Coördinatiemechanismen voor digitalisatie
Lund, 4 april 2001
EUROPESE INHOUD IN WERELDWIJDE NETWERKEN COÖRDINATIEMECHANISMEN VOOR DIGITALISATIEPROGRAMMA'S DE BEGINSELEN VAN LUND: CONCLUSIES VAN DE VERGADERING VAN DESKUNDIGEN, LUND, SWEDEN, 4 APRIL 2001 Het eEurope 2002-actieplan is door de EU-lidstaten onderschreven tijdens de in juni 2000 te Feira gehouden Europese Raad. Doelstelling 3(d) van het Actieplan is het stimuleren van Europese inhoud in wereldwijde netwerken met het oog op een volledige benutting van de door digitale technologieën geboden mogelijkheden. Binnen het bestek van deze doelstelling is een specifieke actie van de lidstaten en de Commissie voorzien om gezamenlijk: Een coördinatiemechanisme te creëren for digitalisatieprogramma's in alle lidstaten. Op 4 april 2001, zijn vertegenwoordigers en deskundigen uit de lidstaten te Lund in Zweden bijeengekomen om de vraagstukken in kwestie te bespreken en om aanbevelingen te doen voor coördinatie-ondersteunende acties welke op duurzame wijze waarde toevoegen aan digitalisatie-activiteiten. Europa's cultureel en wetenschappelijk erfgoed is een uniek openbaar bezit dat het collectieve en evoluerende geheugen vormt van onze diverse samenlevingen en een hechte fundering is voor de ontwikkeling van onze digitale inhoudindustrie in een duurzame kennismaatschappij.
De deskundigen onderschreven de bevindingen van een op 15/16 november te Luxemburg gehouden voorbereidende vergadering. Zij benadrukten bij deze gelegenheid de waarde en betekenis van Europa's gedigitaliseerde culturele en wetenschappelijke inhoud, welke ons het volgende te bieden heeft: Een toegankelijk en duurzaam erfgoed: Het cultureel en wetenschappelijk erfgoed van Europa vormt een belangrijk en uniek bezit. Digitalisatie van deze rijkdommen is van vitaal belang om deze voor de burger beter toegankelijk te maken en om het cultureel erfgoed van geheel Europa (nu en in de toekomst) veilig te kunnen stellen. Steun voor culturele diversiteit, onderwijs en inhoudindustrieën: Gedigitaliseerde cultuurgoederen zijn van cruciaal belang bij ondersteuning en bevordering van culturele diversiteit in wereldverband. Ook betreft het hier een hoofdpijler van het onderwijs, het toerisme en de media-industrie. Uiterst gevarieerde en rijke gedigitaliseerde bronnen : De lidstaten hebben zwaar geïnvesteerd in programma's en projecten voor het digitaliseren van
1
Coördinatiemechanismen voor digitalisatie
Lund, 4 april 2001
culturele en wetenschappelijke inhoud. Dergelijke digitaliseringsactivitieiten omspannen een verscheidenheid van terreinen en typen inhoud, zoals museumartefacten, openbare archieven, archeologische vindplaatsen, audiovisuele archieven, kaarten, historische documenten en manuscripten. Er zijn echter een aantal fundamentele problemen waardoor deze bronnen hun potentieel in cultureel, sociaal of economisch opzicht wellicht niet ten volle zullen realiseren. De voornaamste hinderpalen zijn: Een gefragmenteerde benadering. Hoewel digitalisatie op grote schaal plaatsvindt, hebben de activiteiten op dit gebied nog steeds een uiterst fragmentarisch karakter, zulks afhankelijk van de beleidsinstrumenten en mechanismen in de verschillende lidstaten. Bovendien is er de potentiële duplicatie van bronnen, inspanningen en investeringen als gevolg van het ontbreken van een coherent Europees overzicht van de reeds gedigitaliseerde culturele inhoud en van de wijzen waarop deze inhoud voor digitalisatie wordt geselecteerd. Snelle veroudering. Digitalisering is een kostbare aangelegenheid waarvoor zware investeringen - gewoonlijk van de overheid - vereist zijn. Bij gebruik van ongeschikte technologieën en normen worden deze investeringen aan significante gevaren blootgesteld. Hierdoor kunnen namelijk bronnen worden gecreëerd die snel verouderen en onbruikbaar worden of waarvoor de investeringen binnen een korte tijdspanne opnieuw moeten worden gedaan. Ontbreken van eenvoudige, gemeenschappelijke vormen van toegang voor de burger. Zowel op nationaal als op EU-niveau krijgt de burger moeilijk toegang tot de verschillende bronnen, door het ontbreken van gemeenschappelijke benaderingen en technische normen, alsmede door een gebrek aan ondersteuning en systemen voor meertalige toegang. Intellectuele eigendomsrechten. De verschillende betrokkenen op het gebied van gedigitaliseerde inhoud (b.v. oorspronkelijke eigenaars, tussenpersonen en eindgebruikers) hebben allen een rechtmatig belang. Hun behoeften moeten worden onderkend en met elkaar in evenwicht worden gebracht. Om te bereiken dat de economische waarde van de inhoud op duurzame wijze wordt gerealiseerd, moet de culturele sector inzicht krijgen in de voor het hanteren en beheren van de rechten gevonden oplossingen en deze toepassen. Gebrek aan synergie tussen culturele programma's en nieuwetechnologieprogramma's. Er is een groeiende behoefte aan betere koppelingen tussen culturele programma's en nieuwe-technologieprogramma's op nationaal en EU-niveau ten einde te kunnen vastellen waar de prioriteiten liggen en waar de mogelijkheid van Europese toegevoegde waarde aanwezig is. Institutionele investeringen en inzet. Voor digitalisering is de bereidheid van individuele organisaties als archieven, bibliotheken en musea vereist, om op lange termijn gerichte, kostbare en technisch veeleisende maatregelen te nemen. De gebruikmaking van digitaliseringstechnologieën en -instrumenten stelt culturele instellingen voor de noodzaak zich nieuwe vaardigheden en werkwijzen eigen te maken. Om in deze situatie verbetering te brengen, zou het wenselijk zijn dat de lidstaten zich ertoe verbinden:
2
Coördinatiemechanismen voor digitalisatie
Lund, 4 april 2001
Een permanent coördinatieforum in het leven te roepen, in de vorm van een voor elke lidstaat representatieve coördinatiegroep. Deze groep zou structuren ter ondersteuning van lopende discussies en gedachtenwisselingen moeten uitwerken, en procedures moeten vaststellen voor rapportage aan de lidstaten, zowel op Europees als op nationaal niveau. Een Europese visie op beleidsmaatregelen en programma's te ondersteunen en ontwikkelen door middel van websites met actuele, openbaar toegankelijke en gemakkelijk te begrijpen informatie over beleid en programma's van de lidstaten, uitgaande van een, via een centrale site toegankelijk, onderling overeengekomen gemeenschappelijk referentieprofiel. Goede praktijken te bevorderen en ondersteunen en deze in de lidstaten en in de gehele EU te harmoniseren en optimaliseren, door te blijven werken aan een kwalitatieve benchmarking-structuur die via hiertoe geschikte nationale coördinatie-organen en netwerken zou moeten worden goedgekeurd en geïmplementeerd, een en ander na aanwijzing van een groep deskundigen met de taak kwantitatieve benaderingen voor benchmarking-processen te ontwikkelen. Hiertoe zijn ook mechanismen vereist voor het vastellen en verzamelen van kernindicatoren, en met name van de relevante eEurope-indicator, alsmede voor het onderhouden van contacten met nationale instanties voor normalisatie en statistiek. Ervoor te zorgen dat goede praktijken en de juiste vaardigheden sneller aanslaan, door voorbeelden van goede praktijken, in te delen naar een aantal onderling overeengekomen kenmerken (typologie), in geheel Europa te verspreiden. Zulks ter bevordering van consistente praktijken en processen, alsmede ter ondersteuning van het beheer van rechten en activa, en om tot nieuwe definities te komen van de vereiste vaardigheden. Europese culturele en wetenschappelijke inhoud zichtbaar en toegankelijk te maken door het opmaken van nationale inventarissen (van projecten, of van geselecteerde inhoud). Deze inventarissen zouden op één lijn moeten worden gebracht met de Europese infrastructuur voor gedigitaliseerde inhoud, door deze te laten voldoen aan de normen en technologische eisen ter ondersteuning van kwaliteit en bruikbaarheid van de inhoud, van eenvormige toegang voor burgers, betaalbaarheid en openheid van software tools, alsmede van toegankelijkheid op lange termijn en beschikbaarheid. Om te bereiken dat deze eerste maatregelen zo snel mogelijk worden gerealiseerd en om te verzekeren dat de goedgekeurde oplossingen ons naar duurzame organisatorische en technische infrastructuren kunnen leiden, zou de Europese Commissie, in de context van haar huidige IST-activiteiten en andere lopende programma's, met de lidstaten moeten samenwerken om: Praktische coördinatie-activiteiten te steunen, door een secretariaat of hulpstructuur te vormen ter ondersteuning van de activiteiten van de coördinatiegroep. Het secretariaat zou eventueel benodigde technische adviesgroepen moeten beheren. De verspreiding van goede praktijken te verbeteren door het bevorderen van kenniscentra welke de belanghebbenden bij vragen over fundamentele vraagstukken en technologie verder kunnen helpen. Hoewel de huidige domeinen metadata, meertalige ondersteuning, beeldtechnologieën en digitale
3
Coördinatiemechanismen voor digitalisatie
Lund, 4 april 2001
conserveringstechnologieën omvatten, moeten de kenniscentra ook open staan voor nieuwe onderwerpen die zich aandienen. De ontwikkeling van benchmarking-technieken voor digitalisatiepraktijken te bevorderen, door richtsnoeren voor gegevensverzameling vast te stellen en door voortgang te maken met de ontwikkeling van kwalitatieve en kwantificeerbare indicatoren. De waarde van Europese inhoud te optimaliseren en een gedeelde visie hierop te ontwikkelen, via de uitwerking van criteria en een structuur voor een EU-samenwerkingsplan voor digitale culturele en wetenschappelijke inhoud, in combinatie met hiertoe geschikte uitvoeringsmiddelen (handvest, MoU enz.). Bij dit plan moet worden gestreefd naar de totstandbrenging van eCultuurinfrastructuren voor toegang tot het gedigitaliseerde cultureel en wetenschappelijk erfgoed, waarbij voorwaarden voor toegevoegde waarde van Europese inhoud moeten worden aangegeven (b.v. selectiecriteria) en technische normen moeten worden vastgesteld voor de conformiteit met interoperabiliteitsvereisten. Deze werkzaamheden zouden via de coördinatiegroep en haar secretariaat moeten worden uitgevoerd. De kwaliteit/bruikbaarheid van inhoud te verbeteren, eenvormige toegang voor alle burgers te bevorderen en de mensen meer bewust te maken van wat er bij conservering op lange termijn komt kijken, zulks door het uitwerken van: overeenkomsten inzake interoperabiliteitsnormen; richtsnoeren voor digitale conservering en de verduurzaming van inhoud; alsmede coherente modellen en goede praktijken voor het beheer van rechten en activa samen met de ontwikkeling van hiermee samenhangende eCultuurbedrijfsmodellen. Om de lidstaten in de gelegenheid te stellen strategieën en overeenkomsten inzake productie, kwaliteit, ontdekking en gebruik van inhoud uit te stippelen en te implementeren, moeten een aantal actuele en nieuwe technische kwesties worden aangepakt met OTO-initiatieven op korte en langere termijn. De Commissie zou: De ontwikkeling van kwantitatieve benchmarking-technieken verder moeten helpen door middel van achtergrondstudies en voorbereidend werk met betrekking tot indicatoren en statistiek. Studies over de digitalisering in Europa en de ondersteunende technische en organisatorische infrastructuren moeten laten verrichten, en onderzoek moeten doen naar de bevordering van Europese culturele inhoud (aard en verscheidenheid) om deze voor alle burgers toegankelijk te maken. Interoperabiliteit en de nooit aflatende ontdekking van nieuwe bronnen te steunen, door initiatieven te ontplooien met betrekking tot metadata, registers en schema's. Het gevaar te bezweren van een digitale 'prehistorie', door het ontwikkelen van geavanceerde programma's voor onderzoek naar: digitale technologieën en conservering van inhoud; verbeterde toepassingen van geavanceerde technologieën voor de digitalisering van culturele en wetenschappelijke inhoud (b.v. multispectrale beeldvorming), waarbij inhoud na een zeker tijdsverloop aan betekenis wint. Dit werk zou in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven moeten worden uitgevoerd.
4
Coördinatiemechanismen voor digitalisatie
Uit hoofde van het IST-programma mogelijkheden proefprojecten op bovengenoemde onderzoekgebieden.
5
Lund, 4 april 2001
bestuderen
voor