Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
Peter de Krom
‘Een sneeuw ligt in den morgen vroeg onder de muur aan, moe en goed beschut’– J.H. Leopold
08 Lunchen met schrijver Robert Vuijsje 12 36 × eten in de lucht 15 De modetransfer van Rebekka Bay 18 Feeëriek Noorderlicht 21 Maserati GranCabrio
Blij met mijn klushuis
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
3
LUX binnenkijken Thijs Wolzak kijkt wekelijks binnen op een bijzondere plek. Deze week bij Caroline Poiesz en Dave Andriese.
ALTIJD AL VAN UW EIGEN VAKANTIEVERBLIJF GEDROOMD OP DE VELUWE? Dit is uw kans! Kom naar de Veluwe Dagen
Maak van vrijdag 10 t/m zondag 12 februari kennis met drie TopParken op de Veluwe, de chalets/modelwoningen, faciliteiten en natuurlijk de prachtige omgeving. Tijdens deze dagen is er veel vertier voor de kinderen en is er een proeverij met typische streekproducten. Alleen dit weekend krijgt u tot maar liefst € 15.000,- korting op onze modelwoningen Een combinatie van verhuur en eigen gebruik iets voor u? Vraag dan naar ons flexibele verhuursysteem. Nieuwsgierig geworden? Vraag dan alvast vrijblijvend informatie aan via topparken.nl. Graag tot ziens tijdens de Veluwe Dagen van vrijdag 10 t/m zondag 12 februari. Kijk voor alle adressen op onze website www.topparken.nl. Let op! U belegt buiten AFM-toezicht. Geen vergunningplicht voor deze activiteit.
TopParken Telefoon 0318-457 420 www.topparken.nl
BENEHAVIS (OMG. MARBELLA), COSTA DEL SOL Zeer luxe appartementen in een exclusieve urbanisatie op slechts 10 minuten van het strand en ’
€
Royal Residence Lifestyle
€
Avda. Communidad Valenciana 2,
Hier adverteren? Kijk op nrchuizen.nl
Bajo C
03590 Altea, Spanje
Telefoon NL: 0492 517349
E-mail:
[email protected]
www.royal-residence.nl
Huis Caroline Poiesz en Dave Andriese (beiden 40) wonen met hun drie kinderen in de Rotterdamse wijk Hillegersberg. Zij is eigenaar van de winkel Very Cherry, gespecialiseerd in jarenvijftigkleding. „Ik heb al sinds mijn vijftiende een voorliefde voor de jaren vijftig. Geïnspireerd door de films uit die tijd ging ik naar Amsterdam om vintagekleding te kopen en vermaakte die zelf. Door de tv-serie Mad Men is de stijl nu in, maar ik draag het al 25 jaar.” Andriese is programmamaker, producent en dj. Hij heeft een platencollectie van bijna 7.000 stuks, het meeste uit de jaren zestig. „Nederbeat van die tijd is mijn specialisatie.” Hun huis stamt – heel treffend – uit de jaren
vijftig, ze wonen op nummer 60. Interieur Poiesz: „Ons interieur is een mix van spullen uit de fifties en sixties. Zo hebben we in de keuken een barretje met Dave’s pick-up erop. Als hij plaatjes draait, zit ik met een wijntje op de barkruk.” De groene stoel kocht ze vorig jaar bij tweedehandswinkel Spam. „Dave en ik organiseerden samen Burlesque Ballroom. De aankondigingsposter voor het feest stond heel toevallig in de winkel óp deze stoel.” Bijzonder vinden ze de bankenset. Het zijn twee sofa’s die verbonden zijn met een tussenstuk – daarop staat de glazen vaas. De set is eind jaren vijftig gemaakt door de
Denen Peter Hvidt en Orla Mølgaard Nielsen. „Het lijkt wel of mensen in die tijd meer verbeeldingskracht hadden”, zegt hij. „En het ging goed hier, er was tijd en geld om over schoonheid na te denken.” Voor de poster rechts – uit de Dordogne – hebben ze speciaal een teakhouten lijst laten maken. „‘Dit zijn wij’, zeiden we toen we de poster zagen.” Van Ikea Poiesz: „Twee lampen, die staan op de speakers. En op de slaapkamer hangen Ikea-gordijnen.” Bij brand meenemen „Mijn kinderen. En als ik nog tijd heb om terug te gaan, mijn foto’s en vintage kledingcollectie.”
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
5 VO
O
N A
Klussende doctorandussen
R
4 LUX verhaal van de week
Een groot huis voor een aantrekkelijke prijs? Marleen Luijt kocht een kluswoning. Hoe hoogopgeleiden achterstandsbuurten helpen opknappen.
Het klushuis van Avril Vlot en Talib Rana op Katendrecht. De voor- en nafoto’s zijn vanuit hetzelfde punt gemaakt.
foto’s Peter de Krom
Klushuizen te koop
Bewoners: Avril Vlot (48, communicatieadviseur) en Talib Rana (48, belastingaccountant), met dochter Zahra (12) en zoon Imran (10). Aankoopprijs: 70.000 euro voor 250 vierkante meter Verbouwingskosten: 380.000 euro. Locatie: Katendrecht, Rotterdam.
Amsterdam dit voorjaar zullen in Nieuw West klushuizen aangeboden worden, urbannerdam.nl Arnhem nog enkele te koop in de wijk Sint Marten, klusfactor.nl
In De Driehoek op Katendrecht, een recent opgeleverd klushuizenproject in Rotterdam, kochten de bewoners elk zo’n 200 vierkante meter voor 60.000 euro en knapten de bouwvallen collectief op. De voorgevel bleef staan, maar de binnenmuren werden doorgebroken en de achtergevel werd vervangen. Ze maakten een gemeenschappelijk dakterras, creëerden vides, plaatsten interne goederenliften
Tilburg woningen in een voormalige school, vanaf 197.500 euro, hierwonen.nl
Zwarte Parel Er waren meer prijzen vorig jaar, met name voor het bekendste klushuis: De Zwarte Parel in de Rotterdamse wijk Charlois. Het zwart geschilderde huis won de publieksprijs tijdens de Dutch Design Awards en werd benoemd tot Gebouw van het Jaar in zijn regio. Eigenaar Rolf Bruggink betaalde 35.000 euro voor het bouwval. „We hadden de kans een verschil te maken in een arme wijk”, vertelde hij The New York Times, die onlangs een artikel en fotoreportage aan het huis wijdde. „En de prijs van het huis was erg aantrekkelijk.” Wie ooit als eerste bedacht heeft om particulier opdrachtgeverschap toe te passen in oude wijken, is niet helemaal duidelijk. Nu het klushuizenproject succesvol is gebleken, claimen meer partijen het wiel te hebben uitgevonden. Adviesbureau Urbannerdam en Hulshof Architecten doen al vanaf het begin mee, en vanuit de > politiek is Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam een
Den Hartog: „We zijn uitgegaan van de keuken, die vond ik het belangrijkst. Ik hou erg van koken. De laatste tijd ben ik bezig met onbekendere stukken vlees. Longhaas, bavette, dat soort dingen. We hebben alles zelf gedaan, behalve het stuccen. Het souterrain moeten we nog doen, dat komt in het voorjaar
wel. Dit was de impulsaankoop van ons leven. Maartens moeder had een artikel gegeven over klushuizen. We wilden helemaal geen klushuis kopen, maar op de terugweg uit Londen hebben we het er toch over gehad. We gingen kijken op Katendrecht, dronken een biertje in de kroeg op de hoek en besloten
het te doen. We zijn er wat naïef ingestapt, maar hebben er geen spijt van. Je investeert in de wijk, zeggen ze. Ik ben zelf ook vol voorstander van gemengde portemonnees in de wijk, maar je krijgt er ook iets voor terug. Het is echt een veilige investering. De waarde van ons huis overtreft ruim de investering.”
A
Bewoners: Renske den Hartog (30, lerares en leerlingbegeleider) en Maarten Krijger (31, eigen bedrijf in 3D bouwen infravisualisaties). Aankoopprijs: 56.000 euro voor 240 vierkante meter Verbouwingskosten: 304.000 euro. Locatie: Katendrecht, Rotterdam.
N
Creatieve sector Diverse grote gemeentes en woningcorporaties initiëren en stimuleren deze projecten. Ze hoeven de oude woningen zo niet zelf op te knappen en in de vaak vervallen achterstandswijken komt een nieuwe groep bewoners die verandering brengt. Dat geldt althans voor de projecten met meerdere huizen, de enkele kluswoningen die worden vrijgegeven veroorzaken niet zo’n kentering. De nieuwe groep voelt zich na alle inspanningen verbonden met de wijk. Bovendien zijn deze bewoners dikwijls hoger opgeleid, merendeels autochtoon en relatief vaak werkzaam in de creatieve sector – anders dan de oorspronkelijke groep bewoners die laagopgeleid, huurder en meestal allochtoon is. Zie Katendrecht. Daar gold in 2008, toen de plannen voor De Driehoek in volle gang waren, zelfs nog een avondklok voor overlastgevende jeugd. Het is dit jaar vijf jaar geleden dat het eerste, door een gemeente geïnitieerd klushuizenproject werd opgeleverd. Dat was het Wallisblok in de Rotterdamse wijk Spangen. De gemeente investeerde 35.000 euro per woning, betaalde het nodige funderingsherstel en stelde onder meer een architect en adviesbureau aan om de bewoners te begeleiden. De 36 kopers kochten hun
woning voor het symbolische bedrag van 1 euro. Voorwaarden: zij moesten de huizen binnen een bepaalde tijd grondig opknappen (zij besteedden per etage gemiddeld 50.000 euro) en er minstens twee jaar zelf gaan wonen. Sindsdien is er veel gebeurd. In heel Rotterdam zijn inmiddels 534 klushuizen verkocht aan 238 kopers (veel kopers voegen meer klushuizen samen). Het concept is gekopieerd door commerciële partijen en andere steden, waaronder Arnhem, Amsterdam, Haarlem en Den Haag, hebben eigen klushuizenprojecten opgezet. Ook het buitenland toonde interesse. Denen namen het idee over in Kopenhagen en Engelsen lieten zich rondleiden langs verschillende Hollandse klushuizen. Eind vorig jaar kreeg Rotterdam voor de klushuizen de innovatieprijs tijdens de Eurocities-conferentie in Genua. Deze Europese prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan projecten die de leefbaarheid in de stad verbeteren.
R
en inloopkasten, grote keukens en vrijstaande baden. „Afgelopen zomer ben ik met mooi weer de voordeur niet uitgeweest”, vertelt Leontine Vreeken (35). „Ik pakte een fles wijn, wat glazen en liep via het dakterras naar de buren om samen van de avondzon te genieten.” Dat is een ander, bijkomstig voordeel van een klushuizenproject: de band die toekomstige buren met elkaar opbouwen. Als ze in hun huis trekken, dan weten ze al wie er om hen heen wonen. Ze hebben elkaar vrij goed leren kennen tijdens het wekelijkse overleg van de bouwmaterialencommissie, binnentuincommissie of een van de vele andere bouwcommissies.
O
e geschrokken reacties op onze uitnodigingskaart voor de housewarming kan ik me nog goed herinneren. Op de voorkant stond een foto van ons huis in de pre-klusfase. Op de grond lag een berg puin, uit het deels open plafond bungelde wat latjes en de muren bestonden uit een mix van metrotegels, afgebladderd schilderwerk en gatenbeton. Er boven stond: ‘Een jaar geleden...’ Een jaar geleden gingen wij van die ruïne een paleisje maken. We werden voor gek verklaard, maar het wérd ons paleisje. Al moet ik bij de woorden ‘lekker klussen’, vaak te horen in de vele klusprogramma’s op tv, nog altijd een beetje grinniken. Ons huis is een zogenoemd klushuis. Dat zijn oude huizen in oude wijken, die door de nieuwe bewoners zelf worden opgeknapt. Dat betekent maanden, zo niet jaren lang, elke vrije minuut besteden aan vergaderen en klussen. Waarom zou een mens dat willen? Geloof me, dat vraagt iedere klushuisbezitter zich op een bepaald moment af. Waar zijn we aan begonnen? Ik had het bijvoorbeeld na het dagenlang afbikken met beitel en hamer van het oude pleisterwerk. Tik tik. Tik tik. Tik tik. Zelden iets gedaan wat zo weinig voldoening geeft. Daarna gaat er een hele nieuwe laag stucwerk overheen. Er is een heel goede reden waarom iemand zichzelf dit aandoet. Meerdere redenen zelfs. Voor weinig geld kun je een huis kopen en het helemaal naar eigen wens indelen.
Vlot: „We wilden als multicultureel gezin onze kinderen een stadse opvoeding geven, maar ook buitenruimte hebben. Waar vind je in de stad zo’n groot huis waar je met een rieten mand appels uit de tuin kunt plukken? We vonden een paar dingen belangrijk: een grote keuken en een duurzaam huis. De keuken is 30 vierkante meter, heeft een Cooker, koffiezetautomaat, een combikookplaat van inductie en gas en twee ovens. Talib en ik koken graag, mijn dochter maakt vaak met vriendinnen cup-
VO
D
Rotterdam ten minste zeven stuks, oa. in Kralingen-Crooswijk, Feijenoord en Spangen, klushuizen.nl. Op de site staan ook blogs van klussers.
cakes en Imran heeft als hobby sushi maken. Aan het verduurzamen hebben we 50.000 euro besteed. Voor de warmtepomp zijn in de tuin drie bronnen van 100 meter diep geslagen. Het water hoeft minder verwarmd te worden, dat is milieuvriendelijker. De warmte in huis is overal constant omdat de leidingen achter de muur liggen, dat levert meteen lekkere knuffelmuren op. In de zomer loopt er koud water door zodat het huis heerlijk koel is. Het huis zal in de toekomst meer waard zijn dan een gangbaar huis, maar het maakt ons niet uit of we de investeringen van bijna een half miljoen ooit terugkrijgen, we willen hier nog wel even blijven wonen. We hebben het niet voor niks rollator-proof laten maken.”
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
6
7
LUX vraag & aanbod
N A
Lieve Pieter U verkeert in dubio? Pieter Kottman weet raad. Stuur uw vragen naar
[email protected]. De vragen worden anoniem afgedrukt.
VO
O R
Bewoners: Damian Zarebski (32, ondernemer), Tom van Hal (38, buitenlandredacteur bij NOS Journaal) en hond Jimmie. Aankoopprijs: 60.000 euro voor 175 vierkante meter, Verbouwingskosten: circa 315.000 euro. Locatie: Katendrecht, Rotterdam. Zarebski: „Ik heb een bouwbemiddelings- en adviesbureau. Ik kom zelf uit Polen en werk veel met Polen. Zij hebben het huis opgeknapt, wij houden niet zo van klussen. In ons huis zat een wietplantage, die op een gegeven moment in vlammen is opgegaan. Alles was zwart geblakerd. Wij wonen vooral
> belangrijke aanjager geweest. Zeker is dat het in Rotterdam voor het eerst vorm kreeg. Toch is Hamit Karakus, wethouder Wonen en Ruimtelijke Ordening, voorzichtig om het klushuizenproject ‘typisch Rotterdams’ te noemen. „Maar je ziet wel vaak dat nieuwe initiatieven hier beginnen, omdat ontwikkeling niet vanzelf gaat in deze stad. Van alle stedelingen hebben Rotterdammers gemiddeld het laagste inkomen en gemiddeld zijn zij het laagst opgeleid. Wij moeten creatiever zijn in het aanpakken van stadse problemen.” De gemeente Rotterdam wil hoogopgeleide mensen van buiten aantrekken en degenen die in de stad hebben gestudeerd behouden. Als de gemeente die mensen zo ver krijgt ook nog te kiezen voor de places not to be, oude vervallen wijken dus, is zij helemaal content. Karakus: „Zij kunnen voor dynamiek zorgen in een wijk, dankzij hun opleiding, hun achtergrond, hun vaak creatieve beroep. Zij kunnen een buurtbarbecue organiseren en met de gemeente kritisch kijken naar het functioneren van de wijk.” Het manco van klushuizen is dat ze altijd anders zijn. Het plan voor het ene project kan nooit gebruikt worden voor een volgend project. „Je weet nooit wat je tegenkomt”, zegt Frans van Hulten, directeur van adviesbureau Urbannerdam. Vooronderzoek is erg belangrijk, daar zijn
de projectbegeleiders in de loop van de tijd wel achter gekomen. Daarmee voorkom je bijvoorbeeld dat de bouw moet worden stilgelegd omdat de bodem verontreinigd blijkt. Er zit ook een maximum aan het aantal huizen dat als collectief gerenoveerd kan worden. Hoe meer bewoners, hoe trager de besluitvorming. Bovendien: de gemeente moet eerst maar zien of zij een aaneengeschakelde rij woningen kan aanbieden –daar gaat, als eigenaren niet willen verkopen, flink wat tijd en geld in zitten.
Besmet Een ander manco is dat de huizen niet voor iedereen geschikt zijn. „Er zijn mensen geweest die afhaakten omdat ze er te licht over dachten”, zegt Karakus. En als van de tien deelnemers er acht afhaken, raakt een project besmet. Dan is het gedoemd te mislukken. Op Katendrecht dreigde dat te gebeuren. De richtprijzen die de gemeente in de advertenties noemde voor het opknappen van de woningen, bleken achteraf te laag. Vooral de sloopkosten vielen hoger uit en ook de brandweer kwam met nieuwe, prijs opdrijvende eisen. Niet iedereen kon zijn huis meer betalen, sommigen stapten uit het project. Corporatie Woonstad Rotterdam moest voor de overgeblevenen een nieuwe constructie opzetten.
EM BONPOI NT
HOGE HAKKEN
Ik ken mijn vriend nu een half jaar. In die tijd is hij vijf kilo aangekomen. Ik wil er geen kwestie van maken, maar ik merk dat ik het vervelend vind. Hoe pak ik dit aan?
Ik wil graag op hoge hakken lopen, alleen: ik kan het niet. Het ziet er niet uit en het doet pijn. Kan ik dit leren?
Er is kennelijk een causaal verband tussen de kennismaking met u en het feit dat hij aankomt. Verbazen doet dat nauwelijks, want het is een alom waarneembaar verschijnsel: na de trouwdag dikken bruidegommen op. Het is ongetwijfeld iets evolutionairs. Als ze eenmaal een wijfje bemachtigd hebben, hoeven ze niet meer zo hard te rennen. Anderzijds doet het wijfje tot behoud van haar nest haar best om het mannetje aan zich te binden: ze verwent hem dus. Die angst hem kwijt te raken proef ik ook in uw vraag. ‘Er geen kwestie van maken’ – hoezo eigenlijk niet? Vijf kilo! In een half jaar! Nog even en u, liefhebster van slanke, fitte mannen, die probleemloos de Kamasutra in praktijk brengen, ligt met een onmachtige papzak in bed. U mag eisen stellen. Vergelijk het embonpoint van uw vriend gerust met roken. Het is doodnormaal geen relatie met een roker te willen. Dus: naar de sportschool. En: op de fiets. Beweeg hem tot bewegen. Ga samen op een duursport. Boek actieve vakanties. U kunt overigens, behalve eisen stellen, ook helpen. Haal, voor bij de borrel, geen worst, kaas en nootjes in huis, laat die borrel zelf als het even kan achterwege, gebruik geen boter bij het braden enzovoorts. Als hij de boodschappen doet, maak dan een andere taakverdeling, zodat hij stofzuigt en dweilt en dus ook nog eens beweegt en u het eten koopt.
Waarom zou u iets willen waarmee u uzelf kwelt? U wilt ‘leren’ op hoge hakken te lopen, maar behalve veel doorzettingsvermogen heeft ook de vioolvirtuoos toch heus een beetje talent en aanleg nodig. Die heeft u niet voor de hoge hak. Kunt u niet eenvoudigweg concluderen dat hoge hakken niet bij u passen? Bent u soms klein van stuk? Probeer dan eens plateauzolen, al vergen ook die oefening en behendigheid en flatteren ze, onrechtvaardig genoeg, eerder lange dan korte mensen. Bent u niet speciaal klein, ga dan eens na waarom u dit per se wilt, los van het dictaat van de mode. Is het omdat de pump voor sexy doorgaat? Omdat wie hem aantrekt, een Helmut Newton-model wordt? Dat is niet zo. De hoge hak kan snel pathetisch worden, net zoals de minirok. Velen zijn geroepen, weinigen zijn uitverkoren. De aantrekkelijkheid van een kledingstuk is relatief. Die van authenticiteit niet. Wees uzelf.
boven, beneden heb ik mijn kantoor. Dat heb ik in Victoriaanse stijl laten maken, om aan klanten te laten zien wat mogelijk is als je een oud huis in oude staat wilt renoveren. Ik heb een beetje drama gecreëerd met de grote spiegel uit Polen en de Spaanse kroonluchter. Door middel van een lichtplan oogt de ruimte minder donker dan die is. De spots staan gericht op de witte stukken. De goederenlift hebben we erin laten maken om niet alle trappen op en neer te hoeven sjouwen. Beneden zetten we de boodschappen erin voor de keuken op de tweede, vanaf de keuken gaat de prosecco naar het dakterras.”
Door dit alles liep de planning fors uit en vertrokken ook anderen om die reden alsnog. Uiteindelijk konden de lege plekken opgevuld worden. Het ene project verloopt soepeler dan het andere. Maar ook als het project relatief makkelijk vordert, heeft het grote invloed op het leven van de klusser. Hun belevenissen zijn dan ook op tientallen blogs te lezen. Zo ook die van Damian Zarebski (32), een van de bewoners in het Katendrechtse huizenblok. Nu hij er een jaar woont, somt hij op waar toekomstige klussers rekening mee moeten houden:
TWEEDE STEM ZINGEN
Bij het zingen van de liederen in de kerk tijdens de kerkdienst, oefen ik de tweede stem. Alhoewel ik nog niet helemaal toonvast ben, zing ik de tweede stem met veel plezier en klinkt het mooi, vind ik zelf. Mijn man die dan naast me zit, vraagt me om niet de tweede stem te zingen omdat het niet helemaal zuiver is. Wat vindt u hiervan ? Al is hij misschien degene die het abonnementsgeld voor deze krant overmaakt, ik vind uw man een mispunt. Het is goed mogelijk dat u niet loepzuiver zingt want de tweede stem zingen is geen sinecure, maar daar gaat het helemaal niet om. Van belang is dat
u er plezier in heeft en dat zou voor uw man reden moeten zijn er óók plezier in te hebben. Hij mag uiteraard zeggen dat de nodige oefening nog geboden is – dat weet u zelf ook – maar om u te verzoeken uw mond te houden is onhebbelijk. Vraag hem: ‘Wil je echt dat ik
ophoud met iets waaraan ik plezier beleef, ook al gaat het me nog niet helemaal goed af?’ Als hij het bestaat daar ‘ja’ op te zeggen, dan zegt u dat hij voortaan maar ergens anders moet gaan zitten, zodat hij u niet hoort. Dit is een vrij land en u wilt zingen.
DRON KEMANSPRAAT
Een van mijn beste vrienden drinkt te veel. Hij belt vaak ’s avonds of komt langs met een stuk in de kraag. Ik vind dat ik daar een keer wat van moet zeggen. Maar hij is snel gekwetst en het is zijn lever/leven. Aan de andere kant: als ikzelf ongezonde en hinderlijke gewoonten ontwikkel, zou ik daar graag door een vriend op gewezen worden. Wat te doen? U hoeft u niet af te vragen of uw bemoeienis terecht is. U bemoeit u met uw eigen leven als u stelt dat u de dronkemanspraat en het gedrag van uw vriend moeilijk te verteren vindt. Hij valt u keer op keer lastig en u heeft het recht hem daarop te wijzen. Deze overweging staat los van de vriendschap en de eventueel daaraan verbonden morele plicht uw vriend van de ondergang te redden. Alvorens daaromtrent een strategie uit te stippelen, moet u bedenken met welk doel u dat doet. U schrijft dat het om één van uw beste vrienden gaat, maar waaruit bestaat die vriendschap? Is die niet veeleer een herinnering? Beleeft u er nog wel plezier aan? Is het niet, gezien de stand van zaken, veel logischer en simpeler om de relatie te laten doodbloeden? Als u besluit dat achter de dronkelap nog altijd die leuke man schuilgaat en dat het mogelijk is en loont om zijn inname te helpen beperken, dan moet u beseffen dat u er niet bent met één keer een opmerking maken en zijn woede trotseren. Dan moet u liefde, tijd en aandacht gaan investeren. Alleen u kunt beoordelen of hij die moeite voor u waard is. Weet, als u de strijd aangaat, dat die lang en moeilijk is en er gerede kans bestaat dat uw moeite uiteindelijk vergeefs zal blijken. Er niet aan beginnen is niet trouweloos of verwijtbaar, maar realistisch. Er zijn instituten die zich bezighouden met bestrijding van drankproblemen, met zeer wisselend en wankel succes. U zou kunnen proberen uw vriend over te halen zich daar te melden.
ETSY WEBVLIJT
Duif Via etsy.com zijn miljoenen zelfgemaakte producten te koop, van oorbellen uit België tot tafelkleden uit Indonesië. Lux maakt een keuze uit het aanbod. Deze week: de duif. Afgelopen week verkocht Pieter Veenstra uit Friesland, een toonaangevende duivenmelker, voor 240.400 euro de duurste postduif ooit.
Je relatie moet tegen een stootje kunnen, deze wordt flink getest; Als je single bent: vergeet daten tot je huis klaar is; Houd rekening met tegenslag en laat je hierdoor niet uit het veld slaan; En, de laatste tip: doe het alleen als je klussen leuk vindt, of als je handig bent in uitbesteden. Toch heeft Zarebski, net als de andere bewoners op Katendrecht, geen spijt van zijn avontuur. Staand op zijn dakterras, met uitzicht op de skyline van Rotterdam, zegt hij: „Ik kon al mijn fantasieën kwijt. En een erg leuke bijkomstigheid is de verbondenheid met je buren. We hebben het samen gedaan.” Maker Jane and Rod, Perth, Australië. De porseleinen wanddecoratie kost 39,70 euro. ‘We released this dove from a 1960’s saucer’
Maker Amy Chace, Woodmere, VS. Prijs van de haarband is 19 euro. ‘Make a statement. Go to a wedding! Go to a party!’
Maker Marisa Rand, Maryland, VS. De ketting met duivenschedel kost 13,60 euro. ‘One of my hand cast resin dove on a 20 inches chain’
Maker Nora, Boca Raton, Florida, VS. De hakken kosten 201,80 euro. ‘Awesome peep toes with covered heels in crystals’
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
8 LUX lunchen met Robert Vuijsje
9
‘Ik merk nu dat ik er meer bij hoor’
De rekening
Roem, daarover gaat de tweede roman van bestsellerauteur Robert Vuijsje. Een gesprek over B N’ers, scheiden en vaderschap.
Restaurant Momo Stadhouderskade 25, Amsterdam 1 diet coke 2,75 1 chaudfontaine blauw 2,75 1 salmon bento (grilled salmon, mixed seaweed with wasabi sauce) 18,95 1 MOMO bento (crispy duck roll, marinated black cod with miso) 21,95 2 witte wijn (niet op de rekening) Totaal
46,40 Robert Vuijsje. De hoofdpersoon in zijn nieuwe roman is Sam Green. ‘Ik ben anders dan Sam Green. Hij is BN’er. Ik niet.’
tekst Rinskje Koelewijn foto’s Bob van der Vlist
T
wee keer haalde het leven schrijver Robert Vuijsje (41) in. Hij wilde een roman schrijven over roem, en wat dat doet met mensen. Nog voor hij de eerste letter ervan schreef, ondervond hij zelf wat roem is. Zijn eerste boek Alleen maar nette mensen, kreeg twee literatuurprijzen (De Gouden Uil en de Inktaap) en werd genomineerd voor een derde. Robert Vuijsje kwam op televisie en was ineens bekend. Verkocht hij eerst 4.000 boeken in een jaar, het werden er 4.000 per dag. De tweede roman moest over roem gaan, en over vader-zoonrelaties. Zelf was hij net vader van een zoontje (Sonny), hij scheidde van de moeder van dat zoontje, en werd opnieuw vader van een zoon (Samuel) met zijn nieuwe vriendin. Die nieuwe vriendin heet Lynn, ze is Surinaamse en woont in Almere. Hij komt er net vandaan. Met de auto die eerst naar de garage moest en die hij toen nog moest zien te parkeren in de binnenstad van Amsterdam, waar restaurant Momo zit. Dat leek Robert Vuijsje een geschikte lunchlocatie. „Passend bij de sfeer van mijn boek.” De roman is af, de titel is Beste vriend. Hoofdpersoon is Sam Green, die beroemd is om het beroemd zijn. Wat precies zijn werk is, komt de lezer niet te weten. Het doet er ook niet toe. Hij is veel en vaak op televisie. En om op de televisie te komen, hoef je, schrijft Robert Vuijsje, niet heel veel meer te doen dan: op televisie komen. Sams grootste droom is een tijdschrift maken met als titel: S AM; zijn tijd vult hij met Twitter-volgers tellen op zijn
BlackBerry, en het aflopen van openingen, launches en boekpresentaties. Sam Green heeft een zoontje (Sammie), een zwarte vrouw (Venus) en woont in Amsterdam-Zuid. Pas als zijn huwelijk eindigt in een akelige scheiding, ontdekt Sam hoe hij vader moet zijn. Momo is Amsterdams en hip, het eten Aziatisch. „Typisch een plek waar Sam Green graag komt”, zegt Robert Vuijsje. „Plus, de vorige keer dat ik hier at, vond ik het heel lekker.” Zwart overhemd, gouden ketting met een Davidster, spijkerbroek en gympen. Alles aan Robert Vuijsje aarzelt; zijn stem als hij praat, zijn bruine ogen als hij langs de mijne kijkt, en zijn lichaam als het plaats moet nemen tussen de tafel en het bankje. Hetzelfde tafeltje waar ik een jaar geleden met schrijver Kluun zat, ook vanwege een nieuw boek. „Kluun maakt meer dan ik deel uit van het stoere, snelle stadsleven.” Robert Vuijsje heeft daar een theorie over, zegt hij. „Als ik zelf stoer en snel was, had ik waarschijnlijk niet de reflectie om een jaar lang in mijn eentje op een zolderkamer een boek te schrijven over zo’n leven.”
Margriet „De eerste keer dat ik Kluun ontmoette, vroeg hij of ik nog ergens ‘in’ stond. In NRC Handelsblad, zei ik, en in Vrij Nederland.” Hij zei: „Leuk voor je naam. Maar als je boeken wil verkopen, moet je in de damesbladen komen.” Libelle, Margriet, Viva. Sam Green uit Beste vriend geeft in een hip, Aziatisch restaurant een interview aan een damesblad waarvan hij de naam vergeten is. Hij weet wat er van hem wordt verwacht. „De afspraak is: jij deelde iets met hen over jouw leven, zij gaven jou daarvoor in ruil publiciteit.” En iedereen wil altijd hetzelfde weten: „Hoe was de relatie met je ouders? Hoe was de relatie met je vrouw? Hoe was de relatie met je kind?” Dat is, zeg ik, dus precies wat we nu ook gaan doen. „Klopt”, zegt Robert Vuijsje. Hij gniffelt. Bij Alleen maar nette mensen was het al moeilijk om de hoofdpersoon niet te vereenzelvigen met de schrijver. De hoofdpersoon in dat boek, een joodse gymnasiast uit Amsterdam-Zuid die eruit ziet als een Marokkaan, gaat
in de Bijlmer op zoek naar een intellectuele negerin met flinke borsten en billen. Bij dit boek lijken er ook nogal wat overeenkomsten tussen personage Sam en Robert. „Het eerste boek was veel meer gebaseerd op mijn eigen ervaringen. Dat is nu anders. Maar toch roept het boek blijkbaar vragen op over wat echt is en wat niet. Het is door mij bedacht. Mijn gevoelens zijn de bouwstenen.” „Ik ben anders dan Sam Green. Hij is BN’er. Ik niet. Ik word weleens herkend. Maar ik heb ook wel bij televisieprogramma’s aan tafel gezeten waar de andere gasten echt niet wisten wie ik was.” Zijn ervaring als gast in programma’s als De wereld draait door gebruikte hij voor het boek. Politici die, ongeacht de vraag, een ingestudeerd verhaal afdraaien. Gasten die elkaars spreektijd afpakken, de snelheid waarmee je leuk en ad rem moet antwoorden. Daar praat jij toch veel te langzaam voor, zeg ik, iets te snel. Klopt, zegt Robert Vuijsje weer. „Eerst moet je telefonisch examen doen. En dan bereid ik me geestelijk voor op een snel tempo. Over mijn boek kan ik echt wel een verhaal houden. Ik ben er jaren mee bezig geweest.” Over Beste vriend deed hij drie jaar. „Ik had het in mijn hoofd, maar er was geen rust om het op te schrijven.” De ophef over zijn eerste boek, dat sommige mensen seksistisch en racistisch vonden. Het gedoe rond de scheiding. Opnieuw vader worden. Een boze ex. „Voordeel was wel dat ik het al had uitgedacht voor ik ging schrijven.” Dat deed hij op twee zolderkamers. Die van zijn vriendin in Almere, en die van zijn moeder in Amsterdam waar hij de helft van de tijd woont omdat het dichtbij het huis en de school van zijn oudste zoon is.
Vader en zoon Beste vriend, gaat over roem, zoals de bedoeling was. En het gaat ook over de relatie tussen een vader en een zoon, die zelf weer vader is van een zoon. En het gaat over scheiden. Dat laatste is erbij gekomen, omdat het Robert Vuijsje overkwam. De vraag moet even van tafel: kwam Vuijsjes scheiding door zijn plotselinge roem? „Nee.” Die scheiding zat er al een tijdje aan te komen. „Het was mijn
schuld. In mijn beleving pasten we niet meer bij elkaar.” Hij wil er niet tot in detail op ingaan, om de privacy van zijn ex-vrouw niet te schenden. Was het dan omdat hij, net als Sam Green in het boek, vreemd ging? „Ook niet.” Hij lacht. Hij heeft vaak genoeg aan mijn kant van de tafel gezeten om te weten dat de setting van een interview zich er blijkbaar voor leent om dit soort vragen te stellen aan iemand die je nog maar net hebt ontmoet. Hij werkte tien jaar bij Nieuwe Revu, en daarna bij gratis dagblad De Pers. „Roem fascineerde me al toen ik zelf interviews maakte met beroemde mensen. En zag hoe roem sommigen in verwarring bracht. Die vonden dat zij de baas waren, en de anderen losers.” Zijn scheiding maakte zijn vaderschap anders. „Je gaat nadenken over je rol als ouder. Hoe egoïstisch ben je?” Een goede ouder, zegt hij, vindt zijn kind belangrijker dan zijn werk. „De liefde voor je kind is groter dan die voor je eigen ouders. Groter ook dan die voor je partner.” O ja? Maar kinderen gaan de deur uit, met je partner word je oud. Hij grimast. „En hoeveel paren worden samen oud?” Als hij een vrouw zou treffen die meer van hem hield dan van haar kind, dan zou hij zich afvragen wat er mis met haar is. Een goede vader, vindt Robert Vuijsje, moet lijfelijk aanwezig zijn. Zijn zoon Sonny is ongeveer drie à vier dagen per week bij hem. „Maar niet op vaste dagen.” Onrustig, voor een jongetje van vijf. Hij knikt. Hij vindt het zelf al een hele toer om op twee plekken te wonen. „Spullen die je vergeet. Twee computers. Twee sleutelbossen. Gedoe.”
Scheiding Zijn eigen scheiding bracht hem terug naar toen hij zelf zeven was en zijn vader op een avond zei, zittend aan zijn bed: ‘Ik ga weg.’Hij bleef bij zijn moeder wonen en logeerde om de week een weekeinde bij zijn vader. „Heel klassiek.” In Beste vriend zegt de volwassen zoon het zo. „Vroeger had hij geen tijd voor mij, en ik wel voor hem.” Zijn eigen vader, Bert Vuijsje, las Beste Vriend twee maanden geleden. Hij bedacht een titel die hij beter vond passen: Louter leugens, naar een bundel van Simon Carmiggelt.
„Hij herkende zich niet in het boek. Klopt, want het gaat ook niet over hem. Dit was de eerste keer in mijn leven dat ik zo’n felle discussie meemaakte tussen twee mensen die hetzelfde zeggen en het toch niet eens zijn.” Hij doet voor hoe die discussie ging: „Ik zei vooraf: ‘Papa, dit is fictie. Bedacht. De relatie met de vader heb ik ook verzonnen.’ Mijn vader, na lezing: ‘Dit is niet waar.’ ‘Ik zei toch: het is fictie.’ ‘Ja, maar het is niet waar.’” „Ik had wel een eigen kamer in het huis van mijn vader en zijn nieuwe vriendin. Hij was wel bij voetbal en op ouderavonden. En ja, hij was betrokken bij de opvoeding van mijn broer en mij, ook al slokte zijn werk hem op. Maar toch had ik als kind het gevoel dat mijn plek was ingenomen door het kind van zijn vriendin.”Gevoelens die weer boven kwamen, toen hij zelf gescheiden vader werd. „Ik heb er dertig jaar niet aan gedacht.”Hij denkt er nu aan als hij in Almere is en zijn zoontje belt en vraagt waarom hij daar is en niet bij hem. „Het is geen verwijt, voor hem is het gewoon een vraag.” Sam Green, in het boek, over zijn vader: „Zag hij het? Zag hij dat ik een onderscheiding in ontvangst nam? Zag hij mij?” Ziet Bert Vuijsje Robert Vuijsje? Bert Vuijsje was hoofdredacteur bij HP/De Tijd en adjunct bij de Volkskrant. „In de intellectuele kringen van mijn vader wordt minzaam gedaan over een blad als Nieuwe Revu. Kees van Beijnum werkte ervoor, Karel Glastra van Loon. Ik kan me niet herinneren dat H P of Vrij Nederland een schrijver van dat niveau heeft voortgebracht. Tegen mij is het nooit letterlijk uitgesproken, maar nu ik echt schrijver ben, merk ik dat ik er meer bij hoor.” De borden met aparte vakjes voor de rijst, het vlees en de zeewier zijn leeg. Geen toetje. Robert Vuijsje checkt zijn BlackBerry. Lacht hardop. Draait het schermpje mijn kant op. Een sms van zijn uitgever. „Robert, we gaan naar een ander niveau. Of je in de uitzending wil bij Koffietijd.” Hij drukt het berichtje weg en zegt: „Daar ga ik even over nadenken.”
CV Geboren 12 oktober 1970 in Amsterdam Burgerlijke staat grotendeels samenwonend met Lynn Spier, gezamenlijk 3 kinderen: Samuel (2), Sonny (5) en Noah (11) Opleiding Barlaeus Gymnasium-A, Sociologie en Amerikanistiek aan de Universiteit van Amsterdam en de University of Memphis Woont in Amsterdam en nog even in Almere Eerste baan portier op de avondschool waar mijn moeder Engelse les gaf Auto Chrysler 300C en binnen Amsterdam een oude fiets Favoriete boek American Psycho van Bret Easton Ellis Favoriete film Play it Again, Sam van Woody Allen Favoriete muziek R. Kelly, Mary J. Blige en Dr. Dre Laatste vakantie met mijn oudste zoon drie weken naar Brazilië Onmisbaar ding BlackBerry Torch
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
11
10 LUX eten In onrustige tijden willen mensen traditionele gerechten eten. Dus maakt thuiskok Marjoleine de Vos mosseltjes op toast. Glaasje sherry erbij?
VRAAG HET DE THUISKOK
Marjoleine de Vos beantwoordt wekelijks een vraag over koken.
Oef, deze lezer heeft de moed niet opgegeven na één wat droog uitgevallen stoofschotel, maar echt alles gedaan wat maar mogelijk is. En dan nog geen goed resultaat. De manier waarop u het doet, daar lijkt mij weinig mee mis. Op niet te hoog vuur aanbraden in royaal boter (maar een pakje is bij een normale hoeveelheid vlees echt niet nodig hoor, gewoon een lekkere klont, eventueel half om half met olijfolie), drie tot vier uur laten stoven met een deksel op de pan. Als u maar zorgt dat het vocht niet kookt, dat levert altijd droog vlees op. Stoofvlees is een innerlijk tegenstrijdig gerecht: vlees wordt boven de zestig graden snel taaier en droger, maar de gelatineuze stukken en het bindweefsel van stoofvlees hebben minstens zeventig graden nodig om zacht te worden. Het allerbelangrijkste bij stoofvlees is het vlees zelf. Doorregen lappen, sucadelappen, die zijn het beste. Heel mager vlees blijft droog, wat je er ook mee doet. Dikke vetranden hoeven ook niet, maar mooi dooraderd vlees is geweldig om te stoven. Snijd ook bij het in stukken verdelen niet het vet van het vlees af. En punt twee is de temperatuur. Laag dus, zo laag mogelijk. En als je laag zegt, zeg je lang. Om te voorkomen dat vlees dat boven het vocht uitsteekt gaat uitdrogen, kunt u er een beboterd stuk bakpapier direct opleggen. Doen alsof u een petroleumstel gebruikt dat is het beste. Weinig warmte, lange stooftijd. En vergeet niet: ook oma’s stoofvlees had wel eens droge stukjes. Heeft u ook een vraag over koken? Stuur een mail naar
[email protected]
Actuele traditie
H
banen verdwijnen en pensioenen in rook opgaan, dan kun je nog altijd lokaal eten. Tomaten worden misschien niet meer geïmporteerd, maar niemand verhindert je om je bewaarkolen klaar te maken, om de in zijn eigen vet gesmoorde gans uit de kelder te halen, om ouderwets erwtensoep te eten of boerenkoolstamppot. En dan is het des te beter als dat niet armoedig is, maar juist heel actueel.
Nordisk Mad et
was een klein berichtje in de krant, een poosje geleden: historica Anneke Geyzen van de Vrije Universiteit Brussel had onderzoek gedaan naar de manier van eten in tijden van crisis en was tot de conclusie gekomen dat mensen niet alleen goedkoper proberen te eten als er minder geld is, wat nogal logisch lijkt, maar in tijden van politieke onrust ook vooral teruggrijpen op traditionele gerechten. Desnoods op tot ‘traditioneel’ gebombardeerde gerechten. Zo heetten asperges met ei en peterselie in België net als hier gewoon asperges met ei en peterselie tot ze in de woelige jaren zestig in de bladen ineens ‘Asperges op Vlaamse wijze’ genoemd werden. Ouderwetse, vertrouwde gerechten geven houvast, zegt Geyzen, in tijden waarin het houvast niet zo duidelijk is. Ze veronderstelt dat de tegenwoordige hang naar allerlei gerechten die ‘op ambachtelijke wijze’ vervaardigd zijn of volgens grootmoeders recept, behalve een reactie op de toenemende industrialisering van ons voedsel, ook te maken heeft met het algehele gevoel van onzekerheid. Dat klinkt helemaal niet onwaarschijnlijk. Puur en ambachtelijk eten, al jarenlang in de mode, neemt de laatste tijd echt een hoge vlucht. Italiaans koken raakt langzaam maar zeker uit de mode, al is het in een ander opzicht niet uit de keuken weg te slaan, maar steeds meer lees en hoor je over koks die werkelijk ‘lokaal’ willen koken – niet voornamelijk met producten uit de buurt, maar alleen met producten uit de buurt. Desnoods speciaal gekweekt, maar dan toch met een traditioneel randje. Zeg maar gedag tegen de olijfolie, de tomaten, de dadels en de granaatappels: we werken hier uitsluitend regionaal en lokaal. Dat geeft inderdaad een prettig en veilig gevoel. Als ‘alles’ misgaat, het geld op de bank verdampt, de euro verdwijnt, Europa economisch terugzakt tot tweedewereldniveau,
René Redzepi van restaurant Noma in Kopenhagen (‘het beste restaurant ter wereld’) heeft een trend gezet die door vrijwel alle restaurantchefs wordt nagevolgd: uitsluitend lokaal verkrijgbare producten verwerken en daarmee dan heel bijzonder en vernieuwend koken. Noma komt van Nordisk Mad, noordelijk eten, dus de naam zegt het al. Het noorden wil het zuiden van de eerste culinaire plaats dringen. Voortaan drinken we berkenhoutthee en eten we zevenbladsla met geitenkaas, in plaats van chianti en mozzarella met basilicum. Noma is wel een goed voorbeeld van puur en lokaal, maar juist niet van traditioneel. Maar als de appeltaart weer in de mode komt, wat wel zo lijkt te zijn, dan zijn er zou je zeggen wel weer kansen voor traditioneel eten ook. Als je zou weten wat het is, behalve dan die beroemde, of beruchte, stamppotten en erwtensoep. Kijk je even in de vroegere kookboeken van de huishoudscholen, dan word je afgeschrikt door ouderwetsigheden als de aanwijzing om andijvie drie kwartier te laten koken en daarna nog een poosje te laten stoven in een bechamelsaus. Dat soort bereidingswijzen zijn nu precies de reden dat heel Nederland lof, spruitjes en andijvie is gaan haten en dat er jaren zendingswerk nodig is geweest om die groenten weer onder de welwillende aandacht te brengen. Voor je het weet heb je het boek al met een geërgerde zucht dichtgeslagen en besloten dat je van de traditionele Nederlandse keuken weinig te verwachten hebt. Werp dan nog een blik op de hopeloze foto’s die veelal zo’n vermoeid groen waas hebben verworven, en je weet het wel weer. Maar dat is toch een tikje te snel gereageerd. In het vooroorlogse exemplaar van het kookboek van de Haagse huishoudschool dat ik bezit, staan een heleboel aantrekkelijke gerechten en aanwijzingen die verder gaan dan de tip om kaviaar op te dienen op ‘kleine, keurige stukjes brood’ – dat is niet echt iets voor tijden van crisis. Zou de kaviaar in 1934 helemaal niet zo duur geweest zijn? In een ander recept lees ik dat je ‘truffelschillen’ moet meekoken voor
THUISKOKNI EUWS
‘schildpadsaus’ (nu ja, ‘mock-turtle’ er komt geen schildpad aan te pas). Maar hoe dan ook, als je even in de afdeling hors d’oeuvres bladert, heb je al gauw zin om gewoon lekker hardgekookte eieren met zelfgemaakte mayonaise op te dienen, wat kappertjes erdoor, heerlijk. Er zijn eigenlijk niet veel voorgerechten die daar boven gaan. En oei daar valt mijn oog op ‘vischlever koken’. Yes! Schelvislever, iets heerlijkers kun je moeilijk bedenken, vijf minuten koken en dan inderdaad, precies zoals daar staat met peper, zout en roggebrood. Niets meer aan doen. Hooguit een likje mosterd… Er staan aanwijzingen in voor het gebruik van agar-agar, in deze vegetarische tijden weer helemaal terug als geleermiddel, en voor het lossen van puddingen. Zulke aanwijzingen zijn altijd nuttig en nodig. (Nou vooruit dan: de vorm eerst met water omspoelen, ‘voor schuimige puddingen’ met eiwit of de vorm licht invetten. De pudding heen en weer schudden voor het lossen, niet op en neer. En natuurlijk, bij vasthoudende puddingen: de vorm even een minuutje in heel heet water houden.) Toch, ook al werken die kookboeken animerend, weet ik niet zeker of mijn gevoel van crisis al zo groot is dat ik echt zin heb om weer huishoudschool-eten te gaan maken. Of eigenlijk weet ik dat wel. Nee. Maar ietsje traditioneler, dat is wel een goed idee. Lekker een pepersaus maken voor bij een biefstukje, of juist voor over de gestoomde en geroosterde prei (prei is zo lekker). Gewoon een groene kool kopen en nadenken over gevulde koolrolletjes. Met rijst en pijnboompitten?, zegt de automatische Mediterraan in mijn binnenste meteen al weer. Dat is heel lekker, neuriet hij er dansant achteraan. Doe maar lokaal dan doe je al gek genoeg, mompel ik tegen die flierefluiter. En ik kook bietjes en laat er selderieboter over smelten, zet bonen in de week voor een dikke wintersoep met wortel, kool, bleekselderie, peterselie en oud brood (dat is ideaal om een soep te binden) en presenteer een verrukkelijk mosselgerechtje op toastjes. Glaasje sherry erbij? vraag ik. Traditie hè. Bekijk op het blog Honger & Dorst een filmpje hoe een klassieke kalfsgehaktbal te maken: nrch.nl/ub.
Schelvislever Schelvislever, vroeger een traktatie uit een blikje, nu nog maar zelden waargenomen, verdient een revival, te meer omdat er sinds enige tijd ook blikjes schelvislever met MSC-keurmerk te koop zijn, wat betekent dat de vis op duurzame wijze, met respect voor mens en milieu gevangen is. Schelvislever is erg vet (42 procent), maar het overgrote deel (36 procent) van die vetten is onverzadigd. Behalve zo gegeten op een toastje of een stukje roggebrood bij de borrel, kan de schelvislever ook gebruikt worden voor een dressing, van een andere vis bijvoorbeeld. Prak hem fijn met een vork, doe er wat citroensap en een scheutje room bij, of een likje mayonaise en bestrijk daarmee een stukje op de huid gebakken schelvis, bijvoorbeeld. In een wat dunnere saus van citroensap, olie en een scheutje room kan de schelvislever ook heel goed over salade gebruikt worden. Friseesalade bijvoorbeeld. Met krokante spekjes.
Courtesy Van Zoetendaal
Ik denk dat ik inmiddels al vele tientallen keren en op verschillende manieren stoofvlees heb klaargemaakt, en iedere keer is het net te droog en te taai. Het is om stapelgek van te worden, waarom lukt het me nu niet zoals onze oma’s dat konden? Ik lees en krijg veel tips, maar weet niet meer wat het beste is: - Het vlees moet vet zijn. Moeten er echt vetrandjes aan zitten? Overigens is dat ook niet zo lekker, die vetrandjes. - Het vlees moet helemaal onder het vocht staan. Nog niet zo gemakkelijk gedaan, want het vlees drijft. - Een heel pakje roomboter toevoegen. - Het moet in de oven, want op het fornuis lukt het niet. - Het moet op een petroleumstelletje. - Het moet minstens … ik heb alles al gehoord tussen de 2 en de 12 uur. - Het vlees wel/niet in blokjes snijden. - Het is pas lekker de volgende dag (dat klopt trouwens meestal wel, maar nog steeds niet top). Maar gek genoeg, wat ik ook allemaal probeer, het is niet wat ik graag zou willen; heerlijk mals ‘draadjesvlees’ dat smelt op de tong. Erwin Pouli, Harmelen
R ECEPT
Mosselen op toast en dikke wintersoep Mosselen op toast In deze verrukkelijke saus geven de fenegriekblaadjes net de iets vollere smaak. Ze zijn te vinden bij goedgesorteerde specerijenstallen op markten, of bij dito winkels. Wie ze niet vindt, kan of een snufje fenegriekpoeder gebruiken, of, als dat er ook niet was, een half theelepeltje kerriepoeder.
fenegriekblaadjes toe en de slagroom en laat het geheel nog wat sudderen tot een mooie, gladde saus is verkregen. Doe de mosselen bij de saus. Snijd sneetjes stokbrood, rooster ze en wrijf ze in met een doorgesneden teentje knoflook. Serveer de mosselen op de warme toast. Dit is een voorgerechtje, geen toast voor uit de hand!
1 middelgrote ui, 2 teentjes knoflook, 50 g boter, 125 g (½ pak) tomaten in stukjes, 1 el witte wijnazijn, 1 dl witte wijn, 1 kilo mosselen, 1 el bloem en 1 el boter, 1 dessertlepel fenegriekblad, 1,5 dl slagroom, stokbrood, knoflook
Dikke wintersoep 1 struik bleekselderij, ½ selderieknol, 1 bosje peterselie, 2 winterwortelen, 4 tenen knoflook, ½ groene kool, 2 blikken à 400 g witte bonen, 120 g oud brood (of een halve niet afgebakken ciabatta), olie
Hak de ui en de knoflook fijn en bak ze op niet te hoog vuur in de boter tot ze iets beginnen te kleuren. Doe er de tomaten bij en de wijnazijn en kook het geheel wat in. Doe er de wijn bij, breng aan de kook en doe de mosselen in de pan. Laat de mosselen met het deksel op de pan koken tot ze open zijn, hussel ze tussendoor nog een keer goed om. Zet de vergiet in een schaal en giet de mosselen erin. Laat heel goed uitlekken, het kookvocht wordt de saus. Haal de mosselen uit hun schelpen. Giet het kookvocht door een zeef in een steelpan. Kneed de boter en de bloem door elkaar. Zet de steelpan op het vuur, breng het vocht aan de kook en doe er steeds, al roerend met een garde, een plukje van de beurre manié (het boter en bloemmengsel) bij waardoor de saus zal binden. Voeg de
Schil alle groenten die dat nodig hebben en snijd alles in kleine stukjes. Verwarm de olie in een royale pan en voeg steeds een groentesoort toe: bleekselderie, dan knoflook, dan wortel, dan peterselie, dan kool. Bestrooi met weinig zout en royaal peper. Giet er ongeveer een liter water of groentebouillon bij en laat het geheel zachtjes koken, tot de groenten beetgaar zijn. Giet 1 blikje bonen af en spoel ze af. Doe de bonen bij de soep. Maal het andere blikje bonen met een staafmixer fijn, giet bij de soep. Scheur het brood in stukjes en doe het bij de soep. Zet de pan soep buiten en laat de smaken huwen. De volgende dag pas eten, opdienen met eventueel nog wat geraspte kaas, of een scheutje extra olie. Het is een heel dikke soep, dat hoort, dat maakt hem zo lekker.
Smaakmakers Niemand hoeft krankzinnig puristisch te worden ten aanzien van groenten en fruit natuurlijk, maar ook zonder geloof in seizoensgebonden eten en lokale producten kun je wel stellen dat tomaten in de winter niet erg veel zin hebben. Is er toch tomatensaus gewenst, gebruik dan ingeblikte tomaten of, veel minder populair maar soms heel geschikt: tomatenpuree. Sinds die Italiaanse blikken gebruiken we dat eigenlijk nooit meer, maar tomatenpuree is, als het even gestoofd heeft, een heel goed bruikbaar product. Eén eetlepel in de linzenschotel doet wonderen, en ook in de jus van de gehaktballen kan zo’n eetlepel veel goeds doen. En met tomatenpuree is niets mis, geen enkele reden om daar de neus voor op te halen ten faveure van smakeloze verse ‘pomedore’, zoals de marktkooplui in fraai Italiaans zeggen. Kip Kip is tijdloos lekker eten, maar de laatste jaren waren er veel problemen rond het kippenvlees, vooral in verband met de antibioticaresistente bacteriën die ESBL produceren. Die worden nogal eens op kippenvlees aangetroffen. Het goede nieuws is dat biologisch geproduceerd kippenvlees daar veel minder last van heeft, omdat de kippen vrijwel geen antibiotica toegediend krijgen, zo meldt de Consumentenbond. Idealiter zijn die kippen, bijvoorbeeld van de als beste uit de test komende Kemper-kippen, sterk en gezond genoeg om ziektevrij op te groeien. Maar geheel vrij van de gevaarlijke ESBL-bacteriën is desondanks vrijwel geen kip.
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
13
12 LUX beeld
ECONOMY CLASS Air France
All Nippon Airways
BUSINESS CLASS Air France
All Nippon Airways
FIRST CLASS Air France
All Nippon Airways
British Airways
Cathay Pacific
British Airways
Cathay Pacific
British Airways
Cathay Pacific
Dragon Air
Emirates Air
Dragon Air
Emirates Air
Dragon Air
Emirates Air
Japanese Air Lines
Lufthansa
Japanese Air Lines
Lufthansa
Japanese Air Lines
Lufthansa
Singapore Airlines
Qantas
Singapore Airlines
Qantas
Singapore Airlines
Qantas
United Airlines
Virgin
United Airlines
Virgin
United Airlines
Virgin
Lucht happen Etihad Airways heeft speciale food and beverage managers aan boord om de reiziger van een persoonlijk eetadvies te voorzien, schenkt 13 soorten thee en heeft onlangs 110 ervaren koks aangenomen die in de vliegtuigen ter plekke à la carte menu’s bereiden. Bij British Airways serveren ze dezelfde afternoon tea als in het Dorchester hotel, een van Londens meest exclusieve hotels. Singapore Airlines’ populairste menukeuze is kreeft met asperges, zacht gegaarde tomaat met saffraanrijst en een glas (of twee, drie) Dom Pérignon 2000 millésimé champagne, op temperatuur gehouden in een speciaal door Givenchy ontworpen champagnekoeler. En bij de KLM eet u de drie Michelinsterren van de hemel, want daar bereidt de Belgische topkok Peter Goossens de maaltijden. (Na Jonnie Boer, die het vorig jaar deed, is nu dus de keuze gevallen op een Belg. Wellicht een eerste stap op weg naar het zuiden, naar Frankrijk, nu KLM steeds meer het onderspit delft bij partner Air France?) En dan zijn er natuurlijk de maaltijden aan de verkeerde kant van het gordijn, variërend van een kartonnen beker Cup-a-soup (Transavia) tot iets dat ‘zeven uur geleden nog lasagne was’, zoals het gezaghebbende Business Traveller het eten van een Turkse maatschappij omschreef. Vliegtuigmaaltijden zijn een geliefd onderwerp voor klagen en zeuren. De algemene gedachte is dat het er door alle bezuinigingen allemaal niet beter op wordt. Maar dat is slechts ten dele waar. Natuurlijk, het wordt allemaal wat minder (in kwantiteit), en steeds vaker zal aan boord de portemonnee moeten worden getrokken, maar over het algemeen is de kwaliteit er wel op vooruit gegaan. Veel maatschappijen huldigen nu het principe van beter één verse bruine boterham met tonijnsalade dan een lauw en zompig hacheeprutje. Toegegeven, in economy is het nog lang niet altijd een culinair feestje. Maar welbeschouwd is het sowieso verbazingwekkend dat aan boord nog iets min of meer eetbaars op het taboeretje verschijnt. Ten eerste werken onze smaakpapillen 30 procent slechter door de droogte en de druk in de cabine. Dus grote kans dat we die laffe kipfilet beneden aan de grond nog best appetijtelijk hadden gevonden. Ten tweede duurt het traject dat een maaltijd aflegt vanaf de eerste bereiding tot het moment dat de reiziger het aluminium deksel ervan aftrekt, zo’n twintig uur. Het kost een vermogen al dat eten te kopen, bereiden, verpakken, vervoeren etcetera. Voorbeeld: Singapore Airlines’ gaf in 2010 ruim 410 miljoen euro uit aan eten, 12 miljoen euro aan drankjes en ruim 13 miljoen euro aan wijnen. En dan de hoeveelheden. ’s Werelds grootste airlinecateraar Gate Gourmet handelt ruim 800.000 maaltijden per dag af. Dus niet meteen klagen als er geen kip meer is. ’t Is bij al die hoeveelheden eerder een wonder dat er überhaupt iets op tijd in het goede vliegtuig arriveert. Op airlinemeals.net zijn zowat alle maaltijden van alle maatschappijen in alle klassen te zien, gefotografeerd en becommentarieerd door reizigers. Wat om beurten ontluisterend, watertandend en hilarisch is. tekst Ivo Weyel foto’s airlinemeals.net
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
15
LUX mode
14 LUX eten
Boer zoekt baasje
Voorjaarscollectie 2012 Bruuns Bazaar
Harold Hamersma doet een ontdekking op de beurs France-Vins. Al is Frankrijk nog steeds onbetwist het populairste wijnland in Nederland, toch hebben nog niet alle Franse wijnproducenten hier een baasje gevonden. En om die boeren aan de man te brengen, is op maandag de 23ste januari in Amsterdam de beurs France-Vins gehouden. Tijdens deze zevende editie konden Nederlandse importeurs volgens de organisatie op één dag ‘een heuse Tour de France maken langs alle wijnstreken van Frankrijk’. In twee grote hotelzalen presenteerden ruim zeventig producenten rond de achthonderd verschillende wijnen. Deze allemaal proeven was ondoenlijk, geen Tour de France meer eerder een tour de force. Vandaar dat de meeste bezoekers gericht zochten. Zo trof ik de importeur die AIX-rosé in Nederland tot een succes heeft gemaakt en zijn portfolio wenst uit te breiden met champagne. Een exploitant van een online winegiftshop bleek zich vastgebeten te hebben in ‘designflessen’. En ik sprak met een man met een sauvignon blanc-missie. „Een van mijn sympathiek geprijsde uitvoeringen werd laatst in een proefpanel omschreven als ‘goede sauvignon blanc mag natuurlijk enigszins naar kattenpies ruiken, maar deze stinkt
als een kattenbak die al drie weken niet is verschoond’. Helaas moest ik het er nog mee eens zijn ook.” In eerste instantie besloot ik om zonder vast doel aan mijn Tour de France te beginnen en op mijn gemak het parcours te verkennen. Ik kuierde wat langs junior-olijfboompjes in potten die bij wijze van decoratie waren neergezet en waarboven grote rode en witte ballonnen deinden op de luchtstroom van de airconditioning. Ik zag geeuwerige wijnmakers achter klandizieloze tafels in hun blackberry prikken. En hoorde het charmante Engels met een Frans accent van een jonge vrouw die haar witte beaujolais en mâcon aanprees. Behalve flessen had zij daar ook T-shirts met opdruk en buttons tot haar beschikking: ‘I’m cool. I drink wine. Miss Vicky Wines’. Verderop proefde ik wat cabernet francs die hopelijk nimmer onder een Hollandse kurkentrekker zullen belanden. En ik verbaasde mij enigszins over de bemensing van een stand uit de Loire, bestaande uit vier dames van Aziatische komaf. Toen ik langs de uitstalling van Vignerons d’en France liep, een verzamelplaats van coöperaties uit verschillende regio’s, viel me het tafeltje op van de
Terra Vitis Wine Company. Terra Vitis, zo werd me duidelijk, heeft het goed voor met milieu, mens en aarde door wijnen te maken volgens zichzelf opgelegde strenge ecologische richtlijnen. Het begrip ‘biologisch’ wordt niet gebruikt, maar de inzet van herbiciden en pesticiden is minimaal. En door wat de beweging ‘culture raisonnée’ noemt (wijn produceren met respect voor de natuur) wordt er ook niet met kunstmest gewerkt, mag wijnbouwapparatuur geen vervuilende messing of koper bevatten en bestaat er een zorgplicht voor de omgeving. Bovendien staat Terra Vitis transparantie voor: het proces van stok tot botteling is volledig traceerbaar. De goede zaak heeft het niet altijd even goed voor met de smaakpapillen. Maar het aanbod op het tafeltje (het zal toch geen tropisch hardhout zijn?) van Terra Vitis mocht er wezen. Ik proefde onder meer de witte Roc d’Aigle 2010 Grande Réserve grenache blanc en de rode carginan uit Tuchan, Roussillon (beide 7,95 euro) en constateerde tevreden dat deze boer in Nederland net tegen de ware was aangelopen. Terravitis.nl
Maurice Boyer
OVER DE TONG
WER KPAK
‘In het begin liet ik me door stylisten overal in lullen’
KO RT
Holland Cuvée Het succes van Frankrijk als wijnland is ook te danken aan Frankrijk als vakantieland. Vakantiebestemmingen zijn de laatste vijftig jaar van groot belang geweest voor het ontwikkelen van de Nederlandse wijnconsumptie in het algemeen en van het klassement van de belangrijke wijnleveranciers aan ons land in het bijzonder. Volgens het onlangs gepubliceerde ‘continu vakantieonderzoek’ van NBTC-NIPO is Duitsland al voor het vijfde jaar op rij onze favoriete vakantiebestemming. Eenmaal terug in eigen land willen we het wijnplezier bij onze oosterburen graag herbeleven. Daarbij laten we de goedkope literpakken steeds vaker links liggen om te kiezen voor het zogeheten ‘betere middensegment’. Daartoe behoort ook Braunewell uit Rheinhessen. Extra dimensie: de in Duitse wijnen gespecialiseerde importeur Markvandewijn heeft daar zelf een blend van Schwarzriesling en Spätburgunder samengesteld, ‘Holland Cuvée 2009’ (10,95 euro). Rijpe kersen, volle aardbei, een pepertje, wat hout. Wat mij betreft mag Markvandewijn bij Braunewell gaan werken. Eén probleem: dan hebben we hier een goede importeur minder. Markvandewijn.nl
Antoinette Beumer (1962), filmregisseur
‘Ik wil sexy herdefiniëren’ De minimalistische modeontwerper Rebekka Bay maakt nu ‘volwassen mode’ voor Bruuns Bazaar. ‘Veel laten zien is niet meer modern.’ Milou van Rossum
VAN DE KAART
In Woudrichem vindt Ronald Hoeben schuim van soja en structuren van mango.
Goed om in de buurt te hebben Voor de stedeling ligt de verlokking van het ‘buiten-destad-eten’ in de landelijke entourage van tafeltjes bij het raam of plekken op een tuin- of waterterras. Ook een sternotering is magnetisch en veel zaken met een ster bevinden zich nu eenmaal in oorden als Wouw, Koewacht, Aduard of Leens. Dan zijn er nog spijskaarten met fenomenale streekproducten die een dagtocht waard zijn. Maar de provincie is ook geplaveid met eethuizen in de middenklasse die in de eerste plaats een lokaal publiek bedienen. En gelijk hebben ze: als je het in Mook van de aanloop uit de Randstad moet hebben, ben je niet goed bezig. Veel van deze middenklassezaken volgen de vigerende restaurantontwikkelingen op enige afstand, al was het maar om de plaatselijke klandizie niet van zich te vervreemden. Waar men in de stad steeds meer gecharmeerd lijkt te worden van stoerder – boerser zo u wilt – voedsel, gaat de provincie nu net voluit in de schuimcreaties, ‘structuren van’ bieten, knolselders, komkommers en golvende borden of leistenen eettegels. Met zes restaurants op ruim vierduizend inwoners is het vestingstadje Woudrichem bijna een culinaire bestemming. In Kruiden & Jasmijn, een restaurant aldaar met het motto ‘kunst op het bord, kunst aan de muur, genieten met alle zintuigen’, treffen we een zestal vrolijke dames, twee stellen, brave kunst aan de muur en de Buena Vista Social Club uit de speakers. Niemand minder dan prins Alexander ging ons hier voor, blijkens een foto op het toilet.
Een compacte spijskaart en een ambitieuze wijnkaart met uitschieters naar flessen van honderden euro’s, maar ook goede glazen van rond de vijf euro. Naast de à la carte gerechten zijn er 3-, 4- en 5-gangensurprisemenu’s en van donderdag tot zondag een ‘all-in viergangenmenu’voor 55 euro. Een vriendelijke ober brengt brood en een amuse van couscous, sinaasappel, zoetzure tomaat en – daar is ie – schuim van soja. Lekker. De Franse eend met – daar is die ook – structuren van mango (17,50 euro) waaraan de beloofde eendenleverkrullen ontbreken. Van coquilles en scharrelvarkenshiel (17,50 euro) is een leuk voorgerecht gemaakt. Dat geldt ook voor de Hollandse kalfssukade en perfect gebakken zwezerik en stucturen van knolselderij (28,50 euro) waarbij één micro-morieltje het vooruitzicht van ‘morieljes’ moet waarmaken. De ‘eendenleverkrullen’ worden hierbij nageleverd, het blijkt aangevroren eendenleverslijpsel van de fijne rasp. Ain’t no mountain high enough, zingt Marvin Gaye. De vis van de dag – en het gerecht van de avond – is een fraaie, gefileerde rogvleugel met prei en pompoen (27,50 euro). Om tien voor half tien zitten we aan het nagerecht, de eetzaal is dan al leeg, in de keuken wordt gedweild. Kruiden & Jasmijn is geen adres om honderd kilometer voor om te rijden, maar goed om in de buurt te hebben.
7
½
Kruiden & Jasmijn Kerkstraat 43 Woudrichem 0183 310242
Als bij een bekend luxehuis als Dior een nieuwe hoofdontwerper aantreedt, is dat wereldnieuws. Personeelswisselingen in de betaalbare confectie blijven voor de buitenwereld meestal onopgemerkt, al was het maar omdat de ontwerpers er meestal anoniem blijven. Maar ook daar zijn opzienbarende transfers. Zoals de recente overstap van Rebekka Bay, voorheen creative director van de minimalistische keten Cos, naar Bruuns Bazaar, een Deens merk waarvan de hippie-de-luxe stijl in de jaren negentig en het begin van dit millennium erg in trek was, maar dat de laatste jaren een beetje van de radar was verdwenen. Bays grafische, droge Cos-handschrift is nog duidelijk te herkennen in de selectie uit de zomercollectie die bij het Nederlandse pr-bureau van Bruuns Bazaar hangt. „Ik werk meer met zijdes, het is soms net wat vrouwelijker”, zegt ze, terwijl ze een mouwloze tuniek met een bovenkant van oranje gewassen zijde en een onderkant van blauwe katoen (verkoopprijs: 179 euro) uit het rek pakt. „Maar ik ben natuurlijk niet opeens veranderd van esthetiek omdat ik bij een ander bedrijf zit.”
Onontgonnen gebied
Rebekka Bay
De 42-jarige Bay is Deens, na haar modeopleiding ging ze naar Londen om te werken als trendforecaster. Cos, onderdeel van H&M, was het eerste merk waarvoor ze daadwerkelijk ontwierp. „We begonnen in 2007 met tien eigen winkels en dat vond ik al een heleboel. Toen werden het er vijftien, en dacht ik: waar stopt dit? Tegen de tijd dat ik wegging waren het er 34. Ik realiseerde me dat ik misschien niet de juiste persoon ben voor zo’n groot bedrijf. Ik wil mooie producten maken, en ik wil graag dat de mensen ze ook dragen. Maar als je echt groot wordt, moet je ervoor zorgen dat er voor iedereen iets in de collectie zit. Daar is mijn smaak te uitgesproken voor.” Bruuns Bazaar, in 1995 opgericht door de broers Teis en Björn Bruun, was niet het enige merk dat haar benaderde, zegt ze. „Maar het was een kans om weer in Denemarken te werken. En ik had een band met het merk: vroeger vond ik het heel cool. Het is interessanter om naar een bedrijf te gaan waarmee het niet zo goed gaat.” Net als voor Cos richt Bay zich bij Bruuns
Bazaar op mode die niet alleen geschikt is voor tieners, twintigers en vroege dertigers. Met name voor vrouwen is dat een onontgonnen gebied, zegt ze. „Salesmensen vertellen je altijd dat volwassen vrouwen heel vrouwelijke mode willen, met veel decolleté. Sexy, heet dat. Maar ik voel me helemaal niet sexy als ik veel laat zien. Het is ook niet meer modern. Ik wil sexy herdefiniëren. Als je jong bent, kun je er heel slordig bijlopen, en dat ziet er dan nog goed uit. Dat werkt niet meer als je ouder bent. Het gaat dan om een perfecte schouderinzet, een mooie heuplijn. Polsen en enkels, die vind ik heel sexy, en die zijn bij bijna iedere vrouw mooi. Mannenkleren voor vrouwen: ook supersexy.” Als kleren voor volwassen vrouwen niet sexy zijn, hebben ze vaak een ander probleem, zegt Bay. „Volwassen mode zit overal tussenin, en daarom is het vaak niks. Als ik een broek maak met een smalle pijp, dan is het meteen een heel smalle pijp. Een groot shirt moet ook echt een groot shirt zijn, vind ik.” Toen Bay begon bij Cos, kreeg ze vaak te horen dat haar stijl nooit zou aanslaan bij een groot publiek. Inmiddels is minimalistische mode een hit, niet in het minst dankzij het Franse modehuis Céline, dat sinds 2008 wordt geleid door Phoebe Philo.Heeft de voormalig trendwatcher enig idee waarom minimalisme juist nu zo aanslaat? „Alles is zo onzeker nu. En mensen willen een beetje meer verantwoordelijkheid voor het milieu nemen. Deze stijl suggereert dat je met minder toe kan, en dat je meer plezier van je kledingstuk hebt.” Is het niet een droom van haar om te werken voor een chic designermerk? Bruuns Bazaar is net wat duurder dan Cos, maar nog altijd betaalbaar en dat vereist nu eenmaal compromissen. „Ik voel me wel thuis in het middensegment. Ik sprak een keer iemand uit het ontwerpteam van Phoebe Philo. ‘Ik maak kleren die ik zelf niet kan betalen’, zei zij. Ik houd van echte kleren en echte mensen; ik wil mijn vrienden, mijn moeder en jou kleden.” En dat mooie, blauwe katoenen overhemd dat Bay vandaag draagt, komt dat uit haar eigen collecties? Ze lacht: „Eh, dat is van Céline.” Bruuns Bazaar en de tweede lijn BZR zijn te koop bij (web)winkels in Nederland. Info: 020 4199521
„Ik kan mezelf niet zo goed aankleden. Ik ben niet erg modebewust en vind het ook zonde om er veel geld aan uit te geven. Ik neem me wel eens voor een paar goede, wat duurdere kledingstukken te kopen, want dat kan ik me best veroorloven, maar ik blijf een echte uitverkoopkoper. „Ik draag veel zwart. Ik vind dat het me goed staat en als ik werk is het praktisch. Ik sta dicht bij de camera en met donkere kleding ben je minder snel te zien in reflecterende oppervlakken. Tijdens het draaien van mijn nieuwe film Jackie was het soms min twintig graden, dan denk ik er echt niet over na of ik er leuk uitzie. Ik vind het altijd knap als andere mensen op de set wél leuk gekleed gaan, dat zijn vaak mensen van de stylingafdeling. „Deze schoenen zijn van All Stars en het zwarte truitje is van Guess. De kans is groot dat ik het gilet bij H&M gekocht heb, maar ik weet het niet zeker. Giletjes zijn mijn tic, ik heb er veel. Mannelijke kleding vind ik leuk, als het goed op het lichaam aansluit heeft het ook iets heel vrouwelijks. „Naar een première gaan is tegenwoordig een crime. Sinds De Gelukkige Huisvrouw word ik opeens gefotografeerd op de rode loper, ook als ik op de première van iemand anders’ film ben. Eerst kon ik dragen waar ik zin in had, nu wordt erop gelet. „Voor mijn eigen films doe ik wel graag mijn best. Bij De Gelukkige Huisvrouw droeg ik een wit mannenpak, geleend van Monique Collignon. Heel mooi, maar ik voelde me er niet fijn in. Het zat net iets te strak en ik droeg ook nog hoge hakken. Omdat ik 1.77 meter ben, draag ik zelf nooit hakken. Ik voel me al snel ongemakkelijk in bijzondere kleding. „Bij het promoten van mijn films word ik soms aangekleed door stylisten. In het begin liet ik me overal in lullen. Er stond een keer een foto in een tijdschrift waarop ik in een boom zit met een witte jurk aan. Mijn dochters zeiden: wat bezielde je om daar ja tegen te zeggen? Daar wil ik nu strenger in worden.” Nathalie Wouters
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
17
LUX mode
16 LUX stijl
SCHOONH EI D
Bodymilk voor luie koeien
WI NKELTEST
Exclusieve mix Wat Cobra zit al twintig jaar in Den Bosch en verkoopt exclusieve damesmerken, waarvan een aantal nergens anders in Nederland te koop is. Cobra, opgericht door Christine van Lindt en Simon Talsma en sinds een paar jaar in handen van Bertil Koop, beweerde dit najaar in een advertentie de grootste selectie Dries van Noten van Nederland te hebben. Helaas had de ontwerper daar geen toestemming voor gegeven, en wordt het merk sindsdien niet meer geleverd. De restanten hangen nu in de uitverkoop.
Wat hebben ze Carven! Het Franse modehuis dat in 1945 werd opgericht, maar in 2009 een comeback maakte met jonge ontwerper Guillaume Henry aan het roer, en sindsdien moderne, frisse kleding maakt die elk seizoen populairder lijkt te worden. Zelden rende ik met zoveel enthousiasme ergens naar binnen als na het zien van Cobra’s etalage met daarin een witte top met een zijden schootje (169 euro) van het Franse modehuis. Bij binnenkomst valt mijn oog al weer op het volgende: een rek vol Christophe Lemaire! De ontwerper, ook verantwoordelijk voor de vrouwenlijn van Hermès, is mijn grote favoriet. Ik was in de veronderstelling dat zijn lijn niet in Nederland verkrijgbaar was, maar die blijkt dit seizoen voor het eerst bij Cobra te hangen. Cobra’s assortiment bestaat uit een mix van bekende en onbekende namen, avantgardistische en juist casual kledingstukken. Lanvin hangt er naast het jonge Nederlandse merk Sage & Ivy. De excentrieke Japanse ontwerpster Tsumori Chisato krijgt net zoveel ruimte als het
ingetogen Italiaanse merk Forte_Forte. Naast kleding, zijn er tassen, schoenen en sieraden. In de omvangrijke uitverkoophoek hangt de wintercollectie met vijftig tot zestig procent korting. Vier rekken vol oudere collecties zijn nog meer afgeprijsd. Een Maison Martin Margiela-rok uit de catwalkcollectie van zomer 2011 kost nog maar vijftig euro.
Hoe ziet het eruit Ruim, licht en klassiek, met moderne houten meubels. De winkel telt twee pashokken waarvan er één minstens zo groot is als mijn eerste studentenkamertje. Er is een leestafel „voor de mannen”.
Monique Snoeijen Cowshed, Lazy Cow Soothing Body Lotion, in spa’s en via cowshed.nl, 300 ml, 19 euro
Hoe word je geholpen Bij binnenkomst begroeten twee dames me hartelijk en als duidelijk wordt dat ik uitgebreid ga rondkijken wordt er cappuccino voor me gemaakt. Als ik wel erg lang bij een lange rok van Christophe Lemaire (249 euro) blijf dralen, haalt één van hen een lookbook erbij om te laten zien hoe de rok gecombineerd kan worden („met een broek eronder!”) en welke items uit de collectie nog meer verwacht worden. Ik pas de rok, maar hij zit nét iets te strak, dus ik twijfel. De verkoopster zegt dat ik er gerust even over na mag denken en altijd kan bellen: „Dan hangen we hem onmiddellijk voor je apart”.
Voor wie Ik kan me goed voorstellen dat ook mijn moeder hier kan slagen. Nathalie Wouters
Lesmans Schoenontwerper Jacob Lesman werkt soms een week aan één paar schoenen. Het leer is van rog, kikker en haai. ‘Van deze schoenen word je blij.’ tekst Marianne van Dodewaard
Klein Lombardje 2 5211 HJ Den Bosch 073 614 26 36 Cobramode.nl
MODE OP HET WEB
OPVALLEN D
Nieuwe kleren van de modekeizer
Fris ondergoed van bamboe
Hoeveel merknamen kun je afleiden van een naam? Karl Lagerfeld (ook van Chanel en Fendi) heeft de mogelijkheden van zijn eigen naam al redelijk verkend. Er was al Karl Lagerfeld, Lagerfeld, Lagerfeld Gallery en K Karl Lagerfeld. Die laatste maakte hij in samenwerking met Tommy Hilfiger. De lijn stopte ruim een jaar geleden, maar er is alweer een nieuw merk: Karl Karl Lagerfeld. De redelijk geprijsde collectie kleren en schoenen (stoer, rock ’n roll, met veel leer, glim, zwart en zilver – let vooral op de losse hoge ‘Karl’-kragen) wordt tot eind februari bij net-a-porter.com verkocht, daarna volgen meer winkels. Opmerkelijk: Lagerfelds hoofdkantoor zit in Parijs, maar het ontwerpteam zou zomaar in Amsterdam kunnen zitten; daar huurt het merk een groot pand.
Bij toeval kwam jurist Rik Vegter (49) in aanraking met sokken van bamboevezel. Die bevielen hem zo goed, dat hij een in bamboevezel gespecialiseerde webwinkel heeft opgezet: greendaddy.nl. Daar verkoopt hij T-shirts, onderbroeken en sokken van Calvin Klein, Pringle en Dare to Wear, die voor het grootste gedeelte uit bamboe zijn gemaakt. De stof van een boxer van dat laatste merk bestaat bijvoorbeeld voor 70 procent uit bamboeviscose en voor 30 procent uit katoen. „Bamboe is heel zacht, het blijft veel langer fris”, aldus Vegter. En, zo claimt hij op de site: 80 procent beter voor het milieu dan katoen. „Maar het kan ook honderd zijn”, zegt hij. „Er zijn geen pesticiden voor de bamboeteelt nodig, weinig water; want bamboe groeit wel. En het voorkomt erosie van de grond.” Waarom zijn dan niet veel meer kleren van bamboe gemaakt? „De wereld staat nou eenmaal vol met katoenplantages. En bamboetextiel bestaat pas tien jaar.” Een variant voor vrouwen, greenmommy.nl, is in de maak. De afgebeelde set van 2 boxers kost 29,95 euro.
Milou van Rossum
Milou van Rossum
lievelingen
Bij Cobra in Den Bosch hebben ze geen Dries van Noten meer, maar wel: Carven! En Christophe Lemaire!
Wie last heeft van hooikoorts of van een aarbeienallergie weet dat de natuur niet louter goedheid schenkt. Maar in de cosmeticawereld is Moeder Natuur op dit moment heilig verklaard. Steeds meer merken dwepen met ‘natuurlijke ingrediënten’. Zoals de pas verschenen ‘Mega Mushroom’-verzorgingslijn van Dr. Andrew Weil for Origins (Origins is het merk van de kleindochter van Estée Lauder). De ingrediëntenlijst van zijn producten leest als een veganistisch recept met „een eigen mengsel van olmenoesterzwam, reishi paddenstoelen, gember, kurkuma en basilicum”. Voor de gevaren van de natuur sluit de dokter – net als veel andere groene merken – de ogen. Zo gebruikt ook hij extracten van lavendel en citrus; stoffen die volgens De Ingrediëntenpolitie juist vaak huidirritatie veroorzaken. Erger nog is het feit dat die groene merken zo serieus doen, zo oprecht begaan met de aarde, terwijl ze alleen maar spullen willen verkopen. Maar er is een zelfverklaard organisch merk (dat overigens ook citrus- en lavendelextracten gebruikt) dat wel in staat is vrolijk te zijn. Het heet Cowshed (koeienstal), is in sommige spa’s te vinden en brengt een ode aan de koeienwereld. De producten heten Horny Cow Seductive Bath & Shower Gel of Cowlick Gentle Shampoo. Wie een weekeinde voor de kachel wil doorbrengen, maar geen uitgedroogde huid wil, kiest voor de Lazy Cow Soothing Bodymilk.
Schoenen van Lesman gemaakt van onder meer rog en krokodil.
J
acob Lesman (1971) ontwerpt en maakt schoenen. Schoenen als juwelen, volledig door hem bedacht én ambachtelijk geconstrueerd. Vooralsnog beperkt hij zich tot mannenschoenen en van elk ontwerp maakt hij maar één enkel paar. Het zijn niet per se de modefanaten die voor dit schoeisel vallen. Lesmans klanten hebben vooral een zekere dosis onderscheidingsdrang gemeen. Na de opleiding tot ambachtelijk schoenmaker en ontwerper ging Jacob Lesman voor een algemene modestudie naar het Amsterdam Fashion Institute (voorheen modeacademie Charles Montaigne) en daarna voor zijn masters naar het Fashion Institute Arnhem. Inclusief een marketingopleiding heeft hij er grofweg tien jaar studie op zitten. Wat dat betreft heeft Lesman zich zeer degelijk voorbereid. Voor het overige bestond zijn starterskapitaal uit grenzeloos enthousiasme voor het vak, een heilig geloof in zijn onderneming en enkele machines. Zomer 2009 begon hij in een leegstaand – gratis – winkelpand: zijn eerste pop-upstore. Inmiddels zit Lesman bijna een jaar in zijn derde pop-upstore, een mooie winkel aan de Amsterdamse Nieuwe Spiegelstraat. Het bord te huur is onlangs verwijderd en het lijkt er op dat hij de officiële huurder wordt, dus hij maakt het er steeds mooier. Het klassieke behang is verdwenen en een glazen kas met videoprojectie bepaalt
sinds kort het interieur. Een opvallende winkel in het snel veranderende antiek- en kunstcentrum van de hoofdstad. Lesman doet alles op gevoel en maakt alleen dingen die hij zelf mooi vindt. „Ik merk dat dat het beste werkt. Maar ik moet nog heel veel uitvinden, ik ben niet zo zakelijk.” Hij heeft weliswaar marketingmanagement gestudeerd, maar, zegt hij, „voor mezelf is het toch een heel ander verhaal”. Klanten die een bepaald model in een andere maat of kleur willen kopen, grijpen bij hem mis. Maar het gebeurt ook dat iemand dolgelukkig met twee paar schoenen vertrekt. En dat is toch een flinke investering bij een beginprijs van 1.200 euro per paar.
Roggenleer Lesman maakt het zichzelf liefst zo moeilijk mogelijk. „Soms zit ik uren op één stikseltje en breek ik achter elkaar m’n naalden op hard leer. Vooral roggenleer is extra lastig, maar ook weer heel bijzonder. Ik wil er alles aan doen om het zo mooi mogelijk te maken.” Al pratend koestert hij liefdevol een nachtblauwe schoen uit krokodillenleer: „Kijk, hier ben ik bijvoorbeeld echt héél blij mee.” Je krijgt de indruk dat hij maar moeilijk kan scheiden van z’n lievelingen. Aan één paar schoenen werkt Lesman minstens vier dagen, soms wel een week. Exotische leersoorten – zoals van struisvogel, krokodil, rog, haai,
kikker en hagedis – hebben zijn voorkeur en voor de hakken gebruikt hij bijzondere materialen zoals kostbaar satijnhout met walnoot of ook wel hoorn. Gewone koeien en kalveren leveren alleen leer voor het binnenwerk en de zolen. „De voering van mijn schoenen maak ik uit heel duur en boterzacht kalfsleer en voor de zolen gebruik ik rundleer, dat zonder chemicaliën is gelooid en dat afkomstig is uit prikkeldraadloze regio’s. Dat is gaaf, enorm sterk en mooi soepel.” Van alles het beste dus, maar de hoge prijs weerhoudt Lesman er niet van om gedurfde keuzes te maken voor het bovenleer. Roggenhuid, met z’n harde bobbeltjes, ziet eruit alsof de schoen met minuscule kraaltjes is bezet. Of, als het is geschuurd, alsof er glinsterende pailletjes op liggen. Dat leer in knalroze of turquoise levert typische Lesman-schoenen op, die niet elke man naar z’n werk aan durft. „Het zijn schoenen waar je blij van wordt”, zegt Lesman. „Hiermee maak je er iets leuks van, elke dag.” Lesmans klanten zijn vaak creatieve zelfstandigen uit binnen- en buitenland en BN’ers. Binnenkort gaat hij weer eens jasjes uit leer maken. „Ook alleen voor mannen. Ik blijf het liefst dicht bij mezelf.” Vrouwen kunnen bij Lesman terecht voor handgemaakte tassen. Jacob Lesman, Nieuwe Spiegelstraat 27, Amsterdam
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
18 LUX reizen
19
IN TRANSIT
In Birma wisselen bij Ivo Weyel respect en walging elkaar af.
Rune Stoltz/ AP
Ole C. Salomonsen
Clash
Noorderlicht bij het het Noorse Tromsø, eind vorige maand. De foto links is vorig jaar in Noorwegen gemaakt.
Winterse lichtshow Poollicht bekijken vanuit een warm bubbelbad. Reizen naar het winterse natuurverschijnsel zijn in trek – met dank aan Joanna Lumley. tekst Margriet van der Heijden
H
et komt ook door Joanna Lumley, zeggen reisspecialisten. Lumley is Patsy in de BBC-serie Absolutely Fabulous en was Purdey in de jarenzestigserie De Wrekers. Ruim twee jaar geleden trok ze, als zichzelf, per trein en sledehond naar de poolcirkel. En verder. Met in haar hutkoffer Ponny the Penguin, het boek dat ze als klein meisje in Maleisië zo vaak las dat de bladzijden ervan sleten. „Ik had nog nooit sneeuw gezien en ik had nog nooit een trui gedragen. De besneeuwde wereld uit dat boek was voor mij een sprookje”, zei ze in de camera van de BBC. En ze bladerde naar de bladzijden waarop Ponny dapper en nietig op een grote ijsvlakte staat, terwijl hoog boven zijn snavel een rimpelend gordijn van
lichtstralen door de poolnacht danst. De zuidelijke tegenhanger van het noorderlicht. Een paar afleveringen later stond Lumley natuurlijk zelf als een pinguïn op een besneeuwde vlakte, niet ver van Tromsø in Noorwegen. Met vier lagen kleren en een warme muts, terwijl boven haar hoofd het noorderlicht zich liet zien zoals het dat zelden doet: met eindeloos wapperende sluiers en ijle dansende gordijnen. Wenend lag Lumley er in de sneeuw naar te turen. „Als ik nu sterf – wat ik trouwens niet van plan ben, maar als ik het doe – dan is het gelukkig”, zei ze, toen ze weer in pinguïnpositie op de vlakte stond.
Magisch Lumley maakte noorderlichtreizen extra populair. Ook ik was blij toen een collega vroeg of ik erover wilde schrijven. „Vanachter het bureau”, voegde ze toe. Oef, jammer. Want al die noorderlichtkwalificaties door Lumley en anderen –feeëriek, betoverend, magisch, onwerelds, onbeschrijfelijk – die smeken er juist om gecheckt te worden. Zelf heb ik nog nooit groene sluiers langs nachthemels zien dansen. Aan mijn collega’s heb ik ook weinig: de enige die het zag – „Volgens mijn moeder, als kind, op vakantie in Noorwegen”–is het hele fenomeen vergeten. Zelfs een vriendin die geregeld in Noorwegen vertoeft, reageert lauw. „Ik ken alleen het
Poollichtreizen Bor organiseert noorderlichtreizen per zeilboot. www.borzeilreizen.nl Xplore the North biedt poolichtreizen naar Lapland. www.xplorethenorth.nl Askja biedt noorderlichtreizen naar de Noorse eilandengroep Lofoten. www.askja.nl
groene licht, en dat is net zo kil als tl-lampen. Een rode zonsondergang vind ik veel mooier.” Het verbaast Anoeshka Obbink niet. Obbink is reisspecialist bij Askja, een klein in het noorden gespecialiseerd reisbureau. Van hun reizigers – aantallen wil ze niet noemen – gaat 10 procent echt speciaal voor het noorderlicht op pad. Maar vooraf waarschuwt ze hun dat het licht van de aurora borealis niet per se zo feeëriek is als in documentaires of op de talloze foto’s op internet. Soms blijft het bij een vage sluier waarvan je denkt: is dit alles? Anderzijds: met wat geluk blijft het licht je je hele leven bij. Zo koestert astronoom en zonne-expert Kees de Jager (90) zijn herinnering aan het noorderlicht op Texel al 85 jaar. „Ik was vijf. Het was al donker. Zie je die lichte rode en groene strepen in de lucht?, vroeg mijn vader, terwijl hij wees. Dat is het noorderlicht. Oh, zó mooi was dat.” De motor achter dat wonder is de zon. Die produceert de stroom van elektrisch geladen deeltjes – de zonnewind – die de zuurstofatomen en stikstofmoleculen in de dampkring van de aarde laten opgloeien. Zoals een elektrische stroom het gas in, inderdaad, een tl-buis laat oplichten. Dat de zon dat in de poolstreken lukt, is goed te verklaren. Op andere breedtegraden vangt het magnetisch veld dat als een wijde, bescher-
mende mantel om de aarde ligt, de deeltjes weg. Boven de polen kunnen ze naar beneden spiraliseren, de dampkring in schieten en de hemel beschilderen met spectaculaire bogen of juist met ijle en onopvallende vegen. Soms zijn die deeltjes zelfs zo energierijk dat ze tot ver in het zuiden doorschieten. Dan zakt de ‘gordel van licht’ tot boven Schotland en Nederland of nog lager. Bewoners van noordelijke streken moeten dan naar het zuiden kijken om de (meestal dieprode, hoger in de dampkring uit zuurstof ontstane) lichtsluiers te zien dansen. „Maar het allermooiste vind ik de kroon”, zegt Threes van Nieuwenhoven. „Die staat recht boven je hoofd, is heel bewegelijk en het licht lijkt steeds uit één punt te komen. In allerlei kleuren: paars, groen, geel en af en toe blauw. Van een kroon maak ik zelden foto’s. Daarnaar blijf ik alleen maar kijken; het is zó super.” Met haar partner, Rob Stammes, verhuisde zij in 2007 naar Laukvik, aan de noordkant van het noordelijkste eiland van de Lofoten, voor de kust van Noorwegen. Uit liefde voor het noorderlicht. Rob las er als kind al over, in de boeken van de Noorse poolreiziger Fridtjof Nansen (1861-1930). Maar Threes zag het noorderlicht als eerste. Gewoon in Nederland waar in 1989 op een ijskoude avond in maart de hemel boven de weilanden dieprood kleurde, met gele licht-
bundels die daardoorheen schoten. „Ik had er geen idee van dat dit nou het noorderlicht was. Maar het staat nog altijd op mijn netvlies gebrand.”
Kookpot Rob Stammes miste het spektakel. „Helaas”, zegt hij. „En toen dacht ik: ik ga instrumenten maken die het noorderlicht zien aankomen.” Zoals een radiometer die radiostraling uit de zon oppikt en zo – via „direct contact” – toont of de activiteit in de gloeiend hete kookpot aan het zonsoppervlak verhoogd is. En of er dus uit die borrelende kookpot een sterke zonnewind of zelfs een zonnestorm zal ontsnappen – die na anderhalf tot vier dagen extra veel en soms ook extra snelle geladen deeltjes de dampkring in blaast. Ook bouwde Rob een magnetometer die de deeltjes bij de aarde ziet arriveren, doordat ze het magnetisch veld daarvan verstoren. Zijn expertise voerde hem door Europa, en zelfs tot op de Lofoten. „En bij terugkeer zei ik: Threes, laten we verhuizen.” Dus daar zitten ze nu, na negen donkere winterweken voor het eerst weer in de zon. En ja, zeggen ze aan de telefoon, veel van de ongeveer 380 inwoners van Laukvik keken het met scepsis aan. „Van het noorderlicht kun je niet leven, zeiden ze. Die twee zitten over een half jaar in de visserij.”
Maar: het kan wel. Wekelijks komen er groepen toeristen luisteren naar Robs lezingen in de zaal van het oude dorpshuis dat hij met Threes kocht. En het gastenverblijf van hun Polarlightcenter(polarlightcenter.com) is voor het hele seizoen volgeboekt. Threes: „Er komen mensen uit de hele wereld. Nu zitten er Zwitsers en Nederlanders. Vorige week Chinese studenten.” Threes helpt ze met het fotograferen van de „wapperende gordijnen, de bogen en de sluiers”. Rob alarmeert met een sms-service intussen de reizigers die eerder een lezing van hem bijwoonden, wanneer ze omhoog moeten kijken. Rob: „Dan hoeven ze geen uren in de kou te staan tot het noorderlicht opduikt.” Threes: „ Zóveel mensen willen het zien.” Wie dat nu ook wil, kan trouwens meer plaatsen kiezen. Zoals het ijzige Lapland (met overdag rendieren, sledehonden en heel veel natuur), IJsland (waar je huisjes kunt huren met een hotpot, zodat je het noorderlicht vanuit een warm bubbelbad kunt bekijken) of Canada waar je volgens reisschrijver Candace Savage aan de oevers van de bevroren meren rond Yellowknife het noorderlicht ziet zoals nergens anders. Extra fijn: dit jaar is de zon weer in een periode van verhoogde activiteit geraakt. Wie weet duikt het noorderlicht dus zelfs in Nederland nog een keer op – wél een superdonkere plek opzoeken dan.
Reizen noopt tot nadenken. In aanraking komen met andere culturen, levensomstandigheden en godsdiensten doet de blik verruimen. Andermans armoede relativeert de eigen rijkdom. Soms leidt zo’n confrontatie tot nogal overdreven reacties. Zoals bij ene Ludovico Varthema in de zestiende eeuw, toen deze reislustige Italiaan voor het eerst de hadj meemaakte in Mekka en daar niet alleen pelgrims zag, maar zowaar een hele kudde eenhoorns ontwaarde die rond de Zwarte Steen galoppeerde. Hij was blijkbaar zo onder de indruk dat hij spoken zag. Talloos zijn de westerlingen die na het zien van een oosterse cultuur zijn geswitcht van levenswandel, het juk van ambitie en overvloed hebben afgeworpen en zich hebben bekeerd tot welke mysterieuze levenswandel of religie dan ook. Toegegeven, de cultuurclash kan bij reizigers ook irritatie opwekken. Waarom laten islamieten bijvoorbeeld niet gewoon elke ochtend om vijf uur in de privacy van de eigen slaapkamer hun wekkertje afgaan in plaats van de hele Club Med voor dag en dauw wakker te blazen met de oproep tot het ochtendgebed? Aan het einde van de negentiende eeuw voorspelde Thomas Cook – die toen als eerste reisorganisator in het westen pelgrimsreizen naar Mekka organiseerde – dat zijn reizen tot „heftige reacties, vooroordelen en moeilijkheden” zouden kunnen leiden. Maar hij hoopte tevens op verbroedering en wederzijds begrip. Mijn laatste ervaring in deze, vorige week in Birma, was er ook een van tegenstellingen. Respect en walging wisselden elkaar af. Zien hoe monniken daar blootsvoets in alle stilte ’s morgens om half zes de straat op gaan om hun eten bij elkaar te bedelen, om vervolgens de hele dag in gebed en overpeinzing door te brengen tot ze op een simpele houten brits maar een paar uurtjes de slaap vatten, is meer dan indrukwekkend. (Temeer daar ik net daarvoor in het hotel stennis had gemaakt omdat mijn ontbijteitje iets te snotterig was.) Te midden van alle gewijde en simpele eenvoud van de talloze boeddhistische kloosters aldaar, was het des te opmerkelijker in de vervallen hoofdstad plotsklaps een werkelijk oogverblindend stadspaleis te ontwaren, tot in de puntjes gerestaureerd, met pilaren en bloeiende tuinen en fonteinen en glimmende hoge hekken daaromheen. Daar bleek een oude man te wonen. In zijn eentje. Met een stoet personeel van heb ik jou daar. Een schatrijk man overduidelijk in een straatarm land. Ik vroeg een voorbijganger wie hij was. Het bleek de aartsbisschop. Niet zo nederig, die katholieken.
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
21
LUX auto
20 LUX design SUPER DELUX
ACHTER HET STUUR
‘Ik haal links en rechts wel eens door elkaar’
Rechts tafel van Christien Meindertsma. Onder lamp van BertjanPot
Berno Kleinherenbrink (1962), directievoorzitter LeasePlan
Design van het jaar Het Design Museum in Londen looft in april voor de vijfde maal de ‘Design of the Year Award’ uit, een prestigieuze, internationale onderscheiding voor het allerbeste ontwerp in diverse categorieën. Onder de genomineerden opvallend veel ontwerpen uit Nederland: in de categorieën grafisch ontwerp, architectuur, maar ook voor meubels en productdesign. Bijvoorbeeld: Bertjan Pot met zijn kroonluchter voor Moooi, Christien Meindertsma met haar project Oak Inside voor Thomas Eyck, Botania van Studio Formafantasma en de mijnendetector van Massoud Hassani. Genomineerde ontwerpen worden van 8 februari tot en met 15 juli tentoongesteld in het Design Museum. www.designmuseum.org
Wilde bloemen Afgelopen week opende een solotentoonstelling van ontwerpster Kiki van Eijk bij de galerie Plusdesign in Milaan. Onder de titel ‘Weaving Traditions’ toont ze tot en met 31 maart onder meer een nieuw tapijt, ontworpen voor het Italiaanse huis Nodus. Een droogboeketje wilde bloemen, gevonden tussen de stoepstenen rond haar atelier in Eindhoven, werd vertaald tot het carpet Savage Flowers van 3×3 meter. Handgeknoopt uit natuurlijke materialen en als een schilderij ingelijst met een decoratieve rand. www.plusdesigngallery.com
Lars van den Brink
Boven Carpet Kiki van Eijk. Rechts foto van Jean-Paul Goude: Carolina, New York 1976
Wat was uw eerste auto? „Een Volkswagen Kever 1302 uit 1972. Hij verbruikte elke 100 kilometer een liter motorolie. Op een gegeven moment kwam ik op een aantal plekken een vreemde lasnaad tegen, bleek dat het een samengestelde auto was. De voorkant van de ene Kever was aan de achterkant van een andere gelast. Hij is later gestolen en teruggevonden in een kanaal.”
Een Maserati GranCabrio Sport bij Driessen Autogroep in Eindhoven. In de auto zit salesmanager Dick Lathouwers
Jean-Paul Goude ‘Goudemalion’, het spraakmakende retrospectief van Jean-Paul Goude, is nog tot 18 maart te zien in museum Les Arts Décoratifs in Parijs. Goude (1940) werkte als ontwerper, illustrator, fotograaf, stylist en regisseur voor merken als Chanel, Citroën en Perrier. Hij bedacht ook het imago van zijn toenmalige vriendin Grace Jones, de zangeres. Zijn fascinatie voor het kleurrijke Afrika is altijd zijn inspiratiebron geweest.
Wat rijdt u nu? „Ik probeer met veel plezier de nieuwe leasemodellen uit. Rij nu een paar weken in een Opel Ampera, een elektrische auto met een actieradius-verlenger. We hebben er tweehonderd gekocht.”
TEST MASERATI GRANCABRIO SPORT
Rauwe oerkreten
In hoeveel keer afrijden heeft u uw rijbewijs gehaald? „In twee keer. Ik haal links en rechts wel eens door elkaar. Nadat ik twee keer rechtsaf sloeg, bij de opdracht ‘hier links’, vond de examinator het welletjes.”
Met een prijs van ruim 214 mille is het niet echt een hebbedingetje. Maar wat is de Maserati GranCabrio Sport dan wel?
Advertentie
Hier adverteren? Kijk op nrchuizen.nl
LES CHALETS DE LA MADELEINE, SAINT FRANÇOIS LONGCHAMP Saint François Longchamp (Franse Alpen) Uw eigen luxe chalet (tot 10 p.) of appartement (tot 8 p.), direct aan de piste met overdekte parking, in een van de mooiste skigebieden van de Franse Alpen: Les Chalets de la Madeleine 1650, bij Valmorel. Unieke locatie voor zomer en winter. Met verhuurrendement. Vraagprijs vanaf € 210.000,- v.o.n. ex b.t.w.
Telefoon (0320) 264 175 www.dop.nl
FERIENPARK BRANDNERTAL, BüRSERBERG Veilig investeren in de Oostenrijkse Alpen 91 Exclusieve appartementen. Op 1.200m hoogte, skiin/ski-out. Restaurant, zonneterras, wellness, kinderopvang. Uitstekende bezetting. 3 Weken eigen gebruik per jaar. Verhuurservice via Landal. Graag tonen wij u de laatste appartementen van deze twee zeer succesvolle projecten!
www.ladune.nl
Prijs vanaf: 175.180,- K.K.
www.kreekenduin.nl
Tel. 0118 689 000
Telefoon: 033 8200202
www.jaegerprojects.nl
Een cabriolet van Maserati. Dat is iets uit een boek van James Bond. In On her majesty’s secret servicewordt ’s wereld bekendste geheim agent op huwelijksreis beschoten vanuit een open Maserati, bestuurd door zijn aartsvijand Ernst Stavro Blofeld. De kersverse bruid van 007, Tracy, legt bij de schietpartij het loodje. Aan die scène moest ik denken achter het stuur van de gloednieuwe Maserati GranCabrio Sport. Bestempelt zo’n verleden elke open Maserati tot een boevenwagen? Natuurlijk niet. Maar elke GranCabrio-bezitter zal het toch voor lief moeten nemen dat hij bij het uitstappen ietwat argwanend wordt aangekeken. Wat er schuil gaat achter die blikken is voer voor psychologen. Voer voor autoliefhebbers zijn de cijfers die bij de Maserati horen. De toevoeging ‘Sport’ duidt op een krachtiger versie van de toch al niet misselijke GranCabrio. De verschillen tussen de ‘gewone’ en de Sport-cabrio zijn tamelijk gering; in vermogen scheelt het twee procent (450 in plaats van 440 pk), de topsnelheid verschilt twee hele kilometers per uur (283 om 285 km/uur) en voor de sprint naar 100 hoef je het ook al niet te doen: die is in de Sport precies ééntiende van een seconde korter. Over die acceleratie doet trouwens een aardige anekdote de ronde; een toenemend aantal Maserati-rijders zou bij de fabriek hebben geklaagd dat ze bij het wegrijden na een verkeerslicht nogal gemakkelijk werden bijgehouden – ergo: voorbijgereden – door auto’s uit de categorie ‘hete hatchbacks’. Dat is niet ondenkbeeldig. Een standaard Volkswagen Golf R klaart het sprintje naar 100 km/uur in 5,7 seconden en bij Maserati vonden ze zes seconden wel voldoende. Er werden dus passende maatregelen genomen: de hoogst fijne 4,7 liter V8 werd de nieuwe instapmotor van de GranCabrio en van die machine is dus een iets sterkere Sport-versie verschenen. Die doet zijn naam eer aan door al bij het starten een luide brul te geven. Het uitlaatgeluid is in standaard opstelling al bijzonder imposant, maar neemt met het toenemen van de snelheid allengs in heftigheid toe. Er is
weinig mooiers dan met de kap naar beneden de Maserati door een tunnel te sturen en de akoestiek daar zijn werk te laten doen. De uitlaat kent ook nog een sportstand, waarbij de vlinderkleppen geheel open worden gezet en de Maserati een soort snerpend rauwe oerkreten uitstoot.
Achterbankje Ergonomisch is het in de GranCabrio goed voor elkaar; zolang je althans voorin mag zitten. Het achterbankje is beduidend minder comfortabel. Zoals zo vaak met dit soort auto’s is het overdreven om te spreken van een vierzitter. Met 173 liter is de kofferruimte evenmin uitbundig. Maar laadruimte is dan ook zelden een sterk punt van auto’s uit de topsportklasse. Het interieur is verzorgd, met soepel leer, mooie materialen op het dashboard en uiteraard het centraal geplaatste Maserati-klokje, dat eruit ziet als een ietwat groot uitgevallen horloge. Minder fraai zijn de werkelijk enorme peddels achter het stuur waarmee de zestrapsautomaat handmatig wordt bediend; ze hebben de vorm van een soort king size boemerangs en om onduidelijkheden te voorkomen is er in een kloek lettertype ‘U P’ en ‘DOWN’ op gezet. Dat mist elke vorm van elegantie. Nodig is dat met de hand schakelen sowieso niet, want de automaat doet zijn werk voortreffelijk. Bij een brute schop op het gaspedaal schakelt de bak soms wel twee versnellingen terug en dat doet de toch twee ton zware auto naar voren schieten als een steen uit een katapult. Het navigatiesysteem lijkt wat traag te reageren maar, constateerde een meerijdende vriendin: „Misschien is de auto wel te snel.” Tot slot: mocht u aanschaf van een Maserati overwegen, dat kan momenteel alleen bij dealers in Eindhoven en Enschede. De derde dealer, Hessing, ging onlangs failliet. De firma Louwman, die de Hessing-activiteiten overnam, onderhandelt nog over een volledig Maserati-dealerschap, maar zegt al wel Maserati’s te kunnen onderhouden.
En de droomauto van uw jeugd? „Boven m’n bed hing een poster van de originele De Tomaso Mangusta. Prachtige auto. Las er onlangs toevallig een minder fraai stukje over. De wegligging ervan was zo belabberd, dat vrijwel alle 400 gemaakte exemplaren gecrasht zijn.”
Onder de kap Merk/type Maserati GranCabrio Sport Motor 4,7 liter achtcilinder in V Vermogen 450 pk/331 kW Topsnelheid 285 km/uur Brandstoflabel G Testverbruik 1 op 6,6 Prijs 214.044 euro
Voor hetzelfde geld Mercedes-Benz SL 63 AMG aut. 222.700 euro Porsche 911 Turbo Cabrio 3.8T 4WD 212.600 euro Audi R8 Cabriolet 4.2 FSI aut. 197.320 euro 2 × BMW 6-Cabrio 640D aut. à 107.000 euro Bentley Continental GTC Cabrio (gebruikt, uit 2010) 219.950 euro
De beste chauffeurs: mannen of vrouwen? „Dat hebben we bij LeasePlan ooit onderzocht. Vrouwen hebben vaker schade dan mannen. En ook nog gemiddeld een hoger bedrag. Ze rijden vooral vaker zogenaamde ‘eenzijdige, niet verhaalbare schades’, zoals parkeerdeuken. Sorry dames.” Wat is het stomste wat u ooit met een auto heeft gedaan? „Door blijven rijden nadat het lampje van de oliedruk op rood ging. Ik heb toen geleerd dat dat tot onherstelbare motorschade leidt.” Te hard rijden of toch maar te laat komen? „Ik heb een enorme pesthekel aan te laat komen, dus vul maar in.” Als ik minister van Verkeer was dan zou ik… „…onmiddellijk kilometerbeprijzing invoeren. Betalen naar hoeveelheid, tijd en plaats is de meest eerlijke manier van betalen voor automobiliteit. En het is heel effectief tegen files.” Guus Peters
Guus Peters Berno Kleinherenbrink
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
NRC Weekend Zaterdag 4 februari & Zondag 5 februari 2012
23
LUX liefde en zo
22 LUX puzzel SU DOKU SC RYPTO Horizontaal: 5. Beschreven stuk papier om de vis in te verpakken (6) 6. Is zelden 17 verticaal (4) 7. Drentse dorpsgeur die nu boven heel Nederland hangt (10) 9. Coupe terracotta (14) 12. Klap die je krijgt bij het uitgaan (4) 13. Zegt de verliezer op wie alle ogen gericht waren (2+3+6) 15. Destijds al snel rond de poolcirkel (7) 16. Dat paard mag dan wel op leeftijd zijn, je moet er toch voor oppassen (4+3) 17. Voorwasschema (13) 18. Het gedrag van hobbyvissers kan het begin zijn van een sneeuwballengevecht (11) 19. Door dat evenement kan je weer een tijdje voort met je studie (9) Verticaal: 1. Laatste handeling aan het kledingstuk, punt uit! (7+2+2+4+2) 2. Thatcheriaanse lijn (6) 3. De schijn wekken geen schikking te accepteren (3+5+9) 4. Uitlaatplekken (6) 6. Hij helpt je bij het formuleren van een klacht (15) 8. Topdivisie (6) 10. Felicitatiekaart (7) 11. Deel van het gedicht waar een glas op staat (4) 14. Wegbereider (9) 17. Doel van beginnende schakers (3) Drie inzenders van een goede oplossing krijgen een boekenbon van 20
7
5
6 1
Geen seconde langer
2
9
9
LEVENSLI ED
2 4 5
1
8
7
2 5
8 euro. Oplossingen moeten uiterlijk a.s. woensdag om 9 uur in het bezit zijn van de Scryptogram-redactie. Per brief, briefkaart: postbus 8754, 3009 AT Rotterdam; per fax: 010-406 6306; per e-mail:
[email protected] Oplossing scryptogram van 28 januari: Horizontaal: 5. schellinkje; 7. vat; 8. hoefijzer; 9. kraakbeweging; 13. iemand op zijn plaats zetten; 16. kanon; 17. Jobs; 19. garde; 22. steraanvaller; 24. reparatiewet.
Verticaal: 1. acht; 2. rechtbanktekenaar; 3. ontij; 4. bedrog; 6. leeuw; 7. verdieping; 10. almaar; 11. gezeten; 12. nonnetje; 14. op zijn minst; 18. baar; 20. actie; 21. gade; 23. lees.
Plaats de cijfers 1 tot en met 9 zo in het diagram dat elk cijfer precies één keer voorkomt in elke rij, kolom, de negen vetomrande 3x3 vakken, én de vier grijze 3x3 vakken. Rechts: de oplossing van vorige week zaterdag.
De boekenbonnen zijn toegekend aan: M. Blom, Berkel; Anneke Emmes, Utrecht; Henny Swaanswijk, Amsterdam. J. J. Steenhuis
Monique Snoeijen schrijft de soundtrack van haar leven. Deze week: alleen zijn.
4
7 3 1 8 5 9 6 4 2
© Peter Ritmeester PZZL.com
4 5 9 2 6 1 7 3 8
2 8 6 3 7 4 9 5 1
5 1 7 4 3 8 2 6 9
3 9 2 6 1 5 8 7 4
6 4 8 9 2 7 5 1 3
1 6 3 7 9 2 4 8 5
328
8 2 5 1 4 6 3 9 7
9 7 4 5 8 3 1 2 6
327
de ik een paard, ging er op zitten en wat later galoppeerde ik langs een kanaal. Als ik daarna weer alleen naar huis fietste, dacht ik: ik bof toch maar, dat ik zo lekker alleen kan zijn. Alleen slapen, ook zo fijn. Rimpelloze nachten zonder boos gefluister, het bed alleen voor mij. Af en toe kwam er wel eens een man op bezoek, maar die ging op tijd weer terug naar zijn eigen vrouw. Soms bleef er een slapen en dan dacht ik, verdorie, waarom?, liever sta ik morgen alleen op. En eten in een restaurant, dat kon ik ook zo goed in me eentje. Eetlezen gaat heel goed met een iPad. Ik dacht echt niet voortdurend aan de tijd dat ik na mijn werk thuiskwam in een warm huis waar de lichten brandden, er iets op het vuur stond en de meisjes in elkaars armen voor de televisie hingen. Maar opeens kan ik het niet meer zo goed. Opeens wil ik de hele tijd mijn verkering aan het lachen maken. Hem YouTube-filmpjes laten zien. ’s Nachts mijn voet in de zijne haken. Nu weet ik dat je ook met iemand samen kunt paardrijden, door de duinen, langs het strand, terwijl de zon iets onfatsoenlijks met de lucht doet en we vriendelijk groeten
naar eendenjagers en onze adem inhouden als we in de struiken een dood vosje zien (waar we het de volgende dag nog over zullen hebben, over hoe mooi het daar lag en waaraan het zou zijn gestorven). En mijn verkering kan dan misschien niet koken, hij weet wel op welke adressen hij lekkere spullen om op te warmen moet kopen. En na het eten stuurt hij me weg („Jij wilde toch wandelen?Jij moest toch even alleen zijn, om te kunnen nadenken.” Dat ‘nadenken’ spreekt hij licht spottend uit. „Nu, ga dan.”) En dan loop ik wat langs de gracht en ben na een half uur wel weer uitgedacht en als ik dan ontdek dat ik de sleutels ben vergeten, geeft dat niet, want er is iemand die voor me opendoet. Goed alleen kunnen zijn, weet ik nu, is net zoiets als goed je plas kunnen ophouden. (Dat kan ik echt heel goed he, mijn plas ophouden.) Het lukt zolang het nodig is. Als je eindelijk op een wc zit, weet je: het had geen seconde langer moeten duren.
Luistertip Luistertip bij deze column: Tired of Being Alone van Al Green. Doe mee aan het samenstellen van een Spotify-speellijst met liedjes over alleen zijn. Voeg uw eigen liedje toe via nrc.nl/alleenzijn of beluister de speellijst.
Dat kan ik echt heel goed he, mijn plas ophouden
Advertentie
De Cruisespecialist. Al 50 jaar.
En ik kon zo goed alleen zijn. Ook voor mijzelf was dat een grote verrassing. Als je tweeëntwintig jaar met iemand samen bent geweest, weet je dat niet. Maar ik bleek het dus heel goed te kunnen: alleen zijn. Dat zei ik ook tegen iedereen: ik kan toch zo goed alleen zijn. Heerlijk. In het weekeinde, als de meisjes bij hun vader waren, ging ik in mijn eentje naar ons huisje in Frankrijk. Ik zocht in de donkere, vochtige kelder naar de hoofdkraan, stookte de kachel op en zette de elektrische deken aan. Het hele weekeinde was ik lekker in de weer met mezelf warm en in leven houden: gezellig voor de kachel, alleen met mijn gedachten (die opeens met heel veel en nauwelijks verward waren). Als ik in Nederland bleef, dan fietste ik naar een stukje niemandsland tussen een spoorlijn en een snelweg waar een lieve vrouw paarden hield. Vroeger deed ik er met de auto tien minuten over, maar op de fiets – langs de rafelranden van de stad en door een uitgestrekt bos – duurde het bijna een uur. Heerlijk, dacht ik dan, lekker een stuk fietsen. Als het gesneeuwd had, trok mijn fiets als eerste een spoor door het bos. Op het stukje niemandsland borstel-
Italië en Spanje
Hoofdsteden Oostzee
Italië en Kroatië
8 dagen
17 dagen
11 dagen
Vaar vanuit Rome, met een 5-sterren all-inclusive topschip naar Barcelona. Onderweg doet u prachtige havens als Corsica, Ibiza en Valencia aan.
Steden als St. Petersburg en Stockholm kunt u met tal van schepen ontdekken. Als u echter comfort, top service en culinaire verzorging op niveau weet te waarderen, dan bevelen wij u deze cruise vanuit Amsterdam van harte aan.
Vaar met een absoluut top schip vanuit romantisch Venetië in stijl langs de Italiaanse en Kroatische kust naar o.a. Brindisi en het schilderachtige Dubrovnik en Zadar. Uw luxe Suite én de exclusieve verzorging maken dit een aanrader!
Vertrek 27/7
Vertrek 12/10 en 22/10
Seabourn Pride
Seabourn Spirit
Vertrek 6/4 en 20/4 Seabourn Sojourn
v.a.
1969
v.a.
5099
v.a.
2845
NU BIJ ZEETOURS CRUISES
LUXE 5-STERREN CRUISES
• $50 - $100 boordtegoed per hut • Gratis één categorie upgrade
• Persoonlijke aandacht en service • Culinair hoogstaand, all-inclusive • Kleinschalige, intieme schepen
*
BLIND DATE
‘Ik ben al een tijd single, maar geen happy single’ Datingsite Paiq koppelt wekelijks voor Lux twee singles. Deze week Elin en Pascal. tekst Sandra Heerma van Voss
WWW.ZEETOURS.NL • 50 jaar kennis en ervaring • Onafhankelijk advies • De Cruisespecialist
Info/brochure:
010-2823890
Elin (29), hulpverlener jeugdpsychiatrie Pascal (niet zijn echte naam, 32), leraar basisonderwijs
Vanafprijs p.p. o.v.v. beschikbaarheid/wijziging o.b.v. 2 pers. suite all-inclusive, incl. evt. vliegreis, belasting, fooi. Excl. excursies, verzekering, transfers, reserveringskosten.* *Vraag naar de voorwaarden.
Voor Elin: „Ik verlang weer naar de geborgenheid van een vaste relatie, maar ik ben ook graag alleen. Ik heb best veel ruimte nodig. Mijn laatste flirt was zo aanwezig en verliefd dat het me benauwde. ‘Geniet er toch gewoon van!’ zei hij als ik mijn twijfels uitsprak, en dat probeerde ik ook, maar ik vond het toch niet eerlijk om het voort te zetten. Het uitmaken werd nog een heel drama.” Pascal: „Met mijn voorlaatste vriendin heb ik zes maanden door Afrika gereisd. Daar groeiden mijn twijfels – zat het wel lekker tussen ons? Nu ben ik al een tijd single, maar geen happy single. Samen zijn is veel leuker. Ik stop best wat energie in het ontmoeten van een nieuwe liefde. Met internet en af en toe een avondje speeddaten vergroot je je kansen toch weer wat.” Zij: „Mijn zus en ik zijn opgevoed met een besef van de waarde van geld, en dat je je best moet doen om een goed plekje voor jezelf te veroveren. Het belangrijkste vind ik dat je eerlijk werk doet, en er plezier in hebt.”
Hij: „Ik ben speels, meer een jongen dan een man. Een grappenmaker waar ook een heleboel onzin uitkomt. Ik schilder en doe aan theatersport.” Zij: „Een date wilde me een keer zijn Audi laten zien. Ik ging braaf mee naar de parkeerplaats, maar kon mijn lachen nauwelijks inhouden. Voor mij liever een creatieve, avontuurlijke geest dan een materialist. En de stem is belangrijk, hoe iemand klinkt. Een mooi reisverhaal en ik hang aan je lippen.” Hij: „Ik kan prima vriendschappelijk met vrouwen omgaan, en word dan niet meteen verliefd. Dat gebeurt zuiver intuïtief. Ik heb geen sterke voor- of afkeuren.”
Na Hij: „Elin is een leuke verschijning. Het eerste halfuur was ze een tikje timide, maar dat ging voorbij. Ze bleek lekker te kunnen babbelen. Er zat pit in.” Zij: „Pascal is een vrouwelijke man; dat zei ik ook tegen hem. Tenger gebouwd, met een knap, symmetrisch gezicht en vriendelijke ogen.”
Hij: „Ze heeft een spiritueel kantje. Ze legt af en toe een tarotkaart en vroeg naar mijn sterrenbeeld. Ik ben nogal sceptisch over dat soort zaken, maar ze kon er ook om lachen gelukkig. ‘Jij leeuw, ik kreeft; nou, dat matcht totaal niet’, zei ze.” Zij: „Ik zie Pascal zo voor de klas staan. Hij vertelde een mooi verhaal over een huisdier uit zijn jeugd: een parkiet die naar de dierenarts moest om zijn nagels te laten knippen en daar overleed aan een hartinfarct.” Hij: „We hebben zeker twee uur gekletst, daarna liepen we naar onze fietsen en was het: ‘Doei!’ Ik stond er niet bij stil dat ik helemaal geen gegevens van haar had.” Zij: „Het afscheid verliep prettig. Ik heb geen nummer of e-mailadres gegeven, en hij hintte ook niet naar meer – hoewel ik hem misschien heb afgeschrikt tijdens het praten over oude dates en relaties.” Hij: „Mijn indruk is dat ze nog wel wil afspreken, en het balletje ligt in deze toch in de hoek van de man. Maar ik zit nog een beetje in dubio. Ik twijfel. Daar heb ik wel een handje van.”