WW
« «v
rr-,2
l
I
gemeente
ff
Oosterhout
NOTA VOOR DE RAAD
)atum: 24 augustus 2007 | Nummer raadsnota: O O O 7 U 7 B Onderwerp: Zienswijze betreffende de ontwerpbegroting 2008 en 1e Begrotingswijziging 2007 emeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg (GR OGZ) Portefeuillehouder: van Brummen
Ter inzage: Bijlagen: 1. Ontwerpbegroting 2008, 1. Verzoek Algemeen bestuur GROGZd.d. 12-04-07 beleidsversie e 2. Bestuursbesluit 1 2. Bestuursbesluit Algemeen Bestuur d.d. 05-04-07 begrotingswijziging 2007 Algemeen Bestuur d.d. 05-04-07
Voorstel: 1. In te stemmen met de ontwerpbegroting 2008 van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg (GR OGZ). 2. In te stemmen met de 1e begrotingswijziging 2007 van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg (GR OGZ).
Aanleiding Conform de ingezette lijn met de begroting 2006, is de ontwerpbegroting 2008 ontvangen van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg (GR OGZ). Op grond van de vigerende regeling dienen de gemeenteraden hun zienswijze te formuleren alvorens het Algemeen Bestuur (AB) overgaat tot vaststelling van de begroting. Daarnaast is een tweetal bijzonderheden aan de orde betreffende een afwijking van de vastgestelde begroting 2007 van de GR OGZ. Het betreft de invoering van het Elektronisch Kinddossier (EKD) in 2007 en het voornemen om de desintegratiekosten GGD, voortvloeiend uit de vorming van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) per 1 januari 2006, alsnog in rekening te brengen bij de RAV. Argumenten Ontwerpbegroting 2008 In de ontwerpbegroting 2008 heeft het AB van de GR OGZ niet alleen continuering van bestaand beleid gepresenteerd, maar heeft ook noodzakelijk geachte beleidsintensivering, nieuw beleid en te verwachten ontwikkelingen meegenomen. Dit vanuit de taakopdracht van de GR OGZ om de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid goed te behartigen. Daarbij zij nadrukkelijk vermeld dat de geschetste ontwikkelingen zijn gebaseerd op autonome externe ontwikkelingen, waarmee de gemeenten en de GGD worden geconfronteerd. Het AB heeft nadrukkelijk gesteld dat, alvorens van nadere besluitvorming daarover in termen van (extra) taken en middelen voor de GGD sprake kan zijn, een discussie met de gemeenten nodig is over de ontwikkelingen met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg in relatie tot de ontwikkelingen op het terrein van het jeugdbeleid. Hiertoe zal in het najaar van 2007 een werkconferentie worden gehouden. Hiernaast heeft het AB bij de vaststelling van de ontwerpbegroting 2008 ingestemd met een tweetal intensiveringen van bestaand beleid. Deze betreffen de implementatie van het Elektronisch Kinddossier (EKD) en de SOA/HIV bestrijding. uitdraai van: 23-08-07 15:11
pagina:1
:CD
iö !8
WW
w
gemeente
Oosterhout
EKD
In 2006 heeft de rijksoverheid ervoor gekozen om een landelijk uniform EKD in te voeren. Ten behoeve van het EKD is de landelijk stichting EKD opgericht die wordt gefinancierd door het ministerie van VWS en waaraan de GGD en de thuiszorgorganisaties gezamenlijk meewerken. Het uitgangspunt is dat op 1 januari 2009 sprake is van een wettelijke plicht om daadwerkelijk met het EKD te gaan werken. Thans wordt het JGZ-personeel voorbereid op het werken met het EKD. Wat betreft de financiering is door het ministerie van VWS 6,5 min. euro beschikbaar gesteld. Door de VNG is inmiddels aangegeven dat deze middelen onvoldoende zijn om het EKD in te voeren en vooral ook te onderhouden. Daarop is echter nog geen reactie van het ministerie ontvangen. In de ontwerpbegroting GR OGZ is rekening gehouden met een extra bijdrage EKD van de gemeenten zoals die conform een verdeelsleutel door de VNG is berekend. SOA/HIV bestrijding (seksueel overdraagbare aandoeningen / aids) De voorgestane beleidsintensivering van deze taak wordt ingegeven door de autonome ontwikkelingen van het aantal geconstateerde SOA's en HlV-infecties in de afgelopen jaren. Deze ontwikkelingen laten namelijk een duidelijke stijging zien van het aantal SOA's. Deze ontwikkeling geeft reden tot een dusdanige zorg dat de rijksoverheid expliciet beleid heeft geformuleerd en uitgevoerd. Dit beleid bestaat o.a. uit de opzet van een bijzondere zorginfrastructuur door de oprichting van regionale centra, waarin de GGD participeert. Tot op heden kon deze taak maar in zeer beperkte mate worden uitgevoerd wegens gebrek aan de benodigde personele capaciteit. Uitbreiding daarvan is derhalve noodzakelijk om de GGD in staat te stellen deze taak op een minimaal verantwoord niveau uit te voeren. Eerste begrotingswijziging 2007 In aansluiting op hetgeen hiervoor al is opgemerkt inzake het EKD, heeft het AB besloten de kosten die noodzakelijk zijn voor een aantal investeringen en extra personele inzet, in 2007 ten laste te laten komen van de algemene reserve. Dit omdat de hoogte van de bijdrage van het ministerie van VWS nog niet bekend is. Wanneer de bijdrage van het ministerie bekend is, wordt alsnog duidelijk welke bijdrage van de gemeente verwacht wordt. Benodigde Middelen Het AB van de GR OGZ heeft zodoende besloten om, naast een indexering van 2,52%, ook de invoering van het EKD en preventie SOA/HIV doorgang te laten vinden. De beleidsintensivering is daarmee vastgesteld op 1,78% (totaal € 179.000,-). Voor Oosterhout komt de beleidsintensivering neer op een bedrag van € 14.069,-. Hiermee komt de totale bijdrage aan de GR OGZ voor het jaar 2008 op € 823.666,-. In de concept gemeentebegroting is rekening gehouden met dit bedrag. In de voorliggende eerste begrotingswijziging 2007 van de GR OGZ wordt voorgesteld om een bedrag van € 192.000,- te onttrekken aan de algemene reserve voor de tijdelijke kosten inzake de invoering van het EKD.
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,
uitdraai van: 23-08-07 15:11
pagina:2
WW
w
gemeente W.H. HUIJBREGTS-SCHIEDON
, burgemeester.
W.P.H. Redert
, secretaris
uitdraai van: 23-08-07 15:11
pagina:3
WW
BESLUIT VAN DE RAAD
w
gemeente
Nummer:.
0007076
DE RAAD VAN DE GEMEENTE OOSTERHOUT; 17 september 2007 gelezen het voorstel van het college van 24 augustus 2007; BESLUIT: 1 . In te stemmen met de ontwerpbegroting 2008 van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg (GR OGZ). 2. In te stemmen met de 1e begrotingswijziging 2007 van de Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg (GR OGZ).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 september 2007.
^VOORNOEMD,
~" , griffier.
uitdraai van: 23-08-07 15:11
pagina:4
GGD West-Brabant Begroting 2008
GGD West-Brabant Ontwerpbegroting 2008 Beleidsversie (programmabegroting)
Def. versie 1.0. Na AB 5 april 2007
GGD West-Brabant Begroting 2008
1 Voorwoord In lijn met de traditie ontvangt u in het voorjaar van 2007 de beleidsbegroting 2008. In deze beleidsbegroting wordt het financiële kader en het voorgenomen beleid vastgesteld voor 2008. Deze versie wijkt in belangrijke mate af van de gebruikelijke beleidsbegrotingen, omdat de veranderende opdracht voor de GGD-organisatie optimaal is verwerkt. Bovendien wordt ervoor gekozen een meerjarenperspectief te laten zien dat aansluit bij de landelijke en lokale ontwikkelingen. Nadrukkelijk vragen wij uw aandacht voor hoofdstuk 2 betreffende de achtergrond van de beleidsvoornemen en in het bijzonder daarbij voor onderdeel 2.8 dat een doorkijk biedt op genoemde ontwikkelingen. Dit heeft ook tot gevolg dat, anders dan u gewend bent, gevraagd wordt om een extra financiële bijdrage boven op de index voor de gewenste beleidsintensivering. De organisatie is niet meer in staat de verdere verhoging van kwaliteit, klantgerichtheid en productiviteit op te brengen vanuit de nagestreefde doelmatigheid. Dit neemt niet weg dat ook vanaf 2008 wordt gehandeld met de intentie zo doelmatig en effectief mogelijk te werken vanuit het besef bij bestuur, directie en medewerkers dat we werken met belastinggeld en dat dit een extra verantwoordelijkheid geeft voor verantwoord handelen. Producten Het budgetkader 2008 van de GGD is gebaseerd op de producten categorie l volgens de vastgestelde productencatalogus 2005-2008. De opbrengsten categorie II zijn afhankelijk van de wensen van de gemeenten. De wensen voor 2008 zijn nog niet bekend, maar voorlopig is in de begroting 2008 uitgegaan van een afname van de categorie ll-producten ad € 27.000. De verwachting is, dat van categorie IC circa € 23.000 extra afgenomen zal worden door de gemeenten. De overige bijdrage van de gemeenten (sociaal statuut, achterblijvende verplichtingen en BOPZ-online) is in de meerjarenraming gebaseerd op de begroting 2008. Beleid De beleidsbegroting is een begroting op hoofdlijnen. De beleidsbegroting 2007 beperkte zich tot het noemen van de belangrijkste beleidsontwikkeling. In 2008 willen we de stap maken naar een beleidstoelichting, waarin de 3 w-vragen worden beantwoord (wat willen we bereiken, wat gaan we ervoor doen en wat gaat het kosten).Daarbij onderscheiden we een 3-tal verschillende wijzigingen: 1. Actualiseren van bestaand beleid: op basis van het zoveel mogelijk voorkomen van gezondheidsrisico's wordt een intensievere aanpak noodzakelijk geacht. Ook wordt geanticipeerd op de bijdrage die de GGD moet leveren aan de lokale beleidsnota's volksgezondheid. Het betreft dus met name autonome ontwikkelingen die onontkoombaar zijn. De daarbij behorende toelichting treft u aan in paragraaf 1.3. (tabel). Voor deze actualisering wordt een extra bijdrage voor beleidsintensivering gevraagd. 2. Uit het door de directie gewenste aanvullend beleid heeft het dagelijks bestuur en aantal beleidsprioriteiten vastgesteld, welke voor zover mogelijk dienen te worden gerealiseerd uit de extra bijdrage. 3. Te verwachten voorzienbare ontwikkelingen op basis van nog te nemen politieke en lokale beslissingen; waarbij een compensatie in de kosten wordt verwacht via de rijksfinanciering (storting in het gemeentefonds). Deze voorziene ontwikkelingen zullen later uitgewerkt worden op basis van een inhoudelijke werkconferentie door het Dagelijks bestuur georganiseerd. In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste lokale en landelijke ontwikkelingen vermeld. In hoofdstuk 3 staat een uitgebreide toelichting op de voorgestelde beleidsintensiveringen van de GGD en in hoofdstuk 4 is een paragraaf bedrijfsvoering opgenomen. Hoofdstuk 3 en 4 zijn vrij omvangrijk met een aantal keuzes en financiële consequenties. Daarom is in hoofdstuk 1 een samenvatting opgenomen van de beleidsintensiveringen met een voorstel vanuit de GGD. Indexering Indexering van de gemeentelijke bijdrage heeft in de jaren 2004, 2005 en 2006 niet plaatsgevonden; de zogenaamde nullijn is gehanteerd. Bij bepaling van het budgetkader 2006 is vastgesteld, dat indexering vanaf 2007 weer dient plaats te vinden omdat de GGD anders in financiële problemen zal komen. Begin 2006 en 2007 zijn nog geen indexcijfers van het CPB beschikbaar. Als basis voor de loon- en prijsindexering is in de begroting 2007 het reëel accres gehanteerd, verhoogd met 0,5% voor vervangingskosten ouderschapsverlof. De totale indexering 2007 bedroeg daarmee 2,84%. Voorgesteld wordt om in 2007 wederom het reëel acres als basis te nemen voor de loon- en prijsindexering van 2008 en tevens achteraf 2007 te corrigeren. Het nominaal acres 2008 (inclusief beleidsvolume) bedraagt 3,90%. Hiermee blijft de voorgestelde indexering dus 1,38% onder het gemeenteaccres. Deze 1,38% zou dus ingezet kunnen worden voor beleidsintensivering. Voorgesteld wordt een extra inzet voor beleidsintensivering van 2,5% in 2008 en van 2,5% in 2009. Voorlopig is besloten u voor te stellen vooralsnog niet verder te gaan dan 1,78% extra voor EKD en SOA/HIV
GGD West-Brabant Begroting 2008
Indexering 2008 2,34%
Loon- en prijsindexering 2008 o.b.v. reëel acres septembercirculaire 2006 Loon- en prijsindexering 2007 o.b.v. reëel acres septembercirculaire 2006 Loon- en prijsindexering 2007 o.b.v. reëel acres septembercirculaire 2005 Correctie indexering 2007 Extra beleidsintensivering Voorstel indexering 2008
2,52% -2,34% 0,18% 1,78% 4,30%
In de vergadering van het Algemeen Bestuur d.d. 5 april 2007 is ingestemd met de indexering van 2,52% 1. Tevens is besloten, dat de invoering van het Elektronisch Kind Dossier en preventie SOA/HIV doorgang moeten vinden, waarmee de beleidsintensivering voorlopig is vastgesteld op 1,78% (€ 179.000). In de nieuwe productdiscussieronde zullen de overige voorgestelde beleidsintensiveringen meegenomen worden. Over jeugdgezondheidszorg zal een separaat debat gevoerd gaan worden.
A. Houtman Directievoorzitter
1
In overleg met de voorzitter van het bestuur, dhr. Meijer, is bij de gemeente Breda nog nader geïnformeerd naar de daar gehanteerde indexering. Daarnaast is ook de meest recente prognose van het Centraal Plan Bureau geraadpleegd. In het Algemeen Bestuur is ingestemd met een indexering van 2,52%. Deze indexering is derhalve voor deze beleidsbegroting gehandhaafd. Systematiek gemeente Breda 1)
Indexering volgens CEP 2)
Loonindexering 2008 Prijsindexering 2008 Gewogen indexering 2008
3,50% 2,00%
Loonindexering 2007 Prijsindexering 2007 Gewogen indexering 2007 Reëel acres 2007 Correctie indexering 2007
3,20% 1 ,80%
Extra beleidsintensivering Voorstel indexering 2008
65% 35%
2,27% 0,70%
4,00% 1 ,00%
65% . 35%
35%
2,08% 0,63% 2,71% -2,34%
Index 2008
2,60% 0,35%
2,97% 65%
Voorstel GGD
Index 2008
Index 2008
2,95% 3,25% 1,00%
65% 35%
2,11% 0,35% 2,46% -2,34%
2,34%
2,52% -2,34%
0,37%
0,12%
0,18%
1,78% 5,14%
1,78% 4,85%
1,78%
1) concept kademota 2008 (wordt pas in mei 2007 geaccordeerd) en begroting 2007. 2) Centraal Economisch Plan van het CPB is pas in april 2007 beschikbaar.
4,30%
GGD West-Brabant Begroting 2008
INHOUDSOPGAVE
1
SAMENVATTING BELEIDSINTENSIVERING
1
1.1 INCIDENTELE BELEIDSINTENSIVERINGEN
l
1.2 RISICO'S MARKTTAKEN
l
1.3 STRUCTURELE BELEIDSINTENSIVERINGEN 1.4 STRUCTURELE KOSTEN INNOVATIE 1.5 UITGANGSPUNTEN FINANCIËLE BEGROTING EN MEERJARENRAMING
l 2 2
2
ACHTERGROND VAN DE BELEIDSVOORNEMENS PER PRODUCTGROEP
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 3
3
DOELSTELLINGEN EN ACTIVITEITEN NEDERLAND WEER IN DE TOP 5 VERANDERENDE OPDRACHT GGD BELEID NIEUW KABINET BEDRIJFSVOERING INHOUDELIJKE ONTWIKKELINGEN MEERJARENDOORKUK
3 3 3 3 3 3 4
BELEIDSVOORNEMENS
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 4
5
PRODUCTGROEP l: ALGEMENEINFECTIEZIEKTEBESTRIJDING PRODUCTGROEP 2: JEUGDGEZONDHEIDSZORG PRODUCTGROEP 3: EPIDEMIOLOGIE PRODUCTGROEP 4: BEWAKEN GEZONDHEIDSASPECTEN BIJ BESTUURLIJKE BESLISSINGEN PRODUCTGROEP 5: PREVENTIEPROGRAMMA's PRODUCTGROEP 6: MEDISCHE MILIEUKUNDE PRODUCTGROEP 7: TECHNISCHE HYGIÉNEZORG (THZ) PRODUCTGROEP 8: OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG (OGGZ) PRODUCTGROEP 9: FORENSISCHE GENEESKUNDE PRODUCTGROEP 10: BEVOLKINGSONDERZOEKEN PRODUCTGROEP 11: MARKTTAKEN PRODUCTGROEP 12: EXPERTISECENTRUM: EEN ONDERNEMENDE GGD IN ONTWIKKELING
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
:
5 7 11 11 11 12 14 14 15 15 15 16 18
PRODUCT 0: "INSTANDHOUDING GGD" DESINTEGRATIEKOSTEN GR RAV BRABANT MWN HUISVESTING SHARED SERVICE CENTER HUMAN RESOURCE DEVELOPMENT VERGROTING DOELMATIGHEID: CENTRALE PLANNINGSFUNCTIE
18 18 19 19 20 20
5
EXPLOITATIERESULTAAT 2008 VAN GGD WEST-BRABANT
21
6
TOELICHTING OP HET EXPLOITATIE-OVERZICHT 2007
22
6.1 BATEN 6.2 LASTEN 6.3 RESULTAAT
'.
22 22 23
7
INVESTERINGSBEGROTING 2008
24
8
KASSTROOMOVERZICHT 2008
25
9
MEERJARENRAMING 2008-2011
26
10
PARAGRAAF FINANCIERING
27
11
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN
28
11.1 BELEID TEN AANZIEN VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN IN RELATIE TOT DE RISICO'S 11.2 RESERVES EN VOORZIENINGEN 11.3 INVENTARISATIE VAN DE RISICO'S
28 28 28
GGD West-Brabant Begroting 2008
BIJLAGEN:
1.
STAAT VAN VASTE ACTIVA
30
2.
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN
31
3.
STAAT VAN LANGLOPENDE LENINGEN
32
4.
BIJDRAGE DEELNEMENDE GEMEENTEN INCLUSIEF 1,78% BELEIDSINTENSIVERING
33
GGD West-Brabant Begroting 2008
1
Samenvatting beleidsintensivering
1.1 Incidentele beleidsintensiveringen Voorgesteld wordt om de incidenteel te lage opbrengsten voor curatieve SOA/aids, de incidentele kosten voor implementatie van Zorgwelbrabant en presentatie GGD in 'the brave new world' en de incidentele kosten van "GB de markt op" te financieren uit een vrijval van de algemene reserve. Een algemene reserve is ook met dit doel gevormd: opvangen van incidentele tegenvallers. Productnummer 1.3. 5.1. 5.1. 11.nieuw
productnaam Bestrijding SOA/Aids Publieksinformatie Publieksinformatie Markttaken
activiteit curatieve soa-bestrijding implementatie zorgwelbrabant presentatie GGD in 'the brave new world' GB de markt op
kosten 2008 40.175 32.600 50.000 42.500 165.275
De verwachting is, dat in 2010 de financiering voor curatieve soa-bestrijding vanuit het Rijk weer op voldoende niveau is om dit product te financieren. Dit betekent dus gedurende 2 jaar een onttrekking uit de algemene reserve om deze tegenvallende opbrengsten op te vangen. De benodigde inzet voor "GB de markt op" zal gedurende circa 3 jaar gefinancierd dienen te worden uit de algemene reserve. Daarna is de verwachting, dat deze inzet gefinancierd kan worden door extra opbrengsten van de markttaken.
1.2
Risico's markttaken
Daarnaast heeft de GGD in 2006 en waarschijnlijk ook in 2007 te maken met teruglopende inkomsten van markttaken. De verwachting is dat deze lijn zich voortzet in 2008 en veroorzaakt hierdoor desintegratiekosten. Hieronder volgt een recapitulatie van dit risico: Productnummer 2.1.9. 11.2. 11.5. 11.6.
productnaam Forenische geneeskunde Hepatitis B vaccinatie instellingen Technische Hygiëne Zorg Medische advisering
totale kosten 30.000 30.000 40.000 30.000 130.000
Voor de taken 2.1.9, 11.2 en 11.5 geldt dat gewenst is deze markttaak te beschouwen als noodzakelijke taken voor de gemeenschappelijke regeling. De GGD heeft in 2005 ter dekking van het risico markttaken een reserve opgebouwd ad € 214.430. Incidenteel kan deze reserve aangewend worden voor de dekking van dit risico. Het lijkt echter een structureel risico te zijn. Indien de gemeenten kiezen voor een bedrag van minimaal € 130.000 aan extra afname van de categorie l producten, dan heeft de GGD de mogelijkheid om deze desintegratiekosten op te vangen door het verschuiven van personeel m.b.v. het interne uitzendbureau.
1.3
Structurele beleidsintensiveringen
De GGD heeft een aantal voorstellen gedaan ter verbetering van de dienstverlening, de zogenaamde beleidsintensiveringen. Het gaat hier om een structurele verhoging van de gemeentelijke bijdrage. Het Dagelijks Bestuur heeft daarbij een prioriteitskeuze gemaakt. De beleidsmatige onderbouwing staat in hoofdstuk 3. Hieronder volgt een cijfermatige recapitulatie:
GGD West-Brabant Begroting 2008
a
Productnummer 1.3. 2. nieuw 3. 4. nieuw 4. nieuw 5.3. 6.1. 7.1. 8.1. &2.
product naam Bestrijding SOA/HiV Electronisch Kind Dossier Epidemiologie Intensivering van beleid op speerpunten Versterking interne beleidsondersteuning Preventieprogramma's Medische Milieukunde Technische Hygienezorg kindercentra OGZ-meldpunt ÖSGZ-preventte
a
12.
Expertisecentrum
a a a a a a a a a*
totale kosten 2008 2009 118.000 59.000 118.000 120.000 120.000 120.000 140.000 35.000 70.000 175.000 45.000 90.000 140.000 35.000 70.000 35.000 35.000 35.000 92.000 23.000 46.000 18.000 220.000 180.000 40.000 80.000
190.000
95.000 190.000
1.438.000 447.000 739.000 gevraagd 2008 +2,5%; 2009 + 2,5% tekort
a: a*: n.b.:
1.4
2010 118.000 120.000 105.000 135.000 105.000 35.000 69.000
120.000
190.000 877.000
251.000 515.000 196.000 224.000
actualisering actualisering via de kerngemeenten Bergen op Zoom en Breda zie inleiding onder indexering betreffende wijziging* 2,5%!!
Structurele kosten innovatie
Verhoging product O In paragraaf 3.1. wordt voorgesteld om product O met een aantal componenten uit te breiden. Om de ingeslagen weg van de GGD inzake kwaliteitsontwikkeling, productvernieuwing/innovatie en het opleiden van personeel structureel te kunnen volhouden, is het noodzakelijk dat hiervoor ook structurele middelen beschikbaar zijn. In de afgelopen jaren is met behulp van incidentele middelen uit de voorziening verbeterplan en de ESF-subsidie, een noodzakelijk extra impuls gegeven aan kwaliteitsontwikkeling, innovatie en opleidingen en ontwikkeling. Hiermee is een stuk achterstand dat aanwezig was op deze onderwerpen ingelopen en op het gewenste niveau gebracht. Het is nu de opdracht om dit niveau vast te houden, zodat kwaliteitsontwikkeling van medewerkers en van de huidige en toekomstige diensten en producten gewaarborgd blijft. Hiervoor dient product O structureel verhoogd te worden met € 395.000. Desintegratiekosten GR RAV Brabant Midden-West-Noord (zie paragraaf 4.2.) Bij de opstelling van de beheersbegroting 2007 is reeds gebleken dat het een grote opgave is om jaarlijks een afbouw te realiseren van € 101.200, zonder hierbij de gewenste c.q. noodzakelijke investeringen in kwaliteitsontwikkeling en innovatie in gevaar te brengen. Daarnaast heeft in 2006 geen onttrekking plaatsgevonden van de algemene reserve, omdat de GR RAV Brabant Midden-West-Noord in 2006 deze kosten ad € 405.600 voor haar rekening zal nemen. Om deze redenen wordt voorgesteld om de afbouw van de desintegratiekosten van de GR RAV over meerjaren uit te smeren. In 2008 zal ter dekking van de desintegratiekosten RAV een onttrekking van de algemene reserve plaatsvinden van € 253.500.
1.5
Uitgangspunten financiële begroting en meerjarenraming
In deze beleidsbegroting worden een aantal voorstellen gedaan met grote financiële consequenties. Pas na besluitvorming hierover kan een exploitatieoverzicht 2008 en een meerjarenraming worden opgesteld. Omdat een begroting toch een sluitend exploitatieoverzicht en meerjarenraming ('conform regelgeving BBV) dient te bevatten, is in deze beleidsbegroting 2008 uitgegaan van: vermindering van de opbrengsten markttaken; beleidsintensivering van 1,78% in 2008 en 2,5% in 2009; onttrekking van de desintegratiekosten RAV en van de incidentele beleidsintensiveringen uit de algemene reserve; uitvoering van het huisvestingsplan. Gedurende 2007-2008 zal de productdiscussie opnieuw gevoerd zal gaan worden ter vaststelling van de productcatalogus 2009 tot en met 2011.
—2—
GGD West-Brabant Begroting 2008
2 Achtergrond van de beleidsvoornemens per productgroep 2.1
Doelstellingen en activiteiten
In haar vergadering van 27 mei 2004 is door het Algemeen Bestuur van de GROGZ West-Brabant de 2e gewijzigde GROGZ-regeling vastgesteld: De GGD is met inachtneming van het bepaalde in de wet collectieve preventie volksgezondheid en andere relevante wetgeving op het terrein van de openbare gezondheidszorg, belast met: het adviseren van de gemeenten bij de voorbereiding van een lokaal volksgezondheidsbeleid; het uitvoeren van de gemeentelijke volksgezondheidstaken, overeenkomstig een vast te stellen bedrijfsplan; het afsluiten van contracten, die de dienstverlening met andere instanties op het terrein van de volksgezondheid regelen.
2.2
Nederland weer in de top 5
Nederland moet terug in de top vijf van gezondste landen van Europa. Dat moet vooral door het stimuleren van gezond gedrag en gezonde levensstijl met behulp van preventie.
2.3 Veranderende opdracht GGD Op basis van de bestuursopdracht in 2003 is geïnvesteerd in een GGD, die ook zichtbaar weer meer voor en met de lokale overheid werkt. Deze ontwikkeling dient in de komende periode te leiden tot een hoogwaardige beleidsadvisering voor de lokale overheid over het terrein van de openbare gezondheidszorg en een optimale ondersteuning van het gewenste beleid. Dit betekent nog verdere afstemming van onze taken op de beleidsvoornemens van de gemeenten. Ook al kan dit leiden tot een verdere diversificatie. Ook zal deze taak leiden tot een verdere ontwikkeling in samenspel met de academische werkplaats tot vaststellen van wat bewezen werkbare preventieprogramma's, onderzoeken en interventies zijn.
2.4
Beleid nieuw kabinet
Deze beleidsbegroting houdt rekening met de te verwachten ontwikkelingen of extra opdrachten/ werk ten gevolge van het nieuwe kabinetsbeleid. Verwacht wordt dat een aantal maatregelen extra kosten met zich meebrengen. Na een met u belegde werkconferentie en na duidelijkheid over de impuls vanuit de lokale overheid zal het Dagelijks Bestuur zorgdragen voor een aangepast en uitgewerkt nader begrotingsvoorstel. Het betreft de volgende beleidsimpulsen: Impuls Jeugd; Impuls achterstandswijken Impuls sociaal economische achterstanden Meer benutten van overleg met het maatschappelijk middenveld. Dit betekent dat deelname aan overleg met betrokken partijen toeneemt en zo een extra beslag wordt gelegd op de ruimte voor uitvoerende taken.
2.5 Bedrijfsvoering Zowel in de interne ondersteuning als in het uitvoerende werk wordt optimale doelmatigheid nagestreefd. Voor de ondersteuning betekent dit het gefaseerd doorontwikkelen van een shared servicecentrum en van de steunorganisatie GGD+ om door middel van het schaalvoordeel een hogere kwaliteit en aanvaardbare kosten te realiseren. In de werkwijze van onze uitvoerende medewerkers wordt verder gegaan in de lijn van doelmatig en efficiënt werken; hoewel de grens van het haalbare ongeveer is bereikt. Ook overschakelen van de dingen goed doen naar de goede dingen doen (vooral vernieuwingstraject JGZ) heeft zijn grenzen zonder extra financiële impuls.
2.6
Inhoudelijke ontwikkelingen
Enkele elementen uit het landelijk programma van de GGD-en:LANGER GE2OND1EVËN
-" J' ,;; l.
Minder gezondheidsproblemen bij mensen met lage inkomens —3—
;
, , .J ~'' ' °"
v
' " ' , ; v';;-','.''
.
r-
~,
•
GGD West-Brabant Begroting 2008
Minder dikke kinderen en alcoholmisbruik onder jongeren Door uitrollen van effectieve preventieve acties tegen overgewicht, roken, alcohol en tabaksgebruik, depressie en diabetes. i ;
:
Verder dan die ene school of wijk... Mensen met lage inkomens zijn het beste te bereiken via de eigen wijk. Jeugd het meest gemakkelijk via scholen. De GGD'en hebben deze lokale toegang. Maar een landelijke uitrol van preventieprogramma's is nodig om de geboekte resultaten verder te laten komen dan die ene school of Wijk, Door: Integraal beleid. Een mix van interventies... ' Succes op lokaal niveau is sterk afhankelijk van beleidskeuzes op landelijk niveau. Voor het bestrijden van overgewicht, roken, alcoholmisbruik, depressie en diabetes is een mix van interventies het meest effectief, Zo'n mix bestaat uit gezondheidsbevordering, voorlichting, wettelijke kaders, toezicht en handhaving. Ook gerichte interventies op omgevingsfactoren als woonomstandigheden en wenk horen thuis in een complete benadering. BETERE JËUGDGEZONDHEID Beter geregelde jeugdgezondheidszorg Centra voor Jeugd en Gezin in het hele land
.
Door Regie jeugdgezondheidszorg bij één organisatie te beleggen. JGZ 0-19 door één uitvoeringsorganisatie: De jeugdgezondheidszorg van 0-19 jaar is een publiek taak in het belang van het ontwikkelen van goede kansen voor kinderen en het voorkomen of adequaat opvangen van problemen die niet alleen schade kunnen doen aan het individuele kind, het gezin maar ook aan de samenleving. Daarom hoort deze taak bij de GGD muis; de GGD te immers de eigen openbare gezondheidsdienst van de gemeenten. Ook omdat het accent bij de GGD ligt op collectieve preventie, wat een multidisciplinair gebeuren is met ondersteuning vanuit epidemiologie, gezondheidsbevordering en infecttezïektebestrijding. De JGZ maakt hiervan via de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) onlosmakelijk onderdeel uit Door de GGD aan te wijzen als aannemer van jeugdgezondheidszorg, wordt de gemeentelijke sturing en regie versterkt Bovendien maakt de GGD onderdeel uit van zorgadviesteams voor scholen én wordt voor alle 4 tot 19-jarigen jeugdgezondheidszorg door de GGD'en uitgevoerd. JGZ is de navelstreng voor de Centra voor Jeugd & Gezin... Wanneer de GGD gemeentelijk aannemer b voor alle jeugdgezondheidszorg, is het de navelstreng van de centra voor Jeugd & Gezin. De JGZ voedt als het ware de andere betrokken partijen zoals verloskundigen en diëtisten. Doordat de JGZ via alle aderen verbonden is met de gemeente en andere taakvelden als gezondheidsbevordering en infecöeziektebestrijding. BETER VOORKOMEN VAN SOA EN INFECTIEZIEKTEN MEER OOG VOOR DOELGROEP OUDEREN
2.7 Meerjarendoorkijk 2008 2008 wordt het jaar van de veranderingen bij JGZ; de voorbereiding van het elektronische kinddossier dient in dit jaar gerealiseerd te zijn en de experimenten voor een meer risicogerichte benadering van de jeugd krijgt zijn eerste uitvoering. De productendiscussie ter voorbereiding van de keuze van het AB is afgerond en de nieuwbouw wordt in gebruik genomen. Centra Jeugd en Gezin worden uitgedacht en zullen met de JGZ als "ruggegraat" (staatssecretaris Clemence Ross 2006) worden vormgegeven. Om infectieziekterisico's te voorkomen dient meer "outreachend" te worden gewerkt. 2009 De eerste evaluaties van de JGZ-experimenten zullen resulteren in de uitvoering voor alle gemeenten. Op basis van de nieuwe nota's volksgezondheid van de gemeenten worden de preventieprogramma's aangepast en uitgebreid. De nieuwe huisvesting is betrokken. Bemoeizorg zal als aanvullende taak bij meer gemeenten worden uitgevoerd om tot een sluitende zorgketen voor risicojongeren te komen 2010 Openbare gezondheidszorg investeert extra op preventieprogramma's om de gezonde levensverwachting te stimuleren én om de toekomstige gezondheidkosten voor de gemeenten in de hand te houden.
GGD West-Brabant Begroting 2008
3 Beleidsvoornemens 3.1
Productgroep 1: algemene infectieziektebestrijding
Algemene doelstelling: het voorkomen van uitbraak van infectieziekten mede door actief bezoek van risicogroepen (outreaching) en het bestrijden van de voorkomende infectieziekten. Product 1A. 1.1. Algemene infectieziektebestrijding Ontwikkelingen In 2008 zal de samenwerking tussen het CIB (Centrum voor Infectieziektebestrijding) en de GGD uitvoeringsregio geïntensiveerd worden. Jaarlijks komt vanuit het CIB geld ter beschikking voor lokaal onderzoek. Dit betekent meer mogelijkheden voor regionaal toegepast onderzoek. Voor 2007 is aan onze GGD een subsidie toegekend om een instrument te ontwikkelen voor het uitvoeren van een risico-inventarisatie. Naar verwachting wordt in de tweede helft van 2007 een risico-inventarisatie daadwerkelijk uitgevoerd. Plannen Op basis van deze risico-inventarisatie wordt in 2008 een voorlichtingsplan gemaakt en preventieactiviteiten uitgevoerd. Voorlichting aan groepen op basis van een risico-inventarisatie is een nieuwe activiteit voor de infectieziektebestrijding. Door het aanschaffen van een automatiseringspakket en het uitvoeren van de opgestelde acties voortvloeiend uit het efficiency project "Meer tijd voor vangnet en veiligheid" in 2007 wordt ruimte gecreëerd binnen de huidige formatie. Hierdoor kunnen een beperkt aantal preventieactiviteiten - beleidsintensivering - worden uitgevoerd binnen de huidige formatie. De uitkomsten van de risico-inventarisatie en een voorlichtingsplan dienen dan ook breder binnen de GGD te worden besproken om verantwoorde keuzes te kunnen maken. Naar verwachting wordt in 2007 de Infectieziektewet vervangen door de Wet Publieke Gezondheid. De voorgestelde wijziging in de meldingsplicht heeft tot gevolg dat het jaarlijkse aantal meldingen zal toenemen met ongeveer 700. Voor onze GGD betekent dit 10-15 meldingen meer per jaar. Het betreft dus een relatief kleine toename. Product 1A. 1.2. Tuberculosebestrijding Ontwikkelingen Verwachting is dat het aantal patiënten stabiel blijft. Omdat TBC patiënten met veel mensen in aanraking kunnen zijn geweest, is de omvang van noodzakelijke bron- en contactonderzoeken niet te voorspellen. Plannen In 2008 zal de samenwerking op het gebied van tuberculosebestrijding in de provincies Noord-Brabant en Zeeland geïntensiveerd worden. In 2008 komt een web-based applicatie beschikbaar van het TBC informatiesysteem (TUBIS). En de röntgentechniek zal volledig digitaal zijn met gebruik van Mobiele Röntgenunits. De kosten voor de vernieuwing van TUBIS, de ontmanteling van de analoge röntgenruimtes, afvoer - verouderde - analoge apparatuur en omschakeling naar de digitale werkwijze worden opgevangen binnen het bestaande budgetkader. Het werken met digitale apparatuur leidt tot efficiencywinst. Met de besparing op personele kosten zullen de beoogde veranderingen gerealiseerd worden. Product 1A. 1.3. Bestrijding SOA/H lV Seksuele hulpverlening Ontwikkelingen Ongeveer 1 miljoen mensen waaronder relatief veel jongeren hebben behoefte aan seksuele hulpverlening, maar zoeken geen ofte laat hulp. Deze hulpverlening kan vooral in de eerste lijn plaatsvinden. Het ministerie van VWS bekijkt in 2007 de mogelijkheden de seksuele hulpverlening beter te positioneren ten opzichte van de aanvullende curatieve soa-bestrijding. De huidige eerstelijns klinieken ('oude Rutgershuizen'; nu o.a. Casa in Rotterdam) hebben te weinig naamsbekendheid. Plannen VWS heeft het voornemen om deze klinieken onder te brengen bij de soa-centra en de regie in handen te leggen van GGD'en. De GGD krijgt dan een centrale rol in het totaalpakket van seksuele hulpverlening, veilig vrijen en soa voor alle leeftijden. Einde 2007/begin 2008 gaat naar verwachting een nieuwe regeling in werking. Over de gevolgen voor het dienstverleningspakket van onze GGD zal het bestuur in de loop van 2007 nader geïnformeerd worden. Preventieprogramma's, beleidsadvisering en regie- en netwerkvorming Ontwikkelingen In de periode 2007-2011 worden landelijke preventieprogramma's ontwikkeld vooral gericht op jongeren. Er komt een basispakket voor jongeren en een aanvullend pakket dat specifiek bedoeld is om een aantal groepen een extra steuntje in de rug te geven (laag opgeleide en allochtone jongeren). De GGD'en kunnen deze programma's gaan uitvoeren. In onze GGD kan —5—
GGD West-Brabant Begroting 2008
nog te weinig gedaan worden aan preventieactiviteiten, beleidsadvisering en regie- en netwerkvorming, omdat de formatie nog beneden de in 2004 door de directie bepaalde directienorm is voor kwalitatief acceptabele uitvoering van de soa bestrijding (2,9 i.p.v. 3,9 fte). Plannen / beleidsintensivering Op basis van lokale risicoanalyses wil onze GGD preventieactiviteiten uitvoeren. Begin 2008 vindt een uitgebreide risicoanalyse plaats. Einde 2006 is het project "Jongeren & seksualiteit, veilig vrijen en soa" van start gegaan met als doel dat in 2008 alle jongeren in West-Brabant een basispakket aangeboden krijgen met betrekking tot seksualiteit, veilig vrijen en soa; risicojongeren krijgen een extra aanbod. Het project sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen. De GGD wil haar preventieactiviteiten gericht op risicogroepen, de advisering aan gemeenten en regie- en netwerkvorming in het kader van preventie, intensiveren. Voorgesteld wordt de formatie van het product soa-bestrijding in 2008 op peil te brengen op het niveau van de zogenaamde directienorm zodat preventieactiviteiten, beleidsadvisering en regie- en netwerkvorming op een acceptabel niveau plaatsvinden. De voorgestelde formatie van 3,9 fte voor artsen/verpleegkundigen is hiermee nog onder de Landelijke VISI norm (versterking infectieziektebestrijding). Door een efficiëntere bedrijfsvoering kan doelmatigheidswinst gehaald worden en dus volstaan worden met 3,9 fte (maximaliseren inzet verpleegkundigen in plaats van artsen; geautomatiseerde invoering van uitslagen etc). De kosten van deze beleidsintensivering bedragen € 118.000 zijnde de loonkosten van 1fte verpleegkundige en arts, inclusief huisvesting, facilitaire kosten, automatisering en ondersteuning door personeelszaken en financiën. Curatieve soa-bestrijding Ontwikkelingen Op 1 januari 2006 is de VWS regeling aanvullende curatieve soa-bestrijding van start gegaan. Vanuit het SOA-centrum Brabant/Zeeland geeft onze GGD uitvoering aan deze regeling in het werkgebied West-Brabant. Voor 2008 is de verwachting dat het aantal consulten stabiliseert. Mogelijk een lichte toename in vergelijking met 2007: van 1700 naar 1800. Van deze 1800 consulten worden 1215 consulten door de artsen en 585 door de verpleegkundigen uitgevoerd. Laagrisicogroepen zonder klachten (screening) kunnen door de verpleegkundigen worden gezien. Voorwaarde voor het verpleegkundig spreekuur is dat een soa-arts voor directe consultatie en beoordeling aanwezig is op de spreekuurlocatie (achterwachtfunctie) en dat de verpleegkundige voldoende geschoold is. In 2006 behoorde ongeveer 1/3 van de cliënten tot de laagrisicogroepen zonder klachten. Plannen/ beleidsintensivering De opsporing van risicogroepen wordt uitgebreid, maar de triage aan de poort wordt in 2007 aanzienlijk aangescherpt. De regionale regie wordt versterkt door het opstellen en presenteren van een regionale jaarrapportage samengesteld uit soacijfers van huisartsen, specialisten en de GGD. Een knelpunt in de nieuwe financiering is dat deze niet is afgestemd op het werkelijke aantal onderzoeken, maar op het aantal onderzoeken in voorgaande jaren. Aangezien er sprake is van een enorme stijging van het soa-onderzoek vanaf 2006 kan door de GGD dit onderzoek niet meer kostendekkend worden aangeboden en dient de GGD maatregelen te treffen. De subsidieregeling van VWS baseert zich voor de subsidie van het jaar T op de gegevens van het jaar T-2. Daarnaast stelt de regeling een plafond van 25% aan de stijging van het aantal gevonden soa's. De maximale inkomsten uit de regeling worden voor 2008 geraamd op € 72.666,25. Dit is gebaseerd op een maximale groei van 125% ten opzichte van 2005. Naar verwachting worden in 2008 1800 consulten verricht waarvan 1638 consulten voldoen aan de regeling (minimaal 3 testen: gonorroe, syfilis en chlamydia) met een vindpercentage van 9%. Het aantal gevonden soa wordt via de soa-surveillance geteld. Het aantal gevonden soa in het jaar T-1 is bepalend voor het budget in het jaar T+1. Het budget beweegt dus vertraagd mee met de grootte van de problematiek. Het aantal gevonden soa in de subsidieregeling mag ten hoogste 125% groeien ofwel het totaal aantal soa in het 2de jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt is niet meer dan 125% van het aantal gevonden soa in het 3de jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt. De afrekening van het budget voor een bepaald jaar gebeurt op basis van 2 soorten consulten: standaardconsult € 86,20 en behandelconsult bij een gevonden soa € 148,56. Voorstel verhoging van de gemeentelijke bijdrage voor curatieve soa-bestrijding Om dit product kostendekkend aan te bieden wordt voorgesteld om in de begroting 2008 € 113.541 als inkomsten op te nemen, waarvan € 72.666,25 aan opbrengsten uit de VWS regeling en € 40.875 als onttrekking aan de algemene reserve. Product 1 B. 1.1. Voorlichting reizigers Ontwikkelingen Het reizen naar verre oorden maar ook populaire bestemmingen als Turkije, Egypte en Brazilië blijft toenemen en hiermee stijgt het risico op import van infectieziekten. GGD-en blijven stevig inzetten op het voorkomen van infectieziekten door een actief voorlichtingsbeleid. Uitvoering van de werkzaamheden op het niveau 2007.
—6—
GGD West-Brabant Begroting 2008
Product 1B. 1.2. Hepatitis B vaccinatie risicogroepen Ontwikkelingen Het ministerie van VWS heeft besloten dat de landelijke vaccinatiecampagne hepatitis B risicogroepen met minstens 2 jaar verlengd wordt. Daarna zal vaccinatie van gedragsgebonden risicogroepen in principe een structureel karakter krijgen. De huidige ondersteuning door GGD Nederland gaat door tot en met december 2008. Vanaf januari 2009 zal het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIB) de campagne van GGD Nederland gaan overnemen. Het CIB zal het initiatief nemen in het voorbereiden van en toewerken naar de structurele implementatie en daarvoor met GGD Nederland een plan maken. Plannen Voor gemeenten heeft deze ontwikkeling geen budgettaire gevolgen.
3.2 Productgroep 2: jeugdgezondheidszorg Kerntaak van de jeugdgezondheidszorg is het beschermen en bevorderen van de gezondheid en de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van jeugdigen. De GGD West-Brabant constateert dat zij met gebruikmaking van de huidige werkwijze, gebaseerd op de richtlijn contactmomenten basistakenpakket, haar beschermende en bevorderende functie niet optimaal kan waarborgen. Hoewel de jeugdgezondheidszorg veel signaleert, is er te weinig ruimte voor gerichte risicosignalering en het aanbieden van adequate interventies zoals advisering, ondersteuning, zorgcoördinatie en lichte hulpverlening. De druk op de achterliggende voorzieningen wordt daarmee opgevoerd en de zorg voor risicokinderen en hun gezinnen komt vaak te laat of is niet passend. De aandacht vanuit de afdeling JGZ voor de vijf gemeentelijke taken voor jeugd is in de huidige situatie niet in balans. Vernieuwing JGZ: sluitende aanpak voor risicojeugd Medio 2006 werd in de GGD afdeling jeugdgezondheidszorg een project gestart met het doel de dienstverlening aan te passen aan wensen en zorgen van de politiek. Zodanig dat de 5 gemeentelijke WMO functies op het terrein van jeugdbeleid: informatie en advies, signalering, toegeleiding naar hulpverlening, pedagogische advisering en zorgcoördinatie evenals de WCPV taken: monitoring en collectieve preventie ten dienste staan van de door het openbaar bestuur gewenste sluitende aanpak voor risicojeugd door de GGD. Naast vernieuwing van het productenpakket is een belangrijk doel van dit project het realiseren van een integrale jeugdgezondheidszorg en een optimale bijdrage leveren aan de door gemeenten gewenste vernieuwing van het jeugdbeleid. Medio 2007 zullen aan het bestuur voorstellen worden gedaan voor vernieuwing van de dienstverlening. Er worden tevens - efficiency - maatregelen getroffen om binnen het huidige budget noodzakelijke aanpassingen van risico signaleringsmethoden, interventies en preventieprogramma's te realiseren. Inmiddels is een pilot Elektronisch Kinddossier (EKD) van start gegaan. Vooruitlopend op de uitkomsten van het vernieuwingsproject en in de lijn van de gewenste / noodzakelijke veranderingen worden ten behoeve van 2008 voorstellen gedaan voor beleidsintensivering en nieuw beleid. Beleidsintensivering: invoering elektronisch kind dossier (EKD) De staatssecretaris van VWS, mevrouw Ross heeft besloten tot de invoering van het elektronisch kinddossier; de landelijke overheid draagt een deel van de financiële kosten, te weten € 25.000.000 (waarvan € 5.000.000 voor een adequate verwijsfunctie). Een gedeelte van dit bedrag wordt ingezet via de stichting EKD, die zorg zal dragen voor de aanbesteding van het landelijk systeem. Voor verdeling over de gemeenten blijft € 6.500.000 over. VWS heeft meegedeeld dat dit middels verhoging van de RSU-gelden zal gebeuren. Vanuit deze RSU-gelden dienen dan ook de kosten voor de GGD te worden vergoed. De resterende € 6.500.000 wordt verdeeld over 35 GGD-en en 68 thuiszorginstellingen; tenzij landelijk besloten wordt een en ander in te zetten voor uniformering van de software. Maximaal mag gerekend worden op een bijdrage van € 100.000 De projectbegroting voor GGD West-Brabant (conform systematiek Hart voor Brabant) bedraagt € 216.000 structureel en € 1.100.000 eenmalig. Deze projectbegrating is door de GGD West-Brabant naar beneden bijgesteld, wat resulteert in het volgende overzicht: Raming GGD+ incidenteel structureel Totaal 1e jaar
Raming GGD West-Brabant
Dekking landelijk
nog te dekken
848.000 216.000
690.000 120.000
100.000
590.000 120.000
1.064.000
810.000
100.000
710.000
Voor 2007 is de voorbereiding van het elektronisch kinddossier ten laste gebracht van de algemene reserve. Ook voor 2008 en verder zal het ontwikkelen, invoeren en gebruiken extra kosten meebrengen, die slechts zeer ten dele door VWS vergoed zullen worden. Voor 2008 is daarvoor structureel € 120.000 extra nodig. Ook in 2008 zal een onttrekking van de algemene reserve nodig zijn ter dekking van de incidentele kosten. De omvang daarvan zal worden geschat in de beheersbegroting 2008. Daarnaast is het gewenst dat de algemene reserve gecompenseerd wordt voor de onttrekkingen in het kader van de implementatie EKD.
•7
GGD West-Brabant Begroting 2008
Beleidsintensivering: Signalering en monitoring in de Jeugdgezondheidszorg Ontwikkelingen In de Jeugdgezondheidszorg moet de aandacht meer gericht worden op risicogroepen gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en de rol die Jeugdgezondheidszorg daar in kan en moet spelen. Dit betekent dat binnen de gehele populatie jeugd risicogroepen gedefinieerd moeten worden op basis van risicoprofielen en dat signalering, monitoring en interventie afgestemd moeten worden op de verschillende gedefinieerde groepen waaronder ook de jeugd die niet als specifieke risicogroep gedefinieerd is. In 2007 is een project van start gegaan met het doel verantwoorde evidence based signalerings- en monitorings methoden te ontwikkelen op basis van risicoprofielen. Plannen In samenwerking met gemeenten, academische werkplaats en landelijk erkende onderzoeksinstituten worden signaleringsmethoden op basis van risicoprofielen ontwikkeld en uitgetest door middel van experimenten in gemeenten en getoetst op effectiviteit. Gedurende het gehele traject is er afstemming met de inspectie voor de gezondheidszorg. Financiële consequenties voor 2008 Vernieuwing van de signalering en monitoring systematiek vindt budgetneutraal plaats met gelijktijdige uitvoering van signalering op de huidige contactmomenten volgens het Basis Taken Pakket. De werkwijze van de Preventieve Gezondheids Onderzoeken wordt voor de duur van het ontwikkeltraject zodanig aangepast dat ruimte gecreëerd wordt voor experimenten met behoud van verantwoorde kwaliteit. Beleidsintensivering: Bemoeizorg in de JGZ vanaf 2008 Ontwikkelingen Bemoeizorg in de JGZ is een evidence based methode voor bereik van kwetsbare kinderen wiens gezondheid en ontwikkeling ernstig bedreigd wordt, met als doel toegang te krijgen tot het gezin en hulp en ondersteuning op gang te brengen. Het betreft hier een groep kinderen waarvan de gezondheid maar ook de veiligheid in het geding is. Deze groep valt onder doelgroep kwetsbare kinderen waarop JGZ intensivering wenst van beleid en uitvoering. Bemoeizorg in de JGZ is opgenomen in landelijke database van 18 effectieve interventies voor opvoed- en opgroeiondersteuning. Uit evaluaties met pilots in diverse gemeenten (Roosendaal, Drimmelen, Oosterhout, Werkendam) blijkt dat het bij bijna 90% van de gezinnen lukt om hulp en ondersteuning in gang te zetten. Bemoeizorg in de JGZ past volledig in de uitgangspunten van de vernieuwing JGZ. In 2007 wordt dit product in een 7-tal gemeenten uitgevoerd op projectsubsidiebasis. Plannen Uitvoering van dit product in iedere gemeente van West-Brabant. Via de maatwerkgesprekken zal gestreefd worden naar zoveel mogelijk aanvullende afspraken met iedere gemeente. In de discussie over de nieuwe productencatalogus zal voorgesteld worden dit product op te nemen in het uniforme deel van het productenpakket GGD. Het betreft hier een product voor de integrale JGZ 0-19 jaar. Uit: Rapport van de Inventgroep (Ory, Schrijvers en Hermans) hoofdstuk 1: Opvoeden en opgroeien in Nederland aan het begin van de 21e eeuw,: "de groep kinderen die fundamenteel in ontwikkeling bedreigd wordt is naar schatting 2% tot 5%". Cijfers tot nu toe uit evaluaties van pilots bemoeizorg in West-Brabant lopen uiteen van 1% van de 0-19-jarigen in plattelandsgemeenten tot 7% in achterstandswijken van grote steden. Uitgangspunt voor de berekeningen voor heel WestBrabant is 2%. Financiële consequenties voor 2008 Er zijn 7 gemeenten die dit product in voorgaande jaren en in 2007 afnemen als plusproduct (overige opbrengsten in 2007 voor€ 102.500). Uitgangspunt is dat ook andere gemeenten van dit product gebruik gaan maken binnen de maatwerkoptie. Naast bovengenoemd product voorziet de directie ook de noodzaak van de vangnetfunctie JGZ. Wanneer namelijk vroegsignalering leidt tot het vinden van meer risicokinderen, dan zal de GGD minimaal zorg moeten dragen voor de vangnetfunctie totdat de reguliere hulpverlening adequaat op gang is gebracht. Verwacht wordt dat in 2008 met gemeenten de eerste aanvullende afspraken hierover gemaakt worden.
—8—
GGD West-Brabant Begroting 2008
Beleidsintensivering: Aansluiting van JGZ bij de zorgstructuur op scholen 2008 Ontwikkelingen Het onderwijs is voor JGZ de belangrijkste vindplaats voor signalering van problemen. Zorgadviesteams (ZAT's) in het primair en voortgezet onderwijs vervullen een centrale rol in de zorgstructuur van het onderwijs en jeugdbeleid. ZAT's zijn interdisciplinaire teams waarin professionals (speciaal) onderwijs, het welzijnswerk, de jeugdzorg, de gezondheidszorg en veiligheid structureel samenwerken om scholen, gezinnen en kinderen/jeugdigen met (vermoedens van) emotionele gedrags-, ontwikkelings- en/of schoolleerproblemen te ondersteunen. De functies van het ZAT omvatten vroegsignalering, consultatie, preventie en het activeren en bieden van passende, afgestemde zorgverlening die emotioneel welbevinden, ontwikkeling, positief gedrag, onderwijsdeelname en leerprestaties bevorderen. De JGZ is van oudsher verbonden aan scholen en kan als laagdrempelige voorziening een spilfunctie vormen binnen een ZAT, met het Elektronisch Kind Dossier (EKD) als belangrijk instrument waar alle informatie van kinderen/jeugdigen samen komt. Om aan te sluiten bij de (landelijke) ontwikkelingen dient JGZ haar werkwijze aan te passen, waardoor de signalering, advisering en toegeleiding van gezondheidsproblematiek in het onderwijs verbeterd zal worden. Dit wil zij bereiken door: goede bereikbaarheid en zichtbaarheid van het JGZ-team op school advisering en ondersteuning bieden aan ouders en leerkrachten of intermediairs op scholen bij signalering, preventieactiviteiten en toegeleiding naar zorgverlening aansluiting op de interne en externe leerlingenzorg, deelname aan de ZAT's. In het definitieve regeerakkoord d.d. 13-02-2007 wordt gezegd dat het concept van brede scholen zal worden gestimuleerd. De verwachting is dat binnen enkele jaren het aantal brede scholen zal verdubbelen en vroegtijdige aansluiting van c.q. samenwerking met de GGD is hierbij gewenst. Verder staat vermeld dat de plek van zorgleeriingen in het reguliere onderwijs afhankelijk wordt van de aanwezige voorzieningen en de expertise van de leerkrachten. Ook hierin is ondersteuning door de GGD van belang. Het speciaal onderwijs blijft een noodzakelijke aanvulling op het reguliere onderwijs. Plannen / beleidsintensivering Structurele afstemming van zorg en continuïteit hierin. Voor deelname aan zorgadviesteams in alle scholen voor het basis, voortgezet en MBO onderwijs en advisering over zorgleeriingen wordt hierbij uitgegaan van gemiddeld een uur per week per school gedurende 40 weken van het jaar. Beleidsintensivering: Zorgcoördinatie Ontwikkelingen Gemeenten in West-Brabant wensen de coördinatie lokale zorg aan jongeren met complexe meervoudige problematiek te intensiveren. Beoogd wordt de zorgketen rondom risicogezinnen te versterken met het doel het bereiken van een optimale continuïteit van het zorgproces. De GGD ziet voor zichzelf samen met de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar een rol in de zorgcoördinatie. Als houder van het Integraal Dossier Jeugdgezondheidszorg/ Elektronisch Kind Dossier (EKD) kan de jeugdgezondheidszorg er voor zorgen dat van alle kinderen in het werkgebied informatie bekend is, zodat de risicokinderen opgemerkt en begeleid / doorgeleid kunnen worden. Het doel van zorgcoördinatie is het afstemmen van de benodigde hulpverlening op elkaar en de coördinatie van de uitvoering ervan, zodat ouders weer (of voor het eerst) zoveel mogelijk de regie over hun eigen gezinssituatie krijgen. De afstemming is gericht op het verminderen of beheersbaar maken van de problematiek binnen de gezinnen zodanig dat een opvoedingsklimaat ontstaat waarin kinderen zich veilig en optimaal kunnen ontwikkelen. Zorgcoördinatie ziet de GGD als verlengde arm van het openbaar bestuur, noodzakelijk om maatschappelijke risico's in het openbare domein tegen te gaan. Tevens is het één van de 5 gemeentelijke taken op het gebied van opvoed- en gezinsondersteuning. Zorgcoördinatie in de Jeugdgezondheidszorg is het logische vervolg op de andere taken van de Jeugdgezondheidszorg zoals omschreven in het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar en kan niet los hiervan worden gezien. Deze taken zijn onder andere: Monitoring & signalering, Inschatten zorgbehoefte, voorlichting, advies, instructie, begeleiding. Plannen Intensiveren van de individuele zorgcoördinatie, indien dit door gemeenten bij haar eigen jeugdgezondheidszorgorganisatie wordt belegd: de coördinatie van lokale zorg in het netwerk van zorgverleners, inclusief doorzettingsmacht als verlengde arm van lokaal bestuur. Het huidige pakket van de GGD met gelimiteerde contactmomenten biedt onvoldoende ruimte om goed invulling te geven aan de zorg coördinatie taak. De GGD wil volgens een met gemeenten overeen te komen methodiek uitvoering geven aan zorgcoördinatie als uniform deel van de Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Beleidsvernieuwing: Licht ambulante begeleiding Ontwikkelingen Vanuit de WCPV is opvoedingsondersteuning een taak van de Jeugdgezondheidszorg, als onderdeel van het basistakenpakket. Vanuit de WMO is opvoedingsondersteuning een gemeentelijke taak in het kader van het preventief jeugdbeleid. Een van de kerntaken binnen de opvoedingsondersteuning is licht ambulante begeleiding. Uit het oogpunt van preventie is het belangrijk om in opvoed- en opgroeihulp te investeren. g
GGD West-Brabant Begroting 2008
De Jeugdgezondheidszorg beperkt hiermee de toegeleiding naar gespecialiseerde zorg en hulpverlening en dus ook de wachtlijsten en de kosten van de gezondheidszorg. Maar kan mogelijk ook erger voorkomen onder andere op het gebied van gedragsproblemen, kindermishandeling en schoolverzuim. Bij licht ambulante begeleiding gaat het om een preventief en vrijwillig aanbod van advies, hulp en steun aan gezinnen waarbij de opvoeding stagneert of waarbij sprake is van psychosociale problematiek bij de jeugdige. Kenmerken van de licht ambulante begeleiding is dat het kortdurend is, dicht bij de ouders staat en gemakkelijk toegankelijk moet zijn voor de ouders. Bekend is dat 15% van de ouders opvoedproblemen ervaart (SCP/TNO 2005). Uit onderzoek blijkt dat ouders vaak geen idee hebben waar ze terecht kunnen voor licht ambulante begeleiding, en dit geldt nog sterker voor allochtone ouders. Deze lichtambulante zorg heeft bij gesignaleerde risico's een vangnetfunctie tot het moment dat de geëigende hulpverlening is georganiseerd. Plannen De Jeugdgezondheidszorg wil deze taak oppakken. Vanuit de toekomstige centra voor jeugd en gezin in de wijk en/of vanuit de school kan de Jeugdgezondheidszorg haar expertise inzetten met behulp van licht ambulante begeleiding. Dit kan ook toegepast worden in de thuissituatie. De Jeugdgezondheidszorg kan een goede combinatie maken met haar brede signaleringsfunctie, waardoor het voor ouders duidelijk en makkelijker wordt waar zij terecht kunnen met hun opvoedingsvragen. Vanaf 2008 worden de financiële middelen voor licht ambulante begeleiding overgeheveld naar de gemeentes waardoor deze verantwoordelijk worden voor deze taak. De huidige werkzaamheden kunnen prima aansluiten bij de taak LAB. Er is geen uitval door overdracht of wachtlijsten. JGZ is laagdrempelig en herkenbaar voor ouders. LAB kan daar prima op aan sluiten door laagdrempelig en toegankelijk te zijn. Het is voor veel ouders vanzelfsprekend om naar de JGZ te gaan. Geen wachtlijsten. De GGD/JGZ heeft medische expertise (jeugdartsen) in huis, waardoor in eerste instantie goed gescreend wordt waar het kind de beste hulp kan krijgen. Somatische pathologie wordt zorgvuldig onderscheiden van psychosomatische problematiek. Bij de keuzes voor interventies wordt uitgegaan van bewezen effectieve interventies. Product 1 A. 2.2. Preventief logopedische screening Het signaleren van spraak- en taalproblemen bij kinderen is een wettelijk vastgelegde taak binnen het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg. In de richtlijn contactmomenten Jeugdgezondheidszorg staat de spraakMaalscreening apart beschreven tijdens het PGO voor 5-jarigen. Op landelijk niveau bestaat er echter onduidelijkheid over de wijze van uitvoering van deze taak, zowel op het inhoudelijke als het financiële vlak. Onduidelijk is welk instrumentarium en welke discipline voor de uitvoering van deze screening het meest geëigend zijn. Het Dagelijks Bestuur van de GROGZ West-Brabant heeft in 2005 ingestemd om een pilot op het product logopedische screening voor de gemeente Breda op alternatieve wijze uit te voeren, onder voorwaarden. De pilot die momenteel wordt ontwikkeld betreft een grofmazige screening met een nieuw instrument dat elders is ontwikkeld en momenteel op een aantal plaatsen in Nederland wordt uitgetest. Deze screening is gekoppeld aan bestaande contactmomenten van de Thuiszorg met 2, 3 en 4-jarigen. De rol van de logopedisten ligt in de pilot bij deskundigheidsbevordering en follow-up bij de gesignaleerde kinderen. De pilot spraak-taal (preventieve logopedie) in de gemeente Breda is nooit gestart. Ergens eind 2005 is in overleg met de gemeente besloten de pilot niet per 1 januari 2006 in te laten gaan, maar wellicht per 1 januari 2007. Eén en ander in afwachting ook van wat er landelijk aan besluitvorming zou kunnen volgen ten aanzien van zowel de inhoud van de contactmomenten als de inhoud van de logopedische screening. Ook is toen afgesproken reeds in september 2006 opnieuw overleg met de gemeente te hebben over of 1 januari 2007 een go-moment zou worden. In het overleg van september 2006 is vervolgens besloten ook af te zien van een start van de pilot per 1 januari 2007. Reden hiervoor was dat het Ministerie van VWS voor de zomervakantie aan TNO de opdracht had gegeven te onderzoeken welke screeningsinstrumenten voor logopedie er zijn en ook (bewezen) effectief zijn. Dit onderzoek is pas richting juni 2007 afgerond. Met de gemeente is afgesproken wel in maart 2007 opnieuw bij alle met name landelijke ontwikkelingen stil te staan, in relatie tot de in de startblokken staande pilot. Met de gemeente Breda is afgesproken dat de GGD West-Brabant de logopedische screening conform het huidige basistakenpakket wel bleef uitvoeren op de OKB-scholen (Onderwijs Kansen Beleid). De kosten hiervan mogen worden gedekt uit de reservering van de middelen logopedische screening van Breda. Inmiddels gaan (bij de GGD West-Brabant) binnen het JGZ-vemieuwingstraject de gedachten, voor wat betreft de logopedische screening op West-Brabantse schaal, uit naar dat wat in de pilot spraak-taal van Breda staat. Dit kan mogelijkerwijs de motivatie van de gemeente Breda vergroten om, ondanks landelijke vertragende ontwikkelingen, toch te besluiten tot een start van de bewuste pilot als experiment binnen het vemieuwingstraject JGZ. Een aan te voeren argument is dat de GGD West-Brabant en de twee thuiszorgorganisaties binnen een pilot toch reeds ervaring op gaan doen met de beoogde werkwijze, ook al bestaat het risico dat er landelijk op termijn een besluit komt een ander instrument te kiezen. Daarnaar is desnoods relatief snel overgeschakeld.
—10—
GGD West-Brabant Begroting 2008
3.3
Productgroep 3: epidemiologie
Implementatie van lokaal gezondheidsbeleid De werkzaamheden van het team epidemiologie bestaan uit het uitvoeren van de klassieke monitors, het genereren van data en schrijven van rapporten. De huidige beschikbare GB-capaciteit is volledig afgestemd op de productafspraken en deze werkzaamheden. Essentieel voor het team, GB en de GGD is het ontwikkelen en implementeren van het regionaal zorgkompas en het uitbouwen van de monitorfunctie door koppeling met gegevens van andere organisaties. Hieraan wordt in de huidige formatie niet toegekomen. Voorgesteld wordt om hiervoor € 140.000 te reserveren (1 fte epidemioloog en 1 fte GVO-beleid).
3.4
Productgroep 4: bewaken gezondheidsaspecten bij bestuurlijke beslissingen
De afdeling GB voert de producten epidemiologie, OGGZ-preventie, preventieprogramma's bevolking en beleidsadvisering uit conform afspraak zoals vastgelegd in de productencatalogus. Het doel van de producten is de samenwerking en afstemming met andere partijen die werken in de uitvoering van gezondheidsbevordering binnen het gemeentelijk gezondheidsbeleid te versterken. Hiermee zorgen we ervoor dat, rekening houdend met de beperkte beschikbaarheid van middelen op lokaal niveau, bestaande wetenschappelijk onderbouwde gezondheidsbevorderende interventies worden uitgevoerd en worden ingebouwd in de lokale infrastructuur. De beleidsmatige basis hiervoor wordt bepaald door de prioriteiten uit de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV), lokale kemboodschappen, actieplan IGZ-vertaling, de nota's voor lokaal gezondheidsbeleid en de prioriteiten uit de landelijke preventienota "Kiezen voor gezond leven". Intensivering van beleid op speerpunten uit de preventienota 2007 "Kiezen voor gezond Leven" en WMO Vanuit de huidige productcatalogus is er nog onvoldoende inzet mogelijk op de onderwerpen schadelijk alcohol gebruik onder jongeren, OGGZ/Depressie en WMO. Dit terwijl steeds meer data beschikbaar zijn dat juist op deze gebieden ziektelast in zorgwekkende mate toeneemt en hier veel gezondheidswinst te behalen valt. Binnen de huidige formatie is gebrek aan ruimte om hierop voldoende inzet te plegen. Het gaat hierbij om inzet op het gebied van beleidsontwikkeling en -uitvoering met betrekking tot preventief alcoholbeleid. Daarnaast vereisen inspanningen op de gebieden van OGGZ-beleid zeer specialistische kennis en vaardigheden die op dit moment nog niet verenigd zijn in één persoon. Hetzelfde geldt voor het gebied van WMO in relatie met volksgezondheid. Voorgesteld wordt om hiervoor € 175.000 te reserveren (1 fte GVO-beleid Alcoholpreventie, 1 fte OGGZ-beleid en 0,5 fte WMO-beleid). Versterking van beschikbare capaciteit voor de interne beleidsondersteuning o.a. t.b.v. beleidsplan GGD en innovaties JGZ. Het accent zal daarbij gelegd worden op kwaliteitsverbetering van innovaties van de diensten en producten. De huidige beschikbare GB-capaciteit (met name GVO-beleidsmederwerkers, beleidsadviseurs en epidemiologen) is volledig afgestemd op productafspraken (productencatalogus en additioneel door derden gefinancierde projecten). Hierdoor is er onvoldoende capaciteit beschikbaar om aan de overige beleidsambitities bij te dragen. Voorgesteld wordt om hiervoor €140.000 te reserveren (1 fte GVO-beleid en 1 fte epidemioloog).
3.5
Productgroep 5: preventieprogramma's
Product 1A.5.1 Publieksinformatie Implementatie Zorgwelbrabant Zorgwelbrabant (sociale kaart op Internet) is een samenwerkingsverband van GGD-en in Noord-Brabant met actuele lokaleen regionale informatie over zorg, welzijn en wonen. In juni 2006 heeft de VNG, de Vereniging van Openbare Bibliotheken en GGD Nederland een overeenkomst getekend met als doel hun sociale kaartsystemen te koppelen waardoor er een gezamenlijke landelijke sociale kaart van Nederland wordt gerealiseerd. De implementatie van Zorgwelbrabant vraagt een (tijdelijk) extra impuls (op basis van bedrijfsplan Zorgwelbrabant (2006-2009). Voorgesteld wordt om ter dekking van de incidentele kosten in 2008 hiervoor € 32.600 te reserveren. Presentatie GGD in 'the brave new worid' De GGD bevindt zich in een wereld die steeds sneller wordt en waarbij steeds meer wordt gefocussed op korte kernachtige boodschappen waarin met name het visuele aspect erg belangrijk is. Technische ontwikkelingen volgen zich in razendsnel tempo op. Dit vindt ook zijn weerslag in de manier van communiceren met de doelgroepen van de GGD. Om als gezaghebbende partij in de gezondheidswereld te worden gezien zal op deze ontwikkelingen moeten worden ingespeeld. Medewerkers moeten in staat zijn vanaf hun werkplek ontwikkelingen te volgen. Hierbij denkend aan filmpjes en interactieve internetsites, maar ook aan mogelijkheden om zelfstandig representatieve presentaties te kunnen maken en opslaan. Presentaties die optimaal aansluiten bij de doelgroep en dus mogelijkheden in zich hebben die niet door de huidige apparatuur/programmatuur ondersteund wordt. Voorgesteld wordt om ter dekking van de incidentele materiële kosten hiervoor € 50.000 te reserveren.
—11 —
GGD West-Brabant Begroting 2008
Product 1A.5.3 en 1C. 5.1 Preventieprogramma's bevolking Regie en sturing op samenhang De effectiviteit van preventie neemt toe, wanneer interventies in samenhang worden toegepast. Uit de evaluatie van de lokale nota's volksgezondheid, de regionale VTV en de lokale kernboodschappen blijkt dat het regionale en lokale preventieaanbod versnipperd is en de samenhang ontbreekt. Er is onvoldoende beeld van de verschillende preventieactiviteiten en al helemaal niet van het bereik en het effect hiervan. Een structureel preventieoverleg in de regio West-Brabant ontbreekt. Het past binnen de taakstelling van gezondheidsbevordering om een dergelijk platform op te richten en in stand te houden. Voorgesteld wordt om hiervoor€35.000 te reserveren (0,5 fte GVO-beleid).
3.6
Productgroep 6: medische milieukunde
Product 1A. 6.1. Medische Milieukunde Ontwikkelingen Gezondheid, milieu en veiligheid in de regio West-Brabant Gezondheid in relatie tot milieu en veiligheid krijgt steeds meer aandacht, zowel in de media als op de politieke agenda. Deze toegenomen aandacht is duidelijk te merken bij de GGD. Uit de cijfers van de afgelopen 5 jaar blijkt dat het aantal vragen en klachten verdubbeld is. In 2002 zijn 117 vragen en klachten behandeld. In 2006 is dit al toegenomen tot 251. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat dit in aantal zal afnemen. De verwachting is dat dit verder zal stijgen door de ontwikkelingen op gebied van luchtkwaliteit, UMTS/GSM, geluidsoverlast en verstedelijking. Stand van zaken formatie binnen de regio West-Brabant Ondanks de verdubbeling in aantal klachten en vragen in 5 jaar tijd is de formatie slechts licht toegenomen. Binnen het landelijk versterkingsproject Medische Milieukunde zijn handvatten opgesteld voor formatie-niveau bij GGD'en; het zogenaamde waakvlamniveau en handreiking bedrijfsvoering (zie ook bijlage). Voor de GGD West-Brabant betekent dit het volgende: Waakvlamniveau Gedurende het versterkingsproject is een richtlijn ontwikkeld om minimaal te komen tot het waakvlamniveau. Het waakvlamniveau geeft de ondergrens aan waaronder uitvoering van de WCPV taak niet mogelijk is. Belangrijkst nadeel van deze berekening wordt het ontbreken van de inhoudelijke onderbouwing genoemd. Op basis van het cijfermatige waakvlamniveau en de berekeningen van GGD Nederland zou de formatie in de regio Brabant/Zeeland minimaal 2,6 fte moeten bedragen. De huidige formatie bedraagt 2,6 fte. West-Brabant voldoet hiermee aan het waakvlamniveau. Echter, hierbij wordt geen rekening gehouden met de milieugezondheidkundige belasting van deze regio: veel industrie, snelwegen, HSL e.d. (zie ook argument 'milieurisico's in West-Brabant). Handreiking bedrijfsvoering medisch milieukundige zorg In reactie op het waakvlamniveau is een handreiking bedrijfsvoering medisch milieukundige zorg opgesteld. Deze bevat wel een inhoudelijke onderbouwing van de formatie die nodig is om het modeltakenpakket medisch milieukundige zorg conform WCPV op minimaal niveau uit te kunnen voeren (hierna streefformatie genoemd). Op basis van de handreiking bedrijfsvoering medisch milieukundige zorg zou de minimale formatie in West-Brabant minimaal 3,34 fte (incl. GHOR) moeten bedragen. Dit is een tekort van 0,73 fte. Plannen / beleidsintensivering en streefformatie in 2008 Niet alleen de verdubbeling van het aantal vragen en klachten in 5 jaar tijd, vraagt om een toename in formatie. Er zijn ook nog andere ontwikkeling die een verhoging van de formatie rechtvaardigen. Proactiefi.p.v. reactief Het Bureau wil een deskundige en gezaghebbende gesprekspartner en adviseur zijn van gemeenten, GHOR-regio's en provincies. Dat betekent niet alleen ad hoc bij problematiek betrokken zijn, maar juist in een vroeg stadium bij ontwikkelingen meedenken en adviseren. Indien de formatie op waakvlamniveau blijft, is er weinig aandacht voor preventie en pro-actie en voor een structurele beleidssamenwerking tussen gemeenten, milieudiensten en GGD-en. Er kan alleen reactief op vragen en klachten gereageerd worden. Dit kan voor gemeenten ondermeer leiden tot: • het onvoldoende benutten van kansen om de gezondheid van de burgers te verbeteren; • onrust achteraf bij bewoners door slecht onderbouwde keuzes in de ruimtelijke ordening; • imagoschade bij gemeenten bij het onvoldoende gebruik maken van de medisch milieukundige expertise in vaak publiciteitsgevoelige kwesties; • het onvoldoende voorbereid zijn op ongelukken en rampen; • het onvoldoende kunnen inspelen op nieuwe wetgeving vanuit de Europese unie. Een belangrijk speerpunt is bijvoorbeeld kind en milieu.
—12—
GGD West-Brabant Begroting 2008
Veiligheid Het Bureau GMV wil het aandachtsveld Veiligheid verder ontwikkelen. Dit thema komt ook komt steeds hoger op de politieke agenda te staan. In West-Brabant speelt dit zowel bij het vervoer van gevaarlijke stoffen door deze regio als bij de grote (chemische) industrie die hier aanwezig is. Niet alleen de risico's dienen hierbij bekeken te worden, maar vooral ook de beleving van deze risico's door burgers. Zo zorgt straling door bijv. UMTS-antennes ook voor onveilige gevoelens. Tevens heeft veiligheid raakvlakken met andere thema's bijvoorbeeld meer aandacht voor groen en leefkwaliteit in woonwijk, meer mogelijkheden voor veilig bewegen en spelen en terugdringen risicovolle activiteiten in wijken. (Risico)communicatie Inwoners hebben steeds meer behoefte aan informatie over risico's in de omgeving. Zij verwachten ook dat gemeenten hen hierover inlichten. Gemeenten vinden deze communicatie echter lastig, dit blijkt onder meer uit de eerste resultaten van een stage-onderzoek vanuit het Bureau naar de communicatie over luchtkwaliteit. Het Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid is een belangrijke partner van gemeente op gebied van risicocommunicatie en kan een verbindende rol spelen tussen partijen met verschillende belangen. Gemeenten geven ook aan dat ze behoefte hebben aan deze ondersteuning vanuit het Bureau. (Position paper, 2006) Op dit moment is de formatie om de gemeenten in West-Brabant hierin goed te kunnen ondersteunen te beperkt. Milieurisico's in West-Brabant In West-Brabant vinden de nodige infrastructurele ontwikkelingen plaats die van invloed kunnen zijn op de leefomgeving, zoals de verbreding A16, aanleg HSL-lijn en -shuttles en de economische ontwikkelingen die dit tot gevolg heeft, uitbreiding industrieterrein Moerdijk. Niet alleen grote gemeenten, maar ook de kleinere gemeenten krijgen hiermee te maken. Er is dan ook een tendens te signaleren dat ook de middelgrote gemeenten steeds vaker een beroep doen op de diensten van het Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid. Nationaal en Europees beleid Naast lokale/regionale ontwikkelingen blijkt ook uit ontwikkelingen op hoger niveau dat het thema milieu en gezondheid in de toekomst belangrijk blijft. Zo heeft het kabinet op basis van het 4 jaarlijkse EU actieplan 'milieu en gezondheid' besloten om iedere 4 jaar een nota Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid op te stellen. Deze nota geeft invulling aan het onderdeel 'omgeving' van het preventiebeleid Volksgezondheid. In 2008 zal de eerste nota uitkomen. Eigen inspanningen Uit bovenstaande opsomming blijkt dat een aantal doelstellingen niet gehaald kunnen worden door een tekort aan formatie. Om deze ontwikkeling om te buigen zijn er door het Bureau GMV de volgende acties reeds ingezet Externe financiering Binnen het Bureau GMV worden al jaren met succes extern gefinancierde activiteiten uitgevoerd. Echter, dit leidt tot de volgende knelpunten: • De verhouding projecten/structurele werkzaamheden groeit scheef; binnen het Bureau GMV wordt circa 40% op dit moment inverdiend (waarbij de werkzaamheden voor de GHOR (24-uur en reguliere dienstverlening) onder de projecten worden gerekend). Dit is al enige jaren het geval. • Alle beschikbare capaciteit is ingezet; dit betekent dat voor nieuwe grote externe opdrachten de beschikbare formatie niet toereikend is, zonder de reguliere dienstverlening te ondermijnen. Externe opdrachten tot een bedrag van 10.000 euro zijn nog wel op te vangen. Frontoffices/backoffice Door centralisering van de milieugezondheidskundige kennis in één (boven)regionaal centrum is een efficiencyslag gemaakt. Door het inzetten van de specialisten op bepaalde onderwerpen wordt het werk efficiënter verdeeld. Ook met de invoering van een front- en een backoffice wordt een snelle en adequate afhandeling van vragen en klachten beoogd. Voorstel / beleidsintensivering Indien het aantal vragen en klachten de komende tijd de beschreven stijgende lijn volgt, zullen de werkzaamheden hoofdzakelijk reactief blijven. Om op bovengenoemde ontwikkelingen in te kunnen spelen is een verhoging van de formatie met 0,73 fte dan ook noodzakelijk. De verhoging van de formatie met 0,73 fte betekent een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met€ 92.000 (integraal tarief HBO milieu gezondheidskundige).
—13—
GGD West-Brabant Begroting 2008
3.9
Productgroep 9: forensische geneeskunde
Ontwikkelingen De politie is meer kostenbewust. Dit leidt tot afname van de vraag naar forensische diensten. Hierdoor worden ook de opbrengsten voor de GGD lager. Financiële consequenties voor 2008 Verwacht wordt dat de opbrengsten met € 30.000 dalen t.o.v. 2007. Als gevolg hiervan moeten de kosten ook naar beneden bijgesteld worden.
3.10 Productgroep 10: bevolkingsonderzoeken Product 1A. 10.2. Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Ontwikkelingen Landelijk gezien zijn er bestuurlijke ontwikkelingen te verwachten binnen de bevolkingsonderzoeken baarmoederhalskanker en borstkanker. Het ministerie van VWS wil naar vijf regionale stichtingen voor bevolkingsonderzoeken. Deze zouden in 2010 gevormd moeten zijn. In eerste instantie wordt een start gemaakt met een haalbaarheidsanalyse waarin risico's, kansen, kosten, randvoorwaarden en een tijdsplanning helder worden. GGDplus wil bekijken wat de mogelijkheden zijn om een samenwerkingsverband te creëren voor sturing, epidemiologische ondersteuning, voorlichten, uitnodigen, informatieverstrekking en implementatie van de veranderingen in het landelijke programma. Hiertoe zou een voorstel gedaan worden aan het RIVM. Een andere ontwikkeling is die van de komst van een vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Deze aandoening wordt voor 70% veroorzaakt door HPV-virus. Er is inmiddels een vaccin ontwikkeld en beschikbaar. Er zijn landelijk nog geen uitspraken gedaan over het al of niet opnemen van dit vaccin in het Rijksvaccinatieplan. Plannen Voor 2008 betekent dit dat er gekeken gaat worden of de verschillende Cervixinformatie Systemen (CIS) van Noord-Brabant en Noord-Limburg samengevoegd kunnen worden. GGD West-Brabant werkt momenteel nog met twee systemen (Westelijk Noord-Brabant en Stadsgewest Breda). Door provinciale samenvoeging van deze systemen bespaar je in ieder geval op de automatiseringskosten en -activiteiten. Het uitnodigen en de coördinatie blijven vooralsnog decentraal. De Stichting BHK gaat over op een andere vergoedingensystematiek. In 2008 zullen de opbrengsten daardoor lager zijn voor de GGD. Financiële consequenties voor 2008 Door de veranderende vergoedingensystematiek zal er waarschijnlijk betaald worden op basis van werkelijk gemaakte uren en niet meer op basis van verrichtingen. Een andere genoemde ontwikkeling is het samenvoegen van de CIS bestanden consequenties heeft voor de ondersteuning van I&A. Uitgaande van een afbouwregeling van 3 jaar zou dit betekenen dat de inkomsten voor 2008 met 30% zullen dalen. Voor de totale begroting zou dit dan een terugloop van inkomsten van ongeveer € 46.000 euro betekenen. De afdeling gezondheidsbevordering zal naar verwachting € 3.236 minder ontvangen, de afdeling Middelen t.b.v. I&A ondersteuning € 8.728 minder en de afdeling AGZ € 34.618 minder ten opzichte van 2007. Op de totale kosten zal € 46.000 bespaard moeten worden..
3.11 Productgroep 11: markttaken Product 11.1. Reizigersvaccinatie Ontwikkelingen Van de reizigers naar verre oorden en populaire bestemmingen vertrekken velen zonder beschermende maatregelen. Hier liggen kansen voor de GGD. Er zijn ook bedreigingen omdat landelijk opererende organisaties contracten met ziektekostenverzekeraars in de wacht weten te slepen. Plannen In 2008 wordt de samenwerking met GGD-en in Brabant en Zeeland geïntensiveerd met het doel het marktaandeel reizigersvaccinaties te behouden en zo mogelijk te vergroten. Er komt 1 callcenter voor het maken van afspraken en de mogelijkheden voor het maken van afspraken via internet worden uitgebreid. Een in 2007 te starten Europees aanbestedingstraject voor de aankoop van vaccins moet leiden tot daling van de kosten. De inspanningen bij dit product zijn gericht op behoud / uitbreiding van het marktaandeel en het vergroten van kosteneffectiviteit met het primaire doel vergroten van de omzet en secundair om tegenvallers als gevolg van mogelijke daling van de vraag op te kunnen vangen.
—15—
GGD West-Brabant Begroting 2008
3.7 Productgroep 7: technische hygiënezorg (THZ) Product 1A. 7.1. Technische hygiënezorg kindercentra Ontwikkelingen In 2006 is het aantal kindercentra ongeveer met 30 toegenomen. Wanneer deze trend zich in 2007 voortzet is voor 2008 de huidige bijdrage van de gemeenten niet voldoende. Plannen / beleidsintensivering Een toename van het aantal kindercentra met naar verwachting 20 in 2007 betekent aan meerkosten in 2008 t.o.v. 2007 ruim € 18.000. Dit betekent dat de opbrengsten (bijdrage gemeenten) met eenzelfde bedrag t.o.v. 2007 moeten stijgen om dit product kostendekkend te kunnen leveren.
3.8 Productgroep 8: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Product 1 B. 8.1. OGZ-meldpunt Ontwikkelingen De laatste jaren is sprake van toename van het aantal meldingen complexe zorgvragen en van het aantal maatschappelijke steunsystemen en andere zorgoverleggen in de regio. De GGD wil graag bijdragen hieraan. Knelpunt is de beperkt beschikbare capaciteit. Plannen / beleidsintensivering Om aan de vraag naar afhandeling meldingen en zorgcoördinatie met betrekking tot complexe problematiek en aan de door gemeenten gewenste vraag met betrekking tot participatie van de GGD in en coördinatie van lokale zorgnetwerken te kunnen voldoen, is uitbreiding van de verpleegkundige formatie nodig met tenminste 2 fte (van 2,6 naar 4,6 fte) voor de hele regio West-Brabant. Ter dekking van de kosten van deze beleidsintensivering zal de gemeentelijke bijdrage met € 220.000 verhoogd dienen te worden. De kosten bestaan uit de loonkosten van 2 fte, huisvestingskosten, automatiseringskosten, facilitaire kosten en kosten ondersteuning personeelszaken en financiën) Product IB. 8.2. OGGZ preventie Beleidsintensivering: Psycho-sociale hulpverlening na ingrijpende gebeurtenissen (PSHI) Ontwikkelingen De GGD constateert een toenemende vraag naar advisering en begeleiding na ingrijpende gebeurtenissen. Zowel gemeenten, scholen als overige instellingen, doen steeds vaker een beroep op de GGD. Bij de verschillende partijen is er behoefte om gezondheids- en veiligheidsrisico's te verminderen en maatschappelijke onrust te voorkomen. Openbare gezondheidszorg en openbare orde en (sociale) veiligheid komen elkaar steeds meer tegen. De GGD voert de coördinatie over netwerken "Coördinatieteam psychosociale hulpverlening bij ingrijpende gebeurtenissen", waaraan een groot aantal organisaties en gemeenten deelnemen. Dit netwerk wordt geactiveerd wanneer zich een incident voordoet. De organisatie en coördinatie van de hulpverlening ter voorkoming of beperking van maatschappelijke onrust en verwerkingsstoomissen zijn de belangrijkste doelen van dit netwerk. Onze GGD kan de vragen onvoldoende oppakken. Er zijn onvoldoende medewerkers beschikbaar. Voor dit product is op jaarbasis 400 uur begroot. Kleinschalige incidenten en ingrijpende gebeurtenissen blijken een enorme impact te hebben op de directe omgeving waarin een incident plaatsvindt. Dit vraagt een bijzondere aanpak, die uitstijgt boven de reguliere dienstverleningspraktijk. De organisatie en coördinatie van de hulpverlening ter voorkoming of beperking van maatschappelijke onrust en verwerkingsstoomissen zijn de belangrijkste doelen van dit netwerk. Plannen / beleidsintensivering Invoering van een 24 uur bereikbaarheidsregeling en uitbreiding van de formatie met "1600 uur ten behoeve van de coördinatie en hulpverlening bij crises. De kosten worden geraamd op € 160.000 (€ 6.500 voor de bereikbaarheidsregeling en €153.600 voor 1600 uur psycholoog inclusief huisvesting, automatisering en facilitaire kosten). Product 1 B. 8.3. Spreekuur OGGZ Ontwikkelingen Mogelijk heeft het nieuwe regeringsbeleid gevolgen voor de intensivering van de zorg voor dak- en thuislozen. Vooralsnog gaat de GGD ervan uit dat de sociaal-medische zorg in 2008 op hetzelfde niveau zal blijven als in 2007 en dat gemeenten de zorg voor moeilijk bereikbare groepen niet willen intensiveren.
GGD West-Brabant Begroting 2008
Product 11.2. Hepatitis B: vaccinatie instellingen Ontwikkelingen Verwachting is dat het aantal te vaccineren personen zal dalen omdat de meeste medewerkers in de gezondheidszorg nu gevaccineerd zijn. Alleen nieuwe medewerkers en studenten in de gezondheidszorg worden nog verwacht. Financiële consequenties voor 2008 De opbrengsten op dit product zullen daarom naar verwachting met 50% in casu € 30.000 dalen t.o.v. 2007. Als gevolg hiervan moeten de kosten ook naar beneden bijgesteld worden. Product 11.5. Technische Hyqiënezorg (THZ) Ontwikkelingen Het jaar 2007 is het laatste jaar dat er desintegratieopbrengsten worden ontvangen voor de producten van THZ. Met de afname van de desintegratiekosten loopt een afname in producten parallel. In 2008 dienen gemeenten zelf te kiezen voor afname van producten van THZ. In 2007 is in de GGD een project gestart genaamd 'THZ verankerd in lokaal volksgezondheidsbeleid'. Dit project heeft als doelstelling om gemeenten te adviseren hoe zij uitvoering kunnen geven aan hun wettelijke taak om de volksgezondheid te bevorderen door risico's in instellingen op de verspreiding van pathogene micro-organismen in kaart te brengen en te monitoren, en te adviseren hoe zij deze risico's kunnen verkleinen en/of wegnemen. Op basis van deze uitkomsten wordt het belang van de producten van THZ benadrukt in de hoop op grotere afname van THZ producten. Plannen / beleidsvermindering Verwacht wordt dat wanneer geen extra aandacht wordt besteed aan het productenpakket THZ de opbrengst van de producten die momenteel worden gefinancierd door de desintegratiekosten, n.l. peuterspeelzalen, basisscholen en collectieve voorzieningen met € 40.000 zal afnemen. Dit zijn de desintegratieopbrengsten van 2007 inclusief de bijbetaling door gemeenten verminderd met een bedrag dat verwacht wordt dat gemeenten zullen blijven investeren in deze producten ondanks het verdwijnen van de desintegratiekosten. Als gevolg hiervan moeten ook de kosten met € 40.000 naar beneden bijgesteld worden. Product 11.6. Medische Advisering (MA) Ontwikkelingen In 2006 is een afname in aanvragen merkbaar. Gemeentelijke inspanningen en overheidsbeleid maken dat er minder klanten in de bijstand terecht komen. Naar verwachting zet deze trend zich door in 2007 en verder. Een maatregel die is genomen om de vraag naar medische adviezen te verhogen is de start in 2007 van het project genaamd 'Integraal Multidisciplinair Sociaal Medisch Adviesteam'. Dit project heeft als doelstelling een uniform werkend, ontschot, multidisciplinair sociaal medisch adviesteam. Het team komt op professionele wijze tegemoet aan de meest uiteenlopende adviesaanvragen van de gemeenten of anderen. Op basis van de uitkomsten van dit project zal een vernieuwd productenaanbod ontstaan. Plannen / beleidsvermindering Er wordt rekening gehouden met een daling van het aantal adviezen. Hiermee zullen de opbrengsten afnemen in 2008 met € 30.000 t.o.v. 2007. Als gevolg hiervan moeten de kosten ook naar beneden bijgesteld worden. GB de markt op Gezondheid, wellness en preventie van ziekte en aandoeningen komt steeds meer in de belangstelling. Niet alleen van individuen maar ook organisaties die afhankelijk zijn van die individuen zoals zorginstellingen, bedrijven en zorgverzekeraars. Vanuit diverse hoeken komen verzoeken om leefstijlprogramma's uit te voeren in bedrijven. Zorgverzekeraars focussen steeds meer op preventie. Deze bewegingen laten zien dat er een hele nieuwe markt ligt voor preventie en dus voor de GGD. Een markt die nu nog relatief onbekend is, maar dat niet moet blijven zodat hier tijdig en op een goede manier op kan worden ingespeeld. Dit vereist kwaliteiten en kennis die buiten het veld van de huidige medewerker GB ligt. Ook is binnen het huidige takenpakket geen ruimte om hierop te investeren. Voorgesteld wordt om hiervoor € 42.500 te reserveren (0,6 fte marketeer/marktonderzoeker/gespecialiseerde GVO-beleidsmedewerker).
3.12 Productgroep 12: expertisecentrum: een ondernemende GGD in ontwikkeling De GGD organisatie ontleent haar bestaansrecht aan haar kennis m.b.t. de openbare gezondheidszorg en het Openbaar bestuur. Kennis is de basis van beleid en praktijk, mits deze bruikbaar is en goed wordt opgepakt. Als hieraan wordt voldaan, is kennis de motor voor innovatie en kwaliteitsverbetering. Uit een advies van de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO) blijkt dat de aanwezige kennis onvoldoende wordt benut. Dit heeft te maken met organisatie, samenwerken en afstemmen. Bestaande kennis en nieuwe inzichten moeten beter worden gebruikt. De professionals binnen de GGD dienen hun expertise in deze te vergroten en op een zodanige wijze met elkaar te delen dat dit optimaal kan worden ingezet voor de gemeenten in West-Brabant. Door het managen van kennis wordt impliciete kennis van medewerkers zichtbaar en als expliciete kennis voor de organisatie toegankelijk. De GGD heeft de ambitie om zich verder te ontwikkelen als gezaghebbend en toonaangevend expertisecentrum openbare gezondheidszorg voor de gemeenten in de regio. Het expertisecentrum zal hier invulling aan geven door versterking van de evidence based beleidsontwikkeling en versterking van
—16—
GGD West-Brabant Begroting 2008
evidence based interventieprogramma's. Vanuit deze deskundigheid wordt het gemeentelijke beleid gevoed en ondersteund. Op basis van door directie gemaakte beleidskeuzes zal het expertisecentrum aan de slag gaan met een aantal innovatieve projecten. • Innovatie jeugdgezondheidszorg • Kennismanagement • Lokale kemboodschappen aan gemeenten Financiële consequenties Voor de verdere ontwikkeling van het expertisecentrum wordt voorgesteld om hiervoor € 190.000 te reserveren (2 fte GVObeleid, 1 fte epidemioloog en € 50.000 projectkosten).
—17—
GGD West-Brabant Begroting 2008
4
Paragraaf bedrijfsvoering
4.1
Product 0: "instandhouding GGD"
Via de beleidsbegroting 2007 is product O ingevoerd. Onder product O wordt verstaan de kosten voor instandhouding van de GGD. Het betreft kosten voor directievoering, bestuursondersteuning, relatiebeheer en ondersteuningstaken. Sinds het begrotingsjaar 2007 worden deze kosten als een apart product in rekening gebracht aan de gemeenten. Hierbij is gekozen voor de kostenneutrale wijze van invoering van product O, conform variant 1 uit het advies van Berenschot. Nu wordt voorgesteld om product O met een aantal componenten uit te breiden. Om de ingeslagen weg van de GGD inzake kwaliteitsontwikkeling, productvernieuwing/innovatie en het opleiden van personeel structureel te kunnen volhouden, is het noodzakelijk dat hiervoor ook structurele middelen beschikbaar zijn. In de afgelopen jaren is met behulp van incidentele middelen uit de voorziening verbeterplan en de ESF-subsidie, een noodzakelijk extra impuls gegeven aan kwaliteitsontwikkeling, innovatie en opleidingen en ontwikkeling. Hiermee is een stuk achterstand dat aanwezig was op deze onderwerpen ingelopen en op het gewenste niveau gebracht. Het is nu de opdracht om dit niveau vast te houden, zodat kwaliteitsontwikkeling van medewerkers en van de huidige en toekomstige diensten en producten gewaarborgd blijft. Voorgesteld wordt om de volgende componenten toe te voegen aan product 0: kwaliteit: € 65.000,o formatie kwaliteitmedewerker: uitbreiding met 0,5 fte naar 1,0 fte (= € 25.000) o uitvoering interne audit: formatieve inzet door interne auditoren (= 700 uur * € 50,- p/uur = € 35.000) o kosten externe audit: kosten certificeringbureau (€ 5.000) productvernieuwing/innovatie: € 140.000,o expertisecentrum: projectleider 1 fte (incl.overhead) (=€ 90.000) o dienstverlening van derden aan de organisatie: externe advisering (=€ 50.000) opleidingen: € 150.000,o out-of-pocket kosten van de opleidingen inzake het op peil houden van de vakbekwaamheid van de professionals: 100 medische professionals *€ 1.500 gemiddeld per professional. Tevens wordt voorgesteld om de volgende componenten, die reeds opgenomen zijn in product O, te verhogen: arbo-organisatie en arbo-beleid: € 32.000,o de kosten die tot nu toe zijn opgenomen in product O betreffen de zgn. out-of-pocketkosten aan de arbodienst. Deze zijn gestegen met circa € 7.000,-. o daarnaast is op basis van nieuwe wetgeving binnen de organisatie een preventiemedewerker en een verzuimconsulent aangesteld (2 * 0,25 fte = € 25.000). bestuurskosten: € 8.000,o dit betreft de stijging van kosten gerelateerd aan het functioneren van het bestuur: vergaderaccomodatie, voorlichtingsbijeenkomsten, etc. Deze kosten stijgen met naar verwachting circa € 8.000,-. De totale stijging van de kosten van product O is hiermee € 395.000,-. Dit is een bedrag van € 0,583 per inwoner (gebaseerd op 677.837 inwoners). Deze verhoging van product O zal budgetneutraal plaatsvinden (verhoging van product O en verlaging van de bijdrage voor categorie l producten). De totale bijdrage voor product O wordt hiermee na indexering € 2,786 per inwoner, wat neerkomt op € 1.888.602.
4.2
Desintegratiekosten GR RA V Brabant MWN
Door de vorming van de nieuwe GR RAV Brabant MWN, de daarmee gepaard gaande schaalvergroting en het besluit om de bestuurskosten/directiekosten niet meer door te belasten, zijn desintegratiekosten ontstaan in 2006 ad € 405.600. Besloten was om deze desintegratiekosten vooralsnog te onttrekken aan de algemene reserve en hierbij een afbouw van 5 jaar te hanteren. Dit afbouwschema van de desintegratiekosten ziet er als volgt uit:
onttrekking '"- i algemene reserve 2006 2007 2008 2009 2010
405.600 304.200 202.800 101.400 0 1.014.000
—18—
GGD West-Brabant Begroting 2008
Bij de opstelling van de beheersbegroting 2007 is reeds gebleken dat het een grote opgave is om jaarlijks een afbouw te realiseren van € 101.200, zonder hierbij de gewenste c.q. noodzakelijke investeringen in kwaliteitsontwikkeling en innovatie in gevaar te brengen. Daarnaast heeft in 2006 geen onttrekking plaatsgevonden van de algemene reserve, omdat de GR RAV Brabant Midden-West-Noord deze kosten ad € 405.600 voor haar rekening zal nemen. Om deze reden wordt voorgesteld om de afbouw van de desintegratiekosten van de GR RAV als volgt te wijzigen:
~„ •* ""' ~ 2006 2007 2008 2009 2010 2011
4.3
%onttrekking ,%*tiï. .. .^'" ^ algemene^ -• •* reserve - , • 0 304.200 253.500 202.800 152.100 101.400 1.014.000
Huisvesting
Op basis van het besluit van het Algemeen Bestuur van 30 juni 2005 heeft het Dagelijks Bestuur uitvoering gegeven aan het huisvestingsplan van de GGD West-Brabant. Na definitieve besluitvorming in 2006 zal centrale huisvesting in Breda gerealiseerd worden in 2008. Na jaren van voorbereiding worden met de nieuwe huisvesting de huisvestingsknelpunten structureel opgelost. De voordelen van de nieuwe huisvesting zijn: optimale ondersteuning van de werkprocessen; veiligheid m.b.t. verspreiding infectieziekten, criminaliteit en agressie van klanten; imagoverbetering naar de klanten / bezoekers (laagdrempelig en transparant); verhogen van de aantrekkelijkheid van de GGD als werkgever; voldoen aan wettelijke voorwaarden en eisen, met name aan de Arbo-wet; verbetering bereikbaarheid, met name wat betreft parkeermogelijkheden; efficiëntere inzet van medewerkers en middelen. Na centrale huisvesting in Breda zal de huisvestingsituatie in Bergen op Zoom worden aangepast binnen de kaders van het besluit van het Algemeen Bestuur. In 2006 en 2007 zullen er al investeringen plaatsvinden en rentekosten gemaakt worden, maar deze zullen geactiveerd worden tot het moment van ingebruikname. Pas in 2008 zal er afgeschreven worden over de totale investering. Begin 2007 is het pand aan de Schorsmolenstraat in Breda verkocht. Tot het moment van verhuizing naar het nieuwe pand, zal de Schorsmolenstraat worden teruggehuurd. Tevens zal eind 2007 het pand aan de Burgerhoutsestraat in Roosendaal worden verkocht aan bureau Jeugdzorg. Dit betekent dat zowel de front-office functies van de GGD die daar gehuisvest zijn als de ambulancepost in Roosendaal, dienen te verhuizen naar andere locaties in Roosendaal. In het pand aan de Zuid-Oostsingel in Bergen op Zoom, wordt ter compensatie van gedeeltelijke leegstand, tijdelijk kantoorruimte verhuurd aan de Rabobank. Dit zal naar verwachting doorlopen tot medio 2008. De huisvestingssituatie in Almkerk kan gaan wijzigen in verband met de ontwikkeling van een multidisciplinair gezondheidscentrum op de locatie waar nu ook de GGD is gehuisvest. Diverse instanties op het gebied van de gezondheidszorg werken hier in samen. De GGD zal als huurder in deze ontwikkeling participeren. De verwachting is dat dit in 2008 gerealiseerd gaat worden. Daarnaast denkt elke gemeente na over centra jeugd en gezin, waarbij de GGD een relevante bijdrage zal leveren. Dit kan effect hebben op de huisvestingskosten.
4.4
Shared Service Center
Het Shared Service Center GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant (SSC) komt voort uit de integratie van de ondersteunende diensten van diverse teams van afdeling Middelen en afdeling Managementondersteuning. Het achterliggende strategisch perspectief dat voor het SSC wordt gehanteerd, is gebaseerd op kwaliteitstoename, kostenefficiëntie, schaalvoordelen en aanpassing aan mogelijke toekomstige eisen van klanten uit de regio.
—19—
GGD West-Brabant Begroting 2008
Begin 2007 zijn de eerste onderdelen van het SSC daadwerkelijk van start gegaan. Het betreft hier de onderdelen Informatisering, Communicatietechnologie en Automatisering (ICA) en Financiën. De planvorming voor de overige onderdelen van het SSC wordt in de loop van 2007 verder uitgewerkt. Hierbij wordt beoogd dat uiterlijk begin 2008 gestart kan worden met de implementatie hiervan. Als eerste zal de Human Resource-functie nader worden uitgewerkt. Vooruitlopend hierop is reeds sprake van samenwerking in de vorm van een gezamenlijk salaris- en personeelsinformatiesysteem en een gezamenlijke preventiemedewerker i.h.k.v. de nieuwe arbo wetgeving, die werkt voor zowel de GGD-en West-Brabant, Hart voor Brabant en de RAV MWN Brabant.
4.5
Human Resource Development
Eind 2006 is het besluit genomen om, als uitvloeisel van het esf-opleidingstraject, een centrale opleidingsfunctie in te richten. Deze functie is per januari 2007 ingevuld en het jaar 2007 zal worden benut om strategisch opleidingsbeleid nader vorm en inhoud te geven. Opleiding, training en ontwikkeling zijn noodzakelijk om de kennis en vaardigheden van de medewerkers optimaal af te stemmen op de wensen en noodzaak voor het publieke domein van de openbare gezondheidszorg. Ook de gewenste klantgerichte attitude dient permanent te worden gestimuleerd. Daarom is het streven van de GGD West-Brabant zich te ontwikkelen tot een lerende organisatie en staat het zoveel mogelijk benutten van de aanwezige leercapaciteit centraal. Leren van alle organisatieleden wordt aangemoedigd. De lerende organisatie krijgt vorm door HRD waarvoor zowel medewerker als organisatie verantwoordelijkheid zijn. HRD is het ontwikkelen van de organisatie en van de mensen die daarbinnen werkzaam zijn. De manager is, namens de organisatie, binnen de besturingsfilosofie van integraal management verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Personeel en de ontwikkeling hiervan is één van de belangrijkste onderdelen van de bedrijfvoering om doelstellingen te behalen. Competentiemanagement wordt hierbij ingezet om de benodigde competenties in de organisatie te matchen met de aanwezige of mogelijk te ontwikkelen competenties met als doel de prestaties van de organisatie als geheel verder te ontwikkelen. (Onder competenties verstaat men bij de GGD het geheel aan kennis, vaardigheden en houding- en gedragsaspecten.) Vanuit de personeelsvisie van de GGD West-Brabant is de medewerker verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling binnen de kaders van de organisatiedoelstellingen. Dat betekent dat de medewerker vanuit zijn "intern ondernemersschap" en de omstandigheden die hij aantreft in de organisatie, verantwoordelijk is voor het laten zien van competent gedrag. Bovendien is hij ook verantwoordelijk voor het steeds verder ontwikkelen van competenties gegeven de omstandigheden. Hierbij is het de organisatie die de kaders bepaalt, hierin faciliteert, coached en ruimte biedt tot ontwikkeling en leren in de organisatie.
4.6
Vergroting doelmatigheid: centrale planningsfunctie
Om meer zicht te krijgen, en daarmee sturing te kunnen geven, op de beschikbare productiecapaciteit, is begin 2006 een centrale planningsmedewerker aangesteld. In de loop van 2006 is begonnen met centrale roosterplanning voor 2 organisatieonderdelen, namelijk GGD Flex en het Centraal secretariaat. In de loop van 2007 zal invoering van centrale dienstroosterplanning voor alle overige afdelingen en teams plaatsvinden. De verwachting is dat de inzet van beschikbare personele capaciteit verbetert over de teams en afdelingen heen, zodat tijdelijke inzet van personeel derden in verband met ziekte en verlof kan worden teruggedrongen.
—20—
GGD West-Brabant Begroting 2008
5
Exploitatieresultaat 2008 van GGD West-Brabant (in duizenden euro's) Beleidsbegroting 2008
Beheersbegroting 2007
Beheersbegroting 2006
Bedrijfsopbrengsten Gemeentelijke bijdrage categorie l Gemeentelijke bijdrage categorie II / maatwerk Gemeentelijke bijdrage product O Gemeentelijke bijdrage beleidsintensivering Overige bijdrage gemeenten Subsidies Opbrengsten uit tarieven Gefactureerde secundaire diensten Overige opbrengsten Aanwending voorziening Doorberekening aan GR RAV MWN (incl. Timmermans) Som der bedrijfsopbrengsten
8.410 50 1.889 179 171 O 1.764 674 1.077 95 795 15.104
8.580 136 1.456 O 173 O 1.894 710 1.051 323 835 15.158
9.732 137 O O 172 963 2.067 754 1.113 546 753 16.237
Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten Personeel derden Overige personeelskosten Kapitaallasten Toevoeging voorzieningen Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
9.857 243 849 1.111 O 3.837 15.897
10.073 237 828 885 16 3.815 15.854
9.877 841 846 761 267 4.209 16.801
-793
-696
-564
200
200
160
-593
-496
-404
Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat
0 0_ O.
RESULTAAT VOOR BESTEMMING
-593
Onttrekking bestemmingsreserve nieuwbouw Onttrekking reserve EKD Onttrekking algemene reserve i.v.m. incidenteel beleid Onttrekking algemene reserve i.v.m. desintegratiekosten RESULTAAT N
A BESTEMMING
174 O 165 254
0
0_ O -496
-404
O 192 O 304
O O O 404 0
—21-
0 0_ O
0
0
GGD West-Brabant Begroting 2008
6 Toelichting op het exploitatie-overzicht 2007 6.1 Baten De gemeentelijke bijdrage voor categorie l incl. product O over 2008 stijgt ten opzichte van 2007 door de indexering met 2,52% (reëel accress + correctie 2007) en de stijging van het aantal inwoners. De gemeentelijke bijdrage voor categorie II en aanvullend maatwerk is € 86.000 lager dan de begroting 2008 door de verwachte lagere afname van de categorie II producten. De overige gemeentelijke bijdrage is nagenoeg gelijk gebleven. Deze kosten worden als voorschot in rekening gebracht bij de gemeenten en achteraf op basis van werkelijke kosten met de gemeenten afgerekend. De opbrengsten uit markttaken zijn afgenomen met € 130.000 (zie paragraaf 1.1.2).De verwachting is dat de dalende lijn van het afgelopen jaar zich in 2008 zal voortzetten voor de producten forensische geneeskunde, Technische Hygienezorg en medische advisering in 2008 verder zal afnemen. Voor de beleidsintensivering is besloten, dat de invoering van het Elektronisch Kind Dossier en preventieve SOA/Aids doorgang moet vinden, wat neerkomt op een extra gemeentelijke bijdrage voor beleidsintensivering van € 179.000. De afname van de opbrengsten gefactureerde secundaire diensten met € 36.000 wordt veroorzaakt door lagere huuropbrengsten i.v.m. de verhuizing naar het nieuwe pand. De overige opbrengsten zijn gestegen met 2,52% to.v. de beheersbegroting 2007. De aanwending voorzieningen is to.v. de begroting 2007 gedaald met € 228.000 (zie onderstaande tabel). (in duizenden euro's)
Specificatie aan' Voorziening verbeterplan Dienstverlening AC Rijsbergen ining[bijzonderei personeelsproblemen
35 60
84 94 145
-84 -59 -85
De doorberekening aan GR RAV MWN incl. Timmermans zal in 2008 naar schatting dalen met € 40.000, enerzijds door het vervallen van € 60.000 incidentele bate in 2007 en anderzijds door de indexering met 2,52%.
6.2
Lasten
De daling van de salarissen en sociale lasten met € 216.000 wordt veroorzaakt door. vervallen van de incidentele inzet voor implementatie van het elektronische kind dossier (200K); extra detacheringsopbrengsten aan GGD plus (75K); vervallen van de functie projectcoördinator (65K); besparing i.v.m. teruglopende opbrengsten markttaken (78K); besparing van 4 fte's vanaf augustus 2008 ter dekking van het huisvestingsplan (108K); vermindering van 0,5 fte bij het team financiën als gevolg van de verbeterde automatisering (35K); indexering van de loonkosten met 2,52% (230K); extra personele inzet vanwege de incidentele beleidsintensivering (110K). De kosten personeel derden stijgen to.v. de beheersbegroting 2007 met 2,52%. De overige personeelskosten zijn in de begroting 2008 met 2,52% gestegen. De hogere kapitaalslasten ad € 226.000 worden vooral verklaard door de investeringen i.h.k.v. het huisvestingsplan. Ter dekking van de kapitaalslasten van de inrichtingskosten ad € 84.000 wordt in 2006 en 2007 een bestemmingsreserve huisvesting gevormd. In bijlage 1 "staat van activa" is de berekening van de kapitaalslasten gespecificeerd. De dotatie aan de voorzieningen is gedaald. Omdat het pand van de nieuwe hoofdvestiging van de GGD pas in augustus 2008 gereed is voor ingebruikname is besloten om in 2008 nog niet te doteren aan de voorziening groot onderhoud.
—22—
GGD West-Brabant Begroting 2008
Overige bedrijfskosten: De overige bedrijfskosten 2006 zijn gestegen met € 22.000 door o.a. de volgende oorzaken: éénmalige kosten ad € 50.000 in 2007 voor presentatie GGD in 'the brave new world'; vermindering overige bedrijfskosten i.v.m. vermindering omzet markttaken (52K); lagere kosten dienstreizen ad € 20.000 door interne maatregelen en centrale huisvesting; besparingen i.v.m. terugloop opbrengsten markttaken van € 52.000; indexering met 2,52%.
6.3
Resultaat
Het verschil tussen operationele baten en lasten 2008 bedraagt € 793.000 negatief (2007: € 696.000 negatief). Het financiële resultaat bedraagt € 200.000 positief (2007: € 200.000 positief). In 2008 wordt € 90.000 onttrokken aan de bestemmingsreserve huisvesting ter dekking van de huisvestingskosten van de Fellenoordstraat van augustus t/m december (leegstandsrisico gedurende 5 maanden) en € 84.000 ter dekking van de kapitaalslasten van de inrichtingskosten. Daarnaast wordt € 165.000 onttrokken aan de algemene reserve ter dekking van de kosten van incidentele beleidsintensivering. Verder wordt erf 253.500 onttrokken aan de algemene reserve ter dekking van de desintegratiekosten RAV. Per saldo bedraagt het begrote resultaat 2008 nihil (2007: nihil).
—23—
GGD West-Brabant Begroting 2008
7
Investeringsbegroting 2008
De investeringsbegroting 2008 bedraagt per rubriek: (in duizenden euro's
1.290
Terreinen Gebouwen Casco gebouw nieuwbouw Inbouw nieuwbouw Rente tijdens de bouw Onvoorzien Totaal gebouwen Totaal nieuwbouw
7.442 2.043 507
100 10.092 11.382
Deze investeringen worden al vanaf 2006 begroot. In de praktijk vinden de investeringen gespreid over 2006, 2007 en 2008 plaats. In de "staat van activa" worden deze investeringen volledig in de kolom 2008 zichtbaar.
Machines en installaties: Telefooninstallaties nieuwbouw Totaal machines en installaties
80 80
Overige materiële vaste activa: Inrichting nieuwbouw Flatscreens nieuwbouw Automatiseringsapparatuur en programmatuur Automatisering JGZ en AGZ Uitbreiding / aanpassing Document Management Systeem Uitbreiding financieel software pakket Medische inventaris Overige inventaris Totaal overige materiële vaste activa
1.133 53
150 77 50 75
13 10 1.561
Voor de dekking van de kapitaallasten van de inrichting nieuwbouw incl. flatscreens is een bestemmingsreserve huisvesting gevormd.
—24—
GGD West-Brabant Begroting 2008
8
Kasstroomoverzicht 2008 (in duizenden euro's) Begroting 2008
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Toevoeging voorzieningen Vrijval voorzieningen via exploitatie Vrijval voorzieningen: overige afnames Onttrekking bestemmingsreserve huisvesting Onttrekking algemene reserve
Begroting 2007
Begroting 2006
O
Mutatie werkkapitaal: Mutatie voorraad Mutatie vorderingen Mutatie overlopende activa Mutatie kortlopende schulden Mutatie overlopende passiva Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen (excl. bestellingen) Desinvesteringen (verkoop panden) Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw ontvangen lening Aflossingen op ontvangen langlopende leningen Uitkering College van Sanering Terugbetaling gemeenten i.v.m. sanering Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
Liquide middelen per begin boekjaar Liquide middelen per einde boekjaar Mutatie liquide middelen
761 0 -95 -14 -174 -419
684 17 -323 -103 0 -496
59
-221
572 267 -546 -698 0 -406 -811
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0
59
0 -221
-1.215
-6.042 3.045 -2.997
-7.510 2.000 -5.510
-12.096 2.900 -9.196
3.000 O O O
3.000
6.500 -3.000 4.386 -3.418 4.468
11.150 -1.000 O O 10.150
62
-1.263
-261
2.250 2.312
3.513 2.250 -1.263
6.000 5.739 -261
62
—25—
-404
0
GGD West-Brabant Begroting 2008
9
Meerjarenraming 2008-2011 (in duizenden euro's) Beleidsbegroting 2008 €
Be heersbegroting 2007 € Bedrijfsopbrengsten Gemeentelijke bijdrage categorie l Gemeentelijke bijdrage categorie II / maatwerk Gemeentelijke bijdrage product O Gemeentelijke bijdrage beleidsintensivering Overige bijdrage gemeenten Opbrengsten uit tarieven Gefactureerde secundaire diensten Overige opbrengsten Aanwending voorziening Doorberekening aan GR RAV MWN Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten Personeel derden Overige personeelskosten Kapitaallasten Toevoeging voorzieningen Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
8.410 50 1.889 179 171 1.764 674 1.077 95 795 15.104
8.620 51 1.936 441 175 1.808 559 1.104 49 815 15.558
8.836 52 1.984 452 179 1.853 573 1.132 44 835 15.940
9.057 53 2.034 463 183 1.899 587 1.160 45 856 16.337
10.073 237 828 885 16 3.815 15.854
9.857 243 849 1.111 0 3.837 15.897
10.015 249 870 1.553 58 3.472 16.217
10.265 255 892 1.543 58 3.524 16.537
10.522 261 914 1.533 58 3.577 16.865
-696
-793
-659
-597
-528
200
200
200
200
200
-496
-593
-459
-397
-328
0 0 0
0 0 0
Buitengewoon resultaat
Mutatie bestemmingsreserve huisvesting Onttrekking algemene reserve (EKD) Ontrekking algemene reserve (incidenteel beleid) Onttrekking algemene reserve (desintegratiekosten)
Raming 2011 €
Raming 2010 €
8.580 136 1.456 0 173 1.894 710 1.051 323 835 15.158
Buitengewone baten Buitengewone lasten
RESULTAAT VOOR BESTEMMING
Raming 2009 €
-496
0 192 0 304
RESULTAAT NA BESTEMMING
—26-
-593
174 0 165 254
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-459
-397
-328
147
0 83 203
147 0 43 152
147 0 0 101
-26
-55
-80
GGD West-Brabant Begroting 2008
10 Paragraaf financiering Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie. De uitvoering vindt zijn weerslag in de begroting en het jaarverslag. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde, terwijl in het jaarverslag de realisatie van de plannen en de verschillenanalyse wordt gerapporteerd. Het treasurystatuut maakt onderscheid in de volgende elementen: 1. Algemene ontwikkelingen De GROGZ West Brabant heeft een treasurystatuut opgesteld, dat is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 13 juni 2002. De ingangsdatum is 1 juli 2002. 2.
Risicobeheer
Kasgeldlimiet De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,2% van de jaarbegroting 2007. leder kwartaal zal conform de wet FIDO aan Gedeputeerde Staten de gemiddelde bankstand per kwartaal worden gerapporteerd in vergelijking met de kasgeldlimiet. Op basis van het kasstroomoverzicht 2007 kan de verwachting worden uitgesproken dat de GGD ruimschoots binnen de kasgeldlimiet blijft. Renterisico vaste schulden Voor de uitvoering van het huisvestingsplan zijn in 2006 leningen aangetrokken voor een totaalbedrag van € 11,5 miljoen op basis van liquiditeitsprognoses voor de korte en voor de lange termijn, l.v.m. de verkoop van de panden in Breda en Bergen op Zoom is een bedrag van € 3 miljoen maar voor de periode van 1 jaar gefinancierd. Voor de inbouw van het nieuwe pand ad € 2 miljoen is een lening aangetrokken voor de periode van 20 jaar en voor het gebouw van 30 jaar (aflossing in 40 jaar: restant restsom € 1.625.000 na 30 jaar).
BNG-lening BNG-lening
40.1022214 40.1022215
BNG-lening
40.1022213
16-10-2006 2-7-2007 1-10-2007 1-2-2008
tot 1-7-2028 tot 1-7-2038 tot 1-7-2038 tot 2-2-2009
4,20% 4,31% 4,31% 3,98%
2.000.000 3.500.000 3.000.000 3.000.000
3. Kasbeheer Het werkkapitaalbeslag wordt zoveel mogelijk beperkt door een snelle facturering. De gemeentelijke bijdrage en de dienstverlening aan derden wordt zoveel mogelijk vooraf en per kwartaal gefactureerd. In de begroting 2008 is ervan uitgegaan, dat de mutatie werkkapitaal nihil is. Het kasstroomoverzicht laat een daling van de bankstand zien van € 3,5 miljoen met een bankstand ultimo 2008 van € 2,2 miljoen. 4. Financiering In 2006 is zowel een korte termijn liquiditeitsplanning als een lange termijn liquiditeitsplanning gemaakt, waarin de effecten van de uitvoering van het huisvestingsplan, de desintegratie RAV Brabant MWN (incl. overname activa en passiva) en sanering Ambulancedienst West-Brabant (incl. terugbetaling aan gemeenten) zijn meegenomen. Op basis van deze lange termijn liquiditeitsprognose is de lange termijn financiering van de GGD bepaald.
—27—
GGD West-Brabant Begroting 2008
11 Paragraaf weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a) de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de GGD beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken, zijnde de reserves en voorzieningen. b) alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn genomen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
11.1 Beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen in relatie tot de risico's In de nota Uitgangspunten Reserves en Voorzieningen is het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen vastgelegd. Deze nota is door het Algemeen Bestuur vastgesteld op 30 juni 2005.
11.2 Reserves en voorzieningen De weerstandscapaciteit van de GGD West-Brabant bestaat uit: (in duizenden euro's
522 214 100 1.092
Algemene reserve Algemene reserve markttaken en projecten Bestemmingsreserve uitbraak infectieziekten Bestemmingsreserve huisvesting
Vfoorzieningen Dienstverlening AC Rijsbergen Voorziening bijzondere personeelsproblemen Onderhoudsvoorzieningen Totaal voorzieningen
föl-f
941
-419
214
100 1.266
-174
(in duizenden euro's)
2008 240 11
256
11.3 Inventarisatie van de risico's De berekening van de kosten van het sociaal statuut en achterblijvende verplichtingen is gebaseerd op de huidige personen, die gebruik (kunnen) maken van een wachtgeldregeling. Er zijn echter twee personen, die niet of beperkt gebruik maken van deze afspraken, maar die in de toekomst bij verlies aan arbeidsinkomsten wel recht hebben op (volledig) wachtgeld. Het totale wachtgeldrisico wordt voor 2007 geschat op € 100.000 per jaar.
—28—
GGD West-Brabant Begroting 2007
Bijlagen Bijlage
1: 2: 3: 4:
Staat van vaste activa Staat van reserves en voorzieningen Staat van langlopende leningen Bijdrage deelnemende gemeenten inclusief 1,78% beleidsintensivering
—29—
GD West-Brabant sgroting 2007 BIJLAGE : 1
STAAT VAN VASTE ACTIVA Begroting 2008 - GGD West-Brabant
Recapitulatie GGD West-Brabant
A
B
Gronden & Terreinen 490 Grond 495 Terreinen TOTAAL : Bouwkosten / Verbouwinaen 500 TOTAAL : Bedrijfs / Vervoersmiddelen 520 TOTAAL : Machines en installaties 550 Telefooninstallaties 554 Installaties gebouwen TOTAAL:
502 504 508 510 515 517 552 E
Overige materiële vaste activa Automatisering Automatisering Automatisering Inventaris Instrumentarium Electronlsche Inventaris Drankautomaten TOTAAL :
246.980,86 52.025.92 299.006,78
0,00 0,00 0,00
1.290.220,00 0.00 1.290.220,00
1.537.200,86 52.025,92 1.589.226,78
0,00 0,00 0,00
1.537.200,86 52.025,92 1.589.226,78
n.v.t. 20 jr
0,00 35.067.77 35.067,77
0,00 1.304,47 1.304,47
246.980,86 16.958.15 263.939,01
1.537.200,86 15.653.68 1.552.854,54
31.223,00 571.00 31 .794,00
31.223,00 1.875,47 33.098,47
3.745.888,71
0,00
10.092.263,00
13.838.151,71
0,00
13.838.151,71
50 Jr
1.122.711,02
176.257,21
2.623.177,69
12.539.183,48
255.881,00
432.138,21
62.277,79
0,00
0,00
62.277,79
0,00
62.277,79
5Jr
54.514,49
4.050,42
7.763,30
3.712,88
201,00
4.251,42
421.613,78 592.195,20 1.013.808,98
105.000,00 0,00 105.000,00
80.000,00 0,00 80.000,00
606.613,78 592.195,20 1.198.808,98
0,00 0,00 0,00
606.613,78 592.195,20 1.198.808,98
5jr 10 ir
428.095,93 443.343,17 871.439,10
30.608,31 41.094,34 71.702,65
98.517,85 148.852,03 247.369,88
147.909,54 107.757,69 255.667,23
4.313,00 4.490.00 8.803,00
34.921,31 45.584.34 80.505,65
980.516,96 29.085,49 218.061,48 1.161.817,83 88.307,08 75.399,96 52.935.62 2.606.124,42
481.674,00 0,00 0,00 25.000.00 44.250,00 0,00 0,00 550.924,00
279.800,00 0,00 125.000.00 1.137.800,00 12.500,00 5.250,00 0,00 1.560.350,00
1.741.990,96 29.085,49 343.061.48 2.324.617,83 145.057,08 80.649.96 52.935.62 4.717.398,42
0,00 0,00 0.00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
1.741.990,96 29.085,49 343.061,48 2.324.617,83 145.057,08 80.649,96 52.935,62 4.717.398,42
3 jr 3jr 3 )r 10 jr 10 jr 10 jr 10 ir
1.069.425,36 15.548,96 126.969,21 806.436,83 53.035,45 40.351,86 31.644,92 2.143.412,58
239.826,06 9.695,16 104.631,60 129.256,75 12.133,50 6.867.77 4.857,68 507.268,52
392.765,60 13.536.53 91.092.27 380.381,00 79.521,63 35.048,10 21.290,70 1.013.635,83
432.739,54 3.841.37 111.460,66 1.388.924,25 79.888,13 33.430,33 16.433,02 2.066.717,31
14.449,00 305,00 3.544,00 30.965,00 2.791,00 1.200,00 660.00 53.914,00
254.275,06 10.000,16 108.175,60 160.221,75 14.924,50 8.067,77 5.517,68 561.182,52
suXta.mamii£&*aM •iMlMMMB
—30—
GD West-Brabant Bgroting 2007
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Begroting 2008 - GGD West-Brabant
BIJLAGE : 2
Reserves 100 110 193 190
Algemene bedrijfsreserve Reserve RAK Algemene reserve markttaken en projecten Bestemmingsreserve uitbraak infectieziekten Bestemmingsreserve huisvesting
1.437.620 -4.242.364 214.430 100.000 557.253
Totaal reserves :
708.347
O O O
O 4.242.364 O O O
941.420 O 214.430 100.000 1.265.600
-174.000
522.645 O 214.430 100.000 1.091.600
-1.933.061
708.347
-496.200
4.242.364
2.521.450
-592.775
1.928.675
133.552 25.000 11.305 418.890 O 261.513 149.191 474.823 77.722 1.551.996
O O O
-93.688
O
39.864
-34.937
O O
-25.000
O
O
11.305
O O O
11.305
-418.890
O O O O
o o o o
O O O O
16.667 O 16.667
O O -84.701 -144.925 -77.722 -401.036
O O O O O O
-60.217 O -95.154
-13.643 O -13.643
2,961,779
725,014
.897,236
O O O
-496.200
o
-418.775 O O O
Voorzieningen 192 201 202 203 204 205 209 220 230
Dienstverlening AMC Rijsbergen Onderhoud pand Burgerhoutsestraat Onderhoud pand Oosterhout Onderhoud pand Bergen op Zoom Onderhoud nieuwbouwpand Voorziening huisvestingsplan Voorziening verbeterplan Voorziening bijzondere personeelsproblemen Voorziening desintegratiekosten AMK Totaal Voorzieningen :
Totaal reserves + Voorzieningen i
o o o o
—31 —
O
-261.513 -64.490 -32.556
314.009
O
O
-802.449
365.178
3,439,915
4.927 O
240.149 O
256.381
3D West-Brabant jgroting 2007
BIJLAGE : 3
STAAT VAN LANGLOPENDE LENINGEN Begroting 2008 - GGD West-Brabant
GGD West-Brabant 800 800
Opgenomen leningen : Nieuwe lening Nieuwe lening
800
Nieuwe lening
Voorfinanciering Gemeenten Voorfinanciering 2002 Voorfinanciering 2003 Voorfinanciering 2004 Voorfinanciering 2005
40.1022214 16-10-2006 tot 2-7-2007 tot 40.1022215 1-10-2007 tot 40.1022213 1-2-2008 tot
2002 2003 2004 2005
2002 2003 2004 2005
1-7-2028 1-7-2038 1-7-2038 2-2-2009
onbepaald onbepaald onbepaald onbepaald
4,20% 4,31% 4,31% 3,98%
2.000.000 3.500.000 3.000.000 O
geen geen geen geen
809.653 952.976 1.200.000 456.148
—32—
2.000.000 6.500.000
809.653 952.976 1.200.000 456.148
O O
84.000 280.150
2.000.000 6.500.000
3.000.000
109.450
3.000.000
(D
ca D Q]
B S ö » 3 5" l 2 3- ? 301 :!!?!s. *!! = <0 01 CO 0) 3 c g o 3g c» t» "d 3- 3 — c co 5. co "
:|i s^t
(/>
«r
3
(O (Q
CD
10 m o
c 3
(D
— C_
oo O
• m om o r o m l «m
aantal inwoners
S ° ë- m O rn S m m
10 ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro Vj Vj ^.i -•j ~N| -*i Vj Vi ~g ^i ^,1 ^j ^g •-j -j -^i ^i ^i Vg 00 CO 00 00 CO 09 co co m m m ro m no no no no no no bijdrage per inwoner product O en en CD en en en en en en en en CD en en en CD en en CD
10 ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro 0 0
o o oo o o o o o o
o o o 10 ro ro ro ro en en j^ ji. j*. 2 2 CD 0 O
0
m
o o o o o o bijdrage per inwoner categorie l
z
o
o o o o o 0 o o o o o o o o bijdrage per inwoner voor ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro ro en en en en CD en co CD CD CD CD CD beleidsintensivering -c*
r CA
m o p "p p p p "p p p p "p p p p ~p p p p p bijdrage per inwoner sociaal statuut
00
CO CO
3? 00
^ < b o o ó o o o ó o o ó _ ó ó ó o ó ó c : bijdrage per inwoner achterblijvende 1* ~_k "_k "ui "-»• "en "ai "01 ^ "-* ~m "^ "-^ ^ "-* "en "-^ "-*• ~-* verplichtingen
m r™ m D
p p p p p p op p p p p p p p p p p o "o "-»• o "-*• o o ^ "o ^ o o "-* o o "o "o "-k '-»• o bijdrage per inwoner BOPZ-online
(n O]
l 3'
"-i "->. "-A j^ o) "
TOTALE BIJDRAGE PER INWONER
m z
S
ro -A -*. -»j> -»• CJüi-^oio)-^-p*.ococji-k-J-JOo-»-row co>^cjcocjiroooa}j> —i-^-Nj—kCDOOJCJlOï
(O 00 CO O
—* *"»J O) C*J CO ro
O5 "^ CD
ioc*>-*roOïuicoco-k
product O
o-j-oo _»._». ë r o - ^ rqo3or joi coor o^ jcoo) oOj)^owi or >o co-j ni ca> oro-k-».Qo-küi co ai ro 10 (D CO -J O
O
categorie l
ro co oo o o ai
ro _k _». j> _* aicoai^oiaioj^co-^aio^sjai^j-^rooj _. ^J C33 O -* CO ., g o co oo o ai ->• co '_ . _. _ .. __ beleidsintensivering j>-».j>.aiai^cocooaicoojcoai
ro ro ro ^g -* ro -». os ö a i h o ^ - ^ - o c o c o - i ^ ^ ai ai ro -* -* ro A ai co oi ro -* j> sociaal statuut oo -k ^4 oo os -f*, ro
-» _». w ro -* -^ ' -^O3OJC3ïOO3OD->JOJ> c_ _o ^OcS3 ^3Oü ^i rCoOc roOc -j kj C jJOJ>oo^ai-kOoOico-k c o w r o o a ) O ï o r o o ü i r o o > - * j o - ^ o a i achterblijvende verplichtingen
rorororocnairororororo-Nios -^ oro-^rorocjJO>-siO3rocD-^.ooocooo - j . r o - * . r o - k - ^ a > 4 ^ c * ) c j _ * ^ . r o o o c o o ) r o ( o BOPZ-online
COCOCO-^.COCOCOCJOÏOOOrOJ>OOOOCO
2
N o> ^ b> to ->• 10 p p en OO «» UI O b> -*j -». ro wTOTAAL O» -k ro ro co to
o> 10 o roioroóoiocncBcDüJC» i W W rO 00 01
NJ CJ Ol «O
O> O O
E e_
Eo
m
CQ CO O Q3 O ^
J"'.
West-Brabant
1e Begrotingswijziging GROGZ 2007 Vergadering Algemeen Bestuur OGZ W.Br. d.d. 5 april 2007. Registratienummer:
Agendanummer: 6
VOORSTEL Voorgesteld wordt: In te stemmen met de door het dagelijks bestuur vastgestelde ontwerp 1ebegrotinswijziging GROGZ 2007, en deze t.b.v. het inwinnen van de zienswijze van de deelnemende gemeenten voor te leggen aan de colleges van B&W. Overigens de gemeenten te informeren over het besluit om alsnog de desintegratiekosten in rekening te brengen bij de RAV Brabant MWN en deze niet langer ten laste te brengen van de algemene reserve.
T:\AFD_DIR\WINWORD\BESTUUR\AB\AB 05-04-07\def\AB 05-04-07 06 Ie begrotingswijziging GROGZ 2007.doc /6-4-2007 3:04
Aan het Algemeen Bestuur I. Inleiding Op 25 januari 2007 heeft het dagelijks bestuur de beheersbegroting GROGZ 2007 vastgesteld. Daarbij zijn een tweetal bijzonderheden aan de orde betreffende afwijking van de vastgestelde (beleids-) begroting GROGZ 2007. Deze betreffen de invoering van het elektronisch kinddossier (EKD) in 2007, hetgeen bij de vaststelling van de beleidsbegroting nog niet bekend was. Dit aspect betreft derhalve een formele begrotingswijziging. Daarnaast is sprake van een voornemen om de desintegratiekosten GGD voortvloeiend uit de vorming van de RAV per 1-1-2006 alsnog in rekening te brengen bij de RAV. II. Elektronisch Kinddossier Landelijk wordt het elektronisch kinddossier ingevoerd. De GGD West-Brabant bereidt zich erop voor en verwacht een aantal investeringen te doen en extra personele inzet nodig te hebben. Omdat de hoogte van de bijdrage van VWS nog niet bekend is zullen de kosten ten laste komen van de algemene reserve. Wanneer de bijdrage van VWS bekend is wordt alsnog duidelijk welke bijdrage van de gemeenten verwacht wordt. Voor de tijdelijke kosten van de invoering van het elektronisch kind dossier wordt voorgesteld om € 192.000 te onttrekken aan de algemene reserve. III. Desintegratiekosten RAV Door de vorming van de nieuwe GR RAV Brabant MWN, de daarmee gepaard gaande schaalvergroting en het besluit om de bestuurskosten/directiekosten niet meer door te belasten ontstaan desintegratiekosten in 2006 ad € 405.600. Deze desintegratiekosten worden in 2006 onttrokken aan de algemene reserve. In de vergadering van 21 januari 2005 van het Algemeen Bestuur is bij de besluitvorming over de vorming van de GR RAV Brabant MWN en de sanering aangegeven, dat een deel van de kosten van product O "instandhouding GGD" niet meer doorbelast kunnen worden naar de GR RAV Brabant MWN. Op 21 januari 2005 werden deze kosten geraamd op € 450.000 op jaarbasis Voor de dekking van deze kosten zijn destijds 2 varianten voorgesteld: 1. een gemeentelijke bijdrage in afbouw over 5 jaar 2. reservering uit de terugbetaling aan de gemeenten ad € 1.000.000. In de beheersbegroting 2006 bedraagt de onttrekking van de algemene reserve € 405.600. Uitgaande van een afbouw van de desintegratiekosten in 5 jaar naar O geeft dit het volgende verloop: onttrekking algemene
- <•ï •»**•'«?;•• reserve'
2006 2007 2008 2009 2010
405.600 304.200 202.800 101.400 0 1.014.000
In de beheersbegroting 2007 is derhalve uitgegaan van een onttrekking uit de algemene reserve ad € 304.200. Het voornemen bestaat om genoemde desintegratiekosten per 2006 alsnog in rekening te brengen bij de RAV en de financiële effecten daarvan te verwerken in de nog op te stellen Nota reserve en voorzieningen t.b.v. de beleidsbegroting 2008.
T:\AFD_DIR\WINWORD\BESTUUR\AB\AB 05-04-07\def\AB 05-04-07 06 Ie begrotingswijziging GROGZ 2007.doc /6-4-2007 3:04
West-Brabant
Het algemeen bestuur van de Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur, d.d. 25 januari 2007 gelet op de Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant, de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en de Gemeentewet;
BESLUIT: In te stemmen met de door het dagelijks bestuur vastgestelde ontwerp 1ebegrotinswijziging GROGZ 2007, inhoudende voor de tijdelijke kosten van de invoering van het elektronisch kind dossier € 192.000 te onttrekken aan de algemene reserve, en deze t.b.v. het inwinnen van de zienswijze van de deelnemende gemeenten voor te leggen aan de colleges van B&W.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 april 2007. Het AlgemeenBestuur voornoemd,
de secretaris
C:\WNDOWS\Temporary Internet Files\OLKE\AB 05-04-07 06 Ie begrotingswijziging GROGZ 2007.doc/6-4-2007 15:04:00
2007 West-Brabant
Gemeenten West-Brabant, college van B&W Postbus 3369 4800 DJ BREDA Kenmerk: Datum: Behandeld door: Telefoonnr.:
7074 12 april 2007 Ad Segers 076-5282000
Onderwerp:
Zienswijze Gemeenteraad Begroting 2008 GROGZ en 1e Begrotingswijziging GROGZ 2007
Geacht college, Op 5 april heeft het Algemeen Bestuur GROGZ besloten in te stemmen met de 1e begrotingswijziging GROGZ 2007 en onder voorwaarden met de ontwerpbegroting GROGZ 2008. Hierover informeerden wij u reeds kort bij separate brief. Thans treft u nogmaals het betreffende bestuursbesluit aan alsmede de definitieve ontwerpbeleidsbegroting GROGZ 2008. Graag lichten wij namens het algemeen bestuur haar besluit betreffende de ontwerpbegroting GROGZ 2008 nader toe op enerzijds procesmatige aspecten betreffende bestuurlijke besluitvorming en op twee taakonderdelen, die gepaard gaan met een aanvraag om extra middelen, op inhoud en noodzaak daarvan. 1. Procedureel In de ontwerpbeleidsbegroting 2008 hebben wij gemeend naast continuering van bestaand beleid tevens noodzakelijk geachte intensivering daarvan, nieuw beleid en te verwachten ontwikkelingen in de komende jaren te moeten presenteren. Dit vanuit de taakopdracht van de GROGZ de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid goed te behartigen. Daarbij zij nadrukkelijk vermeld dat de geschetste ontwikkelingen allen zijn gebaseerd op autonome externe ontwikkelingen waarmee de gemeenten en de GGD worden geconfronteerd. Het Algemeen Bestuur heeft nadrukkelijk gesteld dat, alvorens van nadere besluitvorming daarover in termen van (extra) taken en middelen voor de GGD sprake kan zijn, aan een aantal voorwaarden dient te worden voldaan. Deze betreffen: een aparte discussie met de gemeenten over de ontwikkelingen met betrekking tot de jeugdgezondheidszorg in relatie met de ontwikkelingen op het terrein van jeugdbeleid, waartoe wij in het najaar een werkconferentie voorbereiden. Daarnaast dient een integrale afweging mogelijk te zijn tussen genoemde voorstellen en ontwikkelingen als aangedragen door de GROGZ enerzijds, als ook de uitkomsten van de lokale nota's volksgezondheid in 2007, gekoppeld aan een hernieuwde vaststelling van de productcatalogus van de GGD per 1-1-2009 anderzijds. Wij zeggen u toe, ter afstemming van genoemde bestuurlijke processen bij zowel de deelnemende gemeenten als binnen de GROGZ, daartoe nadere coördinatievoorstellen aan het algemeen bestuur voor te leggen teneinde nog dit jaar daarin stappen te kunnen zetten en resultaten te kunnen boeken.
Centraal postadres
Bezoekadres
Postbus 3369 4800 DJ Breda
Schorsmolenstraat 6 Postcode Breda
Telefoon: (076) 528 20 00 Telefax: (076) 521 60 62 Home page: www.ggdwestbrabant.nl Bankrek.: 55.92.47.443
Telefoon: Telefax:
(076) 528 20 00 (076) 521 60 62
2. Inhoud Het Algemeen bestuur van de GROGZ heeft bij de vaststelling van de ontwerpbegroting 2008 ingestemd met een tweetaai intensiveringen van bestaand beleid. Deze betreffen de implementatie van het Elektronisch Kinddossier (EKD-JGZ) en de SOA/HIV bestrijding. Ter onderbouwing van de noodzaak tot deze taakintensivering moge het volgende dienen.
a EKD In 2006 heeft de rijksoverheid ervoor gekozen om een landelijk uniform EKD in te voeren. Dit in tegenstelling tot eerdere opgezette lokale pilots om een dergelijk dossier te ontwikkelen. Ten behoeve van het EKD is de landelijk stichting EKD opgericht die wordt gefinancierd door VWS en waaraan alle GGD-en en Thuiszorgorganisatie gezamenlijk meewerken. Thans is de fase bereikt van aanbesteding bij een 5 tal aanbieders. Verwacht mag worden dat medio dit jaar een besluit over de pakketkeuze zal worden gemaakt. Voor het Min. Van VWS is uitgangspunt dat per 1-1-2008 het pakket geïmplementeerd is bij de betreffende organisaties en dat per 1-12009 sprake is van een wettelijke plicht om met het EKD daadwerkelijk te gaan werken. In het kader voor de voorbereiding op de invoering van het EKD werkt de GGD West-Brabant samen met de GGD-en in Noord-Brabant/Zeeland in GGD+-verband. Op die wijze wordt JGZpersoneel voorbereid met de mogelijkheden en het werken met het EKD enerzijds en worden een tweetal beschikbare applicaties uitgetest. Door deze voorbereiding zullen GGD-en TZ-instellingen in staat snel met het nieuwe nog aan te schaffen pakket te gaan werken. Gelet op de gestelde termijnen alsmede de meerwaarde van het EKD in termen van kwaliteitsverhoging van de zorg, is het noodzaak dat de GGD West-Brabant kan aansluiten op genoemde ontwikkelingen en implementatieslag. Wat betreft financiering is door VWS 6.5 min. euro beschikbaar gesteld via extra RSU-middelen voor zowel de GGD als de Thuiszorg (TZ) (respectievelijk 23% en 68%). Door de VNG is inmiddels aan VWS gemeld dat deze middelen onvoldoende zijn om het EKD in te voeren en vooral ook te onderhouden. Het dubbele budget zou nodig zijn. Daarop is echter nog geen reactie van VWS ontvangen. In de ontwerpbegroting GROGZ is rekening gehouden met een extra bijdrage EKD van de gemeenten zoals die conform genoemde verdeelsleutel door de VNG is berekend. Het gaat om de volgende regionale totaalbedragen: Aantal jongeren
0-4-jarigen
0-19-jarigen
totaal
160940
€ 160.342,-
€ 99.989,-
€ 263.131
Het moge duidelijk zijn dat de GGD niet (tijdig) tot invoering van het EKD kan overgaan zonder extra middelen van de deelnemende gemeenten. b Bestrijding SOA/HIV ( seksueel overdraagbare aandoeningen / aids) De voorgestane beleidsintensivering van deze taak wordt ingegeven door de autonome ontwikkelingen in het aantal geconstateerde SOA's en H l V-infecties in de afgelopen jaren. Deze ontwikkelingen laten namelijk een duidelijke stijging zien van het aantal SOA's, met name van Clamydia. Deze ontwikkeling geeft reden tot zorg, zodanig dat de Rijksoverheid expliciet beleid
heeft geformuleerd en uitgevoerd. Deze bestaat o.a. in de opzet van een bijzondere zorginfrastructuur door de oprichting van regionale centra, waarin de GGD-en participeren. Complementair aan deze curatieve zorg in combinatie met individuele preventie vanuit genoemde centra, is de GGD taak om SOA/HIV te bestrijden vanuit de specifieke benadering van risicodoelgroepen. Het gaat daarbij om voorlichting- en preventieactiviteiten gericht op het voorkomen van SOA/HIV waarbij o.a. de categorie laagopgeleide en allochtone jeugd bijzondere aandacht krijgt. Daarnaast is de GGD gericht op outreachend werken, onderzoek naar en voorlichting aan moeilijk te benaderen risicogroepen, waarbij sprake is van vele wisselende seksuele contacten zoals prostituees, prostituanten en mannen die seks hebben met mannen. Er is een duidelijke trend waarneembaar van een toename van SOA's bij laatstgenoemde groep. Op grond van analyses is duidelijk is dat West-Brabant zich in de ernst van de problematiek niet onderscheid van de trend in de grote steden. Deze taak berust op de wet collectieve preventie en wordt, gelet op de systematiek van risicogroepbenadering, alleen door GGD-en uitgevoerd. Op grond van betere surveillance wil de GGD ook door middel van factsheets de gemeenten beter adviseren ter zake te voeren facetbeleid. Tot nu toe kon deze taak maar in zeer beperkte mate worden uitgevoerd wegens gebrek aan de benodigde personele capaciteit. Uitbreiding daarvan is derhalve noodzakelijk om de GGD in staat te stellen deze taak op een minimaal verantwoord niveau uit voeren. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en verzoeken u de zienswijze van uw gemeenteraad omtrent de ontwerpbegroting GROGZ 2008 en de eerste begrotingswijziging GROGZ 2007 in te winnen. Met het oog op het voornemen van het Algemeen Bestuur om in haar vergadering van 28 juni 2007 de begroting GROGZ 2008 met in achtneming van genoemde zienswijze definitief vast te stellen, verzoeken wij derhalve om genoemde zienswijzen voor 1 juni aan ons bekend te maken. Op die wijze zijn wij in staat om de vastgestelde begroting volgens de wettelijke termijn tijdig, d.w.z. voor 15 juli aan gedeputeerde staten aan te bieden. Hoogachtend,
/.e. Het dagelijks bestuur M.J.A. Meijer voorzitter
West-Brabant
Ontwerpbeleidsbegroting GROGZ 2008
Vergadering Algemeen Bestuur GR OGZ West-Brabant d.d. 5 april 2007 Registratienummer:
Agendanummer: 7
Voorgesteld wordt: Te besluiten tot vaststelling van de ontwerpbegroting GROGZ 2008 en deze ter inwinning van de zienswijze van de gemeenteraden voor te leggen aan de colleges van B&W.
T:\AFD_DIR\WINWORD\BESTUUR\AB\AB 05-04-07\def\AB 05-04-07 07 ontwerpbeleidsbegroting GROGZ 2008.DOC A. Segersl2^2007 l
Aan het Algemeen Bestuur, I.
Inleiding,
Hierbij biedt het Dagelijks bestuur u de ontwerpbegroting GROGZ 2008 aan. Daarbij is er voor gekozen om (vooralsnog) alle door de afdelingen van de GGD onderbouwde voorstellen betreffende beleidsintensiveringen op de taakuitvoering integraal zichtbaar te maken. Daarmee ontstaat een overall-beeld van de wenselijk geachte ontwikkeling met betrekking tot de taakuitvoering van de GROGZ. De voorgestelde beleidsintensiveringen zijn echter van een zodanige omvang dat deze in geval van honorering leiden tot een budgetverruiming ad € 5.3 min. (= + 50%). Derhalve heeft het dagelijks bestuur de nodige prioritering aangebracht. Dit als volgt in de begroting gerubriceerd weergegeven: a. Actualiseren van bestaand beleid: op basis van het zoveel mogelijk voorkomen van risico's wordt een intensievere aanpak noodzakelijk geacht. Ook wordt geanticipeerd op de bijdrage die de GGD moet leveren aan de lokale beleidsnota's volksgezondheid. Het betreft dus met name autonome ontwikkelingen die onontkoombaar zijn. b. Uit het door de directie gewenst aanvullend beleid heeft het dagelijks bestuur en aantal geprioriteerd, voorzover mogelijk te realiseren uit de extra bijdrage. c. Te verwachten voorzienbare ontwikkelingen op basis van nog te nemen politieke en lokale beslissingen: waarbij een compensatie in de kosten wordt verwacht via de rijksfinanciering (storting in het gemeentefonds). Daarbij moet u vooral denken aan de maatregelen inzake het jeugd(gezondheids)beleid, welke afgeleid van de claim van de VNG bij VWS voor de gemeenschappelijke regeling een omvang van ongeveer € 3.500.000 heeft op jaarbasis. De onderdelen onder a en b worden in de ontwerpbegroting nader cijfermatig toegelicht en onderbouwd. Kortheidshalve wordt u voor het overige verwezen naar de ontwerpbegroting.
T:\AFD_DIR\WINWORD\BESTUUR\AB\AB 05-04-07\def\AB 05-04-07 07 ontwelpbeleidsbegroting GROGZ 2008.DOC A. Segersl2^2007 2
West-Brabant
Het algemeen bestuur van de Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur, d.d. 16 maart 2007 gelet op de Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant, de Wet Gemeenschappelijke Regelingen en de Gemeentewet; BESLUIT: in te stemmen de ontwerpbegroting 2008 voor zover het betreft: de indexering de extra kosten voor invoering van het EKD-JGZ en uitvoering van het product SOA-HIV met nadere onderbouwing op basis van 'autonome ontwikkeling' vanuit het rijksbeleid respectievelijk de aan de orde zijnde gezondheidsrisico's, die tot de noodzaak van deze extra taakuitvoering hebben geleid; met daarbij de afspraak dat separaat nog met gemeenten zal worden overlegd over de taakontwikkeling jeugdgezondheidszorg door middel van een werkconferentie in het najaar; en dat voor wat betreft de overige voorstellen en consequenties van de geschetste ontwikkelingen nadere besluitvorming dient te zijn afgestemd enerzijds met de uitkomsten van de lokale gemeentelijke nota's volksgezondheidsbeleid 2007 alsmede met de uitkomsten van een discussie met de gemeenten over de per 1-1-2009 in te voeren nieuwe productcatalogus GGD, ter uitvoering waarvan met betrekking tot de versterking van de collectieve preventietaken van de GGD werkconferenties zullen worden belegd.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 april 2007.
Het Algemeen Bestuur voornoemd,
voorzitter
...de secretaris
C:\WINDOWS\Temporary Internet Files\OLKE\AB-besluit ontwerpbegroting GROGZ 2008.doc
1/1