen. Opnieuw kwamen eenige leden op tegen het aan de Haarlem- zal kunnen worden. Verder zouden eenige leden gaarne versche Bank verleende monopolie voor het verstrekken van krediet. nemen , of de gewenschte diepte van 2,5 AI. -r K.P. verkregen zal worden door verhooging van het kanaalpeil of door verdieping van den kanaalbodem. In het laatste geval zullen de I l a t i - n w i ' r k i - i i U 'IVrncii/.cii. dorpels der meeste sluizen verlaagd moeten worden. ■Art. 83. Tn de Memorie van Antwoord betreffende de loo- Andere leden vroegen, op welk gedeelte der Hoofdvaart de pende begrooting werd medegedeeld, dat de voorstellen , gedaan voorgenomen verbetering betrekking heeft. Betreft zij alleen het door de commissie, die belast werd met het onderzoek naar de bovenpand of zal zij ook ten goede komen aan het gedeelte van behoefte aan uitbreiding van de havenwerken te Terneuzen in Dieverbrug tot Meppel ? Zal meer in het bu'zonder de toestand verband niet de exploitatie der spoorwegen naar Geuten Mechelen, vau de landen aau de Beilerstroom hierdoor worden verbeterd ? in overweging waren genomen, terwijl de Minister in de ver- Welken invloed zal het werk verder hebben ten aanzien van gadering der Kamer van 18 December jl. (Handelingen bladz. 080), den toestand aau de Damsluis te Appelscha ? verklaarde, dat hu' aau de spoorwegtoestandeu te Terneuzen Voorts werd gevraagd, of thans gezorgd is voor verbetering zeer spoedig zijne aandacht zou schenken. Hoe treurig het mei der wisselplaatsen op de Beilervaart. die toestanden gesteld i s , blijkt uit hetgeen vermeld wordt op Ook werd nader aangedrongen op verbetering door de zorg bladz 65 en volgende van het jongste verslag van den Kaad van van het II ijk van het haveukolkje te Meilen , opdat het bruikbaar Toezicht op de Spoorwegdiensten. Het had verscheidene leden worde als lig- en losplaats voor schepen. De verbetering is van teleurgesteld, dat te dezer zake bij deze begrooting geene voor- groot belang voor het vervoer van landbouwproducten en meststellen zijn gedaan. De langzame behandeling van de zaken, stoffen , en om haar tot stand te brengen is Kijkshulp nooddie voor de Nederlandsche belanghebbenden van groote be- zakelijk. Hooge kosten zullen daarmede echter niet gemoeid zijn. teekenis zijn, steekt scherp af bij de voortvarendheid , welke K e l a r a t n r i l a s *>|> BQkswpgeaj beplanting. betracht wordt waar het Belgische belangen betreft. Intusschen is de toestand der loskadeu van dien aard, dat vele Ar\. 06. Door een der leden werd geklaagd over de beschepen verplicht worden 5 a 6 meter van den wal te blijven, strating van sommige Kijkswegen met keien van onvoldoende waardoor de los- en ladingskosten zeer vermeerderen. Wordt qualiteit. Betoogd werd , dat ofschoon het onderhoud van eene niet spoedig voor verbetering der loskaden gezorgd, dan zullen de keibestrating veel goedkooper schijnt dan van eene klinkerhandel en scheepvaart van Terneuzen , die in weinige jaren eene bestrating , dit toch inderdaad niet het geval i3 , wanneer de groote vlucht hebbeu genomen, te niet gaan , als de verbetering keien niet deugen en dientengevolge na korten tijd vernieuwd van het kanaal naar Gent gereed komt. De diepgaande schepen, moeten worden. die vroeger verplicht waren te Terneuzen te lossen, zullen dan In overweging werd gegeven om, evenals in Duitsehland naar (ieut opstoonien. geschiedt, langs daarvoor geschikte Kijkswegen, vruchtbooineu Men hoopte, dat de Minister spoedig maatregelen zal nemen te planten. Er waren leden die meenden, dat de beplanting ten einde verplaatsing van den handel naar Gent te voorkomen thans niet altijd op oordeelkundige wijze geschiedt. en de spoorwegtoestanden te Terneuzen te verbeteren. AangeY\ r u r n in l.illlliliri;. drongen werd op openbaarmaking van het verslag der bovengeArl. 106. Gevraagd werd, waarom in het vorige jaar vele op noen°de commissie, terwijl men ook gaarne zou vernemen, welke indrukken de Minister heeft opgedaan, toen hij Terneuzen bezocht. den grooten weg van Maastricht naar Nijmegeu staande hoornen In noot 63 van tien toelichtenden staat wordt enkel opge- verkocht zijn, ofschoon zij nog niet de volle verkoopwaarde geven , op welke wijze f 0000 zal zijn te besteden. Gaarne zou hadden. men , evenals ten vorigen jare , eene specificatie van het geheele \ vi himliiiu t a n l i n v l a I I i l in* i I'I-I: r r i i ' M ' l i r n w a l . aangevraagde bedrag ontvangen. Art. 107. Erkend werd, dat deze verbinding belangrijk verk a n a a l iloor /.iii
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 190;}.
s
B l a t t n I)' Miililrlli.il l i l - i k a n a a l n.i.'ir ili- V» < r r i l l i m i > . u r n i WOg t a n Vlagt W f d d f n a a r T r i ' l | i e l .
ü.
JX.
lil.)
I.nl.alcn . tijilrlifU In ^i'lirnlK.
Arl. 180,
Men wenschte eene lijst van de bierbedoelde lokalen
.7/7. los. Nu blijkens noot 87 van den toelichtenden staat, te o n t v a n g e n , n u t aanduiding van de administratiè'n, waarvoor de bestaande regeling betreffende In-t onderhoud der baren te ieder hunner wordt gebruikt. Middelharnis is afgeloopen. werd gevraagd, of er wel voldoende reden bestaat daarvoor bij voortduring eene Rijksbijdrage te Iltmtcillag «üad liji.i' y.aini. verleenen. Ail. 181. Gevraagd werd, of de voortzetting van den arbeid Voorts werd gevraagd. line liet staat met den aanleg van in den avond geene aanleiding geeft tot een te langen arbeidstijd. het kanaal naar en in de \\ eerdingervenen. Ten vorigen jare is door den Minister een subsidie voor den I ' e r b a a w l a a m humt Otnaili-uii-nt t a n lliiiiiinl.iiiil-i'lir / . a k i e. aanleg van een harden weg van Vlagtwedde i aar Ter Apel in uitzicht gesteld, mits daarvoor ook door de provincie en de be Arll. 138 en 184. Door sommige leden werd geklaagd over de on langhebbende gemeenten bjjdragen wei-den verleend{Hanileliugm voldoende toelichting van dezen post. Er wordt ten aanzien van de blad/. 698). Vernomen was. dat de provincie eerlang een sub kosten niets anders medegedeeld, dan dat een nieuw ontwerp sidie zal toestaan. Gevraagd werd. of do .Minister bereid is, wordt voorbereid; dat daarbij ook bet gebouw van het Departement desnoods bij Buppletoire begrooting, een voorstel te doen tot van W a t e r s t a a t , Handel en Nijverheid is betrokken en dat bet verleencn van liykshnlp. Betoogd werd. dat de verhar volgens toorloopige raming de kosten van het nieuwe ontwerp ding van dezen weg ook van belang is met bet oog op den globaal zijn te stellen. Hierbij wordt niet vermeld, of daaronder aanvoer van materialen voor de kanalisatie van vVesterwolde. al dan niet begrepen zijn de kosten van opzicht, verwarmings KuBktwrcrn tai; IVï/r Baar l.rliV «: tan Ort'rltt naar Odoora. dril, 110 <■« 111. in de Memorie van Toelichting wordt ge zegd, dat het toekomstig onderbond van deze aan te leggen wegen als verzekerd kan worden beschouwd. Gaarne zou men omtrent de beteekenis van deze mededeeling eenige nadere in lichting ontvangen. Hebben de belanghebbende gemeenten zich verbonden voor bet onderbond te zorgen 'i Een lid bad bezwaar tegen bet. bepalen van de lïijksbulp op een verschillend percentage der kosten in de gevallen bij deze en de beide volgende artikelen bedoeld. Anderen waren daaren tegen van m e e n i n g , dat het rationeel is bjj de bepaling van bet bedrag van bet Rijkssubsidie rekening te bonden met de meerdere of mindere draagkracht der belanghebbende streek. I l a t r n li' H o o n t .
Arll. 115 en 1H>. Terwijl ingenomenheid werd betuigd met de in deze artikelen voorgestelde bijdragen , werd g e v r a a g d , of niet eene nadere aanvrage voor bet maken van eene vluchtbaven te Hoorn is ingekomen Blijkens de .Memorie van A n t woord betreffende de begrooting voor 1900 was 's Ministers ambtsvoorganger gezind daarvoor een subsidie te verleenen. Toen is tussehen bet Rijk en de gemeente geene overeenstem ming verkregen kunnen worden. Gevraagd w e r d , of een voorste] betreffende deze zaak te gemoet gezien kan worden. üatrn Ie Vlaardincrn. Arl. 117. Verscheidene leden konden z i c h , ook in verband met hetgeen van Rijkswege voor de havens van IJ muiden en Seheveningen gedaan w o r d t , met dezen post niet vereenigen. Het werd niet wenschelnkgeacht , «lat bet Kijk. die de visschersbaven te [Jmuiden exploiteert, de concurrentie met die haven zal gaan bevorderen door eene bijdrage te verleei en voor de uitbreiding van de haven van Vlaardingen. In elk geval scheen bet b'ijksbelanir niet in die mate hij deze haven betrokken, dat er reden zou zijn om daarvoor een subsidie van niet minder dan f 120 HOU te verleenen. Anderen voerden hiertegenover a a n , dat de vaartuigen, die te Vlaardingen k o m e n , geen gebruik kunnen maken van de havens te l.Jmuiden en te Seheveningen. S H i r i ' l j l t .'l.'li l r i i i : ^ | - f s s , * i ! .
Arl. 122. Een der leden, die het uitgetrokken subsidie overigens vrij hoog achtte, vroeg, of de besprekingen op deze congressen niet zouden kunnen leiden tot de vaststelling van internationale regelen betreffende overlading van zeeschepen. In Engeland be staan zulke bepalingen en hier te lande bestaat daaraan behoefte. I r r l l r b t l B B , pa brktratlng. t a n I n t tt'niiri.Iiol'.
Arl. 129. Benige leden konden zidi niet vereenigen n u t het geen in de Memorie van Antwoord betreffende de loopend e begrooting omtrent bet bekostigen van de verlichting en de bestrating van bet Binnenhof wordt betoogd. Dat betoog zou hans inziens alleen o p g a a n , indien het Binnenhof gelijk w a s t e stellen niet andere bijzondere eigendommen van den Sraat. Maar nu bet ten dienste van bet algemeen bestemd is , behoort hans inziens de zorjj voor bestratingen verlichting van bet Binnenhof] evenals die van andere Btraten en pleinen , ten laste van de gemeente te komen.
toestellen, waterleiding, v e r l i c h t i n g , inwendige inrichting en
ameublement. Bovenal miste men eene uiteenzetting van de denkbeelden der Regeering omtrent hetgeen te doen staat ten einde te voorzien in de behoeften aan lokalen van onderscheidene Departementen. Zonder een goed bestudeerd algemeen plan belmoren, naar men meende, geen ingrijpende bouwwerken aangevangen te worden. Niet alleen het Departement van Binnenlandsche Zaken heeft behoefte aan een g e b o u w , waarin zijne verspreide bureelen vereenigd worden. Tot gelijk doel beeft het Departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid behoefte aan eene groote vermeerdering van lokalen. Reeds aanstonds rijst dus de v r a a g , of er op het Binnenhof langs den vijver genoeg ruimte is om op den d u u r deze twee Departementen nevens elkander behoorlijk te huisvesten. Ook is bet de v r a a g , of het gebouw van het Departement van Buiteulandsche Zaken niet allereerst voor verbetering of vernieuwing in aanmerking k o m t , ook in verband met den wensch der gemeente tot verbelering van de gemeenschap tussehen het Buitenhof en bet Hofspui en wellicht tot het verkrijgen van lokalen voor den
Baad van State. Verder behoort uitgemaakt te worden, op welke wijze bet bouwterrein ten noorden en noordoosten van de Grafe lijke Zalen tussehen de Orenadierspoort en bet kantongerecht ware te benutten. Ook dient beslist te worden, welke bestem ming zal zijn te geven aan het huis van GlOKM VAN PKINSTERKII en aan het huis van Amsterdam — naar welk gebouw wel licht de Koninklijke bibliotheek ware over te brengen met bijbouw van een boekeumagnzyn daarachter - én of een dezer beide huizen of wel het gebouw der Koninklijke bibliotheek ware te be stemmen voor bet Kabinet dor Koningin of voor eene a m b t s woning voor den Minister van Buitenlandsche Zaken. Gevraagd werd, of de Regeering een algemeen plan beeft gemaakt. Zoo neen, dan achtte men de bij dit artikel gedane aanvraag praematuur. Men meende intu-scheu te weten , dat er omtrent sommige punten voornemens bestaan. Zoo z.ou het plan bestaan het tegenwoordige gebouw van het Departement van Buitenlandsche Zaken geheel of gedeeltelijk te vernieuwen, het uit te breiden door aanbouw op het vóór bet gebouw gelegen terrein en het dan te bestemmen voor bet Departement van W a t e r s t a a t , Handel en Nijverheid, terwijl een gedeelte van het g e b o u w , thans bij laatstgenoemd Departement in g e b r u i k , o. a. de Trèveszaal en de oude zaal der Staten-Generaal, dan zou dienen tot huisvesting van het Departement van Buitenlandsche Zaken, en een ander gedeelte bij her Departement van Binnenlandsche Zaken zou worden getrokken. Hierop zou betrekking hebben de op bladz. 34 der Memorie van Toelichting voorkomende mededeeling, dat met den voorgesteldcn bouw de wijziging van eenige lokalen van het departement van W a t e r s t a a t , Handel en Nijverheid verband houdt. Bestaat dit voornemen inderdaad, dan zou h e t , ten einde de verhuizingen te verminderen en de stoornis der administratiè'n te b e p e r k e n , de voorkeur verdienen met de verwisseling der Departementen van Buitenlandsche Zaken en van W a t e r s t a a t , Handel en Nijverheid te beginnen. Men wenschte derhalve voor alles een algemeen plan be treffende de voorziening in de behoefte van de verschillende Departementen overgelegd te zien. Verder zou men gaarne de meening der Regeering leeren kennen omtrent de bovenver melde v r a g e n , terwijl men ook wenschte te v e r n e m e n , op welke wijze voorzien zal worden in de behoefte aan lokalen , bedoeld in noot 2 van den Toelichtenden Staat. Voorts werd overlegging gevraagd van bet program van eischeu, van de
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Slaatsbegrooting voor liet dienstjaar 1903. ff, IX. 21.)
9
plattegronden, doorsneden en opstanden van het voor liet Departement van Binnenlandsclie Zaken ontworpen gebouw, niet aanduiding van de: bestemming van elk lokaal, alsmede van eene betrouwbare raming, bevattende alle uitgaven voor dat gebouw. Tevens zou men gaarne de verzekering ontvangen , dat zorg gedragen zal worden voor liet behoud van de gedeelten van de Biiineiihofgebouwen, welke 680 artistiek karakter hebben en dat ter zake de commissie voor de Grafelijke Zalen gehoord zal worden: bij de onderhanden te nemen gebouwen zyn betrokken doelen van graf'elijken bouw, naar behoud waarvan gestreefd dient te worden. Ten slotte werd gevraagd, of in de bij art. 133 uitgetrokken som ook begrepen zijn de kosten van de verhuizing van do bureelen van het Departement van Binnenlandsche /aken.
, op het gemis van aansluiting van de treinen der eene maat] schappij met die der andere op de gemeenschappelijke stations j te Amsterdam, Deventer en Geldermalsen , en op de gebrekkige | exploitatie van hot lijntje den Haag—den Haag. Voorts werd vermeld, dat uit Duitschland terugkomende Friesche arbeiders '■ van Winterswijk over Enkhui/.en —Stavoren naar Leeuwarden waren gedirigeerd. Men herinnerde verder aan de vele grieven jaarlijks omtrent de wijze van exploitatie geopperd. Ook nu werd weder geklaagd over het veelvuldig te laat aankomen der treinen. Andere leden betoogden, dat de ondervinding, in andere landen opgedaan, niet pleit voor invoering van Staatsexploitatie en merkten op, dat het publiek ook in menig opzicht profiteert van de concurrentie tusschen de beide groote maatschappijen. Overigens meende men, dat de Itegeering krachtiger I ri l i o . i u init ai'lio.n» I » , | I : I T ( I I I I ut t a n l'iii.iiiririi. [ kon optreden tegenover de spoorwegbesturen. Met name kan zij, waar zij de dienstregelingen heeft goed te keuren, beter Art. 135. De in de Memorie van Toelichting voorkomende zorgen voor behoorlijke aansluiting tusschen verschillende lijnen. opsomming van gebreken van de bestaande gebouwen kwam sommigen niet vry van overdrijving voor. t r i . 2 0 « I r *>|I
\<'i'<('iiki>iii>li'ii. Gevraagd werd, welke gebouwen, behalve de thans voor vernieuwing voorgedragene, nog vernieuwing of vo tmening Blijkens het vermelde op bladz. 22 van het j o n g s t e verslag zullen vorderen. van den Baad van Toezicht, heeft de Exploitatie-maatschappij En wegens de groote uitgaven , aan de voorgenomen ver- aan den Minister machtiging gevraagd voor den aanleg en de bouwing verbonden èn wegens het historisch karakter van het exploitatie van eene spoorwegverbinding van het station A m huis van Oldenbarneveldt weiiscliten sommigen, dat ook het i sterdam-Weesperpoort en van Duivendrecht naar den electrischen advies van de commissie voor de Grafelijke Zalen, zoowel om- I locaalspoorweg van Amsterdam naar H a a r l e m , aansluiting trent de ontwerpen als omtrent de uitvoering daarvan, zou gevende aan het ontworpen station van dien locaalspoorweg worden ingewonnen. ; nabij het concertgebouw en aan den locaalspoorweg in de richting Ook werd overlegging gevraagd van de ontwerpen , platte- van Haarlem. gronden . doorsneden en ops ouden , met aanduiding van de bel)e/.> verbinding wenschte do Maatschappij als eene u i t stemming van elk lokaal , zoowel ten aanzien van het nieuwe i breiding van den Staatsspoorweg tot stand te b r e n g e n . gebouw als ten aanzien van de daarachter gelegen gebouwen W o r d t aangenomen, dat art. 20 der spoorwegovereenkomsten die voor latere vernieuwing in ainmerkiug komen. ten deze toepasselijk is, dan zal, gelijk uitvoerig is uiteengezet in lilde A/DlKMNe. Spoorwegen. > l . i a t ~ i \ | i l o i l i i l i r w m >|i(M>i'M rjicn.
het Voorloopig Verslag betreffende de onteigeningswet voor een zijtak van den locaalspoorweg Sittard-Herzogenrath naar de miju Carl (Gedrukte Stukken 1901—1902 — 17.*). de Staat zich tegen den aanleg van deze en dergelijke verbindingslijnen niet k u n n e n verzetten, al worden zy door het Staatsbelang niet g e v o r d e r d , terwijl Inj naasting van de spoorwegen van de Exploitatie-maatschappij de Staat de volle kosten van den aanleg van dergelijke lijnen zou hebben te vergoeden, l ' i t het verslag van den Baad van Toezicht kan worden afgeleid, dat ook de verbindingslijuen Uollandsche IJzeren Spoorweg — Nederlandsche Centraalspoorweg nabij Blauwkapel en Staatsspoorweg — Nederlandsche Centraalspoorweg nabij de Merwede- en Vechtbruggen , tegen het gevoelen van dien Raad in op den grondslag van art. 20 zeilen tot stand komen. Men meende dat de bovenbedoelde verbindingen als nieuwe lijnen zijn te beschouwen i en dat voor den aanleg daarvan eene concessie noodig is.
Verscheidene leden drongen op Staatsexploitatie aan als het eenige middel om in de spoorwegtoestanden afdoende verbetering te brengen. H e t blykt meer en meer, dat de gevolgen , welke de Regeering verwachtte van de overeenkomsten met de beide groote spoorwegmaatschappijen niet zijn verkregen. Gewezen werd op de verhandeling van den heer SANDERS in de Vragen iet Tij/Is van September j l . , w a a r u i t , naar de meening van eenige leden , blijkt, dat die overeenkomsten slecht hebben gewerkt. Volgens dit opstel bedroeg het aantal reizigers in de jaren 1881—1889 gemiddeld 1,3275 en in de jaren 18'Jl—1900 gemiddeld 1,2160 por treinkilometer. Het aantal vervoerde tonnen beliep in L881— 1889 gemiddeld 1,1777, en i n 1891—1900 gemid- ! deld 1,3340 p e r treinkilometer. Het aantal vervoerde tonnen nam van 1881 — 1881) met 43 pet., in 1891—1900 met slechts 39 pet. t o e , terwijl het scheepvaartverkeer met het buitenland langs de rivieren toenam met 24 pet. in het e e r s t e , en met 117 [iet. in ; het tweede tijdvak. In 18M» bedroegen de uitkeeringeu der beide maatschappijen aan den Staat f 2 9 0 0 0 0 0 hg' eene opbrengst van f 2 0 9 9 2 0 0 0 ; in 11)00 f 3 921 000 bij eene opbrengst van f 10 550 0 0 0 ; de St.iat ontvangt dus thans een lager percentage van de o p b r e n g s t , terwijl de maatschappijen het vrije gebruik hebben van de door den Staat aaugelegiie of tegen hoogen prijs gekochte lijnen. Voorts werd betoogd , dat hetgeen geschied is : niet den aankoop van de llollaudsche Eleetrisclie Maatschappij en de Zuidhollandsilie Electrische Maatschappij ook aantoont, welken schadelijken invloed de macht eener groote spoorwegmaatschappij op den stand van /.aken kan uitoefenen.
IVrsoiM'H.
In de vergadering van 19 December jl. (Handelingen bladz. 722) zeide de Minister, dat een nieuw reglement voor den dienst op de spoorwegen zoo goed als gereed is. Het had bevreemding gewekt, dat dit nieuwe reglement nog steeds niet is vastgesteld. Men vroeg, of het spoedig te gemoet gezien kan worden. Wederom werden klachten vernomen over het verleenen van veelvuldige ontheffingen als bedoeld in art. 113 van het bestaande reglement. Ook werd de meening geuit, dat aan de in dat artikel vervatte bepalingen omtrent den arbeidsduur niet voldoende de hand gehouden wordt. Bepaaldelijk werd gewezen op een geval, vermeld in een Maastrichtsch blad, getiteld .Samenwerking", van 10 Augustus 1902. Verder werd weder aangedrongen op vermindering van den arbeidsduur, BOoals die geregeld is in evengemeld artikel en in art. 70 van het Reglement op den dienst der loraalspoorwegen (ülnahbliul 1902 n°. 170), ook uit het oogpunt van veiligheid van Dat door de concurrentie a outrance tusschen de beide maat- | het verkeer. Vermeld werd, dat de machinisten somtijds wegens schappijen onhoudbare toestanden ontstaan zijn , is door den Mi- te zworen dienst overplaatsing vragen naar den goederendienst. Art. 113 heeft verder, naar beweerd werd, vele beambten in nister ten vorigen j a r e erkend (Hitinli-Uni/rn blad/.. 720). Gewezen j werd op hetgeen ten aanzien van den vinuigen strijd tusschen de slechter conditie gebracht met betrekking tot de verloftijden. beide maatschappijen omtrent het goederenverkeer over Rosendaal Men wenschte, dat den beambten een wekelyksche rustdag verniet België wordt medegedeeld op bladz. 2; J 4—238 van het jongste zekerd werd. verslag van den Raad van Toezicht, die tot de conclusie k o m t , Voorts werd geklaagd , dat zy , die baan wachters aflossen , dat de Exploitatie-maatschappij het vervoer naar Xederlandsche geen voldoende gelegenheid vinden om nachtrust te genieten coiicurrentiestations derft; dat de llollaudsche maatschappij er na afloop van de aflossing. Vermeld werd, dat in Limburg een verlies bij lijdt en dat de afleiding van goederen van de tarief- niet de aflossing belaste beambte gedurende 7 achtereenvolgende route de Nederlandsche spoorwegbelangen schaadt, terwijl de nachten den nacht in een bosch had moeten doorbrengen. Ook E t a t Beige belangrijke voordeden geniet. Ook werd gewezen werd gewezen op de weuscheliikheid, dat de haan wachters woonH a n d e l i n g e n der S t a t e n - ü e n e i a a l . Bijlagen. 1902—1903.
I"
(dcaatsbegrootino. voor hel
buizen verkrijgen, gelegen in de nabijheid van de potten, waar zij liiiiini' taak hebben Ie verrichten. Op de Veluwe werd de toestand geacht in dit opziehl veel te weuscken over te laten. Herinnerd werd aan hetgeen in de vergadering der Kamer van 10 December jl. werd gezegd omtrent den i «stand van het personeel, dat van
De Hollandsche Maatschappij heeft eenige treinen o p Z o n d a g doen vervallen; men hoopte dat de Exploitatie-maatschappij hetzelfde zon doen 1). [ntussehen werd o p g e m e r k t , dat de vermindering van treinen somtijds ten gevolge beeft, dat de op de treinen dienstdoende beambten lauger
Door sommige leden werd aangedrongen op verbetering van de verbindingen van de Noordoostelijke provinciën met het Zuiden des lands en met Brussel. <>p deze verbindingen komt het missen van aansluitingen zeer dikwijls voor. Vroeger hebben jarenlang op bet traject Rotterdam—Venlo
I]
Dl
('
's
zoeU geachie: is.
ic
V .::
t'. i ]
'
■-.].■
o n . (1
lienstjaar 1003. ü. IX. 21.) viee-vei-a 8 sneltreinen per dag geloopen, welke alleen aan d<*
hoofdstations stopten.
Na de inwerkingtreding der spoorweg-
overeenkomsten van 1 S'.K> y.ijn die sneltreinen opgeheven, en Werd door de l'Aploitath -maat-ehappij een sueltreindieiist g r n r ganiseerd van 's Oravenhage naar Maastricht , via Gouda— Utrecht -Arnhem- Nijmegen—Venlo, zoodat men van h e t M a a s station te [{otterdam via Gouda—Arnhem langs een omweg van )'>!> kilometer, doch zonder doorgaande wagens, naar Maastricht kan reizen. Doorgaand snelverkeer van liotterdam (Delftsche Poort) langs den korteren weg via Dordrecht—Tilburg—Yenlo— Maastricht met doorgaande wagens Instaat echter n i e t ; het materieel der treinen Rotterdam—Venlo loopt niet verder dan ti t laatstgenoemd station. Eenige leden wenschten, dat wederom snel'reint n met doorgaand.' wagens zouden worden georganiseerd van Rotterdam (Delftsoba Poort) naar Maastricht, alleen stoppende te Dordrecht, Breda, Tilburg, Boxtel, Eindhoven, Helmond en Venlo. Had men met voldoening gezien, dat ondanks de ten VOrigen jare geopperde bezwaren , gevolg was gegeven aan den wensch om des avonds na 7 uur nog een trein te laten loopen van 1 Hengelo naar Zutphen , het had teleurstelling g e w e k t , dat uie treilt met de winterdienstregeling weder is vervallen. Ook ' wenschte m e n , dat op de lijn Zutphen—Hengelo in den middag meer treinen zouden loopen, hetgeen te verkrijgen ware door betere verdeeling der treinen over den dag. Voorts werd verlangd , dat de tweede trein uit Hengelo ook te Markelo zou stoppen. Geklaagd werd over de opheffing van den trein , waarmede men sedert jaren , des avonds te acht uren uit Helmond g a a n d e , Amsterdam kon bereiken. Xu moet men om denzelfden dag nog te Amsterdam 1e komen reeds ten vijf ure Helmond verlaten. Op herstel van den lateren trein werd aangedrongen. Gevraagd werd , waarom enkel passagiers met verhoogd abonnement worden toegelaten in den t r e i n , die des ochtends te 7.1)5 uit Gouda naar Rotterdam vertrekt. Ook werd aangedrongen op het doen loopen van meer locale treinen. Bepaaldelijk w o r d t , gelijk den Minister uit de hem toegezonden adressen bekend i s , zeer geklaagd over den dienst op de lijn Leiden—Woerden. Men w e n s c h t e , dat de Minister verbetering van den toestand zou bevorderen. Enkele leden waren van meening, dat de onlangs ingevoerde dienstregeling op de lijn Groningen—Winschoten uitstekend werkt. Zij drongen er op aan, dat die regeling zou worden bestendigd. Materieel.
Door sommige leden werd b e t o o g d , dat e r , vooral in den zomer, in vele treinen plaats te kort k o m t , en dat in sommige 2de klasse wagens der Exploitatiemaatschappij de zitruimte ie klein is. Andermaal werd aangedrongen op meer r e t i r a d e s , ook in locale treinen. Evenals ten vorigen jare werd ook nu weder geklaagd over Ie t gemis van niet-rookcoupés op de locaalspoorwegen I rroningenDelf/.ijl en Groningen—Roodeschool. in art. 10 van deel I» van het reglement, vastgesteld h[\ Koninklijk besluit van 18 Augustus j.1. (Staatsblad n . 17<') is de bepaling opgenomen . dat in eiken trein ten minste één rijtuig of éei e rjjtuigafdeeling van de tweede en zoo mogelijk ook van de derde klasse aanwezig zijn m o e t , waarin niet gerookt mag worden. Men achtte het altijd mogelijk te z o r g e n , dat in eiken trein een rijtuig van de derde klasse aanwezig i s . waarin niet gerookt m a g v t o r d e n , en drong er op a a n . dat aan de passagiers derde klasse aanspraak op plaatsen in zoodanig rijtuig verzekerd zou worden. Er zijn op verschillende plaatsen bg overwegen afsluitboomeu, die des avonds in het geheel niet verlicht zijn, hetgeen t o t ongelukken aanleiding geelt. Men wenschte dat op zoodanige alsluitboomen des avonds brandende lantaarns geplaatst zouden worden. Door een der leden werd geklaagd over het ontbreken van afsluitboomen langs de lijnen Groningen—Delfzijl e n 8auwerd — Roodesehool bij verschillende OT» rwegen, waar het verkeer vr:j druk is. Iu den lantsten tij I zijn op enkele plaat- >n atlsluitboomen geplaatst, nadat ongelukken hadden plaat- gehad. Het Ware echter beter geweest, indien die ongelukken door vroegere plaatsing ven afsluitboomen voorkomen waren. Men verzocht den Minister om een onderzoek te doen instellen omtrent de vraag, in hoeverre voor de veiligheid op voldoende wijze is gezorgd, en om, waar dit niet het geval blijkt te zijn, tijdige verbetering van den toestand te bevorderen.
(Btaatsbegrooting voor het «iien«tjaui 1903. :i. | \ . Ook weiischten eenige loden , d a t eindelijk iets gedaan zou worden tot vet betering van de verlichting in de wagons. itiiiiin i
i | m
Opnieuw werd aangedrongen op liet leggen van dubbel spoor tusBclien Zwolle en Groningen of in ieder geval t u t t e h e n Zwolle en Meppel, luut^s welk laatste gedeelte liet vervoer van Groningen
on Friesland plaats heelt. Wel ia waar zal eenige vermindering | van het verkeer voortvloeien uit den aanleg van den Noord-
21,)
il
Opnieuw werd geklaagd over den overlast, dien de scheepvaart van de veelvuldige sluiting der spoorwegbruggen onderv i n d t , bepaaldelijk bij Dordrecht, G o u d a , Groningen en Dedemsvaart. Voor zoover dit euvel een gevolg is van het r a n g e e r e n , dat op en b\j de bruggen plaats beeft, kon hierin , naar men meende , wel verbetering worden gebracht. Men hoopte dat de Minister dit zou bevorderen. I r r i i i c i , a u Hi>llnril»lil>.
oosterlocaalapoor weg, maar daartegenover staat, dat bet verkeer
Sommige leden juichten toe hetgeen gedaan wordt voor den van Friesland naar Zwolle zeker zal toenemen. Opgemerkt werd , dat tutaohen Utrecbt en Zwolle dubbel spoor gemaakt wordt aanvoer en het vervoer van Dollardslib. Zij vroegen of het niet en dat daaraan on die lijn niet meer behoefte bestaat dan op ' wenscbelijk is dit vervoer, dat nu slechts gedurende enkele I maanden plaats heeft, gedurende bet geheide j a a r toe te laten. de lijn Zwolle—Meppel. Gevraagd werd of de slib nog bewaard wordt op de eerste in de tweede plaats werd gewezen op de| behoefte aan dubbel spoor op de lyn Dordrecht— Resteren. Op die lyn worden de daarvoor aangewezen p l a a t s , w e l k e , naar men meende, minder aansluitingen vaak gemist, en dit ia vooral het gevolg van de goed voldeed. omstandigheid , d a t , wanneer bij enkel spoor een trein te laat I i-rkoop «pooi \\ <-mt<-ili'clti'ii. k o m t , alle volgende op denzelfden dag loopende treinen eveneens vertraging ondervinden. Alen meende , dat het leggen van dubbel In de nabijheid van Utrecht zuti eenige verlegde spoorwegspoor op deze lijn niet zeer d u u r zal zh'n, omdat de pijlers van gedeelten van de lijnen Utrecht— Gouda en U t r e c h t — A m s t e r d a m . de brug bü Baanhoek voor dubbel spoor gebouwd werden , terwijl , die ongebruikt blijven liggen. Men vroeg , of bet niet geweuscht de brug bij Geldermalsen voor dubbel spoor is ingericht. is deze stukkeu grond te verkoopen. SatoigMlagj ii'ii n.iiiic win iii- lldll.'iiiitxlii' KieHi'isi'iii' HpMrwesj*
Kleawe lijnm.
iii.'i.-it>rli;i|>|>ij.
In verband met hetgeen de Minister ten vorigen jare zeide omtrent het maken eener verbinding E i n d h o v e n — W e e r t , zou men gaarne vernemen, of op aanleg van deze verbinding thans uitzicht bestaat. Herinnerd w e r d , dat deze aanleg ook van groot belang is voor het verkeer tusschen Zuid-Limburg met- de Nederlandtcbe havens en met de industrieele centra van N o o r d b r a b a n t . Gevraagd w e r d , of de Minister voornemens is de door de Hollandscbe maatschappij gevraagde concessie voor den aanleg van eene lb'n Amsterdam—Leiden te verleenen. Opnieuw werd de wensch geuit, dat Haarlem dan niet te zeer van het sneltreinverkeer uitgesloten zou worden. Üoor de Hollandscbe Electrische Spoorwegmaatschappij is concessie gevraagd voor den aanleg van stoomtramwegen van Amsterdam naar Alphen en van Alphen naar Hillegersberg. Wellicht zal deze aanvrage gevolgd worden door eene aanvrage voor den aanleg van eene atoomtram van Hillegersberg n a a r Rotterdam. Voor het geval, dat er uitzicht bestaat op den aanleg van deze lijnen , werd gevraagd, of bij het verleenen der concessie rekening gehouden zou worden met de mogelijkheid . dat deze lijn later omgezet zou moeten worden in een grooten spoorweg en ofop de eisehen van snelverkeer bij bel bepalen der richting gelet zou worden. Gaarne zouden eenige leden vernemen hoe bet staat mei de Drentach-Frieache t r a m p l a n n e n . Is de Nederlandscbe Tramwegmaatschappij ondanks het baar toegestane Bub idii van ruim 1 millioeu niet in staat den aanleg te volbrengen, dan vroeg m e n , of do Staat niet zelf de uitvoering dezer plannen op zich zou kunnen nemen. Door sommige leden werd aangedrongen op bespoediging van den aanleg der lijnen van d - Noord-Oosterlocaalapoorwegm:iatsehappQ. Gevraagd wer i . ol < lig de opening van sommige gedeelten te gemoet gezien k >n worden. Vernomen w a s , dat te Exloo eerst een statnm zou komen, maar dat t h a n s sprake is van het maken eener halte. De meening werd g e u i t , dat het de voorkeur verdient aldaar een station te vestigen. Verscheidene leden wensehten te v e r n e m e n , boe het k o m t , dat me! den aanleg van den electrischen spoorweg van Rotterdam naar Seheveningen niet meer voortgang werd gemaakt. Men beschouwde het maken dezer lijnen als eene zaak van groot provinciaal belang. Is de indiening van eene Onteigeningswet S| dig te wachtel!? Gevraagd w e r d , of spoedig voorstellen zijn te wachten tot bet verlet nen van subsidie voorden aanleg van de tramlijnen Hoorn— Venhuizen—station Bovenkarspel—Grootebroek en Meppel— 1 )edemsvaart. Een der leden zou gaarne vernemen of en aan wien concessie verleend zal worden voor den aanleg van eene stoomtram van Groningen naar Wagenborgen. Men v r o e g , of de Staatscommissie, benoemd ter zake van de aansluiting der spoorwegen ten zuiden van A m s t e r d a m , reeds rapport heeft uitgebracht. Zoo j a , dan zou men dat rapport gaarne overgelegd zien.
:
: ! 1
I '
Na de onteigeningswet van 11 J a n u a r i 1901 (Staatsblad n". 28) zijn bij Koninklijk besluit van (> Februari 1902 n". 30 de perceelen voor de onteigening ten behoeve van een locaalspoorweg van Amsterdam naar Haarlem aangewezen. Van onteigening is echter tot dusver geen sprake. Eenige leden meenden te w e t e n , ' dat verscheidene eigenaren van bouwgronden zich tot de Kegeering gewend hebben met het verzoek dat of tot de onteigening overgegaan óf daarvan afgezien worde. Men was van oordeel, dat aan dit billijk verzoek zoo spoedig mogelijk voldaan behoort te worden, en zou gaarne v e r n e m e n , wat de Minister in deze denkt te doen. I rij tci'vitcr o i i i r li-rien der K . u i i r r .
Sommige leden betoogden , dat het voor de leden der Kamer vaak noodiff is een plaatselijk onderzoek in te stellen in ver: band met bij de h a m e r aanhangige wetsontwerpen. Met name is dir het geval geweest in verband met het wetsontwerp betreffende den nachtarbeid der haringspeetsters. Zij w e n s e h t e n , dat de Minister aan de beide groote spoorwegmaatschappijen zou verzoeken aan de leden vrij vervoer op hare lijnen toe te :i. lat de maatschappijen geen bezwaar zonden hebben zoodanig verzoek in te willigen. Andere leden het in verban.1 niet de v e r h o u d i n g , die ei b< taat tusschen den Staat en de maatschappijen, niet raadzaam, das de Miuii er zoodanig gnnstbetoon zou vragen. Bras Mi V n u r r N r i i Arl. 148. Voor dit w e r k , dat zeer duur blijkt te zijn, wordt weder f 2 0 2 000 aangevraagd. Men vroeg, voor welk doel deze aanvrage dient en of dit de laatste termijn is. leratoawlasj ** i n 'M'1 ar«tf»isjk« rlaaart ir
imsirrd.'ini.
Art. 150. Ten vorigen j a r e verklaarde de M i n i s t e r , dat zijne aandacht op deze zaak gevestigd blijft. W o r d t bet niet hoog tijd , dat er gehandeld worde? Heeft de Hollandscbe Maatschappij thans bet gevraagde ontwerp ingezonden 't IVde
AFDRUXG.
Itroru.-liiN.'itie ilrr H.'llilrrs w i n kmipli.'imlrl.
Op 80 Mei jl. is te Amsterdam eene vergadering van afgevaardigden van Kamers van koophandel gehouden. Eenstemmig werd daar verklaard , dat de ondoeltreffende regeling van het kiesrecht voor deze Kamers herziening behoeft: dat aan de Kamers op baar gebied bestuursbevoegdheden verleend behooren te worden: dat h a a r , voor zoover noot lig door steun uit 's Bjjks , schatkist, de beschikking gegeven moet «orden over de noodlge I middelen en dat regelen gesteld dienen te worden omtrent I de samenwerking der verschillende Kamers. Met deze wensehen
(.Staatsbegrooting voor liet dienstjaar 1908. 2.
12
■temden verscheidene leden in. Men vroeg, of de Minister}• bereid ii de reorganisatie der Kamers ter hand te nemen. Ook Bon men gaarne vernemen . of bij den Minister bltiken v u instemming met de op gemelde vergadering genomen besluiten zijn ontvangen. Gevraagd w e r d . of de Kamers van koophandel reeds haar gevoelen hebben kenbaar gemaakt omtrent de oprichting vani een bureau roer bandeurinlicbtingen van Regeeringswege. 1 i--lll
I X . 21.)
l.x.iiiii n- veer ill|»loiiut'» a l * stuurman en i n a c h l n U I .
Aangedrongen werd op spoedige inwerkingtreding wet van 28 Mei 1901 [Staatsblad n u . 189).
van do
*»lni I I I M mil'M-llllM i n z - i l i i l l - l .
Gevraagd w e r d , of de resultaten van dezen dienst bevredigend worden geacht. Illiiilt-rvvct.
In verband met de mededeelingen, door den MinUtergedaan11 Art. 200. Sommige leden betoogden , d a t de gemeentebesturen in de vergadering van 1'J December jl. {Handelingen blaas.744) ) geen voldoend toezicht houden op de naleving van de bepawerd
gevraagd , of spoedig de indiening van een wetsontwerpI'
betreffende «Ie zee- en zoetwatervisscheruen te wachten is. Mo**<'ly.iiii
Art. 165. Door eenige leden werd de wenschelijkheid betoogd1 e oin , gelijk vroeger geschiedde, het mosselzaad, d a t zich aan de
Rijkswerken te Umuiden en elders vasthecht, openbaar te Ter*
pachten. Uit zou van groot belang zijn niet alleen voor h e tt Kijk, maar ook voor de visseherjj. Kr is wel beweerd, d a t de■ pachters de werken zouden beschadigen, omdat zij bij h e t weg halen van bet zaad te ruw te werk zouden gaan . maar ditI bezwaar gaat niet o p . daar het in het eigen belang der pachters noodig is niet ruw te werk te g a a n . aangezien bet zaad zoo, teer i s , dat het zeer voorzichtig verwjj lerd moet worden. T h a n sR geschiedt die verwijdering op min goede wijze door de Kijk — b e a m b t e n , waardoor de verkoopwaarde van het zaad belangrijk; is verminderd. Men meende te w e t e n , dat rigJOhers van Uruinisse, die zich, over de slechte behandeling van het zaal door Ityksbeambteni hadden uitgelaten, onbillijk zy'n behandeld. Br zon verboden zijn, aan hen zaad te verkoopeu. Is d i t inderdaad het g e v a l , dani wenschte men , dat het verbod onverwijld zou worden opgeheven. Ilooili'ii van •/.«■«■hinnJi'ii.
.//•/. 1G9. Sommige leden hadden met ingenomenheid kennis. genomen van de voorgestelde verhooging der uitgaven voor het|.
dooden van zeehonden. Men begreep iutosschen niet, waarom
lingen der Hinderwet en van de by de verleende vergunningen opgelegde voorwaarden. Zy m e e n d e n , d a t dit toezicht mede behoort opgedragen te worden aan inspecteurs. Wilde men hier voor geen speciale ambtenaren aanstellen, dan zou men de taak willen opdragen aan de inspecteurs voor de volksgezondheid. Anderen waren van m e e n i n g , dat dit laatste geeneaanbeveling zou verdienen, omdat, wanneer deze inspecteurs handelend moeten optreden tegenover de industrieelen , het hun minder goed zal gelukken van dezen maatregelen in h e t belang der volksgezond heid te verkrijgen. E e n der leden wenschte art. 2 , sub IV, der Hinderwet zoo gewij zigd te z i e n , dat men voor bewaarplaatsen, waar benzine en dergelijke ontplofbare stoffen bewaard worden in gevaarlooze vaten, geene vergunning meer zoude behoeven. De te Arnhem en te Utrecht genomen proeven hadden toch voldoende bewezen. dat in dergeljjke vaten benzine wel verbranden, maar niet o n t ploffen kon. Hiertegen werd opgemerkt, dat bij het aftappen der vloeistoffen toch altijd gevaar bleef bestaan. Bovendien zou voortdurend toezicht gebonden moeten worden ten einde zeker te zijn , d a t de vaten gevaarloos zijn en blyven. It |iv--l.ili
Art 2
in de Memorie van Toelichting gezegd wordt, dat de uitkomsten van het uitloven dezer premiën niet in allen deele aan de ver wachtingen beantwoorden. Gaarne zou men ter zake nadere inlichting ontvangen.
Vele AKDSKLIHG. Onttrekking »"»u watrr M M /.antl-tri-ki-n.
IJkwi-7.cn.
Art. 170. Gevraagd w e r d , of'er eene vaste regeling bestaat ten aanzien van de jaarwedden van het personeel. I n den toe lichtenden staat betreffende de loopende begrooting worden ver meld 15 ykers chef van dienst met een traktement van f 2 000 iï f 2700, in dien betreffende de begrooting voor 1903 worden vermeld l ó ijkers chef van dienst met een traktement van i 2200 a f 27(0. Nu sedert 18i'7 door beperking van het aantal kan toren de vooruitzichten van ijkers om chef vau dienst te worden zyn verminderd, ware het wellicht weiischclijk de traktementsverhoogingen te dotn afhangen van het aantal dienstjaren, ook al behouden de ijkers denzelfden rang. Gaarne zou men ver nemen . hoevele ijkers het aan hun rang verbonden maximum traktement genieten en hoevele jaren deze ijkers gediend hadden , toen zij dat maximum verwierven. Door eenige leden werd geklaagd over min heusche behande ling van het publiek door ijkers. i:\|>loit.-t1ir kolenmijnen.
Art. 182. Aangedrongen werd op bespoediging van de o n t g i n n i n g der kolenmijnen in Limburg. W a r e de exploitatie in handen van particulieren g e w e e s t , dan zou men naar de meening van enkele leden reeds verder gevorderd zijn. De trage voort g a n g voorspelde Daar het oordeel dier leden weinig goeds voor de exploitatie van Staatswege.
Van verschillende zijden werd de aandacht des Ministers g e vestigd op de groote nadeeleu , welke eigenaars en gebruikers van grond ondervinden ten gevolge van het onttrekken van water aan den bodem ten behoeve van gemeentelijke waterleidingen. Groote oppervlakten gronds in verscheidene gemeenten — men noemde o. a. de gemeenten Zand voort, Katwijk en Schoorl —zijn door deze waterouttrekking sterk in waarde a c h t e r u i t g e g a a n : de weilanden en teelgronden brengen, niettegenstaande behoorlijke bemesting, veel minder op dan vroeger en op vele plaatsen zijn de putten by de woningen zouder water. W o r d t hiertegen niets g e d a a n , dan zullen de uadeelen toenemen met de vermeerdering van de behoefte aan drinkwater in de zich steeds uitbreidende steden.
Thans is het denkbeeld geopperd om ten behoeve van A m sterdam water te betrekken uit de Vel uwe. Mocht dit plan tot uitvoering komen , dan zouden duizenden hectaren ongeschikt worden voor o n t g i n n i n g . Velen waren vau oordeel, dat het hoog tyd wordt dooreene wettelijke r e g e l i n g , welke rekening houdt met de belangen van eigenaars en gebruikers va.n den grond , paal en perk te stellen aan de onttrekking van het water uit den bodem. Gewezen werd op het door de directie vau de Heidemaatschappij opgemaakte r a p p o r t , opgenomen in het tijdschrift der maatschappg, waarin de dringende behoefte aan eene wettelijke regeling wordt aange toond. Gevraagd werd , of de Minister bereid is de indiening van een wetsontwerp te bevorderen. IrorbaMag
»l ijiiliiMi\\ knnilim- <>|i-|>nrinu<'ii..
Art.
18(i. Opnieuw
werd betoogd,
dat de ook thans weder
aangevraagde som vafi f 15000 te gering is. Gevraagd werd, welke uitgaven gedaan zijn uit het voor het loopende jaar toe gestaan krediet.
Gevraagd w e r d , of de Minister kennis genomen heeft van hut| rapport en daarbij behooreude wetsontwerp tot afschaffing der tienden , uitgebracht door eene door het Landbouwcomité benoemde commissie, en of hij reeds uitzicht kan geven op indiening van een voorstel in den geest van dit rapport.
Tweede Kamer.
Bglnge L (Staatsbegrooting voor het t ienstjaar 1903. ___—————————————-———————— OiiiiK'lnuroiMloii.
Door een der leden werd aangedrongen op verkoop vaii die domeingronden , waarvan de opbrengst in zeer ongunstige verhouding staat tot de verkoopwaarde. Vooral nu de waarde van den grond in den laatsten tyd il vooruitgegaan, achtte men verkoop dezer gronden zeer gewensclit. Tnlii'ri'iilo»)' liij l u l »!'<••
Gevraagd werd, wat de Minister denkt te doen tot wering Tan de tuberculose bij het vee. Zal het ingetrokken wetsontwerp weder worden ingediend? Zullen geen voorloopige maai regelen enoinen moeten worden om den bedenke lij ken invloed van veroop van bü uitvoer afgekeurd vee op den veestapel in de grensgemeenten tegen te g a a n ?
f
Jai'lilurl.
Gaarne zou men vernemen, of spoedig eene herziening der .lachtwet te gemoet gezien kan worden.
2.
IX.
21.)
13
l l i | k * / . l l i l t'1-.l llliol hl l'l'il'nlilllll.
Arl. 210. Verscheidene leden hadden met teleurstelling gezien, dat de Minister, ondanks de met groote meerderheid door de Kamer genomen beslising , t h a n s voorstelt de zuivelschool niet te Bolsward , maar (e Leeuwarden te vestigen. Nieuwe argumenten worden daarvoor in de Memorie van Toelichting niet aangevoerd. Wel is door de gemeente Leeuwarden eene bijdrage in de kosten toegezegd, welke feitelijk op f 1000 per j a a r nederkomt, maar dit m o c h t , naar men meende, ten deze niet beslissend zijn. Men achtte het niet wenschelijk inrichtingen als de/.e in groote steden te vestigen. Aan Bolsward gaf' men ook hierom de voorkeur, omdat de school ilan gevestigd wordt in de nabijheid van verscheidene zuivelfabrieken. Dat de bond van coöperatieve zuivelfabrieken op plaatsing te Leeuwarden heeft aangedrongen , deed, naar men meende, weinig af, omdat het daartoe strekkend besluit genomen is zonder voorafgaand overleg met de besturen der fabrieken en deze geene gelegenheid hadden gehad de zaak te bespreken. Andere leden waren met den Minister van m e e u i n g , dat vestiging te Leeuwarden de voorkeur verdient.
Ilri llicilli^lll. i'i<>( r - i i i i i o n - .
De vraag werd g e d a a n , of de Minister kan mededeelen , wanneer het bü de Troonrede toegezegde wetsontwerp op de bevloeiingen zal worden ingediend. I>iiai'i'iilii'srlii'riiiiii!t.
I n Staats-Vlaanderen worden duizenden kikvorsehen op wreede wijze gedood. Eenige leden weuschten, dat daartegen een wettelijk verbod uitgevaardigd zou worden. Ook waren e r , die v e r l a n g d e n , dat vinken en lijsters, ook in den w i n t e r , onder de beschermde vogels opgenomen zouden worden. M<-iiii|M'ii»<-linrft.
Opnieuw werd geklaagd over de schade en het ongerief, welke de strenge maatregelen tot bestrijding van schapenschurft aan de schapenhouders berokkenen. O i i l ü i m i i i i u v.'iu n r o i n l c l i .
E r zijn g e m e e n t e n , die in het bezit rijn van uitgestrekte heidegronden , maar welker geldmiddelen niet toelaten die te ontginnen. Enkele leden w e u s c h t e n , dat aan zoodanige gemeenten Rijkssubsidie voor de ontginning zou worden verstrekt. Iii-|ii'('l|> ili- InndlMMiw ••(•liolili.
.lil. 208. Bij hoofdstuk V der ontwerp-begrootiug voor 1903 wordt voorgesteld de wedden der inspecteurs voor het middelbaar onderwijs van f 3500 op f b"S09 te verhoogen. Blijkbaar is omtrent dit punt geen overleg gepleegd tusschen de Departementen van W a t e r s t a a t , Handel en Nijverheid en Binnenlandsche Zaken. Men kon althans niet inzien, waarom gelijke verhooging zou worden onthouden aan den in dit artikel genoemden inspecteur, die denzelfden r a n g heeft als de andere inspecteurs. Ilijl%*l.'lllilli»liu X'llOlll.
Arl. 210. N u het plan bestaat voor het personeel dezer school ren stelsel van periodieke traktementsverhooging voor te dragen , achtten enkele leden het niet weuschelijk thans f 20U0 voor verhoogingen toe te staan. Zij weuschten , dat de Minister dezen poet zou terugnemen. W t l l l l H r i m i l | AiliM'liiilisiilflil il'. \<Mll'illiolliii;i'.
Art. 212. Opnieuw werd aangedrongen op krachtige ondersteuning van de wintercursussen , die van groot belang zijn voor de boerenzoons, die de school te VVageningen niet kunnen bezoeken. Gevraagd w e r d , of de Minister genegen i s , indien ook de pro\incie een hooger subsidie toestaat, het Rijkssubsidie ten behoeve van den zuivelconsulent in Noordholland te verhoogen. Men stelde hoogen prijs op het behoud van den tegenwoordigen titularis en achtte vermeerdering zijner wedde noodig ten einde te voorkomen , dat hij om linancieele redenen eene andere betrekking zoeke. H a n d e l i n g e n der Sfalcn-Gcneraal. Bijlagen. 1902—1903.
Arl. 220. Met genoegen had men gezien, dat het artikel aanmerkelijk verlaagd is. Men meende echter de aanbeveling niet achter te moeten houden de stations voortaan op zuiniger wijze te bouwen. Gevraagd w e r d , wanneer de proefstations te Hoorn en te («rollingen gereed zullen zijn. Door enkele leden werd in het belang der volksgezondheid aangedrongen op verlaging van de tarieven van zuiverheidsaualyses by de proefstations. l*ioi i \ ritten.
Ait. 221. Een der leden klaagde , dat de proefvelden vaak o)i afgelegen plaatsen worden aangelegd. Zy zouden meer de aandacht t r e k k e n , indien zij aan openbare wregen werden gevestigd. De wensch werd geuit, dat de Minister betere plaatsing zou bevorderen. I l o i l i'llli'lllli/iiiUrll.
Arl. 226. In de vergadering van 19 December j.1. (Handeling/m bladz. 747) verklaarde de Minister te zullen overwegen , of ten aanzien van de subsidié'n voor de boerenleenbanken het stelsel van restitutie toegepast behoort te worden. Gaarne zou men vernemen , tot welk besluit deze overweging heeft geleid. \ <-<-.■ rt>i-i:iJM'li»<>l.
Arl. 229. Ofschoon de reorganisatie dezer school werd toegejuicht, weuschten enkele leden met het oog op de belangrijke stuging der daarvoor uitgetrokken sommen te vragen , of het bacteriologisch onderzoek niet evengoed kon plaats hebben in reeds bestaande inrichtingen en of het wel noodig is een manege aan de i n r i c h t i n g te verbinden. r.i;il'
Arl. 233. Voor het hengstveulendepot is weder f 32 000 uitgetrokken. Verscheidene leden waren , op grond van hut door deskundigen over deze inrichting gevelde oordeel, van meening , dat het beter was haar op te heffen en het fokken van hengsten aan particulieren over te laten. Sommige leden kwamen op tegen hetgeen in de Memorie van Toelichting gezegd is omtrent dit depot. Vermeld w o r d t , d a t 3 3 daarvan afkomstige hengsten in het najaar van 1901 en in het voorjaar van 1902 ter dekking zijn toegelaten en dat sedert de oprichting van dit depot 48 hengsten voor dekking hier te lande zijn veikoeht. Men meende intusschen , dat in het geheel ruim honderd hengsten verkocht zijn en vroeg wat er geworden is van de 52 in de Memorie van Toelichting niet vermelde paarden. Voorts wordt gezegd , dat de bedoelde 33 hengsten over alle provinciën behalve Limburg verdeeld zijn. Dit i s , meende m e n , niet juist. Althans is in Noordbrabant de eci.ige van het depot afkomstige hengst in het begin van 1902 bij eerste keuring afgekeurd. < ievraagd werd : 1 . eene opgave van de namen der hengsten, die in het loopend jaar dienst hebben gedaan ; 2'. of het voor het behoorlijk beheer der inrichting niet gewenscht i s , dat de directeur te Bergen op Zoom w o o n t ;
(Stoatsbegrooting voor bet dienstjaar 1903, ~. IX. 21.)
II
8\ of het goed i-, dat de keuriugseominiisie op de fokriohting invloed uitoefent, nu men zegt, dat eeratekennngen van koud bloedige paardeu van mededinging uaar prijzen worden uit gesloten | •1 . of de leeftijd van Beven jaren voor afkeuring niet te hoog is. Hierbij werd berinnen!. dat, qp de jongste vergadering der vereeniging ,Het Nederlandsche Paardenstoinboek" in overeen stemming van het dikwijls geuite gevoelen van don landbouw de irenach werd geuit den termijn voor afkeuring op niet meer dan 5 jaren te stellen.
Menige leden wensehten gezorgd fe zien voor bef behoud van hef Fnesche paard, dat tegenwoordig door keuring bijna geheel verdrongen wordt. .Men vroeg, of bet geen aanbeveling verdien! bij den aankoop van veulens voor bef depot hierop te letten. Voor de enkele Priesche paarden. die tneu bier en daar uog vindt, worden bij voorduring goede prijzen voor bet buiten land bedongen. Naar aanleiding van een bij de Kamer ingekomen adres van de Vereeniging tot bevordering der Paardenfokkerij in Nederland werd gevraagd, of de Minister gezind is gunstig te beschikken op het verzoek dier vereeniging <>m een subsidie van t' 10000 te verkrijgen voor de door baar in 1903 te 's Gravenhage te houden paarden ten toonstelling. NubnldleN ïixii' riwdvee* en v;iikeii.»rol»Ue>;j.
Art. 234. De verhooging, aangevraagd tot bevordering van de varkensfokkerij, vond bij sommige leden toejuiching. Ook in
Denemarken acht men liet steunen van deze fokkerij v ; l i ' groo! belang. De voordeelen zijn dan ook voorden kleinen boer zeer groot, iüenige leden vroegen , of bet niet wenseiiolijk is voor dek king oudere stieren te gebruiken dan daarvoor tegenwoordig worden gebezigd. Men gat namelijk de voorkeur aan stieren, wier nakomelingen bewijzen , dat zij tot dekking geschikt zijn. H e t is eebter voor de veehouders zeer bezwaarlijk die oudere dieren aan te houden. Zou liet niet op den weg der Uegeering liggen bet nemen van proeven met dekking door jongere stieren door ■nbsidiën aan te moedigen («f wel daartoe bet initiatief te nemen P Ko*>1<'ii win terUuo|i;i;:ten.
Art. -'39. Gaarne zouden eenige leden nadere toelichting omtrent dezen post o n t v a n g e n , bepaaldelijk ten aanzien van de vraag, waarom deze kosten ten laste van bet Kijk , dat wil zeggen van den verkooper, worden gebracht. Oiulri IIIMKI
Arl. 243. Eenige leden zouden gaarne inlichting ontvangen omtrent de werkzaamheden verricht in de houtvesterij te Kootwijk en voor de bebossehing der Schoorlsche duinen. In de Statistiek der domeinen worden dienaangaande geene mededeeHngen gedaan. Men sprak den wensen uit, dat zulke mededeelingen voortaan jaarlijks aan de Kamer zouden worden verstrekt. MHBMIIIIV tooi' bevloellMgen. .lil. 214. Gaarne zouden sommigen —liefst door overlegging van een verslag — vernemen , welke resultaten met de tot dusver verstrekte subsidiën zyu verkregen. \
l.riiiilliouw r o i i i i l r :
\ ei fe«rii w o n n ü u i n u win
l . i m ' ttiM. \ \ .
Arl. 246. Ken der leden bad met groot leedwezen de toe zegging in de Troonrede vernomen . dat een wetsontwerp be treffende de vertegenwoordiging van den landbouw zal worden ingediend. Zijns inziens bestond voor bet in leren roepen van deze nieuwe organisatie van Staatswege geen voldoende grond. E r is behoefte aan technische voorlichting, maar in die be hoefte kan reeds voorzien worden door het Landbouwcomité, waarin bet intellect van den boerenstand ia vertegenwoordigd. De Regeering heeft daarentegen geen behoefte aan den raad van de kleine boeren en de landarbeiders. Bovendien, al wordt het kies recht voor de vorming der landbouw vertegenwoordiging op democratische wijze i n g e r i c h t , dan zouden de verkiezingen naai de meening van dit lid toch bebeerscbt worden door liet groote grondbezit. En als de herziening van de regeling van den eigendom van grond aan de orde k o m t . zon de vertegenwoor diging slechts een hinderpaal zijn. liet Landbouwcomité moge
tot critiek aanleiding gegeven hebben, daartoe KOU minder aanleiding bestaan , als bet zijne taak beperkte tot technische
quaesties. Vele leden waren daarentegen niet het Landbouwcomité geens zins ingenomen. Beweerd werd, dat do leden van dat comité
zelven de vele gebreken, die aan de instelling kleven, belder inzien. In de besturen der landbouwiuaatschappijcn zitten meer beeren dan landbouwers en die heeren zijn niet voldoend'; op de hoogte van tee'inis he quaesties. Terwijl in het comité vooral het groote grondbezit vertegenwoordigd i s , zal de toegezegde landbouw vertegenwoordiging aan liet kleine grondbezit en aan
de arbeiders gelegenheid kunnen geven invloed op den gang van zaken uit te oefenen. Gevraagd werd of de Minister reeds kan
mededeelen, wanneer een ontwerp betreffende de vertegen woordiging van den landbouw de Kamer zal bereiken. riui. r « i ( .
.//•/. 217. Met bet oog op de vele knoeierijen iu den boterbandel werd van verschillende zijden op herziening van de Koterwet aangedrongen. Vermeld werd , dat in eene fabriek gedurende twee maanden eene hoeveelheid van 7770 Kilo margarine werd verwerkt en dat het daarmede verkregen mengsel als zuivere natnurboter in den handel werd gebracht. Sommige leden wenschten ten einde de ontdekking van bedrog te vergemak kelijken bepaald te zien, dat m a r g a r i n e , bestemd voor binuenlandsch gebruik, met sesamolie vermengd moet zijn. Ande ren waren van oordeel . dat de controle verscherpt behoort te worden door niet alleen toezicht te houden op het afge werkte p r o d u c t , maar ook een vergelijkend onderzoek door middel van karnproeven mogelijk te maken. Het oprichten van stations zou, meenden deze leden, niet verhinderen , dat knoeie rijen blijven bestaan, omdat deze stations slecht! invloed uit oefenen ten aanzien van de. leveranciers, die vrijwillig van hunne diensten gebruik maken. Noodig i s , dat de a m b t e n a r e n der Begeering te allen tijde alle fabrieken en werkplaatsen kunnen binnentreden om karnproeven te nemen. Voorts waren er leden, die als een feit, dat in sommige provinciën algemeen bekend i s , mededeelden, dat nu en dan het opschrift „ m a r g a r i n e " hoven de buitendeur van fabrieken wordt geplaatst, ofschoon de inrichting doorgaat voor een boterfabriek. Het schijnt zelfs voorgekomen te zijn, dat dit gedaan werd op het oogenblik. dat de botervi.-iteur de fabriek kwam bezoeken. Op deze wijze tracht men — veelal met goed gevolg — de wet te ontduiken. Ook coöperatieve zuivel fabrieken schijnen zich hieraan schuldig te maken. Deze leden achtten het noodig het bezigen van margarine of andere
dergelijke vetten in boterfabrieken onvoorwaardelijk te verbieden en aan de ambtenaren de bevoegdheid te geven om de bereiding in de boterfabrieken en in de margarinefabrieken te controleeren. Nog weid gevraagd, of het onderzoek van monsters aan de I!ijksproefstations wel geschiedt met de noodige zorg. Kearlag v.-m ree.
Sommige leden betoogden, dut het vaststellen van wettelijke bepalingen omtrent verplichte keuring van voor uitvoer bestemd geslacht vee dringend noodig is om den uitvoerhandel te behouden. Anderen achtten verplichte keuring evenzeer noodig voor tot binnenlandsch gebruik bestemd vleesch. Gevraagd w e r d , of een wetsontwerp omtrent deze materie kan worden te geraoet gezien. Gaarne zouden eenige leden vernemen, wanneer de Minister rekent, dat gelegenheid zal bestaan bet voor export bestem l vleesch van Kijkswege te doen keuren, en welk stelsel bij die keuring gevolgd zal worden. Vide AF.'KKI.I.NO. .I;i.'irwr<ïi!eii |»crMii:eel |iu».1ei 'ji'ii en 1 J'le:&i-ii|»]iie.
In de vergadering van til December jl. verklaarde de Mini-ti-r l een onderzoek te zullen instellen naar de rechtmatigheid \au | klachten over de regeling van bezoldigingen. Hij zegde t o e , dat een volledig overzicht van de bestaande regeling zou woi den samengesteld en openbaar gemaakt. Het had velen verwonderd, dat zoodanig overzicht nog niet is gepubliceerd en dat iu de : Memorie van Toelichting niet wordt medegedeeld, hoe bet | staat met het onderzoek, dat de Minister zou instellen. .Men drong aan op spoedige openbaarmaking van het overzicht, dat de leden der Kamer in de gelegenheid zal steller» met meer kennis van zaken over de toestanden te oordeelen, en h o o p t e ,
(Staatsbegrooting voor hut dienstjaar 1908, (lilt de Mitlilter in staat zou zy'n by de Memorie vim Antwoord
mededeeling te doen fan dan stand van het door hom ingestelde onderzoek. Enkele leden gaven den Minister in overweging •ieh by zyn onderzoek te doen stand door eene conuni- ;>• ,
gelijk in een dergelyk geval is geschied by liet Departement van Financien. .Men wenschte, dat, dan ook de Ondergeschikte
ambtenaren gehoord /ouden worden. Verscheidene
leden
waren
van oordeel , dat het niet wen-
sclndijk is om, voordat het door den Minister beloofde onderzoek is afgeloopen, partieele wij/.iging in de bestaande regeling te brengen, hetzij door uitbreiding van bet aantal ambtenaren van verschillenden r a n g , hetzij door verhooging van bezoldigingen. Intiisschen is bij de ontwerpbegrooting voor uitbreiding
van personeel f 305 99o uitgetrokken, en men meende, dat deze verboogingen wel niet enkel Eet gevolg maden zijn van uitbreiding van het verkeer. Dat de voorgestelde traktements-verlioogingen, waarvoor f314 575 wordt gevraagd, niet enkel voortvloeien uit de bestaande regeling, is in de Memorie van 'roelichting uitdrukkelijk gezegd, l i e t bedrag is ten deele bestemd om de balooning van postboden en brievengaarders te verhoogen en om verbetering te brengen in de promotie van commiezen. Terwijl bü de loopende begrooting onder art. 243 gelden muren uitgetrokken voor 10 adjunct-inspecteurs eu hoofdcommiezen en 31ü commiezen , viudt men in den toelichtenden staat van de ontwerp-begrooting voor 1903 ad art. 255 gewag gemaakt van niet minder dan 48 ambtenaren onder de r u b r i e k : adjunct-inspecteur, adjunct-directeuren en hoofdcommiezen, en van slechts 278 commiezen. E r scbyut dus zelfs een nieuwe rang, die van adjunct-directeur, in het leven geroepen te rijn. Tegen deze wijze van handelen kwam men met nadruk op. W a a r de Minister zelf verklaarde niet op de hoogte te zijn van de toestanden en een onderzoek noodig te achten, kon men nietgoedkeuren,dat voorstellen gedaan worden, welke in de bestaande regeling verandering brengen . voordat het onderzoek afgeloopen is en de resultaten aan de Kamer zijn medegedeeld. Gevraagd werd , welk gedeelte van de som van f314 575 beschouwd kan worden als een gevolg van vroeger door de Kamer goedgekeurde traktementsverhoogingen. Sommige leden meenden, dat uit het onderzoek niet alleen zou blijken , in hoeverre er reden bestaat voor de door den Minister erkende ontevredenheid bij de a m b t e n a r e n , maar ook, dat aanmerkelijke bezuiningen ziju te verkrijgen. Met name werd o p g e m e r k t , dat hoog gesalarieerde ambtenaren dikwijls belast zijn met werk , dat zeer goed door klerken kan worden verricht. Men voegde er aan toe, dat somtijds klerken ook belast worden met werk , dat in den regel door hoogere ambtenaren verricht w o r d t , hetgeen uit een oogpunt van discipline niet wenschelyk werd genoemd. Verder werd op verschillende, reeds vroeger ter sprake gebrachte , wijzigingen van de bestaande regeling aang>t standsbevoorrechting aanleiding gegeven. Door het Koninklijk besluit van 23 Februari 19
IX. 21.)
zoldiging der oommiflzenftitalair van de posterijen, die hel grootdirecteurs-examen aflegden en, naar men meende, aanspraak mogen maken op verbetering hunner positie. Ook werd de aandacht des Minisiers gevestigd O p h e t b j j d e z e takken van dienst bestaande boetenstelsel. Terwijl sommigen op
afschaffing van dat stelsel aandrongen, betoogden anderen, dat niet zelden, bepaaldelijk aan de lagere ambtenaren, straffen worden opgelegd, te zwaar naar evenredigheid van de begane routen. Qaarne zouden eenige leden vernemen,
hoevele telegrafisten
het post-radioaal bezitten en boevele dat radicaal niet bezitten. Ook werd gevraagd of het juist is. dat de telegrafisten, die dit radicaal niet bezitten , achterstaan bij de klerken* Overigens werd wederom de billijkheid betoogd om aan bestellers, postboden en dergeiyke beambten na 15 j a r e n dienst het maximum der aan hunne betrekking verbonden wedde te verzekeren. Men vroeg welke verbetering de Minister voornemens in de belooning van postboden en brievengaarders te brengen. Benige leden wensehten, dat aan brievengaarders niet vergund
worde te\ens winkelier re zijn. Dit geeft aanleiding tot deloyale concurrentie, omdat de brtevengaarderi de briefkaarten lezen, die aan andere winkeliers ter plaatse geadresseerd wordt n. l u de provincie Groningen waren, naar medegedeeld werd, verscheidene gevallen voorgekomen, welke tot billijke klachten
aanleiding gaven. l*<-ii-.ioim<'<-riiiü.
De wenscb werd geuit, dat de leeftijd, waarop de ambtenaren
der posterijen aanspraak op pensioen kunnen maken, op 55 jaren gesteld zou w o r d e n , evenals bepaald is teu opzichte van de telegrafisten. Ook werd de meening g e u i t , dat enkele ambtenaren v a n d e n vereenigden dienst reeds op 55-jarigen leeftijd recht op pensioen hebben en andereu eerst op 65-jarigen leeftijd. Meu wenschte te weten , welke regelen ten deze gelden. l'ostilii-n>l.
Door enkele leden werd geklaagd over den onvoldoenden postdienst te Slochteren en te Schildwolde en aangedrongen op vestiging van een hulpkantoor te Kolham. I'ort i uur l>iii'\rii t i i i'oiir.'iiiliii.
Opnieuw werd op verhooging van het maximum-gewicht voor verzending van brieven in het binnenland tegeu een porto vau vijf cents aangedrongen. \ oorts werd geklaagd over het hooge tarief voor brieven , bestemd voor het buitenland en voor lndië. Dat voor elke 15 gram een porto van 12* cent wordt gevorderd, achtten sommigen buitensporig hoog. Ook werd wederom verzocht, dat het porto van 3 cents zou worden toepasselijk verklaard op brieven van den H a a g naar Scheveningen en omgekeerd. Sommige leden hadden met instemming kennis genomen van het adres van de vereen iging tot afschaffing van alcoholische drank betreffende de regeling van bet porto voor nieuwsbladen. Gaarne zou men vernemen, dat de Minister gezind is art. 1 der wet op de brieven posterij zoo te herzien, dat periodieke bladen en tijdschriften , die minder dan eenmaal per week verschijnen , o"k als nieuwsbladen verzonden kuunen worden. Dit zou vooral voor philantrophisehe bladen van groot belang zijn. Enkelen waren van oordeel, dat verlaging van het tarief voor couranten
aanbeveling verdient. TrlniN iii'Aorm'n i.'in ii.-iimi't<'<'kciiili' brlrvra.
Opnieuw werd op de bekende gronden aangedrongen op het tehuis bezorgen van aaugeteekeude brieven. 1*41 l't\ 1 i j l l l i l l l .
Ofschoon men erkendp, dat het verleenen van portvrijdom tot
misbruik aanleiding kan geven, zoo konden verscheidene leden zich
maximum van de zuivere ontvangsten op f 8000 en het maximum j toch niet vereenigen met het, naar vernomen was, door den Minis-
van het aantal telegrammen op 6000 gesteld k u n n e n worden. | ter genomen besluit om aan nieuwe instellingen geen portvrijdom Hetgeen blijkens het vernielde op bladz. 51 der Memorie van te verleenen , welk beslui! toepassing zou nebben gevonden ten Antwoord betreffende de loopeude begrooting geschied is inge- aanzien van dienstbrieven van den centralen gezondheidsraad. volge de door de Kamer aangenomen conclusie in zake het Opgemerkt w e r d , dat het gevaar voor misbruik niet wordt veradres van W. 11. MIKAXDOLI.K en L. H. STOLK, achtten eenige minderd , wanneer voorde verzending van dienstbrieven gedeclaleden niet voldoende. Zij wenschteu , «lat de Minister in nadere reerd mag worden. Sommigen bevalen invoering van dienstzegels overweging zou n e m e n , of er geene termen zijn voor meerdere voor dienstbrieven aan. Men wenschte, dat de Mini-ter d e l e n aanzien vau de leden van den gezondheidsraad genomen beslisverbetering van de positie der hier bedoelde ambtenaren. Uoor enkele leden werd de aandacht gevestigd op de lage be- sing in nadere overweging zou nemen.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1903. £. IX. 21.)
10 < lllllllll I l i . l ' l l -
Bene som van 1' 9000 is uitgetrokken voor de bezoldiging van
IXII k l l l l l l . l l l l ^ .
Aangedrongen word op invoering van sene oommeroieele twee hoofdinspecteurs, terwijl bet aantal gedetacheerde inspecteurs boekhouding voor de telephonie en telegraphie. Desa dienst in algemeenen dienst, dat ten vorige jare vier bedroeg, thans levert een toenemend tekori op, Over 1900 beliep ■> 468 telegrammen meer verzonden werden dan in werkkring uitgebreider rijn P
het ronge jaar. Gevraagd werd, of de .Minister eene verklaring
Ook is een nieuwe post van f 2 800 uitgetrokken ter aanvan dexe tekorten kon geven, [nhet buitenland, waar de tarieven zeker uiet hooger zijn , levert de dienst een batig taldo op. stelling van een referendaris. Men vroeg, waarom die uitbreiding Voor ili- leden der Kamer werd liet zeer bezwaarlijk geacht na van personeel noodig geacht wordt en welke de f'unctiën van te gaan waaraan de tekorten zijn toe te sohrjjven, nn men dezen referendaris zouden zijn. uit de begrootingscyferi y e n juist inzicht in liet bedrijf kun lliiatM'li,'i|>|>ij /.ll.
I
Arl. 259. In verband met hetgeen de Minister verklaarde in de vergadering der Kamer van 21 December jl. {lhimMbtc\cn hladz. 815), wensehten eenige leden te vernemen, of' hy thans termen vindt maatregelen te nemen ten einde het voortbestaan der maatschappij Zeeland te verzekeren. Met herinnering aan hetgeen verhandeld werd bij de schriftelijke en mondelinge gedachtenwisseling omtrent het wetsontwerp tot goedkeuring eener overeenkomst betreffende den WestIndischen maildienst (Gedrukte Stukken 1901—1902—158 en HandtHngen blad/.. I:i45—1347) werd gevraagd , of de Minister reeds gevolg heeft gegeven aan zijn voornemen om de onderhandelingen over de vernieuwing van het contract zeer spoedig te hervatten. In het belang van den handel werd aanbevolen voor het postverkeer zooveel mogelijk van trams gebruik te maken.
Gaarne zouden eenige leden het oordeel van den Minister vernemen over de bruikbaarheid van het zoogenaamde coneenI.l-llllll\\l'll. tratiestelsel Bi LS. Men meende, dat te Amsterdam met dit stelsel proeven rijn genomen en vroeg, welke resultaten die Arl. 201, 270 en 278. Van verschillende zijden werd geklaagd proeven hebben opgeleverd. over het ontbreken vau elke toelichting omtrent de belangrijke Door enkele leden werd geklaagd over de intercommunale sommen , gevraagd voor aankoop , stichting en verbouwing van verbinding tUBsehen den Haag en Arnhem. In de morgenuren ouder deze afdeeling ressorteerende gebouwen. Herinnerd werd, moet iiieu somtijds zeer lang wachten , als men van deze ver- hoe ten aanzien van andere dienstvakken bij het voorstellen binding gebruik wil maken. van dergelijke uitgaven uitvoerige toelichting pleegt verstrekt Voorts achtten eenige leden het niet billijk, dat ten platten te worden. Gevraagd werd, welke gebouwen men wenscht aan lande gedurende beurstijd dubbele betaling wordt gevorderd. te koopen, te stichten of te verbouwen uit het by ieder van Aldaar bestaat tusschen het gebruik van de teleplioon en de beurs deze artikelen aangevraagde krediet; op welk bedrag de totale in den regel geen verband. kosten van eiken aankoop, elke stichting of verbouwing worden Ook werd aangedrongen op openbaarmaking vau het werkplan geschat en welke termijnen in 190J1 betaald zullen moeten worden. voor uitbreiding der intercommunale verbindingen , bijvoorbeeld Ook zou men gaarne eene opgave ontvangen van alle uitgaven, voor de eerstvolgende twintig jaren. in de laatste drie jaren voor de stichting van nieuwe kantoren Eenige leden wensehten , dat Stadskanaal, waar vele fabrieken gedaan. Indien in art. 278 ook gelden zijn begrepen voor een zy'n opgericht, spoedig aansluiting met het intercommunale net nieuw post- en telegraafkantoor te Zwolle, zou men de ontzou verkrijgen. werpen gaarne ter inzage ontvangen. Door enkele leden werd geklaagd over bediening van de teleDoor een der leden werd aangedrongen op het bouwen van phonen. een nieuw postkantoor te Groningen. Het tegenwoordige gebouw werd te klein geacht en men heeft daar geen voldoende geOpraatelllag telegraaf kaatorea. legenheid om een brief te schrijven. Ook is het kantoor zeer ver Terwijl sommigen het streven van den Minister om aan de verwijderd van het telegraafkantoor. telegraafambtenaren Zondagsrust te verzekeren waardeerden, I l r l r u u i n ^ m-lill'll l i i j k > | l < > » t * | i ; i n r l i a l l k . waren anderen van meening. dat met administratieve maatregelen op dit stuk gewacht moet worden , totdat eene ZondagsArl. 28:!. Eenige leden wensehten de wet op de Rijkspostwet tot stand gekomen zal zyn. spaarbank zoo gewijzigd te zien , dat aan het bestuur meer Geklaagd werd over het sluiten der kantoren te Amsterdam vrijheid gelaten wordt in het beleggen van gelden. en te Rotterdam des Zondags van 2 tot 5 uur des namiddags en van S tot 11 des avonds. In groote handelssteden behoorde, naar men meende, althans één kantoor den geheelen Zondag Vilde AHIKEUNG. voor het publiek toegankelijk te zijn en behoorden ook gedurende vermelde uren ontvangen telegrammen besteld te worden. Oiiiii-\ i i l l r u w H . In verband met de in Mei jl. door de Kamer van Koophandel te Amsterdam kenbaar gemaakte wenschen werd op herziening Arl. 298. Gevraagd werd, of de bedoeling is uit dezen post der bestaande regeling aangedrongen. premiën te betalen aan de Rijksverzekeringsbank of wel de Voorts werd verzoent, dat de telegraaf- en telephoonkautoren kosten aan het dragen vau eigen risico verbonden te bestrijden. niet beperkten dagdienst overal op dezelfde uren opengesteld en Het werd weuschelijk geacht, dat alie Departementen ten deze gesloten zouden worden. dezelfde gedragslijn volgen. lnUI.'irili!£
|»ii*1|i.-ikkrtli*li.
Eenige leden verlangden , dat te Nijmegen gelegenheid zou worden gegeven tot inklaring van postpakketten. Daartoe bestaat aldaar gelegenheid voor pakketten, verzonden per van Gend en Loos. Iloiirillir^lniir.
.hl. 252. Gevraagd werd, of spoedig de benoeming vaneen nieuwen Directeur-Generaal te verwachten ia. Aanbevolen werd zoo mogelijk een vakman te benoemen.
Aldus vastgesteld den 14den November 1902. HENNEQUIN. VAN WI.ICK. VAN LÖBEN 8EL& VAN IDSINGA. VAN DEN BERCH VAN' HEEMSTEDE