Bindingstechnieken Een onderzoek naar methoden om verleidingen van geld uitgeven te weerstaan
Bindingstechnieken Een onderzoek naar methoden om verleidingen van geld uitgeven te weerstaan Nibud, 2011
Auteurs: Tamara Madern Corinne van Gaalen
Bindingstechnieken / 2
Voorwoord Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is een onafhankelijke stichting. Het Nibud heeft tot doel particuliere huishoudens inzicht te laten verkrijgen in h un inkomsten en uitgaven, en vaardigheid aan te leren om planmatig met geld om te gaan. Het Nibud probeert dit doel te bereiken door consumenten voorlichting te geven over diverse budgetonderwerpen, zoals kostgeld en alimentatie. Dit kan rechtstreeks (via de massamedia of eigen brochures) of via professionals die zich bezighouden met vormen van financiële advisering en voorlichting. Ten behoeve van de voorlichting verricht het Nibud ook onderzoek. Met het onderliggende onderzoek willen wij een beeld krijgen van de wijze waarop mensen omgaan met de verleiding om (te) veel geld uit te geven. De methoden die mensen hanteren om deze verleiding te weerstaan, noemen wij bindingstechnieken. Toegeven aan de verleiding om geld uit te geven is niet per defi nitie slecht. Iets moois kopen wat we eigenlijk niet nodig hebben kan zelfs erg prettig zijn. Het wordt pas problematisch als mensen zo vaak toegeven aan verleidingen dat zij al hun spaargeld er aan opmaken, de vaste lasten niet meer betaald kunnen worden of er ze lfs schulden ontstaan. Daarom is onder meer bekeken hoe vaak mensen spijt hebben van een aankoop die zij van tevoren niet hadden gepland, hoe vaak aankopen worden gedaan waar eigenlijk geen geld voor is en of mensen specifieke acties ondernemen om spijtgevoelens in de toekomst te voorkomen. De conclusies uit dit onderzoek zullen worden ingezet om de voorlichting over het voorkomen van schulden toepasselijker en gerichter te maken. Tevens zijn de resultaten van het onderzoek gebruikt om mensen concreet te on dersteunen bij hun bindingstechnieken. Hieruit is de Nibudcard ontstaan: een kaartje voor in de portemonnee dat mensen moet behoeden voor impulsinkopen. Het onderzoek is uitgevoerd door Tamara Madern en Corinne van Gaalen, beide werkzaam als wetenschappelijk medewerker bij het Nibud. Er is gebruik gemaakt van het panel van Survey Sampling International (SSI), Opinieland. Marijke van Ewijk van het Nibud is verantwoordelijk voor de eindredactie van het rapport. Het onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door Platform Wijzer in geldzaken. Zowel Platform Wijzer in Geldzaken als het Nibud streven ernaar dat huishoudens inzicht in en grip op hun financiële situatie krijgen en houden. Dit onderzoek wil hieraan een bijdrage leveren.
Utrecht, december 2011
3 / Bindingstechnieken
Inhoud
1
INLEIDING .................................................................................. 5
2 2.1 2.2
LITERATUURSTUDIE ................................................................. 6 De rationele keuzetheorie ............................................................ 6 Voorbeelden van bindingstechnieken ........................................... 6
2.2.1 2.2.2
Zelfbinding ....................................................................................................... 7 Binding door anderen ....................................................................................... 8
2.3
Alternatieve bindingstechnieken ................................................... 8
3 3.1
ONDERZOEKSRESULTATEN .................................................. 10 Achtergrondkenmerken .............................................................. 10
3.2
Koopgedrag ............................................................................... 12
3.2.1
Toegeven aan de verleiding ........................................................................... 12
3.2.2
Korte versus lange termijn ............................................................................. 15
3.3
Bindingstechnieken .................................................................... 16
3.3.1 3.3.2
Mental accounting .......................................................................................... 16 Sparen ........................................................................................................... 17
3.3.3 3.3.4
Overzicht ....................................................................................................... 18 Overige bindingstechnieken ........................................................................... 21
4
TIPS AAN ELKAAR .................................................................. 23
5 5.1
CONCLUSIES EN SAMENVATTING ......................................... 26 Vervolgacties en aanbevelingen ................................................ 27
Bindingstechnieken / 4
1
Inleiding
Als de Griekse held Odysseus na de Trojaanse oorlog wil terugkeren naar zijn eiland Ithaka, moet hij langs het eiland van de Sirenen. Echter, deze halfgodinnen zingen zulke mooie liederen, dat iedere schipper in de verleiding wordt gebracht om hier naartoe te varen, waardoor vele schepen op de klippen zijn gelopen. Daarom laat Odysseus zichzelf vastbinden aan de mast, zodat hij wel de gezangen hoort, maar niet naar de Sirenen toe kan varen. Zo komt hij ongeschonden voorbij het eiland. Ook in onze tijd worden we regelmatig blootgesteld aan verleidingen die we beter kunnen weerstaan. Het kopen van (luxe)artikelen waar we eigenlijk geen geld voor hebben, is hier een belangrijk voorbeeld van. Het wordt ons dan ook wel erg gemakkelijk gemaakt: een mooie aanbieding, een paar muisklikken, betalen met de creditcard en de koop is rond. Maar als er structureel meer geld wordt uitgegeven dan er binnen komt, ontstaat er een groot probleem. Ieder weldenkend mens weet dat. Toch raken steeds meer mensen in de schulden. Waarom is het toch zo moeilijk om de verleidingen te weerstaan? En welke methoden bestaan er om onszelf „vast te binden aan de mast‟ zodat we schulden kunnen voorkomen? Daarover gaat dit onderzoek.
Leeswijzer Dit onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op de theorie achter bindingstechnieken (Waarom zijn bindingstechnieken nodig? Welke bindingstechnieken zijn er in de literatuur bekend?). Hoofdstuk 3 geeft de resultaten van een panelonderzoek, waarin we mensen hebben gevraagd naar hun financieel gedrag en (voor zover aanwezig) de bindingstechnieken waar zij gebruik van maken. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gegeven van de reacties die wij ontvingen op onze oproep op Nibud.nl en LinkedIn aan consumenten om hun persoonlijke „bindingstip‟ in te sturen. Het geheel wordt afgesloten met conclusies.
5 / Bindingstechnieken
2
Literatuurstudie 2.1
De rationele keuzetheorie
In verschillende takken van wetenschap (economie, sociologie, politicologie, psychologie) wordt uitgegaan van de rationele keuzetheorie (Tiemeijer, Thomas en Prast, 2009, p.25). Deze theorie is gebaseerd op een aantal aannames, waarvan de belangrijkste is dat de mens een rationeel wezen is en daar ook naar handelt. Dit zou ook, en misschien wel juist, gelden voor beslissingen op het financiële vlak. Mensen streven immers naar maximalisatie van de (eigen) opbrengsten en zullen dit als leidraad gebruiken bij hun overwegingen. Daarbij zullen zij optimaal gebruik maken van alle beschikbare informatie en speelt emotie geen rol. Ook de traditionele „life-cycle‟ theorieën, waaronder het levenscyclusmodel van Modigliani en Brumberg (1954), gaat uit van de rationele mens. Volgens deze theorie wordt het financieel gedrag van mensen voornamelijk bepaald door het inkomen: consumptie is slechts afhankelijk van het geld dat mensen ter beschikking hebben. Omdat deze theorie onvoldoende werd onderbouwd door empirische bevindingen, introduceerden Shefrin en Thaler in 1988 hun „behavioral life-cycle hypothesis‟. Volgens deze theorie worden financiële beslissingen niet alleen bepaald door de beschikbare hoeveelheid geld, maar vooral ook door de wijze waarop dit geld beheerd wordt. Hierbij hebben individuen een bepaalde mate van zelfcontrole nodig; zij moeten moeite doen om hun uitgaven te beheersen. Dit is nodig omdat individuen vaak te maken hebben met een intern conflict tussen enerzijds de doener, die streeft naar bevrediging op de korte termijn en anderzijds de planner, die meer oog heeft voor de belangen op de lange termijn. “Individuals are assumed to behave as if they have two sets of coexisting and mutualy inconsistent preferences: one concerned with the long run, and the other with the short run. We refer to the former as the planner and the latter as the doer.” (Shefrin en Thaler, 1988).
Om te voorkomen dat de doener het (te vaak) wint van de planner, is de nodige wilskracht vereist. Wilskracht is echter niet onuitputtelijk, waardoor mensen uiteindelijk toch toe gaan geven aan hun (doener)impulsen. Een mogelijke oplossing voor dit probleem is het gebruik van (zelf)bindingstechnieken: methoden die mensen in het dagelijks leven toepassen om zo de verleidingen op korte termijn te kunnen weerstaan.
2.2
Voorbeelden van bindingstechnieken
Wanneer we het hebben over zelfbinding kan een onderscheid worden gemaakt in bindingstechnieken die mensen zichzelf opleggen en technieken die mensen zichzelf laten opleggen. Zelfbinding impliceert dat er sprake is van een vorm van keuzevrijheid, namelijk
Bindingstechnieken / 6
de keuze om al dan niet van de bindingstechnieken gebruik te maken. Thaler en Sunstein spreken in dit verband van libertair paternalisme: “Naar ons oordeel is een beleid „paternalistisch‟ als het probeert keuzes zodanig te beïnvloeden dat keuzemakers naar hun eigen oordeel, beter af zijn.” (Thaler en Sunstein, 2009, p. 13).
Zelfbinding bestaat dus bij de gratie van keuzevrijheid en zal in dit onderzoek alleen in die vorm aan bod komen.
2.2.1
Zelfbinding
In de literatuur zijn (nog) niet zo veel voorbeelden terug te vinden van zelfbindingstechnieken. De belangrijkste methoden die worden genoemd zijn „mental accounting‟, ‟counteractive self-control‟ en „dosering‟. Volgens het hierboven aangehaalde onderzoek van Shefrin en Thaler kan een mogelijke oplossing voor het conflict tussen de doener en de planner worden gevonden in een techniek die zij mental accounting noemen. Deze techniek was heel gebruikelijk in de jaren ‟50, toen veel mensen hun geld verdeelde over verschillende enveloppen of potten. Een dergelijke methode kan ook „in het hoofd‟ uitgevoerd worden. Door geld toe te wijzen aan aparte mentale rekeningen, wordt het moeilijker om geld uit te geven aan andere zaken dan waarvoor de mentale rekening bedoeld is. Deze methode kan op verschillende manieren worden toegepast, variërend van flexibel tot zeer streng. In de strenge variant worden de verschillende (mentale) rekeningen strikt gedefinieerd, en is er weinig tot geen ruimte om het geld van de ene naar de andere rekening over te hevelen en is de periode waarover gebudgetteerd wordt korter. Hoe strenger de methode wordt toegepast, hoe sterker het „bindingseffect‟. Of mensen nu wel of geen gebruik maken van mental accounting: het blijft moeilijk om verleidingen te weerstaan. Daarom ondernemen mensen „tegenacties‟ waarmee zij kunnen voorkomen dat de verleidingen op korte termijn het winnen van de resultaten op de lange termijn. Dergelijke acties worden counteractive self-control genoemd (Fischbach en Trope, 2000). Zo kunnen individuen zichzelf straffen wanneer zij hun lange-termijndoel niet bereiken en zichzelf belonen wanneer zij zich gedragen in overeenstemming met de lange termijn doelen. Een voorbeeld van dit laatste is een lekkere (duurdere) traktatie als er aan het eind van maand geld over is op het budget voor voeding. Al met al vergt het uitoefenen van zelfcontrole heel wat energie. Om dit vol te kunnen houden, zouden mensen af en toe toch toe moeten kunnen geven aan verleidingen. Het gepland toegeven aan verleidingen om zelfcontrole op langere termijn vol te houden, wordt dosering genoemd (Louro, Zeelenberg & Pieters, 2007). Ook dit kan als een bindingstechniek worden beschouwd.
7 / Bindingstechnieken
2.2.2
Binding door anderen
In de vorige paragraaf is aangegeven hoe mensen het interne conflict tussen de planner en doener kunnen oplossen door verschillende zelfbindingstechnieken te hanteren. Tevens is duidelijk geworden dat zelfbinding nogal wat wilskracht vereist. Wellicht iets gemakkelijker is het om gebruik te maken van bindingstechnieken die „van bovenaf‟ worden opgelegd. Hierbij moet niet gedacht worden aan dwingende regels, maar aan mogelijkheden die overheden (of particuliere instellingen) aanbieden om bepaald gedrag in de goede richting te sturen. Mensen moeten vervolgens zelf beslissen of zij van deze mogelijkheden gebruik willen maken. Prast (2011) noemt verschillende methoden die overheden, werkgevers of pensioenfondsen kunnen hanteren om mensen aan te zetten tot (pensioen)sparen. Bijvoorbeeld door een aanvullend werknemerspensioen tot standaard te maken. Willen mensen dit niet, dan kunnen zij bezwaar aantekenen. Iets minder ver gaat het om werknemers te verplichten om een actieve keuze te maken over het al dan niet deelnemen aan een aanvullende pensioenregeling. Mensen komen dan vaker tot een weloverwogen beslissing dan als „niets doen‟ de standaard is, omdat zij op deze manier gedwongen worden grondig over hun keuze na te denken. Een andere mogelijkheid die wordt genoemd, is het programma Save More Tomorrow (Thaler en Sunstein, 2009, p. 119), waarbij werknemers een contract krijgen aangeboden dat er in voorziet dat zij in de toekomst meer gaan sparen voor hun pensioen. Ook kunnen werknemers hun werkgever machtigen om hun vakantiegeld of dertiende maand direct naar een spaarrekening over te maken. Commerciële instellingen zoals banken, kunnen hun klanten een soortgelijk zelfbindingscontract aanbieden. De klant spreekt bijvoorbeeld af dat hij in de toekomst meer zal gaan inleggen op zijn spaarrekening of dat vanaf volgend jaar zijn vakantiegeld of eindejaarsuitkering automatisch kan worden overgeboekt naar zijn spaarrekening, of naar de aflossing van zijn hypotheek of consumptief krediet. (Prast, 2011) Andere mogelijkheden die banken aan zouden kunnen bieden zijn: een rekening zonder pinpas of een pinpas met zelfrantsoenering. En als mensen hun (debet)rente cash moeten afrekenen, zullen zij zich bij een volgende keer rood staan wel twee keer bedenken.
2.3
Alternatieve bindingstechnieken
In paragraaf 1.1 is betoogd dat mensen niet altijd rationele financiële keuzes maken. Behalve een persoonlijk probleem, is dit ook een maatschappelijk probleem. Geen enkele samenleving is gebaat bij een te grote schuldenlast (Geuns e.a. 2011). Overheden zullen daarom proberen mensen zo te sturen dat zij verantwoord met geld zullen omgaan. Dit doen zij vooral door in te zetten op informatieverstrekking en educatie. Dit alleen is echter niet voldoende om gedrag te sturen, want dergelijke informatie en educatie refereert ook weer
Bindingstechnieken / 8
aan de ratio en minder aan de niet-rationele determinanten van gedrag, zoals gebrek aan wilskracht of de rol van emoties. Bovendien hebben informatie en communicatie vooral invloed op de intentie en veel minder op gedrag (Prast, 2011). Prast pleit daarom voor een beleid dat gebruik maakt van de gevoeligheid voor niet-rationele prikkels. Voorbeelden hiervan zijn het (hierboven al genoemde) aanpassen van de standaard of de mogelijkheid om in de toekomst automatisch meer te gaan sparen. De constatering dat informatieverstrekking vooral invloed heeft op intentie en minder op gedrag, kan ook naar een andere oplossingsrichting leiden. De vraag die dan gesteld moet worden is: hoe kunnen goede voornemens (intenties) worden omgezet in de benodigde acties (gedrag). Het onderzoek van de Raad voor werk en inkomen naar zelfsturing (Het heft in eigen hand, november 2010), verwijst in dit verband naar Gollwitzer, die stelt dat mensen die hun doelintenties aanvullen met implementatie-intenties de kans vergroten dat zij hun intenties ook daadwerkelijk omzetten in gedrag. Implementatie-intenties (ook wel „als-dan‟plannen genoemd) “koppelen het uitvoeren van het gedrag aan een tijd en plaats, zodat op het moment zelf niet meer nagedacht en besloten hoeft te worden. Het gedrag wordt als het ware geautomatiseerd.” (Hoofd e.a., p. 37). De theorie is inmiddels door empirisch onderzoek bevestigd: studenten met implementatieintenties leveren een schrijfopdracht meer dan drie keer zo vaak op tijd in dan studenten zonder implementatie-intenties, en deelname aan intensieve sportactiviteiten verdubbelt na het maken van implementatie-intenties. Ook als het gaat om het beheersen van de uitgaven kunnen „als-dan‟-plannen effectief zijn. Hebben mensen eenmaal de intentie om niet toe te geven aan verleidingen, dan kunnen zij hier een concrete actie aan koppelen als „wanneer ik ga winkelen, mag ik alleen kopen wat ik echt nodig heb‟ of „als ik een impulsaankoop wil doen, las ik een bedenkperiode van drie dagen in. Als ik het daarna nog steeds wil hebben, mag ik het kopen.‟ Ook dit zijn zelfbindingstechnieken.
9 / Bindingstechnieken
3
Onderzoeksresultaten
Om meer zicht te krijgen op de vraag hoe mensen in de dagelijkse praktijk omgaan met de verleidingen om (te veel) geld uit te geven, heeft het Nibud een enquête uitgezet onder leden van het panel van Survey Sampling International, Opinieland. In totaal hebben 2272 personen de complete vragenlijst ingevuld. In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd.
3.1
Achtergrondkenmerken
De dataset van het onderzoek is zodanig gewogen, dat de resultaten nationaal representatief zijn op geslacht, leeftijd en opleiding. Hierdoor is de verdeling tussen mannen en vrouwen precies 50 – 50. In tabel 1 is de leeftijdsverdeling weergegeven.
Tabel 1: Leeftijdsverdeling (N = 2272) Percentage 18 – 24 jaar
12
25 – 34 jaar
21
35 – 44 jaar
22
45 – 54 jaar
20
55 – 64 jaar
14
65 – 74 jaar
11
In dit rapport wordt bij een aantal vragen inzichtelijk gemaakt of en in hoeverre het opleidingsniveau een bepalende factor is geweest voor het gegeven antwoord. Tabel 2 geeft het opleidingsniveau van de respondenten weer. Er zijn drie opleidingsniveaus: laag, middelbaar en hoog. Laagopgeleiden zijn respondenten met een opleiding op maximaal vmbo/lbo/mavo-niveau, middelbaar opgeleid is gelijk aan havo/vwo of mbo en hoogopgeleiden hebben een afgeronde hbo- of universitaire opleiding.
Tabel 2: Opleidingsniveau (N = 2272) Percentage Laag
34
Middel
42
Hoog
24
Van de respondenten is 27 procent alleenstaand, 6 procent is alleenstaande ouder, 29 procent woont samen met een partner en 33 procent met partner en kinderen. De overige 5 procent heeft een andere woonvorm, bijvoorbeeld in wonend bij de ouders of
Bindingstechnieken / 10
met andere familieleden. Een enkele respondent woont in een studentenhuis of heeft een latrelatie. De wijze waarop respondenten met geld omgaan, hangt mogelijk samen met hun financiële situatie. Daarom is de respondenten gevraagd naar de hoogte van hun inkomen. Tabel 3 geeft de inkomensverdeling weer. Het gaat hierbij om het netto inkomen van de respondent zelf. Naar het inkomen van de partner is apart gevraagd.
Tabel 3: Inkomensverdeling (N = 2272) Netto inkomen per maand
Percentage
Geen eigen inkomen
6
Minder dan € 1500
40
€ 1500 - € 3000
30
Meer dan € 3000
3
Weet ik niet
3
Wil ik niet zeggen
17
Aan de respondenten die samenwonen, is ook het inkomen van de partner gevraagd. Deze cijfers zijn min of meer gelijk aan de eigen inkomsten: 37 procent heeft een netto inkomen tot 1500 euro en 27 procent verdient tussen de 1500 en 3000 euro per maand. Het percentage dat het antwoord niet weet, of niet wil opgeven, ligt hier iets hoger, namelijk op 25 procent. Als laatste nemen we als kenmerk mee in hoeverre mensen kunnen rondkomen.
Tabel 4: Hoe goed kan uw huishouden maandelijks rondkomen? (N = 2272) Percentage Zeer moeilijk
5
Moeilijk
9
Eerder moeilijk dan gemakkelijk
30
Eerder gemakkelijk dan moeilijk
30
Gemakkelijk
20
Zeer gemakkelijk
7
Opvallend is dat 44 procent van de respondenten aangeeft moeilijk tot zeer moeilijk te kunnen rondkomen. Zoals te verwachten speelt inkomen hierbij een belangrijke rol: hoe hoger het inkomen van de respondent, hoe gemakkelijker hij kan rondkomen. Omdat er twaalf inkomenscategorieën zijn, en zes gradaties met betrekking tot rondkomen, is deze relatie in werkelijkheid iets genuanceerder dan hierboven beschreven. Bovendien is hier alleen naar het inkomen van de respondent zelf gekeken, het inkomen van de eventuele partner is niet meegenomen. De trend (hoger inkomen = gemakkelijker rondkomen) is echter duidelijk zichtbaar. Het omslagpunt ligt ongeveer bij 2000 euro
11 / Bindingstechnieken
netto per maand. Van de respondenten met een netto-inkomen van 2000 euro of meer, komen er meer gemakkelijk rond dan gemiddeld.
3.2
Koopgedrag
Om te bekijken of en in hoeverre mensen in het dagelijks leven van bindingstechnieken gebruik (zouden moeten) maken, hebben we in dit onderzoek ook het koopgedrag van de respondenten onder de loep genomen. Onderzocht is hoe zij met hun geld omgaan en in hoeverre zij zichzelf daarbij aan banden leggen.
3.2.1
Toegeven aan de verleiding
Aan de respondenten is een aantal stellingen voorgelegd over hun koopgedrag. De resultaten zijn weergegeven in onderstaande tabel. De kolommen „eens‟ en „oneens‟ tellen niet op tot 100 procent, omdat het ook mogelijk was te kiezen voor „weet ik niet/ niet van toepassing‟. Deze categorie is niet in de tabel opgenomen.
Tabel 5: Zijn onderstaande stellingen wel of niet op u van toepassing? (N =2272) percentage Eens
Oneens
Ik koop vaak spullen die ik eigenlijk niet nodig heb
24
68
Als ik boodschappen doe, haal ik alleen die artikelen die ik echt nodig heb
68
25
Internetsites met voor mij aantrekkelijke aanbiedingen, kan ik beter vermijden
33
57
Bijna een kwart van de respondenten koopt vaak spullen die zij eigenlijk niet nodig hebben. Ook haalt een kwart van de respondenten meer boodschappen in huis dan strikt noodzakelijk. Een derde van de respondenten zegt bovendien dat zij internetsites met aantrekkelijke aanbiedingen beter kunnen vermijden, zodat zij niet in de verleiding komen om deze producten te kopen. Vooral respondenten die moeilijk kunnen rondkomen, waren het met deze stelling eens; respondenten die (zeer) gemakkelijk kunnen rondkomen, waren het er juist significant minder vaak mee eens. Voor hen is het toegeven aan verleidingen uiteraard ook minder problematisch. Respondenten jonger dan 25 jaar en laagopgeleiden geven vaker dan gemiddeld aan dat zij internetsites met aantrekkelijke aanbiedingen beter kunnen vermijden. Hoog opgeleiden en respondenten vanaf 55 jaar kunnen verleidingen blijkbaar gemakkelijker weerstaan; zij zijn het minder vaak met de stelling eens. Respondenten jonger dan 35 jaar kopen vaker dan gemiddeld spullen die zij eigenlijk niet nodig hebben; respondenten ouder dan 55 jaar doen dit juist minder vaak. Ook opleiding speelt een rol. Laagopgeleiden waren het vaker oneens met de stelling, terwijl hoogopgeleiden het er juist minder vaak mee oneens waren. Met andere woorden, de hoger opgeleiden lijken vaker spullen te kopen die zij eigenlijk niet nodig hebben.
Bindingstechnieken / 12
Ondanks dat 24 procent van de respondenten wel eens spullen koopt die ze eigenlijk niet nodig hebben, denkt ongeveer vier op de vijf respondenten vóór de aanschaf van een product goed na: kan ik het elders goedkoper krijger (80 procent), waar moet het product aan voldoen (79 procent) en heb ik hier wel voldoende geld voor (82 procent). En 71 procent vergelijkt prijzen in verschillende winkels en op internet, voordat tot de koop wordt overgegaan.
Tabel 6: Zijn onderstaande stellingen wel of niet op u van toepassing? (N =2272) percentage
Eens
Oneens
Ik let altijd op of ik wat ik wil kopen, in de aanbieding kan krijgen
80
14
Ik kijk altijd wat een product in een andere winkel of op internet kost, voordat ik het koop
71
21
Ik bedenk altijd waar een product aan moet voldoen, voordat ik het koop
79
14
Ik reken altijd uit of ik voldoende geld heb, voordat ik iets koop
82
10
Respondenten jonger 34 jaar letten minder dan gemiddeld op aanbiedingen , bedenken minder vaak van tevoren waar een product aan moet voldoen en rekenen minder vaak uit of zij voldoende geld hebben voordat zij iets kopen. Respondenten ouder dan 45 jaar bedenken juist vaker van tevoren waar het product aan moet voldoen en of er voldoende geld voor is. Laagopgeleiden denken vóór de aankoop van een product minder na waar dit product aan moet voldoen. Vrouwen letten vaker op aanbiedingen dan mannen en zij rekenen ook vaker dan mannen uit of er voldoende geld voor een aankoop is. Op de vraag „heeft u wel eens spijt van een aankoop, die u van tevoren niet had gepland?‟, antwoordt één op de drie respondenten ontkennend. Bijna de helft doet af en toe wel eens een miskoop, terwijl vijf procent regelmatig spijt heeft. Van de respondenten doet 14 procent nooit aankopen die van tevoren niet gepland zijn. Respondenten in de leeftijd van 18 tot 35 jaar hebben vaker dan gemiddeld regelmatig spijt van een aankoop, terwijl ouderen vanaf 65 jaar juist vaker (bijna) nooit spijt hebben. Ook mannen hebben vaker nooit spijt. Bovendien zeggen zij vaker dat zij nooit ongeplande aankopen doen.
13 / Bindingstechnieken
Figuur 1: Heeft u weleens spijt van een aankoop die u van tevoren niet had gepland? (N =2272)
Meer dan de helft van de respondenten doet dus weleens aankopen waarvan zij achteraf spijt hebben. Drie kwart van deze respondenten vindt dat wel vervelend, maar gaat daar achteraf niet over piekeren. Tien procent heeft er sowieso geen problemen mee, maar 14 procent kan juist erg met de ongewenste aankopen zitten. Zoals te verwachten, hebben de respondenten die gemakkelijk kunnen rondkomen, minder vaak spijt van een aankoop dan respondenten die moeilijk rondkomen en is het juist deze laatste groep die erg met de ongeplande uitgave in de maag kan zitten. Aan de respondenten is ook gevraagd wat zij doen om een volgende miskoop te voorkomen. Zes procent doet niets; de overige respondenten willen vooral goed opletten, goed nadenken, argumenten voor en tegen afwegen of de koop nog even uitstellen. Vooral deze laatste oplossing blijkt goed te kunnen werken. Een respondent gaf aan: „Ik ga de winkel uit en kom later nog eens terug. Meestal koop ik het dan niet‟. Deze bindingstechniek is relatief eenvoudig in te zetten . Een mogelijkheid die hiermee vergelijkbaar is, is „vragen of ik het mag ruilen‟. Nadeel hiervan is dat er een actie is vereist om weer van de aankoop af te komen. Het kopen van artikelen die je eigenlijk niet nodig hebt, hoeft nog niet direct een probleem op te leveren. Het wordt ernstiger als mensen producten kopen waar zij eigenlijk geen geld voor hebben. Een kwart van de respondenten doet dit wel eens; drie procent van de respondenten doet dit zelfs regelmatig. Vooral respondenten die moeilijk kunnen rondkomen, kopen producten waar eigenlijk geen geld voor is.
Bindingstechnieken / 14
Figuur 2: Koopt u wel eens producten waar u eigenlijk geen geld voor heeft? (N =2272)
Van alle respondenten die wel eens aankopen doen waar eigenlijk geen geld voor is, geeft 30 procent aan hier helemaal geen problemen mee te hebben. De helft vindt het weliswaar vervelend, maar gaat er niet over piekeren en bijna één op de vijf kan er erg mee zitten. Respondenten die (zeer) moeilijk rondkomen geven vaker dan gemiddeld aan dat zij erg kunnen zitten met een aankoop waar eigenlijk geen geld voor is. Opvallend genoeg, geldt dit ook voor de respondenten die juist zeer gemakkelijk rondkomen. Ook hier is de beste remedie om voortaan eerst goed na te denken of de aankoop zo mogelijk uit te stellen of terug te brengen.
3.2.2
Korte versus lange termijn
Of mensen al dan niet gemakkelijk toegeven aan verleidingen, wordt voor een deel ook bepaald door de manier waarop zij in het leven staan, of zij vooral de korte termijn of de lange termijn belangrijk vinden en hoe zij tot besluiten komen . Hierover zijn vier stellingen aan de respondenten voorgelegd, die zijn weergeven in tabel 7.
Tabel 7: Zijn onderstaande stellingen wel of niet op u van toepassing? (N =2272) percentage Eens
Oneens
Ik spaar altijd wanneer ik iets wil kopen dat ik niet meteen kan betalen
75
15
Ik richt mij alleen op de korte termijn, de toekomst wijst zich zelf wel uit
45
45
Ik leef meer voor de dag van vandaag dan voor de dag van morgen
41
50
Gemakt speelt een belangrijke rol bij mijn gedrag en besluiten
51
37
15 / Bindingstechnieken
Drie kwart van de respondenten is het eens met de stelling „ik spaar altijd wanneer ik iets wil kopen wat ik niet kan betalen‟. Respondenten die (zeer) moeilijk kunnen rondkomen, zijn het minder vaak met deze stelling eens. Toch blijkt dat 41 tot 45 procent meer gericht is op de korte dan op de lange termijn en dat meer dan de helft gemak een belangrijke rol laat spelen bij het nemen van beslissingen. Over het algemeen lijken mensen die moeilijk rond kunnen komen, zich meer op de korte termijn te richten dan de respondenten die gemakkelijk kunnen rondkomen. Voor deze laatste groep speelt gemak juist een grotere rol. 45 procent van de respondenten is het niet eens met de stelling „ik richt mij alleen op de korte termijn, de toekomst wijst zich zelf wel uit‟. Deze respondenten hebben vaker dan gemiddeld (bijna) nooit spijt van een aankoop. Hieruit zou afgeleid kunnen worden dat een lange termijn visie tot minder spijt leidt. Met andere woorden: door mensen consequent te herinneren aan hun lange termijn doelen, zouden spijtaankopen wellicht voorkomen kunnen worden.
3.3
Bindingstechnieken
Aankopen doen die van tevoren niet zijn gepland of waar eigenlijk geen geld voor is, kan achteraf een gevoel van spijt geven. Behalve het product terugbrengen naar de winkel (voor zover dat mogelijk is) of je voornemen een volgende keer wel twee keer na te denken, zijn er ook andere methoden om niet toe te geven aan de verleiding.
3.3.1
Mental accounting
In hoofdstuk 2 is al dieper ingegaan op het idee van mental accounting: het beschikbare budget wordt maandelijks toegewezen aan aparte rekeningen, die bedoeld zijn voor verschillende soorten uitgaven, zoals voeding, kleding, etc. Een dergelijke methode wordt nog veelvuldig toegepast: 30 procent van de respondenten doet aan mental accounting, in die zin dat zij in hun hoofd hebben hoeveel er maandelijks aan verschillende soorten kosten uit kan worden gegeven. Daarnaast heeft 13 procent daadwerkelijk verschillende rekeningen voor verschillende soorten uitgaven en nog eens 13 procent heeft een rekening voor de vaste lasten en een voor de huishoudelijke uitgaven.
Bindingstechnieken / 16
Tabel 8: Legt u maandelijks een vast bedrag opzij voor verschillende soorten uitgaven, zoals voeding, kleding, woonlasten, etc? (N =2272) Percentage Ja, ik heb daar verschillende rekeningen voor
13
Ja, ik heb een rekening voor de vaste lasten en een voor de huishoudelijke uitgaven
13
Ja, ik heb in mijn hoofd hoeveel ik maandelijks aan verschillende soorten uitgaven uit kan geven
30
Nee, ik koop wat ik op dat moment nodig heb, zonder rekening te houden met verschillende soorten uitgaven
44
Bij elkaar genomen heeft dus meer dan de helft van de respondenten verschillende potjes (mentaal of fysiek) voor verschillende uitgaven: 44 procent van de respondenten heeft dit niet. Deze laatste groep bestaat vooral uit respondenten die makkelijk of zeer gemakkelijk rondkomen. Respectievelijk 50 procent en 62 procent van hen antwoordt ontkennend op de vraag of zij een vast bedrag voor verschillende uitgaven opzij leggen.
3.3.2
Sparen
Automatisch geld overmaken naar je spaarrekening is ook een vorm van binding. Ook kun je verschillende spaardoelen hebben. Daarom is de vraag gesteld of mensen naast hun betaalrekening ook één of meer spaarrekeningen hebben. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen respondenten met en zonder partner. Van de respondenten met partner, heeft 32 procent een eigen spaarrekening en 40 procent een gezamenlijke spaarrekening. Soms is er sprake van meerdere spaarrekeningen: 11 procent heeft meerdere eigen spaarrekeningen en 17 procent heeft meerdere gezamenlijke spaarrekeningen. Op deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk, dus de respondenten met een eigen rekening kunnen dezelfde personen zijn als de respondenten met een gezamenlijke rekening. Van de respondenten zonder partner heeft de helft een spaarrekening en 20 procent heeft meerdere spaarrekeningen. De meest genoemde reden om meerdere spaarrekeningen te hebben is , dat de respondenten ze gebruiken voor verschillende spaardoelen. Ook werd onderscheid gemaakt tussen de korte en de lange termijn, tussen leuke en serieuze uitgaven of tussen specifieke uitgaven (bijv. een vakantie) en onverwachte uitgaven. In feite zijn deze opsplitsingen tussen diverse soorten kosten ook een vorm van mental accouting, zoals behandeld in paragraaf 3.3.1. Andere redenen om meerdere spaarrekeningen te hebben zijn onder meer: -
risicospreiding (verschillende rekeningen bij verschillende banken) ; een andere rekening geopend vanwege de hogere rente;
17 / Bindingstechnieken
-
één rekening waar het geld vast staat en een waar het vrij opneembaar is;
-
een „gewone‟ spaarrekening en een voor het spaarloon ; uit gemakzucht;
-
het is zo gegroeid;
-
aparte spaarrekeningen voor de kinderen.
Het merendeel van de respondenten spaart. Toch geeft 12 procent van de mensen met een partner en een op de vijf alleenstaanden aan helemaal niets te sparen. Voor alle respondenten betekent dit dat 15 procent niet spaart. Daarnaast spaart 22 procent van de samenwonenden en 25 procent van de alleenstaanden alleen als er geld overblijft. Van de alleenstaanden die sparen, spaart 18 procent een vast bedrag per maand. Van de respondenten die samenwonen spaart één op de drie maandelijks een vast bedrag, ofwel gezamenlijk of één van de partners apart. Van alle respondenten spaart een kwart een vast bedrag per maand. De meeste vaste spaarders laten het geld automatisch overschrijven van de betaal- naar de spaarrekening. Dit geldt voor 83 procent van de samenwoners en 85 procent van de alleenstaanden. Van het totaal aantal respondenten is dit 84 procent. Veelal kiest men hiervoor uit oogpunt van gemak, maar het kan toch ook gezien worden als een stok achter de deur. Het geld dat automatisch naar de spaarrekening wordt overgemaakt, kan in ieder geval niet uitgegeven worden aan ongeplande of nietnoodzakelijke uitgaven. Automatisch sparen is dus een populaire en eenvoudige bindingstechniek.
3.3.3
Overzicht
Uit het voorafgaande is naar voren gekomen dat mental accounting een vaak gebruikte bindingstechniek is, waarbij het beschikbare budget wordt toegewezen aan verschillende (soorten) uitgaven. Deze techniek kan gebruikt worden als het gaat om de dagelijkse boodschappen, maar ook om verschillende spaardoelen uit elkaar te houden. Mental accounting is ook een manier om het overzicht te behouden. Het kan mensen helpen bij het plannen van hun uitgaven. Daarom is ook hierover een aantal vragen gesteld. Hoe gaan de respondenten om met hun (huishoudelijke) uitgaven? Weten zij precies wat er maandelijks uitgaat, plannen zij dit van te voren, weten zij in welke maanden er meer of juist minder inkomsten en uitgaven te verwachten zijn en hoe handelen zij als er iets duurs gekocht moet worden? In tabel 9 is weergegeven op welke manieren de respondenten hun uitgaven bijhouden.
Bindingstechnieken / 18
Tabel 9: Houdt u bij wat uw huishouden uitgeeft? Zo ja, op welke manier? (N = 2272) Meerdere antwoorden mogelijk Percentage Ik houd dit niet bij
30
In een kasboekje of een schrift
11
Via de computer (bijv. in Excel of een digitaal kasboek)
16
Via de site van mijn bank, zij hebben een online kasboek
5
Door het exact controleren van mijn afschrijvingen
16
Door af en toe mijn afschrijvingen te bekijken
20
In mijn hoofd
15
Anders
1
Bijna één op de drie respondenten houdt niet bij wat het huishouden uitgeeft. Eén op de vijf bekijkt af en toe de afschrijvingen, 16 procent houdt de afschrijvingen exact bij en 16 procent gebruikt hiervoor de computer. 15 procent gebruikt geen hulpmiddelen, maar houdt de uitgaven in het hoofd bij. Respondenten die moeilijk kunnen rondkomen, houden niet vaker hun uitgaven bij dan respondenten die makkelijker kunnen rondkomen. Alleen de respondenten die zeer gemakkelijk rond kunnen komen, houden hun uitgaven vaker niet bij. Ook blijkt dat respondenten die hun uitgaven niet bijhouden, minder vaak spijt hebben van hun aankopen. Waarschijnlijk gaat het hier vooral om de respondenten die zeer gemakkelijk rond kunnen komen. Juist om die reden, zullen spijtgevoelens vaak niet nodig zijn. Door de respondenten een aantal stellingen voor te leggen, kan meer inzicht worden verkregen in de wijze waarop zij met hun uitgaven omgaan. Bij deze stellingen kon men kiezen tussen de antwoordcategorieën „helemaal mee oneens‟, „meer oneens dan eens‟, „meer eens dan oneens‟ of „helemaal mee eens‟. De resultaten zijn weergegeven in figuur 1.
19 / Bindingstechnieken
Figuur 3: Zijn onderstaande stellingen wel of niet op u van toepassing? (N = 2272)
Hoewel drie kwart van de respondenten zegt altijd overzicht te hebben over zijn inkomsten en uitgaven, maakt slechts 42 procent daadwerkelijk een overzicht. Twee derde van de respondenten maakt altijd een boodschappenlijstje. Dit percentage komt overeen met het aantal respondenten dat aangeeft dat als zij boodschappen doen alleen halen wat zij nodig hebben (zie tabel 5). Bijna de helft (46 procent) van de respondenten plant elke maand wat er uitgegeven zal worden. Grote en dure aankopen worden voor het merendeel goed doordacht gedaan: 82 procent bekijkt eerst welke grote uitgaven nog meer op korte termijn worden verwacht en 87 procent kijkt eerst of de dure aankoop wel betaald kan worden. Zes procent is het met de laatste stelling niet eens. Dit hoeft niet direct te betekenen dat deze groep grote uitgaven doet zonder die te kunnen betalen. Het is evengoed mogelijk dat deze groep de financiën zo goed op orde heeft, dat het niet eens nodig is om vooraf te bekijken of de aankoop betaald kan worden. Een dergelijke conclusie wordt bevestigd als de antwoorden op de stellingen worden uitgesplitst naar de mate waarin de respondenten kunnen rondkomen. De respondenten die zeer gemakkelijk kunnen rondkomen, zijn het significant vaker oneens met de stellingen „ik plan elke maand wat ik uit ga geven‟ en „als ik iets duurs wil kopen, bekijk ik eerst of ik het kan betalen‟. Bovendien zijn zij het minder vaak eens met de stelling „als ik iets duurs wil kopen, bekijk ik eerst welke grote uitgaven ik op korte termijn nog meer verwacht‟. Uit deze antwoorden zou afgeleid kunnen worden dat financiële planning voor deze groep geen direct noodzaak is. Echter, ook de respondenten die (zeer) moeilijk rond kunnen komen, zijn het vaker helemaal oneens met de laatste twee stellingen. Bij hen lijkt iets anders te spelen ; zij missen vaker het overzicht. Zij zijn het vaker oneens met de stellingen „ik maak elke
Bindingstechnieken / 20
maand een overzicht van mijn uitgaven‟ en „ik heb altijd overzicht over mijn inkomsten en uitgaven‟. 3.3.4
Overige bindingstechnieken
Ten slotte is in de vragenlijst een aantal specifieke bindingstechnieken benoemd, met de vraag „zou u van deze mogelijkheden gebruik maken als u besluit dat u minder geld wil gaan uitgeven of extra wil gaan sparen‟. Hierbij konden de respondenten er vanuit gaan dat een en ander mogelijk zou worden gemaakt door andere partijen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 10 (de optie „weet ik niet‟ is niet in de tabel opgenomen).
Tabel 10: Welke van onderstaande opties zouden volgens u een goede methode zijn als u besluit dat u minder geld wil gaan uitgeven of extra wil gaan sparen? (In percentages)
Overwegen
Niet gebruiken
10
19
50
7
16
54
23
18
23
7
11
45
Een sms-bericht ontvangen als u meer pint dan een bepaald bedrag per week
12
22
42
Automatisch meer sparen in de toekomst
22
36
22
Uw saldo zien voordat u pint
35
28
21
Sparen met vaste afspraken
7
15
58
11
23
48
Methode Extra rekening zonder pinpas Loon iedere twee weken ipv per maand Verplicht aflossen hypotheek Rente van leningen contant betalen
Een pinpas waarop u kan bepalen hoeveel u per week kunt pinnen
Toepassen
De methode die de meeste respondenten zouden toepassen, is „uw saldo zien voordat u pint‟. Automatisch meer sparen in de toekomst (bijvoorbeeld bij iedere loonsverhoging) is voor veel respondenten het overwegen waard en het verplicht aflossen op de hypotheek scoort ook goed. Bij deze laatste methode is door een grote groep de mogelijkheid „weet ik niet‟ aangekruist, waarschijnlijk omdat niet iedereen een hypotheek heeft. Verder valt op dat vooral de methoden die direct gerelateerd zijn aan geld opnemen c.q. pinnen, als goede opties beschouwd worden. Naast „uw saldo zien voordat u pint‟, zijn „een sms-bericht ontvangen als u meer pint dan een bepaald bedrag per week‟, „een pinpas waarop u kan bepalen hoeveel u per week kunt pinnen‟ en „een extra rekening zonder pinpas‟ vaker positief beoordeeld dan de overige methoden, zoals tweewekelijks loon, contant betalen van rente en sparen met vaste afspraken. Voor zes van de negen methoden geldt dat respondenten die moeilijk rond kunnen komen, eerder (overwegen om) van de mogelijkheid gebruik te maken, dan 21 / Bindingstechnieken
respondenten die makkelijk rondkomen. Er is één uitzondering: het verplicht aflossen van de hypotheek. Respondenten die moeilijk kunnen rondkomen, zouden deze mogelijkheid minder vaak toepassen dan gemiddeld. Zij geven juist vaker aan dat zij deze optie niet zullen gebruiken. De opties „rente op een lening contant betalen‟ en „automatisch meer gaan sparen‟ leveren geen significante verschillen op tussen diegenen die moeilijk rondkomen en diegenen voor wie dit geen problemen oplevert. Ten slotte is bekeken in hoeverre leeftijd, opleiding en geslacht van invloed zijn o p het al dan niet toepassen van de genoemde methoden. De genoemde achtergrondvariabelen blijken bij alle opties een rol te spelen, behalve bij het verplicht aflossen op de hypotheek. Voor het overige zien we het volgende beeld:
Jongeren tot 35 jaar zullen alle genoemde opties vaker toepassen, met uitzondering van de rente over leningen contant betalen. Deze methode werd juist vaker gekozen door mensen van 55 jaar en ouder.
Hoger opgeleiden gaven vaker aan de methoden niet te zullen toepassen. Uitzonderingen zijn: automatisch meer sparen in de toekomst (opleiding speelt hier geen rol) en uw saldo zien voordat u pint (dat zouden hoger opgeleiden juist vaker toepassen).
Mannen zouden de volgende methoden vaker toepassen dan gemiddeld: Een extra rekening zonder pinpas, loon iedere twee weken en rente van leningen contant betalen. Verder gaven zijn vaker aan dat zij de mogelijkheid „een sms ontvangen als u meer pint dan een bepaald bedrag per week‟ niet zouden gebruiken. Vrouwen hebben een bovengemiddelde voorkeur voor: automatisch meer sparen in de toekomst en het saldo zien voordat u pint. De mogelijkheid van een pinpas waarop u zelf kan bepalen hoeveel u per week kunt pinnen werd door vrouwen minder vaak afgewezen dan door mannen. De mogelijkheid om te sparen met vaste afspraken werd door mannen en vrouwen niet anders gewaardeerd.
Bindingstechnieken / 22
4
Tips aan elkaar
Als start van dit onderzoek, hebben we een oproep geplaatst op nibud.nl en linked In. In het kader vindt u de oproep op nibud.nl, de strekking was „deel uw bindingstechniek, uw oplossing om minder geld uit te geven‟.
Knoop in je zakdoek, creditcard in de vriezer? 12 september 2011 Lang geleden, toen mensen nog katoenen zakdoeken gebruikten, kon zo‟n zakdoek ook dienst doen als geheugensteuntje: door een knoop in je zakdoek te leggen werd je er bij ieder gebruik aan herinnerd dat je bijvoorbeeld nog een brief moest posten of een pak melk moest kopen. Vandaag de dag gebruiken we voornamelijk papieren zakdoekjes, maar de noodzaak om alert te blijven bestaat nog steeds. En daarbij gaat het niet alleen om kleine klusjes, zoals hierboven beschreven. Zou het bijvoorbeeld niet fijn zijn om tijdens het winkelen een hulpmiddel te hebben dat ons af kan houden van impulsaankopen? Zodat we ons geld kunnen besteden aan datgene wat echt belangrijk is, variërend van de dagelijkse boodschappen tot die mooie laarzen, die al weken door je hoofd spoken. Of bestaat zo‟n hulpmiddel al? Wat doet u om te voorkomen dat uw geld wegvloeit naar aankopen die u eigenlijk niet eens nodig heeft? Uw pinpas thuislaten, uw creditcard invriezen (zodat u deze pas kunt gebruiken als de verleiding om iets te kopen alweer gezakt is) of kent u een andere „knoop in je zakdoek‟ die u eraan herinnert dat geld maar één keer uitgegeven kan worden? Het Nibud is benieuwd welke oplossingen hiervoor bedacht worden. Laat het ons weten via info[at]nibud.nl. Alvast bedankt voor uw reactie!
De twee meest genoemde tips, zijn mental accounting in de breedste zin en uitstellen van je aankoop. Mental accounting draait om het principe van het maken van potjes . We zien dat veel mensen dit niet alleen in hun hoofd doen, maar dit ook daadwerkelijk uitvoeren. Zij maken verschillende potjes voor verschillende uitgaven. Ook zijn er tips binnengekomen, die vooral zijn gericht op het houden van overzicht. Veel mensen geven aan dat zij door het hebben van overzicht, minder gaan uitgeven.
23 / Bindingstechnieken
Een andere manier is een aantal vragen die je jezelf stelt voordat je een aankoop doet. Deze vragen kun je afstemmen op je eigen situatie, afvragen waardoor jij wordt verleid is hierbij belangrijk. Toch zagen we veel gelijke vragen terug bij de respondenten. Dat zijn vragen als, 'waar wil ik het voor gebruiken', 'heb ik het echt nodig' en 'kan ik het betalen'. Ook de vraag 'is het ergens anders goedkoper' werd meerdere keren genoemd. Tot slot is er nog een categorie tips die gaan over jezelf niet blootstellen aan verleidingen. Eén van de respondenten geeft bijvoorbeeld aan minder impulsaankopen te doen door de nee/nee sticker op de brievenbus. Een paar losse tips die werden gegeven, willen we hier ook uitlichten. Dit omdat deze worden ondersteund door de literatuur. Zo blijkt uit de literatuur dat afspraken maken met mensen heel erg versterkend kan werken om je aan je doelen te houden. Een tip die daar bij aansluit, is overleg altijd met je partner voor je iets koopt. Misschien niet voor iedereen even praktisch, maar je kunt natuurlijk ook bedenken in welke gevallen je dat doet. Een andere tip is 'neem je pinpas niet mee als je voor iets anders naar de stad gaat dan voor boodschappen'. Deze sluit aan bij de tips van uitstellen, je moet dan terug naar de stad als je toch iets wil kopen. Dan heb je meteen een bedenkperiode. Uit de literatuur komt naar voren dat het stellen van concrete doelen helpt. Zeker als je deze zo vorm geeft dat je er acties aan koppelt. Je zegt dan niet 'Ik ga minder uitgeven, maar ik ga minder uitgeven, doordat ik nog maar één keer per week naar de stad ga voor boodschappen en dan maximaal drie winkels bezoek, waar ik één aankoop mag doen'. Eén reactie was het doel om zoveel mogelijk af te lossen op de hypotheek, wat inmiddels een ware sport was geworden voor de betreffende personen. Hieronder een aantal van de ingestuurde tips. Tips mental accounting Haal per maand een vast bedrag van de bank en deel dat door vier. Doe de bedragen in aparte enveloppen en geef iedere enveloppe een bestemming, zoals de boodschappen of benzinegeld. Zo weet je precies wat je kunt besteden. Maak als het loon wordt gestort, een lijstje van wat je nodig hebt die maand. Al het geld dat je niet nodig hebt, zet je dan meteen op de spaarrekening. Hoe meer geld er op een lopende rekening staat hoe meer je in de verleiding komt om wat te kopen. Tips uitstellen Als je iets leuks ziet, wacht dan drie dagen, als je het drie dagen later nog wil, dan kun je het alsnog kopen. Stel een bedenkperiode in, door zo'n vertraging in te bouwen kun je overhaaste beslissingen voorkomen. Overzicht houden Bindingstechnieken / 24
Betaal zoveel mogelijk aankopen elektronisch. Thuisgekomen schrijf ik in de agenda op wat die dag is gekocht. Het maakt heel inzichtelijk waar je geld blijft. Kassabonnen meenemen en bekijken. Het houdt je prijsbewust. Ga verleidingen uit de weg Sinds een half jaar hebben wij een nee-ja sticker op de brievenbus en het is een stuk rustiger zonder alle folders die per week in de bus vallen; van die winkels waarin ik geïnteresseerd ben krijg ik een nieuwsbrief en zo kom ik niet in de verleiding extra 'aanbiedingen' te kopen. Impulsaankopen kun je vermijden door winkels te negeren waar je niks te zoeken hebt. De oproep is ook gedaan op LinkedIn: Nibud-oproep: Wat is uw techniek om te voorkomen dat u geld uitgeeft aan aankopen die u niet nodig heeft? Pinpas thuislaten? Creditcard in de diepvries? We lezen het graag!
De antwoorden van de professionals en die van de consumenten overlappen elkaar voor een deel. Niet verwonderlijk, de professional is natuurlijk ook een consument. We hebben de zes leukste en meest praktische tips op een rij gezet: • •
Gewoon de vraag stellen, Heb ik het nodig? Nee, niet kopen! Zelf heb ik de app van mijn bank op mijn smartphone staan en kijk ik wanneer ik iets groots wil kopen altijd eerst even naar mijn saldo. Wanneer je i n een dergelijke app ook je maandbudget kwijt zou kunnen dan kom je al een heel eind.
•
•
Ik heb een klant gehad die mijn visitekaartje voor haar bankpas had zitten. Iedere keer als ze geld wilde uitgeven zag ze eerst mijn visitekaartje zitten en dit voorkwam bij haar dat ze teveel geld uitgaf. Toch is met cash betalen een hele goede oplossing. Psychologisch hersenonderzoek heeft uitgewezen dat als je met een pas betaal t, je hersenen geen pijnprikkels krijgen. Moet je met cash betalen, dan voel je dat letterlijk, en niet alleen in de portemonnee. Voor het overzicht zul je dan wel een kasboekje bij moeten houden, maar ook daar helpt een ander psychologisch inzicht je. De confrontatie, zoals het principe van punten diëten.
• •
Je af te vragen: "Hoeveel uur moet ik ervoor werken?" voor je het geld uitgeeft. Mochten mensen echt niet buiten hun pinpas kunnen? Dan een aparte rekening voor vaste lasten en een spaarrekening voor reserveringen. De rest van je inkomsten op een betaalrekening voor de dagelijkse uitgaven en met de bank afspreken dat je niet rood mag staan.
De gehele discussie is weergegeven op linkedIn (Nibud-group).
25 / Bindingstechnieken
5
Conclusies en samenvatting
Rondkomen is niet altijd even gemakkelijk. Voor vijf procent van de huishoudens is dit zelfs zeer moeilijk. Negen procent vindt het moeilijk en 30 procent bestempelt dit als „eerder moeilijk dan gemakkelijk‟. Mensen die moeilijk rond kunnen komen, zullen over het algemeen minder geld overhouden voor noodzakelijke of gewoon leuke artikelen. Dit kan op een zeker moment gaan wringen. Bovendien worden mensen dagelijks blootgesteld aan verleidingen, in winkels of op het internet. Net wat meer pinnen dan er op dat moment op de rekening staat, betalen met een creditcard of een lening afsluiten zijn dan wel erg aantrekkelijke opties. Maar wat gebeurt er daarna? Zijn mensen blij met hun aankoop? Of krijgen zij spijt? En zo ja, zijn er manieren op deze spijtgevoelens in de toekomst te voorkomen? Uit dit onderzoek blijkt dat bijna een kwart van de respondenten vaak spullen koopt die zij eigenlijk niet nodig hebben. Ook haalt een kwart van de respondenten meer boodschappen in huis dan strikt noodzakelijk. Een derde van de respondenten zegt bovendien dat zij internetsites met aantrekkelijke aanbiedingen beter kunnen vermijden, zodat zij niet in de verleiding komen om deze producten te kopen. Dit zijn vooral de respondenten die moeilijk rond kunnen komen. Ook blijkt dat bijna de helft van de respondenten wel eens spijt heeft van een aankoop die van tevoren niet was gepland, bij vijf procent gebeurt dit zelfs regelmatig. Een aankoop waar eigenlijk geen geld voor is, komt minder vaak voor. Toch doet een kwart van de respondenten dit af en toe en 3 procent doet dit regelmatig. Achteraf kunnen mensen hier erg mee zitten: 14 procent van de respondenten die ongeplande aankopen doen en 18 procent van de mensen die aankopen doen waar eigenlijk geen geld voor is, geven aan dit achteraf heel vervelend te vinden. Om dit onaangename gevoel een volgende keer te vermijden, proberen de meeste respondenten vooral eerst rustig en goed na te denken, bijvoorbeeld of het product wel echt noodzakelijk is. Uitstellen is ook een goede methode: niet direct kopen, maar even wachten en het product alleen aanschaffen als je het na die wachtperiode nog steeds wilt hebben. De optie „vragen of ik het product mag ruilen/ terugbrengen‟ is ook een aantal maal genoemd, maar hieraan is het gevaar verbonden dat het product wel gekocht maar niet teruggebracht wordt, zelfs in het geval dat de koper spijt heeft. De groep die het moeilijkst rond kan komen, heeft vaker spijt van een aankoop en kan daar bovendien erg mee zitten. Bovendien blijkt deze groep vaker het overzicht te missen over de inkomsten en uitgaven en richt zij zich bovengemiddeld vaak op de
Bindingstechnieken / 26
korte termijn. Los van de vraag wat hier de oorzaak en wat het gevolg is (dat kan uit de onderzoeksresultaten niet worden afgeleid), lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat juist de respondenten die moeite hebben met rondkomen, het meeste baat zullen hebben bij bindingtechnieken die hen kunnen helpen om minder geld uit te geven of extra te gaan sparen. Dit onderkennen zij zelf ook: op zes van de negen bindingstechnieken die in de vragenlijst aan de respondenten zijn voorgelegd, reageren mensen die moeilijk rond kunnen komen vaker dan gemiddeld met „zou ik zelf toepassen‟ of „zou ik overwegen‟. De respondenten die gemakkelijk rond kunnen komen, gaven juist vaker aan de methode niet te zullen gebruiken. Van de genoemde bindingstechnieken waren de respondenten het meest enthousiast over „uw saldo zien voordat u pint‟, „verplicht aflossen op de hypotheek‟ en „automatisch meer sparen in de toekomst‟. Hoewel deze laatste methode zeker zijn nut zal hebben, vraagt het weinig direct actie van diegenen die er gebruik van maken. Het speelt immers pas op de lange termijn. „Verplicht aflossen op de hypotheek‟ zullen de meeste mensen ook nu al doen. Bovendien was dit de enige methode die vooral zou worden toegepast door mensen die gemakkelijk kunnen rondkomen. Voor mensen die moeilijk rond kunnen komen, zal daarom vooral „uw saldo zien voordat u pint‟ een methode zijn die hun koopgedrag direct kan beïnvloeden. Ná de bovengenoemde methoden kozen de respondenten voor meer opties die op enige manier samenhangen met hun pingedrag, namelijk „een sms ontvangen als u meer pint dan een bepaald bedrag per week‟, „een pinpas waarop u kunt bepalen hoeveel u per week kunt pinnen‟ en „een extra rekening zonder pinpas‟. Betalen met de pinpas heeft het toegeven aan verleidingen de laatste jaren vooral vergemakkelijkt. Nu wordt het tijd diezelfde pinpas in te zetten als instrument om verleidingen te weerstaan. Als we kijken naar de bindingstechnieken die mensen nu al het meeste toepassen, dan zien we dat vooral het principe van mental accounting populair is . De helft van de respondenten heeft meerdere rekeningen voor verschillende (spaar)doelen of verde elt hun kosten onder in posten in hun hoofd. Een andere techniek die vooral veel genoemd werd bij de oproep , is stel je aankoop uit of stel jezelf een aantal vragen voor je een product koopt. Opvallend is ook hoeveel mensen overzicht houden als een bindingstechniek noemen; door overzicht te hebben, is er meer controle. De vraag blijft open of ze dan echt minder aankopen doen of dat ze dan minder het gevoel hebben dat ze aankopen doen die ze niet kunnen missen
5.1
Vervolgacties en aanbevelingen
Om mensen te stimuleren meer bindingstechnieken toe te passen heeft het Nibud de Nibudcard ontwikkeld. Hiermee worden twee “technieken” gecombineerd. Als eerste hebben we meegenomen dat veel mensen aangeven dat zij een paar vragen stellen 27 / Bindingstechnieken
voor ze iets kopen. Het andere aspect, dat vooral in de literatuur terug te zien is, is herinnerd worden aan je doel. We hebben een kaartje voor in je portemonnee laten maken. Op de voorkant staan drie vragen die mensen kunnen behoeden voor een impulsaankoop, op de achterkant wordt er gevraagd naar het spaardoel. Door het kaartje worden mensen herinnerd aan hun voornemen en hun doel. Het doel wordt op die manier weer geactiveerd.
Meer sparen in de toekomst en je saldo zien voordat je pint, zijn populaire technieken. Dit kunnen particulieren echter maar voor een deel zelf regelen. Z ij kunnen wel met een bepaalde ingangsdatumdatum, bijvoorbeeld na loonsverhoging, het automatische spaarbedrag verhogen. Voor een deel zouden banken dit ook meer kunnen stimuleren , bijvoorbeeld door in een nieuwsbrief aandacht te besteden aan de mogelijkheid om automatisch sparen te verhogen voor een bepaalde datum in de toekomst. Maar j uist op het gebied van sparen is er nog een aantal mogelijkheden dat verder uitgezocht kan worden. Wat zijn prikkels om meer te sparen, op welke momenten zouden mensen hun spaarbedrag willen verhogen en welke rol kunnen banken hierin spelen? Hier zou vervolgonderzoek naar moeten worden gedaan. Dit onderzoek is niet gericht op mensen met financiële problemen of mensen die voor een besparingsopgave staan. Voor deze groep zou het maken van concrete bezuinigingsdoelen goed kunnen werken. De schuldhulpverlener of budgetcoach kan de cliënt hier goed bij ondersteunen. In dit onderzoek is weinig aandacht besteed aan de rol van de intermediair en welke bindingstechnieken zij kunnen toepassen, welke default opties werken en in hoeverre zij bindingstips bij mensen kunnen stimuleren. Voor een deel is hier al wel literatuur van, maar ook hier zou vervolgonderzoek wenselijk zijn.
5.1.1
Aanbevelingen voor de consument
Wilt u zelf actief aan de slag en gebruik maken van bindingstechnieken? Hierna vindt u een aantal van de tips uit dit onderzoek. Op www.nibud.nl/nibudcard staat een uitgebreider overzicht.
Bindingstechnieken / 28
Ga automatisch sparen en verhoog het spaarbedrag in stapjes. Plan dit van tevoren in, als u bijvoorbeeld in november weet dat u loonsverhogin g krijgt in januari, verhoog dan alvast het spaarbedrag voor januari. Maak uw spaardoelen concreet en bedenk op welke manier u deze kunt bereiken. Maak het zo specifiek mogelijk, misschien zelfs wel iedere week een eigen manier om die week meer geld te kunnen sparen. Of juist gekoppeld aan specifieke momenten, bijvoorbeeld: altijd als ik extra geld ontvang (bijvoorbeeld belastingteruggave, vakantietoeslag) dan gaat 25 procent naar de spaarrekening. Heeft u goede voornemens? Deel deze met iemand die bij u kan informere n of u zich eraan houdt. Splits het ook op in subdoelen, die redelijk makkelijk te halen zijn. Las een bedenkperiode in. Een van de meest genoemde tips, koop niet direct, maar wacht een paar dagen. Als u het dan nog wilt hebben, dan is het uw geld echt w aard. Stel uzelf een paar vragen voor u besluit of u iets koopt. Gebruik daarvoor de Nibudcard. Wees niet te streng! Goede voornemers kosten energie, u wilt iets gaan doen, wat u normaal niet doet. Beloon uzelf als het goed gaat. Vergelijk het met lijnen : altijd crackers en water houdt niemand vol. Realistischer is het om drie keer per dag een gezonde maaltijd te nemen en niet meer te snoepen. Maar het is misschien het beste vol te houden als u uzelf toestaat om een keer per week een koekje te nemen. Een beloning voor het harde regime van de rest van de week. Die beloning moet u dan wel vooraf bepalen, anders bestaat het gevaar dat er iedere dag een beloning volgt.
29 / Bindingstechnieken
Literatuur Fischbach, A., Trope, Y. (2000), Counteractive Self-Control in Overcoming Temptation, Jounal of Personality and Social Psychology, 79 (4), p. 493-506 Geuns, R. van, Jungmann, N., Kruis, G., Calkoen, P. & Anderson, M. (2011), Schuldhulpverlening loont! Een onderzoek naar de kosten en baten van schuldhulpverlening. Amsterdam: Regioplan. Gollwitzer, P.M. (1999), Implementation Intentions: Strong effects of simple plans, American Psychologist (54), p. 493-503 Gollwitzer, P.M., Sheeran, P. (2006), Implementation intentions and goal achievement: A meta-analysis of effects and processes. Advances in Experimental Social Psychology (38), p. 69-119 Hoofd, E. van, Wesdorp, P., Duinkerken, G., Geuns, R. van (2010), Het heft in eigen hand. Achtergrondstudie ‘Sturen op zelfsturing’, RWI Louro, M.J.S., Zeelenberg, M., Pieters, F.G.M. (2007), D ynamics of Mutiple Goal Pursuit, Jounal of Personality and Social Psychology, 93 (2), p. 174-193 Shefrin, H.M., Thaler, R.H (1988), The Behavioral Life-Cycle Hypothesis, Economic Enquiry 26:4, p. 609-643 Thaler, R.H., Sunstein, C.R (2009)., Nudge, Business Contact, Amsterdam Tiemeijer, W.L., Thomas, C.A. en Prast, H.M. (2009.), De menselijke beslisser, WRR, Amsterdam University Press, Den Haag/ Amsterdam
Bindingstechnieken / 30