2 | Nieuwe hybride operatiekamer is super OK
3 | Maastricht UMC+ op weg naar 2020: terugkoppeling strategiewerkgroepen
5 | Willen Wolters en Ilske Timmermans (CRISP): “Zonder subsidies gaat de deur dicht”
7 | Dit zijn de genomineerden voor de Klantgerichtheidsprijs
personeelskrant voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+ | 28 november 2012
|113 Maastricht UMC+ wil meer samenwerken met partners in de regio
Samen op weg naar een gezond Zuidoost Nederland Samen met partners in de regio op weg naar een gezonder Zuidoost Nederland. Dat was de inzet van de themaconferentie op initiatief van het Maastricht UMC+ op 1 november in Vaals. Het doel: de mogelijkheid van meer samenwerking in Limburg en Zuidoost Brabant verkennen. Gouverneur Theo Bovens van de Provincie Limburg liet nog tijdens de conferentie weten dat de provincie die samenwerking wil faciliteren. Bestuursvoorzitter Guy Peeters van het MUMC+ was enthousiast over de uitkomst van de conferentie. “Er is veel meer gemeenschappelijkheid dan ik had verwacht.” Fons Bovens, directeur van de GGD Zuid Limburg, benadrukte dat het belangrijk is om gemeenten daar bij te betrekken. Zij krijgen immers steeds meer taken op het gebied van de gezondheidszorg. Gouverneur Theo Bovens vertelde dat de provincie op dat terrein geen wettelijke taken heeft en evenmin een budget. Daar staat tegenover dat de provincie wel aandacht heeft voor de burger in diens positie als zorgvrager. Dat komt niet alleen tot uitdrukking in de
Gouverneur Theo Bovens: “Provincie Limburg wil samenwerking in Limburg en Zuidoost Brabant faciliteren.”
Guy Peeters kondigde na afloop van de conferentie aan partijen snel opnieuw uit te nodigen voor een vervolgoverleg. “Tijdens deze conferentie wilden we vooral nagaan of zoiets als vergaande samenwerking mogelijk is en hoe partijen daar over denken. Voor het toegankelijk houden van de zorg in de regio is dat heel belangrijk. Ik heb het gevoel gekregen dat het gaat lukken en neem de handschoen graag op. Zeker nu de provincie de samenwerking wil ondersteunen”, zei Peeters. Voor deze eerste bijeenkomst waren de ziekenhuizen in Limburg en Zuidoost Brabant (Maxima Medisch Centrum en Catharina Ziekenhuis) uitgenodigd, evenals de Provincie Limburg, de GGD Zuid Limburg en de zorgverzekeraars CZ en VGZ. Andere genodigden op de lijst waren Proteion Thuis, GroenekruisDomicura, Vivre, de huisartsenorganisaties in Zuid-Limburg en de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ). Het is heel goed mogelijk dat in de toekomst nog andere partners aanschuiven, benadrukte Guy Peeters. ‘Duurzaamheid van zorg in regionaal verband’ luidde de officiële titel van de conferentie. De centrale vraag deze dag: hoe
kunnen partners in de zorg samen bijdragen aan de verbetering van de gezondheid van de burgers? In een tijd dat de zorgvraag stijgt en de kosten verder onder druk komen te staan, is samenwerking van groot belang. Zeker in een regio die gemiddeld ongezonder is en die sterk vergrijst en ontgroent. In de strategienota ‘Heel de mens’ stelt het MUMC+ daarom meer samenwerking met partners in de regio voor. Daarin moet de nadruk liggen op zowel gezondheidsherstel als gezondheidsbehoud en -bevordering, ook in het onderzoek en onderwijs. Alleen door meer samenhang in het aanbod aan te brengen, kan de zorg toegankelijk en betaalbaar blijven. Tijdens de conferentie werd nog eens benadrukt dat het gaat om samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. Dagvoorzitter Theo Camps, bestuursvoorzitter van Berenschot, schetste bij aanvang van de conferentie de dilemma’s waar zorgpartners mee geconfronteerd worden als zij meer willen samenwerken. Zo kan samenwerking bijvoorbeeld botsen met de Mededingingswet. Toch is samenwerking onontkoombaar, stelde Theo Camps vast. “Het gaat om de vraag hoe partners dat samen invullen.”
Agenda voor de zorg, maar ook in flankerend beleid. Zo stimuleert de provincie gezond gedrag en probeert de provincie samenwerking in de zorg te bevorderen. Initiatieven op het gebied van zorginnovatie, zoals de Maastricht Health Campus, kunnen bovendien op steun van de provincie rekenen.
Lees verder op pagina 4
Binnenkort geopend: nieuw Diagnostisch Centrum De afgelopen maanden werd in de ruimtes van het voormalige personeelsrestaurant azM flink gesloopt, getimmerd, gezaagd et cetera ten behoeve van het nieuwe diagnostisch centrum. Onlangs ging de blindering van de ramen af en kon iedereen zien waartoe al die bouwwerkzaamheden hebben geleid. De prachtige ruimtes zijn nu
nog leeg, maar binnenkort nemen de eerste afdelingen hun intrek in het nieuwe centrum. De poli GGZ verhuist op 13 en 14 december. In de periode 28-31 december verhuizen de Centrale Bloedafname (prikdienst) en het Diagnostisch Centrum naar de nieuwe locatie. De ECG-dienst tenslotte verhuist op 4 januari.
2 | summumgazet 113
Tegelijkertijd aan binnen- en buitenkant hart opereren
Hybride operatiekamer is super OK Een hypermoderne operatiekamer die in totaal 85 vierkante meter beslaat, dat is de nieuwe hybride OK van ons ziekenhuis. In deze super OK kunnen zogeheten ‘open operaties’ en minder invasieve operaties (operaties waar nauwelijks bij gesneden wordt, zoals een dotterbehandeling) desgewenst gelijktijdig plaatsvinden. “Met deze hybride OK loopt het Maastricht UMC+ wereldwijd voorop”, vertelt vaatchirurg prof.dr. Michael Jacobs die een paar jaar geleden het initiatief voor deze super OK nam. “Dit is de Rolls Royce onder de operatiekamers!” De nieuwe hybride OK is voorzien van de allernieuwste technieken. Voor het OKgedeelte van 85 vierkante meter is zowel op niveau 3 als op niveau 4 een ruimte van circa 160 vierkante meter opnieuw ingericht. In die ruimten staan onder meer bedieningspanelen, servers, voorraden en een grote hoeveelheid technische voorzieningen. De hybride OK kan daarmee op een perfecte wijze steriel worden gehouden.
Ook de temperatuur en de luchttoevoer kunnen op elk moment tot in de puntjes worden geregeld. “Het woord hybride betekent hier niet dat het vlees noch vis is”, legt cardiothoracaalchirurg prof.dr. Jos Maessen uit. “Dit is in feite de OK van de toekomst. Net als een hybride auto op benzine én elektriciteit kan rijden, kun je in een hybride OK verschillende handelingen combineren. Dankzij
Michael Jacobs (r.) gaf tijdens de officiële ingebruikname op 19 november uitleg over de hybride OK aan onder meer René Heuts (4e.v.l.)
beeldvormende apparatuur kunnen een chirurg en een cardioloog tegelijkertijd aan de binnen- en de buitenkant van het hart opereren. Er staat röntgentechnologie die om de patiënt heen kan worden bewogen. Hierdoor is diagnostiek tijdens de operatie mogelijk en kunnen de operateurs op elk moment zien hoe het er voorstaat.” Alle operaties in de hybride OK gebeuren zoveel mogelijk minimaal invasief ofwel met zo min mogelijk ‘snijwerk’. Ondanks dat de hybride OK nog maar net open is, draait hij inmiddels al op volle toeren. Deze ultramoderne OK is onder meer ideaal voor het opereren van aneurysma’s (een plaatselijke verwijding in een slagader), hartklepvervangingen, de behandeling van boezemfibrileren en combinatieoperaties waarbij gedotterd wordt en tegelijkertijd een bypass wordt aangelegd. “Deze OK is geen luxe speeltje maar een absolute must”, aldus Michael Jacobs. “Dit is een fantastische primeur voor Maastricht, maar onze patiënten zijn de grootste winnaars. Ze kunnen veiliger worden geholpen, er hoeft steeds minder te worden gesneden en ze herstellen dankzij state of the art operaties aanzienlijk sneller dan vroeger.” Voor het Bouwbureau van het azM was de
bouw van de hybride OK één van de meest complexe bouwprojecten in de recente geschiedenis van het ziekenhuis. De realisatie gebeurde terwijl de rest van het OK-complex gewoon in bedrijf bleef. “Ons ontwerpteam heeft binnen de vele afzonderlijke disciplines bijzonder goed samengewerkt en we zijn zeer trots op het eindresultaat”, vertelt projectmanager René Heuts. “Deze hybride OK is een technisch hoogstandje dat zijn weerga niet kent!” In de komende jaren worden in de nieuwe aanbouw van het Maastricht UMC+ nog een tweetal hybride OK’s gerealiseerd. René Heuts, Jos Maessen en Michael Jacobs kijken hier nu al naar uit, want het is belangrijk dat een academisch ziekenhuis op alle fronten voorop blijft lopen.
Klantgerichtheidstaart voor Gezondheidsuniversiteit De Klantgerichtheidstaart van november ging naar de organisatoren van de Gezondheidsuniversiteit. Het idee achter de Gezondheidsuniversiteit is afkomstig van Leo Föhr. Hij schreef een projectplan en diende dit samen met mede-organisatoren Nandi Meijs en David Schmidt in bij de Raad van Bestuur. De stafdienst Communicatie hielp bij de opstart van en communicatie rond de Gezondheidsuniversiteit (in nauwe samenwerking met Marielle Heckmann van de FHML), maar de organisatie lag in handen van de drie studenten. Zij hebben zelf de opzet van de colleges bepaald, sprekers geregeld, studenttutoren geworven, getraind en begeleid. Tevens waren zij bij ieder avondcollege aanwezig om alles in goede banen te leiden. De tien studenttutoren bemanden na iedere lezing de informatiemarkt en gaven uitleg over diverse aspecten rondom het thema van de betreffende collegeavond. Ook leidden zij de tutorgroepen waar de colleges werden nabesproken en waar deelnemers nog aanvullende vragen konden stellen. Zowel
de studenttutoren als Leo, Nandi en David deden alle activiteiten in eigen tijd. Harm Jan Driessen: “Dankzij jullie inzet mag de eerste collegereeks van de Gezondheidsuni-
versiteit met recht een succes worden genoemd. Zeker gezien de positieve reacties van de deelnemers. Een zeer verdiende taart dus!”
Meer over de Gezondheidsuniversiteit op: www.gezondheidsuniversiteit.nl.
V.l.n.r. Zoe van Lierop, Faizah van den Heuvel, Rob van Gassel, Jette van ’t Noordende, Leo Föhr, Ellen Kennes (namens stafdienst Communicatie), Harm Jan Driessen, Valerie Stegerhuis, Maite Timmermans, Stephanie Meeuwissen, Fleur Boelhouwers. Noreen van der Linden, Lotte Oosterbeek, Nandi Meijs en David Schmidt ontbreken op de foto.
3 | summumgazet 113
Maastricht UMC+ op weg naar 2020 Even opfrissen. Tijdens de eerste strategieconferentie in mei 2011 werd de strategische koers van onze organisatie - ‘Heel de mens’ - uitgezet. Voor de verdere uitwerking daarvan werden themagroepen geïnstalleerd. Tijdens de tweede strategieconferentie in december 2011 presenteerden de themagroepen hoe volgens hen ‘Heel de mens’ kan worden vertaald naar concrete acties. Duidelijk was dat onze organisatie moet werken aan een sterker profiel en duidelijkere positie. Op basis van de input van de strategieconferenties is een houtskoolschets gemaakt van het profiel van het MUMC+. Vervolgens is deze uitgewerkt en zijn uitgangspunten en toetsingscriteria geformuleerd voor de selectie van een (beperkt) aantal Centers of Excellence. In mei werden deze gepresenteerd tijdens een bijeenkomst voor de schools, RVE’s, medische afdelingen, vakgroepen en medezeggenschapsorganen en werd een ‘call for proposals’ gedaan voor de Centers of Excellence. Waar staan we nu? Met het motto ‘Healthy Living’ gaat het Maastricht UMC+ op weg naar 2020. ‘Healthy Living’ staat voor ‘kwalitatief gezond leven’. Uitgaande van een integrale aanpak van gezondheid met een duidelijke rol voor preventie, zet onze organisatie in op een academische regio waar door kruisbestuiving patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek elkaar versterken. De Maastricht Health Campus draagt vervolgens zorg voor de implementatie en verbinding met economische bedrijvigheid. Deze visie heeft mede op basis van de input van de themagroepen vorm gekregen. Naast de bijdrage aan de strategische visie hebben de adviezen van de themagroepen elk op hun eigen terrein inmiddels tot en aantal concrete acties en resultaten geleid. Een impressie. Themagroep Concentratie en keuzes Opdracht aan de themagroep: ontwikkel een toetsingskader om inhoudelijke keuzes te kunnen maken voor de ontwikkeling van Centers of Excellence in topreferente zorg en wetenschappelijk onderzoek. Prof.dr. Albert Scherpbier, vicebestuursvoorzitter MUMC+/decaan FHML: “Voorstellen voor Centers of Excellence zijn ingediend. We kijken naar de gehele organisatie op weg naar 2020: hoe krijgen en houden we de organisatie flexibel en hoe kunnen de verschillende primaire taken zo goed mogelijk worden uitgevoerd. Los van de huidige structuur proberen we inhoudelijk nieuwe verbanden te bedenken. Het gaat namelijk niet alleen om ‘centers of excellence’, maar om de hele organisatie, die klaar moet zijn voor nieuwe uitdagingen”. Themagroep Integrale Gezondheid Opdracht aan de themagroep: ontwikkel concrete doelen ten behoeve van een onderscheidend dienstenpakket voor preventie, gezondheidsbehoud, -bevorde-
ring en -herstel. Dirk Ruwaard, voorzitter van vakgroep Health Services Research: “Wij hebben met veel enthousiasme dit thema opgepakt en zijn ook verheugd dat er een breed draagvlak is voor een meer integrale benadering voor de zorg, het onderzoek en het onderwijs. Dit thema loopt als het ware als een rode draad door de andere thema’s heen. Uiteindelijk gaat het erom dat wij vanuit het azM een schakel in de zorg zijn in nauwe samenwerking met andere partners in de zorg en dat wij vanuit de FHML faciliterend zijn voor het aanleveren van ideeën, het monitoren en het evalueren van veranderingen die zich voltrekken in de zorg. Uiteindelijk dient dat ook weerspiegeld te worden in hoe wij onze mensen willen opleiden. Zo moeten we vanuit onze positie als MUMC+ (azM én FHML) en vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid met andere partners bijdragen aan het gezonder maken van de populatie in onze regio, aan de verbetering van de kwaliteit van zorg en aan het reduceren van de kostenstijging in de zorg. Er lopen momenteel meerdere initiatieven om hier daadwerkelijk invulling aan te geven”. Themagroep Preventie Opdracht aan de themagroep: geef aan de hand van onderzoeksresultaten en ‘best practices’ aan waar kansen liggen om preventie succesvol en onderscheidend te implementeren. Prof.dr. Nanne de Vries, vicedecaan FHML: “Preventie en het belang daarvan is steeds duidelijker aanwezig in alle plannen van de umc-vorming. De integrale benadering van gezondheid in de nota ‘Heel de mens’ wordt echt omgezet in activiteiten, binnen het ziekenhuis maar juist ook daarbuiten. De Maastricht Health Campus krijgt langzaam vorm, het netwerk met stakeholders in de omgeving van het
Strategiedocument Heel de Mens Het strategiedocument ‘Heel de Mens’ - strategisch beleid Maastricht UMC+ gaat in op de ontwikkelingen waar onze organisatie rekening mee moet houden en wat daar onze visie op is. Bekijk het ‘Heel de mens’ op mumc.nl onderaan de homepage. Kijk voor een overzicht van de totale indeling van de themagroepen en de opdrachtformuleringen op: http://intraspect/bestuur_root/nieuws/110713+follow+up+strategieconferentie.htm of vraag dit op bij de redactie.
MUMC+ (andere ziekenhuizen, GGD, GGZ, huisartsen, etc.) wordt hechter, de deelname aan het WHOproject Health Promoting Hospitals komt hoogstwaarschijnlijk tot stand. Dit zijn heel duidelijke tekens aan de wand. In onderwijs en opleiding zullen we de thematiek aanpassen en hebben dat ook al gedeeltelijk gedaan. Het MUMC+ wordt daarmee een organisatie die een voortrekkersrol kan vervullen in het tegemoet treden van de volksgezondheidsproblematiek van de toekomst”.
Heel de mens hBeeattltehr
in a changing world
Nota strategisch bele Maastricht UMC+ 20 id 10
Nota strategisch belei
d Maastricht UMC+ | 20
Themagroep Innovatie in Leren en Opleiden Opdracht aan de themagroep: werk een concrete visie en doelen uit waarin de kwaliteitszorg en innovatie in het opleidingenpalet een toppositie van het onderwijscontinuüm mogelijk maken. Laurents Stassen, chirurg: “We hebben kleinere stappen gezet en zijn grotere aan het voorbereiden. Het continuüm van opleiden krijgt vorm doordat de basisopleiding en specialistische opleiding structureel samen aan tafel zitten. Dit gaat van directeurenoverleg tot gezamenlijk optrekken van onderwijskundigen. Een concreet voorbeeld is ook de afstemming van de nieuwe masterfase en de rol die wij de arts-assistent in opleiding daarin als opleider/onderwijzer willen geven. Een grotere stap is profilering. De medische vervolgopleiding van het MUMC+ zal zich nadrukkelijk richten op thema’s als doelmatigheid en veiligheid. Onze specialisten moeten echte artsen van de toekomst worden. Deze profilering krijgt nog beter vorm als deze al in de basisopleiding start. Ook daar wordt aan gewerkt”. Themagroep Stakeholdermanagement. Opdracht aan de themagroep: benoem de belangrijkste stakeholders op het gebied van Hart- en Vaatziekten en ontwerp een hieruit afgeleid plan van aanpak voor een effectief management van deze stakeholders. Liz Tans, hoofd Communicatie azM/ Maastricht UMC+: “De opdracht leek simpel, maar er zijn toch een aantal sessies en heel wat discussies nodig geweest om eerst tot een redelijk complete en dus lange lijst van stakeholders van de RVE HVC en CARIM te komen en deze vervolgens weer terug te brengen tot een sterk ingedikte en daarmee hanteerbare lijst. Maar die hebben we nu. Het voornemen is nu om de opening van de nieuwe HVC-poli aan te grijpen om conform de opgedane inzichten rond stakeholdermanagement te gaan opereren en op grond daarvan de gastenlijst samen te stellen. Als startpunt van hernieuwd en geprofessionaliseerd relatiebeheer”. Themagroep Arbeidsmarktstrategie. Opdracht aan de themagroep: ontwikkel een
–2015
10 - 2015 1
positionering voor de arbeidsmarkt, die garant staat voor het succesvol aantrekken van arbeidspotentieel. Roel Olivers, HRconsultant Personeelszaken azM: “Onze uitdaging is het zodanig vertalen van de uitgangspunten van ‘Heel de mens’ dat dit voor de eigen medewerkers en voor de buitenwereld een eigen gezicht krijgt. We doen dat onder de noemer ‘Gezond idee van het Maastricht UMC+*’ en vanuit het gedachtegoed van de ambities van onze organisatie: het investeren in gezondheid en innovatie. Vertaald naar de arbeidsmarkt betekent dit dat wij ruimte bieden voor initiatief nemen, meedenken, teamwork en uitdagingen aangaan. De ‘gezonde ideeën’ van het Maastricht UMC+ kom je nu overal tegen. Extern bijvoorbeeld in huis-aan-huisbladen, advertorials, abri’s, op tv en in Gezond idee-magazine. Intern bijvoorbeeld via de acties voor medewerkers in het kader van het WK Wielrennen. Dat is de manier waarop we het gedachtegoed van het Maastricht UMC+ uitdragen in de verwachting dat mensen die zich daardoor aangesproken voelen uiteindelijk ook kiezen voor een baan in het MUMC+”. *Lees meer over de Gezond Idee-campagne op de homepage van mumc.nl. Themagroep Fondsenwerving. Opdracht aan de themagroep: ontwikkel een succesvol wervingsbeleid voor subsidies en fondsen. Willem Wolters, hoofd Subsidie Desk CRISP: “We hebben tien quick wins geïdentificeerd en er daarvan zes snel gerealiseerd, te weten: de pilots strategische fondsenwerving en EU agenda setting, implementatie van een contractenregister, de afstemming en uitwisseling bestaande diensten en het ontwikkelen van nieuwe diensten. De laatste vier quick wins wachten op bestuurlijke duidelijkheid rond Maastricht UMC+. De dynamiek bij de externe fondsen is heel groot. Maastricht UMC+ is al in staat om snel het laaghangend fruit te plukken, maar nog niet om de hele boom te oogsten. Onderzoekers en dienstverlening staan daarom in de startblokken om samen op te trekken in de fondsenwerving.”
4 | summumgazet 113
Vervolg van pagina 1 De ochtend werd verder gevuld met presentaties van Wiel Ploegman (Proteion Thuis), Marianne van den Berg (CRAZ), Guy Schulpen (ZIO, Zorg in Ontwikkeling) en Johan van Zeelst (VGZ). Tussendoor interviewde Theo Camps bestuursvoorzitter Cees Sterk (Medisch Centrum Orbis) samen met bestuursvoorzitter Rob van ’t Hullenaar (Maxima MC). Zij toonden zich eensgezind in het nemen van hun verantwoordelijkheid voor een gezond Zuidoost Nederland. Rob van ’t Hullenaar maakte wel duidelijk dat hij daarbij als ziekenhuisbestuurder dagelijks met tegenstrijdige belangen wordt geconfronteerd. Zo wil hij via preventie graag mensen uit het ziekenhuis houden, maar wil hij tevens zijn organisatie gezond houden. Cees Sterk bevestigde het bestaan van veel dilemma’s. “We zijn bezig om te overleven in een systeem dat op zijn einde loopt. De continuïteit van de zorg is niet
met dit systeem gediend. We moeten een andere weg inslaan en zullen onszelf de vraag moeten stellen of wij daar als collectief toe bereid zijn”, zei hij. In de middaguren bleek tijdens het debat dat samenwerking een oplossing kan bieden en partijen daar positief tegenover staan. Het collectief toonde zich enthousiast en gemotiveerd. Wel werden vraagtekens geplaatst bij de omvang van het samenwerkingsverband. Moet dit heel Zuidoost Nederland bestrijken, of eerst alleen Zuid-Limburg? Het zou een combinatie moeten zijn, zo was de conclusie, tot uitdrukking komend in verschillende projecten. Gedacht wordt aan lokale, regionale en bovenregionale netwerken, die in samenhang verschillende doelstellingen waarmaken. Hoe, dat is een goede vraag om in een vervolgtraject uit te werken.
Onderzoek naar relatie leervermogen en angst / depressie / psychose Onderzoekers van onze organisatie gaan met behulp van scans in kaart brengen wat er gebeurt in de hersenen van mensen bij wie het vermogen om te leren van (omgevings-) ervaringen verstoord is. Op deze manier willen ze een verband aantonen tussen veranderingen in de manier waarop ze op die (omgevings)ervaringen reageren en beginnende symptomen van angst, depressie en psychose. Tevens wordt onderzocht wat de impact is van psychotherapie op mechanismen van verstoord leren in deze vroege stadia van angst, depressie en psychose. Dit gebeurt in het project Novel Self-management Techniques for Early Expression of Psychopathology: An Experimental Study Linking Neural and Mental State Reactivity Phenotypes. De hierin opgedane kennis is nodig om de neurale basis van psychische problemen beter te begrijpen, en effectief te kunnen behandelen in de vroegst mogelijke fase. Projectleider prof.dr. Jim van Os, hoofd Psychiatrie: “De beste manier om diagnostiek en behandelingen in de psychiatrie te
verbeteren, is om een echte verbinding te zoeken tussen brein, omgeving en ervaring. Het debat blijft nu nog te vaak hangen in ‘we zijn ons brein’ versus ‘we zijn onze geest’.” Stichting De Weijerhorst financiert het onderzoek. De organisatie is de stichting hiervoor zeer erkentelijk. Meer over het onderzoek in de volgende SUMMUM gazet. Kijk ook op azm.nl onder ‘Nieuws’. Kijk ook op de deweijerhorst.nl.
V.l.n.r. bestuursvoorzitter MUMC+ Guy Peeters, prof.dr. Jim van Os en dr. J. Pennings (voorzitter stichting De Weijerhorst) ondertekenen het contract t.b.v. het onderzoeksproject.
Rankings: appels en peren? Als we het over ranglijsten, over rankings hebben, valt al gauw de term ‘appels met peren vergelijken’. Was dat maar waar: meestal heeft het meer weg van een royale fruitmand of een smoothy waarvan de vruchten tegen elkaar worden afgewogen. En waarbij de patiënt eigenlijk maar één ding wil: beter gemaakt worden of in elk geval zo goed en zo snel mogelijk worden behandeld. De patiënt wil het beste fruit van de fruitschaal, om in de beeldspraak te blijven. De laatste jaren verschijnen in het najaar de zogeheten ziekenhuis-rankings: ranglijsten waarbij je je als ziekenhuis – als je bovenaan staat – het beste ziekenhuis van Nederland mag noemen. Bekende lijsten zijn de Ziekenhuis Top 100 van het Algemeen Dagblad, ‘de beste ziekenhuizen’-lijst van het opinieweekblad Elsevier, de Top-10 patiëntvriendelijke ziekenhuizen van Zorgkaart.nl, maar er zijn ook de Times Higher Education World University Rankings of de Incompany 500. Voor elk wat wils, lijkt het wel, maar waar hebben we het over? En wat heeft de patiënt eraan? Het Algemeen Dagblad en Elsevier putten voor de samenstelling van hun ranglijsten uit de prestatie-indicatoren die de ziekenhuizen zelf aanreiken aan bijvoorbeeld de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Zichtbare Zorg Ziekenhuizen. Deze indicatoren zijn weliswaar bedoeld om de prestaties inzichtelijk te maken, maar niet om ze in ranglijsten te gebruiken. De onderlinge verschillen tussen de plaatsen op de lijsten zijn vaak zeer gering. De waarde van ranglijsten is dan ook betrekkelijk, maar patiënten (b)lijken er toch mede hun mening en keuze op te baseren om voor een bepaald ziekenhuis te kiezen. Waarde ”Vanuit die optiek is een goede positie op een lijst belangrijk”, aldus Guy Peeters, voorzitter Raad van Bestuur van het Maastricht UMC+. “Een goede plek is een bevestiging dat je op de goede weg zit. Niet meer en niet minder. De overzichten die we jaarlijks zelf maken èn de ranglijsten moeten we gebruiken om verbeteringen te realiseren, zoals het verkorten van de wachttijden voor een operatie en het verbeteren van de informatievoorziening aan de patiënten.” Hans Fiolet, directeur Patiënt & Zorg, onderstreept het - relatieve - belang van de rankings: “Mensen gaan het liefst naar een ziekenhuis in de buurt. Een Maastrichtenaar wil het liefst in Maastricht behandeld worden. Maar toch is er iets aan het veranderen. Als patiënten bijvoorbeeld lang op een afspraak moeten wachten, gaan ze sneller ergens anders naartoe. De tijd dat de wachtkamers vanzelf volstroomden, is voorbij. En daarbij blijkt steeds weer: mensen klagen niet zozeer over de
medische deskundigheid, maar over de manier waarop ze bejegend worden – of dat is door de secretaresse of specialist, dat doet er niet toe.’ Het is dus niet zo dat bepaalde prestaties vanzelfsprekend zijn. Fiolet: “Nee, je moet je best blijven doen. Bijvoorbeeld op het gebied van de wachtlijsten. Daar is ruimte voor verbetering. We hebben te maken met schaarste aan OK-personeel, waardoor de OK-capaciteit niet volledig benut kan worden. Maar in 2012 is er al een behoorlijke slag in de goede richting gemaakt, en in 2013 hopen we het probleem door het binnenhalen en opleiden van extra personeel, onder andere uit Spanje, op te lossen.” Fiolet vervolgt: “Als je zelf blijft zoals je was, maar je omgeving wordt beter, zak je ook op een ranglijst. Ik zeg het wel eens zo: ook goede wijn kent goede en mindere jaren. In een ranglijst van 100 punten kan 5 punten verschil er soms toe leiden dat je 20 plaatsen zakt. Het ligt allemaal heel dicht bij elkaar. De belangrijke boodschap is dan ook: wij verkeren in Nederland in de gelukkige omstandigheid dat er geen echt slechte ziekenhuizen zijn. Het niveau van de zorg is hier heel hoog. Dat zeg ik niet alleen, dat zegt elke buitenlander die hier komt.” Algemeen Dagblad Het azM / Maastricht UMC+ staat dit jaar fier aan kop van de ranglijst van de acht Nederlandse umc’s die het Algemeen Dagblad eind september publiceerde. Ons ziekenhuis scoort gemiddeld het beste op de prestatie-indicatoren waarop de lijst gebaseerd is. Het was overigens voor het eerst dat het AD een aparte lijst maakte voor de umc’s. In het verleden werden algemene en universitaire ziekenhuizen in één lijst ondergebracht. De afgelopen drie jaar stond het azM / Maastricht UMC+ steeds in de top-3 van de umc’s. Elsevier Elsevier velt een eindoordeel en een oordeel over medische zorg, patiëntgerichtheid en een categorie ‘overige’. Het eindoordeel van het opinieweekblad is dat ‘Maastricht’ dit jaar beter scoort dan de andere umc’s, maar minder in vergelijking met de regio ziekenhuizen en het landelijk gemiddelde. Qua medische zorg scoort het Maastricht UMC+ beter dan de andere
5 | summumgazet 113
umc’s, dan de regio ziekenhuizen en dan het landelijk gemiddelde op dit vlak. Medische zorg is uitgesplitst in effectiviteit (behandelingen, processen en uitkomsten) en veiligheid (administratie, processen en aantal behandelingen). Op het vlak van patiëntgerichtheid vallen de scores voor Maastricht dit jaar lager uit dan voor de andere umc’s, lager dan de regioziekenhuizen en ook lager dan het landelijk gemiddelde. Patiëntgerichtheid is daarin uitgesplitst in: het behandeltraject, communicatie van uitslagen, service, informatievoorziening en faciliteiten. Elsevier maakt voor het onderdeel ‘patiëntgerichtheid’ gebruik van de resultaten van een landelijke patiëntenenquête, de Consumer Quality Index (CQI). Financiële positie Elsevier nam dit jaar ook een overzicht op van de ziekenhuizen met de sterkste financiële positie. Het azM blijkt hierin één van de 10 ziekenhuizen (in totaal 93 onderzocht) die er financieel zeer goed voor staan. Elsevier heeft hiervoor gekeken naar de jaarverslagen van de ziekenhuizen en ze beoordeeld op vijf financiële indicatoren die ook in de commerciële sector veel worden gebruikt (afgeleiden van de bedrijfsresultaten van de afgelopen jaren, het opgebouwde ‘eigen vermogen’ - de financiële buffer - en van de schuld die een ziekenhuis heeft uitstaan). Op basis hiervan behaalden 10 ziekenhuizen, waaronder dus het azM, de maximale score. Leon Habets, directeur Financiën en Informatievoorziening legt uit: “De basis voor deze goede uitgangssituatie is het stringente financieel beleid dat het azM de afgelopen jaren heeft gevoerd met als focus het verhogen van de productiviteit van het ziekenhuis en de medewerkers. Onderdeel hiervan was ook het tijdig anticiperen op overheidskortingen door middel van ziekenhuisbrede ombuigingen in 2005 en 2009.” Hij vindt het positief om te constateren dat dit heeft geleid tot een gezonde uitgangspositie voor de toekomst. Toch houdt hij een slag om de arm: “Ook hier geldt ‘resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst’. De komende jaren zullen, als gevolg van de landelijk ingevoerde prestatiebekostiging door middel van de DOT-systematiek, grote financiële risico’s voor ziekenhuizen met zich mee kunnen brengen. Dat vereist blijvende alertheid en continue aandacht voor enerzijds de ontwikkeling van onze productie en met name de juiste en volledige registratie daarvan, en anderzijds voor de beheersing van onze kosten door middel van optimalisatie van de onderliggende processen.”
Times Higher Education World University Rankings Niet alleen Nederlandse media maken ranglijsten, ook in het buitenland gebeurt dat en met name vergelijkt men daar graag universiteiten en universitair medische centra met elkaar. Is Oxford beter dan Cambridge? Of Harvard beter dan UCLA? Dat soort vragen. In oktober werd bekend dat van de Nederlandse umc’s het Maastricht UMC+ en Erasmus MC internationaal goed hebben gescoord. Ze zijn doorgedrongen tot de zogeheten Subject Ranking Top 50 Clinical, Pre-Clinical and Health Universities van de Times Higher Education World University Rankings 2012-2013. Maastricht UMC+ bekleedt daarin plaats 49, het Erasmus MC staat een plaats hoger, op 48. De scores van respectievelijk 49ste en 48ste plaats zijn gebaseerd op indicatoren over internationale uitstraling (percentage internationale staf en studenten) en onderzoekskwaliteit, waarbij het met name gaat om de wetenschappelijke citaties. Prof. dr. Albert Scherpbier, vice-bestuursvoorzitter Maastricht UMC+ en decaan van de faculteit Health, Medicine and Life Sciences over de buitenlandse ranking: “Hoge scores op de wetenschappelijke citaties en internationale uitstraling vormen een bewijs van onze positie. Het is ook een compliment voor de onderzoekers en een bewijs van hun impact op de internationale wetenschap.” Incompany 500 Qua reputatie in de buitenwereld heeft het Maastricht UMC+ dit jaar zelfs een reuzensprong gemaakt. Zakenblad Incompany, dat onafhankelijk onderzoek naar Nederlandse organisaties vertaalt in een top-500 van Nederlandse bedrijven en instellingen, meldde eerder dit jaar dat het Maastricht UMC+ als werkgever op de reputatieladder is gestegen van de 161e naar de 71e plaats. Incompany toetst de spontane aantrekkingskracht en de reputatie van instellingen en bedrijven op de zakelijke markt, de arbeidsmarkt en de investeringsmarkt. Ze doen dat aan de hand van enquêtes onder meer dan 3000 hoogopgeleide professionals met minimaal vier jaar werkervaring. Volgens Bart Durlinger, directeur Stafdirectoraat Personeel en Organisatie, is de opmars van het Maastricht UMC+ in deze ranking onder meer te danken aan het feit dat we een financieel zeer gezonde organisatie zijn en als solide te boek staan. Bovendien is er in 2011, het jaar dat het azM 25 jaar bestond, een imago-campagne gevoerd, met onder meer de introductie van het consumentenblad Gezond Idee, deelname aan diverse TV-series en publicatie van het historisch boekwerk ‘Van Godshuis naar Academisch Ziekenhuis’.
“Fondsenwerving is nadrukkelijk onderdeel van de langetermijnstrategie”, aldus Willem Wolters en Ilske Timmermans.
“Zonder beurzen en subsidies gaat de poort dicht” Regelmatig komen in de interne communicatiekanalen berichten langs over collega’s die een of andere subsidie of beurs hebben binnengehaald. Maar hoe belangrijk zijn die beurzen nu eigenlijk voor onze organisatie? “Als we geen beurzen en subsidies meer binnenhalen, gaat de poort dicht. Dan is het einde oefening voor het onderzoek.” Voor iedereen die wel eens dacht: ‘leuk, zo’n beurs maar wat heb ik eraan?’, is deze uitspraak van Willem Wolters, hoofd Subsidie Desk van CRISP (FHML) een nuttige reality check. En het gaat om meer dan alleen onderzoek. De harde werkelijkheid is: het onderzoek aan het Maastricht UMC+ wordt maar voor een derde gefinancierd door het geld dat het ziekenhuis van het ministerie krijgt. “De rest moet in competitie met anderen verworven worden”, zegt Ilske Timmermans, net als Willem Wolters medewerker bij het Centre for Research, Innovation, Support and Policy ofwel CRISP. CRISP ondersteunt onderzoekers van het Maastricht UMC+ bij het verwerven van beurzen en subsidies. Ilske Timmermans: “Dat gaat verder dan alleen hulp bij het indienen van een voorstel. Het begint met beleid, met de keuzes die je maakt: waar richt je je op met je onderzoek? Waar ben je goed in? De ondersteuning die CRISP biedt is niet alleen bedoeld voor individuele onderzoekers, maar ook voor groepen. Soms begint het met in een vroeg stadium attenderen. Als iemand net met een promotieonderzoek begint, bijvoorbeeld, en nog helemaal niet nadenkt over een beurs.” Willem Wolters: “Dan kun je tegen zo iemand zeggen: als jij over een paar jaar klaar bent met je promotie, hoe wil je dan verder onderzoek financieren?” CRISP helpt ook bij het selecteren van de subsidiebron, bij het schrijven van een voorstel en zo nodig bij de presentatie
daarvan. “Het voordeel van CRISP”, zegt Willem Wolters, “is dat beleid en uitvoering bij elkaar in één club zijn ondergebracht. De ervaring die we opdoen bij een ondersteuningstraject, koppelen we terug naar beleid.” Fondsenwerving is nadrukkelijk onderdeel van de langetermijnstrategie van het Maastricht UMC+. En dat is niet voor niks. Wolters: “Zonder beurzen en subsidies zouden jonge, veelbelovende onderzoekers hier niet meer naartoe komen.” Ilske Timmermans: “Dat gaat ook ten koste van de zorg: de zorg wordt beter door het onderzoek dat hier gedaan wordt.” Willem Wolters: “De basisfinanciering is niet voldoende om te leveren wat van ons verwacht wordt. Het is niet voldoende om vooraanstaand te zijn in Nederland, Europa en de wereld.” Waarom moet een ziekenhuis perse vooraanstaand zijn in de wereld? Wolters: “Als je ernstig ziek bent, ben je bereid ver te gaan om beter te worden. Er zijn schrijnende gevallen van mensen die in Nederland niet geholpen kunnen worden en dan naar het buitenland moeten. Je wilt de mensen bieden wat er is. Je wilt ze het beste bieden.”
6 | summumgazet 113
Terugblik week van de patiëntveiligheid De week van 12 november stond in het teken van de patiëntveiligheid. Een zeer gevarieerde week, met veel uitwisseling van kennis, de presentatie van de Veiligheidsversnellers, het Kennisplein Maastricht UMC+, een interactieve bijeenkomst van de Interklinische Complicatiebespreking (IKC) en op vrijdag liepen leden van de Raad van Bestuur een veiligheidsronde op een aantal afdelingen.
Passen en meten voor nieuw Milieupark Het is je vast al opgevallen: sinds half september wordt druk gegraven rondom de azM-energiecentrale. Het zijn de voorbereidende werkzaamheden voor het nieuwe Milieupark, dat vanwege de geplande nieuwbouw aan de Verheylaan moet worden verplaatst. Na het nodige passen en meten, blijkt de plek bij de energiecentrale, pal tegenover het huidige Milieupark, de beste. IJs en weder dienende zal het nieuwe park begin februari klaar zijn. Daarna wordt het oude park afgebouwd.
“De nieuwe locatie kost een aantal parkeerplaatsen, maar heeft als voordeel dat het transport van gevaarlijke stoffen binnen het ziekenhuisterrein blijft en daarmee binnen de geldende milieuvergunning”, aldus Yvo Amkreutz (l.) en Ger Hanssen.
Ons ziekenhuis scheidt afval aan de bron en daarom moet het Milieupark maar liefst 42 afvalstromen opvangen, waarvan er 20 gevaarlijke stoffen bevatten. En daarbij komen ook nog eens de gevaarlijke stoffen van de universiteit, die gescheiden moeten blijven van het ziekenhuisafval. Voor de aanvoer vanuit het ziekenhuis en de universiteit worden daarom aparte ingangen aangelegd. Maar vóórdat er ook maar één schop de grond in kon, zijn eerst ‘tig’ varianten bekeken voor de locatie en inrichting van het nieuwe Milieupark, vertellen Ger Hanssen van het Facilitair Bedrijf azM en Yvo Amkreutz van het Bouwbureau. “Daarbij hebben we veiligheid en naleving van de Milieuwet- en regelgeving ten top doorgevoerd”, verzekert Ger Hanssen. En dat geldt ook voor de externe beveiliging. “Er komen camera’s, toegangscontrole via personeelspassen en een rechtstreekse verbinding met de terreinbewaking”, vertelt Yvo Amkreutz.
Hoewel het nieuwe Milieupark meer vierkante meters gaat tellen, was het passen en meten om voor alle installaties, containers en bunkers een plek te vinden. Ger Hanssen: “Er moet voldoende manoeuvreerruimte zijn voor de wagens die containers komen laden, maar ook voor de tankwagens die de bulkgassen komen bevoorraden en het vrachtverkeer naar de toekomstige goedereninname”. Het bouwbureau heeft dat goed kunnen vormgeven. Zo komt tussen de energiecentrale en de bulkgassentanks, de nieuwe persruimte met daarin een kantoorruimte van waaruit het nieuwe park is te overzien. De bunkers voor de gevaarlijke stoffen komen achter de energiecentrale en vormen tevens een plateau van waaraf de containers gevuld kunnen worden. En dat is ARBO-technisch gezien ook nog eens beter voor de medewerkers. Terwijl er voor de milieumedewerkers veel gaat veranderen - waar ze overigens volop over hebben meegedacht - zullen collega’s, patiënten en bezoekers niets van de hele bouwoperatie merken.
7 | summumgazet 113
Uitreiking Klantgerichtheidsprijs dinsdag 4 december, 16.00-17.00 uur terras niveau 4 azM
Dit zijn de genomineerden voor de Klantgerichtheidsprijs is hèt thema van de uitreiking van de Klantgerichtheidsprijs azM 2012! Diskjockey van de middag is Jacqueline Fackeldey, klantropologe en wakker-schudder (meer op www.fackeldeyfinds.com). De uitreiking vindt plaats dinsdag 4 december, 16.00-17.00 uur terras niveau 4 azM. Alle inzenders en overige collega’s zijn welkom! In totaal hebben zich dit jaar 17 teams aangemeld met hun verbeterprojecten. Zo wordt blijk gegeven van grote betrokkenheid bij de meest uiteenlopende kanten van klantgerichtheid. Of het nu gaat om het klantvriendelijk benaderen van onze patiënten of de meer procesmatige kant van klantgerichtheid. Sleutelwoorden zijn: betrokkenheid, je ‘zorghart’ tonen. Kortom: ! Hieronder stellen de vier genomineerden hun project voor.
gerapporteerd. “Voor de patiënt en familie is het winst dat er dankzij de Nazorgpoli CVA een centrale loketfunctie is en er meer continuïteit in de zorg komt”, vertelt Jeske Nelissen. “We gaan hier puur uit van de hulpvraag van patiënten en mantelzorgs en streven naar een betere kwaliteit van leven; ook in de chronische fase op weg naar een ‘nieuw evenwicht’. In feite beginnen de zorgen en het zorgen pas als de patiënt en mantelzorg zich weer in de thuissituatie bevinden.” Ook de hulpvraag van mantelzorgers heeft de aandacht tijdens het spreekuur. Hierbij kun je denken aan hoe je om moet gaan met een partner die niet meer dezelfde persoon is of aan overbelasting van deze mantelzorg’. De Nazorgpoli CVA is onderdeel van de CVA keten Maastricht en Heuvelland en kan hierdoor direct specialistische zorg inzetten in de eerste en tweede lijn. “We kunnen kortom heel dankbaar werk doen!”
Herdenkingsbijeenkomst doodgeboren en overleden kinderen Afdeling: RVE EVK/MIC/OC i.s.m. dienst Geestelijke Verzorging Speciaal voor ouders die een kind hebben verloren tussen de zestien weken en de achttien jaar is er twee keer per jaar een herdenkingsdienst. Per keer komen rond de 100 genodigden. Nieuw aan dit project is dat nu ook ouders worden uitgenodigd waarbij de zwangerschap is gestopt of afgebroken. “Een herdenkingsbijeenkomst geeft ouders en familieleden een heel dubbel gevoel, legt geestelijk verzorger en projectleider Hans Kling uit. ”Enerzijds ga je de confrontatie aan met je verdriet en moet je wéér die weg naar het azM gaan. Anderzijds lucht het ook op dat je ouders ontmoet die hetzelfde hebben meegemaakt. Een herdenkingsdienst begint met koffiedrinken met andere ouders en medewerkers die bij de behandeling van het kind waren betrokken. Het is fijn om te merken dat jou kind absoluut niet is vergeten. En ouders vinden het prettig om de zorgverleners eens in een andere rol te ontmoeten en zitten soms ook nog met vragen. Ouders die dat willen, kunnen de afdeling waar hun kind heeft gelegen bezoeken. De bijeenkomsten zijn zeer zwaar voor mensen, maar het helpt hen wel om verder te gaan. Bij de laatste herdenking sprak een moeder van een kind dat in 2007 was overleden. Het feit dat zij daar kan staan en vertellen, geeft de aanwezigen hoop en kan een hulp zijn om op hun eigen manier met hun verdriet om te gaan.”
Informatieverstrekking aan wachtende patiënten Afdeling: poli Orthopedie Uit een quick scan in 2011 bleek dat 86% van de klanten van de poli Orthopedie vond
V.l.n.r. de projectleiders van de vier genomineerde projecten Hans Kling, Bernadette Weytjens, Roger Muyters en Jeske Nelissen.
dat ze onvoldoende werden geïnformeerd over het uitlopen van spreekuren. Daarom werd besloten de informatievoorziening te verbeteren met beeldschermen in de wachtkamer. Projectleider Roger Muyters, hoofd poli Orthopedie. “We hebben in 2011 een nulmeting gedaan en na de ingebruikname van de beeldschermen weer een nieuwe meting. Toen bleek dat nog maar 31% van de patiënten aangaf niet op de hoogte te zijn over de uitloop van het spreekuur. We gaan dat natuurlijk nog verder proberen terug te brengen.” Op de beeldschermen kunnen patiënten niet alleen zien hoeveel het spreekuur van hun arts uitloopt, maar tevens informatie over algemene poli-aangelegenheden zoals het hoofdbehandelaarschap, operatiewachtlijsten en administratieve zaken. Het succesvolle spreekuurproject heeft naast tevreden klanten ook nog andere positieve neveneffecten. “Artsen zien het zelf ook op het scherm als hun spreekuur uit dreigt te lopen en het lukt ze dan vaak om toch nog een inhaalslag te maken”, aldus Muyters. “Opvallend is dat de supervisors, als spreekuren te veel uitlopen, bereid zijn om even bij te springen. Je ziet sowieso dat door deze aanpak de teamgeest verbetert.
Spreekurenuitloop is tegenwoordig een vast thema bij het overleg tussen artsen en polimedewerkers. Tot slot leren we door dit project steeds meer over hoe we moderne communicatiemiddelen in kunnen zetten in de zorg. Die kennis komt straks, als we naar de nieuwe poli verhuizen, natuurlijk uitstekend van pas.”
Nazorgpoli voor CVA-patiënten Afdeling: vakgroep Neurologie De gevolgen van een CVA (een beroerte door een hersenbloeding of herseninfarct ) kunnen ingrijpend zijn. Zowel de patiënt als familieleden krijgen hier na het ontslag uit het ziekenhuis mee te maken. Er ontstaan vragen en problemen die mensen niet altijd alleen op kunnen lossen. De nieuwe nazorgpoli CVA (open sinds 1 januari 2012) helpt patiënten en mantelzorgers op verschillende wijzen. Spin in het web van deze nazorgpoli is CVA-verpleegkundige en projectleider Jeske Nelissen. Na een beroerte krijgen patiënten last van zichtbare en onzichtbare gevolgen. Zo ervaart bijvoorbeeld 70 à 80% vermoeidheidsklachten. Ook worden problemen bij het lopen, autorijden, spreken, arbeid en onbegrip uit de vriendenkring (‘Ik zie toch niks meer aan je!’)
Verbeterde wachtlijstprocedure operatieve patiënten Afdeling: poli Chirurgie, Bureau opname en poli Anesthesiologie Voorheen moesten patiënten naar drie plekken in het ziekenhuis om zich in te schrijven op de wachtlijst voor een operatie. Ook alle benodigde informatie werd op drie verschillende plaatsen gegeven. Dankzij een samenwerkingsverband tussen de poli Chirurgie, Bureau Opname en poli Anesthesiologie wordt nu alles op één plek geregeld; de inschrijving gebeurt in één keer op de chirurgiepoli. “Patiënten waarderen dat ze niet meer het hele ziekenhuis door hoeven te gaan”, vertelt Tanja Teheux, medewerker poli Chirurgie. “Ook het feit dat het eenmalige gesprek voor de wachtlijst plaatsvindt achter gesloten deuren, wordt gewaardeerd. De meeste mensen vinden het namelijk niet prettig als ze meerdere malen hun verhaal aan een open balie moeten doen. Nu hebben ze gelukkig meer privacy.” Op basis van een vragenlijst blijkt dat de klanten de nieuwe aanpak met een 8,5 waarderen. “Ons klantgerichtheidteam is enthousiast, want ze zien dat goed luisteren naar patiënten positief uitpakt”, vertelt projectleider Bernadette Weytjens. “Het leuke van dit project is dat het weinig geld kost, veel effect heeft en eenvoudig in het hele ziekenhuis kan worden ingevoerd!”
8 | summumgazet 113
En nou sieraden af en handen desinfecteren Een open aanspreekcultuur is nodig om handhygiëne binnen het Maastricht UMC+ verder te verbeteren. Zo maakt een postercampagne (gestart in de Week van de Patiëntveiligheid) duidelijk welke verpleegafdelingen goede handhygiëne toepassen en welke niet. Op de posters valt open en bloot het resultaat te lezen van de werkbezoeken door de afdeling Ziekenhuishygiëne & Infectiepreventie aan alle verpleegafdelingen. “Een team van vijf mensen controleerde of verpleegkundigen zich tijdens patiëntencontacten houden aan de handhygiënevoorschriften”, vertelt leidinggevend ziekenhuishygiënist Ed Smeets. “Ze toetsten wanneer en hoe medewerkers hun handen desinfecteren en of handsieraden en polshorloges tijdens het werk af gaan. Daarnaast is het verbruik van handalcohol gemeten.”
Hoe het in ons eigen ziekenhuis beter kan? “Door een open aanspreekcultuur en afdelingshoofden die het goede voorbeeld geven”, denkt Ed Smeets. Veelers vult aan: “Als je ziet dat iemand de regels overtreedt, zeg er dan wat van. Natuurlijk, er zit altijd een dwarsligger tussen die zegt dat de trouwring écht niet af gaat. Ik denk dat ie er met heel veel zeep altíjd af kan.”
Het goede nieuws is dat negentig procent van de verpleegkundigen geen sieraden meer draagt tijdens het werk. Dat is een forse verbetering ten opzichte van vier jaar geleden toen nog maar veertig procent dat deed. Slecht nieuws is dat in iets minder dan vijftig procent van de gevallen waarin het wel zou moeten geen goede handhygiëne plaatsvindt. “We schrokken daar niet van, omdat we weten dat de naleving van de handhygiëneregels in het algemeen slecht is”, zegt Smeets “Het is wel reden temeer om er via acties op te blijven hameren. Want een goede handhygiëne vermindert het aantal ziekenhuisinfecties met 25 tot 40 procent.” De afdeling Neonatologie slaagt overigens met vlag en wimpel als het gaat om goede handhygiëne. “Als je een kwetsbare prematuur van nog geen 500 gram ziet liggen, weet je meteen waarom”, zegt afdelingshoofd Marieke Veelers. “Mijn vraag is waarom we die kwetsbaarheidsfactor kennelijk nodig hebben om ons aan regels te houden. Patiënten met een dikkere huid verdienen net zo goed de beste zorg.” Vanuit het project ‘Visie op zorg’ zet Veelers zich al een tijdje in om het thema veilig werken op de kaart te zetten. Tijdens de Week van de Patiëntveiligheid (in week 36) gebeurde dat aan de hand van nóg een postercampagne over sieraden. Op nivo 4 azM werd de beruchte Zembla-documentaire ‘Vieze ziekenhuizen’ vertoond. Daaruit blijkt dat het met de naleving van basale hygiëneregels in ziekenhuizen niet zo best gesteld is.
Als ik met mijn dienst begin doe ik alles af Flo werkt veilig. Visie op zorg
Colofon
SUMMUM gazet is een gemeenschappelijke uitgave voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+. Uitgever stafdienst Communicatie azM Hoofdredactie Liz Tans Eindredactie Willy Janssen / Ellen Kennes Redactieadres Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht T 043 387 51 12, F 043 387 51 14, E
[email protected]
Laurentius vreest fusie Orbis-Atrium Het Laurentius ziekenhuis in Roermond vreest oneerlijke concurrentie nu de NMA de fusie van Orbis in Sittard en Atrium in Heerlen heeft goedgekeurd. Orbis en Atrium kregen de afgelopen jaren al de nodige financiële steun van overheden, en het Laurentius vreest dat dit ook na de fusie nog zal gebeuren. Ook onze Raad van Bestuur vindt dat er geen sprake is van een gelijk speelveld. Zij hecht groot belang aan de continuïteit en versteviging van de academische functie in de regio en is voorstander van intensivering van de reeds bestaande samenwerking tussen Atrium, Orbis en Maastricht UMC+. (22 november, diverse regionale media)
Nieuwe behandeling trombosebeen Een nieuwe behandeling van trombosebenen door middel van kathetergeleide trombolyse zorgt ervoor dat de klachten onmiddellijk verdwijnen. Via een katheter worden stolseloplossende middelen ingebracht op de plaats in het been waar de bloedstolsels zitten. Niet alleen recent, maar ook bestaand, ouder stolsel wordt daardoor uit de aderen verwijderd. (21 november, diverse media)
Onderzoek darmbacteriën
nog meer ideeën?
[email protected]
Maastricht UMC+
Verbouwing hoofdingang vordert gestaag
Zie voor een impressie van de nieuwe hoofdingang Intraspect > Leestafel > Archief > Archief SUMMUM gazet > SUMMUM gazet 110.
In het nieuws
Momenteel wordt hard gewerkt aan de verbouwing van de hoofdingang van het ziekenhuis. De sloopwerkzaamheden zijn inmiddels ver gevorderd. De nieuwe hoofdingang zal straks een hele verbetering zijn voor patiënten en bezoekers. De meest in het oog springende vernieuwing en verbetering is de nieuwe lift in het midden van de hoofdingang. Die lift zal groter – er kunnen twee rolstoelen met begeleiders in – en sneller zijn. Aan weerszijden van de lift komen er roltrappen: rechts van de lift een opgaande roltrap, aan de linkerkant de neergaande. Daarnaast komt er aan diezelfde kant, als je door de draaideur binnenkomt, een vaste, brede trap naar niveau 1. Verder komt er een nieuwe draaideur aan de buitenkant van het ziekenhuis en wordt de wachtruimte voor patiënten en bezoekers opnieuw ingericht.
Het Maastricht UMC+ doet mee aan een multicenter onderzoek naar resistente darmbacteriën. Daartoe wordt aan tweeduizend toeristen die naar het (verre) buitenland gaan, gevraagd om voor en na de reis ontlasting beschikbaar te stellen voor onderzoek. (2 november, vrijwel alle landelijke en regionale media)
‘AZM is uit zijn jasje gegroeid’ Onder die kop publiceerde Dagblad De Limburger op 26 oktober twee pagina’s over toekomstige bouwprojecten. Het gaat niet om een verdubbeling van de capaciteit van het ziekenhuis, zoals ten onrechte gesteld werd, maar met de bouw aan Verheylaan 10 en het Living Lab komen er wel twee substantiële gebouwen bij die goed zijn voor zo’n 33.000 vierkante meter vloeroppervlakte. Momenteel telt het Maastricht UMC+ 135.000 vierkante meter vloeroppervlakte. (26 oktober, Dagblad De Limburger)
Niet minder patiënten Limburgse ziekenhuizen hebben nauwelijks last van afname van het aantal patiënten en daarmee gepaard gaande financiële zorgen. Dit blijkt uit reacties van die ziekenhuizen op een publicatie in het Financieel Dagblad. Het Maastricht UMC+ ligt met een groei van 2 procent prima op schema. (23 oktober, Dagblad De Limburger)
Artikelen Ingrid Beckers / Karin Burhenne / Jos van Cann / Jules Coenegracht / Ellen Kennes / André Leblanc / Lieke Muyris / Peter Swelsen / Maastricht University
Illustratie John Körver
Basisvormgeving Zuiderlicht, Maastricht
De volgende SUMMUM gazet verschijnt 2 januari 2013. Kopij moet uiterlijk 24 december binnen zijn bij de redactie.
Foto’s Andrea Beckers / Appie Derks / Jonathan Vos
Opmaak & Druk Schrijen-Lippertz, Voerendaal / Stein